DOCSLIB.ORG

Economische Effecten Van Migratie Naar Nederland, 1960-2005 Van De Beek, J.H

Total Page：16

File Type：pdf, Size：1020Kb

Download full-text PDF Read full-text
Economische Effecten Van Migratie Naar Nederland, 1960-2005 Van De Beek, J.H UvA-DARE (Digital Academic Repository) Kennis, macht en moraal : de productie van wetenschappelijke kennis over de economische effecten van migratie naar Nederland, 1960-2005 van de Beek, J.H. Publication date 2010 Document Version Final published version Link to publication Citation for published version (APA): van de Beek, J. H. (2010). Kennis, macht en moraal : de productie van wetenschappelijke kennis over de economische effecten van migratie naar Nederland, 1960-2005. Vossiuspers - Amsterdam University Press. http://nl.aup.nl/books/9789056296261-kennis-macht-en- moraal.html General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:28 Sep 2021 AUP-vdBeek:AUP/Buijn 11-02-2010 18:45 Pagina 1 UvA Proefschriften deBeek Jan van Kennis, Macht en Moraal Faculteit der Maatschappij- en De productie van wetenschappelijke Gedragswetenschappen Macht enMoraal Kennis, kennis over de economische effecten van migratie naar Nederland, Jan van de Beek studeerde Wiskunde en Informatica (Universiteit Utrecht) en Culturele 1960–2005 Antropologie (Universiteit van Amsterdam). Hij was als promovendus en postdoc ver- bonden aan de Amsterdamse School voor Sociaal-wetenschappelijk Onderzoek (assr) en het Instituut voor Migratie en Etnische Studies (imes), thans onderdeel van het Jan van de Beek Amsterdam Institute for Social Science Research (aissr). Waarom werd er in Nederland - immigratieland bij uitstek - lange tijd nauwelijks onder- zoek gedaan naar de economische effecten van immigratie? Is dat te verklaren uit typis- che kenmerken van de Nederlandse wetenschapsbeoefening of moet het antwoord vooral daarbuiten worden gezocht? Ontbrak het economen simpelweg aan statistische gegevens of speelde de veelbesproken politieke correctheid van de jaren tachtig en negentig hen ook parten? Welke rol speelde de overheid bij de productie van weten- schappelijke kennis? Waarom hielden gezaghebbende kennisinstituten als de wrr en het cpb zich zolang op de vlakte? Op basis van uitgebreid bronnenonderzoek en interviews met economen, politici en minderhedenonderzoekers wordt antwoord gegeven op al deze, ook nu weer actuele, vragen. De inhoudelijke aspecten van migratie-economisch onderzoek, als wel de sociale, politieke en historische context waarbinnen die kennispro- ductie plaats vond, komen daarbij allebei uitgebreid aan bod. UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Amsterdam Institute for Social Science Research (aissr) Kennis, Macht en Moraal Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het Amsterdam Institute for Social Science Research (AISSR). Lay out: Jan H. van de Beek Ontwerp omslag: René Staelenberg, Amsterdam Omslagillustratie: “Equilibrium?” door Jan H. van de Beek, acryl op papier, 50×70 cm ISBN 978 90 5629 626 1 NUR 735 © Jan Huibertus van de Beek, 2010 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Kennis, Macht en Moraal De productie van wetenschappelijke kennis over de economische effecten van migratie naar Nederland, 1960-2005 ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Amsterdam op gezag van de Rector Magnificus prof. dr. D.C. van den Boom ten overstaan van een door het college voor promoties ingestelde commissie, in het openbaar te verdedigen in de Agnietenkapel op dinsdag 30 maart 2010 te 12:00 uur door Jan Huibertus van de Beek geboren te Hilversum Promotiecommissie Promotores: Prof. dr. J. Grin Prof. dr. J.C. Rath Overige leden: Prof. dr. R. Hoppe Prof. dr. H. Entzinger Prof. dr. J. Hartog Prof. dr. W.G.J. Duyvendak Dr. C.L. Kwa Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen “KNOWLEDGE,POWER AND VIRTUE ARE BOUND TOGETHER WITH A INDISSOLUBLE CHAIN”1 Inhoudsopgave Boxen............................................................................................................................ 12 Tabellen........................................................................................................................13 Figuren.........................................................................................................................14 Afkortingen.................................................................................................................. 16 Voorwoord................................................................................................................... 19 DEEL I: ONDERZOEKSOPZET 1 Inleiding: probleemstelling, vraagstelling en onderzoeksopzet..................... 27 1.1 Inleiding: probleemstelling & relevantie van het onderzoek..................................... 27 1.2 Centrale onderzoeksvraag.......................................................................................... 29 1.3 Begripsbepaling & object van studie ......................................................................... 