-***r.3V*> Nutriënten in Drentse oppervlaktewateren

Een analyse van knelpunten en oorzaken

Zuiveringsschap Drenthe R. Torenbeek

Zuiveringsschap Drenthe 1999 Zuiveringsschap Drenthe 1999 [ Inhoudsopgave

Samenvatting Mogelijke oplossingsrichtingen 31 7.1 Inleiding 7.2 Primaire systeem 7.3 Voormalige hoogvcengebieden 1. Inleiding 7.4 Uitspoeling uit landbouwgronden 1.1 Aanleiding 7.5 Riooloverstorten en niet aangesloten 1.2 Doelstelling panden 1.3 Aanpak 7.6 Lokale lo/.ingssituaties: Bargerkanaal 1.4 Afbakening en Rodervaart 1.5 Leeswijzer

Conclusies 35 Deel I Onderzoek naar vermesting

Literatuur 37 2. Methode van onderzoek 2.1 Concentraties van nutriënten 2.2 Bronnen van nutriënten Bijlagen 39

Bijlage 1 Frequentieverdeling jaargemiddelden 3. Resultaten 15 nutriëntenconcentraties 1993-1996 3.1 Concentraties van nutriënten 3.2 Belasting van nutriënten Bijlage 2 Resultaten nutriëntenbelasting in het zomerhalfjaar opgesplitst naar bronnen per watersysteem voor de actuele situatie 4. Betrouwbaarheid resultaten 21 4.1 Concentraties Bijlage3 Toetsing zomer-, winter- en 4.2 Nutriëntenbelastincen jaargemiddelden nutriëntenconcentraties 1993, 1994, 1995 en 1996

Deel 11 Waterkwaliteitsbeheer 23 Kaarten 68

Kaart 1 Jaargemiddelde totaal-fosfaat 5. Bespreking resultaten 25 Kaart 2 Zomergemiddelde totaal-fosfaat

Kaart 3 Zomergemiddelde totaal-stikstof 6. Knelpunten en oorzaken 27

Zuiveringsschap Drenthe 1999

hebben ook een lagere uitspoeling. De Samenvatting uitspoeling is te verlagen door de mestgift te [ verlagen (mestbeleid), landbouwgronden aan te kopen en om te zetten innatuurgebied .

Het Zuiveringsschap Drenthe onderzoekt vanaf beginjare n 70 de kwaliteit van Drentse oppervlaktewateren. De nutriëntcngehalten die daarbij gemeten worden, overschrijden vaak de wettelijke normen. In dit rapport wordt aangegeven bemestingsvrije zones in te stellen en opwelk e lokaties hoge nutriëntengehalten zuiveringsmoerassen aan te leggen. Deeerst e voorkomen en wat daarvan de oorzaken zijn. Ook twee maatregelen geven waarschijnlijk het wordt aangegeven in welke richtingen oplossingen grootste effect. gezocht moeten worden, indien die er zijn. 4. Riooloverstorten en niet aangesloten panden. De bijdrage van deze bronnen is gemiddeld over Uit de analyse van de gegevens zijn vijf knelpunten een heel watersysteem meestal gering. Lokaal gevonden. Deze knelpunten, met hun oorzaken en en temporeel kunnen deze bronnen echter wel mogelijke oplossingen zijn: tot een verhoging van nutriëntengehaltes leiden. Het vigerende beleid isero p gericht deze 1. Waterkwaliteit van het primair systeem. Inhe t situaties zoveel mogelijk te saneren. algemeen komen in het primaire 5. Lokale situaties bij slibrijke waterbodems. Deze (kanalen)systeem hoge nutriëntengehalten voor. situaties doen (deden) zich voor bij het De bronnen hiervan zijn i) de effluentlozingen Bargermeerkanaal en de Rodervaart . Sanering van de zuiveringsinstallaties, ii) afvoer van van de lozingen en van de verontreinigde water uit landbouwgebieden, en iii) waterbodem hebben hier al plaatsgevonden of wateraanvoer bij lang aanhoudende perioden van zijn op korte termijn gepland. waterinlaat. Het beleid ten aanzien van effluenten en waterinlaat zal op korte termijn Vrijwel alle aangegeven oorzaken van hoge niet veranderen. Wel is bij het effluent van nutriëntengehalten en vrijwel alle aangedragen Beilen op korte termijn een aanzienlijke oplossingsrichtingen liggen op het gebied waar verbetering te verwachten. Voor afvoer uit het meerdere instanties voor verantwoordelijk zijn. Het landelijk gebied: zie punt 4. terugdringen van nutriënten in oppervlaktewateren 2. Voormalige hoogveengebieden. Door is daarmee een taak geworden niet alleen vanhe t veenrestanten in de bodem die onder invloed Zuiveringsschap Drenthe, maar ook van van zuurstof mineraliseren komen nutriënten gemeenten, (kwantteits) waterschappen, vrij. De uitspoelin g kan verminderd worden terreinbeheerders, particulieren, provincie, door een hogere grondwaterstand in te stellen, rijksoverheid, etc. Het verder uitbouwen van waardoor de veenrestanten minder snel integraal waterbeheer en implementatie in mineraliseren. De uitspoeling van fosfaat kan ondermeer milieubeheer, ruimtelijke ordening is hierdoor echter wel toenemen noodzakelijk. 3. Uitspoeling van meststoffen uit landbouwgronden. Voor de meeste De grenswaarden voor nutriënten worden in watersystemen is dit debelangrijkst e bron van sommige watersystemen nu al gehaald, en kunnen nutriënten in het oppervlaktewater. De grootte in de toekomst door continuering van het huidige van de uitspoeling isva n veel factoren beleid ook in andere waterystemen wel gehaald afhankelijk, ondermeer de bodemsoort, de worden. In sommige andere watersystemen en met grondwaterstand, de mestgift, het soort gewas name inhe t primaire systeem zijn de grenswaarden en de klimatologische omstandigheden. voor nutriënten ook op langere termijn niet Watersystemen met veel natuurgebieden hebben realiseerbaar. Daarom moet een discussie gestart gemiddeld een lagere uitspoeling. worden over gedifferentieerde (gebiedsgerichte) Watersystemen waarvan het areaal normstelling. landbouwgrond grotendeels uit grasland bestaat,

Zuiveringsschap Drenthe 1999 Zuiveringsschap Drenthe 6 1999 [ Inleiding zogenaamde eutrofiëringsgevoelige wateren. Dit zijn grotere, stagnante wateren, zoals meren en plassen, waarin overmatige algengroei een Aanleiding probleem kan vormen. Afgezien van het Zuidlaardermeer en het Leekstermeer (waar het De afgelopen decennia is de verontreiniging van Zuiveringsschap al met eutrofiëringsbestrijding oppervlaktewateren door organische stoffen bezig is), bevinden dergelijke wateren zich niet in (saprobiëring) daadkrachtig ter hand genomen. De Drenthe. Het water dat vanuit Drenthe wordt aanleg van riolering en afgevoerd via beken en kanalen, komt echter rioolwatersuiveringsinstallaties en sanering van uiteindelijk wel in eutrofiëringsgevoelige wateren industriële lozingen hebben er toe geleid dat zich terecht. Om deze reden hebben we besloten toch de nog nauwelijks problemen voordoen op het gebied problematiek met betrekking tot stikstof en fosfaat van saprobiëring. Vermesting van in oppervlaktewateren nauwkeuriger te oppervlaktewater, ofwel het overmatig voorkomen onderzoeken. We kijken daarbij dus naar van meststoffen zoals fosfaat en concentraties in relatie tot de normen. Het lokale stikstofverbindingen, is daarme thans één van de (ecologische) effect blijft buiten beschouwing, grootste problemen voor de waterkwaliteit omdat de effecten meestal meer stroomafwaarts geworden. buiten de provinciegrens en dus buiten ons beheerseebied zichtbaar worden. Om een zekere minimumkwaliteit te waarborgen heeft de rijksoverheid in diverse nota's normen geformuleerd. Hoewel in de loop der tijd deze normen enigszins zijn gewijzigd (en telkens een Doelstelling andere naam kregen), is de bedoeling duidelijk: een De doelstelling van dit rapport is de ernst van de minimum-eis stellen aan de waterkwaliteit. vermesting van Drentse oppervlaktewateren in beeld te brengen tegen de achtergrond van de In Drenthe doet het Zuiveringsschap Drenthe al eutorfiëringsproblemen in benedenstroomse vanaf begin jaren 70 onderzoek naar de gebieden. Deze doelstelling hebben we uitgewerkt waterkwaliteit. De resultaten daarvan werden in twee vraagstellingen: telkens getoetst aan de geldende normen. De 1. In welke mate en op welke lokaties komen hoge aanpak daarbij was dat naast de aandacht voor nutriëntengehaltcn voor. micro-verontreinigingen (zware metalen en 2. Wat zijn daarvan de oorzaken (bronnen). bestrijdingsmiddelen), de nadruk lag op zuurstofhuishouding en algengroei. De reden Daarnaast zijn een aantal aanbevelingen hiervoor is dat naast de getalsmatige normen ook geformuleerd voor mogelijke oplossingen, indien een woordelijke omschrijving van de die er zijn. minimumkwaliteit geformuleerd is, waarin speciale aandacht voor het ecologisch functioneren is opgenomen. De interpretatie die wij daaraan gaven, 1.3 Aanpak was dat de kwaliteit (uiteraard) goed werd bevonden als aan alle getalsmatige normen werd Voor de eerste vraagstelling, het in kaart brengen voldaan, maar dat bij het voldoen aan alleen de van de ernst en omvang van de vermesting, zijn normen voor zuurstof en chlorofyl (een maat voor resultaten van routinematige metingen in Drentse de algengroei) de kwaliteit als voldoende werd oppervlaktewateren van de afgelopen paar jaar beoordeeld. In de praktijk blijkt deze situatie in gebruikt. Voor toetsing van de gevonden gehalten Drenthe vaak voor te komen: het water functioneert hebben we de wettelijke normen gebruikt, voor voldoende op een basis-ecologisch niveau, maar zover die aanwezig zijn. Voor stoffen waarvoor met name de getalsmatige normen voor stikstof en geen normen bestaan, hebben we een beoordeling fosfaat worden overschreden. gebruikt die zoveel mogelijk aansluit bij die van de wel bestaande normen. Nu moet bedacht worden dat de stikstof- en fosfaatnormen vooral bedoeld zijn voor Voor de tweede vraagstelling, het aangeven van bronnen van meststoffen, is een studie verricht die door het bureau SBW is uitgevoerd. Zij hebben van

Zuiveringsschap Drenthe 1999 alle watersystemen in Drenthe op basis van watersysteem wordt aangegeven welke stoften in beschikbare meetgegevens en van hoge ofjuis t in lage concentraties voorkomen. In literatuurgegevens de belasting (dus de vrachten) hoofdstuk 6worde n van deze knelpunten de uitgerekend, en daarvan een opsplitsing gemaakt belangrijkste oorzaken aangegeven. In het laatste naar de belangrijkste bronnen. Van deze studie hoofdstuk 7geve n we van de beschreven heeft SBW een aparte rapportage gemaakt (Smit, knelpunten mogelijke oplossingsrichtingen, indien 1998), maar de belangrijkste zaken daaruit zijn in die er zijn. het onderhavige rapport overgenomen.

Voor het aandragen van mogelijke oplossingsrichtingen is gebruik gemaakt vand e resultaten van het onderzoek van de twee vorige vraagstellingen. De oorzaken van overmatige toevoer van meststoffen geven direct al de richting waarin de oplossing gezocht moet worden. Bij deze oplossingsrichting hebben weoo k mogelijke maatregelen aangegeven.

1.4 Afbakening

Het onderzoek beperkt zich tot de wateren die routinematig door het Zuiveringsschap onderzocht worden. Dit betreft meren, kanalen en waterschapsleidingen. Kleinere wateren, zoals sloten, en geïsoleerde wateren, zoals vennen, blijven bij het onderzoek buiten beschouwing.

Bij het onderzoek naar bronnen is geen rekening gehouden met processen in de bodem, het water en de waterbodem (nitrificatie, denitrificatie, stikstofbinding, algen- en plantengroei, afbraakprocessen, etc). Luchtverontreiniging (droge en natte depositie) isoo k buiten beschouwing celaten.

1.5 Leeswijzer

Het rapport isgesplits t in twee delen. Het eerste deel, "Onderzoek naar vermesting" gaat over het onderzoek van de eerste twee doelstellingen (de concentraties en de bronnen). Het isee n verantwoording van de methode van onderzoek (hoofdstuk 2) en geeft de resultaten met een basis­ interpretatie (hoofdstuk 3). Hoofdstuk 4 is gewijd aan een betrouwbaarheidsdiscussie van beide onderzoeksresultaten. Het deel isbedoel d voor de lezer, die belangstelling heeft voor achtergronden en cijfermatige resultaten van het onderzoek.

Deel II, "Waterkwaliteitsbeheer", isbedoel d voor bestuurders en medewerkers van verschillende instellingen betrokken bij het waterkwaliteitsbeheer. Indi t deel worden eerst de belangrijkste knelpunten aangegeven met betrekking tot het voorkomen van nutriënten in oppervlaktewateren (hoofdstuk 5). Per

Zuiveringsschap Drenthe 1999 DEELI. ONDERZOE KNAA RVERMESTIN G

'Bij normale eutrofie (...) worden anorganische voedingsstoffen zoals fosfaten en nitraten in de vegetatieperiode geheel uitgeput. In de zomer van 1960 vonden we in de grote meren meestal geen aantoonbaar orthofosfaat (<0,03 mg P04 /l), het gemiddelde van voorjaar, zomer en herfst was 0,1 mg/l. Ook nitraat werd veelal uitgeput. Thans is het jaargemiddelde meestal meer dan 0,1 mg P04 /l met regelmatige waarden van 1o f meer mg/l. Tegelijk nam de biomassa toe. Er is hypertrofie met in de vegetatieperiode aantoonbare hoeveelheden opgelost fosfaat en nitraat.'

Gedeelte uitee n artikel van P. Leentvaar (Rijksinstituut voor Natuurbeheer) inhe t blad H20 (1979, nr 17,blz . 368-372 en 387) met als titel: Zevencriteri a voor hypertrofie. De fosfaatconcentraties drukken wetegenwoordi g meestal uit in mgP/1. Voor omrekening van deeenhei d mgP0 4/1 die Leentvaar hier gebruikt, moeten de waarden globaal door 3gedeel d worden.

Zuiveringsschap Drenthe 1999 Zuiveringsschap Drenthe 10 1999 [ Methode van onderzoek

2.1 Concentraties van nutriënten - Kjeldahl-stikstof (N-Kj). Met de analyse­ methode volgens Kjeldahl wordt deso m bepaald van ammonium en organisch •• Gegevens gebonden stikstof. Organische stoffen die Voor het onderzoek isgebrui k gemaakt van veel stikstof bevatten zijn bijvoorbeeld resultaten van het routinematig onderzoek dat eiwitten en aminozuren. Als vanhe t wij uitvoeren aan oppervlaktewateren. Het Kjeldahl-stikstofgehalte het routine-meetnet bestaat uit 166punten . De ammoniumgehalte wordt afgetrokken isee n onderzoeksfrequentie is niet op alle lokaties maat verkregen van de hoeveelheid door gelijk. Er zijn twee bemonsteringsschema's: planten en algen vastgelegde stikstof. Omdat - Lokaties vancategori e 2e n 3A. Dit zijn 44 vooral 's zomers vrijwel alle minerale lokaties, waarjaarlijk s onderzoek stikstof (zoals nitraat en ammonium) door plaatsvindt, en wel twaalf maal perjaa r planten en algen is opgenomen, ishe t (maandelijks, dus). organisch-stikstofgehalte een belangrijke - Lokaties van categorie 3B. De overige 121 parameter in verband met vermesting. lokaties worden om de vierjaa r onderzocht. - Ortho-fosfaat (ortho-P0 3) . Ortho-fosfaat is Inhe t onderzoeksjaar vinden 9 4 dehoeveelhei d opgeloste vrije fosfaat­ bemonsteringen plaats. Dit zijn 6 moleculen. Ook de binding van twee of drie bemonsteringen in de zomermaanden (april fosfaatmoleculen tot polyfosfaat valt onder tot en met september), en 3bemonsteringe n het ortho-fosfaat. De stof isee n belangrijke tijdens de wintermaanden. voedingsstof voor algen en planten. - Totaal-fosfaat (totaal-P0 3) . Net als bij Voor het onderzoek zijn gegevens gebruikt van 4 Kjeldahl-stikstof isd e analyse van totaal­ dejare n 1993to t en met 1996, zodat elk fosfaat een somparameter. Met de analyse bemonsteringspunt ten minste éénjaa r is wordt de som bepaald van het ortho-fosfaat onderzocht. en het organisch gebonden fosfaat. In verband met opname van fosfaat door algen Wat nutriënten betreft worden de volgende enplanten , kan het ortho-fosfaatgehalte in stikstof- en fosfaatverbindingen gemeten: het water en is totaal-fosfaat een - Nitriet (N0 ). Deze stof komt normaliter in 2 belangrijke parameter geworden in verband lage concentraties voor, omdat het snel met vermesting. wordt omgezet in nitraat. Bij hogere concentraties is de stof wel belangrijk om bij Bij het onderzoek naar nutriëntenconcentraties eutrofiëring te betrekken. zijn de gehalten aan vrij ammoniak buiten - Nitraat (N0 ). Deze stof kanonde r 3 beschouwing gebleven. De reden hiervoor isda t zuurstofrijke omstandigheden in belangrijke deze stof vrijwel altijd in lage (meestal niet- concentraties in het water voorkomen. De aantoonbare) gehalten voorkomt. De overige stof wordt door algen en planten als genoemde nutriënten zijn wel gebruikt. Verder voedingsstof opgenomen. is nog het totaal-stikstofgehalte gebruikt. Dit is - Ammoniak (NH ). Deze stof komt in 3 de som van alle in het water voorkomende chemisch evenwicht voor met ammonium. stikstof-verbindingen. Het gehalte wordt als De ligging van het evenwicht is afhankelijk zodanig niet gemeten, maar berekend door van de zuurgraad en de temperatuur vanhe t sommatie van het Kjeldahl-stikstofgehalte water. Onder normale omstandigheden komt (= organisch gebonden stikstof + ammonium), ammoniak in zeer lage concentraties voor het nitrietgehalte, en het nitraatgehalte. (met de gangbare analysemethoden niet aantoonbaar). + Bij het routinematige meetnet worden behalve - Ammonium (NH ). Vooral onder 4 de genoemde stikstof- en fosfaatverbindingen zuurstofarme omstandigheden kan deze stof nog andere stoffen gemeten. Deze zijn bij het inbelangrijk e mate voorkomen in onderzoek buiten beschouwing gelaten, maar oppervlaktewater. Het isee n belangrijke worden bij de latere interpretatie in deel IIwe l voedingsstof voor algen en planten. gebruikt. Deze parameters zijn:

Zuiveringsschap Drenthe 11 1999 watertemperatuur, kleur, geur, helderheid, worden met de resultaten van lokaties die alleen doorzicht, biochemisch zuurstofverbruik, in 1994onderzoch t zijn, enz. zuurstofgehalte, zuurstofverzadigingspercentage, chlorofyl-a, Inmiddels kunnen we ook op basis van onze faeofytine, zuurgraad, chloride, soortelijke ervaring bovenstaande vraag direct positief geleiding. beantwoorden: er zijn jaren waarin onder invloed van verschil in klimatologische i Seizoensverschillen omstandigheden relatief hoge ofjuis t lage Omdat het aantal gegevens erg groot is, ishe t concentraties voorkomen. Zo leidt een nat noodzakelijk gegevens te aggregeren tot een min voorjaar door uitspoeling tot hoge nitraat- en of meer overzichtelijke dataset. Een eerste orthofosfaatgchalten. terwijl een drogee n vraag die zich hierbij voordoet is, of er warme zomer leidt tot hoge organisch gebonden verschillen door hetjaa r heen zijn. Inmiddels stikstof- en fosfaatgehalten. De vraag is alleen: voeren we al zo lang onderzoek uit, dat wedi e hoe groot zijn de/e verschillen. vraag direct kunnen beantwoorden en wel positief. Globaal worden 's winters de hoogste Om opdez e vraag antwoord te geven, zijn de concentraties aan nutriënten in oppervlaktewater gegevens van alleen de punten die in alle vier de (met name nitraat en ortho-fosfaat) jaren onderzocht zijn (dit zijn er 44), aan een aangetroffen, terwijl 's zomers de organisch nadere analyse onderworpen. Van elk punt is gebonden stikstof- en -fosfaat-gehalten wat het zomer-, winter enjaargemiddeld e vanel k hoger zijn. jaar apart berekend (zoals boven aangegeven), en vervolgens is van elk van deze drie Voor het aggregeren van de metingen moet met grootheden het gemiddelde over alle 44 punten deze seizoensfluctuatie rekening gehouden berekend. Van dit gemiddelde zijn ook de worden. Hiervoor zijn verschillende methoden standaarddeviaties berekend, en deze zijn beschikbaar, zoals het bepalen van een gezamenlijk met de gemiddelden zelf per gemiddelde, een zomer- en wintergemiddelde, nutrient in grafiek uitgezet. Uit de mate van een maximum- en minimumwaarde, een 10- en overlap van de standaarddeviatie-gebieden is 9Q-percentielwaarde, etc. Gekozen iso m te geconcludeerd in hoeverre de verschillen tussen rekenen met zomer-, winter enjaargemiddeld e jaren wezenlijk zijn. concentraties. De reden hiervoor is dat de getalsmatige normen ook met deze grootheden Klasse-indelingen werken. De volgende bewerking bestond uit het indelen van de berekende gemiddelden in klassen. Om Van elk punt zijn volgens deze keuze over de een klasse-indeling te maken, waarbij in elke periode 1993 tot en met 1996d e volgende klasse een vergelijkbare hoeveelheid lokaties gemiddelden berekend: terecht komen, isee n frequentieverdeling - jaargemiddelde van elkjaa r apart en over de gemaakt. Voor deze frequentieverdeling zijn vier onderzoeksjaren. (van alle stoffen) de jaargemiddelden over alle - zomergemiddelde (gemiddelde over de vier dejare n gebruikt. maanden april tot en met september) vanel k jaar apart en over de vier onderzoeksjaren. Aan de hand van de frequentieverdelingen is - wintergemiddelde (gemiddelde over de getracht een indeling te maken waarbij de maanden januari tot en met maart en oktober klasse-grenzen telkens een factor 2 hoger tot en met december) van elkjaa r apart en liggen. Bovendien is getracht niet meer dan vijf over de vier onderzoeksjaren. klassen per stof te definiëren. Ook is als randvoorwaarde gesteld dat één vand e Jaarfluctuaties klassegrenzen overeen zou komen met de Een tweede vraag die zich voordoet bij wettelijke getalsmatige norm, wanneer deze interpretatie van deze getallen is, of er ook bestaat. Tenslotte iservoo r gekozen voor verschillen bestaan tussenjaren. Deze vraag is zomer-, winter- enjaargemiddeldegehalte n geen belangrijk, omdat we van sommige punten verschillende klasse-indelingen te maken. gegevens hebben van éénjaar , en van andere punten van alle vier dejaren . Als er duidelijke ' Presentatie resultaten verschillen bestaan tussen dejaren , kunnen de Inhoofdstu k 3word t de klasse-indeling voor resultaten van de lokaties die alleen in 1993 alle stoffen gepresenteerd. De indeling vand e onderzocht zijn, niet zonder meer vergeleken gemiddelden in deze klassen is in tabelvorm

Zuiveringsschap Drenthe 12 1999 gepresenteerd, waarbij met een kleurcodering inschattingen, extrapolaties uit andere gebieden, per klasse is gewerkt, en waarbij de vuistregels en literatuurgegevens gebruikt. bemonsteringslokaties naar stroomgebied of watersysteem zijn ingedeeld. Aanpak Vooraf is een benaderingswijze bedacht, die 2.2 Bronnen van nutriënten zoveel mogelijk op alle watersystemen is toegepast. Indien tijdens het onderzoek bleek dat •• Inleiding er niet voldoende gegevens beschikbaar waren Indien er hoge concentraties van nutriënten in voor deze benadering, zijn telkens praktische oppervlaktewateren voorkomen, is het zoeken oplossingen bedacht. De algemene benadering naar de bron een belangrijke stap bij het was als volgt: waterkwaliteitsbeheer. Bij het zoeken naar - Berekening van de totale nutriëntenbelasting bronnen moet in plaats van met concentraties van het watersysteem. Hiervoor moet gewerkt worden met vrachten, oftewel bepaald worden wat de hoofdafvoerpunten belastingen. Eenvoudig gezegd is een van elk systeem zijn. Door de debieten en de nutriëntenvracht het produkt van concentratie en concentraties van deze punten met elkaar te debiet. Naast concentraties zijn dus ook vermenigvuldigen en vervolgens op te tellen, afvoergegevens en debieten van diverse bronnen onstaat de totale belasting van het nodig. Vanwege de omvang van het verzamelen watersysteem en verwerken van de benodigde gegevens is het - Berekening van bronnen. Met bestaande onderdeel nutricntenbelastingen uitbesteed aan gegevens worden de belastingen (binnen elk het bureau SBW Advies & Onderzoek. De watersysteeem) berekend van ongezuiverde resultaten van het onderzoek zijn in een aparte lozingen (niet-aangesloten huishoudens), rapportage weergegeven (Smit, 1998). Hier zal riooloverstorten, effluenten van het onderzoek op hoofdlijnen gepresenteerd rioolwaterzuiveringsinstallaties en van worden. Voor details verwijzen we door naar industrieën, en waterinlaat. het basisrapport van Smit. - Berekening van de afvoer uit het landelijk gebied. Dit wordt berekend door de totale ™ Afbakening belasting te verminderen met de berekende De studie heeft zich beperkt tot gegevens over bronnen. Aan de hand van de oppervlaktes de periode 1993 tot en met 1996, dezelfde van verschillende vormen van landgebruik is periode dus als gebruikt is bij de studie naar de afvoer uit het landelijk gebied nog nutriëntenconcentraties. De reden hiervoor is de opgesplitst in afvoer uit natuurgebieden, inrichting van het routinematige meetnet (zie landbouwgebieden en overige gebieden. paragraaf 2.1), en de vergelijkbaarheid met de studie naar nutriëntenconcentraties. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de methode wordt verwezen naar het rapport Verder zijn niet alle stoffen onderzocht, omdat van SBW (Smit, 1998). de omvang van de studie dan te groot zou worden. De studie heeft zich beperkt tot: - De som van nitrict en nitraat - Kjeldahl-stikstof - Totaal-stikstof - Totaal-fosfaat

Een andere beperking vormde de detaillering van het onderzoek. De belastingen en het onderscheid naar bronnen is gemaakt voor watersystemen als geheel. Dit zijn de 13 systemen die in het Provinciaal Waterhuishoudingsplan zijn gebruikt. Er is dus geen detaillering gemaakt naar deelsystemen of individuele watergangen.

