Nutriënten in Drentse Oppervlaktewateren
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
-***r.3V*> Nutriënten in Drentse oppervlaktewateren Een analyse van knelpunten en oorzaken Zuiveringsschap Drenthe R. Torenbeek Zuiveringsschap Drenthe 1999 Zuiveringsschap Drenthe 1999 [ Inhoudsopgave Samenvatting Mogelijke oplossingsrichtingen 31 7.1 Inleiding 7.2 Primaire systeem 7.3 Voormalige hoogvcengebieden 1. Inleiding 7.4 Uitspoeling uit landbouwgronden 1.1 Aanleiding 7.5 Riooloverstorten en niet aangesloten 1.2 Doelstelling panden 1.3 Aanpak 7.6 Lokale lo/.ingssituaties: Bargerkanaal 1.4 Afbakening en Rodervaart 1.5 Leeswijzer Conclusies 35 Deel I Onderzoek naar vermesting Literatuur 37 2. Methode van onderzoek 2.1 Concentraties van nutriënten 2.2 Bronnen van nutriënten Bijlagen 39 Bijlage 1 Frequentieverdeling jaargemiddelden 3. Resultaten 15 nutriëntenconcentraties 1993-1996 3.1 Concentraties van nutriënten 3.2 Belasting van nutriënten Bijlage 2 Resultaten nutriëntenbelasting in het zomerhalfjaar opgesplitst naar bronnen per watersysteem voor de actuele situatie 4. Betrouwbaarheid resultaten 21 4.1 Concentraties Bijlage3 Toetsing zomer-, winter- en 4.2 Nutriëntenbelastincen jaargemiddelden nutriëntenconcentraties 1993, 1994, 1995 en 1996 Deel 11 Waterkwaliteitsbeheer 23 Kaarten 68 Kaart 1 Jaargemiddelde totaal-fosfaat 5. Bespreking resultaten 25 Kaart 2 Zomergemiddelde totaal-fosfaat Kaart 3 Zomergemiddelde totaal-stikstof 6. Knelpunten en oorzaken 27 Zuiveringsschap Drenthe 1999 hebben ook een lagere uitspoeling. De Samenvatting uitspoeling is te verlagen door de mestgift te [ verlagen (mestbeleid), landbouwgronden aan te kopen en om te zetten innatuurgebied . Het Zuiveringsschap Drenthe onderzoekt vanaf beginjare n 70 de kwaliteit van Drentse oppervlaktewateren. De nutriëntcngehalten die daarbij gemeten worden, overschrijden vaak de wettelijke normen. In dit rapport wordt aangegeven bemestingsvrije zones in te stellen en opwelk e lokaties hoge nutriëntengehalten zuiveringsmoerassen aan te leggen. Deeerst e voorkomen en wat daarvan de oorzaken zijn. Ook twee maatregelen geven waarschijnlijk het wordt aangegeven in welke richtingen oplossingen grootste effect. gezocht moeten worden, indien die er zijn. 4. Riooloverstorten en niet aangesloten panden. De bijdrage van deze bronnen is gemiddeld over Uit de analyse van de gegevens zijn vijf knelpunten een heel watersysteem meestal gering. Lokaal gevonden. Deze knelpunten, met hun oorzaken en en temporeel kunnen deze bronnen echter wel mogelijke oplossingen zijn: tot een verhoging van nutriëntengehaltes leiden. Het vigerende beleid isero p gericht deze 1. Waterkwaliteit van het primair systeem. Inhe t situaties zoveel mogelijk te saneren. algemeen komen in het primaire 5. Lokale situaties bij slibrijke waterbodems. Deze (kanalen)systeem hoge nutriëntengehalten voor. situaties doen (deden) zich voor bij het De bronnen hiervan zijn i) de effluentlozingen Bargermeerkanaal en de Rodervaart . Sanering van de zuiveringsinstallaties, ii) afvoer van van de lozingen en van de verontreinigde water uit landbouwgebieden, en iii) waterbodem hebben hier al plaatsgevonden of wateraanvoer bij lang aanhoudende perioden van zijn op korte termijn gepland. waterinlaat. Het beleid ten aanzien van effluenten en waterinlaat zal op korte termijn Vrijwel alle aangegeven oorzaken van hoge niet veranderen. Wel is bij het effluent van nutriëntengehalten en vrijwel alle aangedragen Beilen op korte termijn een aanzienlijke oplossingsrichtingen liggen op het gebied waar verbetering te verwachten. Voor afvoer uit het meerdere instanties voor verantwoordelijk zijn. Het landelijk gebied: zie punt 4. terugdringen van nutriënten in oppervlaktewateren 2. Voormalige hoogveengebieden. Door is daarmee een taak geworden niet alleen vanhe t veenrestanten in de bodem die onder invloed Zuiveringsschap Drenthe, maar ook van van zuurstof mineraliseren komen nutriënten gemeenten, (kwantteits) waterschappen, vrij. De uitspoelin g kan verminderd worden terreinbeheerders, particulieren, provincie, door een hogere grondwaterstand in te stellen, rijksoverheid, etc. Het verder uitbouwen van waardoor de veenrestanten minder snel integraal waterbeheer en implementatie in mineraliseren. De uitspoeling van fosfaat kan ondermeer milieubeheer, ruimtelijke ordening is hierdoor echter wel toenemen noodzakelijk. 3. Uitspoeling van meststoffen uit landbouwgronden. Voor de meeste De grenswaarden voor nutriënten worden in watersystemen is dit debelangrijkst e bron van sommige watersystemen nu al gehaald, en kunnen nutriënten in het oppervlaktewater. De grootte in de toekomst door continuering van het huidige van de uitspoeling isva n veel factoren beleid ook in andere waterystemen wel gehaald afhankelijk, ondermeer de bodemsoort, de worden. In sommige andere watersystemen en met grondwaterstand, de mestgift, het soort gewas name inhe t primaire systeem zijn de grenswaarden en de klimatologische omstandigheden. voor nutriënten ook op langere termijn niet Watersystemen met veel natuurgebieden hebben realiseerbaar. Daarom moet een discussie gestart gemiddeld een lagere uitspoeling. worden over gedifferentieerde (gebiedsgerichte) Watersystemen waarvan het areaal normstelling. landbouwgrond grotendeels uit grasland bestaat, Zuiveringsschap Drenthe 1999 Zuiveringsschap Drenthe 6 1999 [ Inleiding zogenaamde eutrofiëringsgevoelige wateren. Dit zijn grotere, stagnante wateren, zoals meren en plassen, waarin overmatige algengroei een Aanleiding probleem kan vormen. Afgezien van het Zuidlaardermeer en het Leekstermeer (waar het De afgelopen decennia is de verontreiniging van Zuiveringsschap al met eutrofiëringsbestrijding oppervlaktewateren door organische stoffen bezig is), bevinden dergelijke wateren zich niet in (saprobiëring) daadkrachtig ter hand genomen. De Drenthe. Het water dat vanuit Drenthe wordt aanleg van riolering en afgevoerd via beken en kanalen, komt echter rioolwatersuiveringsinstallaties en sanering van uiteindelijk wel in eutrofiëringsgevoelige wateren industriële lozingen hebben er toe geleid dat zich terecht. Om deze reden hebben we besloten toch de nog nauwelijks problemen voordoen op het gebied problematiek met betrekking tot stikstof en fosfaat van saprobiëring. Vermesting van in oppervlaktewateren nauwkeuriger te oppervlaktewater, ofwel het overmatig voorkomen onderzoeken. We kijken daarbij dus naar van meststoffen zoals fosfaat en concentraties in relatie tot de normen. Het lokale stikstofverbindingen, is daarme thans één van de (ecologische) effect blijft buiten beschouwing, grootste problemen voor de waterkwaliteit omdat de effecten meestal meer stroomafwaarts geworden. buiten de provinciegrens en dus buiten ons beheerseebied zichtbaar worden. Om een zekere minimumkwaliteit te waarborgen heeft de rijksoverheid in diverse nota's normen geformuleerd. Hoewel in de loop der tijd deze normen enigszins zijn gewijzigd (en telkens een Doelstelling andere naam kregen), is de bedoeling duidelijk: een De doelstelling van dit rapport is de ernst van de minimum-eis stellen aan de waterkwaliteit. vermesting van Drentse oppervlaktewateren in beeld te brengen tegen de achtergrond van de In Drenthe doet het Zuiveringsschap Drenthe al eutorfiëringsproblemen in benedenstroomse vanaf begin jaren 70 onderzoek naar de gebieden. Deze doelstelling hebben we uitgewerkt waterkwaliteit. De resultaten daarvan werden in twee vraagstellingen: telkens getoetst aan de geldende normen. De 1. In welke mate en op welke lokaties komen hoge aanpak daarbij was dat naast de aandacht voor nutriëntengehaltcn voor. micro-verontreinigingen (zware metalen en 2. Wat zijn daarvan de oorzaken (bronnen). bestrijdingsmiddelen), de nadruk lag op zuurstofhuishouding en algengroei. De reden Daarnaast zijn een aantal aanbevelingen hiervoor is dat naast de getalsmatige normen ook geformuleerd voor mogelijke oplossingen, indien een woordelijke omschrijving van de die er zijn. minimumkwaliteit geformuleerd is, waarin speciale aandacht voor het ecologisch functioneren is opgenomen. De interpretatie die wij daaraan gaven, 1.3 Aanpak was dat de kwaliteit (uiteraard) goed werd bevonden als aan alle getalsmatige normen werd Voor de eerste vraagstelling, het in kaart brengen voldaan, maar dat bij het voldoen aan alleen de van de ernst en omvang van de vermesting, zijn normen voor zuurstof en chlorofyl (een maat voor resultaten van routinematige metingen in Drentse de algengroei) de kwaliteit als voldoende werd oppervlaktewateren van de afgelopen paar jaar beoordeeld. In de praktijk blijkt deze situatie in gebruikt. Voor toetsing van de gevonden gehalten Drenthe vaak voor te komen: het water functioneert hebben we de wettelijke normen gebruikt, voor voldoende op een basis-ecologisch niveau, maar zover die aanwezig zijn. Voor stoffen waarvoor met name de getalsmatige normen voor stikstof en geen normen bestaan, hebben we een beoordeling fosfaat worden overschreden. gebruikt die zoveel mogelijk aansluit bij die van de wel bestaande normen. Nu moet bedacht worden dat de stikstof- en fosfaatnormen vooral bedoeld zijn voor Voor de tweede vraagstelling, het aangeven van bronnen van meststoffen, is een studie verricht die door het bureau SBW is uitgevoerd. Zij hebben van Zuiveringsschap Drenthe 1999 alle watersystemen in Drenthe op basis van watersysteem wordt aangegeven welke stoften in beschikbare meetgegevens en van hoge ofjuis t in lage concentraties voorkomen. In literatuurgegevens de belasting (dus de vrachten) hoofdstuk 6worde n van deze knelpunten de uitgerekend, en daarvan een opsplitsing gemaakt belangrijkste oorzaken aangegeven. In het laatste naar de belangrijkste bronnen.