Heteroptera: Scutelleridae)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
phimodera humeralis na bijna 0 jaar weer in nederland waargenomen (heteroptera: scutelleridae) Berend Aukema De wants Phimodera humeralis komt voor op stuifzanden, waar ze ondergronds leeft van de wortels van zandzegge. De soort is zeldzaam in Europa en de laatste Nederlandse vondst stamt uit 1941. In 2010 werd P. humeralis opnieuw in Nederland aangetroffen, op de Limitische Heide bij Huizen in het Gooi. Gezien de verborgen levenswijze is de populatie hier waarschijnlijk al lange tijd onopgemerkt aanwezig. inleiding weer zouden de laatste aan de oppervlakte actief Phimodera humeralis (Dallas, 823) (fig. -2) zijn (Wachmann et al. 2008). staat voor ons land te boek als een zeer zeldzame soort. In totaal werden slechts zeven exemplaren Phimodera humeralis overwintert als volwassen van vier vindplaatsen verzameld in de periode dier en heeft één generatie per jaar. Wendt (938) van vóór 88 tot en met 94 (Snellen van observeerde de soort in de jaren 936-938 in de Vollenhoven 88, Reclaire 932, 936, 94, duinen tussen de Riedensee en de Arendsee Aukema 989, 2003). Na bijna 0 jaar werd ze (Duitsland), waar ze meestal enige centimeters weer waargenomen en dat vormde aanleiding diep ingegraven leefden van de bladgroenarme om in deze bijdrage gegevens over biologie, ver- delen van duinriet en ‘zegge’. Paringen vonden spreiding en Nederlandse waarnemingen samen plaats vanaf maart tot eind mei en eerstestadium- te vatten. nimfen nam hij waar van mei tot in augustus. Hoge temperaturen, kenmerkend voor de bio- topen waarin de soort voorkomt, bleken nood- biotoop en leefwijze zakelijk om de nimfen te kunnen opkweken. Phimodera humeralis komt voor in kustduinen, stuifzanden en vergelijkbare voedselarme, zandige verspreiding biotopen, waar ze zuigt aan de wortels van zand- zegge Carex arenaria (Wagner 966, Melber 995, Het areaal van P. humeralis omvat naast Neder- 998). Daarnaast worden in de literatuur ook an- land (fig. 3): Duitsland, Denemarken, Zweden, dere grassen zoals buntgras Corynephorus canes- Finland, Polen, Estland, Litouwen, Letland, Wit- cens, duinriet Calamagrostis epigejos en zwenkgras Rusland, Rusland, Spanje, Frankrijk, Oostenrijk, Festuca sp. als waardplant genoemd (Wendt 938, Italië, Servië, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Bul- Wachmann et al. 2008). Volwassen dieren werden garije, Roemenië, Ukraïne, Kazachstan en West- incidenteel gevonden op alsem Artemisia sp., Siberië (Göllner-Scheiding 2006, Protić 200). havikskruid Hieracium sp., tijm Thymus sp.en De dichtstbijzijnde vindplaatsen bevinden zich in vertakte leeuwentand Leontodon autumnalis Duitsland, waar ze voorkomt in Niedersachsen en (Stichel 960, Dusoulier & Lupoli 2006), maar in het voormalige Oost-Duitsland (Hoffmann & dat zijn geen waardplanten. Zowel nimfen als Melber 2003). Volgens de rode lijst van de Duitse adulten houden zich doorgaans op in het zand en wantsen (Günther et al. 998) wordt ze daar met alleen in de paringstijd en bij uitzonderlijk warm uitsterven bedreigd (A status). Melber (995, aukema - phimodera humeralis in nederland Figuur . Phimodera humeralis, mannetje. Foto Theodoor Heijerman. Figure . Phimodera humeralis, male. Photo Theodoor Heijerman. 