Claude Lejeune Oude Muziek

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Claude Lejeune Oude Muziek HUELGAS ENSEMBLE Claude LeJeune DESINGEL VR 24 APRIL 98 Oude Muziek HUELGAS ENSEMBLE Claude LeJeune DESINGEL VR 24 APRIL 98 Oude Muziek Huelgas Ensemble Huelgas Ensemble Paul Van Nevel muzikale leiding Claude LeJeune (c. 1528-1600) Peter de Groot contratenor Le Printans (Chansons en vers mesurés à l'antique) Lieven Deroo bassus tekst: Jean-Antoine de Bait (1532-1589) Otto Rastbichler, Eitan Sorek tenor Marius van Altena bariton Revecy venir du printans Marie-Claude Vallin, Els Van Laethem, Voicy le verd et beau May Ellen van Ham superius O Rôze reyne dés fleurs Ie l ay, ie l ay la belle fleur Bart Coen, Peter De Clercq, Baldrick Deerenberg blokfluiten Cigne ie suis de candeur Christine Kyprienides viola da gamba alto La brunelette violette reflorit Gail Ann Schroeder viola da gamba basso Piet Strijckers, Great Bass viola da gamba Perdre le sens devant vous L'un émera le violét D'un coeur fier le refus cruél Que null' étoille sur nous Ces amoureus n'ont que douleur et tourment La bêle gloire, le bel honeur doner inleiding door Paul van Nevel. Tino Haenen . 19.15 uur. Foyer begin concert 20.00 uur pauze omstreeks 20.35 uur einde concert omstreeks 21.40 uur tekst programmaboekje Paul van Nevel coördinatie programmaboekje deSingel druk programmaboekje Tegendruk JEAN-ANTOINE DE BAÏF EN ZIJN ACADÉMIE DE POÉSIE ET DE MUSIQUE. De Franse humanist Jean-Antoine de Baïf werd in Venetië geboren op 19 februari 1532. Al tijdens zijn jeugd komt hij in de ban van de Griekse, Latijnse en Italiaanse cultuur. Zijn hele leven zal in het teken staan van één groot ideaal: de heropwaardering en de vernieuwing van de Franse poëzie. Baïf vond dat de Franse dichtkunst moest losgemaakt worden van de stereotype vormgeving en volledig nieuwe wegen moest opgaan. Daarbij spiegelde hij zich aan de rijkdom van de Griekse poëzie, met name de Alexandrijnse dichters. Baïfs eerste dichtbundels stralen nog de invloed uit van Ca­ tullus en Petrarca. De ritmische beweeglijkheid en de con­ trastrijke, emotionele beelden van deze laatste zijn bijvoor­ beeld terug te vinden in de bundels Amours de Méline (1552) en Amours de Francine (1555). De eerste bewuste stap naar vernieuwing wordt gezet in 1549, wanneer Jean-Antoine de Baïf samen met zijn pengenoten Pierre de Ronsard (1524-1585) en Joachim Du Bellay (ca. 1522- 1560) zijn nieuwe theorieën vastlegt in het pamflet La défen­ se et illustration de la langue française. De invloed van de Griekse poëzie op de Franse literatuur wordt o.a. geïllustreerd door het traktaat van Henri Estienne Traité de la conformité du language Français avec le Grec (Paris 1555). Hun streven naar een nieuwe poëziecultuur, verlicht door de eeuwigheidswaarde van de Griekse en Latijnse dicht­ kunst, mondt uit in de stichting van de beroemde pleiade in 1566. De groep rond Baïf, Ronsard en Bellay wordt uitge­ breid met een aantal vooraanstaande humanisten en schrij­ vers, waaronder de hellinist Jean Dorât (mentor van Baïf) (1508-1588) en de wellicht meest muzikale onder de schrij­ but que lui montre celle vertu non jamais assez louee ..." vers, Pontus de Tyard (1521-1605). De middelen die Baïf en zijn geestesgenoten zich voor ogen Een andere geestesverwant en beroemd dichter, Pierre de hielden om de Franse taal in het algemeen en de dichtkunst in Ronsard, vindt trouwens dat poëzie voorbestemd is om met het bijzonder nieuw leven in te blazen waren voornamelijk: muziek ingekleed te worden. Hij schrijft: a. het meer kleuren van de taal door gebruik van dialecten, ... La poésie sans les instruments ou sans la grace d'une vaktalen en het oud Frans; seule ou plusieurs voix, n'est nullement agréable..." b. de vorming van neologismen op het stramien van Griekse, Latijnse en Italiaanse woorden; Jean-Antoine de Baïf betreurt dat de eenheid tussen poëet c. het