Heerenveen Uitgave 1976
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Blad n West Heerenveen Uitgave 1976 Bodemkaart van Schaal i:jo ooo Nederland Stichting voor Bodemkartering r De minister van Landbouw en Visserij heeft de Stichting voor Bodem- kartering opgedragen een bodemkaart van Nederland te vervaardigen op de schaal l : 50 000. Deze kaart wordt uitgegeven in bladen, genum- merd volgens onderstaande indeling van de Topografische Kaart. De meeste bladnummers bestaan uit een afzonderlijk westblad en oostblad. Bij de kaartbladen behoort een toelichting, die vaak voor enkele bladen is gecombineerd. Kaart en toelichting vormen één geheel en vullen elkaar aan. Men moet dus beide bronnen raadplegen, als men geïn- formeerd wil zijn over de bodemgesteldheid van een bepaald gebied, ledere bodemkaart is ook los verkrijgbaar (gevouwen en ongevouwen) bij de Stichting voor Bodemkartering, Staringgebouw, Marijkeweg 11, Postbus 98, Wageningen (tel. 08370-1 91 00). Bovendien worden werkbladen uitgegeven. Daarop zijn alle onderscheidingen van de bodemkaart aangegeven, maar de kaartvlakken zijn niet gekleurd. Deze werkbladen zijn o.a. bestemd voor gebruikers die de kaarteenheden voor een speciaal doel zouden willen samenvatten, of die bepaalde facetten van de bodemgesteldheid willen bestuderen. De Stichting voor Bodemkartering is steeds bereid nadere inlichtingen en adviezen hierover te geven. Bladindeling van de BODEMKAART van NEDERLAND schaal 1:50000 1 Bodemkaart van Nederland Schaal i: jo ooo Toelichting bij kaartblad ii West Heerenveen Wageningen 1976 Stichting voor Bodemkartering r Druk: Van der Wiel-Luyben BV., Arnhem Presentatie: Pudoc, Wageningen Copyright: Stichting voor Bodemkartering, Wageningen, 1976 Inhoud 1 Inleiding 9 1.1 Het gekarteerde gebied 9 1.2 Opname en gebruikte gegevens 9 1.3 Bodem, bodemvorming en bodemkartering 10 1.4 De bodemkaart en haar onderscheidingen 11 1.4.1 Enkelvoudige kaarteenheden 12 1.4.2 Samengestelde kaarteenheden 12 1.4.3 Toevoegingen en overige onderscheidingen 13 1.4.4 Grondwatertrappen 13 2 Algemeen gebruikte indelingen en hun benamingen 15 2.1 Textuurindeling 15 2.1.1 Indeling naar het lutumgehalte 15 2.1.2 Indeling naar het leemgehalte 16 2.1.3 Indeling naar de mediaan van de %andfractie 17 2.1.4 Benaming van de kaarteenheden naar de textuur 18 2.2 Indeling naar het gehalte aan organische stof 18 2.3 Indeling naar het profielverloop 18 2.3.1 Omschrijving van de profielverlopen 18 2.4 Indeling naar het koolzure-kalkgehalte 20 2.4.1 Kalkverloop en kalkverloopklassen 20 2.5 Indeling, kartering en beschrijving van de grondwater- trappen 21 2.5.1 Indeling van de grondivatertrappen 21 2.5.2 Kartering van de grondivatertrappen 23 2.5.3 Beschrijving van de grondivatertrappen 24 2.6 Het bodemprofiel en zijn horizonten 25 2.6.1 Hori%pntbenamingen 25 2.6.2 Kleurbeschri/ving van horizonten 27 3 Codering en benaming van de kaarteenheden 28 3.1 Codering van enkelvoudige kaarteenheden 28 3.1.1 Codering bij de veengronden, V 28 3.1.2 Codering bif de moerige gronden, W 28 3.1.3 Codering bij de humuspod^plgronden, H 29 3.1.4 Codering bij de kalklo^e zandgronden, Z 29 3.1.5 Codering bij de zfekleigronden, M 29 3.2 Codering van de samengestelde kaarteenheden 30 3.3 Codering van de toevoegingen 30 3.4 Codering van de grondwatertrappen 30 3.5 Benaming van de