Tenslotte is als randvoorwaarde gesteld dat alleen met bestaande gegevens gewerkt werd. Indien deze niet beschikbaar waren, werden

Zuiveringsschap Drenthe 13 1999 Zuiveringsschap Drenthe 14 1999 [ Resultaten

3.1 Concentraties van nutriënten Uit figuur 2 blijkt dat 1993, 1994 en 1995 relatief natte jaren waren (zowel in de zomer- als in de winterperiode), en dat 1996 relatief droog was •• Jaarfluctuaties (eveneens zowel in de zomer- als in de In figuur 1zij n de zomer-, winter- en winterperiode). We konden echter geen duidelijke jaargemiddelde concentraties van de 44 relatie vinden tussen deze gegevens en de hoofdmeetpunten van de vier onderzoeksjaren gemiddelde nutriëntenconcentraties. Het kan zijn weergegeven. Het blijkt dat voor de meeste dat de relaties over veel kleinere perioden stoffen de gemiddelde waarden wel verschillen, (bijvoorbeeld een maand) wel duidelijk zijn. Ook maar dat de standaarddeviaties elkaar overlappen. is het waarschijnlijk zo dat nog andere factoren, Hoewel de verschillen dus niet significant zijn, zoals de temperatuur, de hoeveelheid zonneschijn leek het ons beter bij de eerste bewerkingen wel en de hoeveelheid waterinlaat, van invloed is op met de verschillen tussen dejare n rekening te de nutriëntenconcentraties. Deze relaties hebben houden. De mogelijkheid bestaat dat binnen één we niet verder onderzocht. watersysteem de verschillen wel significant zijn. Eventueel kunnen later alsnog de gegevens over alle vier de jaren gemiddeld worden.

Onderzocht is of dejaarfluctuatie s verklaard kunnen worden met verschil in neerslaghoeveelheden. In figuur 2 zijn de neerslaghoeveelheden weergegeven van de jaren 1993 tot en met 1996. Aangegeven is de neerslaghoeveelheid in de zomerperiode, de winterperiode en het gehele jaar. De hoeveelheden zijn uitgedrukt als het percentage ten opzichte van de normaalwaarden .

1993 zom er ! winter i jaar I

1994 zomer 1 winter I jaar i

1995 zomer • winter i

jaar " i

1996 zom er • winter • jaar ^^^|

0 20 40 60 80 100 120 14 0 percentage t.o.v. normaalwaarden

Figuur 2. Zomer-, winter- en jaarneerslag 1993-1996 ten opzichte van normaalwaarden

Zuiveri ngsschap Drenthe 15 1999 Nitraat c „„ iaarqemiddelde zomerqemiddelde winterqemiddelde

5.00 •-

4.00 •- T r

3.00 •- _ _

2,00 •- 1.00 •- L •L n nn . [] rOTj-mco n^j-mcD co^j-inco O O) (Tl (Ti Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol

Nitriet iaarqemiddelde zomerqemiddelde winterqemiddelde

0,12 •• 1 • 1 0,10 •• T r r 1 0,08 •• - r 0,06 •- ..

0,04 •- 11 0,02 •-

O'tmto «•"j-inco opinio oi a oi oi CJÏ o CJ> o> o> o> O) CTJ Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol Ol

Ammonium jaargemiddelde zomergemiddelde wintergemiddelde

2,50 ••

2,00 •- '• w -

1,50 •• " T p 1.00 •-

0,50 •- 1 •*•

-0,50- L CO^mcO COTTlOCD O^tlOCD a O) O) ooioo

egenda:

T gemiddelde + standaarddeviatie •-I gemiddelde 1 gemiddelde - standaarddeviatie

Alle waarden in mgN/l danwei in mgP/l

Figuur 1.Jaar- , zomer- en wintergemiddelden nutrientenconcentraties van de 44 hoofdmeetpunten van dejare n 1993,1994,1995 en 1996.

Zuiveringsschap Drenthe 16 1999 Kjeldahl-stikstof

c nn jaargemiddelde zomergemiddelde wintergemiddelde

5,00 .- ,. . •• 4,00 •• T* 3,00 •-

2.00 •• ™ " L •L * 1 1,00 .-

nnn< ._ 199 3 199 4 199 5 199 6 199 3 199 4 199 5 199 6 199 3 199 4 199 5 199 6

Totaal-stikstof <*™ jaargemiddelde zomergemiddelde wintergemiddelde

8.00 • • _ _ _ « 6,00 • • * 4,00 •- *• 1 2,00 • • c 'c 199 3 199 4 199 4 199 5 199 3 199 4 199 5 199 6 199 5 199 6 199 3 199 6

Ortho-fosfaat jaa rqemiddelde zomergemiddelde winterqemiddelde

1,50 •

1,00 •

0,50 • 1 0,00 • "r ï r i r 1r 1 r 1 r i r 1 r r i [ i r 1r 1

-0,50 •

en m co m CD TT m CD Cn en cn en en en en en en en en en en en co en en en en en en en

Totaal-fosfaat jaargemiddelde zomergemiddelde wintergemiddelde 2.00 1,50 • • 1,00 •• 0,50 0,00 ILILILlLJLiLiLlLiLJliLll -0,50 co ^ in co co ^- 1h co *r m CD oooo oooo en en en en Q> Qi Öi Oi oooo en co en en

Figuur1 (vervolg )

Zuiveiringsscha p Drenthe 17 1999 Frequentieverdeling - klasse 5: overschrijding van meer dan vier In bijlage 1zij n de frequentieverdelingen van de maal de norm. nutriëntenconcentraties weergegeven. Gebruikt zijn dejaargemiddelde n over de periode 1993- Voor de stoffen waarvoor geen grenswaarden zijn 1996 als geheel. geformuleerd, hebben we een klasse-indeling gemaakt, waarbij het aantal monsters per klasse Met de uitgangspunten zoals beschreven in zo veel mogelijk gelijk is met die van de stoffen hoofdstuk 2 als randvoorwaarde, bleek een klasse­ waarvoor wel een grenswaarde bestaat. De indeling waarbij de tweede klasse-grens gebruikte klassegrenzen staan in tabel 1. Daarin overeenkomt met de norm (grenswaarde) het zijn de bestaande normen (de grenswaarden) vet meest geschikt. Dit betekent dat de vijf klassen weergegeven. In tabel 2 is aangegeven hoeveel als volgt kunnen worden omschreven: monsters in elke klasse liggen. Het gaat hier dus - klasse 1: tot de halve normwaard e klasse 2: om de 166 meetpunten, waarvan de gemiddelden van de halve normwaarde tot (één maal) de over alle meetgegevens berekend zijn. norm - klasse 3: overschrijding tot twee maal de norm - klasse 4: overschrijding van twee tot vier maal de norm

Tabel 1. Gebruikte klassegrenzen. 1 x klassegrens 2 x klassegrens 4 x klassegrens 8 x klassegrens (=norm) nitriet (mgN/l) 0.015 0.03 0.06 0.12 nitraat (mgN/i) 0.500 1.00 2.00 4.00 ammonium (mgN/l) 0.150 0.30 0.60 1.20 kjeldahl-stikstof (mgN/l) 0.750 1,50 3.00 6.00 totaal stikstof (mgN/l) 1.100 2.20 4.40 8.80 ortho-fosfaat (mgP/l) 0.025 0.05 0.10 0.20 totaal-fosfaat (mgP/l) 0.075 0.15 0.30 0.60

100% -r-

80% ; • klasse 5 • klasse 4 D klasse 3 • klasse 2 • klasse 1

Nitriet Nitraat Ammomium Kjeldahl- Totaal- Ortho- Totaal­ stikstof stikstof fosfaat fosfaat

Zuiveringsschap Drenthe 18 1999 Beoordeling de belasting voor een belangrijk deel rechtstreeks In bijlage 3 zijn de zomer- winter- en samenhangt met het oppervlakte (uitspoeling is een jaargemiddelde concentraties van alle stoffen en balangrijke post) zijn de afvoeren weergegeven per van alle bemonsteringslokaties weergegeven. De hectare. Het blijkt dat er grote verschillen tussen de bemonsteringslokaties zijn gegroepeerd naar diverse watersystemen bestaan. Zo heeft het watersystemen. watersysteem Veenmarken een relatief hoge stikstof- Met een kleurcodering is de indeling van elk en fosfaatbelasting, terwijl de watersystemen Wold gemiddelde in één van de vijf klassen Aa, Loo- en Drostendiep en Oude Vaart een relatief aangegeven: lage belasting hebben. - klasse 1: donker blauw - klasse 2: lichtblauw In bijlage 2 staan van alle 13 watersystemen de - klasse 3: geel procentuele bijdrage van de nutriéntenafvoeren over - klasse 4: oranje de verschillende bronnen. In figuur 5 is de - klasse 5: rood. procentuele bijdrage van de verschillende bronnen aan de stikstof- en fosfaatbelasting voor heel Drenthe weergegeven. Uit de figuur blijkt dat afspoeling uit Belasting van nutriënten landbouwgronden de belangrijkste bron is voor de stikstofbelasting. Bij de fosfaatbelasting spelen de In figuur 4 staan voor de 13 watersystemen de totale lozing van effluenten en afspoeling uit stikstof- en fosfaatbelastingen weergegeven. Omdat landbouwgronden een even belangrijke rol.

Totaal-stikstof Totaal-fosfaat

OudeVaar t i OudeVaar t i Loo-e n Drostendiep i Loo-e n Drostendiep i V\ödAa i WbdAa i Riegmeer i OostermoerseVaar t i Bargerbeek i Riegmeer i Smlde i DrentseA a i Vledder- enVvapserveens eA a • Middenveld i DrentseA a i Smlde i Middenveld i Noordenveld i Niieveen/Kokterveen • Vledder- enVvapserveens eA a i Oosten-roeree Vaart i NIjeveervKolderveen i NoordenveW i Bargerbeek i Veenmarken • Veenmarken i i i i i i i i c) 5 10 15 20 25 30 D 0,4 0,8 1,2 1,6 kgWha/j kgPflia/j

Figuur4 Stikstof-e nfosfaatbelastinge npe rhectar ee npe rjaa rvoo rd everschillend e vvatersystemen

ii^ingsschapDrenth e 19 1999 Totaal-stikstof

• Ongerioleerde huishoudens

• Effluenten

Totaal-fosfaat • Riooloverstorten

• Waterinlaat

• Uitspoeling uit landbouwgebieden

• Uitspoeling uit natuurgebieden

• Uitspoeling uit overige gebieden

Figuur5 .Procentuel e bijdrageva nd everschillend e bronnenaa nd estikstof -e n fosfaatbelasting voorgehee lDrenthe .

Zuiveringsschap Drenthe 20 1999 - Ruimtelijke variatie: horizontaal. Betrouwbaarheid resultaten Binnen één oppervlaktewater kunnen [ de nutriëntenconcentraties in ruimtelijke (horizontale) zin verschillen door verschil in expositie op de wind, lokale algen- of plantengroei, lokale 4.1 Concentraties slibophoping en puntlozingen (waaronder in dit geval ook drainagebuizen worden begrepen. Bij concentraticmetingen moet altijd bedacht Door bemonstering op één lokatie worden deze worden dat er metingen worden verricht die lijd en verschillen niet onderzocht. Wel is het zo dat de lokatie gebonden zijn. Er bestaan echter allerlei monsters op elke bcmonsteringspunt op dezelfde fluctuaties in concentraties, afhankelijk van ruimte lokatie wordt genomen (zelfde oever, etc). en tijd. De belangrijkste daarvan zijn: - Jaarfluctuaties. Afhankelijk van klimatologische factoren kan er verschil iii concentraties per jaar optreden, bijvoorbeeld onder invloed van verschil in neerslag (uitspoeling, waterinlaat) en temperatuur (algengroei). Met dit verschil is zo goed mogelijk rekening gehouden door de - Ruimtelijke variatie onder invloed van transport. resultaten per jaar apart te presenteren. Bij een watersysteem waarbinnen - Seizoensverschillen. Onder invloed van waterbeweging plaatsvindt, kunnen tijdens het weersomstandigheden kunnen concentraties toe- transport verschillen van nutriëntenconcentraties of afnemen. De gebruikte ontstaan, door omzettingsprocessen, lozingen, bemonsteringsfrequentie (9 of 12 maal per jaar) etc. Bij de opzet van het meetnet is getracht met houdt maar in beperkte mate rekening met deze beperkte middelen een zo goed mogelijk beeld verschillen. van de ruimtelijke variatie in waterkwaliteit te - Dag-nachtritmiek. Door verschil in temperatuur krijgen. en lichtinstraling kunnen fluctuaties optreden, bijvoorbeeld door verschil in zuurstofproduktie Bij de analyse van het monster mogen we er van (overdag) en -consumptie ('s nachts) door algen. uitgaan dat deze met een grote betrouwbaarheid Door deze processen kunnen ook door het laboratorium wordt uitgevoerd. De fout nuirièntengehalten een dag-nachtritmiek die hierbij gemaakt wordt, valt in het niet vertonen. Doordat de meeste bemonsteringen 's vergeleken bij bovengenoemde variaties in ruimte morgens tussen ca. 9.00 en 13.00 uur en tijd. plaatsvinden, wordt met deze processen enigszins rekening gehouden. Het komt er dus op neer dat de gemeten - Ruimtelijke variatie: diepteverschillen. Door nutriëntenconcentraties wel een goede schatting processen die bij de bodem (bijvoorbeeld geven van de nutriëntenconcentraties, maar dat in zuurstofconsumptie door afbraakprocessen) of werkelijkheid de fluctuaties groter zijn. Door de juist aan het wateroppervlak (bijvoorbeeld metingen in klassen in te delen, wordt dit probleem zuurstofproduktie door algengroei) plaatsvinden, niet ondervangen, omdat gehalten die dicht bij een kunnen concentraties van nutriënten met de klassegrens liggen door een kleine variatie in een diepte verschillen. In principe worden monsters andere klasse terecht kunnen komen. op 30 cm diepte genomen. Met deze processen wordt dus enigszins rekening gehouden.

ZuiveringsschapDrenth e 21 1999 Nutriëntenbelastingen Hetzelfde geldt voor de genoemde sommatie over het zomer- en winterhalfjaar. Met name de Bij de berekeningen van nutriëntenbelastingen waterinlaat kan binnen het zomer- of winterhalfjaar wordt gewerkt met een veelheid aan soorten nog behoorlijk in de tijd variëren. Interpretatie met gegevens: een goede kennis over het gebied en het gevoerde - concentraties beheer is dus erg belangrijk. In deel II zullen we - afvoeren ons best doen hierover zoveel mogelijk - oppervlaktes duidelijkheid te krijgen. inwoneraantallen - aantal niet aangesloten huishoudens - etïluentgegevens - gegevens industriële lozingen - literatuureecevens.

Bij al deze gegevens bestaat een zekere foutenmarge. Over de concentratiegegevens is in de vorige paragraaf al het nodige gezegd. Wat de afvoeren betreft: hiervoor zijn zoveel mogelijk continu-metingen gebruikt. Deze geven een betrouwbaar beeld van de werkelijke afvoer. Voor veel gebieden waren deze gegevens niet beschikbaar. In die gevallen is gewerkt met omrekeningen afhankelijk van oppervlaktes van .afvoerend e gebieden, of met andere benaderingswijzen of inschattingen. Ook voor de diverse bronnen geldt dat gewerkt is met enkele meetgegevens, die op zich vrij nauwkeurig kunnen zijn, maar die bij de verwerking aan de hand van omrekeningen, literatuurgegevens en extrapolatie een grotere foutenmarge krijgen.

Meer in detail wordt in het rapport van Smit (1998) hierop ingegaan. Geconcludeerd moet worden Jat de berekende belastingen en verdeling over de bronnen een redelijke indicatie geven van de orde van grootte. Bij de interpretatie van de gegevens moet met deze onnauwkeurigheid rekening worden gehouden.

Verder geldt in het algemeen dat de berekeningen zijn uitgevoerd voor relatief grote gebieden (13 watersystemen voor heel Drenthe) en voor relatief lange perioden (zomer- en winterhalfjaar). Lokale verschillen binnen een watersysteem worden op deze manier niet zichtbaar, maar kunnen wel degelijk bestaan. Zo kan het zijn dat waterinlaat, een effluentlozing of een riooloverstort plaatselijk een belangrijke bron is, maar in een ander gebied binnen hetzelfde watersysteem niet of veel minder speelt. Indien op een bepaalde lokatie hoge nutriëntenconcentraties gemeten worden, moet met deze lokale verschillen rekening worden gehouden als naar bronnen gezocht worden.

Zuiveringsschap Drenthe 22 1999 DEEL II. WATERKWALITEITSBEHEER

'Het oppervlaktewaterstelsel in ons gewest is tamelijk gecompliceerd. Waterstaatkundig bestaat het gebied uit vele verschillende relatief niet grote stroomgebieden. Deze zijn veelal met elkaar in verbinding gebracht door een uitgebreid kanalennet, dat wordt gebruikt als hoofdafvoerstelsel voor het overtollige water en tevens dienst doet voor de wateraanvoer. De verschillende stroomgebieden, die naar de waterkwantiteit als zelfstandig zijn te beschouwen en als zelfstandige eenheid kunnen worden beheerd, vloeien, zodra de waterkwaliteit in het geding komt, in elkaar over.'

Gedeelte uitee n brief vanGedeputeerd e Statenva n Drenthe aan Provinciale Staten van Drenthe overd e bestuurlijke aanpak van het afvalwatervraagstuk. 7 november 1967. Het Zuiveringsschap Drenthe bestond toen nog niet.

Zuiveringsschap Drenthe 23 1999 Zuiveringsschap Drenthe 24 1999 Bespreking resultaten in de winter, doen zich bij de beken verder [ relatief weinig problemen voor.

In bijlage 3 zijn de berekende gemiddelden van de nutricntenconcentraties weergegeven. Met een kleurcode is een indeling in vijf klassen Watersysteem Drentse Aa aangegeven. De gegevens zijn per watersysteem Het hele beeksysteem Drentse Aa heeft gerangschikt. Op de kaarten 1, 2 en 3 zijn de opvallend lage nutriëntengehalten, met name in belangrijkste resultaten van bijlage 3 weergegeven, de zomerperiode. Vaak valt het gehalte in de namelijk voor de drie concentraties waarvoor eerste klasse. Alleen het nitraatgehalte is 's normen gelden (zomer- en jaargemiddeld totaal­ winters hoog. De benedenloop is voedselrijker fosfaat en zomergemiddeld totaal-stikstof). In dan de boven- en middenloop. onderstaande tekst worden deze resultaten per watersysteem besproken. Het gaat daarbij telkens Watersysteem Oostermoerse Vaart om opvallende zaken: opmerkelijk hoge of juist Van dit beeksysteem heeft de beek zelf een opmerkelijk lage concentraties. relatief laag fosfaatgehalte. De benedenloop is wat voedselrijker dan de bovenloop. Bij vrijwel •• Primair systeem alle wateren in dit systeem komen 's winters Bij het primair kanalensysteem komen zeer vaak hoge ammonium- en nitraatgehaltcn voor. hoge nutriëntenconcentraties voor. De norm voor het zomergemiddelde totaal-stikstofgehalte Watersysteem Smilde wordt op alle lokaties in het primair systeem Bij alle (drie) bemonsteringspunten in dit overschreden. Als voor stikstof naar de watersysteem worden hoge nutriëntengehalten afzonderlijke componenten wordt gekeken, zijn gemeten. Dit geldt voor fosfaat (zeer hoge er wel verschillen aan te wijzen. Het gehalten), ammonium en nitraat (de laatste twee nitraatgehalte van het Bargermeerkanaal is vooral in de winter, maar ook nog wel in de bijvoorbeeld opvallend laag. Het zomer). ammoniumgehalte is hier echter weer extreem hoog. Dit betekent dat er zuurstofarme condities Vledder- en Wapserveense Aa heersen, en dat er dus sprake is van een slechte Binnen het beeksysteem van de Vledder- en kwaliteit. Bij het fosfaatgehalte vallen de lage Wapserveense Aa bestaan grote verschillen. De concentraties bij het Annerveensche kanaal en bovenloop van de oostelijke tak (de Tilgrup) het Eexterveensche kanaal op. kent hoge fosfaat- en stikstofgehalten. De westelijke tak en de middenloop zijn daarentegen van opvallend goede kwaliteit. De ™ Meren benedenloop is wat voedselrijker (vooral nitraat Van de drie meren in Drenthe, het in de winter, maar ook wel ammonium en Zuidlaardermeer, het Leekstermeer en het fosfaat, eveneens in de winter). De Nijensleeker Friesche Veen, doen zich alleen in het laatste Schipsloot, een waterschapsleiding die loost op meer geen echte problemen voor. De kwaliteit de Wapserveense Aa, is van relatief mindere van het Zuidlaardermeer lijkt iets beter dan die kwaliteit. van het Leekstermeer. Met name het fosfaatgehalte van het Zuidlaardermeer is beter dan die van het Leekstermeer. Watersysteem Oude Vaart De wateren van dit systeem zijn van relatief goede kwaliteit. Met name de fosfaatgehalten •• Watersysteem Noordenveld zijn vaak erg laag. Enkele waterschapsleidingen Bij de wateren van het systeem Noordenveld die lozen op de Oude Vaart, hebben 's winters doen zich problemen voor bij enkele bovenlopen soms een hoger nitraat- en/of van beken, de Rodervaart, en de Matsloot. Deze ammoniumgehalte. De waterlossing van het laatste watergang staat in verbinding met het gebied Elperstroom heeft 's winters een hoog Leekstermeer. De Matsloot en het Leekstermeer fosfaatgehalte en een zeer hoog nitraatgehalte. lijken qua waterkwaliteit daardoor relatief veel op elkaar. Afgezien van een hoog nitraatgehalte

^iyeringsschap Drenthe 25 1999 Watersysteem Veenmarken Watersysteem Loo- en Drostendiep Opvallend bij dit watersysteem zijn de zeer hoge Bij dit watersysteem is een splitsing in twee ammonium-gehalten, die op alle lokaties gebieden te maken. De wateren ten zuiden van behalve Valthermond, gemeten worden. De de verlengde Hoogeveensche Vaart zijn van nitraatgehalten wisselen wat meer en zijn over enigszins slechtere kwaliteit dan die ten noorden het algemeen niet zo extreem hoog. De daarvan. Dit komt vooral in het ortho-fosfaat- fosfaatgehalten zijn op sommige lokaties en ammoniumgehalte tot uitdrukking. Het uitgesproken laag. nitraatgehalte is in het hele gebied 's winters vaak verhoogd. Watersysteem Nijevcen Kolderveen De ammonium- en nitraatgehalten zijn 's Watersysteem Riegmeer winters enigszins verhoogd. In dit gebied valt op dat het benedenstrooms e deel van de Reest van betere kwaliteit is dan de Watersysteem Wold Aa overige watergangen. Met name bij de ortho- De tbsfaatgehalten in dit gebied zijn relatief fosfaat, maar ook bij de ammonium worden bij laag. De nitraatgehalten zijn 's winters soms deze overige watergangen soms zeer hoge verhoogd, eenmaal zelfs extreem verhoogd. gehalten gemeten. Overigens is het Ammoniumgehalten zijn 's winters soms ook ammoniumgehalte in de benedenloop van de hoog. Reest 's winters ook verhoogd. Nitraat is 's winters meestal verhoogd. Watersysteem Middenveld Opvallend zijn de hoge fosfaatgehalten in dit Bargerbeek watersysteem. Alleen de Middenraai kent (met In dit watersysteem zijn de zeer hoge name 's zomers) lage fosfaatgehalten. Ook fosfaatgehalten, maar nog nadrukkelijker de nitraatgehalten zijn vaak hoog, met name 's zeer hoge ammoniumgehalten erg opvallend. De winters. Op enkele lokaties is het verschil tussen fosfaatgehalten bij de Verlengde Noordersloot zomer- en winterconcentraties van nitraten erg en waterslossing 1455 bij Zwartemeer zijn groot. Uit de Kjeldahl-stikstofgehalten blijkt dat overigens niet verhoogd. De nitraatgehalten de stikstof-nutriënten in organische stoffen zijn wisselen zeer sterk. opgenomen (bijvoorbeeld algen) .