verwerpen van middeleeuwse genres ten voordele en musicus verloren is gegaan. In de inleiding van de bun­ van de antieke (bvb. ode en elegie) en del Musique (Paris 1570) van de komponist Guillaume Cos- d. het uitbouwen van Horatius' Ut pictura poesis-ideaal teley schrijft hij: met retorische middelen zoals metaforen en perifra- zen. Jadis Musiciens et Poètes et Sages Furent mesmes auteurs: mais la suite des ages Bij dit alles voegde zich ook nog een overkoepelende be­ Par le temps qui tout change, a séparé les troys..." kommernis om de eenheid tussen muziek en woord te ver­ groten. De hoger genoemde Pontus de Tyard heeft hierin De principes van La Pléiade gingen echter niet ver genoeg een belangrijke rol gespeeld. In zijn traktaat Solitaire se­ voor Baïf. Weliswaar was de toenadering tussen muziek en cond ou prose de la musique (Lyon 1555) verdedigt hij met poëzie een verworven humanistisch ideaal geworden. Maar verve de ideeën van de Pléiade en dus ook van Baïf in het bleef meestal bij oppervlakkige, formele resultaten. Baïf verband met de evenwaardigheid van muziek en tekst. Hij daarentegen beoogde een volledige eenheid, gestoeld op schrijft o.a.: de Griekse gezongen prosodie van bijvoorbeeld de thea­ terstukken. De muziek moest precies dezelfde accentuatie, "... la Musique, estimée par la moins récusable troupe lettergreeplengte, articulatie en ethos weergeven als deze des Sages contenir en soy toute perfection de Symme­ van de tekst. trie, et retenir corne pour image de toute l'Enciclopédie, ne semble si vivement raporter entre nous le vrey pour- Op die problematiek broedde en experimenteerde Baïf van­ trait de la Temperence, que l’ignorât de Musique doit pen­ af 1567 samen met zanger, luitist en componist Joachim ser son Ame estre boiteuse et impuissante d'arriver au Thibault de Courville (+1581). Courville was werkzaam aan het Franse hof als joueur de lyre. Dit instrument was een accroississant l'esprit, renouvellant aussi l'ancienne façon elfsnarige versie van de Griekse (!) antieke lier. De bedoe­ de composer Vers mesurez pour y accommoder le chant ling van het duo beschreef Baïf in 1570: pareillement mesuré selon l'Art Métrique." Cherchant d'orner la France De voornaamste reden waarom de academie zo'n belang Je prins de Courville acointance hechtte aan de eenheid tussen muziek en tekst was de over­ Maistre de l'art de bien chanter tuiging dat het ethos - de Académie kende drie soorten t.w. Qui me fit, pour l'art de musique exaltant, contractile en calmant - hierdoor nog versterkt werd. Reformer à la mode antique De muziek moest daarom het ritme, het metrum, het ethos, de Les vers mesurés inventer." accenten, de rustpunten, de stemverheffingen, de ademhalin­ gen en het elan van de tekst precies overnemen. Het poëtisch In 1570 sticht Baïf dan zijn Academie de Poesie et de Musi­ ritme moest het muzikaal ritme worden. De poëzie moest dus que. een muzikaal vertaalbaar ritmisch verloop dragen. En dich­ In dat jaar ook legt Baïf de statuten voor aan koning Karel IX, ters en componisten van de academie kwamen tot de slotsom die zijn toestemming geeft en het patent verleent voor de dat de principes van de Griekse dichtkunst, met haar rijke toekomstige uitvindingen. De werkzaamheden en concer­ afwisseling van versvoeten zich hier zeer goed toe leenden: ten (door Baïf preuves genoemd) worden bezocht door de koning zelf, Catherine de Médici, le Duc d'Anjou en le Duc "... tant la façon de Poésie que la maniéré et reglement d'Alençon. anciennement usitée par les Grecs en les Romains ..." De statuten beschrijven duidelijk de doelstellingen, midde­ De gesloten gemeenschap van de academie zetelde aan­ len en organisatie van de academie. Zij is een besloten vankelijk ten huize van Antoine de Baïf, in de rue des fos­ elitaire gemeenschap waar dichters en musici in nauwe sa­ sés Saint-Victor. De organisatie was streng en besloten: menwerking