30 1.4 Periodisering .............................................................................................................. 31 1.5 Deelvragen ................................................................................................................. 32 1.6 Hoofdstructuur van het proefschrift........................................................................... 32 2 Theorie en methodologie.................................................................................... 33 2.1 Inleiding ..................................................................................................................... 33 2.2 Kwalitatieve variabelen analyse................................................................................. 33 2.3 Het metaonderzoek naar het minderhedenonderzoek ................................................ 39 2.3.1 Schets van het metaonderzoek..........................................................................................39 2.3.2 Relatie wetenschap/beleid: partijen betrokken bij het minderhedenonderzoek................41 2.3.3 Relatie wetenschap/beleid: financiering & opdrachtverstrekking....................................43 2.3.4 Relatie wetenschap/beleid: aansturing en programmering van onderzoek.......................45 2.3.5 Interactie wetenschap/beleid: probleemperceptie & coproductie.....................................50 2.4 Het heuristisch model................................................................................................. 55 2.5 Theoretische perspectieven op migratiebeleid en kennisproductie............................ 58 2.5.1 Normatieve aspecten van beleid en wetenschap...............................................................58 2.5.2 Eerste en tweede orde aspecten van beleid en kennisproductie .......................................60 2.6 Operationalisering van de onafhankelijke variabelen................................................ 65 2.6.1 Migratie-economische literatuur ......................................................................................65 2.6.2 Economisch beleid; economische toestand; economiebeoefening; databeschikbaarheid 67 2.6.3 Immigratie; migratiebeleid ...............................................................................................68 2.7 Operationalisering van de afhankelijke variabele kennisproductie ........................... 70 2.7.1 Selectie van cases .............................................................................................................70 2.7.2 Inhoudsanalyse .................................................................................................................71 2.7.3 Interviews & Workshop....................................................................................................73 2.8 Resumé....................................................................................................................... 74 2.8.1 Onderzoeksopzet ..............................................................................................................74 2.8.2 Operationalisering
Load more

Recommended publications
  • New Survey Methods: Tools to Dig for Gold Page 2; B&T13276 Binnen Oratie Dejong
    Page 1; B&T13276 omslagoratie dejong Surveys are widely used by scholars, companies, and public policymakers to generate invaluable insights. Despite the popularity of surveys, several biases can affect the validity of self-reported data. In his inaugural address, Martijn de Jong discusses how new survey methods can help to extract valid information from surveys. Several examples are presented that showcase the relevance of better research design and careful statistical modeling of the response process. In addition, De Jong addresses some commonly held perceptions about the ability to make causal inferences with survey data. Martijn de Jong is Full Professor of Marketing Research at the Erasmus School of Econo - New Survey Methods: mics. He obtained his PhD in marketing (cum laude) from Tilburg University in 2006, and an MSc in Econometrics (cum laude) from Erasmus University Rotterdam in 2002. He was a visiting scholar at Columbia University and NYU in 2008. Martijn received several major research Tools to Dig for Gold grants, including an NWO (Netherlands Organization for Scientific Research) VENI and VIDI grant. His awards include the 2009 J. C. Ruigrok award, the 2010 Christiaan Huygens award, Martijn de Jong and the 2010 Erasmus Research prize. He was named a “Marketing Science Young Scholar” by the Marketing Science Institute (MSI) in 2009. His main research interests are consumer preference measurement, cross-cultural marketing, sensitive topics, psychometrics and privacy issues. His articles have been published in Marketing Science, Journal of Marketing Research, Journal of Consumer Research, Journal of Marketing, Quantitative Marketing & Economics, Design & layout: B&T Ontwerp en advies (www.b-en-t.nl) Print: Haveka (www.haveka.nl) Journal of Personality and Social Psychology, Psychometrika, and Applied Psychological Measu re ment.
