Belgische Jazz Inleiding De Openbare Bibliotheek Kortrijk Heeft Een Zeer Uitgebreide Jazzcollectie Van Een Paar Duizend Cd’S (Én Een Paar Duizend Vinylelpees)

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Belgische Jazz Inleiding De Openbare Bibliotheek Kortrijk Heeft Een Zeer Uitgebreide Jazzcollectie Van Een Paar Duizend Cd’S (Én Een Paar Duizend Vinylelpees) Themalijst Belgische Jazz Inleiding De Openbare Bibliotheek Kortrijk heeft een zeer uitgebreide jazzcollectie van een paar duizend cd’s (én een paar duizend vinylelpees). Niet allen omdat wij chauvinistisch zijn maar ook omdat er heel veel kwaliteit te vinden is, hebben we hier een ruime selectie van Belgische jazzmuzikanten opgelijst. In eerste instantie staan ze hieronder alfabetisch maar op het einde vind je nog een lijst per instrument. We beginnen met het spotlicht te richten op drie oude gloriën, dan zetten we drie nog levende legendes in de kijker om te eindigen met de rest van de Belgische jazzmusici in een alfabetische lijst. Magazijn cd’s De Kortrijkse bibliotheek bezit een schat aan muzikaal erfgoed. Je vindt er ongeveer 30 000 cd’s in de publieke ruimte. Ga je in de catalogus zoeken, dan ontdek je dat heel wat cd’s een plaatsje gevonden hebben in onze magazijnen. Dat zijn er nog eens meer dan 50 000. In totaal kan de bibliotheek dus prat gaan op ongeveer 80 000 muziek-cd’s! Hieronder vind je bv. hoe een magazijn-cd in de catalogus aangeduid staat: Sadi : Preludin’ (z.j.) magazijn Muziek & Film 73 cd 22587 Wil je deze of een andere magazijncd te ontlenen, noteer dan het magazijnnummer en het personeel haalt de cd onmiddellijk voor je op. Magazijn vinylelpees Wij hebben in onze magazijnen zo’n 25000 vinylsingles en bijna 30.000 vinylelpees zitten. Die willen we niet meer uitlenen maar we doen er wel nog iets mee. We besloten een gedeelte van onze collectie terug voor het publiek open te stellen in de vorm van digitale kopies. Er zijn een aantal wettelijke restricties die we moeten in acht nemen Het proces mag niet beschouwd worden als het digitaliseren om gemakkelijker te kunnen uitlenen. Wettelijk beschouwen we het cd-schijfje niet als een muziek kopie maar als Erfgoedkopie Om de wetten op het auteursrecht en de rechten van de platenmaatschappijen te beschermen mogen we alleen maar vinyl digitaliseren onder de volgende Voorwaarden 1. De lp mag nooit op cd verschenen zijn. 2. De gekopieerde lp blijft eigendom van de bibliotheek. 3. De gekopieerde cd wordt uitgeleend onder de normale voorwaarden, wordt niet verkocht en blijft dus bezit van de bib. 4. Alleen de lp’s van de bib worden gedigitaliseerd, niet die van de leden of andere privépersonen. 5. Alleen volledige lp’s worden gedigitaliseerd, geen afzonderlijke tracks of singles. 6. De originele lp wordt als erfgoed beschouwd en wordt niet meer uitgeleend. Het vinyl wordt gereinigd en met de gratis software Audacity en dan wordt de vinylsingle op een schijfje gebrand. Themalijst : Belgische Jazz Openbare bibliotheek Kortrijk juli 2016 p. 2 Belangrijk Naast de titel van de cd staat in de lijst hieronder een plaatskenmerk (bv. 73 thiele). Meestal stemmen die vijf letters overeen met de eerste vijf letters van de muzikant/groep maar bij jazzmuzikanten komt het heel dikwijls voor dat ze in vaste/losse groepen spelen en dat de cd’s dan bij die groep geklasseerd zijn. Niet alle cd’s van Laurent Blondiau zitten bijvoorbeeld bij 73 blond Terug naar de Belgische Jazz !!! Oude gloriën Candrix, Fud (Tenorsaxofoon, Viool, Klarinet, Componist, Arrangeur, Dirigent (1908- 1974) Alfons "Fud" Candrix (Tongeren, 17 juli 1908 – Brussel, 12 april 1974) was een Belgisch jazzmuzikant (tenorsaxofoon, klarinet, viool), arrangeur en bigbandleider. Fud Candrix was één van de bekendste Belgische musici en bandleiders van de jaren dertig. Candrix studeerde notenleer en viool aan het Conservatorium van Luik. Later schakelde hij over naar klarinet en saxofoon. In 1928 had Candrix zijn opnamedebuut als saxofonist in Berlijn. In 1936 begon Candrix zijn eerste bigband. Deze band speelde vooral hot- en sweet jazz. Op het einde van de jaren dertig behoorde zijn orkest tot de drie bekendste grote jazzorkesten van België, samen met dat van Stan Brenders en Jean Omer. Tijdens de mobilisatieperiode was Candrix leider van het orkest van het Werk Koningin Elisabeth, met als taak optredens te verzorgen voor de Belgische soldaten. In 1940, onder de Duitse bezetting, stelde Candrix zijn tweede bigband samen. Dit orkest groeide uit tot het succesvolste orkest dat hij ooit heeft geleid. Het orkest speelde van april tot augustus 1942 in het Delphi Filmpalast te Berlijn, waar het populaire muziek en swing voor Wehrmachtsoldaten speelde. Candrix en zijn orkest begeleidden Django Reinhardt in maart 1943 in Parijs bij de opnamen van „Belleville“, „Oubli“, „ABC“ en „Zuiderzee Blues“. Na de oorlog viel de band van Candrix uit elkaar. Hij bleef zeer actief en vormde een aantal nieuwe orkesten. Toen de populariteit van de jazzmuziek verminderde, nam de bekendheid van Candrix navenant af. Fud Candrix begon in 1969, na een onderbreking van vijftien jaar, weer op te treden en bleef dit doen tot zijn dood in de lente van 1974. The multi-faceted talent of (elpee 1973) 73 VRT vinyl 35523 Themalijst : Belgische Jazz Openbare bibliotheek Kortrijk juli 2016 p. 3 Sadi Vibrafoon, Percussie, Zang, Componist, Arrangeur (1927-2009) Sadi, bijgenaamd Fats, echte naam Sadi Lallemand (Andenne, 23 oktober 1927 - Hoei, 20 februari 2009) was een Belgische jazzmuzikant. Hij werkte onder de artiestennaam Sadi omdat hij niet van zijn achternaam hield; het Franse "Lallemand" betekent "De Duitser". Sadi was multi-instrumentalist (hij speelde vibrafoon, percussie, piano en bongo), orkestleider, zanger, componist en arrangeur. Hij leidde lang zijn eigen kwartet, maar werkte ook solo en met andere musici.. Reeds op 9-jarige leeftijd trad Sadi in het weekend op als amateur xylofoonspeler. Door het beluisteren van Louis Armstrong ontdekte hij omstreeks 1938 de jazzmuziek. In 1941 begon hij vibrafoon te spelen. In de Tweede Wereldoorlog was hij semiprofessioneel actief, later legde hij zich professioneel toe op de muziek. Hij was een van The Bob Shots uit Luik; Belgische boppioniers, met onder meer Jacques Pelzer. Van 1950 tot 1961 verbleef hij in Parijs, waar hij samenwerkte met muzikanten als Django Reinhardt, Kenny Clarke, Stéphane Grappelli en Don Byas. Hij speelde er met verschillende bekende Franse bands en in diverse bekende Parijse clubs uit die tijd. In 1961 keerde hij terug naar België, waar hij ging werken voor de publieke omroep RTB. Hij bleef er tot 1965 werken voor het radio-orkest. De volgende jaren ging hij meermalen op tournee, en was hij actief op diverse opnames. Zo speelde hij vaak bij de The Kenny Clarke-Francy Boland Big Band. Van 1969 tot 1974 werkte hij aan een show op de Belgische televisie. Hij werkte ook voor het BRT-jazzorkest. In 1994 verscheen nog het album The Sadi