experimenteren om een gemeenschappelijk leden mochten geen vreemden meebrengen, tenzij op uit­ ideaal te verwezenlijken, ideaal dat in het begin van de drukkelijke toestemming van alle anderen; disputen moes­ statuten wordt beschreven: ten binnenshuis gebeuren en waren verboden extra mu­ ras; geen enkele compositie mocht buiten de vereniging 'Afin de remettre en usage La Musique selon sa perfection, ten gehore gebracht worden; geen enkel werk mocht het qui est de représenter la parole en chant accomply de son daglicht zien via drukuitgaven (... Jureront les Musiciens harmonie et melodie, qui consistent au choix, regie des voix, ne bailler copie aucune des chansons de l'Académie à qui sens de la lettre le requiert, ou resserrant ou desserrant, ou ce soit...). Deze laatste regel is overigens de reden waarom de weer­ meer complexe en spanningsverwekkende variaties. slag van de werkzaamheden zo laat het daglicht heeft ge­ zien. Le Printans werd slechts veertien jaren na de dood van Met deze nieuwe benadering haalt de academie zich de kri­ Baïf gepubliceerd! tiek en soms hard vijandschap op de hals van tijdgenoten en nakomers, tot in de twintigste eeuw. De teneur van de kri­ Naast dichters zoals Pontus de Tyard en Ronsard waren de tiek kwam en komt er steeds op neer dat de souplesse van drie muzikale steunpilaren van de académie Guillaume Cos- de Franse taal zich niet leende tot de rigoureuze versvoe- teley (1530-1606), Jacques Maudit (1557-1627) en vooral tenscandering, waarbij een beklemtoonde lettergreep de Claude Le Jeune. Het was voornamelijk deze laatste die het dubbele lengte van een niet-beklemtoonde had. principe van les vers mesurés à l'antique op een meesterlij­ ke manier muzikaal gestalte gaf. Tijdgenoot Nicolas Rapin (1539-1608) was streng in zijn beoordeling van Baïf: Dé grote vernieuwing van de academie was het feit dat het 'Quand baïf nos chants Ie premier reforma accent tonique, eigen aan de Franse taal, niet langer als Contre ses desseins l'ignorance s'arma, alleenzaligmakend werd beschouwd. Het werd aangevuld Et chassa bien loin de cet art la beauté met het principe dat het Griekse kwantiteitaccent de metriek Pour sa nouveauté..." van de poëzie bepaalde.
Recommended publications
  • Le Sieur De Machy and the French Solo Viol Tradition
    Le Sieur de Machy and the French Solo Viol Tradition Shaun Kam Fook Ng This thesis is presented for the degree of Master of Arts of The University of Western Australia School of Music 2008 ii Abstract During the late seventeenth century in France, the viol was beginning to emerge as one of the most important musical instruments of the day. French luthiers had created the quintessential French viol, which allowed violists in France to make their mark on viol playing, both as performers and teachers. So fervent was this enterprise that players soon formed cliques, creating two opposing schools of viol playing. One of the main protagonists who is the focus of this thesis, De Machy, led one of these schools. Although we are fully aware of this historical dichotomy, it is widely assumed that De Machy’s rivals were the eventual victors of this conflict, and thus have become the model for modern violists to emulate. This has, however, encouraged modern violists to completely disregard the efforts of De Machy, which, as this thesis shall demonstrate, are as important as those of his contemporaries. Chapter 1 discusses De Machy’s place in modern scholarship, giving readers an overall view of the kinds of biases and prejudices that currently exist. It also serves to act as a brief collation and analysis of modern writings that discuss De Machy. Chapter 2 provides us with a historical account of the viol in France, giving special emphasis to solo viol playing. It also traces the evolution of musical style and playing technique as well as the development of the instrument within its social role.
