‘Are you a doctor, sir?’ Eerste Platformsalon

Zaterdag 6 december 2008 om 15 uur Hoofdstedelijk Parlement Lombardstraat 69 1000 Brussel

Platformsalon Nederlands.indd 3 11/13/08 12:27:16 AM Platformsalon Nederlands.indd 4 11/13/08 12:27:16 AM Uitnodiging

Precies twee jaar en vier dagen na de geboorte van Het Platform ‘Doctoraat in de kunsten’ - Het Brussels model hebben we het genoegen U uit te nodigen op het eerste Platformsalon.

Dit vindt plaats in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement op zaterdag 6 december 2008 om 15 uur

Het Platformsalon werd gedacht als een regelmatig terugkerend rendez-vous met een breder publiek, waarbij bereikte resultaten en projecten voor de toekomst kunnen worden meegedeeld; waar hamvragen en pijnpunten die doorheen de werking van Het Platform op de voorgrond komen, worden meegenomen naar een debat in het gezelschap van internationaal gerenommeerde collega’s, kunstenaars en academici, en waarbij het publiek wordt gesensibiliseerd voor een zaak die de onze is, namelijk het creëren van een relevante en legitieme vorm van toenadering tussen twee verschillende kennisgebieden: dat van de kunsten en dat van de wetenschap.

Deze uitnodiging is geldig voor twee personen. Gelieve Uw aanwezigheid te bevestigen op het volgende e-mailadres: [email protected]

- 5 -

Platformsalon Nederlands.indd 5 11/13/08 12:27:16 AM Eerste Platformsalon Brussels Hoofdstedelijk Parlement Zaterdag 6 december 2008 om 15 uur

° Begroeting

Door Lode Wyns – Vice-Rector Vrije Universiteit Brussel en Jean Luc Van Raes - Voorzitter Universitaire Associatie Brussel

° Inleiding

Door Hans de Wolf - Algemeen coördinator Kunstenplatform

° Functionalismus

Een toespraak door Josse De Pauw geschreven door Peter Verhelst

° Het debat wordt gelanceerd door

Eric de Kuyper

° Pauze

° Gran Torso

Een stuk van Helmut Lachenmann, gebracht door het Danel Kwartet

° Panelgesprek met medewerking van

- Helmut Lachenmann - componist (Leonberg - D) - John Knight - beeldend kunstenaar (Los Angeles - USA) - Frank Vandenbroucke - minister (Leuven - B) - Rudi Laermans – academicus (Leuven - B)

- Moderator: Jean Pierre Rondas

- 6 -

Platformsalon Nederlands.indd 6 11/13/08 12:27:16 AM Rondetafeldebat Waar ligt de toekomst van de publieke ruimte? Flagey gebouw Maandag 8 december 2008, 14 uur

Met de medewerking van

John Knight Luc Deleu Emilio Lopez-Menchero Sven Augustijnen Honoré ∂’0 Jean Glibert Eric Corijn Wouter Davidts Bart Verschaffel Caroline Mierop Thomas Coomans Serge Gutwirth o.v. Dirk Snauwaert o.v. Frank Maes Jorinde Seijdel