    [Show full text]
  • (Nick) Powdthavee
    Curriculum Vitae Nattavudh (Nick) Powdthavee Nattavudh (Nick) Powdthavee holds a joint position as a Professorial Research Fellow at the University of Melbourne and a Principal Research Fellow at the London School of Economics. He obtained his PhD in Economics from the University of Warwick in 2006 and has held positions at the University of London, University of York, and Nanyang Technological University in Singapore. His research interests are quantitative social and behavioural sciences, and his research findings have been regularly discussed in the media, including the Financial Times, the Economist, and the London Times. He is the author of the popular economics book, The Happiness Equation: The Surprising Economics of Our Most Valuable Asset, Icon Books. For more details, see: www.powdthavee.co.uk. 1. PERSONAL DETAILS DOB: 31/08/78 Sex: Male Nationality: Thai & British Address: Centre for Economic Performance, LSE, Houghton Street, London, WC2A 2AE Email: [email protected]; [email protected] Telephone: +44 7990 815924 Website: www.powdthavee.co.uk Education: BSc. Economics & Management, Brunel 2000 MSc. Economics, Warwick 2001 PhD Economics, Warwick (awarded July, 2006) “On the Use of Subjective Well-being Data in Economic Analysis: An Empirical Study Using Developed and Developing Countries Data” Academic post held: 2012- Professorial Research Fellow (Full Professor), Melbourne Institute of Applied Economic and Social Research, University of Melbourne (0.25 fte) 2012- Principal Research Fellow (Associate Professor), Centre for Economic Performance, London School of Economics and Political Science (0.75 fte) 2011-2012 Assistant Professor, Division of Economics, Nanyang Technological University 2010 Visiting Researcher, Department of Economics, University of the Thai Chamber of Commerce 2008-2010 Lecturer, Department of Economics and Related Studies, University of York 2005-2008 Research Officer, Centre for Economics of Education, Institute of Education, University of London 2.
    [Show full text]
  • Well-Being Inequality and Reference Groups –
    TI 2010-015/3 Tinbergen Institute Discussion Paper Well-Being Inequality and Reference Groups – An Agenda for New Research Bernard Van Praag University of Amsterdam, and Tinbergen Institute. Tinbergen Institute The Tinbergen Institute is the institute for economic research of the Erasmus Universiteit Rotterdam, Universiteit van Amsterdam, and Vrije Universiteit Amsterdam. Tinbergen Institute Amsterdam Roetersstraat 31 1018 WB Amsterdam The Netherlands Tel.: +31(0)20 551 3500 Fax: +31(0)20 551 3555 Tinbergen Institute Rotterdam Burg. Oudlaan 50 3062 PA Rotterdam The Netherlands Tel.: +31(0)10 408 8900 Fax: +31(0)10 408 9031 Most TI discussion papers can be downloaded at http://www.tinbergen.nl. Well-being Inequality and Reference Groups 1 An Agenda for New Research Version March 3, 2010 Well-being Inequality and Reference Groups An Agenda for New Research Bernard Van Praag Amsterdam, March 2, 2010 University of Amsterdam, Tinbergen Institute, CESifo, IZA, DIW [email protected] Well-being Inequality and Reference Groups 2 An Agenda for New Research Version March 3, 2010 Well-being Inequality and Reference Groups An Agenda for New Research Bernard Van Praag * Abstract It is argued that the concept of well –being inequality cannot be properly defined without taking the referencing process into account. The reference effect depends on how frequently individuals compare with others and on the degree of social transparency in society. In this paper we employ the reference- extended model for incorporating the concept of happiness inequality. in happiness studies. We plead for an extension of the present happiness paradigm by setting up a new additional agenda for empirical research in order to get quantified knowledge about the referencing process.