    [Show full text]
  • 16Th Century
    16th century notes towards the end of the piece are deliberate, and won’t seem so bad if you play them well? In bars 115 and 117 Cherici reproduces the notes as Mudarra had them, but I EDITIONS wonder if there is a case for changing them to match the rest of the sequence from bars 111 to 122, if only in a footnote. Anthology of Spanish Renaissance Music In three of the Fantasias by Mudarra the player is required for Guitar: to use the “dedillo” technique – using the index finger to Works by Milán, Narváez, Mudarra, Valderrábano, Pisador, play up and down like a plectrum. Of the nine pieces from Fuenllana, Daça, Ortiz Enriquez Valderrábano’s Silva de Sirenas (1547), three are Transcribed by Paolo Cherici marked “Primero grado”, i.e. easiest to play. Diego Pisador is Bologna: Ut Orpheus, 2017 CH273 less well known than the other vihuelists, perhaps because accid his Libro de musica de vihuela (1552) contains pages and his well-chosen anthology comprises solo music pages of intabulations of sacred music by Josquin and for the vihuela transcribed into staff notation others. However, there are some small-scale attractive for the modern guitar, and music for the viola da pieces of which Cherici picks five including a simple setting T of La Gamba called Pavana muy llana para tañer. The eight gamba with SATB grounds arranged for two guitars. For the vihuela pieces the guitar must have the third string tuned pieces from Miguel de Fuenllana’s Orphenica Lyra (1554) a semitone lower to bring it into line with vihuela tuning.
    [Show full text]
  • Viol in Oxford Music Online Oxford Music Online
    14.3.2011 Viol in Oxford Music Online Oxford Music Online Grove Music Online Viol article url: http://www.oxfordmusiconline.com:80/subscriber/article/grove/music/29435 Viol [viola da gamba, gamba] (Fr. viole ; Ger. Gambe ; It. viola , viola da gamba ). A bowed string instrument with frets; in the Hornbostel-Sachs system it is classified as a bowed lute (or fiddle). It is usually played held downwards on the lap or between the legs (hence the name ‘viola da gamba’, literally ‘leg viol’). It appeared in Europe towards the end of the 15th century and subsequently became one of the most popular of all Renaissance and Baroque instruments and was much used in ensemble music ( see CONSORT and CONTINUO ). As a solo instrument it continued to flourish until the middle of the 18th century. In 18th- and 19th-century American usage the term BASS VIOL was applied to a four-string instrument of the violin family. 1. Structure. During its history the viol was made in many different sizes: pardessus (high treble), treble, alto, small tenor, tenor, bass and violone (contrabass). Only the treble, tenor and bass viols, however, were regular members of the viol consort. The pardessus de viole did not emerge until the late 17th century, and the violone – despite its appearance in the 16th century – was rarely used in viol consorts. The alto viol was rarely mentioned by theorists and there is some doubt as to how often it was used. Two small bass instruments called ‘lyra’ and ‘division’ viols were used in the performance of solo music in England ( see LYRA VIOL and DIVISION VIOL ).
    [Show full text]
  • When the Choir Sings out of Tune of Vierne Guy Weitz
    Founded A.D. 1874 by John Singenber9'er SOLOS IN THE LIGHT OF THE CATHOLIC LITURGY WHEN THE CHOIR SINGS OUT OF TUNE ANALYSIS OF SOME ORGAN WORKS OF VIERNE QUESTIONS AND ANSWERS GUY WEITZ-COMPOSER CHAlDEAN CHURCH IN CHICAGO APRIL 1936 No.4 Entered as second class mat.. ter, October 20, 1931, at the Post Office at Boston, Mass., under the Act of March 3, 1879. Formerly, published in St. ar4t <!Tattilia Francis, Wisconsin. Now issued Monthly Magazine of Catholic Church and School Music monthly, except in July. Subscription: $3 per year, pay.. able in advance. Single copies Vol. 63 April, 1936 No.4 SOc. Honorary Editor OTTO A. SINGENBERGER Managing Editor WILLIAM ARTHUR REILLY Business and Editorial Office 100 Boylston St., Boston, Mass. Contributors • REV. LUDWIG BONVIN, S.}. Buffalo, N. Y. DOM ADELARD BOUVILL.. IERS, O.S.B., Belmont, N. C. V. REV. GREGORY HUGLE, IN THIS ISSUE O.S.B., Conception, MO- REV. CARLO ROSSINI, OPPICE NOTES 156' Pittsburgh, Pa. REV. J. LEO BARLEY, Baltimore, Md. SOLOS IN THE LIGHT OF CATHOLIC LITURGY REV. JEAN RIBEYRONt San Francisco, Calif. By Roland Boisvert 159 REV. F. T. WALTER, St. Francis, Wise. REV. JOSEPH VILLANI, S. C., WHEN THE CHOIR SINGS OUT OF TUNE­ San Francisco, Cal. SOME CAUSES AND CURES REV. P. H. SCHAEFERS, Cleveland, Ohio. By Clifford Roberts 161 REV. H. GRUENDER, S.J., St. Louis, Mo. ANALYSIS OF SOME OF LOUIS VIERNE'S SR. M. CHERUBIM, O.S.F. Milwaukee, Wise. ORGAN WORKS SR. M. GISELA, S.S.N.D.• By Dom Adelard Bouvilliers 165 Milwaukee, Wise.