- 7 -

Platformsalon Nederlands.indd 7 11/13/08 12:27:16 AM Het Platform

Precies twee jaar geleden werd het Platform ‘Doctoraat in de kunsten’ van de Universitaire Associatie Brussel officieel in het leven geroepen met een tweedaags internationaal colloquium in het Brussels Parlement*. De initiatiefnemers stelden zich tot doel met de creatie van een autonoom ‘platform’, hangend tussen de universiteit enerzijds en de kunstwereld en haar hogescholen anderzijds, een kwalitatief hoogstaande kennisomgeving op te starten, met als finaliteit een zo optimaal mogelijke toenadering tot stand te brengen tussen twee verschillende kennisgebieden, dat van de wetenschap en dat van de kunsten. Twee jaar later kunnen we vaststellen dat het Platform de hooggespannen verwachtingen al voor een goed deel heeft ingelost. Het Platform als ontmoetingsplaats en oord van wederzijdse kruisbestuiving tussen breeddenkende academici en gedreven kunstenaars is op dit ogenblik een realiteit. De groep bestaat nu uit een 65’tal fellows, voor de helft academici en voor de andere helft kunstenaars die elkaar op regelmatige basis ontmoeten en zich engageren in projecten en werkgroepen. Met een eerste publieke verdediging in november 2007 werd Barthold Kuijken, fellow en medebezieler van Het Platform, de eerste doctor in de muziek in Vlaanderen. Voor een twintigtal andere projecten – enkele al ver gevorderd, andere vrij recent opgestart – vormt Het Platform een stevige basis waarop een concrete toenadering wordt gerealiseerd tussen een van onze artistieke fellows en één of meerdere academici, al dan niet direct verbonden met de groep. Het Platform geniet daarbij de ondersteuning en het engagement van de leden van het platformmanagement. Het feit dat het Platform zich op vrij korte tijd heeft ontwikkeld tot de open ruimte, ideaal ingericht om de toenadering tussen beide werelden zo optimaal mogelijk te realiseren, lijkt erop te wijzen dat we ons niet in aanpak hebben vergist. Het avontuur is echter nog maar net begonnen. De weg is lang en ligt voor ons open.

* Where do we go from here? Lancering van Het Platform ‘Doctoraat in de Kunsten’ - Het Brussels model, Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 1 en 2 december 2006.

- 8 -

Platformsalon Nederlands.indd 8 11/13/08 12:27:16 AM Thema

Welke ruimte zijn we vandaag bereid te vrijwaren voor het kennisgebied van de kunsten, in onze door globalisering en snelle communicatie gekenmerkte samenleving? Hoe ver willen we nog gaan in het tolereren van de bijzondere criteria die dit kennisgebied altijd hebben gekenmerkt? Kunnen de kunsten nog zeker zijn van de geprivilegieerde plaats die ze in het westerse maatschappijbeeld altijd hebben ingenomen? Of is deze evidentie intussen zoek geraakt in een klimaat van toenemende focus op output en de instrumentalisering van de kunstproductie in een alomheersend functionalisme?* Antwoorden en delen van antwoorden op deze cruciale vragen zijn van nature complex en zeer uiteenlopend. Toch zijn we het er allen over eens dat de noties van de kunstenaar, van de kunst, van de kunsthogeschool, en in niet mindere mate de noties van de toeschouwer en de toehoorder, in een spanningsveld tussen beleid en cultuurindustrie, niet langer zijn wat ze ooit zijn geweest, zonder dat we een duidelijke richting zien waarin ze evolueren.

De Duitse componist en pedagoog Helmut Lachenmann heeft zich in een gesprek over deze thematiek laten ontvallen dat hij het niet bijzonder zinvol acht elkaar te willen overtuigen van dat waarvan we al overtuigd zijn (nl. de absolute noodzaak om de autonome kunsten in bescherming te nemen), maar dat hij veeleer geïnteresseerd zou zijn een discussie aan te gaan met politici, zij die de verantwoording dragen voor het beleid. We zijn verheugd dat Frank Vandenbroucke deze handschoen heeft opgenomen.

Het thema van het eerste Platformsalon dat hierboven wordt geschetst, dient te worden opgevat als een breed kader waarbinnen de gesprekken plaats zullen vinden.

* De Duitse filosoof Martin Heidegger heeft in de late jaren 1950 gewezen op de ontwikkeling van onze beschaving naar een functionalisme dat alsmaar meer functionalisme in het leven roept. Hij heeft tegelijk ook vastgesteld dat de filosofie hier geen antwoorden meer kan tegenoverstellen. ‘Alleen een god kan ons nog redden,’ was zijn besluit.