Quartet, maar in 1995 werd hij ernstig ziek, waarna hij minder op het podium verscheen. Sadi overleed op 81-jarige leeftijd ten gevolge van een virus en de complicaties tijdens een behandeling in het ziekenhuis. Vinylsingles La maitresse – L’amant – Polka dope and more beer – petite suite 73 VRT vinyl 11967 Good bye – Paris, je t’aime – I’ll remember april – Blue sunrise 73 VRT vinyl 11965 is gedigitaliseerd als digi 73 cd 28230 Mon cocktail d’amour – Cherchez la femme 73 VRT vinyl 11148 is gedigitaliseerd als digi 73 cd 28229 Vinylelpees Ensadinado (1966) 73 VRT vinyl 31540 Swing a little (1971) 63 VRT vinyl 31262 / 73 vinyl 17319 The best of (1972) 73 vinyl 17318 Cd’s Sadi’s nonet (2000) 73 sadi Preludin’ (z.j.) 73 cd 22587 Themalijst : Belgische Jazz Openbare bibliotheek Kortrijk juli 2016 p. 4 Django Reinhardt Reinhardt werd geboren in Liberchies, een dorp in de Belgische gemeente Pont-à-Celles (Henegouwen). Het dorp lag destijds op de grens van drie gemeenten (Liberchies, Luttre en Buzet) en zou door de Sinti zijn gekozen, omdat ze hun woonwagens dan gemakkelijk naar een andere gemeente konden verplaatsen als ze dreigden te worden uitgewezen. De familie trok door Frankrijk, Corsica en Noord-Afrika en Reinhardt groeide ten slotte op in een woonwagenkamp bij Parijs. Samen met zijn jongere broer leerde hij gitaar, banjo en viool spelen, zonder muzieklessen te volgen. Django leerde pas in de jaren 30 lezen en schrijven van Stéphane Grappelli. Als tieners traden de twee broers op in Parijs en namen deel aan de Bals musettes. In 1928 ontmoette hij bassist Louis Vola, die enkele jaren later lid zou worden van zijn kwintet. In datzelfde jaar nam hij ook zijn eerste plaat op. Op 26 oktober 1928 raakte Reinhardt (18 jaar) bij een brand in zijn woonwagen zwaar gewond. De linkerzijde van zijn lichaam was ernstig verbrand en zijn linkerbeen moest geamputeerd worden. De bijgelovige Django weigerde dit pertinent. Door zijn verminkte linkerhand - waarbij de pink en ringvinger verlamd en misvormd waren - leek gitaarspelen niet meer mogelijk. Zijn broer bracht toch een gitaar naar zijn ziekenkamer en met volharding - hij verbleef bijna twee jaar in het ziekenhuis - leerde hij zichzelf opnieuw spelen en zo ontwikkelde hij zijn typische eigen stijl: de jazz manouche was geboren. In 1934 ontmoette hij de violist Stéphane Grappelli in een nachtclub in Montparnasse. Het tweetal richtte samen met Reinhardts broer Joseph (slaggitaar), Roger Chaput (slaggitaar) en Louis Vola (contrabas) het Quintette du Hot Club de France op, een combinatie van louter snaarinstrumenten: viool, sologitaar, slaggitaar en contrabas. In 1948 begeleidde Reinhardt de eerste producties van Bobbejaan Schoepen, de eerste Belgische zanger die internationaal doorbrak. In 1947 en 1949 maakte Reinhardt weer opnamen met Stéphane Grappelli. Daarna toonde hij steeds meer belangstelling voor het nieuwe en muzikale grenzen verleggende genre bebop en hij begon ook vaker elektronisch te spelen. Naar het einde van zijn leven legde hij zich steeds meer toe op schilderen en vissen in het schilderachtige Samois-sur-Seine. Vinylelpees Django et Stephane (1949) 64 VRT vinyl 31299 Le disque d’or (Vogue, z.j.) 73 vinyl 13070 Les disque d’or (Mode, z.j.) 73 vinyl 15913 Le double disque d’or (1976) 73 vinyl 16992 / 73 vinyl 18041 Swinging strings (z.j.) 73 vinyl 18042 Django (1964) 73 vinyl 18043 Nuages (z.j.) 65 VRT vinyl 31260 XTRA 1092 (1969) 63 VRT vinyl 31340 Jazz star series, vol0.