    [Show full text]
  • MUSIC in the RENAISSANCE Western Music in Context: a Norton History Walter Frisch Series Editor
    MUSIC IN THE RENAISSANCE Western Music in Context: A Norton History Walter Frisch series editor Music in the Medieval West, by Margot Fassler Music in the Renaissance, by Richard Freedman Music in the Baroque, by Wendy Heller Music in the Eighteenth Century, by John Rice Music in the Nineteenth Century, by Walter Frisch Music in the Twentieth and Twenty-First Centuries, by Joseph Auner MUSIC IN THE RENAISSANCE Richard Freedman Haverford College n W. W. NORTON AND COMPANY Ƌ ƋĐƋ W. W. Norton & Company has been independent since its founding in 1923, when William Warder Norton and Mary D. Herter Norton first published lectures delivered at the People’s Institute, the adult education division of New York City’s Cooper Union. The firm soon expanded its program beyond the Institute, publishing books by celebrated academics from America and abroad. By midcentury, the two major pillars of Norton’s publishing program—trade books and college texts— were firmly established. In the 1950s, the Norton family transferred control of the company to its employees, and today—with a staff of four hundred and a comparable number of trade, college, and professional titles published each year—W. W. Norton & Company stands as the largest and oldest publishing house owned wholly by its employees. Copyright © 2013 by W. W. Norton & Company, Inc. All rights reserved Printed in the United States of America Editor: Maribeth Payne Associate Editor: Justin Hoffman Assistant Editor: Ariella Foss Developmental Editor: Harry Haskell Manuscript Editor: Bonnie Blackburn Project Editor: Jack Borrebach Electronic Media Editor: Steve Hoge Marketing Manager, Music: Amy Parkin Production Manager: Ashley Horna Photo Editor: Stephanie Romeo Permissions Manager: Megan Jackson Text Design: Jillian Burr Composition: CM Preparé Manufacturing: Quad/Graphics-Fairfield, PA A catalogue record is available from the Library of Congress ISBN 978-0-393-92916-4 W.
    [Show full text]
  • Chansons Polyphoniques Françaises
    1/23 Data Chansons polyphoniques françaises Thème : Chansons polyphoniques françaises Origine : RAMEAU Domaines : Musique Autre forme du thème : Polyphonies françaises Notices thématiques en relation (2 ressources dans data.bnf.fr) Termes reliés (2) Airs de cour Chansons françaises Documents sur ce thème (28 ressources dans data.bnf.fr) Livres (26) La chanson de Debussy à , Aix-en-Provence : Bookelis La chanson polyphonique , Marielle Cafafa, Paris : Ravel , 2018 française au temps de l'Harmattan , impr. 2017 (2018) Debussy, Ravel et Poulenc (2017) Songs, scribes, and society , Jane Elise Alden, New Allegorical play in the Old , Sylvia Jean Huot, Stanford (2010) York (N.Y.) : Oxford French motet (Calif.) : Stanford University University Press , 2010 (1997) press , 1997 De Guillaume Dufay à , Ignace Bossuyt, Paris : Hexachord, Mensur und , Christian Berger, Stuttgart Roland de Lassus Cerf ; Bruxelles : Racine , Textstruktur : F. Steiner , 1992 (1996) 1996 (1992) Die Chansons Johannes , Clemens Goldberg, Laaber The Partbooks of a , George Karl Diehl, Ann Ockeghems : Laaber-Verlag , 1992 Renaissance merchant Arbor ; London : University (1992) (1978) microfilms international , 1978 data.bnf.fr 2/23 Data The chanson in the humanist era. - [5] A Chanson rustique of the early Renaissance : Bon (1976) temps. - [21] (1967) Aspects littéraires de la , Georges Dottin, Lille : La Chanson française au XVIe siècle. - [33] chanson musicale à Faculté des lettres et (1960) l'époque de Marot sciences humaines , 1964 (1964) Le "Livre des vers du luth", , André Verchaly A Chanson sequence, by Fevin. - [18] manuscrit d'Aix-en- (1903-1976), Aix-en- (1957) Provence. Préface de Paul Provence : la Pensée Juif universitaire , [1958] (1958) Notes sur quelques chansons normandes du manuscrit Vaudeville, vers mesurés et , Kenneth Jay Levy, [S.l.] : de Bayeux.