- 9 -

Platformsalon Nederlands.indd 9 11/13/08 12:27:16 AM LODE WYNS Lode Wyns (°1946, Antwerpen), vicerector onderzoek aan de Vrije Universiteit Brussel, is Doctor in de Wetenschappen (VUB). Hij doctoreerde onder Prof. R. Hamers (VUB) en Prof. M. Bradbury (UC Davis, USA). Zijn researchdomein situeert zich in de Biochemie en Biofysica. Hij is directeur van het departement voor Moleculaire en Cellulaire Interacties van het VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie) en was oprichter van het Brussels Structural Biology Labora- tory (SBB) aan de Vrije Universiteit Brussel.

Zijn werk focust op het interdisciplinaire thema van Structuur-Functie Cor- relatie in biologische systemen. Dit werk combineert maximaal conceptuele principes uit zowel biologie, chemie als fysica. Hij was recent voorzitter van de commissie rond het nationaal gebruik van grote Europese infrastructuren en is tevens Belgisch afgevaardigde bij de Europese Synchrotron Grenoble.

- 10 -

Platformsalon Nederlands.indd 10 11/13/08 12:27:16 AM JEAN-LUC VANRAES Jean-Luc Vanraes (°1954, Ieper) is voorzitter van de Raad van de Vlaamse Ge- meenschapscommissie, fractieleider voor de VLD in het Brussels Parlement en OCMW-voorzitter in Ukkel. Van beroep is Jean-Luc Vanraes advocaat aan de balie van Brussel sinds 1980. Daarnaast is hij voorzitter van de Universitaire Associatie Brussel (UAB).

- 11 -

Platformsalon Nederlands.indd 11 11/13/08 12:27:16 AM HANS DE WOLF Hans de Wolf (°1961, Zottegem) studeerde Kunstwetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel en aan het Art History Department van Columbia University in New York. Zijn licentiaatsdiploma behaalde hij op basis van een vergelijkende studie van de creatieve processen bij Marcel Duchamp en Stép- hane Mallarmé. In 2002 doctoreerde hij met een omvangrijke en fundamenteel vernieuwende exegese van La mariée mise à nu par ses célibataires, même, het centrale werk in het oeuvre van Marcel Duchamp. Vanaf 1998 was hij betrokken bij de conceptie en realisatie van verschillende tentoonstellingsprojecten in de Neue Nationalgalerie im Hamburger Bahnhof, het Berlijnse museum voor he- dendaagse kunst. Aan de Kunsthochschule Berlin-Weissensee doceert hij sinds 2002 kunsttheoretische seminaries. In 2004 werd Hans de Wolf aangesteld als docent Kunstwetenschappen en Esthetica aan de Vrije Universiteit Brussel. Gelijktijdig werd hij aangetrokken als consultant door het Paleis voor Schone Kunsten voor het ontwikkelen van de relaties met Duitsland. Als architect van het Platform ‘doctoraat in de kunsten’ staat hij in voor de uitwerking en de algemene coördinatie ervan.

- 12 -

Platformsalon Nederlands.indd 12 11/13/08 12:27:16 AM ERIC DE KUYPER Eric de Kuyper (°1942, Brussel) maakte naam als filmmaker, semioticus, filmdo- cent en assistent-directeur van het Nederlands Filmmuseum voor hij in 1988 debuteerde als schrijver met Aan zee, het eerste deel van wat een veelgeprezen reeks memoires werd. De bekendste delen daarvan zijn De hoed van tante Jean- not (1989) en Grand Hotel Solitude (1991). De Kuyper publiceerde tevens een studie over de Hollywoodfilm, De verbeelding van het mannelijk lichaam (1993), de thriller Als een dief in de nacht (1992) en het liefdesverhaal Te vroeg… te laat (1994). Samen met regisseur Guy Cassiers en dramaturg Erwin Jans bewerkte hij Marcel Prousts À la recherche du temps perdu tot een vierdelige theatercyclus voor het Rotterdamse Ro-theater.