998) geeft recente vondsten van zandduinen tus- rmnh – ncb Naturalis, Leiden, zman – Zoölo- sen zandzegge in Niedersachsen, ook ten westen gisch Museum, Amsterdam. van de Elbe. Hij vond in juni en juli 994 nimfen Gelderland Apeldoorn, 90, / (zman) (Au- en adulten tijdens zeer warm weer actief rond- kema 989). Dit exemplaar is afkomstig uit de scharrelend op het hete zand. In Frankrijk is ze collectie van W.H. Gravestein. De herkomst is zeer zeldzaam en alleen bekend van vondsten van onduidelijk, omdat er geen origineel etiket aan- vóór 93 uit de departementen Landes (drie wezig is. In Gravestein’s geannoteerde exemplaar vindplaatsen) en Charente-Maritime (één vind- van Reclaire (932) wordt Fokker met een vraag- plaats) langs de Atlantische kust (Dusoulier & teken vermeld als verzamelaar, maar dat lijkt Lupoli 2006). In Denemarken is ze zeer zeldzaam onwaarschijnlijk omdat een dergelijke vondst niet en komt voor op enkele vindplaatsen in de kust- in de publicaties van Fokker is terug te vinden. duinen van de regio’s Nordjylland en Hoved- Zuid-Holland Scheveningen [op het duin bij het staden. Ze heeft de status ‘kwetsbaar’, maar wordt Scheveningse badhuis], vi [voor 88], ?, Snel- niet bedreigd (Tolsgaard 200). len van Vollenhoven (rmnh) (Snellen van Vollen- hoven 88, als P. galgulina (Herrich-Schaeffer, 83); Reclaire 932). Den Haag [= Scheveningen, oude waarnemingen op het duin bij het Scheveningse badhuis], vi In onderstaand overzicht worden details gegeven [voor 88], ?, A.F.A. Leesberg (rmnh) (Snellen van alle Nederlands vondsten tot 200. van Vollenhoven 88, als P. galgulina). Scheve- Gebruikte afkortingen voor collecties: ningen, Van Hasselt, vierdestadiumnimf 8 34 ‒ 200 Figuur 2. Phimodera humeralis, vijfdestadiumnimf. Foto Theodoor Heijerman. Figure 2. Phimodera humeralis, fifth instar larva. Photo Theodoor Heijerman. (rmnh). Scheveningen, 26.v.896, ?, de Vos zoeken vond ik in het zand bovendien twee kar- tot Nederveen Cappel (zman) (Reclaire 932). kassen (een mannetje en een vrouwtje) van de vo- Noord-Holland Bergen aan Zee, 25.vi.934, rige generatie, op grond waarvan mijn vermoeden A. Reclaire, / op de laatste duinenrij (zman) dat het P. humeralis was, bevestigd werd. Tijdens (Reclaire 936). een tweede bezoek aan de vindplaats bij vergelijk- Utrecht Soest, 4.v.94, R. Tolman, ? in zand- baar warm en zonnig weer op 28 juni waren de stuiving (zman) (Reclaire 94, 943). nimfen een stuk verder in hun ontwikkeling en werden ook vijf volwassen exemplaren, twee man- netjes en drie vrouwtjes, verzameld. Een vijfde- nieuwe vondst stadiumnimf (fig. 2) werd meegenomen en thuis Tijdens de zomerbijeenkomst van de Nederlandse opgekweekt op zandzegge tot een mannetje, dat Entomologische Vereniging vond ik op 5 juni op juli vervelde. 