    [Show full text]
  • Senza Continuo
    Sen za Co ntin uo Margaret Litt le viole de ga mbe ACD2 2612 ATM A Classique Sen za Co ntin uo JEAN DE SAINTE-COLOMBE (XVII e siècle) TOBIAS HUME (v.1570-1645) Trois préludes en ré mineur [MANUS ., S.D.] 7:14 Pièces pour viole seule [THE FIRST BOOK OF AYRES , LONDRES , 1605 ] 1 • Prélude 1:43 13 • A Pavin 5:25 2 • Prélude 2:47 14 • Tickle me quickly 1:09 3 • Prélude 2:44 15 • Touch me lightly 1:25 16 • Good again 5:17 LE SIEUR DE MACHY (XVII e siècle) Suite de pièces pour viole en sol majeur [PIÈCES DE VIOLE , PARIS , 1685 ] 14:46 MARIN MARAIS (1656-1728) 4 • Prélude 0:48 Suite de pièces pour viole en ré majeur 20:09 5 • Allemande 2:46 [PREMIER LIVRE DE PIÈCES DE VIOLE , PARIS , 1686 ] 6 • Courante 2:00 17 • Prélude 2:09 7 • Sarabande 2:44 18 • Fantaisie 1:18 8 • Gigue 1:48 19 • Allemande 3:14 9 • Gavotte en Rondeau 1:14 20 • Courante 2:13 10 • Chaconne 3:26 21 • Sarabande 2:21 22 • Gigue 2:04 AURELIO VIRGILIANO (v.1540-v.1600) 23 • Chaconne 6:50 11 • Ricercata per Viola Bastarda [IL DOLCIMELO , MANUS ., 1600 ] 3:52 GIOVANNI BASSANO (1558-1617) 12 • Ricercata Quarta 2:38 Margaret Litt le [RICERCATE , PASSAGI ET CADENTIE PER POTERSI ESSERCITAR NEL DIMINUIR , VENISE , 1585 ] viole de ga mbe / viola da gamba es origines de la viole de gambe remontent madrigaux à la mode, toutes sortes de passaggi et diminutions virtuoses, point de départ de Lquelque part en Espagne à la fin du XV e siècle.
    [Show full text]
  • Samedi 2 Décembre 2000 - 18 H 00 Galerie Basse Du Château De Versailles
    UNE SÉANCE À L’ACADÉMIE DE POÉSIE ET DE MUSIQUE SOUS LE RÈGNE D’HENRY IV Samedi 2 Décembre 2000 - 18 h 00 Galerie basse du château de Versailles Centre de Musique Baroque de Versailles Établissement public du musée et du domaine national de Versailles 5 PROGRAMME Claude Le Jeune Première Fantaisie (ca1530-1600) Dans sa plaisante demeure... Scavolae Sammanthismae Opera tum Poetica, tum eaque soluta oratione scripsit, Paris, 1616, II, P. 18-19 ; Scevole de Sainte Marte, Eloge des hommes illustres (traduit du latin en français par G. Colletet), 1644, p. 47-48 Claude Le Jeune Plantons le mai Michael Praetorius Danse (1571-1621) Charles par la Grâce de Dieu roy de France Lettre patente et réglement de l’Académie de Musique et de Poésie de Baïf et Thibault Jacques Mauduit Voyci le verd et beau may (1557-1627) Charles par la Grâce de Dieu roy de France (suite) Claude Le Jeune Voyci le verd et beau may Charles par la Grâce de Dieu roy de France (fin) Michael Praetorius Danse Au Roi Charles IX de Pierre de Ronsard Préface sur la musique de Pierre de Ronsard Clément Janequin Qui voudras voir (ca1485-1558) Les anciens qui ont traité de la musique... Le Printemps, Claude Le Jeune, Paris, 1603, préface Claude Le Jeune Revecy venir du printans Michael Praetorius Danse 6 Des modes de chanter, selon les Anciens, la Dorienne, la Phrygienne, La Lydienne, l’Iästienne, l’Eolienne Le Solitaire Second, Pontus de Tyard Estranges effects de puissance de Musique. D’Alexandre et de Timothée Le Solitaire Second, Pontus de Tyard (suite) Claude Le Jeune Cygne je suis Effets de la Musique Militaire Le Solitaire Second, Pontus de Tyard (suite) Les Cretes.