    [Show full text]
  • Assessing the Quality of Economists
    Jointly published by Elsevier Science Ltd, Oxford Scientometrics, and Akaddmiai Kiad6, Budapest Vol. 38, No. 2 (1997) 2.31-252 MEASURING GIANTS AND DWARFS: ASSESSING THE QUALITY OF ECONOMISTS H. P. VAN DALEN Research Center for Economic Policy (OCFEB), Erasmus University Rotterdam (and Tinbergen hlstitute) P.O. Box 1738, 3000 DR Rotterdam (The Netherlands) E-mail: Dalen@ocfeb few.eur.nl (Received September 9, 1996) The emergence of ideas in economic science is dominated by scientists s~tuated m the US. The brain drain to the US after de Second World War gave economic scientists who stayed behind a chance to obtain a monopoly position in determining the development of economics in their home country. These facts are illustrated by a citations study of economic science in the Netherlands. Especially one man, the Nobel laureate Jan Tinbergen, has left an indelible mark on the way Dutch economic science has developed. The development of Dutch economics shows strong path-dependence. 1. Introduction Anyone who has tried his hand at characterizing the theory and practice of scientists is in for the 'tar-and-feathers' treatment by his peers. The sneers and sniggers can only be stopped if one takes the time and effort to take a closer look at a particular science and see how knowledge has been created and influenced. In this paper I will apply the tools of 'scientometrics' to the case of Dutch economics as an illustration of how a European country has coped with the American dominance in science, economic science in particular. The story suggests that the development of economics does not conform to the image of the Scientist acting independently of time and place.
    [Show full text]
  • The Benefits of Being Economics Professor a (And Not Z)
    A Service of Leibniz-Informationszentrum econstor Wirtschaft Leibniz Information Centre Make Your Publications Visible. zbw for Economics van Praag, C. Mirjam; van Praag, Bernard M. S. Working Paper The benefits of being economics professor A (and not Z) CESifo Working Paper, No. 1948 Provided in Cooperation with: Ifo Institute – Leibniz Institute for Economic Research at the University of Munich Suggested Citation: van Praag, C. Mirjam; van Praag, Bernard M. S. (2007) : The benefits of being economics professor A (and not Z), CESifo Working Paper, No. 1948, Center for Economic Studies and ifo Institute (CESifo), Munich This Version is available at: http://hdl.handle.net/10419/25993 Standard-Nutzungsbedingungen: Terms of use: Die Dokumente auf EconStor dürfen zu eigenen wissenschaftlichen Documents in EconStor may be saved and copied for your Zwecken und zum Privatgebrauch gespeichert und kopiert werden. personal and scholarly purposes. Sie dürfen die Dokumente nicht für öffentliche oder kommerzielle You are not to copy documents for public or commercial Zwecke vervielfältigen, öffentlich ausstellen, öffentlich zugänglich purposes, to exhibit the documents publicly, to make them machen, vertreiben oder anderweitig nutzen. publicly available on the internet, or to distribute or otherwise use the documents in public. Sofern die Verfasser die Dokumente unter Open-Content-Lizenzen (insbesondere CC-Lizenzen) zur Verfügung gestellt haben sollten, If the documents have been made available under an Open gelten abweichend von diesen Nutzungsbedingungen die in der dort Content Licence (especially Creative Commons Licences), you genannten Lizenz gewährten Nutzungsrechte. may exercise further usage rights as specified in the indicated licence. www.econstor.eu THE BENEFITS OF BEING ECONOMICS PROFESSOR A (AND NOT Z) C.