kaarteenheden 31 4 Fysiografie 33 4.1 Topografie 33 4.2 Geologische opbouw 33 4.2.1 Het Pleistoceen 34 4.2.2 Het Holoceen 39 4.3 Bewoning en ontginningsgeschiedenis 41 4.3.1 Ontginning en verkaveling 41 4.3.2 De bedijkingen 45 4.3.3 De verveningen 48 4.3.4 Het in cultuur brengen der verveende gebieden 50 4.4 Bodem en landschap 51 4.4.1 Het gebied van de voormalige Middelde 51 4.4.2 Het knipkleigebied 53 4.4.3 Het klei-op-veengebied en het veengebied 55 4.4.4 Het uitgeveende gebied 56 4.4.5 Het dek^andgebied 57 4.4.6 De droogmakerijen 59 4.4.7 De petgaten 59 5 Veengronden 60 5.1 Indelingscriteria 60 5.1.1 Rif ping 60 5.1.2 Verweringen veraarding 60 5.1.3 Veensoort 61 5.1.4 Minerale ondergrond 62 5.2 De kaarteenheden van de veengronden 63 5.2.1 Eerdveengronden 63 5.2.2 Rauwveengronden 70 6 Hoerige gronden 76 6.1 Hoerige podzolgronden 76 6.2 Moerige eerdgronden 80 7 Podzolgronden 82 7.1 Bodemvormende processen 82 7.2 De indeling van de humuspodzolgronden 83 7.3 De kaarteenheden van de humuspodzolgronden 83 8 Kalkloze zandgronden 89 8.1 Vorming en indeling van de A l-horizont 89 8.2 Indeling van de eerdgronden en de vaaggronden 89 8.3 De kaarteenheden van de kalkloze zandgronden 89 9 Zeekleigronden 91 9.1 Bodemvorming en indelingscriteria 91 9.1.1 De A1-horizont 91 9.1.2 Rijping 91 9.1.3 Homogenisatie en hydromorfe kenmerken 92 9.1.4 Kool^ure-kalkgehalte, ontkalking en indeling naar kalkverloop 92 9.1.5 Indeling naar de bouwvoor'^waarte en het profielverloop 93 9.1.6 Indeling naar knippige en knipkenmerken 93 9.1.7 De structuur van de ^eekleigronden 95 9.2 De kaarteenheden van de zeekleigronden 96 10 De samengestelde kaarteenheden 105 10.1 Associaties van twee enkelvoudige kaarteenheden 105 10.2 Associatie van vele enkelvoudige kaarteenheden 106 11 Toevoegingen en overige onderscheidingen 108 11.1 Toevoegingen 108 11.2 Overige onderscheidingen 109 12 De geschiktheid van de gronden voor akker- en weidebouw 110 12.1 Inleiding 110 12.2 De geschiktheid van de gronden voor akkerbouw 111 12.2.1 De beperkingen 111 12.2.2 Toelichting bij de geschiktheidsklassen 114 12.3 De geschiktheid van de grond voor weidebouw 115 12.3.1 De beperkingen 116 12.3.2 Toelichting bij de geschiktheidsklassen 118 13 De geschiktheid van de gronden voor bos 120 13.1 Inleiding 120 13.2 Bodemeigenschappen en -hoedanigheden 120 13.3 De geschiktheidsclassificatie (aanhangsel 5) 120 Literatuur 122 Aanhangsel 1 Alfabetische lijst van kaarteenheden en hun oppervlakte 126 Aanhangsel 2 Analyse-uitslagen van grondmonsters 130 Aanhangsel 3 Globale geschiktheidsbeoordeling voor akkerbouw 134 Aanhangsel 4 Globale geschiktheidsbeoordeling voor weidebouw 136 Aanhangsel 5 Globale geschiktheidsbeoordeling voor boomsoorten 138 r i Inleiding 1.1 Het gekarteerde gebied Dit rapport geeft een toelichting bij blad 11 West. Het gekarteerde gebied ligt in het midden van de provincie Friesland, globaal tussen Leeuwarden, Drachten en Heerenveen. Op dit kaartblad komen de volgende gemeenten of delen daarvan voor: Doniawerstal, Haskerland, Heerenveen, Idaarderadeel, Leeuwarden, Opsterland, Rauwerderhem, Smallingerland, Tietjerksteradeel en Utin- geradeel. Uitgestrekte bebouwde kommen, industrieterreinen en andere terreinen voor burgerlijk gebruik zijn niet gekarteerd. 