    [Show full text]
  • Dubuisson: a Study of His Music
    OR/ vot/0 DUBUISSON: A STUDY OF HIS MUSIC FOR SOLO BASS VIOL THESIS Presented to the Graduate Council of the University of North Texas in Partial Fulfillment of the Requirements For the Degree of MASTER OF MUSIC By Stuart G. Cheney, B.M. Denton, Texas December, 1988 Copyright by Stuart G. Cheney 1988 iii TABLE OF CONTENTS Page LIST OF TABLES. ....... .f .& ." .t .s .0 . 0V LIST OF EXAMPLES ... ... ."."."." . vi Chapter . 1.... I. INTRODUCTION .. II. LIFE AND SOURCES . .L 5 Biography . ... Sources . III. THE VIOL IN FRANCE . .!. ." . !. " . 20 Before 1660 . E r ." ." .r 20 ." ." ." .w Tunings .". !.! . ." 26 .s ." .a ." Repertoire . .'.... ." ." ." 28 ." ." .s 1660-1685: Dubuisson' S Era ." ." ." 33 s .s ." After 1685 . 37 IV. THE SUITE IN FRANCE . ." . 42 .42....".".".". Before 1600 . 1600-1663 . .. .. .48 V. DUBUISSON'S MUSIC . Dubuisson's Suites . ." ." ." ." ." . ." 48 ." ." Preludes and Fantasies ." ." ." ." ." .r ." 51 . .r ." ." Allemandes . .a ." ." ." ." 62 ." ." ." Courantes . ." .s .r . 74 ." ." ." ." . Sarabandes . ." ." 85 ." ." ." Gigues . ." ." ." . 94 .r ." Optional Movements . ." . ." ." 103 ." Variation Movements . 110 VI. SUMMARY..... ." .# ." .f ." ." ." . ." . 118 APPENDICES A. INSTRUCTIONS FROM LC FOL. 90r . .i .! 120 B. TRANSCRIPTIONS OF SIXTEEN TABLATURE PIECES, .0 124 BIBLIOGRAPHY . ............ 154 iv z m LIST OF TABLES Table Page I. Concordances . ...... .......--.. 19 II. Type and Number of Dubuisson's Movements . 51 III. Dubuisson's Preludes and Fantasies . 61 IV. The Allemandes of Dubuisson . 72 V. The Allemandes of Dubuisson's Contemporaries 73 VI. The Courantes of Dubuisson ................. 83 VII. The Courantes of Dubuisson's Contemporaries . 85 VIII. The Sarabandes of Dubuisson . 93 IX. The Sarabandes of Dubuisson's Contemporaries . 94 X. The Gigues of Dubuisson . 102 XI. The Gigues of Dubuisson's Contemporaries .
    [Show full text]
  • The Lute in the Netherlands in the Seventeenth Century
    The Lute in the Netherlands in the Seventeenth Century The Lute in the Netherlands in the Seventeenth Century: Proceedings of the International Lute Symposium Utrecht, 30 August 2013 Edited by Jan W.J. Burgers, Tim Crawford and Matthew Spring The Lute in the Netherlands in the Seventeenth Century: Proceedings of the International Lute Symposium Utrecht, 30 August 2013 Edited by Jan W.J. Burgers, Tim Crawford and Matthew Spring This book first published 2016 Cambridge Scholars Publishing Lady Stephenson Library, Newcastle upon Tyne, NE6 2PA, UK British Library Cataloguing in Publication Data A catalogue record for this book is available from the British Library Copyright © 2016 by Jan W.J. Burgers, Tim Crawford, Matthew Spring and contributors All rights for this book reserved. No part of this book may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the prior permission of the copyright owner. ISBN (10): 1-4438-9075-8 ISBN (13): 978-1-4438-9075-5 Dedicated to the memory of Louis Peter Grijp 1954-2016 TABLE OF CONTENTS Introduction: The Lute in the Netherlands in the 17th Century ........................................ ix JAN BURGERS, TIM CRAWFORD and MATTHEW SPRING I. The Lute in the Dutch Golden Age: The Social and Cultural Contexts Psalms for the Lute in the Dutch Republic and Elsewhere .......................... 2 LOUIS PETER GRIJP † Cultural Entrepreneurship in the Dutch Republic of the Early 17th Century: The Case of the Lutenists Joachim van den Hove and Nicolas Vallet ..................................................................................... 39 SIMON GROOT Leiden, an International Lute Centre in the Golden Age ..........................
