Casus: Omgaan Met 'Nieuwe Politiek'
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Casus: Omgaan met ‘nieuwe politiek’ In het voorjaar van 2002 was sprake van een voor Nederlandse begrippen onge- kend hoge mate van politieke turbulentie. De verkiezingscampagne in opmaat 4naar de Kamerverkiezingen van mei 2002 draaide uit op een frontale botsing tussen vertegenwoordigers van de ‘oude’ (Paarse ‘regenten’, depolitisering, techno- cratie) en ‘nieuwe’ politiek (Pim Fortuyn, confrontatie, populisme). Na de moord en de dramatische verkiezingsuitslag ontstonden nieuwe politieke verhoudingen. De nieuwe premier die vanuit az moest worden bediend, was in menig opzicht een tegenpool van zijn voorganger. Vertegenwoordigers van de ‘nieuwe politiek’ maak- ten deel uit van de nieuwe coalitie, die van het ongewisse begin tot het snelle einde een turbulent karakter kende. Hoe accommodeer je als topambtenaar zo’n grote en ongewisse politieke verandering? Leeswijzer: vakmanschapskwesties in deze casus • Afstemmen van advisering op de Minister: doorschakelen, verkennen, aanpassen bij politieke wisselingen • De onervaren bewindspersoon: aard en grenzen van ambtelijke ‘coaching’ • Politieke assistenten en ‘politieke’ advisering: omgaan met een Fremdkörper in de advisering aan bewindspersonen • Politisering van ambtelijke topbenoemingen: ‘precieze’ versus ‘rekkelijke’ ambtelijke opstellingen • Filosofische verschillen: omgaan met uiteenlopende opvattingen over de verhouding staat, markt en middenveld • Het ‘leiderschapskapitaal’ van de topambtenaar: dynamiek en eindigheid van ambtelijk gezag en politiek vertrouwen Dienen en beïnvloeden Verhalen over ambtelijk vakmanschap 85 Wisseling van de wacht De verkiezingsuitslag van 2002 was een aardschok. Paars was weggevaagd; de pvda zelfs gehalveerd. De lpf was een partij zonder leider en had geen solide organisatie. Het cda was als enige van de gevestigde partijen er goed uitgekomen met 14 zetels winst. In die hectiek gaat dan de formatie van start. Donner werd formateur. Ambtelijk ontstaat dan de periode van de op az welbekende ‘Chinese muren’ tussen het dienen van het demis- sionaire kabinet en het ondersteunen van de formatie door bij de forma- teur gedetacheerde raadadviseurs. Alle vragen en verzoeken aan ministe- ries gaan via de ministeriële verantwoordelijkheid naar de formatietafel terug. Als je die lijn loslaat, de regels, de mores laat varen, wordt het al snel te partijpolitiek. Maar het is een dunne lijn, zeker als een zittend (demissionair) minister meedoet in de formatieonderhandelingen. Uit die formatie komt dan het eerste kabinet Balkenende tot stand. Dat was voor mij een grote omschakeling. Ik had anderhalf jaar gewerkt met een veteraan en je krijgt een bestuurlijke nieuwkomer terug. Een nieuwe premier is sowieso niet niks, en een nieuwe premier onder deze omstan- digheden was wel heel moeilijk. Ik had het voordeel dat ik Jan Peter al uit mijn studententijd op de vu en uit de sociëteit kende. Wij zaten soms samen in de trein naar Den Haag. Hij zat in dezelfde studentenvereniging, het oude vu-corps, althans bij een dispuut wat later bij het vu-corps is gekomen. Dat heeft ons geholpen. Er was van het begin af aan een per- soonlijke band, die daarna overigens wel op de proef gesteld werd. Maar hij heeft me altijd gesteund, ook toen ik door sommigen gezien werd als leider van de linkse horde in het ambtelijk apparaat. Het werd voor mij een beetje een geuzennaam. De grote puzzel was hoe je iemand die geen ruime bestuurlijke erva- ring heeft en van wie tegelijkertijd leiderschap wordt verwacht nu boven het mijnenveld houdt. Hoe houd je hem goed in office? Hoe krijg je hem in positie? Hoe krijgt hij het vak in zijn vingers? Het was in die periode dag in, dag uit, 24/7 er zijn: analyseren, lijstjes maken, hoofdboodschappen afleiden, beschikbaar zijn, helpen sturen. De politieke versplintering van het kabinet Balkenende i was eigenlijk van meet af aan al zichtbaar. Het was 87 dagen lang bal. Ik stond ook constant in contact met de andere sg’s waarvan sommigen ook hun handen er vol aan hadden. Ik heb in die 87 dagen gezien dat ons hybride stelsel van ministeriële verantwoordelijk- heid en eenheid van kabinetsbeleid alleen maar goed kan functioneren als iedereen zich een beetje aan de regels en afspraken houdt. 