Zuiveringsschap Drenthe 26 1999 j"Kn elpunten en oorzaken

Bij de bespreking van de resultaten in het vorige moment is dus eigenlijk nog geen sprake van hoofdstuk valt op dat er soms duidelijke verschillen een verontreinigingsbron. Als de inlaatperiode tussen bepaalde gebieden bestaan. Sommige echter langer duurt, wordt op een gegeven beeksystemen hebben bijvoorbeeld als geheel moment IJsselmeerwater aangevoerd. Hoewel het moeilijk is aan te tonen, bestaat wel het opvallend lage nutriëntenconcentraties, terwijl in vermoeden dat in die situatie extra nutriënten andere gebieden als geheel relatief hoge naar Drenthe worden aangevoerd. In totaal is concentraties voorkomen. Het ligt voor de hand dat deze bron echter waarschijnlijk ondergeschikt deze verschillen te maken hebben met factoren aan de twee eerder genoemde. zoals landgebruik en bodemgesteldheid. Wehebbe n hier dus te maken met diffuse bronnen of met natuurlijke oorzaken. Samengevat kan gesteld worden dat het primaire systeem het ontvangend medium is voor zowel diffuse bronnen in de provincie alsva n Anderzijds zijn er ookjuis t individuele punten die puntlozingen (effluentlozingen). Door de een opvallend hoge concentratie hebben. Bij deze waterbeweging worden deze bronnen over punten moet gedacht worden aan bestaandeo f vrijwel het hele kanalensysteem verspreid. voormalige puntlozingen, waardoor een slechte oppervlaktewater- of waterbodemkwaliteit ontstaat. Voormalige hoogveengebieden Hieronder zullen de wateren, gebieden of processen In Drenthe bevonden zich vroeger enkele grote besproken worden waarbij een slechte hoogveengebieden. Deze gebieden lagen nabij waterkwaliteit ind e zin van hoge nutriëntengehalten Smilde, ten zuiden van Hoogeveen, ten oosten optreedt. Daarbij worden ook de oorzaken vand e van het Hunzedal en in zuid-oost Drenthe. Een hoge gehalten aangegeven. kleiner gebied kwam nog voor nabij Schoonoord. « Primaire systeem Bij de relatief slechte kwaliteit van vrijwel alle Vrijwel al het hoogveen isd e afgelopen eeuwen onderdelen van het primaire systeem spelen ontgonnen voor de turfwinning. Alleen het verschillende oorzaken een rol. Ten eerste lozen Fochteloërveen (voormalig veengebied Smilde) vrijwel alle rioolzuiveringsinstallaties hun en het Bargerveen (voormalig veengebied Zuid­ effluent op het primaire systeem. Hoewel het oost Drenthe) bleven gedeeltelijk gespaard. De rioolwater gezuiverd is, bevat het ten opzichte overige veenontginningsgebieden werden van oppervlaktewater nog veel nutriënten. Door ingericht als landbouwgebied. Ind e bodem van de waterbeweging worden deze nutriënten over deze gebieden bevinden zich echter nogwe l het hele watersysteem verspreid. veenrestanten. Opd e fysisch-geografische kaart van Drenthe zijn deze gebieden goed Ten tweede is het zoda t in afvoersituaties het herkenbaar. primaire kanalensysteem water ontvangtva n grote delen van Drenthe. Debronne n die bijd e De waterkwaliteit wordt direct door de verschillende beeksystemen van belang zijn veenrestanten in de bodem beïnvloed (Van der (voornamelijk de af- en uitspoeling van Molen &Boers , 1997). Door de diepe landbouwgronden en de oxydatie van ontwatering ten behoeve van de landbouw kan veenrestanten in de bodem), hebben daarmee zuurstof in de bodem doordringen, waardoor het ook effect op de kwaliteit vanhe t veen afbreekt. Hierdoor spoelen nutriënten, kanalensysteem. maar ook organische stoffen zoals humuszuren uit. Het water krijgt hierdoor de kenmerkende Ten derde speelt inhe t primaire systeem bruine kleur. Door de afbraak van deze waterinlaat een rol. Indrog e perioden wordt organische stoffen, daalt het zuurstofgehalte in water vanuit het Meppelerdiep en de Vecht het water. Hoge ammonium- en lage opgepompt om vervolgens via inlaatwerken nitraatgehalten zijn het gevolg. landbouwgebieden van water te voorzien. Inhe t begin van een inlaatperiode wordt in feite het recent afgelaten water teruggepompt. Opda t

j^jyeringsschap Drenthe 27 1999 Deze processen spelen een rol bij de volgende Graslanden kunnen geen hoge bemesting wateren: verdragen. Mais kan dit echter wel. - het Eenerdiep, dat water ontvangt uit het - De neerslag. Een hogere neerslag leidt in het Fochteloerveen (via de Kolonievaart en de algemeen tot een hogere uitspoeling van zesde wijk), nutriënten. - de veenkoloniën in het watersysteem Oostermoerse Vaart, Het probleem bij het vergelijken van gebieden - grote delen van het watersysteem en het aangeven van oorzaken van verschillen is Veenmarken, dat bovengenoemde factoren met elkaar - vrijwel het hele watersysteem Smilde, samenhangen, bijvoorbeeld: - het brongebied van de Reest in het - de mestgift en het tijdstip van bemesting zijn watersysteem Riegmeer, afhankelijk van het geteelde gewas, de - het gehele watersysteem Bargerbeek. bodemsoort, de grondwaterstand en de weersgesteldheid, Uitspoeling uit landbouwgronden - het fosfaatbindendvermogen is afhankelijk Bij landbouwgronden wordt de van de bodemsoort en de grondwaterstand, achtergrondbelasting (natuurlijke uitspoeling) - de grondwaterstand hangt vaak samen met verhoogd door bemesting van de gronden. De de bodemsoort, mate waarin deze extra belasting optreedt is - het geteelde gewas heeft relaties met afhankelijk van een groot aantal factoren. De grondwaterstanden en bodemsoort, en belangrijkste zijn: - het effect van de neerslag is afhankelijk van - De bemesting. Uiteraard zullen bij een de mestgift in het verleden, het geteelde hogere bemestingsgift meer nutriënten gewas, de grondwaterstand en de uitspoelen. Ook het soort mest (kunstmest of bodemsoort. dierlijke mest), de bemestingsmethode, en het bemestingstijdstip zijn van belang. Toch zijn er enkele opmerkelijke verschillen - De bodemsoort. De bodemsoort speelt een tussen de watersystemen die samenhangen met rol bij de achtergrondbelasting en bij het de landbouw en die verschillen in fosfaatbindend vermogen. De nutriëntenconcentraties in oppervlaktewateren achtergronbelasting van zandgrond is veel kunnen verklaren. De eerste is de hoeveelheid geringer dan die van veen - of kleigronden. landbouwgrond. In tabel 2 is het landgebruik Anderzijds is het fosfaatbindend vermogen per watersysteem gegeven. van veen- en kleigronden veel groter dan zandgronden. Zandgronden zijn daarom veel Watersystemen met relatief weinig landbouw en sneller verzadigd met fosfaat (Van der veel natuurgebieden zijn Vledder- en Moeln & Boers, 1997). Wapserveense Aa, Drentse Aa, en (in mindere - De grondwaterstand. De capaciteit om mate) Oude Vaart. Dit zijn ook watersystemen fosfaat te binden (bij vooral zandgronden) met lage nutriëntenconcentraties. Bij Bargerbeek daalt als de bodem met water verzadigd komt relatief ook weinig landbouw voor, maar wordt. Bij veengronden speelt het proces van het percentage "overig landgebruik" is relatief mineralisatie van organische stoffen, hoog, veroorzaakt door de bebouwde kom van waardoor nutriënten vrij komen. Bij stikstof Emmen. Bij de Oostermoerse vaart is de is de grondwaterstand van belang voor hoeveelheid natuurgebied relatief groot. Deze nitrificatie en denitrificatie. In gronden liggen echter voornamelijk op de waterverzadigde grond verloopt de Hondsrug, waar nauwelijks oppervlaktewater nitrificatie slecht en de denitrificatie snel. In voorkomt. De meeste waarnemingen worden droge grond is dit andersom. gedaan in oppervlaktewateren in de - Het gewas. Graslanden groeien over een veenkoloniën, een intensief veel langere periode van het jaar dan aardappelteeltgebied. akkerbouwgewassen. De opname van nutriënten door gras is daardoor hoger, met als gevolg dat de uitspoeling op graslanden lager is.

Zuiveringsschap Drenthe 28 1999 Het watersysteem Nijeveen-Kolderveen heeft watersystemen komen daarom ook geen relatief een zeer hoog percentage landbouw en opvallend hoge nutriëntenconcentratiesvoo r een zeer laag percentage natuur. De (ondanks de relatief grote hoeveelheid nutriëntengehalten zijn hier echter niet extreem landbouwgrond). Bij Riegmeer komt relatief hoog. Mogelijk hangt dit samen met detweed e ook veel grasland voor. Door de eerder factor: het soort lanbouwkundig gebruik. Ind e genoemde veenrestanten komen hier toch hoge laatste kolom van tabel 5 ispe r watersysteem de nutriëntenconcentraties voor. oppervlakteverhouding grasland / bouwland Bij de Oostermoerse Vaart, bij Smilde en bij gegeven. Het blijkt dat de systemen Drentse Aa, Bargerbeek bestaat het grootste deel vand e Vledder- en Wapserveense Aa en Oude Vaart, landbouwgronden uit akkergronden. In waar relatief veel natuur voorkomt, het grootste combinatie met de eerder genoemde gedeelte van de landbouwgronden uit grasland veenrestanten in de bodem, worden hoge bestaat. Dit laatste is ook het geval bij WoldA a nutriëntenconcentraties gemeten. en Nijeveen-Kolderveen. Bijdez e

Tabel 2. Landgebruik per watersysteem (gegevens provincie Drenthe) Naam watersysteem landbouw (%) natuur (%) overig (%) verhouding grasland/bouwland Nijeveen-Kolderveen 90 1 10 9,1 Wold Aa 79 15 6 4,4 Vledder- en Wapserveense Aa 59 37 4 3,3 Noordenveld 78 14 9 3,1 Riegmeer 81 9 10 2,4 Oude Vaart 72 22 6 2,3 Drentse Aa 65 21 14 2,1 Loo- en Drostendiep 81 9 10 1,3 Middenveld 81 11 8 1,0 Smilde 76 14 11 0,7 Oostermoerse Vaart 75 17 8 0,6 Bargerbeek 68 12 20 0,5 Veenmarken 85 6 9 0,2

Bij het Bargermeerkanaal spelen de factoren zoals Riooloverstorten en niet aangesloten panden hierboven beschreven bij het primaire systeem Volgens het rapport van Smit (1998) vormen uiteraard ook een rol. Door lokale omstandigheden riooloverstorten en niet aangesloten panden isechte r een uitzonderlijke situatie ontstaan. Bijdi t gemiddeld over een heel watersysteem een kanaal in Emmen speelden drie lozingen een rol:d e relatief kleine bron van de totale overstort van het gemeentelijk rioolstelsel, een nutriëntenbelasting. Lokaal en temporair (dit industriële lozing en de lozing van het effluent van laatste vooral bij riooloverstorten) kunnen deze onze voormalige zuiveringsinstallatie. Doordat het twee bronnen echter wel belangrijk zijn. De kanaal een doodlopend einde heeft, isd e effecten op organische stoffen, zuurstofgehalte waterbeweging relatief gering. Slib, afkomstig van en waterbodem hebben daarbij meestal meer genoemde lozingen, kon op de bodem bezinken, aandacht dan de effecten ophe t waardoor een sterk verontreinigde waterbodem is nutriëntengehalte. onstaan. Door rottingsprocessen ontstaan vaak lage zuurstofgehalten. Nitrificatie (omzetting van Lokale situaties bijslibrijk e bodems ammonium in nitraat) verloopt daardoor traag, Door lozingen kan plaatselijk een slibrijke (en terwijl denitrificatie (omzetting van nitraat in vrije vaak ook verontreinigde) waterbodem ontstaan. stikstof) snel verloopt. Hierdoor komen hoge In samenhang daarmee kan het oppervlaktewater ammonium- en lage nitraatgehalten voor. veel nutriënten bevatten. Indez e studie zijn twee van deze situaties naar voren gekomen: het De Rodervaart is verontreinigd door een Bargermeerkanaal en de Rodervaart. riooloverstort van de kern Roden. Omdat de lozing plaatsvindt op het kopse eind van het kanaal, ise r weinig waterbeweging en kan veel slib bezinken.

Zuiveringsschap Drenthe 29 1999 Hierdoor is een slibrijke (en verontreinigde) vormt het aangevoerde water mogelijk een extra waterbodem ontstaan. Door rottingsprocessen nutriëntenbelasting. ontstaat een laag zuurstofgehalte in het water en, net als bij het Bargermeerkanaal, hoge ammonium- Openkel e lokaties ise r sprake van een slibrijke en lage nitraatgehalten. waterbodem, die leidt tot hoge Slibrijke waterbodems komen overigens op meer nutriëntenconcentraties in het oppervlaktewater. plaatsen voor nabij (voormalige) effluentlozingen. Dit is (in ieder geval) het geval bij het Deze leiden echter meestal niet tot een Bargermeerkanaal en de Roder Vaart. uitzonderlijke slechte waterkwaliteit, zoals bij het Bargermeerkanaal het geval was. Deze slibrijke Lokaal en temporair kunnen riooloverstorten en waterbodems zijn uiteraard op zich wel een niet opd e riolering aangesloten panden een probleem. belangrijke bron van nutriënten zijn.

Samenvatting knelpunten en oorzaken Bij de overige watersystemen hebben wei n Bij het kanalensysteem hebben we te maken met ieder geval te maken met veenrestanten ind e lozing van effluenten en aanvoer van water uit bodem, de hoeveelheid landbouw-o f het landelijk gebied, waaronder gebieden met natuurgebieden en de verhouding grasland / hoge nutriëntenconcentraties. Doord e bouwland binnen de landbouwgebieden. Intabe l waterbeweging (in aan- en afvoerperioden) 3 is aangegeven welke factor(en) een rol spelen worden deze bronnen over vrijwel het hele bij het ontstaan van hoge ofjuis t lage systeem verspreid. Bij langdurige waterinlaat nutriëntengehalten.

Tabel 3. Bepalende factoren voor nutriëntenge halten per watersysteem. Naam watersysteem Aanwezig­ Hoeveelheid Hoeveelheid Resultaat in heid natuurgebiede grasland nutriëntengehétlt e veen- n binnen n restanten landbouw­ gebieden Noordenveld gedeeltelijk gemiddeld groot wisselend Drentse Aa weinig groot groot zeer laag Oostermoerse Vaart veel gemiddeld laag" ' hoog Smilde veel gemiddeld laag hoog Vledder- en Wapserveense Aa weinig groot groot zeer laag Oude Vaart weinig groot groot laag Veenmarken veel laag laag hoog Nijeveen-Kolderveen weinig laag groot gemiddeld Wold Aa weinig gemiddeld groot laag Middenveld weinig gemiddeld gemiddeld gemiddeld Loo- en Drostendiep weinig laag gemiddeld gemiddeld Riegmeer veel laag groot wisselend Bargerbeek veel gemiddeld laag hoog

•) Het percentage natuurgebied van het watersysteem Oostermoerse vaart is hoog vanwege de Hondsrug. Hier bevinden zich nauwelijks oppervlaktewateren. De meetpunten in het watersysteem Oostermoerse Vaart liggen in een gebied met weinig natuur.

Zuiveringsschap Drenthe 30 1999 7 [Aanbevelinge n

7.1 Inleiding installaties te zuiveren. Kleine installaties worden daarbij opgeheven. Indi t laatste hoofdstuk gaan we op zoek naar oplossingsrichtingen bij de knelpunten en Daarnaast kan een oplossing gezocht worden in bijbehorende oorzaken. Soms zal blijken dat een het verbeteren van de kwaliteit van het effluent. echte oplossing niet voor handen is. Ind e meeste Hierin volgt het Zuiveringsschap het landelijk overige gevallen zal blijken datd e beleid, namelijk 75% stikstof- en verantwoordelijkheid voor het nemenva n fosfaatverwijdering berekend over alle maatregelen niet alleen bij het Zuiveringsschap ligt. influenten in Drenthe. Aanvullend heeft het Toch is het belangrijk om aan te geven wat voor Zuiveringsschap normen voor stikstof- en soort maatregelen er mogelijk zijn. De keuzeo m fosfaatconcentraties het effluent vand e maatregelen uit te voeren isda n vaak een kwestie individuele installaties geformuleerd (tabel 4). van provinciaal of landelijk beleid. Tabel 4. Effluentnormen rioolwaterzuiveringsinstallaties. Grootte rzi Effluent­ Effluent­ 7.2 Primaire systeem (i.e.) norm fosfaat norm stikstof Bij het primaire systeem spelen drie oorzaken van (mgP/l) (mgN/l) hoge nutriëntenconcentraties een rol: lozing < 20.000 2 15 effluenten, ontvangend medium van afvoer uit 20.000-100.000 2 10 landelijk gebied en waterinlaat. > 100.000 1 10

"• Effluenten Van deze eisen kan worden afgeweken, zolang De effluenten zijn afkomstig vand e de bovengenoemde eis van 75% verwijdering rioolwaterzuiveringsinstallaties, die bij het gehaald wordt. Zuiveringsschap Drenthe in beheer zijn. Wij zijn dus zelfde veroorzaker van de bron. Het Het komt er dus op neer, dat de situatie m.b.t. Zuiveringsschap heeft echter altijd bewust de effluenten niet zal wijzigen, of dat in ieder gekozen voor lozing van het effluent opd e geval geen ander beleid dan het vigerende wordt kanalen. Deze zijn immers groot en kennenee n ingeslagen. Wel ishe t zoda t er een duidelijke relatief goede doorspoeling. Hierdoor isd e verbetering te verwachten is bij het effluent van verdunning groot, zodat geen grote problemen de zuivering te Beilen. Tot 1 juli 1998loosd ed e voor de waterkwaliteit te verwachten zijn. DOMO haar sterk fosfaathoudende afvalwater Bovendien hebben kanalen geen natuurfunctie, opd e riolering van Beilen. Door deze zware in tegenstelling tot veel beken in Drenthe. Maar belasting konden de effluentnormen, met name ook voor beken zonder een specifieke wat betreft het fosfaatgehalte, bij de zuivering natuurfunctie geldt dat het om van oorsprong niet gehaald worden. De DOMO verwerkt natuurlijke wateren gaat. Kanalen zijn per momenteel haar afvalwater opee n andere wijze. definitie gegraven en hebben (daarom) ind e Hierdoor zal de kwaliteit van het effluent van eerste plaats een gebruiksfunctie: scheepvaart, Beilen en daarmee ook die van de Beilervaart wateraan- en afvoer. Voor het ontvangen van aanmerkelijk verbeteren. De restgehalten zullen effluenten lijkt ons daarom hetkanalensystee m evenwel zorgdragen voor gehalten inhe t met meest geschikte medium. Bij gebrek aan oppervlaktewater, welke in klasse 5zulle n goede alternatieven zullen we in deze situatie (blijven) uitkomen. dus geen verandering aanbrengen. Ontvangend medium voor waterfvoer uit Wel ishe t zo dat sommige lozingspunten op landelijk gebied kopse einden van kanalen lagen. Het beleid van Opd e kanalen wordt veel water geloosd van het Zuiveringsschap is er opgerich t om deze te leidingen die water afvoeren uit het landelijk verwijderen. Meestal gaat dit samen met een gebied. Hoe de kwaliteit van dit afgelaten water ander beleidsuitgangspunt, namelijk om kan worden verbeterd, wordt inparagraa f 7.5 rioolwater geconcentreerd openkel e grote besproken.

Zuiveringsscha p Drenthe 31 1999 VVaterinlaat Tijdens de droge zomer van 1976 ontstond een 7.3 Voormalige hoogveengebieden grote behoefte aan water bij de landbouw. Dit is de aanleiding geweest om de aanvoercapaciteit Het bestaan van veenrestanten in de bodem moet als te vergroten. Na veel discussies is besloten tot een gegeven worden beschouwd. Hierin is in een plan voor de vergroting van de praktische zin geen verandering aan te brengen. aanvoercapaciteit. Dit plan is onlangs afgerond. Wel kan de afbraak van het veen, en dus de Het vigerend provinciaal beleid geeft aan dat in snelheid van uitspoeling van organische stoffen en gebieden met een natuurfunctie op hoog niveau nutriënten, vertraagd worden, door de geen water mag worden ingelaten. Voor grondwaterstand zo hoog mogelijk te houden. wateren met een natuurfunctie op middenniveau Immers, door diepe ontwatering kan zuurstof ver de moet waterinlaat tot en minimum beperkt bodem indringen, waardoor hel aanwezige veen blijven. Bij overige wateren mag de mineraliseert. Bijkomend voordeel van een hoge inlaat(capaciteit) niet verder vergroot worden waterstand is dat de denitrificatie bevorderd wordt. dan die van de huidige situatie. In het concept Hierdoor neemt de uitspoeling van stikstof af. Provinciaal Omgevingsplan staat soortgelijk Nadeel is echter dat de uitspoeling van fosfaten beleid vermeld. toeneemt.