Recommended publications
  • QUASIMODE: Ike QUEBEC
    This discography is automatically generated by The JazzOmat Database System written by Thomas Wagner For private use only! ------------------------------------------ QUASIMODE: "Oneself-Likeness" Yusuke Hirado -p,el p; Kazuhiro Sunaga -b; Takashi Okutsu -d; Takahiro Matsuoka -perc; Mamoru Yonemura -ts; Mitshuharu Fukuyama -tp; Yoshio Iwamoto -ts; Tomoyoshi Nakamura -ss; Yoshiyuki Takuma -vib; recorded 2005 to 2006 in Japan 99555 DOWN IN THE VILLAGE 6.30 99556 GIANT BLACK SHADOW 5.39 99557 1000 DAY SPIRIT 7.02 99558 LUCKY LUCIANO 7.15 99559 IPE AMARELO 6.46 99560 SKELETON COAST 6.34 99561 FEELIN' GREEN 5.33 99562 ONESELF-LIKENESS 5.58 99563 GET THE FACT - OUTRO 1.48 ------------------------------------------ Ike QUEBEC: "The Complete Blue Note Forties Recordings (Mosaic 107)" Ike Quebec -ts; Roger Ramirez -p; Tiny Grimes -g; Milt Hinton -b; J.C. Heard -d; recorded July 18, 1944 in New York 34147 TINY'S EXERCISE 3.35 Blue Note 6507 37805 BLUE HARLEM 4.33 Blue Note 37 37806 INDIANA 3.55 Blue Note 38 39479 SHE'S FUNNY THAT WAY 4.22 --- 39480 INDIANA 3.53 Blue Note 6507 39481 BLUE HARLEM 4.42 Blue Note 544 40053 TINY'S EXERCISE 3.36 Blue Note 37 Jonah Jones -tp; Tyree Glenn -tb; Ike Quebec -ts; Roger Ramirez -p; Tiny Grimes -g; Oscar Pettiford -b; J.C. Heard -d; recorded September 25, 1944 in New York 37810 IF I HAD YOU 3.21 Blue Note 510 37812 MAD ABOUT YOU 4.11 Blue Note 42 39482 HARD TACK 3.00 Blue Note 510 39483 --- 3.00 prev. unissued 39484 FACIN' THE FACE 3.48 --- 39485 --- 4.08 Blue Note 42 Ike Quebec -ts; Napoleon Allen -g; Dave Rivera -p; Milt Hinton -b; J.C.
    [Show full text]
  • Starten Met Jazz
    Themalijst Starten met Jazz Inleiding De Openbare Bibliotheek Kortrijk heeft een zeer uitgebreide jazzcollectie een paar duizend cd’s en een paar duizend vinylelpees) waardoor het voor een leek moeilijk is het bos door de bomen te zien. Ik zie voor de leek die iets meer wil weten ver jazzmuziek drie opties: 1. Je komt naar de Bib en grasduint wat in onze fantastische collectie. Grote kans dat je de ‘verkeerde’ cd’s meeneemt en voorgoed de jazz afzweert. Wat jammer zou zijn.. 2. Je neemt enkel verzamel-cd’s mee, bijvoorbeeld de Klara cd’s 3. Ok, dan heb je een staalkaart van het beste wat er ooit verschenen is en wil je misschien nog iets dieper gaan, meer exploreren, meer voelen wat échte jazz is.. Dan lees je 4. De beknopte lijst hieronder die chronologisch in enkele tientallen cd’s je wegwijs maakt in de verschillende subgenres van de jazz. Verwacht geen uitgebreide biografieën of discografieën maar een kort situeren van de belangrijkste stromingen met haar prominentste vertegenwoordigers. Dit is alleen maar een kennismaking, een aanzet. Maar dit document probeert een chronologisch overzicht te geven met de belangrijkste namen per sub genre. Als je van al deze artiesten één cd beluisterd hebt, kan je al wat meepraten voor jazz. Het is belangrijk op te merken dat al die sub genres soms zeer lang blijven en zelfs heropleven. Uiteraard overlappen ze elkaar in de tijd. En weinig muzikanten beperken zich echt tot één stijl. Jazzrecensent Mark Van den Hoof stelt dat na de jaren ‘60 niets nieuws meer gebeurde in de jazz en dat men zich beperkt tot het spelen in de stijlen van de vorige eeuw.