1.2 Opname en gebruikte gegevens Het gebied is in de jaren 1967 t/m 1969 systematisch gekarteerd. Het veldwerk werd uitgevoerd door P. C. Kuijer en een klein gedeelte door A. M. van den Akker. De tekst werd in hoofdzaak samengesteld door P. C. Kuijer. De leiding berustte bij Ir. B. van Heuveln. Met de algemene coördinatie was Dr. Ir. M. F. van Oosten belast. Bij het vervaardigen van deze bodemkaart is gebruik gemaakt van een aantal reeds aanwezige, meer gedetailleerde bodemkaarten (afb. 1). Deze werden ten dele omgezet in de 50 000-legenda en vereenvoudigd. Daarbij was enig aanvullend veldwerk noodzakelijk. Een aantal gegevens over grondwaterstanden, gedurende een reeks van jaren gemeten in stam- en peilbuizen, zijn welwillend ter beschikking ge- steld door de Dienst Grondwaterverkenning TNO te Delft. Deze gegevens zijn zeer belangrijk als referentiepunten bij het schatten van het verband tussen profielkenmerken en de actuele waterhuishouding. De bodemkartering zou niet kunnen worden uitgevoerd zonder de toestemming van landeigenaren en -gebruikers hun percelen te betreden en de boringen uit te voeren. Deze toestemming is steeds door alle be- trokkenen welwillend gegeven. Velen hebben bovendien waardevolle inlichtingen verschaft over hun ervaringen met het gebruik en de be- handeling van de grond. Deze zijn van grote betekenis geweest, met name voor de landbouwkundige waardering van de verschillende gronden. De Stichting voor Bodemkartering en haar medewerkers zijn erkentelijk voor deze bereidwilligheid en hulp. De basis van de bodemkaart wordt gevormd door de topografische kaart, schaal l : 50 000, verstrekt door de Topografische Dienst. Ter wille van de leesbaarheid van de bodemkundige gegevens is deze basis- kaart sterk vereenvoudigd. Vele wegen, waterlopen en andere topo- grafische details zijn weggelaten. Voor een nauwkeurige plaatsbepaling zal het soms gewenst zijn een normale topografische kaart te raadplegen. 1.3 Bodem, bodemvorming en bodemkartering De bodem is het buitenste deel van de aardkorst. Het materiaal waaruit 822 Garijp - Wartena (van der Schans, Vleeshouwer, 1957) 827 Goutum - Wirdum (Kuijer, van der Knaap, 1960) 831 Jubbega - Schurega (van den Hurk, Makken, 1969) 81.36 Boornbergum (Dodewaard, Makken, 1966) 61.1607 Midden Tjonger (Makken, Rutten, 1971) 15000 61.1604 De Veenpolders (Makken, van den Hurk, 1969) 25000 61.1604 De Veenpolders (Makken, vanden Hurk, 1969) 61.1617 Midden Opsterland (Dodewaard, Rutten, 1974) 61.1618 Oude Jokse (Dodewaard, Rutten, 1974). -Afb. 1 Geraadpleegde en deels verwerkte bodem/kaarten. de bodem bestaat (het zgn. moedermateriaal) is in ons land grotendeels van elders aangevoerd (gesedimenteerd). Dit is o.a. gebeurd door de wind (dekzand, stuifzand), de zee (zeeklei en -zand) en door het landijs (smeltwaterafzettingen, keileem). Ook kan het moedermateriaal ter plaatse zijn ontstaan, zoals dat het geval is bij ophoping van organische stof (veen). De afzettingswij ze van het moedermateriaal kan tijdens de sedimentatie variëren, waardoor dit materiaal een zekere gelaagdheid kan vertonen. Ook kunnen verschillende afzettingen op elkaar liggen, hetgeen eveneens gelaagdheid tot gevolg heeft (bijv. klei op veen of dekzand op keileem). Onder invloed van het klimaat, de waterhuishouding, de planten- en dierenwereld en ook van de mens, treden in het moedermateriaal ver- anderingen op, die met de naam bodemvorming worden aangeduid.