- 13 -

Platformsalon Nederlands.indd 13 11/13/08 12:27:17 AM Foto: Johan Jacobs Foto:

PETER VERHELST Peter Verhelst (°1962, Brugge) is een Nederlandstalig dichter, romancier en the- atermaker. Verhelst debuteerde in 1987 met de dichtbundel Obsidiaan. Zijn eerste ro- man, Vloeibaar harnas volgde in 1993. Hoewel hij binnen de literatuurwereld bij zijn debuut erkenning kreeg, bleef hij nog geruime tijd leraar. In 1999 stapte hij uit het onderwijs om zich voltijds op het schrijven te storten. In 2000 kwam zijn grote doorbraak er toen zijn roman Tongkat de Gouden Uil en de jonge Gouden uil won. Peter Verhelsts poëzie en proza wordt over het algemeen gerekend tot het postmodernisme, meer bepaald de esthetische variant hiervan. De afwezigheid van een duidelijke verhaallijn, het overdadig gebruik van symbolen die uiteinde- lijk niks meer betekenen en een grote nadruk op het artificiële van de wereld waarin de romans zich afspelen dragen hiertoe bij. In alle romans van Verhelst is er ook een grote mate aan intertekstualiteit, wat betekent dat zijn boeken verwijzingen bevatten naar andere literatuur, kunst in het algemeen en de ‘echte’ (of extraliteraire) werkelijkheid. Opvallend is dat voornamelijk beeldende kunst een grote rol speelt in zijn werk.

- 14 -

Platformsalon Nederlands.indd 14 11/13/08 12:27:17 AM JOSSE DE PAUW Josse De Pauw (°1952, Asse) is een vooraanstaand Belgisch acteur, regisseur, theatermaker en auteur. Hij studeerde Drama aan het Koninklijk Conservato- rium van Brussel, waar hij les kreeg van Senne Rouffaer. Hij was medeoprichter van de theatergroep Radeis International (1976) en het Brusselse kunstenaarscollectief Schaamte (1977), de voorloper van het huidige Kaaitheater. Momenteel is hij werkzaam als zelfstandig kunstenaar voor huizen als LOD, Muziektheater Transparant, Het Toneelhuis en wordt in Brussel gesteund door de grote huizen van beide gemeenschappen, zowel door de KVS als door het Théâtre National. Als acteur speelde hij behalve voor theater ook in meer dan vijftig films. Op zijn naam staan drie Joseph Plateau Awards voor Best Belgian Actor. Zelf realiseerde hij twee speelfilms, Vinaya (samen met Peter van Kraaij) en Ubung (samen met Koen Gisen). Josse De Pauw kreeg in 1991 de Staatsprijs voor toneelliteratuur voor de theatertekst, Het Kind van de Smid. In 2000 kreeg hij de Océ-podiumprijs voor het geheel van zijn artistieke prestaties en voor de dramatische concerten Weg en Larf. De Grote Theaterfestivalprijs ontving hij in 2001 voor Übung. Zijn boek Werk viel op door de bijzondere vorm en vertelwijze. Het leverde hem de Seghers-literatuurprijs op, alsook de Lucy B. en C.W. van der Hoogt- prijs 2002 van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en hij werd ge- nomineerd voor de Gouden Uil 2000.

- 15 -

Platformsalon Nederlands.indd 15 11/13/08 12:27:17 AM Foto: Derek TRillo Derek Foto:

QUATUOR DANEL Marc DANEL eerste viool, Gilles MILLET tweede viool, Vlad BOGDANAS alt- viool, Guy DANEL cello Met evenveel enthousiasme en met dezelfde overtuiging, volgt het Quatuor Danel, dat laureaat is van meerdere internationale muziekwedstrijden, vandaag de krachtlijnen die hen tot de oprichting van het strijkkwartet brachten: het voortdurend vernieuwde werk van het repertorium van Haydn tot de he- dendaagse componisten en respect voor de nagedachtenis van de grote Meesters: Quatuor Amadeus, Walter Levin, Hugh Maguire, Pierre Penassou enz. Met meer dan 80 concerten per jaar werpt het Quatuor Danel zich op als een heel gevestigde formatie binnen de internationale muziekscène, door zijn aanwezigheid in de erkende zalen en op steeds frequentere tournees. De samenwerking met de meest befaamde componisten van onze tijd – Boesmans, Dusapin, Harvey, Lachenmann, Rihm, Volans enz. – geeft een bijzondere zin aan het werk op lange termijn met jonge auteurs waarvan het Quatuor Danel het talent heeft erkend: Bacri, Bédrossian, Bosse, Brewaeys, Cassol, De Clerck, De- foort, d’Haene, Fafchamps, Honderdoes, Lampson, Mantovani, Mernier, Nelissen, Flender, Swinnen, Van der Harst, Vanhecke, Zhang enz. Naast dit onmiskenbare profiel dat samenloopt met het imago van een heel actieve formatie, wordt de persoonlijkheid van het Quatuor Danel ook gedefinieerd door een constante belangstelling getoond voor de amateur- musici, voor de ontwikkeling van de muziek in landelijk milieu, alsook voor de uitwisselingen met musici en kunstenaars van andere horizonten. Het Quatuor Danel is ook blij te kunnen aankondigen dat het werd gekozen om het Quatuor Lindsay op te volgen aan de Universiteit van Manchester; het voegt zich bij een groep befaamde onderzoekers waaronder de componist John Casken en de musicologen Bary Cooper, David Fallows en David Fanning.

- 16 -

Platformsalon Nederlands.indd 16 11/13/08 12:27:18 AM HELMUT LACHENMANN Helmut Lachenmann wordt in 1935 in Stuttgart geboren. Hij studeert piano, muziektheorie en contrapunt aan de Musikhochschule van zijn geboortestad. In 1958 ontmoet hij Luigi Nono, bij wie hij twee jaar lang in de leer gaat. Hij wordt van de ideeën en de techniek, van het politieke engagement en de seriële technieken van de Venetiaanse componist doordrongen. Helmut Lachenmann verdeelt zijn carrière over activiteiten als componist en pedagoog. Zijn eerste werken worden op de Biënnale van Venetië en tijdens de zomercursus van Darmstadt uitgevoerd (1962). Sinsdien neemt hij regelmatig compositiesemi- naries voor zijn rekening (Toronto, Tokyo, Buenos Aires, Parijs…). In 1981 wordt hij als docent aan de Musikhochschule van Stuttgart aangesteld. Zijn muzikale boodschap is radicaal en puur. Traditionele speelwijzen vindt men eerder uit- zonderlijk in zijn muziek terug. Wat het muziekmateriaal betreft, verzet Helmut Lachenmann zich tegen elk conventioneel beeld van klankrealiteit. “Schoonheid is de weigering van gewoontes”: deze richtlijn van de componist opent de weg naar een existentiële en spirituele ervaring, maar steeds in een historisch perspectief. Geen enkele klankmaterie is onschuldig. De klankmaterie wordt bepaald door de sporen van vorige toepassingen, door de manier waarop ze wordt voortgebracht en door vele andere historische sedimenten. Maar ook onze waarneming wordt door deze factoren bepaald. Lachenmanns muziek stelt alle uitvoeringspraktijken in vraag, alle luistergewoontes, kortom alles wat de cultuur ons overleverde (onze “filharmonsiche wereld”). Lachenmanns muz- iek maakt voortdurend schandaal. Mooie omhulsels worden onherroepelijk verscheurd. De snelheid van het denken, de traagheid van de waarneming, een onthutsende inbreuk op de tijd. Helmut Lachenmann doet meer dan klankenge- luiden manipuleren die zonder het te willen in de catalogus van de moderniteit belanden. Zijn blik reikt verder dan de oude figuren die als spoken in de ruïnes van de cultuur ronddolen. En het is op het vlak van de tijdsduur dat hij zijn soev- ereiniteit bevestigt. Op het moment van hun gemeenschappelijke aanwezigheid ontwaken klank en gehoor – door het bewustzijn van de componist bevrijd van hun opeenvolgende codes – in een hevig maar geduldig verlangen naar kennis. Er is een radicale scheur, een gapend gat te zien op de plaats waar de cultuur haar eigen materiaal met geweld maar zonder littekens in ons luister- en ken- nisveld wil integreren. Onze waarnemings- en verwachtingshorizon is volledig doorprikt. Misschien kan er voor de componist, tussen de hoorbare spleten van de ruïnes door, een nieuwe vrijheid geboren worden.