    [Show full text]
  • Hermann NAEHRING: Wlodzimierz NAHORNY: NAIMA: Mari
    This discography is automatically generated by The JazzOmat Database System written by Thomas Wagner For private use only! ------------------------------------------ Hermann NAEHRING: "Großstadtkinder" Hermann Naehring -perc,marimba,vib; Dietrich Petzold -v; Jens Naumilkat -c; Wolfgang Musick -b; Jannis Sotos -g,bouzouki; Stefan Dohanetz -d; Henry Osterloh -tymp; recorded 1985 in Berlin 24817 SCHLAGZEILEN 6.37 Amiga 856138 Hermann Naehring -perc,marimba,vib; Dietrich Petzold -v; Jens Naumilkat -c; Wolfgang Musick -b; Jannis Sotos -g,bouzouki; Stefan Dohanetz -d; recorded 1985 in Berlin 24818 SOUJA 7.02 --- Hermann Naehring -perc,marimba,vib; Dietrich Petzold -v; Jens Naumilkat -c; Wolfgang Musick -b; Jannis Sotos -g,bouzouki; Volker Schlott -fl; recorded 1985 in Berlin A) Orangenflip B) Pink-Punk Frosch ist krank C) Crash 24819 GROSSSTADTKINDER ((Orangenflip / Pink-Punk, Frosch ist krank / Crash)) 11.34 --- Hermann Naehring -perc,marimba,vib; Dietrich Petzold -v; Jens Naumilkat -c; Wolfgang Musick -b; Jannis Sotos -g,bouzouki; recorded 1985 in Berlin 24820 PHRYGIA 7.35 --- 24821 RIMBANA 4.05 --- 24822 CLIFFORD 2.53 --- ------------------------------------------ Wlodzimierz NAHORNY: "Heart" Wlodzimierz Nahorny -as,p; Jacek Ostaszewski -b; Sergiusz Perkowski -d; recorded November 1967 in Warsaw 34847 BALLAD OF TWO HEARTS 2.45 Muza XL-0452 34848 A MONTH OF GOODWILL 7.03 --- 34849 MUNIAK'S HEART 5.48 --- 34850 LEAKS 4.30 --- 34851 AT THE CASHIER 4.55 --- 34852 IT DEPENDS FOR WHOM 4.57 --- 34853 A PEDANT'S LETTER 5.00 --- 34854 ON A HIGH PEAK
    [Show full text]
  • Django Reinhardt
    Data » Personalities » Django Reinhardt http://romani.uni-graz.at/rombase Django Reinhardt Peter Wagner Today is the 1st of November, 1928, All Saint’s Day, late in the evening. The Reinhardt family shares this holiday with the souls of the deceased, particularly with a young one, only lately deceased, for whom the caravan has been decorated with artificial flowers. Young Django Reinhardt is returning from a concert, most probably preoccupied by an offer by Jack Holton, the English master of symphonic jazz, to move to him to England and play in his orchestra. Fate, however, had decreed otherwise. He lights the candles, and with them the flowers, and immediately the whole caravan catches fire; the family is glad to escape with their lives. For the young, promising musician, this incident is a catastrophe. His left leg is badly burnt, it will later have to be operated on, but what is worse, two fingers of his left hand remain unable to function, which is to lose the basis of existence for a goldsmith or a musician. But not Django Reinhardt. A fanatic love of music had already rooted in him, and a present – a guitar which should support his therapy – makes it break out. Notwithstanding his handicap, an inner need to express himself via music makes him return in all his virtuosity within one and a half years, equipped with additional, original means of expression. His new technique arouses amazement and curiosity with a whole generation of guitarists and musical researchers. It is difficult to judge the role of his handicap in this still significant– mainly among the Roma – school.
    [Show full text]
  • Django Reinhardt: the Journey of the Gypsy King
    Django Reinhardt: The Journey of the Gypsy King [Minor Swing ] [Black Slide] Introduction: The ideas of art music and folk music have always been separate and somewhat black and white. The virtuosity of performance and the complexity of composition have largely defined art music—just as simplicity and relatability have done that for folk music. To combine the two styles of music for creation’s sake is not a new musical idea, but historically the end product generally has seemed to privilege and to lean more towards art music rather than folk. Django Reinhardt, however, is one of the first musicians to ever take it in the other direction, elevating folk influences to be on a par with classical ones. His ability to take simple rhythms and melody lines and add complex virtuosic guitar improvisation over those melodies are what make the gypsy style so innovative, aesthetically rewarding, accessible, and historically influential. His contributions in gypsy jazz have left their mark on other styles of music such as blues, rock and roll, bluegrass and other jazz styles. Furthermore, if we were to mention the greatest guitar players of the last century, we would have to include Django Reinhardt on the list. 1:15 History of Django and his disability: As with most European gypsies, the Reinhardt family was constantly on the move. Therefore, the story of Django Reinhardt's birth is somewhat unclear. However, we do know that he was born somewhere near a little town called Liberchies in Belgium in a gypsy encampment on January 23 rd , 1910. He was named Jean-Baptiste Reinhardt, and as with most gypsy children, he was given a nickname.