    [Show full text]
  • PDF Download
    EMPIRICAL ESTIMATION RESULTS OF A COLLECTIVE HOUSEHOLD TIME ALLOCATION MODEL CHRIS VAN KLAVEREN BERNARD VAN PRAAG HENRIETTE MAASSEN VAN DEN BRINK CESIFO WORKING PAPER NO. 1716 CATEGORY 4: LABOUR MARKETS MAY 2006 An electronic version of the paper may be downloaded • from the SSRN website: www.SSRN.com • from the RePEc website: www.RePEc.org • from the CESifo website: www.CESifo-group.deT T CESifo Working Paper No. 1716 EMPIRICAL ESTIMATION RESULTS OF A COLLECTIVE HOUSEHOLD TIME ALLOCATION MODEL Abstract In this paper an empirical model is developed where the collective household model is used as a basic framework to describe the time allocation problem. The collective model views household behavior as the outcome of maximizing a household utility function which is a weighted sum of the utility functions of the male and the female. The empirical research that has been done is mainly focused on testing and refuting the unitary model. Moreover, in the bulk of time allocation literature the main accent still lies on the development of theory. The novelty of this paper is that we empirically estimate the two individual utility functions and the household power weight distribution, which is parameterized per household. The model is estimated on a sub-sample of the British Household Panel Survey, consisting of two-earner households. The empirical results suggest that: (1) Given that the weight distribution is wage dependent, preferences of males and females differ, which rejects the unitary model; (2) The power differences are mainly explained by differences in the ratio of the partners' hourly wages; (3) Although there are significant individual variations on average the power distribution in two- earner families is about even; (4) The male tends to be marginally more productive in performing household tasks than the female (5) The preference for total household production is influenced by family size for the female but not for the male (6) Both males and females have a backward bending labor supply curve.
    [Show full text]
  • Erik (Js) Plug
    ERIK (JS) PLUG Department of Economics University of Amsterdam Roetersstraat 11 1018 WB Amsterdam The Netherlands t: (+31 20) 525 6964 e: [email protected] EMPLOYMENT • Full Professor, Department of Economics, University of Amsterdam, Amsterdam: 2007-present. • Director of Graduate Studies, Tinbergen Instituut, University of Am- sterdam, VU University Amsterdam, Erasmus University Rotterdam: 2008-2009. • Researcher, Department of Economics, University of Amsterdam, Am- sterdam: 1997-2007. • Assistant Professor, Department of Household and Consumer Studies, Wageningen University, Wageningen: 1997-2000. EDUCATION • PhD in Economics, Tinbergen Institute, University of Amsterdam, Amsterdam (Supervisor: Prof.dr. Bernard van Praag): 1992-97. • MSc in Econometrics, University of Amsterdam, Amsterdam: 1986-91. PUBLISHED AND FORTHCOMING PAPERS • \The Causal Effect of Parents' Schooling on Children's Schooling: A Comparison of Estimation Methods," (with Helena Holmlund and Mikael Lindahl), Journal of Economic Literature, forthcoming. • \Estimating Intergenerational Schooling Mobility on Censored Sam- ples: Consequences and Remedies," (with Monique de Haan), Journal of Applied Econometrics, January/February 2011. • \Estimating the Effect of Personality on Male and Female Earnings," (with Gerrit Mueller) Industrial and Labor Relations Review, October 2006. • \The Origins of Intergenerational Correlations: Lessons from Swedish Adoption Data," (with Anders Bj¨orklundand Mikael Lindahl) Quar- terly Journal of Economics, August 2006. • \Does Family Income Matter for Schooling Outcomes? Using Adop- tion as a Natural Experiment," (with Wim Vijverberg) Economic Journal, October 2005. • \Money for Health; The Equivalent Variation of Cardiovascular Dis- eases," (with Wim Groot and Henri¨ette Maassen van den Brink) Health Economics, September 2004. • \A Bivariate Poisson Count Data Model Using Conditional Probabil- ities," (with Peter Berkhout) Statistica Neerlandica, August 2004.
    [Show full text]
  • Subjective Economic Welfare
    Subjective Economic Welfare Martin Ravallion and Michael Lokshin 1 1 Development Research Group, World Bank. The financial support of the World Bank's Research Committee (under RPO 681-39) is gratefully acknowledged. For their comments the authors thank Jeanine Braithwaite, Christine Jones, Branko Milanovic, Dominique van de Walle and Bernard Van Praag. 1. Introduction It is a paradox that when economists analyze the welfare impacts of policies, they typically assume that people are the best judges of their own welfare, yet they resist directly asking people themselves whether they are better off. It is assumed instead that the economist knows the answer on the basis of objective data on incomes and prices. While early ideas of “utility” were explicitly subjective,2 the modern approach in economics has generally ignored the expressed views of people themselves about their own welfare. However, the view that we can make interpersonal comparisons of welfare by looking solely at demand behavior is known to be untenable. Households differ in characteristics, such as size and demographic composition, which can influence their welfare in ways which are not evident in their behavior as consumers (Pollak and Wales, 1979). The problem stems from the restrictions economists place on the information which is brought to bear in measuring welfare. 2 Famously, Jeremy Bentham defined utility in terms of psychological states (pleasure and pain). On the distinction between “objective” and “subjective” utility see Kahnman and Varey (1991). 2 Responses to survey questions on perceived well-being may well provide the extra information needed for identifying welfare (van Praag, 1991; Kapteyn, 1994).