Het verminderen van de waterinlaat zal Het ligt daarom niet binnen de verwachting dat voorlopig maatschappelijk (politiek) geen door deze maatregel binnen afzienbare tijd de haalbare kaart zijn. In de huidige situatie zal dus grenswaarden voor nutriënten in deze gebieden voorlopig geen verandering komen. gehaald worden.

Daarnaast kan gekeken worden naar de kwaliteit van het ingelaten water. Zoals in het vorige 7.4 Uitspoeling uit landbouwgronden hoofdstuk is uiteengezet, is de kwaliteit van het ingelaten water aanvankelijk gelijk aan het kort Uit het rapport van Smit (1998) blijkt dat in het daarvoor afgelaten water (Zwicrs & landelijk gebied uitspoeling uit landbouwgronden Wanningen, 1997). Bij langdurige inlaat wordt meestal de belangrijkste nutriëntenbron is. Zoals in IJsselwater ingelaten. Het verbeteren van de het vorige hoofdstuk is aangegeven, is de mate van kwaliteit van het eigen afgelaten water is uitspoeling van vele lokale omstandigheden besproken bij de twee vorige kopjes (effluenten afhankelijk. Om deze reden wordt bij het beleid dat en ontvangend medium voor afvoer uit gericht is op vermindering van uitspoeling sinds landelijke gebied). De verbetering van 1993 niet meer gewerkt met normen voor de IJsselwater is afhankelijk van het beleid in het mestgift, maar met verliesnormen. Dit betekent dat brongebied van de IJsscl en is afhankelijk van gestreefd wordt naar een evenwichtsbemesting: een regionale invullingen van landelijk en Europees bemesting waarbij de uitspoeling minimaal is, en de beleid met betrekking tot mest en lozingen. toegediende meststoffen zoveel mogelijk worden opgenomen door het gewas (zowel gras als De conclusie voor het primaire systeem is, dat akkerbouwgewassen). ondanks uitgevoerde maatregelen binnen afzienbare tijd de grenswaarden voor nutriënten Hieruit blijkt dat het beleid reeds gericht is op het niet gehaald zullen worden. Op basis van een te verminderen van uitspoeling van nutriënten uit verwachten negatief milieurendement is het niet landbouwgronden. Naast dit mestbeleid zijn er nog verantwoord extra maatregelen uit te voeren. Er wel andere maatregelen te bedenken die het wordt, met andere woorden, de keuze gemaakt nutriëntengehalte in oppervlaktewateren in het in deze situatie geen verandering aan te landelijk gebied kunnen verlagen: brengen. - Bemestingsvrije zones langs waterlopen. Hierdoor zal de directe afspoeling van meststoffen naar het oppervlaktewater verminderen. Ook de kans op meemesten van de watergang vermindert hierdoor. De aanleg van brede schouwpaden langs waterschapsleidingen is een goede methode om dit te realiseren. - Gebruik van de natuurlijke zuivering van oppervlaktewateren. Door aanleg van moeraszones langs watergangen (bijvoorbeeld

Zuiveringsschap Drenthe 32 1999 piasbermen) kan gebruik worden gemaakt van deze gevallen de gemeenten en AKZO) zijn zowel natuurlijke zuiveringsprocessen. Opname van bij het Bargermeerkanaal en de Rodervaart nutriënten in waterplanten is één van die maatregelen gepland of genomen. processen. Door de planten te maaien en af te voeren vindt een netto afvoer van nutriënten uit ™ Bargermeerkanaal het water plaats. Denitrificatie die in de Alle lozingen op het Bargermeerkanaal zijn modderbodem kan optreden, is een ander proces inmiddels gesaneerd. Dit betreft de dat leidt tot verwijdering van stikstof uit de effluentlozing van de zuiveringsinstallatie waterfase. Emmen-oud, een gemeentelijke riooloverstort en lozing van het afvalwater van de AKZO. De Daarnaast worden voor het natuurbehoud steeds verontreinigde waterbodem is inmiddels ook meer landbouwgronden omgezet in gesaneerd. Helaas zijn na die tijd wel twee natuurgebieden. Hoewel het niet de doelstelling calamiteiten geweest bij de AKZO, waardoor van deze maatregel is, leidt dit ook tot een mogelijk de situatie toch weer verslechterd is. verlaging van de nutriëntenbelasting van het Metingen zullen hierin meer duidelijkheid oppervlaktewater. De ecologische moeten verschaffen. hoofdstructuur en de aanwijzing van gronden in het kader van de relatienota zijn erop gericht het •• Rodervaart areaal natuurgebieden verder te vergroten. De slechte waterkwaliteit van de Rodervaart is ontstaan door een gemeentelijke riooloverstort De grenswaarden voor nutriënten worden in en de verontreinigde waterbodem die daarvan sommige watersystemen nu reeds gehaald. Door het gevolg is. De plannen voor de sanering zijn continuering van het bestaande beleid kunnen inmiddels opgesteld in binnenkort zal een deze op termijn in meer watersystemen gehaald aanvang met de sanering worden gemaakt. In de worden. winter van 1998-1999 zal de waterbodem worden gesaneerd (gebaggerd). Direct daarna, in het voorjaar van 1999 zal de gemeente een 7.5 Riooloverstorten en niet aangesloten bergbezinkbassin aanleggen, zodat panden overstortingen minder frequent en intensief zullen plaatsvinden, en bovendien zal het Voor deze twee bronnen heeft het Zuiveringsschap overstortend water van een minder slechte reeds beleid geformuleerd. Voor riooloverstorten kwaliteit zijn. die direct of indirect lozen op wateren met een natuurfunctie gelden hogere eisen dan voor de overige riooloverstorten.

Voor het niet aansluiten van panden in het buitengebied op de gemeentelijke riolering gelden voorschriften. Slechts in bepaalde gevallen behoort niet aansluiten tot de mogelijkheden. In die gevallen zijn er ook voorschriften voor de lozing zelf. Het Zuiveringsschap is actief bezig om ook melkveehouderijbedrijven in deze zin aan te pakken.

Er zijn geen plannen om dit beleid te wijzigen, en er is geen aanleiding het beleid versneld uit te voeren.

7-6 Lokale lozingssituaties: Bargermeerkanaal en Rodervaart

Bij lozingen die lokaal voor een slechte kwaliteit zorgen, is het Zuiveringsschap de eerste verantwoordelijke voor aanpak van de problemen. In overleg met de veroorzakers van de lozingen (in

^^eringsschap Drenthe 33 1999 Zuiveringsschap Drenthe 34 1999 8 [ Conclusies

In veel Drentse oppervlaktewateren worden de Voor een belangrijk deel is het beleid al gericht op normen voor nutriëntenconcentraties overschreden. het terugdringen van deze bronnen. Door het Hoewel de meeste Drentse oppervlaktewateren niet uitvoeren van specifieke maatregelen zijn lokaal en als eutrofiëringsgevoelig worden aangemerkt, zijn op korte termijn wel verbeteringen mogelijk. Voor hoge nutriëntengehalten ongewenst, omdat de structurelere verbeteringen is uitbouw vanhe t meststoffen uiteindelijk wel in integraal waterbeheer en afstemming met andere eutrofiëringsgevoelige wateren terecht komen. Bij beleidsvelden noodzakelijk. langzaamstromende benedenlopen van bekene n Degrenswaarde n voor nutriënten worden in gestuwde panden speelt eutrofiëring wel een rol. sommige watersystemen nu al gehaald, en kunnen Debelangrijkst e bronnen van nutriënten in Drentse in de toekomst door continuering van het huidige oppervlaktewateren zijn: lozing van effluenten van beleid ook in andere waterystemen wel gehaald rioolwaterzuiveringsinstallaties (vooral van invloed worden. In sommige andere watersystemen en met op het primaire systeem), uitspoeling van name in het primaire systeem zijn de grenswaarden meststoffen uit landbouwgronden en uitspoeling van voor nutriënten ook op langere termijn niet nutriënten uit voormalige veengebieden door realiseerbaar. Daarom moet een discussie gestart mineralisatie van de veenrestanten. Lokaal kunnen worden over gedifferentieerde (gebiedsgerichte) puntlozingen, zoals riooloverstorten, de oorzaak normstelling. zijn van hoge nutriëntengehalten.

Zuiveringsschap Drenthe 35 1999 Zuiveringsschap Drenthe 36 1999 [ Literatuur

Boers, P., W. Laane, L. van Liere, C. Peeters, S. Wagenmaker, F.H., J.A.W.A. Reus, P.C.M Boers Parma & J. van der Does, 1993. &G.E. Arnold, 1997. Eutrofiëring en beleid in Nederland, hoe verder? Watersysteemverkenningen 1996. Doelgroepstudie RIZA/DGW, RIVM. 51 p. Landbouw. Verslag van de beleidsanalyse voor de doelgroep landbouw. RIZA rapport 97.014. 272 p. Molen, D.T. van der & P.C.M. Boers, 1997. Belasting van het opppcrvlaktewater met stikstof en Werkgroep Nutriëntenbalans Drenthe, 1986. Uitspoeling van stikstof, fosfaat en kali voor fosfor door uit- en afspoeling van natuurlijke- en verschillende bodemgebruiksvormen in Drenthe. landbouwgronden. Literatuurstudie. RWS/RIZA. 31 p. + bijl. Arcadis Heidemij Advies. 79 p. Zwiers, M. & H. Wanningen, 1997. Projectgroep Verliesnormen, 1995. Gebiedsvreemd water in de provincie Drenthe. Een Acceptabele fosfaat- en stikstofverliezen in de vergelijking van de kwaliteit van het opgepomte en landbouw, op weg naar evenwichtsbemesting. afgelaten water in het primaire systeem van de Eindrapport Project Verliesnormen. LNV, provincie Drenthe over de periode 1987 t/m 1996. Landbouwschap, VROM, LTO-Nederland, Zuiveringsschap Drenthe. 60 p. V&W. 56 p.

Provinciale Waterstaat van Drenthe, 1986. Mest en bemestingsnormen: mogelijke gevolgen voor Drenthe. 38 p. + bijl.

Smit, K., 1998. Nutriëntenbelasting van Drentse oppervlaktewateren. Zuiveringsschap Drenthe, SBW Advies & Onderzoek. 31 p. + bijl.

Zuiveringsschap Drenthe 37 1999 Zuiveringsschap Drenthe 38 1999 [ Bijlagen

ZuiveringsschapDrenth e 39 1999 Zuiveringsschap Drenthe 40 1999 Bijlage1 . Frequentieverdelingjaargemiddeld e nutrientenconcentraties 1993-1996

totaal-fosfaat Totaal-fosfaat minustwe e uitschieters 6T 5-1 | o 4 I i 3 i o f 2 + i ij 0 0 50 100 150 200 200

Bijlage 2. Resultaten nutriëntenbelasting in het zomerhalfjaar en het winterhalfjaar opgesplitst naar bronnen per watersysteem voor de actuele situatie (1993-1996)

WatersysteemNoordenvel d Bron Zomer Winter

N-kj N03+N02 tot-N tot-P N-kj N03+N02 % tot-N tot-P % % % % % % % Ongerioleerde 2,3 0 1,3 6,0 0,8 0 0,4 2,2 huishoudens Effluenten 0 0 0 0 0 0 0 0 Riooloverstorten 1,4 0 0,8 3,0 0,2 0 0,1 0,5 Waterinlaat 0,8 0,8 0,8 1,4 0 0 0 0 Uitspoeling totaal 95,5 99,2 97,2 89,6 98,9 100 99,5 97,3

Watersysteem Drentse Aa Bron Zomer Winter

N-kj N03+N02 tot-N tot- N-kj N03+N02 tot-N% tot-P % % % p% % % % Ongerioleerde 1,9 0 0,9 4,8 0,7 0 0,2 1,6 huishoudens Effluenten 0 0 0 0 0 0 0 0 Riooloverstorten 3,2 0 1,5 6,7 0,6 0 0,2 1,1 Waterinlaat 0 0 0 0 0 0 0 0 Uitspoeling totaal 94,8 100 97,5 88,4 98,7 100 99,5 97,2

Watersysteem Oostermoerse Vaart Bron Zomer Winter

N-kj N03+N02 tot-N % tot- N-kj N03+N02 tot-N % tot-P % % P% % % % Ongerioleerde 1,6 0 0,8 5,2 0,6 0 0,3 2,7 huishoudens Effluenten 20,5 51,8 35,7 52,0 4,0 7,2 5,8 13,4 Riooloverstorten 1,1 0 0,6 3,1 0,2 0 0,1 0,8 Waterinlaat 0 0 0 0 0 0 0 0 Uitspoeling totaal 76,8 48,2 62,9 39,7 95,1 92,8 93,8 83,1

Watersysteem Smilde Bron Zomer Winter

N-kj N03+N02 tot-N tot- N-kj N03+N02 tot-N % tot-P % % % P% % % % Ongerioleerde 0,9 0 0,5 2,2 0,3 0 0,2 0,9 huishoudens Effluenten 0 0 0 0 0 0 0 0 Riooloverstorten 1,1 0 0,7 2,4 0,2 0 0,1 0,5 Waterinlaat 8,7 9,9 9,1 17,0 0,1 0,1 0,1 0,1 Uitspoeling totaal 89,3 90,1 89,6 78,4 99,4 99,9 99,7 98,6 Bijlage 2(vervolg )

WatersysteemVledder -e nWapserveens eA a Bron Zomer Winter

N-kj N03+N02 tot-N % tot- N-kj N03+N02 tot-N % tot-P % % P% % % % Ongerioleerde 4,5 0 2,8 9,3 1,3 0 0,6 2,8 huishoudens Effluenten 0 0 0 0 0 0 0 0 Riooloverstorten 0,7 0 0,4 1,2 0,1 0 0 0,2 Waterinlaat 1,4 1,7 1,5 2,3 0 0 0 0 Uitspoeling totaal 93,4 98,3 95,3 87,1 98,6 100 99,3 97,0

Watersysteem Oude Vaart Bron Zomer Winter

N-kj % N03+N02 tot-N % tot- N-kj N03+N02 tot-N % tot-P % P% % % % Ongerioleerde 3,7 0 2,5 10,9 1,6 0 0,8 3,5 huishoudens Effluenten 0 0 0 0 0 0 0 0 Riooloverstorten 1,3 0 0,9 3,2 0,3 0 0,1 0,5 Waterinlaat 9,3 14,8 11,1 16,8 0,4 0,3 0,3 0,3 Uitspoeling totaal 85,6 85,2 85,5 69,1 97,7 99,7 98,7 95,6

WatersysteemVeenn n arken Bron Zomer Winter

N-kj % N03+N02 tot-N % tot- N-kj N03+N02 tot-N % tot-P % P% % % % Ongerioleerde 0,6 0 0,4 1,9 0,2 0 0,1 0,5 huishoudens Effluenten 4,6 4,6 4,6 11,6 1,6 1,6 1,6 3,3 Riooloverstorten 0,6 0 0,4 1,5 0,1 0 0,1 0,2 Waterinlaat 32,7 40,6 35,0 57,2 0,9 1,0 1,0 1,1 Uitspoeling totaal 61,5 54,8 59,6 27,8 97,2 97,4 97,3 94,9

Watersysteem Nijeve« 2n/ Kolderveen Bron Zomer Winter

N-kj % N03+N02 tot-N % tot- N-kj N03+N02 tot-N % tot-P % P% % % % Ongerioleerde 1,1 0 0,8 3,6 0,6 0 0,4 1,8 huishoudens Effluenten 0 0 0 0 0 0 0 0 Riooloverstorten 0,5 0 0,4 1,3 0,1 0 0,1 0,3 Waterinlaat ------Uitspoeling totaal 98,4 100 98,8 95,0 99,3 100 99,5 97,8 Bijlage 2(vervolg )

WatersysteemWol dA a Bron Zomer Winter

N-kj % N03+N02 tot-N % tot- N-kj N03+N02 tot-N tot-P % P% % % % % Ongerioleerde 7,0 0 4,5 16,4 2,4 0 1,2 6,9 huishoudens Effluenten 6,7 8,4 7,3 7,0 2,3 1,7 2,0 2,9 Riooloverstorten 2,7 0 1,8 5,4 0,5 0 0,2 1,1 Waterinlaat 13,4 8,0 11,5 24,8 0,8 0,7 0,8 1,5 Uitspoeling totaal 70,2 83,6 74,9 46.4 94,0 97,6 95,8 87.5

Watersysteem Middenveld Bron Zomer Winter

N-kj % N03+N02 tot-N % tot- N-kj N03+N02 tot-N tot-P % % P% % % % Ongerioleerde 2,9 0 1,3 4,8 1,2 0 0,4 3,3 huishoudens Effluenten 0 0 0 0 0 0 0 0 Riooloverstorten 3,1 0 1,3 4,3 0,6 0 0,2 1,5 Waterinlaat 12,3 5,1 8,2 76,2 2,3 2,0 2,1 8,1 Uitspoeling totaal 81,6 94,9 89,2 14,7 95,9 98,0 97,2 87,2

Watersysteem Loo- en Drostendiep Bron Zomer Winter

N-kj % N03+N02 tot-N % tot- N-kj N03+N02 tot-N tot-P % % P% % % % Ongerioleerde 2,3 0 1,2 5,2 1,0 0 0,6 2,4 huishoudens Effluenten 6,5 4,8 5,7 23,6 3,0 2,2 2,7 10,9 Riooloverstorten 2,3 0 1,3 4,5 0,5 0 0,3 1,0 Waterinlaat 11,6 5,6 8,9 13,5 0,6 0,3 0,5 0,5 Uitspoeling totaal 77,3 89,6 82,8 53,3 94,8 97,5 96,0 85,2

Watersysteem Riegmeer Bron Zomer Winter

N-kj % N03+N02 tot-N % tot- N-kj N03+N02 tot-N tot-P % % P% % % % Ongerioleerde 8,3 0 4,8 15,4 3,6 0 2,0 7,2 huishoudens Effluenten 0 0 0 0 0,0 0 0 0 Riooloverstorten 2,1 0 1,2 3,2 0,4 0 0,2 0,8 Waterinlaat 46,1 37,7 42,6 84,4 2,1 3,0 2,5 3,2 Uitspoeling totaal 43,6 62,3 51,4 -3,0* 93,9 97,0 95,3 88,8 Hogeinlaa te nee n lageafvoe r ind ezome rva n 1993zorg tvoo ree nnegatiev epercentag ebi j uitspoeling(=restpost) . Bijlage2 (vervolg )

WatersysteemBargerbee k Bron Zomer Winter

N-kj % NOj+N02 tot-N % tot- N-kj NOj+N02 tot-N tot-P % % P% % % % Ongerioleerde 3,6 0 2,8 7,3 1,5 0 1,0 2,8 huishoudens Effluenten 19,6 14,6 18,4 29,5 8,0 4,1 6,8 11,3 Riooloverstorten 1,7 0 1,3 2,9 0,4 0 0,2 0,6 Waterinlaat 5,4 11,8 6,9 6,5 0 0 0 0 Uitspoeling totaal 69,6 73,6 70,5 53,8 90,2 95,9 91,9 85,3

Geheel Drenthe Bron Zomer Winter

N-kj % NO,+N02 tot-N % tot- N-kj N03+N02 tot-N tot-P % % P% % % % Ongerioleerde 1,8 0 1,1 6,5 0,8 0 0,4 2,2 huishoudens Effluenten 36,0 35,6 35,8 29,9 15,8 11,2 13,6 10,3 Riooloverstorten 1,1 0 0,7 3,3 0,2 0 0,1 0,6 Waterinlaat 6,1 5,4 5,8 8,8 0,2 0,1 0,1 0,2 Uitspoeling totaal 54,9 59,0 56,6 51,6 83,0 88,7 85,7 86,8 Nitriet jaargemiddelde zomergemiddelde wintergemiddelde Punt Omschrijving 1993 1994 1995 1996 1993 1994 1995 1996 1993 1994 1995 1996 Primaire kanalen 300102 Noord-Willemskanaal, provinciegrens 0.113 0.118 0,095 0,103 0.107 0,100 300303 Noord-Willemskanaal, Vries 0.118 0,109 0,108 0.178 0.167 0,070 0.090 0.068 ^^H 300546 Havenkanaal • H 300306 Annerveensche kanaal 0,091 0,101 0,074 0,071 0,090 0,110 0.080 0,053 0.092 0.092 0,068 0,090 300327 Eexterveensche kanaal 0.086 0,105 0,059 0,064 0,093 0.066 0,058 0.078 0.087 0,052 0,070 300107 Meppelerdiep 0.087 0.082 0.037 0,040 0,097 0.088 0,041 0,033 0.077 0.075 0,033 0,047 300308 Noord-Willemskanaal, Kloosterveen 0.083 0.061 0.033 0.047 0,105 0.062 0,033 0,053 0.062 0.060 0,033 0.040 300310 Drentse Hoofdvaart, Venesluis 0.098 0,093 0,067 0.068 0,113 0.100 0,057 0,062 0.083 0.087 0,077 0,075 300524 Kolonievaart 0,059 0,057 0.063 300549 Drentse Hoofdvaart, Bovensmilde 0,092 0,118 0,040 300560 Drentse Hoofdvaart. 2e Uffelterbrug 0,097 0,103 0,083 300563 Drentse Hoofdvaart, Meppel 0,098 0,112 0.070 300313 Oranjekanaal. Hooghalen 0,110 0,101 0.047 0,056 0,105 0,061 0.075 0.070 0.097 0,033 0,037 300551 Oranjekanaal, Hijkersmilde 0,110 0,070 300587 Oranjekanaal, Schoonoord 0,118 I 0 143 0.067 300589 Oranjekanaal, Emmen 0.060 I 0,0581 0,063 300309 Beilervaart 0.077 0,069 0,082 0,072 ^^^^•i 0.072 0,067 300314 Linthors-Homankanaal 0,093 0,098 0.083 0,063 0,103 0,113 0.089 0,075 0,083 0,083 0.077 0,052 300311 Hoogeveensche Vaart. Meppel 0,053 0,058 0,057 0,058 0.050 0.058 300317 Hoogeveensche Vaart, Ossesluis 0,111 0,098 0,054 0,055 0,102 0,044 0,035 0.077 0,095 0.063 0,075 300332 Omgelegde Hoogeveensche Vaart 0,044 0,046 0,046 0,026 0.042 0,067 300572 Hoogeveensche Vaart, Hoogeveen 0,081 0,085 0.073 300574 Hoogeveensche Vaart, Echten 0,086 0,093 0.070 300315 Verl. Hoogev. Vaart, Noordsche Schut 0,082 0,098 0,043 0.068 0.088 0,098 0,048 0.043 0.075 0,098 0.038 0,092 300318 Verl. Hoogev. Vaart. Dalen 0,081 0.088 0,084 0.078 0.105 0,102 0.087 0,056 0.057 0,075 0,082 0,100 300321 Bargermeerkanaal 0.085 0,118 0,080 0.094 0.078 0,070 0,100 0.092 0,087 0,090 0.088 300322 Verl. Hoogev. Vaart, Erica 0.087 0,093 0,093 0.069 0,105 0.120 0,088 0.068 0,063 0,067 0.050 300323 Verl. Hoogev. Vaart, Klazienaveen 0.098 0,117 0,070 0,074 0,093 0.080 0.068 0,078 0,047 0.068 300598 Kanaal - 0,064 0.040 0,113 300108 Stieltjeskanaal. 0,078 0,091 0.070 0,055 0,090 0,093 0,075 0.040 0,067 0,088 0.065 0,070 300110 Afwateringskanaal 0.104 0,100 0.083 0,073 0.095 0.073 0,075 0,075 0.070 0,073 300319 Coevorden-Vechtkanaal. Coevorden 0.098 0,100 0,078 0.067 0,120 0,100 0.072 0.065 0,075 0.100 0.085 0,068 300320 Kanaal Coevorden - Alte-Picardie 0,098 0,073 0.045 0.095 0.033 0,093 0,075 0.052 0,058 300330 Coevorden-Vechtkanaal, De Haandrik 0,096 0,113 0.092 0,074 0,113 0.098 0.080 0,078 0,102 0.085 0,068