    [Show full text]
  • 2 79 Fi, Not ; O,Ell-,A-7
    2 79 fi, Not ; O,ell-,a-7.. t TlE. FRENCH BALLET DE COUR AND ITS PREDECESSORS, 1400-1650 THESIS Presented to the Graduate Council of the North Texas State College in Partial Fulfillment of the Requirements For the Degree of MASTER OF MUSIC by 197051 John Arch Bice, B. Mus. Longview, Texas January, 1952 197054 TABLE OF CONTENTS Chapter Page 1. TE ORIGINSOFBALLET ............ 1 The Development of Ballet in France up to and during the Fifteenth Century The Development of Ballet in Italy up to and during the Sixteenth Century The Development of Ballet in France during the Sixteenth Century II. THE BALLET-*COMIUEDE LA REINE ....... 43 III. THE SEVENTEENTH CENTURY BALLET DE COUR . 74 The Ballet-mascarades The Ballet-melodramatique The Ballet-entrdes Characteristics of the Ballet de Cour BIBLIOGRAPHY . 103 INDEX OF DANCES USED . , * . 108 iii CHAPTER I THE ORIGINS OF BALLET The history of theatrical entertainments during the Middle Ages is extremely difficult to trace. This diffi- culty arises in part from the restrictions imposed by the Roman Church on anything considered mundane, Records that may have been kept were either destroyed or have not been found. It is to be remembered that in this first chapter a period of nearly five hundred years is covered (eleventh to sixteenth century), and therefore only essential facts can be treated. Since no music to these earliest entertainments has been preserved, the present discussion must confine itself to the spectacular and literary elements. Furthermore, it must be remembered that to draw accurate lines of demarcation between any two forms of entertainment is an impossibility because one tends to merge with the other.
    [Show full text]
  • THE EAR of the HUGUENOTS HUELGAS ENSEMBLE PAUL VAN NEVEL the Ear of the Huguenots
    THE EAR OF THE HUGUENOTS HUELGAS ENSEMBLE PAUL VAN NEVEL The Ear of the Huguenots I. LES PSAUMES DES HUGUENOTS II. ROME 1572: CÉLÉBRATION À L’OCCASION Psalm music of the Huguenots DES “BONNES NOUVELLES” DU MASSACRE Die Psalmvetonungen der Hugenotten À PARIS LE 23 AOÛT Rome 1572: a celebration on receiving the “good news” Claude Goudimel (1514/20 –1572) of the massacre in Paris on the 23rd August Psaume LXVII à 4 Rom 1572: Feier anlässlich der „guten Neuigkeiten“ 1 Dieu nous soit doux et favorable 4.38 über das Massaker in Paris am 23. August (text: Théodore de Bèze) Anonymus (16th cent.) Claude Le Jeune (1528/30 –1600) 4 Lauda à 3: Chi vol seguir la guerra 2.38 Psaume LXVII à 3 2 Dieu nous soit doux et favorable 3.45 Giovanni Animuccia (1520 –1571) (text: Théodore de Bèze) 5 Lauda à 4: Gia fu presa da te 3.39 Jacques Mauduit (1557–1627) Giovanni Pierluigi da Palestrina (1525–1594) Psaume CI à 4 Messa “Ut re mi fa sol la” à 6 & 7 3 Pardon et justice il me plaît de chanter 5.54 6 Agnus Dei 7.39 (text: Jean-Antoine de Baïf) 2 III. PROFANE ET SACRÉ DANS LE MILIEU HUGUENOT Secular and sacred music from the Huguenot circle Weltliche und geistliche Musik aus dem Umkreis der Hugenotten Paschal de L’Estocart (1539 –after 1584) Guillaume Costeley (1530 –1606) 7 Peccantem me quotidie (motet à 4) 6.39 10 Noblesse gist au coeur du vertueux 10.40 8 Le monde un jour contre (chanson à 4) Vertu faché (chanson à 4) 3.33 Claude Le Jeune Jean Servin (1530 –1596) 11 Cigne je suis de candeur 6.07 Psalm XV à 8 (chanson en vers mesurés à 3 & 5) 9 Stellata coeli
    [Show full text]