    [Show full text]
  • Dokumentation Django Reinhardt
    Bemerkungen zu „Django Reinhardt – Three-Fingered Lightning“ Regie: Christian Cascio 2010 Mitwirkende: Stephane Grapelli, Babik Reinhardt, David Reinhardt, Martial Solal, Alf Masselier, Jean-Louis Chautemps, Andre Hodeir Django Reinhardt (ca. 1946) Filminhalt: Mit einer Überblendung von Django Reinhardt zu David Reinhardt, Enkel von Django und Sohn von Babik Reinhardt – Vertreter einer Gitarristen- Dynastie - beginnt der Film, der das Leben des wohl besten europäischen Jazzmusikers schildert. Eine kurze Einblendung von Original-Filmaufnahmen mit dem Protagonisten des Sinti-Jazz (eigentlich genauer Manouche-Jazz) zeigt die Musikalität des großen französischen Jazz-Heroes. 1910 wird er in Belgien als Sohn einer Tänzerin und eines Wandermusikers geboren. Der Vater verlässt seine Ehefrau, Django und seinen Bruder Joseph, der später treuer Begleitmusikers des Gitarren- Genie wird. Als Junge gelangt er mit seiner Restfamilie nach Paris, wo er auf den Straßen und Gassen bettelt und Banjo spielt. Er spielt in den Kneipen und Tanzsälen rund um den Montmartre und nimmt mit achtzehn Jahren seine erste Platte mit einem Akkordeonisten auf. Im selben Jahr kommt es bei einem Wohnwagenbrand zu einer Katastrophe. Der Sinti erlitt Verbrennungen an der linken Hand (Griffhand des Gitarristen) und an seinen Beinen. Es sieht so aus, als ob der Traum vom internationalen Ruhm als Musiker bereits an der Schwelle des Erfolgs zu Ende ist. Achtzehn Monate dauert die Rekonvaleszenz des jungen Mannes. Drei Finger seiner wichtigen linken Hand kann er nur noch bewegen. Doch Django will es wissen. Er verlässt seine Frau und seinen ersten Sohn Lousson (der später selbst ein berühmter Gitarrist wird) und geht nach Toulon in Südfrankreich. Dort lernt er den Maler Emile Savitry kennen, der eine Gitarre und eine Jazzplatten-Sammlung von internationalen Stars (Duke Ellington, Louis Armstrong usw.
    [Show full text]
  • La Main Gauche De Django
    La Main Gauche de Django TRAVAIL ÉCRIT EN VUE DE L’OBTENTION DU DIPLÔME INTER-UNIVERSITAIRE DE RÉÉDUCATION ET D’APPAREILLAGE EN CHIRURGIE DE LA MAIN 2011-2013 FACULTÉ DE MÉDECINE DE L’UNIVERSITÉ JOSEPH FOURIER - CHU DE GRENOBLE ---------------------------------------------------------------------------------- !!!!!!!!!! JURY : Céline DEMORTAIN !!!!!!!! Pr. F. MOUTET Masseur-Kinésithérapeute D.E.!!!!!! Pr. Y. ALLIEU PARIS!!!!!!!!!! M. P. CHAMAGNE AVANT-PROPOS Ce mémoire vient clôturer deux années d’une riche aventure humaine. C’est un honneur pour moi de vous présenter ce travail. Mes premières pensées vont au Professeur Moutet et à Monsieur Thomas pour leur attachement et leur dévouement à cette formation que nous avons tous suivi pendant deux ans. Merci pour cette transmission de savoir, merci pour cette volonté incroyable que vous déployez. Je pense à mes camarades de route, éparpillés en France et ailleurs, que j’ai toujours eu plaisir à retrouver en cours et en stages. Merci à certains d’entre eux pour leur humanité et leur soutien. À tous les intervenants, professeurs, tuteurs de stage, collègues, amis. À tous ceux qui de près ou de loin ont été acteurs de ce DIU, merci ! À ma mère, mon père et ma soeur. À Grégoire, sans qui le courage m’aurait manqué. 2 SOMMAIRE Introduction! !!!!!!!!!!4 1. Des débuts rocambolesques !! ! ! ! ! ! ! 5 !1.1 L’enfant tsigane, roi du banjo!!!!!!!5 !1.2 L’accident de la verdine!!!!!!!!8 2. Eléments anatomo-pathologiques!!!!!!!!10 !2.1 Anatomie de la zone atteinte!!!!!!!10 !!2.1.1 Ostéologie et arthrologie!!!!!!11