86 Vorm geven aan inhoud Perspectief van Paul van de Beek (Raadadviseur Ministerie van Algemene Zaken, 2002-2006) az was destijds heel overzichtelijk: driehonderd man, relatief weinig taken en weinig budget. Het heeft de ministerraad, de voorportalen daarvan en de communicatie. De communicatielijn was natuurlijk de rvd. Daar kon Wim niet sterk op sturen, want de rvd had en heeft een min of meer zelf- standige positie. We kregen toen ook te maken met een nieuwe ontwikke- ling: de politieke adviseur die voor het eerst in huis kwam. Daar was Wim faliekant tegen. Wim is een traditionalist, die heel sterk de neutrale amb- telijke lijn voorstaat. Hij wil niet dat het politieke en het ambtelijke door elkaar gaan lopen. Daar stuurde hij ook op. Ik was bijvoorbeeld een beetje actief in adviserende rolletjes binnen het cda en kreeg bij mijn binnen- komst op az nadrukkelijk te horen dat ik daarmee moest stoppen. Mijn adviseursrol binnen het wetenschappelijk bureau, die moest ik beëindi- gen, evenals mijn ondersteunende rol in de afdeling Rotterdam. Dat snapte ik ook. Hij was daar wel heel zuiver in: de adviezen die wij geven zijn deskundigheidsadviezen en niet politiek. Ik heb in die periode bestuurders van de lpf wel aan tafel gehad. Dan kwa- men ze vragen hoe het moest of ging. Dan hoorde ik, ‘We hebben zus en zo gezegd omdat we dat op pagina 1 van de Telegraaf zien staan.’ Ik vroeg dan: ‘Maar doe je dat ook als je weet dat het niet waar is?’ Dan zeiden ze, ‘We rectificeren dat later dan wel, dat komt dan waarschijnlijk op pagina 9.’ Dan zei ik: ‘Je zit wel in het bestuur van het Koninkrijk der Nederlanden!’ Er leken ook persoonlijke vendetta’s te worden uitgevochten. Het was in dat kabinet gewoon chaotisch. Alles werd gelekt. Niemand hield zich aan de standpunten. Ik dacht toen ook na een tijdje: dit zal niet lang meer duren. Balkenende adviseerden we: ‘herhaal wat de regels zijn, handhaaf ze zo goed mogelijk. Speel op het teamgevoel’. Op dat moment was hij goed adviseerbaar. Hij hield altijd wel lijnen open naar anderen. Wijlen cda-veteraan en hoogleraar Alis Koekoek was een van zijn raadge- vers toen. En hij had ook een politiek assistent naar wie hij luisterde. Hij had meerdere advieslijnen, wat ik niet verstandig vond. Ik zei dat ook vaak: ‘Jan Peter, vertrouw op je eigen ondersteuning.’ Zijn onervarenheid en wellicht ook onzekerheid lieten zich zien: dan kreeg hij van ons een advies en dat toetste hij dan bij een ander. Dat kan natuurlijk allemaal, maar het maakte het er niet eenvoudiger op. Wij moesten duidelijk ver- trouwen winnen. Dienen en beïnvloeden Verhalen over ambtelijk vakmanschap 87 Perspectief van Jack de Vries (Politiek assistent van minister-president Balkenende, 2002-2006) Balkenende zei van: ‘Jack, we hebben samen als het ware een jongensboek beleefd, met Fortuyn, de campagne en onze overwinning, ik wil graag dat je meegaat naar Algemene Zaken.’ Daar kwamen wij natuurlijk als een soort Sjors en Sjimmie binnen. Hij was nog nooit bewindspersoon geweest, en ik had nog nooit op een departement gewerkt. De bewindsliedenploeg kende veel mensen voor wie hetzelfde gold. En dan had je natuurlijk de lpf als helemaal onervaren partner erbij. We hadden in juli de kabinetsfor- matie en dat betekende dat Balkenende zijn eerste grote debat meteen de Algemene Beschouwingen was. Dat is natuurlijk echt een monsterklus en bovendien moet je als nieuwe bewindspersonen leren werken met wat er ambtelijk wordt voorbereid aan antwoorden en hoe je daarmee omgaat. Balkenende was als Kamerlid gewend om dat allemaal zelf te doen: aante- keningen maken en een termijn voorbereiden. Dat probeerde hij nu ook teveel zelf te doen. Nou dat ging dus ook niet goed, die eerste Algemene Beschouwingen. sp-leider Marijnissen maakte daar toen nogal een punt van. De dag van het aantreden van het kabinet was trouwens meteen al chaos omdat we werden geconfronteerd met een scoop van rtl over één van de bewindspersonen van de lpf die gezamenlijk op de foto stond met Bouterse, staatssecretaris Philomena Bijlhout. Hoe ging je daar dan weer mee om? Een van de steunpilaren van Balkenende was minister van Justi- tie Piet Hein Donner, die was het staatsrechtelijk geweten. Donner werd er door ons natuurlijk meteen bij betrokken om te bepalen van: wat gaan we nu doen en hoe gaan we nu handelen? Ik heb me later nog wel afgevraagd of Wim Kuijken dat toen wel leuk vond, want de premier moest een knoop doorhakken, maar de sg was daarbij niet de eerste adviseur. Ik had het gevoel dat Wim Kuijken best wat sceptisch keek naar die eerste avond, dat het misschien voor een deel zijn vooroordeel van de weinig ervaren premier bevestigde. Ik kon me het ook allemaal wel een beetje voorstellen. Wij waren dan wel niet Pim Fortuyn die bij Algemene Zaken binnenkwam, maar die Balkenende en die De Vries die hadden toch ook wel geprofiteerd van dat hele Fortuyn verhaal en het wegzetten van het Paarse kabinet. Mijn gesprek voordat ik binnenkwam werd niet gedaan door de sg maar door de plaatsvervangend sg, die mij de bijzonderheid van het wer- ken bij Algemene Zaken uitlegde en dat ik dat niet moest onderschatten. Ook heb ik een uitwisseling gehad met Kees Boef, politiek assistent van Kok. Dat was ontzettend leuk en allerhartelijkst. De binnenkomst bij het Kabinet van de Minister-president was, nu ja, iets moeizamer. Dat vond ik 88 Vorm geven aan inhoud wel weer vreemd, want ze hadden met Kees Boef al wel de ervaring van een politiek assistent in hun midden gehad. Toch werd ik buiten het over- leg van raadadviseurs in het Kabinet Minister-president gehouden en ik kreeg ook de stukken niet.