    [Show full text]
  • Income and Happiness: Evidence, Explanations and Economic Implications Andrew E
    Income and happiness: Evidence, explanations and economic implications Andrew E. Clark, Paul Frijters, Michael A. Shields To cite this version: Andrew E. Clark, Paul Frijters, Michael A. Shields. Income and happiness: Evidence, explanations and economic implications. 2006. halshs-00590436 HAL Id: halshs-00590436 https://halshs.archives-ouvertes.fr/halshs-00590436 Preprint submitted on 3 May 2011 HAL is a multi-disciplinary open access L’archive ouverte pluridisciplinaire HAL, est archive for the deposit and dissemination of sci- destinée au dépôt et à la diffusion de documents entific research documents, whether they are pub- scientifiques de niveau recherche, publiés ou non, lished or not. The documents may come from émanant des établissements d’enseignement et de teaching and research institutions in France or recherche français ou étrangers, des laboratoires abroad, or from public or private research centers. publics ou privés. PARIS-JOURDAN SCIENCES ECONOMIQUES 48, BD JOURDAN – E.N.S. – 75014 PARIS TEL. : 33(0) 1 43 13 63 00 – FAX : 33 (0) 1 43 13 63 10 www.pse.ens.fr WORKING PAPER N° 2006 - 24 Income and happiness: Evidence, explanations and economic implications Andrew E. Clark Paul Frijters Michael A. Shields JEL Codes : D01, D31, D6, H00, I31 Keywords : Income, happiness, social comparisons, habituation, economic policy CENTRE NATIONAL DE LA RECHERCHE SCIENTIFIQUE – ÉCOLE DES HAUTES ÉTUDES EN SCIENCES SOCIALES ÉCOLE NATIONALE DES PONTS ET CHAUSSÉES – ÉCOLE NORMALE SUPÉRIEURE Income and Happiness: Evidence, Explanations and Economic Implications ANDREW E. CLARK, PAUL FRIJTERS and MICHAEL A. SHIELDS1 September 2006 “Every pitifulest whipster that walks within a skin has had his head filled with the notion that he is, shall be, or by all human and divine laws ought to be, ‘happy’” (Thomas Carlyle).
    [Show full text]
  • A Multi-Dimensional Approach to Subjective Poverty
    1 A Multi-dimensional Approach to Subjective Poverty Bernard Van Praag faculty of economics and econometrics, tinbergen institute, & SCHOLAR University of Amsterdam Roeterstraat 11 1018 WB Amsterdam The Netherlands E-mail: [email protected] and Ada Ferrer-i-Carbonell faculty of economics and econometrics, tinbergen institute, SCHOLAR, & AIAS University of Amsterdam Plantage Muidergracht 4 1018 TV Amsterdam The Netherlands E-mail: [email protected] Amsterdam, 21 June 2006 * Correspondence author: Ada Ferrer-i-Carbonell. Tel. 00-31-20- 525 6137 & 525 6309; Fax: 00-31-20- 525 4301. This is a slightly modified version of a paper, presented at the occasion of the opening conference on ‘The Measurement of Multidimensional Poverty,Theory and Evidence’ of The International Poverty Centre (UNDP) in Brasilia, August 29,2005. The conference organisers were Jacques Silber and Nanak Kakwani. 2 A Multi-dimensional Approach to Subjective Poverty Abstract This paper addresses two key issues in modern policy- oriented poverty research. First, we recognize that poverty is an individual feeling and not an objective status. This leads to an operational definition of subjective poverty as being below a certain degree of satisfaction. Second, we distinguish several domains of life, and consequently, several types of poverty, each pertaining to a specific life domain. It is found that, although the chance on being poor in one domain enhances the chance to be poor in another domain, it is justified to see poverty as a multi-dimensional concept. Poverty 'with life as a whole' may be decomposed into poverty components with respect to life domains.
