Wetenschappelijke Meningsverschillen of Geschiedvervalsing?
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Faculteit Letteren & Wijsbegeerte Leila Steeland Wetenschappelijke meningsverschillen of geschiedvervalsing? Analyse van het debat over de grenzen van de academische vrijheid en het historisch revisionisme omtrent de Holocaust. Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de geschiedenis 2015. Promotor: Dr. Berber Bevernage Tweede Lezer: Dra.Tessa Boeykens Derde Lezer: Dra. Ramses Delafontaine “The historian should resemble a clear, well-polished and reliable mirror, rendering the images of the past exactly how it has perceived them and without changing anything as to their forms and colour. What the historian must tell us is independent of his arbitrary preferences; the events of the past have always been there, they have happened already and have to be recounted.” -Lucianus- Voorwoord Deze scriptie is het eindproduct van een avontuur waarbij ik werd bijgestaan door een aantal mensen die het mogelijk gemaakt hebben om dit proces te voltooien. Eerst en vooral wil ik Professor Berber Bevernage hartelijk bedanken. De voorbije twee jaar, tijdens mijn Bachelorpaper én Masterproef, bleef u mij steunen, motiveren en inspireren. Gedurende deze twee laatste jaren heb ik enorm veel bijgeleerd, hartelijk dank hiervoor! Ook wil ik het TAPAS team bedanken, de meetings waren altijd uitermate interessant en leverden een bijdrage gedurende het denkproces van deze scriptie. Hartelijk bedankt! In het bijzonder een woord van dank aan dhr. Claude Eerdekens en Mevr. Ingrid Aendenboom die tijd hebben willen vrijmaken om mijn vragen te beantwoorden en zo hebben bijgedragen tot het volbrengen van deze scriptie. Hartelijke dank! Mama en papa, zonder jullie was deze Masterproef niet gelukt! Eerst en vooral wil ik papa bedanken voor zijn geduld en hulp gedurende dit proces. Daarnaast wil ik mama bedanken om mij net zoals papa te steunen gedurende dit proces en mij waar mogelijk te helpen. Bedankt dat jullie gedurende mijn studies altijd in mij zijn blijven geloven en mij altijd onvoorwaardelijk hebben gesteund! Daarnaast wil ik ook nog Lars en Tante Mars bedanken voor de leuke intermezzo’s gedurende dit proces! Bedankt! Renaat en Jowyn, hartelijk dank voor het geduld en de steun gedurende dit avontuur! Zonder jullie zou het heel wat moeilijker geweest zijn! Renaat, hartelijk dank om mij te stimuleren en te motiveren! Jowyn, bedankt voor de motiverende telefoongesprekken! Hartelijk dank! i ii AFKORTINGEN ADL Anti-Defamation League AEL Arabische Europese Liga CCOJB Comité de Coordination des Organisations juives de Belgique CGKR Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding CICB Centraal Israëlitisch Consistorie van België EVRM Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens KCM Koninklijk Commissariaat voor het Migrantenbeleid NSDAP Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij UVRM Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens VHO Vrij Historisch Onderzoek iii iv INHOUDSTAFEL Voorwoord I Afkortingen III Inhoudstafel V INLEIDING 1 Algemeen 1 Methode en opbouw van deze studie 5 Hoofdstuk I Objectiviteit 7 Inleiding 7 Een objectieve historiografie? 7 Grenzen? 9 Conclusie 10 Hoofdstuk II Historisch revisionisme 13 Inleiding 13 Historisch revisionisme 13 Revisionisme vs. Negationisme 15 Gevolgen van het verkeerd terminologisch gebruik 17 Grenzen? 19 Conclusie 20 Hoofdstuk III Academische vrijheid 23 Inleiding 23 Wetgeving 23 Grenzen? 25 Conclusie 26 Hoofdstuk IV Memory Law 27 Inleiding 27 Buitenlandse anti-negationisme wetgeving 27 Frankrijk 27 Duitsland 27 Oostenrijk 28 Oost-Europa 28 Bemerkingen 28 Belgische anti-negationisme wetgeving 29 Voorgeschiedenis 29 Inhoud 30 Debat 33 Alternatieven 39 Conclusie 42 v vi Hoofdstuk V Interfederaal Gelijkekansencentrum 45 Inleiding 45 Voorgeschiedenis 45 Negationisme 48 Strategieën 50 Rechtszaken 51 Conclusie 53 Hoofdstuk VI Belgische Joodse gemeenschap 55 Inleiding 55 Het Centraal Israëlitisch Consistorie van België 55 De Joodse gemeenschap in België 56 Antwerpen 56 Brussel 56 Overige Joodse gemeenten 57 Joodse organisaties in België 58 Het Comité de Coordination des Organisations Juives de Belgique 58 Forum der Joodse organisaties 59 Joods Actueel 59 Uniciteitsprincipe 59 Uniciteitsproces 61 Gevolgen van het uniciteitsprincipe 63 Negationisme in kaart gebracht 64 Anti-Defamation League 64 ADL global 100 64 Resultaten inzake Holocaustontkenning 65 Negationisme vs. Antisemitisme 70 Historisch revisionisme? 