    [Show full text]
  • The Assimilation of American Jazz in Trance, 1917-1940
    le hot the assimilation of american jazz in trance, 1917-1940 William h. kenney iii The assimilation of American jazz music in France, an instance of the cultural transmission of an emerging American musical art, began at the time of World War I. Within the subsequent history of jazz in France lies the tale of the progressive mastery of the two principles of improvisation and rhythmic swing and the modification of American sounds to suit the particular cultural terrain of France between the two World Wars. The process was eased by the obvious fact that France already contained, indeed originated in some cases, the basics of western music: instrumental definitions, chromatic and diatonic scales and the myriad chords from which they were constructed. Still, the principles of melodic and particu­ larly harmonic improvisation were little known in France as was the surprising phenomenon of rhythmic swing so that when early jazz arrived in that country French musicians knew most of the vocabulary of jazz without knowing how to make jazz statements. A small number of French musicians learned to "sing" with a swing and in the process created their own "école française de jazz." Ragtime and the musical precursors of jazz were carried from the U.S.A. to France by military bands sent by the American government in 1917. The most famous was the 369th Infantry Regiment's Hell Fighters Band, an all-Black outfit organized and led by James Reese Europe. Europe was a pioneer of ragtime in New York City where he had organized 0026-3079/84/2501-0005S01.50/0 5 concerts of Black music, headed the famous Clef Club, and accompanied Irene and Vernon Castle's introduction of the foxtrot in America.
    [Show full text]
  • Download the Alto Saxophone of Andre Ekyan
    1 The ALTOSAX and CLARINET of ANDRE EKYAN Solographers: Jan Evensmo & Christian Dangleterre Last update: Feb. 28, 2020 2 Born: Meudon, France, Oct. 24, 1907 Died: near Alicante, Spain, Aug. 9, 1972 Introduction: We learned first to know Andre Ekyan at the famous “Crazy Rhythm” with Coleman Hawkins from 1937, battling with Benny Carter on altosax. Later we discovered that he was one of the top vintage altosax artists in Europe. History: Self-taught as a musician. Led band at Le Perroquet in Paris in the 1920s, then played with Jack Hylton (London, 1930-31), Gregor (1932-33) and Tommy Dorsey (1936). Made a number of recordings as a leader between 1935 and 1946; on those from the period 1937-41 his altosax and clarinet soli were accompanied by Django Reinhardt. Also played with Tommy Benford, Benny Carter, Coleman Hawkins (1937), Ray Ventura (1938), Joe Turner, Jack Butler, Frank “Big Boy” Goudie (1939), again with Ventura (Switzerland, 1941) and with Bobby Nichols (1945) and Mezz Mezzrow. In 1950 he recorded again with Reinhardt as a member of the Quintette du Hot Club de France (ref. The New Grove Dictionary of Jazz). 3 ANDRE EKYAN SOLOGRAPHY JACK HYLTON & HIS ORCHESTRA London/Milan/Berlin/Paris, Jan.-April, 1931 Personnels including Andre Ekyan (cl, as, ts, vo). Several recording sessions for HMV(E), some have been available, and there is no reason to believe there are any altosax soli on these quasi-jazz sessions. Postscripit of May 10, 2017: But there is at least one interesting item: London, Feb. 3, 1931 Movie short, Pathetone, “The Magic Box”, illustrating the processing of HMV records: Choo Choo (cl)-Solo 8 bars.