Met dank aan Ars Musica 2000, De oorsprong gecreëerd onder de artistieke leiding van Frank Madlener.

- 17 -

Platformsalon Nederlands.indd 17 11/13/08 12:27:18 AM Gran Torso (1971/1972)

Eindeloos traag onderwerpt de altviolist zijn instrument aan een hallucinerende auscultatie. Men hoort krabben, zuchten, scheuren, doorklieven, inademen, uit- ademen, stoppen. De luisteraar is zijn oriëntatievermogen volledig kwijt. De uitgekapte materie krijgt langzaam vorm. In Gran Torso staat het premuzikale centraal: het geeft toegang tot onbekende hectaren vol immobiele zones.

‘Deze inleiding, die met ostinato rubato besluit, wekt iets magisch tot leven. De naakte werkelijkheid van de tijd openbaart zich en nodigt ons uit tot een lucide observatie: het meest kwetsbare laat zich kennen.’ (H.L)

Met de grootste ernst en de grootste verbazing, als een kind dat door een spel wordt opgeslorpt, gaat de muziek op verkenning. Gran Torso opent onze ogen voor extra-territoriale instrumentale technieken, die concrete daden boven het klankresultaat plaatsen. Vreemde lichamen dringen het muzikale discours bin- nen. Dit discours kan hen niet langer absorberen zonder zichtbaar geweld te gebruiken: ‘We komen in het middelpunt van een onaangetaste woestijn aan: de immobiliteit. De emotionele impact is geen opgezet spel maar resulteert uit een zeer mechanische intentie: de Muziek heeft de intentie om het Niets te berei- ken. Op zich is dit idee niet zo origineel maar het wordt dat wel wanneer men beseft dat het om de sereniteit van gelukkige muziek gaat. In zulk een ruimte, die op zo een vrije manier is ontstaan, komen de eerste inzetten col legno op ons af als druppels op een koude steen, zoals de explosieve pizzicato’s op het einde van sommige van Bartóks werken. ‘ (H.L)

Beweging vóór de verlamming en verlangen naar vrijheid: deze twee gebaren kenmerken de componist van Mouvement (-vor der Erstarrung). In Gran Torso bereiken deze gebaren echter hun meest radicale verwerkelijking. Het fragment, het grote ‘verminkte borstbeeld’, wordt op zijn beurt verpulverd. In een lijf-aan- lijfgevecht met het gegeven van het strijkkwartet (spel-en boogtechnieken, piz- zicato’s, glissando’s, talrijke herhalingsfiguren, specifieke aanslagen of wrijvingen op het instrument), convergeert de muziek naar een leegte waarin de talen zwijgen. Het dempen van de klank wordt vaak als ‘negatieve muziek’ bestem- peld, terwijl het de componist juist een ongebonden, wonderlijk onaangetast oefenterrein biedt. Gran Torso staat niet ver af van Pression voor cello, temA en Guero voor piano (een piano waarvan we geen enkele noot te horen krijgen), extreme werken die in dezelfde periode totstandkwamen. Maar wat dit strijk- kwartet typeert, is zijn uiterst radicale ‘eens en voor altijd’. Elke verzoening met de culturele aard van het kwartet wordt tenietgedaan. Deze compositie kan