300602 Stieltjeskanaal. Coevorden 0.060 0,052 0,077 300604 Coevorden. Ossehaar 0.061 0,065 0,053 Meren 300101 Leekstermeer 0,051 0.049 0.023 0,025 0,032 0,034 0.018 0.017 0.070 0.063 0.028 0,033 300305 Zuidlaardermeer 0,059 0.045 0,024 0.028 0,040 0,034 0,018 0.017 0.078 0.055 0,030 0,039 300531 Friesche veen 0,026 0,021 0,037 Watersysl eem Noordenveld 300112 Koningsdiep 0,058 0,056 0,038 0,040 0.060 0,048 0,040 0,042 0,055 0,063 0,035 0,038 300301 Eenerdiep 0,057 0,057 0.033 0.035 0.067 0.055 0,033 0,027 0,047 0.058 0.032 0,043 300302 Rodervaart 0.086 0,088 0,116 0.040 0,110 0.054 0.036 0.062 0,103 0.043 300501 Oostervoortse diep 0.039 0.045 0.027 300502 Peizerdiep 0,063 0.073 0,043 300503 Omgelegde Eelderdiep 0.080 0.090 0.060 300525 Slokkert 0.040 0.037 0,047 300526 Lieverse diep 0.061 0.072 0,040 300527 Steenbergerloop 0.057 0.068 0,033 300528 Grote Masloot 0.064 0.073 0,047 300529 Matsloot 0,048 0.034 0,077 300530 Gouw 0,039 0,033 0,050 300532 Bovenloop Eelderdiep 0.083 0.092 0,067 Watersys eem Drentse Aa 300113 Drentse Aa. De Punt 0.050 0.069 0.026 0.019 0.053 0,087 0.027 0.047 0,052 0.025 0.031 300304 Drentse Aa. Tynaarlo 0.049 0.059 0.023 0.017 0.053 0,063 0.025 0.045 0,055 0.020 0.029 300504 Zeegser loop 0,037 0.038 0.033 300506 Rolderdiep 300507 Deurzerdiep 0.017| 300516 Amerdiep 300540 Andersche diep 300541 Gasterense diep 300542 Anloer diep 0.020 300543 Oudemolense diep 0.020 300544 Smallenbroekerloopje 300545 Loonerdiep. Loon 300547 Anreeperdiep 300548 Ruimsloot Watersys eem Oostermoerse Vaart 300103 Oostermoerse Vaart. De Groeve 0.102 0.096 0.058 0,066 0.120 (^W 0.070 0.067 0.083 0.075 0.045 0.065

300505 Oostermoerse Vaan, Gasselternijveen 0.063 0.073 ^^ 0.043 300517 Achterste diep 0.051 0.055 0,043 300533 Hoofdleiding Oostermoerse Vaart 0.056 0,062 0,043 300534 Buiterswijk 0,051 0,054 0,043 300535 Annerkanaal 0,053 0,059 0,040 300536 Waterleidinq 3, Oosterm. Vaart 0,034 0,036 0,030 300537 De Beek 0,093 0,108 0,063 300538 Waterleiding 6, Oosterm. Vaart 0,041 0,047 0,030 300539 Voorste diep 0,067 0,080 0,040 Watersysteem Smilde 300523 Jan Klokwijk 0.072J 0,073 0,070| 300550 Molenwijk 0,111 300554 Waterlossing Vs.2, Venesluis 0,086 0,061 • Watersysteem Vledder- en Wapserveense Aa 300104 Wapserveense Aa, Havelte 0,057 0,048 0,020 0,020 0,055 0.043 0,021 0,058 0,052 0,019 0.035 300328 Steenwijker Aa 0,049 0,048 0,021 0,017 0,050 0,042 0,017 0,048 0,055 0,025 0,029 300508 Tilgrup, Veldhuizerweg 0.067 0,077 0,047 300510 Vledder Aa 0,017 0,037 300511 Wapserveense Aa, Wapse 300556 Tilgrup, Zorgvliet 0,046 0,036 0,067 300557 Nijensleeker Schipsloot 0,016 0,037 Watersysteem Oude Vaart 300106 Oude Vaart, Meppel 0,050 0,063 0,020 0,022 0,052 0,070 0.01R| 1 0.048 0,057 0.02S 0,033 300312 Beilerstroom 0,053 0,043 0.020 0,025 0,060 0,045 0,025 0,023 0,045 0,040 0.028 300509 Oude Vaart, Dieverbrug 0,026 0,028 0,023 300512 Oude Vaart, Uffelte 0,024 0,023 0.027 300552 Brunstingerleek 0,031 0,040 300553 Waterlossing 0.48, Eemster 0,057 0,063 0,043 300555 Noordlake 0,018 0,016 0,023 300558 Waterleiding 0.22, Ansen 0,026 0,023 0,033 300559 Waterleiding 0.14, Ansen 0,021 0,018 0,027 300561 Leisloot 300562 Waterleiding 11, Leisloot 0,018 0,019| 0,017 300564 Waterleiding D.H.2, Meppel 0,021 0,037 300566 Waterlossing 4, Haakswold 0,024 0,017 0,040 300567 KoekangerAa 0,039 0,041 0,037 300585 Westenborkerstroom 0,049 0,024 0,057 0,026 0,033 0,020 300586 Waterlossing gebied Elperstroom 0,044 0,048 0,037 Watersysteem Veenmarken 300111 Stads-compascuumkanaal 0.075 0.077 0,064 0,055 0.085 0,073 0,082| 0.058 0,065 0,080 0,047 0,052

300325 Weerdingermond 0,058 0,079 0,078 0,055 0,072 0,102 0.115 0.080 0,043 0,057 0,042 0,029 300588 Achterwijk 0,063 0,067 0,057 300613 Compascuumkanaal 0,074 0,093 0,037 300614 Kanaal E, Emmerergscheidenveen 0,096 0,112 0,063 300615 Doorsnee 0,076 0,083 0,060 300616 Kijldiep 0,060 0,070 0,040 300617 Valthermond 0,044 0,057 0,018 300618 Oostelijke leiding 1461, 2e Exloermond 0,072 0,093 0,030 300619 Middenleiding 0,079 0,095 0,047 300620 Nw. Afwateringskanaal 0,090 0.108 0,053 300621 Hoofdwaterganq S5 1677, Borger 0,046 0,053 0,030 300622 Dwarsdiep 0,044 0,047 0,040 300625 Wijk 0,077 0,093 0,043 Watersysteem Nijeveen-Kolderveen 300565 Kolderveense Westergrift, zuid 0,107 0,070 300624 Kolderveense Westergrift, noord 0,069 0,075 0,057 Watersysteem Wold Aa 300105 Wold Aa, Roqat 0,065 0,052 0,021 0,028 0,080 0,048 0,020 0,050 0,055 0,023 0,042 300513 Wold Aa, Meerwille 0,036 0,043 0,022 300577 Waterlossing 18, Hees 0,043 0,110 300578 Ruiner Aa. Ruinen • • 300579 Ruiner Aa, Kraloerweg |aoi6| Watersysteem Middenveld 300316 Oude diep, Echten 0.084 0,082 0,028 Ü.028 0,098 0,062 0,028 0,070 0,102 0,027 0,052 300575 Waterlossing 0.4-20, Fluitenberg 0,030 300576 Oude Diep, Fluitenberg 0,094 0,038 0,107 0,029 0,057 300580 Oude Diep, Pesse 0,088 0.034 0,095 0,032 0,040 300581 Middenraai, monding Verl. Hoogev. V. 0.058 0,068 0,037 300582 Middenraai, Wijster 0,036 0.047 300583 Oude diep, Drijber 0,042 0,048 0,030 300584 Waterlossing B.6-78, Holte 0,041 0,018 0,085 Watersysteem Loo- en Drostendiep 300518 Aalderstroom 0,050 0,052 0.047 300519 Sleenerstroom 0,061 0,067 0,050 300520 Drostendiep. Dalerveen 0,050 0,052 0,047 300522 Geeserstroom 0,041 0,042 0,040 300590 Westerstroom 0,049 0.050 0,047 300591 Drostendiep, onderdoorgang kanaal 0,030 0,028 0,033 300592 Jongbloedvaart 0,059 0,062 0,053 300593 Holslootdiep 0,037 0,042 0,027 300594 Oude diep, Den Hooi 0,051 0,058 0.037 300595 Loodiep. onderdoorgang kanaal 0,043 0,050 0,030 300599 Loodiep. Dalen 0,053 0,067 0,027 300601 Nieuwe Kleine Vecht 0,067 0,075 0.050 300603 |Oude Drostendiep | 0,0941 | 0,113| | 0,057| Watersysteem Riegmeer 300329 De Reest, Uhorst 0,081 0.063 0,050 0,039 0,100 0.065 0.064 0,041 0,062 0,060 0,036 0,037 300514 De Reest. Meppel 0,053 0.050 0,060 300515 De Reest, Balkbrug 0,071 0.070 0,073 300568 Veeningerwijk 0,038 0,027 0,060 300569 Reestvervangende leiding 0,046 0,050 0,037 300570 Braambergersloog 0,043 0.021 0,087 300571 Zuidwolder waterlossing, Albertsweg 0,051 0.058 0.037 300573 Zuidwolder waterlossing, Ten Arlo 0,043 0,049 0,030 300596 Verlengde Oostopgaande 0,066 0.082 0,033 300597 Dommerswijk 0,035 0,042 0,022 Watersysteem Bargerbeek 300109 Schoonebeekerdiep, Schoonebeek 0,109 0,083 0,064 0,115 0,072 0.078 0.087 0.050 0,057 300326 Schoonbeekerdiep, Twist 0,067 0,049 0.036 0,050 0.078 0,045 0,042 0,058 0.055 0.053 0,030 0,041 300521 Schoonebeekerdiep, Nieuw-Schoonebeek 0,091 0.100 0,073 300605 Leiding 5170, Stieltjeskanaal 0,064 0,073 0,047 300606 Kanaal A. Stieltjeskanaal 0,098 W5KW2, 0,030 300609 Dommerskanaal 0,028 0.030 0,023 300610 Leiding 745, Erica 0.036 0,039 0,030 300611 Verlengde Noordersloot 300612 Waterlossing 1455, Zwartemeer mm| 0.046 mm| 0.055 mm| 0,028 Nitraat jaargemiddelde zomergemiddelde wintergemiddelde Punt Omschrijving 1993 1994 1995 1996 1993 1994 1995 1996 1993 1994 1995 1996 Primaire kanalen 300102 Noord-Willemskanaal, provinciegrens 3,44 3,18 2,98 3,27 2,70 2,58 3,42 3,78 2,55 300303 Noord-Willemskanaal, Vries 3.36 3,24 3,43 3,52 2,73 3,10 3,52 3,98 3,38 3,33 300546 Havenkanaal 3,01 2,38 300306 Annerveensche kanaal 3,58 2,64 2,49 1,73 1,65 2,03 2,17 1,37 3,25 2,82 2,10 300327 Eexterveensche kanaal 2.35 2,76 1,87 1,26 1,25 1,77 1.93 1,38 3,45 3,75 1,82 1,13 300107 Meppelerdiep 2.46 1,84 1,35 1,65 1,53 1,17 0,96 1,50 3,38 2,52 1,73 1,80 300308 Noord-Willemskanaal, Kloosterveen 5,38 2,77 2,67 2,05 3,33 2,35 2,27 1,47 3,18 3,07 2,63 300310 Drentse Hoofdvaart, Venesluis 4.49 3,60 3,09 2,52 2,55 2,32 2,75 1,87 3,43 3.17 300524 Kolonievaart 1,32 1,17 1,63 300549 Drentse Hoofdvaart, Bovensmilde 2,57 2,20 3,30 300560 Drentse Hoofdvaart, 2e Uffelterbrug 2,87 1,92 300563 Drentse Hoofdvaart, Meppel 2,81 1,98 300313 Oranjekanaal, Hooghalen 3,29 2,70 2,47 1,97 2,22 1,83 2,43 1,42 3,57 2,52 2,52 300551 Oranjekanaal, Hijkersmilde 3,60 2,77 300587 Oranjekanaal, Schoonoord 4,05[ 300589 Oranjekanaal, Emmen 3,05 mm 300309 Beilervaart 3.00 3,03 2,02 2,18 1,70 2,17 2,05 1,70 Sa 3,90 1,98 2,67 300314 Linthors-Homankanaal 1,78 1,60 1,65 1,23 1,43 1,78 1,68 0,75 2.12 1.42 1,62 1,70 300311 Hooqeveensche Vaart, Meppel 1,36 1,74 0,54 1,20 2.18 2,28 300317 Hoogeveensche Vaart, Ossesluis 2,87 2,27 1,86 1,88 1,28 1,55 1.19 0,97 2,98 2,53 2,80 300332 Omgelegde Hoogeveensche Vaart 1,48 1,43 1,14 0,821 1,82 2,05 300572 Hoogeveensche Vaart, Hoogeveen 3,83 2,18 300574 Hoogeveensche Vaart, Echten 2,77 1,16 300315 Verl. Hooqev. Vaart, Noordsche Schut ^^B 3.98 2,40 3,79 2,75 2.75 1,96 1.15 2,83 300318 Verl. Hoogev. Vaart, Dalen 3,38 2,91 3,78 2,88 2,15 2,20 1,65 5.58 3,62

300322 Verl. Hooqev. Vaart, Erica 2,58 1,93 2,83 2,22 2,32 1,98 2,90 2,77 2,85 1.87 2,75 1,67 300323 Verl. Hooqev. Vaart, Klazienaveen 2,34 1,54 2,01 1,48 2,23 1,28 2,00 1,97 2,45 1,80 2,02 0,98| 300598 Kanaal Coevorden - Zwinderen 3,02 0,92 300108 Stieltjeskanaal, Dalerveen 3,38 2,30 2,40 2,30 2,38 1,92 1,87 0.81 •• 2.68 2,93 3,80 300110 Afwateringskanaal 2,4/ 2,18 3.31 3.65 2,00 1,35 1,12 5,05 2,93 3.02 B

300320 Kanaal Coevorden - Alte-Picardie 2 70 0,80 3,60 2,52

300331 Lutterhoofdwijk 2,38 1,86 2,03 1,92 3.10 1.83 1,95 1,53 1,65 1,88 2,10 ;S| 300602 Stieltjeskanaal, Coevorden 2,09 1,03 300604 Coevorden, Ossehaar 1,24 1,08 1,57™ Meren 300101 Leekstermeer 2,34 1,97 1,31 1,02 0,70 1,02 0,79 3,98 2,92 1,83 1,66 300305 Zuidlaardermeer 2,70 1,99 1,68 0,95 0,75 1,08 0.94H 2,90 2,43 1,79 300531 Friesche veen 0,62 Watersys eem Noordenveld 300112 Koningsdiep 3,37 2,44 2.16 1,50 1,38 1,37 1,52 0,61 3,52 2,80 2,38 300301 Eenerdiep 3,15 2,42 1,83 1,92 0,90 1,40 1,15 3,43 2,50 3.47 300302 Rodervaart 1,30 1,52 1,17 0,69 0,85 0,88 1.19 1,75 2,17 1,15 1,14 300501 Oostervoortse diep 3,42 2,13 300502 Peizerdiep 2,58 1,50 300503 Omgelegde Eelderdiep 3,22 2,03 300525 Slokken 1,81 4,60! 300526 Lieverse diep 2,38 mmI 1.401 300527 Steenberqerloop 300528 Grote Masloot 2,31 1,55 3,83 300529 Matsloot 0,58 1,17 300530 Gouw 0,92 0,63 1,50 300532 Bovenloop Eelderdiep 3,29 2,13 Watersysl eem Drentse Aa 300113 Drentse Aa, De Punt 2,88 2,54 1,94 1,35 1,88 1,83 1,47 3,88 3,25 2.42 2,65 300304 Drentse Aa, Tynaarlo 2,92 2,77 2,06 1,37 1,70 1,98 1,57 3,55 2.55 2,67 300504 Zeeqserloop 1,99 0,58 300506 Rolderdiep 0,97 2,20 300507 Deurzerdiep 0,51 1.37 300516 Amerdiep 1,00 300540 Andersche diep 0,92 300541 Gasterense diep 1.00 2,80 300542 Anloer diep 2,91 300543 Oudemolense diep 0,54 1.43 300544 Smallenbroekerloopje 0,88 2,55 300545 Loonerdiep. Loon 0,54 1.47 300547 Anreeperdiep 0,55 300548 Ruimsloot 1,01 2,92 Watersysl eem Oostermoerse Vaart 300103 Oostermoerse Vaart, De Groeve 3,35 3,10 2,37 1,37 2.23 2.52 2,02 0,67 3.68 2,72 2.07 300307 Oostermoerse Vaart, Bareveld 3,49 2,87 2,33 1.53 2.32 2,33 2,07 1,48 3.40 2,60 1.58 300505 Oostermoerse Vaart, Gasselternijveen 2,04 1,19 3.73 300517 Achterste diep 1,87 0,83 3.97 300533 Hoofdleiding Oostermoerse Vaart 2,13 1,40 3,60 300534 Buiterswijk 2,14 1,56 3,30 300535 Annerkanaal 2,16 1,78 2,93 300536 Waterleiding 3, Oosterm. Vaart 1,19 0,93 1.73 300537 De Beek 2,13 1,20 4.00 300538 Waterleiding 6, Oosterm. Vaart 2,31 1,21 300539 Voorste diep 1.99 1,37 3.23| Watersysteem Smilde 300523 Jan Klokwijk 3,35 2,94 300550 Molenwijk 2,46 1,78 3,83 300554 Waterlossing Vs.2. Venesluis 1,82 Watersysteem Vledder- en Wapserveense Aa 300104 Wapserveense Aa, Havelte 2,07 1,54 0,92 0,90 0,80 0,80 0,57 3,33 2,28 1,27 1,73 300328 Steenwijker Aa 1,95 1,58 0,94 1.04 0,66 0,75 0,55 3,25 2,40 1,33 2,03 300508 Tilgrup, Veldhuizerweg 1.84 1.75| 2,02 300510 Vledder Aa 0,51 1,43 300511 Wapserveense Aa. Wapse l 7^ l^roi 300557 Nijensleeker Schipsloot 1,10 Watersysteem Oude Vaart 300106 Oude Vaart, Meppel 1,51 1.29 0,78 0,66 0,69 0,97 2,33 1,62 1,12 1,25 300312 Beilerstroom 1,52 0,99 0,80 0,88 0,66 0,63 0,63| 2,38 1,35 0,98 1,62 300509 Oude Vaart, Dieverbrug 0,73 1,20 300512 Oude Vaart, Uffelte 0,79 0,54 1,30 300552 Brunstingerleek 1,20 1,18 1,23 300553 Waterlossing 0.48, Eemster 0,69 0,57 0,93 300555 Noordlake 0,82 0,53 1,40 300558 Waterleiding 0.22, Ansen 2,34 1,69 3,63 300559 Waterleiding 0.14, Ansen 0,93 0,69 1,40 300561 Leisloot 0,51 300562 Waterleiding 11, Leisloot 0,56 300564 Waterleiding D.H.2, Meppel 0,73 300566 Waterlossing 4, Haakswold 0,70 300567 Koekanger Aa 0,93 0,70 1,40 300585 Westenborkerstroom 1.25 0,77 0,74 0,68 2.27 0,93 300586 Waterlossing gebied Elperstroom 3.28 2,32 Watersysteem Veenmarken 300111 Stads-compascuumkanaal 2,32 2,05 2.29 1,70 1,62 1,60 2.03 1.82 3,02 2,50 2.55 1,59 300324 Scholtenskanaal 2,85 1,63 2.39 1,40 2,63 1,45 2,42 1,72 3,07 1,82 2.37 1,08 300325 Weerdingermond 1,37 1,19 1,88 1.20 1,17 1,20 2,10 1,52 1,57 1,18 1,67 0,88 300588 Achterwi|k 3,13 1,29 300613 Compascuumkanaal 1,80 2,02 1,37 300614 Kanaal E, Emmerergscheidenveen 1,12 1,22 0,93 300615 Doorsnee 1,13 1.03 1.33 300616 Kijldiep 0,89 0,87 0,93 300617 Valthermond 1,38 1,44 1,27 300618 Oostelijke leiding 1461, 2e Exloermond 1,11 1,10 1,13 300619 Middenleiding 1,17 1,20 1,10 300620 Nw. Afwateringskanaal 1,26 1,25 1,27 300621 Hoofdwaterqang S5 1677, Borger 0,99 0,87 1,23 300622 Dwarsdiep 0,82 0.74 0.97 300625 Wijk Kibbelveen 2.82 Watersysteem Nijeveen-Kolderveen 300565 Kolderveense Westergrift, zuid 1,28 0.88 2.07 300624 Kolderveense Westergrift, noord 1,30 0.70 2.50 Watersysteem Wold Aa 300105 Wold Aa, Rogat 2,24 1,58 0,89 0,97 1,31 1,00 3.17 2,15 1,28 1,72 300513 Wold Aa. Meerwille 1,16 1,03| 1.40 300577 Waterlossing 18, Hees 0,79 300578 Ruiner Aa, Ruinen 0,63 300579 Ruiner Aa. Kraloerweg 1,27 Watersys eem Middenveld

300575 Waterlossing 0.4-20, Fluitenberg 0,52 300576 Oude Diep. Fluitenberg 2,44 1.56 1.59 1,32 2,03 300580 Oude Diep, Pesse 2.43 3,12 2,13 3,03 300581 Middenraai, monding Verl. Hoogev. V. 3.40 2,03 300582 Middenraai, Wijster 2.92 3.17 2,42 300583 Oude diep, Drijber 2,08 1.83 2.60 300584 Waterlossing B.6-78. Holte 2.51 Watersysteem Loo- en Drostendiep 300518 Aalderstroom 2,21 1,58 3,47 300519 Sleenerstroom 1.90 1,38 2.93 300520 Drostendiep, Dalerveen 0,61 0,52 0.80 300522 Geeserstroom 0,91 0,68 1,37 300590 Westerstroom 1.82 1,38 2,70 300591 Drostendiep. onderdoorgang kanaal 0.73 300592 Jonqbloedvaart 2,78 2.07 300593 Holslootdiep 0,60 0.57 mm 300594 Oude diep, Den Hooi •• 300595 Loodiep, onderdoorgang kanaal • • 300599 Loodiep. Dalen 0,59 0,65 • • 300601 Nieuwe Kleine Vecht 1.16 1.03 1,401 300603 |Oude Drostendiep I 1.681 | I 1.701 1 1,63] Watersysteem Riegmeer 300329 De Reest, Uhorst 2,24 2,08 1,37 1,00 1,13 1,33 0,99 3,35 2.82 1,75 1,60 300514 De Reest, Meppel 1.16 0,95 1,57 300515 De Reest, Balkbrug 0,98 0,77 1,40 300568 Veeningerwijk 0,94 2,10 300569 Reestvervangende leiding 1,20 | 2,67 300570 Braambergerslooq 1.81 300571 Zuidwolder waterlossing, Albertsweg 1,29 1.14 1.60 300573 Zuidwolder waterlossing, Ten Arlo 1,19 0,97 1,63 300596 Verlengde Oostopgaande 2.52 1,93 3,70 300597 Dommerswijk 0,64 0,68 0,55 Watersysteem Bargerbeek 300109 Schoonebeekerdiep, Schoonebeek 3,64 1,96 1,54 1,22 2,63 1.42 1.3,1 0.5f>| 1,65 2,50 1,72 1.88