    [Show full text]
  • On a Simple Survey Measure of Individual Risk Aversion
    A Service of Leibniz-Informationszentrum econstor Wirtschaft Leibniz Information Centre Make Your Publications Visible. zbw for Economics Hartog, Joop; Ferrer-i-Carbonell, Ada; Jonker, Nicole Working Paper On a Simple Survey Measure of Individual Risk Aversion CESifo Working Paper, No. 363 Provided in Cooperation with: Ifo Institute – Leibniz Institute for Economic Research at the University of Munich Suggested Citation: Hartog, Joop; Ferrer-i-Carbonell, Ada; Jonker, Nicole (2000) : On a Simple Survey Measure of Individual Risk Aversion, CESifo Working Paper, No. 363, Center for Economic Studies and ifo Institute (CESifo), Munich This Version is available at: http://hdl.handle.net/10419/75515 Standard-Nutzungsbedingungen: Terms of use: Die Dokumente auf EconStor dürfen zu eigenen wissenschaftlichen Documents in EconStor may be saved and copied for your Zwecken und zum Privatgebrauch gespeichert und kopiert werden. personal and scholarly purposes. Sie dürfen die Dokumente nicht für öffentliche oder kommerzielle You are not to copy documents for public or commercial Zwecke vervielfältigen, öffentlich ausstellen, öffentlich zugänglich purposes, to exhibit the documents publicly, to make them machen, vertreiben oder anderweitig nutzen. publicly available on the internet, or to distribute or otherwise use the documents in public. Sofern die Verfasser die Dokumente unter Open-Content-Lizenzen (insbesondere CC-Lizenzen) zur Verfügung gestellt haben sollten, If the documents have been made available under an Open gelten abweichend von diesen Nutzungsbedingungen die in der dort Content Licence (especially Creative Commons Licences), you genannten Lizenz gewährten Nutzungsrechte. may exercise further usage rights as specified in the indicated licence. www.econstor.eu CESifo Working Paper Series ON A SIMPLE SURVEY MEASURE OF INDIVIDUAL RISK AVERSION Joop Hartog Ada Ferrer-i-Carbonell Nicole Jonker* Working Paper No.
    [Show full text]
  • Curriculum Vitae
    Curriculum Vitae. Name: Paul Frijters Current profession: From January 2006: Professor at Queensland University of Technology / with an adjunct position at the ANU, Research School of Social Sciences. Date of Birth: 04-08-1970 Place of Birth: Utrecht, The Netherlands Marital Status: De facto Children: Robert (04-02-1996), Carmen (28-09-1998), and Jasmine (20-06-2002). Work Mail Address: Queensland University of Technology, Z-block, School of Economics, 2 George Street, GPO box 2434, Brisbane, Qld 4001 Tel. work: 07-38649364 E-mail: [email protected], [email protected] Education Secondary school education 1982-1988 - Stedelijk Gymnasium Utrecht. Final exams in 8 subjects, including all beta-subjects. University education 1988-1994 - Econometrics at the University of Groningen. My final project consisted of a stay of 7-month in Durban, South Africa, where I gathered and analysed micro-data on interrelationships between education, discrimination and productivity in the clothing industry in the Durban Area. It led to two articles. One applied search theory to develop an empirical model of the hiring and firing policies of the analysed firm and looked at statistical discrimination issues (Frijters, 1999a). The second translated and refined sociological ideas about discrimination into a game-theoretic model (Frijters, 1998a). Ph.D.-education 1994-1999 - a study on welfare and well-being in Russia (Frijters, 1999). This thesis applies and extends psychological insights about the causes, definition, and measurement of well-being into economics. As such, it led to publications in both economic and psychological outlets. The Ph.D. was written under supervision of and in co-operation with Prof.
    [Show full text]