- 18 -

Platformsalon Nederlands.indd 18 11/13/08 12:27:18 AM dan ook worden beschouwd als het paradigma – wat eigenlijk onmogelijk is omdat het geen voorbeeld mag worden – van de ‘concrete instrumentale mu- ziek’ die Lachenmann tussen 1958 en het begin van de jaren ’80 ontwikkelde. De term verwijst niet zozeer naar geluiden uit het dagelijkse leven, maar wel naar de instrumentale klank als teken van de klankproductie. Al wat naar de periferie was teruggedrongen, naar de keuken en het afval, komt nu terug in het middelpunt van de muzikale ervaring te staan. Het historische aspect van het materiaal wordt tegenover de geschreven structuur geplaatst. De gewron- gen verhoudingen tussen het visuele beeld van de musici, die een arsenaal van chirurgische ingrepen op hun instrument uitvoeren, en het ongehoorde akoes- tische beeld, blijft steeds verwondering wekken.

Er is een radicale scheur, een gapend gat te zien op de plaats waar de cultuur haar eigen materiaal met geweld maar zonder littekens in ons luister- en ken- nisveld wil integreren. Onze waarnemings- en verwachtingshorizon is volledig doorprikt. Misschien kan er voor de componist, tussen de hoorbare spleten van de ruïnes door, een nieuwe vrijheid geboren worden.

Frank Madlener

- 19 -

Platformsalon Nederlands.indd 19 11/13/08 12:27:18 AM FRANK VANDENBROUCKE Frank Vandenbroucke (°1955, Leuven) is een Vlaams sp.a-politicus. Hij behaalde een licentiaatsdiploma in de Economische Wetenschappen en studeerde in Cambridge en aan de Universiteit van Oxford. In 1985 werd hij volksvertegen- woordiger en werd herkozen in 1987, 1991 en 1995. Hij werd vrij jong (34) partijvoorzitter. Hij was Minister van Buitenlandse zaken tot 1994 en kwam bij de vorming van het paars-groene kabinet Verhofstadt terug als federaal minister van Sociale zaken en Pensioenen. Na de vorming van het tweede kabinet Ver- hofstadt werd hij minister in de Vlaamse regering, verantwoordelijk voor Werk, Onderwijs en Vorming.

- 20 -

Platformsalon Nederlands.indd 20 11/13/08 12:27:18 AM JOHN KNIGHT John Knight (°1945) is een beeldend kunstenaar uit Los Angeles. Zijn werk wordt tot de laat-conceptuele kunst gerekend en houdt zich bezig met de grensgebieden tussen kunst, architectuur en design. Niet met als doel objecten te maken die zich aan die categorieën onttrekken, maar juist om met die ob- jecten te laten zien hoe diffuus de grenzen zijn en hoe dicht de ene discipline de andere kan raken als de context zelf onder de loep wordt genomen. Knight maakt vormen die in beide werelden hun rol kunnen spelen en die daarom ook visueel steeds een ambigu karakter dragen.

- 21 -

Platformsalon Nederlands.indd 21 11/13/08 12:27:18 AM RUDI LAERMANS Rudi Laermans (°1957) is als gewoon hoogleraar theoretische sociologie ver- bonden aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven (België) en vast gastdocent aan de internationale dansschool PARTS (Brussel). Tijdens de voorbije jaren was hij tevens gastdocent binnen het pro- gramma Critical Studies van Malmö Art Academy/Lund University (Zweden); dit academiejaar bekleedt hij de Gert Valeska leerstoel voor dans & performance aan de Freie Universität Berlin (Duitsland). Laermans was tot 2005 directeur van het Centrum voor Cultuursociologie en verrichte in die hoedanigheid uit- gebreid onderzoek rond de cultuurparticipatie en het cultuurbeleid in Vlaan- deren. Dit resulteerde in de boeken Het cultureel regiem (2002), Een omgeving voor actuele kunst (2004, samen met P. Gielen), Cultureel goed (2005, samen met P. Gielen) en Cultuurparticipatie in meervoud (2007). Daarnaast publiceerde hij talrijke artikels in binnen- en buitenlandse tijdschriften of boeken over recente ontwikkelingen binnen de sociale & culturele theorie, in het bijzonder over sociale systeemtheorie, en over kunstsociologische thema’s. Momenteel doet hij empirisch onderzoek binnen de internationale dansgemeenschap over de identiteit van de hedendaagse kunstenaar en de diverse vormen van artistieke samenwerking binnen het veld van de hedendaagse dans. Daarnaast verricht hij theoretisch onderzoek, deels in samenwerking met Lieven de Cauter, rond de denkfiguur van de natuurtoestand en de mogelijkheid van een kritische theorie die vertrekt van de notie van gemeenschappelijkheid. Laermans is tevens actief als essayist en publiceert regelmatig bijdragen in culturele tijdschriften, kunst- tijdschriften en catalogi. Een aantal van zijn vroegere essays zijn onder meer verzameld in Schimmenspel (1997) en Ruimten van cultuur (2001).