300521 Schoonebeekerdiep, Nieuw-Schoonebeek 1,72 1,15 2,87 300605 Leiding 5170, Stieltjeskanaal 1,47 0.84 2,73 300606 Kanaal A, Stieltjeskanaal 3,98 3,27 300609 Dommerskanaal 0,81 1,53 300610 Leidinq 745, Erica 1,59 I 1'03l 2,70 300611 Verlengde Noordersloot 300612 Waterlossing 1455. Zwartemeer mm 0,88 IP" NI I-«» Ammonium jaargemiddelde zomergemiddelde wintergemiddelde Punt Omschrijving 1993 1994 1995 1996 1993 1994 1995 1996 1993 1994 1995 1996 Primaire (analen 300102 Noord-Willemskanaal, provinciegrens 0,84 0,92 1.20 0,99 0,75 1.03 0,68 1.08 300303 Noord-Willemskanaal, Vries 0,90 0,85 0,69 0,95 0.57 0,67 0,85 1.13 300546 Havenkanaal 300306 Annerveensche kanaal 1,15 0.63 0,68 0.87 0,87 300327 Eexterveensche kanaal 1,20 0,88 1,00 1.17^^1 300107 Meppelerdiep 0,82 0,72 0,46 0,43 0,69 0,51 0,35 0.17 0,95 0,93 0,57 0,70 300308 Noord-Willemskanaal, Kloosterveen 0,74 0,60 0,53 0,43 0,32 0,34 0.38 0.23 1,17 0,87 0,67 0.63| 300310 Drentse Hoofdvaart, Venesluis 0,77 0,63 0,73 0.82 0,63 0,33 0,33 0.35 0,90 0,92 1,13 300524 Kolonievaart 1.11 0,73 300549 Drentse Hoofdvaart, Bovensmilde 0,61 0.58 0,67 300560 Drentse Hoofdvaart, 2e Uffelterbrug 0,48 0,39 0,67 300563 Drentse Hoofdvaart, Meppel 0,58 0,53 0,67 300313 Oranjekanaal, Hooghalen 0,50 0,64 0,51 0,36 0,24 0,42 0,37 0.22 0,77 0.87 0,65 0,50 300551 Oranjekanaal, Hijkersmilde 0,71 0,76 0,60 300587 Oranjekanaal, Schoonoord 0.96 0.58 300589 Oranjekanaal, Emmen 0,25 055] 300309 Beilervaart 0,88 0,56 0,59 0,45 0,52 0,48 0,27 0,63 0,92 300314 Linthors-Homankanaal 0,88 0,81 0,45 0,23 0,88 0,52 0,30 1,10 0,60 300311 Hoogeveensche Vaart, Meppel 0,38 0,38 0.18 0,60 0.58 300317 Hoogeveensche Vaart, Ossesluis 1.14 1,10 0,58 1.08 0,98 0.48 0,48 0,57 0.68 300332 Omgelegde Hoogeveensche Vaart 0,58 0.67 0,50 0.19 0,65 1.15 300572 Hoogeveensche Vaart, Hoogeveen 0,31 0,17 0,60 300574 Hoogeveensche Vaart, Echten 1,07 300315 Verl. Hoogev. Vaart, Noordsche Schut 0,46 0,63 0,43 0.87 0,31 0,58 0,38 0,88 0,62 0,68 0,47 0.87

300321 Bargermeerkanaal 0,63 300322 Verl. Hoogev. Vaart, Erica

300598 Kanaal Coevorden - Zwinderen 0,88 I | | 0,621 ^^^^ 300108 Stieltjeskanaal. Dalerveen 1.12 0,82 300110 Afwateringskanaal 0,99 1.01 1.03 0,83 0.80 0.63 1,18 300319 Coevorden-Vechtkanaal, Coevorden 0,67 0.58 0,69 0,68 0.19 0,22 0.43 0,93

300330 Coevorden-Vechtkanaal, De Haandrik 1.11 0.61 0.52 0.66 0.93 0.28 0.30 0.42 0,93 0,73 (T90| 300331 Lutterhoofdwijk 0,57 0.44 0,45 0.69 0.72 0.43 0,30 0.47 0.42 0,45 0.60 0.921 300602 Stieltjeskanaal. Coevorden 0,88 0.48 300604 Coevorden. Ossehaar 1,09 0,77 Meren 300101 Leekstermeer 0,42 0,35 0,30 0,49 0,18 0,19 0,75 0,59 0,42 0,78 300305 Zuidlaardermeer 0.43 0.46 0,38 0,45 0,16 0,27 0,18 0,77 0,76 0,49 0.71 300531 Friesche veen 0,17 0.32 Watersysl eem Noordenveld 300112 Koningsdiep 0,37 0,44 0.43 0,44 0,22 0,47 0,25 0.58 0.67 0.40 0.63

300302 Rodervaart 0.73 0,87 300501 Oostervoortse diep 0.17 300502 Peizerdiep 0.41 0,22 0,80 300503 Omgelegde Eelderdiep 0.28 0,17 0,50 300525 Slokkert 0,25 0.47 300526 Lieverse diep 0,46 0,23 0,90 300527 Steenbergerloop 0,59 0.30 1,17 300528 Grote Masloot 0,24 0.17 0.40 300529 Matslool 0.47 0,25 0.90 300530 Gouw 0.34 0,20 0.63 300532 Bovenloop Eelderdiep 0,27 0,19 0,42 Watersysl eem Drentse Aa 300113 Drentse Aa. De Punt 0,37 0.23 0,26 0,37 0,27 0,17 0,18 0.37 0.20 0,35 300304 Drentse Aa. Tynaarlo 0.40 0.21 0,27 0,31 0.24 0,18 0,21 0.50 0.18 0.35 300504 Zeegser loop 0.40 0.27 0.67 300506 Rolderdiep 0.23 0,23 0.23 300507 Deurzerdiep 0.21 0.18 0.27 300516 Amerdiep 0.19 0.37 300540 Andersche diep 0,16 0.17 300541 Gasterense diep 0.19 0.16 0.27 300542 Anloer diep 0.20 0,18 0.23 300543 Oudemolense diep 0.19 0,16 0,27 300544 Smallenbroekerloopje 0.17 0.18 0.17 300545 Loonerdiep. Loon 0.19 0,16 0,27 300547 Anreeperdiep 0.31 0,27 0,40 300548 Ruimsloot 0.21 0.37 Watersysl eem Oostermoerse Vaart 300103 Oostermoerse Vaart. De Groeve 1,03 0.91 0.69 0.64 0.45 0.50 0.57 0.28 0.82 0^9 300307 Oostermoerse Vaart. Bareveld 1.13 0.76 1.18 0,72 0,88 0.58 1.13 0.93 300505 Oostermoerse Vaart. Gasselternijveen 0.41 0.24 0,73 300517 Achterste diep 0,31 0,63 U 300533 Hoofdleiding Oostermoerse Vaart 0.60 0,52 0.77 300534 Buiterswijk 0,59| 0,43 0,93| 300535 Annerkanaal 300536 Waterleiding 3, Oosterm. Vaart •0,3• 8 0,32 0,50 300537 De Beek 0,95 4.10| 300538 Waterleidinq 6, Oosterm. Vaart 0,19 0,37 300539 Voorste diep 0,53 0,38 0,83 Watersysteem Smilde 300523 Jan Klokwijk 1.08 300550 Molenwijk 1,15 300554 Waterlossing Vs.2, Venesluis 0,81 0,33 Watersysteem Vledder- en Wapserveense Aa 300104 Wapserveense Aa, Havelte 0,25 0.31 0,32 0,25 0,18 0,22 0,40 0,45 0,42 0,40 300328 Steenwijker Aa 0,25 0,33 0,29 0,23 0,17 0,18 0,42 0,48 0,40 0,36 300508 Tilqrup, Veldhuizerweg 0,74 300510 Vledder Aa 0,21 0,40 300511 Wapserveense Aa, Wapse 0,17 0,23 300556 Tilqrup, Zorqvliet 0,38 0,90 300557 Nijensleeker Schipsloot 0,33 0,80 Watersysteem Oude Vaart 300106 Oude Vaart, Meppel 0,24 0,33 0,28 0,29 0,28 0,20| 0,37 0,38 0,35 0,47 300312 Beilerstroom 0,23 0,25 0,28 0.33 0,16 0,25 0,27 0,30 0,33 0.32 0,40 300509 Oude Vaart, Dieverbruq 0,34 0,18 0,67 300512 Oude Vaart, Utfelte 0,27 0,20 0,40 300552 Brunstingerleek 0,27 0,27 0,27 300553 Waterlossing 0.48, Eemster 0,38 0,30 0,53 300555 Noordlake 0,43 0,18 0,93 300558 Waterleidinq 0.22, Ansen 0,24 0,20 0,33 300559 Waterleidinq 0.14, Ansen 0,29 0,20 0,47 300561 Leisloot 0,18 0,16 0,23 300562 Waterleidinq 11, Leisloot 0,41 0,28 0,67 300564 Waterleiding D.H.2, Meppel 0,45 1,13 300566 Waterlossing 4, Haakswold 0,42 0,97 300567 Koekanger Aa 0,44 0.37 0,60 300585 Westenborkerstroom 0,18 0,23 0,20 0,33 0,30 300586 Waterlossing gebied Elperstroom 0,17 0,33 Watersysteem Veenmarken 300111 Stads-compascuumkanaal 0,82 0,64 1,13| 0.73M 2