71 Conclusie 72 Hoofdstuk VII Negationisme 75 Inleiding 75 Negationisme in België 76 Robert Ketels 76 Siegfried Verbeke 76 Roeland Raes 77 Strategieën van negationisten 78 Visie van negationisten op de anti-negationisme wetgeving 83 Visie van negationisten op historisch revisionisme 86 Negationisme bestrijden 86 Conclusie 87 CONCLUSIE 89 Nawoord 97 Bibliografie 99 Bijlagen 107 vii viii ix x Inleiding Algemeen “Ze zouden een aanwinst zijn voor het parlement, maar zitten veilig verscholen achter de schermen: Matthias Somers als medewerker van Freya Van den Bossche (SP.A), Michaël Devoldere als medewerker van Ben Weyts (N-VA). Knack bracht hen samen voor een discussie over ideologie, media en vrije meningsuiting. Somers: 'Het debat op Twitter is om te huilen. Devoldere: 'Het hart van Vlaanderen klopt niet op Twitter.'” “…Iets anders: bent u Charlie? SOMERS: Nee. Ik vind het nogal raar dat iedereen na de aanslagen in Parijs meteen Charlie was, zonder dat we hebben gediscussieerd over de vrijheid van meningsuiting. Dat debat is hier absoluut niet gevoerd. De meesten onder ons zijn het erover eens dat de vrijheid van meningsuiting ophoudt waar haatzaaierij en oproepen tot geweld beginnen. SOMERS: Maar wat in de ene context satire is, kan in de andere context een oproep tot haat en geweld zijn. Het is erg moeilijk om die grens te trekken. Het is gemakkelijk om te zeggen dat alles moet kunnen, maar dat is niet zo. Je mag bijvoorbeeld niet ontkennen dat de Holocaust heeft plaatsgevonden. Ik vind dit een erg moeilijke discussie, hoor. De implicaties van wat je zegt, kunnen groot zijn. Verwerpt u als historicus ook het wettelijke verbod op negationisme, mijnheer Devoldere? DEVOLDERE: Ja. Ook domme, achterlijke en zelfs verwerpelijke meningen over de geschiedenis moet je toelaten. We kunnen die meningen toch wegslaan met krachtige argumenten. SOMERS: Waarom bestaat die wet dan? DEVOLDERE: Een goede vraag. Hoe dan ook is het nogal moeilijk om die wet nu ineens af te schaffen, want dan wordt het een symbool. Dan heb je negationisme officieel weer toegelaten. Maar het is niet mijn wet. Ik begrijp dat het ontkennen van de shoah enorm kwetsend is voor de Joodse gemeenschap, zeker omdat het amper zeventig jaar geleden is. Maar ook beledigende en kwetsende meningen moeten kunnen. Het probleem is dat we in dit land de Tweede [1] Wereldoorlog nog altijd niet echt hebben verwerkt. Door het negationisme strafbaar te maken, denken we dan dat de kous af is. SOMERS: Ik weet niet of het een goed idee is om die wet af te schaffen. Maar we kunnen niet ontkennen dat we een dubbele standaard hanteren als het over vrije meningsuiting gaat…”1 In België is sinds 1995 ‘het ontkennen, schromelijk onderschatten, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal- socialistische regime is gepleegd’ strafbaar.2 Voorvechters en tegenstrevers staven hun visies met verscheidene argumenten waarom dergelijke wetgeving al dan niet opportuun is. De focus binnen het debat ligt vooral op het recht tot vrijheid van meningsuiting die door de tegenstanders hoog in het vaandel gedragen wordt. Bij gebeurtenissen als de aanslag in Parijs op Charlie Hebdo waarbij men consequent verwijst naar het basisrecht op vrijheid van meningsuiting kan dan inderdaad de vraag gesteld worden of er al dan niet met een dubbele standaard gemeten wordt. De vrijheid van meningsuiting is een belangrijke waarde binnen onze democratische rechtsstaat. Naast het feit dat dit grondrecht expliciet wordt gewaarborgd binnen onze grondwet, vindt het tevens zijn oorsprong in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM)3 en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)4. Met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting, kan artikel 10 van het EVRM betreffende de vrijheid van meningsuiting in twee luiken onderverdeeld worden. Luik één luidt als volgt: “één ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen. ...”5 Het tweede luik focust zich eerder op de regelgeving omtrent de vrijheid van meningsuiting, namelijk: “daar de uitoefening van deze vrijheden plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, kan zij worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale veiligheid, territoriale integriteit of openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en 1 J.D. Ceucelaer. Het debat in Vlaanderen stelt niet veel voor, In: Knack, 28.01.2015, p. 8. 2 Belgische Senaat, Verslag namens de commissie, (nummer 1299-2), zitting 1994-1995, zitting van 28 februari 1995, p. 15. 3 Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, artikel 19. 4 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, artikel 10, p. 12. 5 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, artikel 10, p. 13. [2] strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming