Nieuwe En Interessante Nederlandse Wantsen Ix (Hemiptera: Heteroptera)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
nieuwe en interessante nederlandse wantsen ix (hemiptera: heteroptera) Berend Aukema, Kees den Bieman, Gerard Lommen, Gerwin van de Maat, Lo Troisfontaine & Paul Vossen De biodiversiteit van wantsen in Nederland stijgt gestaag. In de afgelopen 30 jaar werden niet minder dan 67 soorten nieuw voor de fauna gemeld, waarvan zeven in 2018. Het betreft Atomoscelis onusta, Atractotomus caprai en Tuponia (Tuponia) mixticolor (Miridae), Ceraleptus gracilicornis (Coreidae), Ochetostethus opacus (Cydnidae), Halyomorpha halys en Holcogaster fibulata (Pentatomidae). De in ons land voorkomende Graphosoma blijkt Graphosoma italicum te zijn. inleiding informatie over het jaar van de eerste waarneming, In deze bijdrage aan de faunistiek van de Neder- het gebied van herkomst en de betreffende landse wantsen worden drie soorten miriden, één publicatie. De volgorde en nomenclatuur van coreide, één cydnide en twee soorten pentatomiden, de taxa zijn gebaseerd op de ‘Catalogue of the die nieuw zijn voor de Nederlandse fauna, in Heteroptera of the Palaearctic Region’ (Aukema detail besproken. Het aantal soorten op lijst van & Rieger 199-006, Aukema et al. 013). Ge- Nederlandse wantsen is daarmee gestegen tot 6. bruikte afkortingen: ac – Amersfoortcoördinaten. Sinds 1988 zijn er 67 soorten wantsen toegevoegd aan de Nederlandse lijst, gemiddeld iets meer soortbesprekingen dan twee soorten per jaar. Een overzicht van de nieuw gemelde soorten wordt gepresenteerd met Familie Miridae Atomoscelis onusta (Fieber, 1861) Nieuw voor Nederland Limburg Brunssum, Treebeek, ac 194-37, 9.v.017, 1 ♀ op licht, G. Lommen (foto Waarneming.nl, col. B. Aukema). Atomoscelis onusta (fig. 1) heeft een groot Palae- arctisch verspreidingsgebied, dat zich uitstrekt van de Canarische eilanden en Madeira, Zuid- en Midden-Europa, Noord-Afrika, het Midden- Oosten, Centraal-Azië, de Kaukasus, Mongolië tot in China. Daarnaast komt deze soort ook voor Figuur 1. Atomoscelis onusta. 9.v.017, Brunssum. in Afrika in de westelijke Sahara en heeft ze zich Foto Gerard Lommen. na versleping gevestigd in Noord-Amerika. In Figure 1. Atomoscelis onusta. 9.v.017, Brunssum. Europa is ze bekend uit Bulgarije, Duitsland, Photo Gerard Lommen. Italië, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Kroatië, aukema et al. ‒ nieuwe en interessante nederlandse wantsen ix Figuur . Vindplaats Atomoscelis onusta in Nederland. Figuur 3. Vindplaats Atractotomus marcoi in Nederland. Figure . Record of Atomoscelis onusta in the Figure 3. Record of Atractotomus marcoi in the Netherlands Netherlands. Macedonië, Moldavië, Oostenrijk, Roemenië, Duitsland van juli tot in september zijn waar- Midden- en Zuid-Rusland, Servië, Slovenië. genomen. Meer zuidelijk kan zich mogelijk nog Slowakije, Spanje en Tsjechië (Kerzhner & Josifov een tweede generatie ontwikkelen (Wachmann et 1999, Aukema et al. 013). In Frankrijk komt ze al. 004). volgens Ehanno (1987a) uitsluitend in het zuiden voor, maar ontbreken recente gegevens. In Duits- land komt ze noordelijk voor tot in de Noord- Atractotomus marcoi Carapezza, 1982 Duitse Laagvlakte (Niedersachsen en Sachsen- Nieuw voor Nederland Anhalt), maar is ze niet bekend uit het aan Nederland grenzende Nordrhein-Westfalen Limburg Brunssum, Treebeek, ac 194-37, (Hoffman & Melber 003). De dichtstbijzijnde 9.v.017, 1 ♂ op licht, G. Lommen (foto Waar- vondsten zijn gemeld uit Rheinland-Pfalz (Simon neming.nl, col. B. Aukema). 00). De Nederlandse vindplaats is aangegeven in figuur . Atractotomus marcoi is beschreven van Sicilië (Carapezza 198) en inmiddels bekend uit Andorra, Atomoscelis onusta leeft op amaranten Amaran- Duitsland, Italië, Oostenrijk en Rusland (Kerzhner taceae en composieten Asteraceae in voedselrijke & Josifov 1999, Aukema et al. 013, Rabitsch en zilte biotopen. Als waardplanten worden soorten 016). Ze leeft zoöfytofaag op dennen en werd van de geslachten alsem Artemisia, ganzenvoet vermeld van bergden Pinus mugo uit Andorra Chenopodium, loogkruid Salsola en melde Atriplex (Ribes & Ribes 00), Duitsland (Schuster 00) genoemd. De eieren overwinteren en ze heeft één en Oostenrijk (Rabitsch 016), Corsicaanse den generatie per jaar, waarvan de volwassen dieren in P. mugo laricio op Sicilië (Carapezza 198), grove 6 e mededelinen ‒ 019 Figuur 4. Tuponia mixticolor. 1.viii.017, Oostende (België). Foto Koen Lock. Figure 4. Tuponia mixticolor. 1.viii.017, Oostende (België). Photo Koen Lock. den P. sylvestris uit Italië (Rizzotti Vlach 1998), arctisch verspreidingsgebied, dat zich uitstrekt en Andorra (Ribes & Ribes 00) en zwarte den van de Canarische Eilanden en Madeira, Zuid- P. nigra uit Bulgarije (Simov & Josifov 004). De Europa, Noord-Afrika, het Midden-Oosten, de Nederlandse vindplaats is aangegeven in figuur 3. Kaukasus tot in Centraal Azië. Daarnaast komt ze ook voor in tropisch Afrika in Sudan en op de Atractotomus marcoi overwintert als ei en heeft Kaapverdische Eilanden. In Europa is T. mixticolor één generatie per jaar. Volwassen dieren zijn in de alleen gemeld uit België, Bulgarije, Duitsland, genoemde landen waargenomen van eind juli tot Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië, Hon- halverwege oktober. Zeer waarschijnlijk komt garije, Italië, Kroatië, Malta, Nederland, Portugal, deze soort op veel meer plaatsen in Europa voor, Zuid-Rusland, Slovenië, Spanje, Turkije en maar ze is slechts door genitaalonderzoek met Oekraïne (Kerzhner & Josifov 1999, Aukema et zekerheid te onderscheiden van de algemenere al. 013). Pas recent heeft ze haar areaal in noor- Atroctotomus parvulus Reuter, 1878, die ook op delijke richting uitgebreid. In 007 werd ze voor dennen leeft. het eerst in Duitsland waargenomen in Rheinland- Pfalz (Simon 007) en in 017 in België langs de kust bij Oostende (Lock 018). Nederlandse Tuponia (Tuponia) mixticolor (A. Costa, vondsten (fig. ) waren dus te verwachten. In 1862) Engeland werd ze in 1979 geïntroduceerd (Nau Nieuw voor Nederland 1980) en is ze inmiddels gevestigd. Zuid-Holland Katwijk aan Zee, ac 87-467, Tuponia mixticolor leeft fytofaag op tamarisk 18.vii.018, 1 ♂, 1 ♀ geklopt van tamarisk aan Tamarix (Tamaricaceae). Tamarisk wordt in de rand van een tuin, C.F.M. den Bieman. Oost- Nederland aangeplant als zandbinder langs de voorne, Geuzenbos, ac 66-438, .vii.018, 3 ♂, kust en als tuinstruik, maar lijkt niet te verwilderen. ♀ geklopt van tamarisk, C.F.M. Den Bieman. Ze komt op veel plekken in de duinen voor (Nationale Databank Flora en Fauna, geraad- Tuponia mixticolor (fig. 4) heeft een groot Palae- pleegd op 8 februari 019: atlasblokken), vooral aukema et al. ‒ nieuwe en interessante nederlandse wantsen ix 7 Familie Coreidae Ceraleptus gracilicornis (Herrich-Schaeffer, 1835) Nieuw voor Nederland Limburg Bemelen, Winkelberg, ac 18-318, 3.vii-16.viii.018, 1 ♂ en 3 vijfdestadiumlarven, W. Bakker (col. B. Aukema). Echt, Kranenbroek, ac 19-34, 19.iv.019, 1 ♂, H.J.M. van Buggenum (foto Waarneming.nl). Maastricht, Sint Pieters- berg, ac 17-314, 11.v.018, 1 ex., G. van de Maat (foto Waarneming.nl). Ceraleptus gracilicornis (fig. 6) is in Europa een warmteminnende en overwegend zuidelijke soort die voorkomt in Albanië, Andorra, België, Bosnië- Herzegovina, Bulgarije, Duitsland, Frankrijk, Figuur . Vindplaatsen Tuponia mixticolor in Griekenland, Hongarije, Italië, Kroatië, Luxem- Nederland. bourg, Macedonië, Moldavië, Montenegro, Figure . Records of Tuponia mixticolor in the Nederland, Oekraïne, Oostenrijk, Polen, Portugal, Netherlands. Roemenië, Zuid-Rusland, Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Turkey en Zwitserland. Buiten Europa is ze bekend uit Noord-Afrika, het op de Zeeuwse eilanden en in Zuid-Holland. Het Midden-Oosten, de Kaukasus en Centraal-Azië betreft vooral de Zuid-Europese Franse tamarisk (Protić 001, Dolling 006). In Duitsland komt T. gallica, maar ook de Zuidoost-Europese klein- C. gracilicornis niet voor in het aan Nederland bloemige tamarisk T. parviflora wordt wel in grenzende gebied en is ze recent alleen ten zuiden tuinen aangeplant. In Frankrijk werd ze ook van de Main waargenomen (Wachmann et al. gevonden op Afrikaanse tamarisk T. africana 007). In België was ze bekend uit de meest (Ehanno 1987b). De eveneens aan tamarisk ge- zuidelijke provincies Namur en Luxemburg bonden Tuponia (Tuponia) brevirostris Reuter, 1883 (Viskens et al. 00), maar heeft ze zich kennelijk en Tuponia (Chlorotuponia) hippophaes (Fieber, sinds 01 verspreid tot in de provincies Oost- 1861) zijn recent ook langs de Belgische kust Vlaanderen en Vlaams-Brabant (gegevens van gevonden (Lock 018) en dus ook uit ons land Waarnemingen.be, geraadpleegd op 8 februari te verwachten. 019). De Nederlandse vindplaatsen zijn aan- gegeven in figuur 7. Tuponia mixticolor overwintert als ei en heeft in Frankrijk twee generaties per jaar. Volwassen Ceraleptus gracilicornis leeft fytofaag op vlinder- dieren zijn waargenomen van half juni tot in bloemigen Fabaceae zonder duidelijke voorkeur oktober (Ehanno 1987b). voor een bepaalde soort. Als waardplant worden bonte esparcette Onobrychis viciifolia, klaver Trifolium, kroonkruid Securigera varia, lathyrus, rolklaver Lotus, rupsklaver Medicago en wikke Vicia genoemd. Vliegende exemplaren komen 8 e mededelinen ‒ 019 Figuur 6. Ceraleptus gracilicornis. 11.v.018, Sint Pieters- Figuur 7. Vindplaatsen Ceraleptus gracilicornis in berg. Foto Gerben van de Maat. Nederland. Figure 6. Ceraleptus gracilicornis. 11.v.018 Sint Pieters- Figure 7. Records of Ceraleptus gracilicornis in the berg. Photo Gerben van de Maat. Netherlands. echter vaak op andere planten terecht, die geen Griekenland, Hongarije, Italië, Kroatië, Letland, waardplant