300325 Weerdingermond 1,15 1,67 ü~98 3.40| 300588 Achterwijk 1,101 0,70 300613 Compascuumkanaal 300614 Kanaal E, Emmerergscheidenveen 300615 Doorsnee 300616 Kijldiep 1.13 300617 Valthermond 0,21 0.23 0,17 300618 Oostelijke leiding 1461, 2e Exloermond 1.18 300619 Middenleiding 1,20 300620 Nw. Afwateringskanaal 300621 Hoofdwatergang S5 1677, Borger 300622 Dwarsdiep 300625 Wijk Kibbelveen 0,99 0,79 ™ Watersysteem Nijeveen-Kolderveen 300565 Kolderveense Westergrift, zuid 0,84 0,37| 300624 Kolderveense Westergrift, noord 0,47 I 1,171 Watersysteem Wold Aa 300105 Wold Aa, Rogat 0,42 0,40 0,37 0,41 0,26 0,18 0,27 0,58 0.62 0,47 0,67 300513 Wold Aa, Meerwille 0,33 0,25 0,50 300577 Waterlossing 18, Hees 0,33 0,80 300578 Ruiner Aa, Ruinen 0.20 0.20 0,20 300579 Ruiner Aa, Kraloerweg 0,25 0,27 0,22 Watersysteem Middenveld 300316 Oude diep. Echten 0,35 0,40 0,40 0,38 0,21 0,29 0,25 0,48 0,52 0.55 0,63 300575 Waterlossinq 0.4-20, Fluitenberg 0,75 0,55 1,05 300576 Oude Diep, Fluitenberg 0,38 0,37 0,23 0,33 0,43 300580 Oude Diep, Pesse 0,33 0,56 0,19 0,28 1,10 300581 Middenraai, monding Verl. Hooqev. V. 0,46 0,48 0,40 300582 Middenraai, Wijster 0,43 0,42 0,47 300583 Oude diep, Drijber 0,32 0,30 0,37 300584 Waterlossinq B.6-78, Holte 0,48 0.40 0,63 Watersysteem Loo- en Drostendiep 300518 Aalderstroom 0,28 0,22 0,40 300519 Sleenerstroom 0.30 0,25 0,40 300520 Drostendiep. Dalerveen 0,46 0,35 0,67 300522 Geeserstroom 0,27 0,24 0.33 300590 Westerstroom 0,27 0,23 0,37 300591 Drostendiep, onderdoorqang kanaal 0,24 0,18 0,37 300592 Jongbloedvaart 0,26 0,22 0.33 300593 Holslootdiep 0,38 0,32 0,50 300594 Oude diep, Den Hooi 300595 Loodiep, onderdoorgang kanaal 0,59 0,52 0.73 300599 Loodiep, Dalen 0,40 0,35 0,50 300601 Nieuwe Kleine Vecht 1,14 300603 |Oude Drostendiep I 1.171 | I 1.021 | Watersysteem Riegmeer 300329 De Reest, Uhorst 0,65 0,62 0,61 0,73 0,23 <)£3 0,37 0.30 1,07 1,02 0,85 1,17 300514 De Reest, Meppel 0,29 0,63 300515 De Reest. Balkbrug 1,16 0,73 300568 Veeninqerwijk 0,48 0,18 1.07 300569 Reestvervanqende leiding 0,87 0,58 300570 Braamberqersloog 0.66 0,23 300571 Zuidwolder waterlossing, Albertsweg 0.64 0,50 0.93 300573 Zuidwolder waterlossing, Ten Arlo 0,61 0,50 0.83 300596 Verlengde Oostopgaande 0,46 0,52 0,33 300597 Dommerswijk Watersysteem Bargerbeek 300109 Schoonebeekerdiep, Schoonebeek 1,18 300326 Schoonbeekerdiep, Twist 300521 Schoonebeekerdiep, Nieuw-Schoonebeek 300605 Leiding 5170, Stieltjeskanaal 0.95] 300606 Kanaal A. Stieltjeskanaal 300609 Dommerskanaal 0,97 300610 Leiding 745, Erica 1,11 300611 Verlengde Noordersloot 300612 Waterlossing 1455, Zwartemeer mm 0,69 Kjeldahl-stikstof jaargemiddelde zomergemiddelde wintergemiddelde Punt Omschrijving 1993 1994 1995 1996 1993 1994 1995 1996 1993 1994 1995 1996 Primaire (analen 300102 Noord-Willemskanaal, provinciegrens 2,87 3,10 3,06 5,63 3,17 2,78 2,88 2,57 3.42 3,23 3,17 300303 Noord-Willemskanaal, Vries 3,23 3.13 2,68 3,93 3,38 2,78 2,75 4,22 3,07 3.48 2,62 3,65 300546 Havenkanaal 4,51 4,52 4,50 300306 Annerveensche kanaal 3,71 3,22 3.34 3,76 2,32 2,48 3,05 2,63 5,10 3,95 3,63 4.88 300327 Eexterveensche kanaal 3,43 3,41 3,58 3,58 3,02 3,08 3,23 2,98 3,85 3,73 3.93 4.17 300107 Meppelerdiep 2,50 2,76 1,81 1,68 2,02 2,62 1,67 1,50 2,98 2,90 1.95 1.87 300308 Noord-Willemskanaal, Kloosterveen 3.72 3,38 2,78 2,26 2,87 2,93 2,55 2,33 4,57 3,83 3,02 2.18 300310 Drentse Hoofdvaart, Venesluis 3,12 3,37 2,71 2,68 2,33 3,03 2,33 2,32 3.90 3,70 3,08 3.03 300524 Kolonievaart 3,39 2.77 4,63 300549 Drentse Hoofdvaart, Bovensmilde 2,74 2,95 2,33 300560 Drentse Hoofdvaart, 2e Uffelterbruq 2,64 2,48 2,97 300563 Drentse Hoofdvaart, Meppel 2,76 2,52 3,23 300313 Oranjekanaal, Hooqhalen 2,53 2,83 2,42 1,89 2,05 2,90 2,62 2,03 3,00 2,77 2,22 1,75 300551 Oranjekanaal, Hijkersmilde 2,91 2,92 2,90 300587 Oranjekanaal, Schoonoord 3,26 2,90 3,97 300589 Oranjekanaal, Emmen 2,38 2,08 2,97 300309 Beilervaart 3,90 4,43 2,73 2,58 2,67 4,33 2,82 2,35 5,13 4,52 2,65 2,80 300314 Linthors-Homankanaal 3,43 4,62 2,98 2,21 2,72 3,67 2,95 2,28 4,15 5,57 3,02 2,13 300311 Hooqeveensche Vaart, Meppel 1,90 2,16 1,70 2,05 2.10 2,27 300317 Hoogeveensche Vaart, Ossesluis 3,82 3,73 2,63 2,81 3,58 2,90 2,43 2,05 4.05 4,57 2,82 3.57 300332 Omgelegde Hooqeveensche Vaart 2,23 1,98 2,27 1,50 2,20 2,45 300572 Hooqeveensche Vaart, Hooqeveen 2,74 2,17 3.90 300574 Hoogeveensche Vaart, Echten 3,61 3,42 4,00 300315 Verl. Hoogev. Vaart, Noordsche Schut 3,45 3,39 2,47 2,79 3,25 3,20 2,58 2,65 3,65 3,58 2,35 2,93 300318 Verl. Hoogev. Vaart, Dalen 2,77 2,53 2,61 4,77 2,62 2,45 2,65 4,20 2,92 2,60 2,57 5,33 300321 Bargermeerkanaal 4,71 5,08 4,63 4J3 4,52 5,75 2,33 4,90 4,40 3,13 5,92 300322 Verl. Hooqev. Vaart, Erica 5,02 5,18 5,30 4,32 5,43 4,92 3,85 4,33 300323 Verl. Hoogev. Vaart, Klazienaveen 5,28 5,25 4,42 5*98 4,57 5,67 •^h5,18 n 6,00 4,83 3.65 3,78 300598 Kanaal Coevorden - Zwinderen 3.22 2,85 3,97 300108 Stieltjeskanaal, Dalerveen 4,64 4,10 3,78 4,01 3,67 3,63 3,62 2,40 5,62 4,57 3,95 5,62 300110 Afwateringskanaal 3,82 3.38 2,76 2,70 3,33 2,78 2,63 2,20 4,30 3.98 2,88 3,20 300319 Coevorden-Vechtkanaal, Coevorden 3,67 3.02 2,00 2,24 2,98 2,98 1,62 2,12 4,35 3,05 2,38 2,37 300320 Kanaal Coevorden - Alte-Picardie 4,10 3,38 2.87 2,59 3,25 2,82 2,42 1,73 4,95 3,93 3.32 3,45 300330 Coevorden-Vechtkanaal, De Haandrik 3.32 2,50 2,11 2,17 3,17 2,38 2,13 2,13 3,47 2,62 2.08 2,20 300331 Lutterhoofdwijk 2,28 1,85 1,70 2,25 2,70 2,13 1,60 1,90 1,87 1,57 1,80 2,60 300602 Stieltjeskanaal, Coevorden 2,52 2,00 3,57 300604 Coevorden, Ossehaar 2,72 2,48 3,20 Meren 300101 Leekstermeer 3,11 3,66 3,13 3,50 2,47 3,23 3,12 2,88 3,75 4,08 3,15 4,12 300305 Zuidlaardermeer 2,87 3,09 3,40 2,28 2,78 3,17 4,30 2,12 2,95 3,02 2,50 2.43 300531 Friesche veen 1,97 1.87 2,17 Watersys eem Noordenveld 300112 Koninqsdiep 2,36 2,70 2,21 1,92 1,73 2,00 2,08 1,72 2,98 3,40 2,33 2,12 300301 Eenerdiep 3,06 3,58 2,78 2,66 2.30 2,70 2,63 2,27 3,82 4,47 2,92 3,05 300302 Rodervaart 3,82 4,19 5,08 4,46 3,62 3,08 4,90 3,07 4,02 5,30 5,27 5,85 300501 Oostervoortse diep 1,20 1,18 1,23 300502 Peizerdiep 1,96 1,70 2,47 300503 Omgelegde Eelderdiep 2,38 2,08 2,97 300525 Slokkert 1,42 1,15 1,97 300526 Lieverse diep 1,83 1,43 2.63 300527 Steenberqerloop 2,78 2,27 3,80 300528 Grote Masloot 1,54 1,53 1.57 300529 Matsloot 3,52 3,33 3,90 300530 Gouw 2,38 2,28 2,57 300532 Bovenloop Eelderdiep 2,20 1,92 2,77 Watersysl eem Drentse Aa 300113 Drentse Aa, De Punt 1,61 2,23 1,48 1,04 1,53 1,95 1.55 0,95 1,68 2.50 1,40 1,13 300304 Drentse Aa, Tynaarlo 1,69 2,24 1,53 1.03 1,70 1,63 1.52 1,68 2.85 1.53 1,40 300504 Zeegser loop 1.54 1,32 2,00 300506 Rolderdiep 0,97 1,02 0,87 300507 Deurzerdiep 0.78 1,17 300516 Amerdiep 0,83 300540 Andersche diep 0,97 1,08 300541 Gasterense diep 0,91 0,77 1.20 300542 Anloer diep 0.83 1,23 300543 Oudemolense diep 0,83 1,03 300544 Smallenbroekerloopje 0,93 300545 Loonerdiep, Loon 0,79 1.10 300547 Anreeperdiep 1,02 öTül 1,20 300548 Ruimsloot 0.91 1,50 Watersysteem Oostermoerse Vaart ••• 300103 Oostermoerse Vaart, De Groeve 2,62 2,69 2.29 1,93 1,92 1,98 2,13 1.63 3,32 3,40 2,45 2,23 300307 Oostermoerse Vaart, Bareveld 3,04 2,98 2,39 2,52 2,33 2,40 2,22 2,58 3,75 3,57 2,57 2,45 300505 Oostermoerse Vaart, Gasselternijveen 1,90 1,62 2,47 300517 Achterste diep 1,78 1,33 2,67 300533 Hoofdleiding Oostermoerse Vaart 2,44 2,25 2,83 300534 Buiterswijk 3.03 2,87 3,37 300535 Annerkanaal 5.41 5,30 5,63 300536 Waterleiding 3, Oosterm. Vaart 1,84 1,72 2,10 300537 De Beek 4,19 2,90 300538 Waterleiding 6, Oosterm. Vaart 1.48 1.25 1,93 300539 Voorste diep 1,90 1,72 2,27 Watersysteem Smilde 300523 Jan Klokwijk 4,01 3,75 4,53 300550 Molenwijk 3,49 3,30 3,87 30055-1 Waterlossing Vs.2. Venesluis 2.84 2,23 4,07 Watersysteem Vledder- en Wapserveense Aa 300104 Wapserveense Aa, Havelte 1,59 2,13 1,48 1,26 0,97 2.08 1,22 1,18 2,22 2,17 1,73 1.33 300328 Steenwijker Aa 1.58 1,99 1.45 1,17 0,98 1.70 1,17 1,10 2,17 2,28 1.73 1,23 300508 Tilqrup, Veldhuizerweq 2,70 2,33 3,43 300510 Vledder Aa 1,47 1,38 1,63 300511 Wapserveense Aa. Wapse 0,77 0,82 300556 Tilqrup, Zorgvliet 2,04 1.72 300557 Nijensleeker Schipsloot 3.26 3,45 2,87 Watersysteem Oude Vaart 300106 Oude Vaart, Meppel 1,59 1.86 1,21 1.16 1,53 2.05 0,97 1,12 1,65 1.67 1,45 1,20 300312 Beilerstroom 1.40 1,32 1.16 1.13 0,95 1,18 1,13 1,05 1.85 1,45 1,18 1,22 300509 Oude Vaart, Dieverbrug 1,53 1,00 2,60 300512 Oude Vaart, Uftelte 1.31 1,02 1,90 300552 Brunstingerleek 1,49 1,52 1,43 300553 Waterlossing 0.48. Eemster 1,63 1,58 1,73 300555 Noordlake 1,73 1,12 2,97 300558 Waterleiding 0.22, Ansen 0,97 0,78 1,33 300559 Waterleiding 0.14, Ansen 1,10 0,83 1,63 300561 Leisloot 0,82 1,00 300562 Waterleiding 11, Leisloot 1,62 1,38 2,10 300564 Waterleiding D.H.2, Meppel 2,24 1,85 3,03 300566 Waterlossing 4, Haakswold 1,70 1,42 2,27 300567 Koekanger Aa 1.71 1.60 1,93 300585 Westenborkerstroom 1,12 1,17 1,20 1,87 1,10 300586 Waterlossing gebied Elperstroom 1,91 1,601 2,53 Watersysteem Veenmarken 300111 Stads-compascuumkanaal 4.13 4.08 3,45 3.44 3,13 3,28 3,27 2,75 5.13 4,87 3,63 4,13 300324 Scholtenskanaal 3,85 4.68 3,67 5,11 3.23 5.43 3,83 4.47 3.92 3,50 3,55 300325 Weerdingermond 4,27 4.22 4.10 3,63 2,95 3,30 3,65 2,63 5,58 5.13 4,55 4,63 300588 Achterwijk 4.74 4,47 5.30 300613 Compascuumkanaal 3,66 3,40 4,17 300614 Kanaal E, Emmerergscheidenveen 4.33 3.92 5.17 300615 Doorsnee 3,52 3,07 4.43 300616 Kijldiep 3,29 2,93 4.00 300617 Valthermond 1,70 1,83 1,43 300618 Oostelijke leiding 1461.2 e Exloermond 3,52 2,88 4,80 300619 Middenleiding 3,98 3,20 5.53 300620 Nw. Afwateringskanaal 5,43 4,53 300621 Hoofdwatergang S5 1677, Borger 4,04 3,30 5,53 300622 Dwarsdiep 4,21 3,38 5,87 300625 Wijk Kibbelveen 3,46 3,02 4.33 Watersysteem Nijeveen-Kolderveen 300565 Kolderveense Westergrift, zuid 2.54 1.98 3,67 300624 Kolderveense Westergrift, noord 1,97 1.47 2.97 Watersysteem Wold Aa 300105 Wold Aa. Rogat 2,08 2,28 1,75 1,68 1,65 2,10 1.53 1,47 2,52 2,45 1,97 1,90 300513 Wold Aa. Meerwille 1,44 1,15 2,03 300577 Waterlossing 18. Hees 2,07 2,13 1,95 300578 Ruiner Aa. Ruinen 1.17 1,23 1,03 300579 Ruiner Aa. Kraloerweg 1,54 1.55 1,53 Watersysteem Middenveld 300316 Oude diep. Echten 2,70 2.69 2,03 1.53 2,17 2,42 1.87 1.33 3,23 2,97 2,20 1.73 300575 Waterlossing 0.4-20. Fluitenberg 3.14 3,27 2,95 300576 Oude Diep, Fluitenberq 2.83 2,02 2,43 1,93 2,20 300580 Oude Diep. Pesse 2.88 2,37 2.25 2,08 2,93 300581 Middenraai. monding Verl. Hoogev. V. 2.52 2,60 2,37 300582 Middenraai. Wijster 2,63 2,80 2,30 300583 Oude diep. Drijber 1.73 1,73 1.73 300584 Waterlossing B.6-78. Holte 1,96 1,87 2,13 Watersysteem Loo- en Drostendiep 300518 Aalderstroom 2.07 2,00 2,20 300519 Sleenerstroom 1,76 1.72 1,83 300520 Drostendiep. Dalerveen 1,88 1.78 2,07 300522 Geeserstroom 1,50 1.48 1.53 300590 Westerstroom 1.69 1,68 1,70 300591 Drostendiep. onderdoorgang kanaal 1.39 1.10 1.97 300592 Jonqbloedvaart 1.67 1.82 1.37 300593 Holslootdiep 1.70 1.72 1,67 300594 Oude diep. Den Hooi 3,14 3,15 3,13 300595 Loodiep, onderdoorgang kanaal 1.77 1.82 1.67 300599 Loodiep. Dalen 1.61 1.80 1.23 300601 Nieuwe Kleine Vecht 3,37 3.40 3.30 300603 |Oude Drostendiep 2.89J 2,83| 3,00| Watersysteem Riegmeer 300329 De Reest, Uhorst 2,47 2,53 2,21 2,24 1,78 1,95 1,73 1,68 3,15 3,12 2,68 2,80 300514 De Reest, Meppel 1,71 1,32 2,50 300515 De Reest, Balkbrug 3,29 2,65 4,57 300568 Veeningerwijk 1,78 1,58 2,17 300569 Reestvervangende leiding 2,47 2,27 2,87 300570 Braambergersloog 2,77 2,20 3,90 300571 Zuidwolder waterlossing, Albertsweg 2,57 2,13 3,43 300573 Zuidwolder waterlossing, Ten Arlo 2,99 2,78 3,40 300596 Verlengde Oostopgaande 2,38 2,43 2,27 300597 Dommerswijk 3,18 3,02 3,50 Watersysteem Bargerbeek 300109 Schoonebeekerdiep, Schoonebeek 5,511 4,74 4,19 3,67 5,37| 3,95 3,65 2,45 5,65| 5,53 4,73 4.88 300326 Schoonbeekerdiep, Twist 5,85HBRnll 300521 Schoonebeekerdiep, Nieuw-Schoonebeek 5.85 300605 Leiding 5170, Stieltjeskanaal 3,94 3,52 4,80 300606 Kanaal A, Stieltjeskanaal 4.07 3,88 4,4a 300609 Dommerskanaal 3.10 3,25 2,80 300610 Leiding 745, Erica 3,61 2,97 4,90 300611 Verlengde Noordersloot 3.14 3,28 2,87 300612 Waterlossing 1455, Zwartemeer 3,31 2,65 4,63 N-totaal jaargemiddelde zomergemiddelde wintergemiddelde Punt Omschrijving 1993 1994 1995 1996 1993 1994 1995 1996 1993 1994 1995 1996 Primaire (analen 300102 Noord-Willemskanaal, provinciegrens 7,05 6.67 6.35 6,60 5,63 5,59 7,50 7,70 7,12 5.82 300303 Noord-Willemskanaal, Vries 7,79 6,60 6.03 7.54 7,07 5,65 6,00 7,97 8.52 7.56 6.07 7,11 300546 Havenkanaal 7.69 7.06 300306 Annerveensche kanaal 7,38 5,96 5,91 5,56 4,06 4.63 5,30 4.05 7,29 6,52 7,07 300327 Eexterveensche kanaal 5.87 6,27 5,51 4,90 4,36 4,97 5,22 4,43 738 7.57 5,80 5,37 300107 Meppelerdiep 5.05 4,68 3,19 3,37 3.65 3,87 2,67 3,03 6.44 5.49 3,72 3,71 300308 Noord-Willemskanaal. Kloosterveen 6,21 5,48 4,36 6,31 5,35 4,85 3.85 7.08 6,12 4,86 300310 Drentse Hoofdvaart, Venesluis 7.71 7,06 5.87 5.26 5.00 5,45 5,14 4.25 10.42 8,67 6.59 6.28 300524 Kolonievaart 4,77 3,99 6,33 300549 Drentse Hoofdvaart, Bovensmilde 5.40 5,27 5,67 300560 Drentse Hoofdvaart. 2e Uffelterbrug 5,61 4,50 7,82 300563 Drentse Hoofdvaart, Meppel 5,66 4,61 7,77 300313 Oranjekanaal. Hooghalen 5,93 5,63 4,93 3.91 4,42 4,84 5,10 3,53 7,44 6.43 4.77 4,30 300551 Oranjekanaal, Hijkersmilde 6,62 5,81 8,24 300587 Oranjekanaal, Schoonoord 8,13 7,09 300589 Oranjekanaal, Emmen 7,16 5,19 300309 Beilervaart 7,05 7,61 4,83 4,83 4,50 6,67 4,95 4,12 ^ 8,55 4,71 5,53 300314 Linthors-Homankanaal 5,30 6,32 4,72 3,50 4,25 5,56 4,72 3,11 6,35 7,07 4,71 3,89 300311 Hoogeveensche Vaart, Meppel 3,32 3,96 2,30 3,31 4,33 4,61 300317 Hoogeveensche Vaart, Ossesluis 6,80 6.10 4,54 4,75 5.00 4,55 3,67 3,05 8,59 7,65 5,41 6.44 300332 Omgelegde Hoogeveensche Vaart 3,76 3,45 3,45 2,34 4,06 4.57 300572 Hoogeveensche Vaart, Hoogeveen 6,66 4,44 300574 Hoogeveensche Vaart, Echten 6,47 4,67 300315 Verl. Hooqev. Vaart. Noordsche Schut 8,29 7,47 4,91 6,65 6,09 6,05 4.59 3.84 5,22 300318 Verl. Hoogev. Vaart. Dalen 7,08 5,99 5.60 8.62 5,61 4,70 4,94 5.91 8,56 7,28 6,27 300321 Bargermeerkanaal 5,45 5,86 5.44 5.16 5.04 6.27 6.61 3.72 5,86 5,44 4,27 6,61 300322 Verl. Hoogev. Vaart, Erica 7,69 7,19 8,22 8.70 6,74 7.54 8,64 6,85 6,67 6,05 300323 Verl. Hooqev. Vaart. Klazienaveen 7,72 6,91 6,50 7,52 6.93 7.11 7,28 8,52 6.71 5.71 4,84 300598 Kanaal Coevorden - Zwinderen 6,31 3.811 300108 Stieltjeskanaal, Dalerveen 8,10 6.49 6.25 6,37 6,14 5,64 5,56 3.25HH1 7.34 9 4o| 300110 Afwateringskanaal 8,27 5.95 5.02 6,08 7,12 4,91 4,08 3,39 9.43 6.99 5.97 8,77| 300319 Coevorden-Vechtkanaal, Coevorden 8,55 7.75 6.50 7,88 7,60 7.17 5,91 4.00 9.49 8.33 300320 Kanaal Coevorden - Alte-Picardie 8.59 6.17 4,99 4,36 6,32 4.74 4.10 10.86 7.61 5,89 6,16| 300330 Coevorden-Vechtkanaal. De Haandrik 8.44 6,74 7,82 7,96 7.71 6,48 4,55 300331 Lutterhoofdwijk 4.74 3,78 3.78 4,22 5,93 4,07 3,61 3.50 3,56 3,50 3,95 4,95 300602 Stieltjeskanaal, Coevorden 4,67 3.09 7,84 300604 Coevorden, Ossehaar 4,03 3.63 4,82 Meren 300101 Leekstermeer 5,50 5,67 4,46 4,54 3,20 4,28 3.93 3,28 7,80 7,06 5,00 5,81 300305 Zuidlaardermeer 5,63 5,12 5.11 3,25 3,57 4,28 5,26 2,23 7,68 5,97 4,96 4,26 300531 Friesche veen 2,28 2,00 2.82 Watersys eem Noordenveld 300112 Koningsdiep 5,79 5,20 4,40 3.45 3,17 3,42 3,64 2,37 8.41 6,98 5,17 4,54 300301 Eenerdiep 6,27 6.06 4.63 4,61 3,27 4,16 3,82 2,66 7,96 5,45 6,56 300302 Roden/aart 5,20 5,80 6.37 5,19 4,58 4,01 6.22 3,34 5,83 7.59 6.52 7,04 300501 Oostervoortse diep 4,66 3,35 7,26 300502 Peizerdiep 4,60 3,27 7,24 300503 Omgelegde Eelderdiep 5,67 4.20 8,63 300525 Slokkert 3.27 1,60 6,61 300526 Lieverse diep 4,27 2,91 7,01 300527 Steenberqerloop 8.08 300528 Grote Masloot 3,92 3.16 5.45 300529 Matsloot 4,15 3.65 5.14 300530 Gouw 3.33 2,94 4.12 300532 Bovenloop Eelderdiep 5,58 4,13 8,47 Watersysl eem Drentse Aa 300113 Drentse Aa. De Punt 4,54 4,84 3.44 2,41 3,47 3,87 3,04 5.61 5,80 3.84 3.81 300304 Drentse Aa, Tynaarlo 4.66 5,07 3.61 2.42 3,45 3.68 3.11 5.86 6,46 4,10 4,10 300504 Zeeqserloop 3.57 1.94 6,83 300506 Rolderdiep 1.95 1.39 3,08 300507 Deurzerdiep 1.29 2,55 300516 Amerdiep 1,85 300540 Andersche diep 1.31 1,67 300541 Gasterense diep 1.92 4,01 300542 Anloer diep 3.75 300543 Oudemolense diep 1.38 2,49 300544 Smallenbroekerloopje 1.51 3,49 300545 Uoonerdiep. Loon 1.35 2,59 300547 Anreeperdiep 1,26 1,76 300548 Ruimsloot 1.93 4.44 Watersyst eem Oostermoerse Vaart 300103 Oostermoerse Vaart. De Groeve 6,07 5.89 4.72 3.37 4,27 4.62 4.22 2.37 7,87 7,16 5,21 4,37 300307 Oostermoerse Vaart. Bareveld 6,65 5.96 4.77 4.13 4,76 4.87 4,34 4.18 8.53 7,04 5,21 4,08 300505 Oostermoerse Vaart. Gasselternijveen 4,00 2.88 6,24 300517 Achterste diep 3,70 2,21 6,68 300533 Hoofdleidinq Oostermoerse Vaart 4,63 3.71 6.48 300534 Buiterswijk 5,22 4,48 6,71 300535 Annerkanaal 7,63 7,13 8,61 300536 Waterleiding 3, Oosterm. Vaart 3,07 2,68 3,86 300537 De Beek 6,42 4,21 300538 Waterleiding 6, Oosterm. Vaart 3,82 2,51 6,46 300539 Voorste diep 3.96 3,16 5,54 Watersysteem Smilde 300523 Jan Klokwijk 7,43 6,76 8,77 300550 Molenwijk 6,08 5,19 7,87 300554 Waterlossing Vs.2, Venesluis 7,35 4,11 Watersysteem Vledder- en Wapserveense Aa 300104 Wapserveense Aa, Havelte 3,72 3,71 2,41 2,17 1.82 2,93 1,80 1,25 5,61 4,50 3,02 3,10 300328 Steenwijker Aa 3,58 3,62 2,41 2,22 1.69 2,49 1,73 1,16 5,47 4,74 3,09 3,29 300508 Tilgrup, Veldhuizerweg 4,61 4,16 5,50 300510 Vledder Aa 2,00 1,44 3,10 300511 Wapserveense Aa, Wapse 300556 Tilqrup, Zorgvliet 3,85 3,04 5.47 300557 Nijensleeker Schipsloot 3,71 3,56 4,00 Watersysteem Oude Vaart 300106 Oude Vaart, Meppel 3,15 3,21 2,01 1,84 2,28 3,09 1,44 1,20 4,03 3,34 2,59 2,48 300312 Beilerstroom 2,97 2,35 1,98 2,03 1,67 1,85 1,78 1,21 4,28 2,84 2,18 2.86 300509 Oude Vaart, Dieverbruq 2,29 1,52 3,82 300512 Oude Vaart, Uffelte 2,13 1,58 3,23 300552 Brunstingerleek 2,72 2,74 2,68 300553 Waterlossing 0.48, Eemster 2,38 2,21 2.71 300555 Noordlake 2,57 1,66 4,39 300558 Waterleiding 0.22, Ansen 3.33 2,50 5,00 300559 Waterleiding 0.14, Ansen 2,05 1,54 3,06 300561 Leisloot 1,34 1,14 1,74 300562 Waterleiding 11, Leisloot 2,20 1,84 2,90 300564 Waterleiding D.H.2, Meppel 2,58 1,97 3,80 300566 Waterlossing 4, Haakswold 2,02 1,53 3,01 300567 Koekanger Aa 2,68 2,34 3,37 300585 Westenborkerstroom 2,42 1,96 1,55 1,91 4,17 2,05 300586 Waterlossing gebied Elperstroom 5,23 3,97 7,77 Watersysteem Veenmarken 300111 Stads-compascuumkanaal 6,53 6,20 5,81 5,20 4,84 4,96 5,38 4,63 8,22 7,45 6,23 5,78 300324 Scholtenskanaal 6,84 6,44 6,15 6,61 6,02 7,03 6,37 8,50 7,67 5,85 5,92 4.72 300325 Weerdingermond 5.69 5,49 6,06 4,89 4.19 4,60 5,87 4,23 7,19 6,37 6,26 5,55 300588 Achterwijk 7,94 5.83 300613 Compascuumkanaal 5,53 5,51 5,57 300614 Kanaal E, Emmerergscheidenveen 5,55 5,25 6,16 300615 Doorsnee 4,73 4,18 5,83 300616 Kijldiep 4,24 3,87 4,97 300617 Valthermond 3,13 3,33 2,72 300618 Oostelijke leiding 1461, 2e Exloermond 4,71 4,08 5,96 300619 Middenleiding 5,22 4,50 6,68 300620 Nw. Afwateringskanaal 6,78 5,89 8,55 300621 Hoofdwatergang S5 1677, Borger 5,08 4,22 6,80 300622 Dwarsdiep 5,07 4,17 6,87 300625 Wijk Kibbelveen 5,93 Watersysteem Nijeveen-Kolderveen 300565 Kolderveense Westerqrift, zuid 3,93 2,99 5,80 300624 Kolderveense Westergrift, noord 3,34 2,24 5,52 Watersysteem Wold Aa 300105 Wold Aa, Rogat 4,39 3,90 2,66 2,68 3,04 3,15 2,05 1,70 5,73 4,66 3,27 3,66 300513 Wold Aa, Meerwille 2,64 2,23 3,46 300577 Waterlossing 18,Hee s 2,92 300578 Ruiner Aa, Ruinen 1,60 1,57 1,68 300579 Ruiner Aa, Kraloerweg 2,49 2.32 2,81 Watersysteem Middenveld 300316 Oude diep, Echten 5.89 4,70 3,12 3,32 3,74 3,55 2,71 1,39 8,04 5,85 3,52 5,24 300575 Waterlossing 0.4-20, Fluitenberq 3,81 300576 Oude Diep, Fluitenberq 5.37 3,62 4,13 3,28 4,29 300580 Oude Diep, Pesse 7,68 4,83 5.46 4,24 6,01 300581 Middenraai, monding Verl. Hoogev. V. 5,98 6,75 4,44 300582 Middenraai, Wijster 5,59 6,01 4.73 300583 Oude diep, Drijber 3.86 3,61 4,36 300584 Waterlossing B.6-78, Holte 4,50 1,99 Watersysteem Loo- en Drostendiep 300518 Aalderstroom 4,32 3,63 5,71 300519 Sleenerstroom 3,72 3.17 4,82 300520 Drostendiep, Dalerveen 2,54 2.35 2,91 300522 Geeserstroom 2,45 2,20 2,94 300590 Westerstroom 3,55 3,11 4,45 300591 Drostendiep, onderdoorgang kanaal 1,92 1,51 2,73 300592 Jongbloedvaart 4,50 3.95 5,62 300593 Holslootdiep 2.34 2.33 2,36 300594 Oude diep, Den Hooi 3,69 3,70 3,67 300595 Loodiep, onderdoorgang kanaal 2,23 2,32 2.06 300599 Loodiep, Dalen 2,25 2,52 1.73 300601 Nieuwe Kleine Vecht 4,59 4,51 4.75 300603 |Oude Drostendiep I 4,661 | I 4.65| | I 4.69| | Watersysteem Riegmeer 300329 De Reest, Uhorst 4,79 4.67 3,63 3,28 3,01 3,35 2,79 2,12 6,56 5,99 4,47 4,44 300514 De Reest, Meppel 2,92 2,32 4,13 300515 De Reest, Balkbrug 4,34 3,49 6,04 300568 Veeningerwijk 2,76 1,98 4,33 300569 Reestvervanqende leiding 3,71 2.78 5.57 300570 Braamberqerslooq 4,62 2.62 8.62 300571 Zuidwolder waterlossing, Albertsweg 3,91 3,33 5,07 300573 Zuidwolder waterlossing, Ten Arlo 4,22 3,80 5,06 300596 Verlengde Oostopqaande 4,97 4,45 6,00 300597 Dommerswijk 3,85 3,74 4,07 Watersysteem Bargerbeek 300109 Schoonebeekerdiep. Schoonebeek 6,82 5.82 4,95 8,14| 5,52 5.13 3.07B 8,12 6,50| 6,82 300326 Schoonbeekerdiep, Twist 7,48 8.43H 7.15 6.39|S 8,46 7,81 • 300521 Schoonebeekerdiep, Nieuw-Schoonebeek 7,82 7,10 300605 Leidinq 5170, Stieltjeskanaal 5,48 4.43 7,58 300606 Kanaal A, Stieltjeskanaal 8,14 8.35 7,73 300609 Dommerskanaal 3,94 3,73 4.36 300610 Leidinq 745, Erica 5.24 4,04 7,63 300611 Verlengde Noordersloot 3,25 3,35 3,06 300612 Waterlossing 1455, Zwartemeer 4,24 3.79 5.15 Ortho-fosfaat jaargemiddelde zomergemiddelde winterg emiddelde Punt Omschrijving 1993 1994 1995 1996 1993 1994 1995 1996 1993 1994 1995 1996 Primaire (analen

300303 Noord-Willemskanaal, Vries 0,118 0,114 0,103 0,105 0,133 0,123 300546 Havenkanaal 300306 Annerveensche kanaal 0,088 0,060 0,077 0,035 0,031 0,037 0,142 0,088 0,117 0,037 300327 Eexterveensche kanaal 0,048 0,055 0,040 0,026 0,037 0,030 0,060 0,080 0,058 0,042 300107 Meppelerdiep 0,123 0,111 0,087 0,059 0,073 0,080 0,080 0,172, 0,142| 0,093 0,094 300308 Noord-Willemskanaal, Kloosterveen 0,180 0,190 300310 Drentse Hoofdvaart, Venesluis 300524 Kolonievaart 300549 Drentse Hoofdvaart, Bovensmilde 300560 Drentse Hoofdvaart, 2e Uffelterbruq 300563 Drentse Hoofdvaart, Meppel 300313 Oraniekanaal, Hooghalen 0,079 0,102 0,068 0,071 0,072 0,088 0,072 0,056 0,087 0,115 0,063 0,087 300551 Oranjekanaal, Hijkersmilde 0,177 300587 Oranjekanaal, Schoonoord 0,076 0,083 0.060 300589 Oranjekanaal, Emmen 0,049 0.038 0,070 300309 Beilervaar t 300314 ünthors-Homankanaal 300311 Hoogeveensche Vaart, Meppel 0,028 0,033 0,029 300317 Hoogeveensche Vaart, Ossesluis 0,163 0,087 ^nH53 0,132 0,193 0,150 300332 Omgelegde Hoogeveensche Vaart 0,075 0,049 0,092 0,058 0,078 300572 Hoogeveensche Vaart, Hoogeveen 0,1971 300574 Hoogeveensche Vaart, Echten 300315 Verl. Hoogev. Vaart, Noordsche Schut 0.115 300318 Verl. Hoogev. Vaart, Dalen 0,155 0,138 0.169 0,163 0,112 0,092 0,147 0.137

300322 Verl. Hoogev. Vaart, Erica 0,143 0,190 0.132 CU53J 300323 Verl. Hoogev. Vaart, Klazienaveen 0,185 0,116 0,100 H 0.168 0,110 0.062 1 0.122 0 138| 300598 Kanaal Coevorden -Zwindere n 0,158 0,100 300108 Stieltjeskanaal, Dalerveen 0,200 0,128 0,061 0,190 0,175 0,100 0,155 0,107 300110 Afwateringskanaal 0,193 0,128 0,074 0,033 0,177 0,125 0,038 0.130 0,110 0.050 300319 Coevorden-Vechtkanaal, Coevorden 0,153 0,074 0,048 0,028 0,092 0,048 0,030 0.100 0,067 0,035 300320 Kanaal Coevorden -Alte-Picardi e 0,182 0.182 0,080 0,029 0.128 0,145 0,030 0,129 0.049 300330 Coevorden-Vechtkanaal, De Haandrik 0,121 0,052 0,035 0,026 0,115 0,043 0,030 0,127 0.060 0,040 0,037 300331 Lutterhoofdwijk 0.114 0,093 0,061 0.055 0,123 0,095 0,048 0,105 0,090 0,073 0,077 300602 Stieltjeskanaal, Coevorden 0,041 0,080 300604 Coevorden, Ossehaar 0,051 0,028 0,097 Meren 300101 Leekstermeer 0,117 0,128 0,103 0,072 0,082 0,103 0,075 0^55 0,152 0.153 0,130 0,088 300305 Zuidlaardermeer 0,041 0,046 0,043 0,026 0,030 0,031 0,043 0,052 0,062 0,043 0,041 300531 Friesche veen 0,038 0,070 Watersysteem Noordenveld 300112 Koningsdiep 0,070 0,075 0,075 0,044 0,055 0,043 0,055 0,027 0,085 0.107 0.095 0,062 300301 Eenerdiep 0,114 0,178 0,113 0,055 0,050 0,102 0,068 0,029 0,178 0.157 0.080 300302 Rodervaart 0.101 0,113 0,131 0,120 0,075 0,063 0.103 0,105 0,127 0,163 0.158 0,135 300501 Oostervoortse diep 0,029 0,032 300502 Peizerdiep 0,052 0,050 0,057 300503 Omgelegde Eelderdiep 0,094 0.058 0,167 300525 Slokken 0,033 0,032 0,037 300526 Lieverse diep 0,058 0,055 0,063 300527 Steenbergerloop 0,040 0,047 0.027 300528 Grote Masloot 0,056 0,065 0,037 300529 Matsloot 0,140 300530 Gouw 0,035 0,038 0,030 300532 Bovenloop Eelderdiep 0,060 0,052 0,077 Watersyst eem Drentse Aa 300113 Drentse Aa, De Punt 0,040 0,056 0,045 0,040 0,055 0,047 1 0,040 0,057 0,043 300304 Drentse Aa. Tynaarlo 0.043 0,062 0,038 0,045 0,040 0,033 1 0,040 0,083 0,043 300504 Zeeqserloop 300506 Rolderdiep 300507 Deurzerdiep 300516 Amerdiep 300540 Andersche diep 300541 Gasterense diep 300542 Anloer diep 300543 Oudemolense diep 300544 Smallenbroekerloopje 300545 Loonerdiep, Loon 300547 Anreeperdiep 300548 Ruimsloot Watersyst eem Oostermoerse Vaart 300103 Oostermoerse Vaart, De Groeve 0,065 0.043 0.046 0,030 0.048 0,035 0.036 0,082 0,050 0,057 0.040 300307 Oostermoerse Vaart, Bareveld 0,119 0,059 0,042 0.108 0.068 0,053 0,030 0,157 0,170 0,065 0,053 0,058 300505 Oostermoerse Vaart, Gasselternijveen 0,037 0,035 0,040 300517 Achterste diep 0,037 0.033 0,043 300533 Hoofdleiding Oostermoerse Vaart 0,053 0,040 0,080