    [Show full text]
  • Sidney Bechet Kyle Etges Signature Recordings I Found a New Baby
    Sidney Bechet Kyle Etges Signature Recordings I Found a New Baby. Recorded in New York in 1932 with trumpeter Tommy Ladnier, I Found a ​ New Baby showcases Bechet’s commitment to the older “New Orleans” style of playing. The piece begins with Ladnier and Bechet in their traditional roles, with Ladnier’s roaring melody complemented by Bechet’s flowing counterlines. Bechet’s solo is the centerpiece of this recording, beginning with long musical lines flowing over multiple bars and eventually developing into his typical arpeggiated style of playing. Bechet truly shows off his technical capability in the last refrain, executing a beastly arpeggiated line under Ladnier with seeming ease. This recording stands as an excellent example of Bechet’s mastery of the New Orleans jazz clarinet tradition typical in his early work, though he would later develop a more flowing, melodic approach to improvisation. This recording date was accompanied by a short residence by Bechet and Ladnier at the Savoy Ballroom, though unfortunately audiences’ tastes were gravitating toward the big bands of the era. This letdown, exacerbated by the Great Depression, drove both musicians to leave the music business, though thankfully not permanently. The two frontmen are joined on this record by the rest of the New Orleans Feetwarmers, featuring Teddy Nixon on trombone, Hank Duncan on piano, Wilson Myers on bass, and Morris Morand on Drums. Petite Fleur. Arguably Bechet’s most notable contribution to the jazz repertoire, this beautiful ​ composition was first featured alongside the Claude Luter Orchestra in Paris, France. Bechet eventually relocated to Europe, as many jazz musicians did during that time, and presented this incredible work in 1952.
    [Show full text]
  • Zigeuners’ in Film En Muziek
    Universiteit Gent Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Vakgroep Geschiedenis Academiejaar 2011-2012 De haat–liefde verhouding tegenover ‘zigeuners’ in film en muziek. Een historisch onderzoek van representaties onder het naziregime in vergelijking met de revivals van stereotypen in het postcommunistische tijdperk. Verhandeling voorgedragen tot het bekomen van de graad master in de geschiedenis Rutger Roeyhaert Stamnummer: 00703622 Promotor: Professor dr. Gita Deneckere Universiteit Gent Examencommissie Geschiedenis Academiejaar 2011-2012 Verklaring in verband met de toegankelijkheid van de scriptie Ondergetekende, ………………………………………………………………………………... afgestudeerd als master in de Geschiedenis aan Universiteit Gent in het academiejaar 2011- 2012 en auteur van de scriptie met als titel: ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… verklaart hierbij dat zij/hij geopteerd heeft voor de hierna aangestipte mogelijkheid in verband met de consultatie van haar/zijn scriptie: o de scriptie mag steeds ter beschikking worden gesteld van elke aanvrager; o de scriptie mag enkel ter beschikking worden gesteld met uitdrukkelijke, schriftelijke goedkeuring van de auteur (maximumduur van deze beperking: 10 jaar); o de scriptie mag ter beschikking worden gesteld van een aanvrager na een wachttijd van … . jaar (maximum 10 jaar); o de scriptie mag nooit ter beschikking worden gesteld van een aanvrager (maximumduur van
    [Show full text]
  • DJANGO REINHARDT Personnel 31St January, 1938 (Tracks 5–7, 12–14): Vol
    120575bk Django2 2/11/04 9:57 AM Page 8 The Naxos Historical labels aim to make available the greatest recordings of the history of recorded music, in the best and truest sound that contemporary technology can provide. To achieve this aim, Naxos has engaged a number of respected restorers who have the dedication, skill and experience to produce restorations that have set new standards in the field of historical recordings. David Lennick As a producer of CD reissues, David Lennick’s work in this field grew directly from his own needs as a broadcaster specializing in vintage material and the need to make it listenable while being transmitted through equalizers, compressors and the inherent limitations of A.M. radio. Equally at home in classical, pop, jazz and nostalgia, Lennick describes himself as exercising as much control as possible on the final product, in conjunction with CEDAR noise reduction applied by Graham Newton in Toronto. As both broadcaster and re-issue producer, he relies on his own extensive collection as well as those made available to him by private collectors, the University of Toronto, the International Piano Archives at Maryland, Syracuse University and others. Also available in the Naxos Jazz Legends series ... 8.120515 8.120538 8.120570 Certain titles may not be available in all countries 8 8.120575 120575bk Django2 2/11/04 9:57 AM Page 2 DJANGO REINHARDT Personnel 31st January, 1938 (Tracks 5–7, 12–14): Vol. 2: 1938-1939 Stephane Grappelli, violin; Django Reinhardt, Roger Chaput, Eugene Vees, guitars; Classic recordings by the Quintet of the Hot Club of France Louis Vola, bass 1st February, 1938 (Tracks 8–11): Volatile and unpredictable, Django Reinhardt was the first European musician to make a Django Reinhardt, guitar; Stephane Grappelli, violin, piano as indicated real impact on American jazz.
    [Show full text]