200 een populatie van deze interessante soort op een klein stukje spaarzaam, voornamelijk met discussie buntgras en zandzegge begroeid stuifzand (fig. 4) in het noordelijk deel van de Limitische Heide bij Botanisch gezien behoren de biotopen, waarin Huizen in Het Gooi (provincie Noord-Holland). P. humeralis in ons land is gesignaleerd in de Tientallen jonge nimfen van de eerste drie stadia duinen tot de duin-buntgras-associatie Violo- liepen over het hete, mulle zand of zaten te zui- Corynephoretum en op stuifzanden in het gen aan de bloeiwijzen van zandzegge. Na lang binnenland tot de associatie van buntgras en aukema - phimodera humeralis in nederland 9 □ < 942 ● 200 geschikte biotopen op haar aanwezigheid te on- derzoeken. dankwoord Het Goois Natuurreservaat gaf toestemming voor onderzoek op de Limitische Heide en Theodoor Heijerman, Wageningen maakte de foto’s van Phimodera humeralis. Willem Hogenes (Zoölo- gisch Museum Amsterdam) en Rob de Vries (ncb Naturalis) verleenden toegang tot de door hen beheerde collecties. literatuur Aukema, B. 989. Annotated checklist of Hemiptera- Heteroptera of the Netherlands. – Tijdschrift voor Entomologie 32: -04. Aukema, B. 2003. Recent changes in the Dutch Hete- Figuur 3. Vindplaatsen van Phimodera humeralis in roptera fauna (Insecta: Hemiptera). – Proceedings Nederland (0×0km-hokken, Amersfoortcoördinaten). 3th International colloquium eis, september 200: 3 Figure . Localities of Phimodera humeralis in the 39-52. Netherlands (0km-squares, Amersfoort-grid). Dusoulier, F. & R. Lupoli 2006. Synopsis des Penta- tomoidea Leach, 85 de France métropolitaine (Hemiptera: Heteroptera). – Nouvelle Revue heidesspurrie Spergulo-Corynephoretum. Met res- d’Entomologie (N.S.) 23: -44. pectievelijk 50 en 00 atlasblokken, waarin ze Göllner-Scheiding, U. 2006. Family Scutelleridae vanaf 95 in ons land voorkomen, worden deze Leach, 85 - shield bugs. – In: Aukema, B. & associaties als ‘vrij zeldzaam’ en ‘niet zeldzaam’ Chr. Rieger (red.), Catalogue of the Heteroptera gekarakteriseerd (Weeda et al. 2002). Vastlegging of the Palaearctic Region 5. Pentatomomorpha ii. door begroeiing vormt echter een voortdurende Netherlands Entomological Society, Amsterdam: bedreiging en het handhaven van verstuiving 90-22. is essentieel voor het voortbestaan van deze bio- Günther, H., H.-J. Hoffmann, A. Melber, R. Remane, topen (Riksen et al. 2006). Op de Limitische H. Simon & H. Winkelmann 998. Rote Liste Heide wordt recent veel aandacht besteed aan der Wanzen (Heteroptera). – Schriftreihe für stuifzandherstel en lijken daarmee ook de voor- Landschaftspflege und Naturschutz 55: waarden voor het voorkomen van P. humeralis 235-24. verzekerd. Hoffmann, H.J. & A. Melber 2003. Verzeichnis der Wanzen (Heteroptera) Deutschlands. – Entomo- Mogelijk is de soort niet zo zeldzaam als de wei- logische Nachrichten und Berichten, Beiheft 8: nige vondsten suggereren, maar is de verborgen 209-22. [Entomofauna Gemanica 6] levenswijze er de oorzaak van dat ze weinig is aan- Melber, A. 995. Die Wanzenfauna (Insecta, Heterop- getroffen. Het lijkt aannemelijk dat ze niet ‘terug tera) des Hannoverschen Wendlandes (Nieder- is van weggeweest’, maar onopgemerkt aanwezig sachsen, Deutschland). – Braunschweiger Natur- is geweest. Het is zeker de moeite waard om van- kundliche Schriften 4: 803-829. af eind juni, en zekere bij hoge temperaturen, Melber, A. 998. Bemerkenswerte Vorkommen von 20 34 ‒ 200 Figuur 4. Limitische Heide, stuif- zand. Foto Berend Aukema. Figure 4. Limitische Heide, drift sand. Foto Berend Aukema. Wanzen (Insecta, Heteroptera) in Niedersachsen. drift sands of Western Europe?