* 300534 Buiterswijk 0,070 0,050 0,110 300535 Annerkanaal 0,034 0,063 300536 Waterleiding 3, Oosterm. Vaart 0,038 0,026 0,063 300537 De Beek 0,044 0.040 0,053 300538 Waterleiding 6. Oosterm. Vaart 0,034 0,033 0,037 300539 Voorste diep 0,037 0,035 0.040 Watersysteem Smilde 300523 Jan Klokwijk 300550 Molenwijk 300554 Waterlossing Vs.2, Venesluis | 0,193 Watersysteem Vledder- en Wapserveense Aa 300104 Wapserveense Aa, Havelte 0,052 0,063 0,043 0,029 0,043 0.052 0,027 0,060 0,075 0,058 0,048 300328 Steenwijker Aa 0,056 0,073 0,043, 0,045 0,053 0,028 0.067 0,092 0,058 0,039 300508 Tilgrup. Veldhuizerweg 300510 Vledder Aa P"| 0.042*| 300511 Wapserveense Aa, Wapse 300556 Tilgrup, Zorgvliet •0,13• 3 300557 Nijensleeker Schipsloot | 0,053 | 0.041 0,077 Watersysteem Oude Vaart 300106 Oude Vaart, Meppel 0,034 0,040 1 0,032 0.043H 1 0,037 0.038 0.029 0.026 300312 Beilerstroom 0,036 0,038 | 0,033 0.0411 | 0,038 0,034 0,033 0,027 300509 Oude Vaart. Dieverbrug 0,029| 0,057 300512 Oude Vaart. Uffelte 0,037 300552 Brunstingerleek 0,048 0.041 0,063 300553 Waterlossing 0.48. Eemster 0,066 0,076 0,047 300555 Noordlake 0,036 0,075 300558 Waterleiding 0.22. Ansen 300559 Waterleiding 0.14, Ansen mml 0.0431 300561 Leisloot 300562 Waterleiding 11, Leisloot 0,028 ••0,04•2 300564 Waterleiding D.H.2, Meppel 0,036 0,077 300566 Waterlossing 4. Haakswold 300567 Koekanger Aa 0,030 0,0271 0,037 300585 Westenborkerstroom 0,033 0.026 0,037 0,027 0.037 300586 Waterlossing gebied Elperstroom 0,056 0.032 0,103 Watersysteem Veenmarken 300111 Stads-compascuumkanaal 0.100 0,126 0,103 0,028 0,063 0,092 0,077« 1 0,137 0,160 0.130 0,049 300324 Scholtenskanaal 0.165 0,159 0,121 0,053 0.177 0,165 0.065fj ] 0,153 0,153 0,177 0.059 300325 Weerdingermond 0.051 0.082 0,055 0,043 0,097 0.048H 1 0.058 0,067 0,062 0,034 300588 Achterwijk 0.069 0.068 0,070 300613 Compascuumkanaal 0,144 0,133 0,167 300614 Kanaal E, Emmerergscheidenveen 0.061 0,057 0,070 300615 Doorsnee 0,060 0,043 0,093 300616 Kijldiep 0,054 0,052 0,060 300617 Valthermond 0,035 0.026 0,053 300618 Oostelijke leiding 1461. 2e Exloermond 0,028 0,043 300619 Middenleiding 0,071 0,073 0.067 300620 Nw. Afwateringskanaal 0,128 0,083 300621 Hoofdwatergang S5 1677. Borger 0,044 0,031 0,070 300622 Dwarsdiep 0,035 300625 Wijk Kibbelveen 0,043 Mü 0,032 rmmn 0,067 Watersysteem Nijeveen-Kolderveen 300565 Kolderveense Westergrift, zuid 0,044 0,040 0.053 300624 Kolderveense Westergrift. noord 0.058 0,058 0,057 Watersysteem Wold Aa 300105 Wold Aa. Rogat 0,045 0,061 0.039 0,028 0,038 0,069 0,027 0,052 0.053 0.052 0.042 300513 Wold Aa. Meerwille 0,067 0,052 0.097 300577 Waterlossing 18. Hees 0,080 0,028 0,185 300578 Ruiner Aa. Ruinen 0,033 0,034 0,032 300579 Ruiner Aa, Kraloerweg 0,051 0.047 0.058 Watersysl eem Middenveld

300575 Waterlossing 0.4-20. Fluitenberg | 0.1461 | 0,133 — 300576 Oude Diep. Fluitenberg 300580 Oude Diep. Pesse 300581 Middenraai. mondinq Verl. Hooqev. V. 0.068 0.048 0.107 300582 Middenraai, Wijster 0.037 0,027 0.057 300583 Oude diep. Drijber 0.073 300584 Waterlossing B.6-78. Holte mm| 0.136 mm| 0,150 0,107 Watersysteem Loo- en Drostendiep 300518 Aalderstroom 0,038 0,035 0.043 300519 Sleenerstroom 0,059 0.053 0.070 300520 Drostendiep. Dalerveen 0.050 0.038 0.073 300522 Geeserstroom 0,041 0,039 0,043 300590 Westerstroom 0.032 0,026 0,043 300591 Drostendiep. onderdoorgang kanaal 0.039 0,028 0.060 300592 Jongbloedvaart 0,050 0,048 0,055 300593 Holslootdiep 0.026 0.030 300594 Oude diep. Den Hooi 0,144 0.157 0.120 300595 Loodiep. onderdoorgang kanaal 0,124 0.142 0.090 300599 Loodiep. Dalen 0.076 0.097 0,033 300601 Nieuwe Kleine Vecht 0.051 0.058 0,037 300603 |Oude Drostendiep ^" | 0,100| Watersysteem Riegmeer •M 300329 De Reest, IJhorst 0,058 0,061 0,053 0,040 0,052 0,068 0,052 0,063 0,053 0,055 0,062 300514 De Reest, Meppel 0,041 0,040 0,043 300515 De Reest, Balkbruq 0,133 0,125 0,150 300568 Veeninqerwijk 0,046 0,031 0.077 300569 Reestvervangende leiding 0,059 0,130 300570 Braambergersloog 0,156 0,037 300571 Zuidwolder waterlossing, Albertsweg 0,183 300573 Zuidwolder waterlossing, Ten Arlo 300596 Verlengde Oostopqaande 0,141 0,098 ^M 300597 Dommerswijk 0,113 0,090 m^| 0,160| Watersysteem Bargerbeek 300109 Schoonebeekerdiep, Schoonebeek 0.154 0,040 0.1831 0,125 0,092 ••O073 300326 Schoonbeekerdiep, Twist 1.0381 0.943 0 536 0.1601 i 0,053 300521 Schoonebeekerdiep, Nieuw-Schoonebeek 0.502 300605 Leiding 5170, Stieltjeskanaal 0,078 0,061 | 0,113| 300606 Kanaal A, Stieltjeskanaal 0,177 300609 Dommerskanaal • 0,137 300610 Leiding 745, Erica 0,149 0,072 300611 Verlengde Noordersloot 0,050 0,050 0.050 300612 Waterlossing 1455, Zwartemeer 0,044 0,031 0,070 Totaal-fosfaat jaargemiddelde zomergemiddelde wintergemiddelde Punt Omschrijving 1993 1994 1995 1996 1993 1994 1995 1996 1993 1994 1995 1996 Primaire kanalen 300102 Noord-Willemskanaal, provinciegrens 0 561 0,595 0,416 0,461 0.665 0.570 0.395 0.583 0.457 ^^B 0.437 0.338

300546 Havenkanaal 0,558 300306 Annerveensche kanaal 0.196 0,164 0,165 0,113 0,077 0.148 0.123 0,088 0,315 0.180 0,207 0,137 300327 Eexterveensche kanaal 0.133 0,193 0.148 0,129 0,118 0,200 0,125 0,110 0,147 0,187 0.170 0,148 300107 Meppelerdiep 0.321 0,315 0.243 0,204 0,207 0,278 0.228 0,147 0.435 0.352 0,258 0,262 300308 Noord-Willemskanaal, Kloosterveen 0,539 0.463 0,411 0.46 7 0.427 0.44Ü 0.335 0.450 0.652 0.485 0,487 0,483

300524 Kolonievaart 0,431 0.438 0417| 300549 Drentse Hoofdvaart, Bovensmilde „M30 0,587

300563 Drentse Hootdvaart. Meppel 0,529 MM87 300313 Oranjekanaal, Hooghalen 0,200 0,296 0,204 0,185 0,177 0.288 0,222 0,210 0,223 0.303 0,187 0,160 300551 Oranjekanaal, Hijkersmilde 0,589 0,303 300587 Oranjekanaal, Schoonoord 0,201 0.213 0,177 300589 Oranjekanaal, Emmen 0,130 0.122 0,147 300309 Beilervaart 300314 Linthors-Homankanaal 300311 Hoogeveensche Vaart, Meppel 0.127 0.131 0,125 0 11 3 0,128 0.148

300332 Omgelegde Hoogeveensche Vaart 0,269 0.203P 0,288 0,148 0.250 0,257 300572 Hoogeveensche Vaart, Hoogeveen 0.530 300574 Hoogeveensche Vaart, Echten 0,986 300315 0,310 0.472 0,517 300318 Verl. Hoogev. Vaart, Dalen ) »1 0.339 0,363 0,307 (^98 0,305 0,295 0,282 0,380 300321 Bargermeerkanaal 0.926 0,537 0.473 0.442 0,333 300322 Verl. Hoogev. Vaart, Erica 0.728 0.721 0.582 0,371 0.528 0,398 0.583 0.343 300323 Verl. Hoogev. Vaart, Klazienaveen 0,487 0,393 1 0,548 0,363 0,595 0,425 0.422 300598 Kanaal Coevorden • Zwinderen 0,312 0,277 0.383

300108 Stieltjeskanaal, Dalerveen 0.563 0,525 0,440 0,283 0,477 0,505 0,358 0,212 0.545 0,522 0,355 300110 Afwateringskanaal 0.423 0,384 0,235 0,177 0,402 0.360 0.180 0,127 0 443 0,408 0,290 0.227 300319 Coevorden-Vechtkanaal. Coevorden 0.423 0,354 0,200 0,188 0.335 0,433 0,172 0,190 0.510 0,275 0,228 0,185 300320 Kanaal Coevorden - Alte-Picardie 0.481 0,433 0,249 0,184 0,373 0,333 0,192 0,135 0.588 0,533 0,307 0,233 300330 Coevorden-Vechtkanaal, De Haandrik 0.306 0.200 0.191 0,193 0.300 0.220 0,200 0.215 0.312 0,180 0.182 0,170 300331 Lutterhoofdwijk 0,248 0,234 0.183 0,174 0,288 0.302 0,187 0,145 0.208 0,167 0,178 0,203 300602 Stieltjeskanaal, Coevorden 0,192 0.167 0,243 300604 Coevorden, Ossehaar 0,246 0,217 0,303 Meren 300101 Leekstermeer 0.355 0,443 0,308 0,325 0,278 0,383 0.307 0.305 0.432 0.502 0,310 0,345 300305 Zuidlaardermeer 0,287 0,237 0.304 0,188 0,278 0.273 0.432 0,192 0,295 0,200 0,177 0.185 300531 Friesche veen 0.167 0.160 0,180 Watersysl eem Noordenveld 300112 Koningsdiep 0,233 0,247 0,206 0,166 0,170 0,180 0,222 0,157 0,297 0.313 0,190 0.175 300301 Eenerdiep 0.277 0,374 0,298 0,194 0,207 0,298 0.308 0,187 0,347 0.450 0.288 0.202 300302 Rodervaart 0.338 0,341 0,382 0.414 0,322 0,280 0.412 0,295 0,355 0,402 0,352 0,533 300501 Oostervoortse diep 300502 Peizerdiep 0,143 0.145 0,140 300503 Omgelegde Eelderdiep 0.274 0,215 0.393 300525 Slokken 0,109 0,112 0,103 300526 Lieverse diep 0.157 0.152 0,167 300527 Steenbergerloop 0,109 0,132 300528 Grote Masloot 0,148 0,160 0,123 300529 Matsloot 0,483 0.548 0,353 300530 Gouw 0,151 0,167 0,120 300532 Bovenloop Eelderdiep 0,266 0,202 0.393 Watersysl eem Drentse Aa 300113 Drentse Aa. De Punt 0,170 0,244 0,148 0,139 0,127 0,208 0,165 0.152 0,213 0.280 0,130 0,127 300304 Drentse Aa. Tynaarlo 0,233 0,274 0,146 0.133 0.260 0.178 0,140 0,083 0,205 0,370 0.152 0.182 300504 Zeeqser loop 0,150 0.152 0,147 300506 Rolderdiep 0,121 0.138 0,087 300507 Deurzerdiep 0,079 0,113 300516 Amerdiep 0,100 300540 Andersche diep 300541 Gasterense diep 0,110 0,130 300542 Anloer diep 0,100 300543 Oudemolense diep Ml •0.08• 5 0.110 300544 Smallenbroekerloopje 0,0943 0.093 0.097 300545 Loonerdiep. Loon 0,092 0.082 0,113 300547 Anreeperdiep 0,110 0.102 0,127 300548 Ruimsloot 0.092 0.140 Watersys eem Oostermoerse Vaart 300103 Oostermoerse Vaart. De Groeve 0.212 0,230 0.153 0,153 0.160 0.192 0.155 0.143 0.263 0,268 0.150 0,163 300307 Oostermoerse Vaart. Bareveld 0.345 0.308 0,143 0,251 0.222 0.263 0.135 0.305 0.468 0.353 0.152 0,197 300505 Oostermoerse Vaart. Gasselternijveen 0.146 0,138 0.160 300517 Achterste diep 0,128 0.082 0.220 300533 Hoofdleiding Oostermoerse Vaart 0,167 0,163 0,173 300534 Buiterswijk 0,198 0,193 0,207 300535 Annerkanaal 0,186 0,190 0.177 300536 Waterleiding 3, Oosterm. Vaart 0.134 0,120 0.163 300537 De Beek 0,156 0,132 0,203 300538 Waterleiding 6, Oosterm. Vaart 0,089 0,130 300539 Voorste diep 0,122 0.107| 0.153 Watersysteem Smilde 300523 Jan Klokwijk 0,447 0,392| 0,557| 300550 Molenwijk 0.728 300554 Waterlossing Vs.2, Venesluis | 0,580 mm| 0,407 Watersysteem Vledder- en Wapserveense Aa ^H 300104 Wapserveense Aa, Havelte 0,204 0,211 0,167 0,152 0,157 0,198 0,143 0,125 0,252 0,223 0,190 0.178 300328 Steenwijker Aa 0,202 0,229 0,168 0,137 0,142 0,210 0,123 0,093 0,262 0,248 0.212 0.180 300508 Tilqrup, Veldhuizerweg 0.390 300510 Vledder Aa 0,157 0,147 0.177 300511 Wapserveense Aa, Wapse 0,131 0,110 0.173 300556 Tilqrup, Zorgvliet 0,551 0.293 300557 Nijensleeker Schipsloot 0,420 | 0.393 0.473 Watersysteem Oude Vaart 300106 Oude Vaart, Meppel 0,151 0,193 0,132 0,107 0,085 0.222 0,087 0,090 0,217 0.165 0,177 0,123 300312 Beilerstroom 0,195 0,188 0.141 0,157 0,145 0,193 0,125 0,143 0,245 0,182 0,157 0,170 300509 Oude Vaart, Dieverbrug 0,183 0,090 0,370 300512 Oude Vaart, Uffelte 0,154 0,313 300552 Brunstingerleek 0.123 0,113 0,143 300553 Waterlossing 0.48, Eemster 0,229 0,210 0,267 300555 Noordlake 0,169 0,077 0,353 300558 Waterleiding 0.22, Ansen 0,086 0,127 300559 Waterleiding 0.14, Ansen 0.116 0,083 0,180 300561 Leisloot 0,110 300562 Waterleiding 11, Leisloot 0,116 0,098 0.150 300564 Waterleiding D.H.2, Meppel 0,156 0,123 0.220 300566 Waterlossing 4, Haakswold 0,123 0,117 0.137 300567 Koekanger Aa 0,178 0.160 0,213 300585 Westenborkerstroom 0,108 0,116 0.090 0,102 0,143 0,143 300586 Waterlossing gebied Elperstroom 0.124 0.082 0.210 Watersysteem Veenmarken 300111 Stads-compascuumkanaal 0.413 0.465 0,338 0,178 0,312 0,430 0,287 0,130 0.515 0.500 0.390 0.225 300324 Scholtenskanaal 0.500 0,564 0.451 0,302 0,557 0,563 0.503 0.283 0.443 0,565 0,398 0,320 300325 Weerdingermond 0,252 0,298 0.268 0,159 0,210 0.273 0.212 0,112 0,293 0.323 0,325 0,207 300588 Achterwijk 0,459 0.492 0,393 300613 Compascuumkanaal 0,374 0.363 0,397 300614 Kanaal E, Emmerergscheidenveen 0,373 0.388 0,343 300615 Doorsnee 0,279 0.267 0,303 300616 Kijldiep 0,254 0,262 0,240 300617 Valthermond 0,088 0,113 300618 Oostelijke leiding 1461,2 e Exloermond 0,153 0.115 0,230 300619 Middenleiding 0,344 0,330 0373 300620 Nw. Afwateringskanaal 0,510 0,398 300621 Hoofdwatergang S5 1677. Borger 0,188 0,153 0,257 300622 Dwarsdiep 0,142 0.113 0,200 300625 Wijk Kibbelveen 0,108 0,093 0,137 Watersysteem Nijeveen-Kolderveen 300565 Kolderveense Westergrift, zuid 0.143 0.118 0,193 300624 Kolderveense Westergrift, noord 0,151 0.138 0,177 Watersysteem Wold Aa 300105 Wold Aa, Hogat 0,194 0,221 0,195 0.173 0.172 0.247 0,155 0,153 0,217 0,195 0,235 0,193 300513 Wold Aa. Meerwille 0.190 0,152 0,267 300577 Waterlossing 18, Hees 0,190 0,163 0,245 300578 Ruiner Aa, Ruinen 0,100 0,095 0,110 300579 Ruiner Aa. Kraloerweg 0.152 0.153 0.150 Watersysl eem Middenveld

300575 Waterlossing 0.4-20, Fluitenberg | 0.284 0,307 1 0.250 300576 Oude Diep, Fluitenberg 0,550 0,588 300580 Oude Diep, Pesse 0,426 0,458 300581 Middenraai, monding Verl. Hoogev. V. 0,231 0,222 0,250 300582 Middenraai, Wijster 0.189 0.203 0,160 300583 Oude diep, Drijber 0.367 0,475 0.150 300584 Waterlossing B.6-78, Holte 0,350 0,418 0,213 Watersysteem Loo- en Drostendiep 300518 Aalderstroom 0.127 0.117 0.147 300519 Sleenerstroom 0.146 0,138 0.160 300520 Drostendiep, Dalerveen 0.218 0.195 0.263 300522 Geeserstroom 0,171 0.163 0,187 300590 Westerstroom 0,136 0,130 0,147 300591 Drostendiep, onderdoorgang kanaal 0,163 0,105 0,280 300592 Jongbloedvaart 0,197 0.205 0,180 300593 Holslootdiep 0.131 0.113 0,167 300594 Oude diep. Den Hooi 0.506 0,523 0,470 300595 Loodiep. onderdoorgang kanaal 0.380 0,403 0,333 300599 Loodiep. Dalen 0.259 0.257 0,263 300601 Nieuwe Kleine Vecht 0.306 I 0.347J 0,223 300603 Oude Drostendiep 0,576 0.423 Watersysteem Riegmeer 300329 De Reest. Uhorst 0,214 0.234 0.234 0.218 0,145 0,238 0,193 0.183 0.283 0.230 0,275 0.252 300514 De Reest, Meppel 0,138 0,117 0.180 300515 De Reest. Balkbrug 0.432 0,382 0.533 300568 Veeninqerwijk 0,211 0.190 0,253 300569 Reestvervangende leiding 0.266 0.257 0,283 300570 Braamberqerslooq 0,380 0,270 0,600 300571 Zuidwolder waterlossing, Albertsweg 0,448 0,393 0,557 300573 Zuidwolder waterlossing. Ten Arlo 0,518 0,458 300596 Verlengde Oostopgaande 0.272 0,238 0,340 300597 Dommerswijk 0,377 0,363 0.403 Watersys eem Bargerbeek 300109 Schoonebeekerdiep. Schoonebeek •^•^^•045810260 0,555| 0,405| 0,332| 0,160 ^y^^ffgfl 0.583| 0.360 300326 Schoonbeekerdiep. Twist 300521 Schoonebeekerdiep, Nieuw-Schoonebeek 300605 Leiding 5170. Stieltjeskanaal 0,299 O290 0.317 300606 Kanaal A, Stieltjeskanaal 300609 Dommerskanaal 0.484 0,465 0.523 300610 Leiding 745. Erica 0.417 0.327 0,597 300611 Verlengde Noordersloot 0,138 0.160 0,093 300612 Waterlossing 1455. Zwartemeer 0,226 0,207 0.263 kaart 1 Jaargemiddelde totaal-fosfaat

Legenda

waterloop

begrenzing watersysteem

0 < 0.5 x norm

^ 0.5 - 1x norm

1 - 2 x norm

0 2 - 4 x norm

^ > 4 x norm

5S7 monsterpunt in het primair systeem

588 monsterpunt in overige watersysteem

Zuiveringsschap Drenthe Afdeling Onderzoek en Planvorming

schaal 1 :25 0 000 A 0 2 4 6 « 10 km Get.sectie Gis/Cartografie Productgroep Ruimte en Water Provincie Drenthe, september 1998 kaart 2 Zomergemiddelde totaal-fosfaat

Legenda

waterloop

begrenzing watersysteem

0 < 0.5 x norm

£ 0.5 - 1x norm

1 - 2 x norm

0 2-4xnorm

^ > 4 x norm

587 monsterpunt in het primair systeem

588 monsterpunt in overige watersysteem

Zuiveringsschap Drenthe Afdeling Onderzoek en Planvorming

schaal 1 : 250 000 A 0 2 4 Get.sectie Gis/Cartografie Productgroep Ruimte en Water Provincie Drenthe, september 1998 kaart3 112 Zomergemiddelde totaal-stikstof

Legenda

waterloop begrenzing watersysteem

9 <0. 5 x norm £ 0.5 - 1 x norm 1 -2 x norm 0 2- 4 x norm ^ >4 x norm

587 monsterpunt in het primair systeem 588 monsterpunt in overige watersysteem

Zuiveringsschap Drenthe Afdeling Onderzoek en Planvorming A schaal 1: 25 000 0 Get.sectie Gis/Cartografie Productgroep Ruimte en Water Provincie Drenthe, september 1998