- 22 -

Platformsalon Nederlands.indd 22 11/13/08 12:27:18 AM JEAN-PIERRE RONDAS Jean-Pierre Rondas (°1946) is producer bij Radio Klara van de VRT, en maakt daar het veeltalige zondagmiddagprogramma Rondas met interviews over cul- tuur en wereldbeelden vanuit historische, sociologische, cultuurtheoretische en antropologische invalshoeken. Hij studeerde literatuur en filosofie aan de universiteit van zijn geboortestad Gent. Hij schreef over de mythopoëtische romances van J.R.R.Tolkien, vertaalde het deel over Het Schone uit Immanuel Kants Kritik der Urteilskraft in het Nederlands, en analyseerde de romans van Umberto Eco. Bij Radio 3 en bij Klara maakte hij radioreeksen over onder meer James Joyce’s Ulysses en Finnegans Wake, de Institutionele Psychiatrie te La Borde, en de taalproblematiek in Québec. Hij verzorgde jarenlang een maga- zine over Duitsland en Duitse cultuur. In enkele radioreeksen gaf hij verslag van onderzoek naar taal en natievorming in regio’s waar net een ‘precaire vrede’ was uitgebroken: Israël/Palestina, Noord-Ierland, en Zuid-Afrika. In 2006 verscheen Rondas’ Wereldbeeldenboek (Pelckmans) met gesprekken met binnen- en buit- enlandse filosofen. Het afgelopen jaar was het voornamelijk de hervorming van de huidige Belgische staat die zijn aandacht wegdroeg. Aan het Pieter Gillis centrum van de Universiteit van Antwerpen introduceert hij derdejaarsstudenten in het onvat- bare verband tussen zingeving, religie en kunst.

- 23 -

Platformsalon Nederlands.indd 23 11/13/08 12:27:18 AM Rodney Graham “Are you a doctor, sir?” *

De covers van deze kleine publicatie werden ontleend aan een werkstuk van de Canadese kunstenaar Rodney Graham. Behalve de verwijzingen naar Charles Baudelaire en Sigmund Freud bestaat dit werk verder uit een dun boekje dat een zeer concrete toelichting verschaft bij deze gekende beelden en hun wat vreemde titel. Het is vanzelfsprekend de dubbelzinnigheid die de combinatie van beeld en titel oproept, gekoppeld aan de opdracht van het Platform, die deze beelden zo geschikt maken voor deze publicatie. Hierdoor ontstaat een soort knipoog, gerelateerd aan de vorm van een doctorsgraad voor kunste- naars in verhouding tot de inhoud die het Platform daaraan schenken wil.

De werkelijke ontstaansgeschiedenis van deze diptiek is echter zeer verschillend. Rodney Graham verbindt in beide componenten van het werk twee gebeur- tenissen waarbij Freud en Baudelaire persoonlijk betrokken waren en ontdekt daarbij een psychoanalytisch potentieel (avant la lettre) in de houding van de Franse dichter. Op zekere dag wordt die tijdens een avondwandeling aange- klampt door een prostituee (la mère Bistouri) die hem de vraag stelt: ‘Vous êtes médecin, monsieur?’ Deze ontmoeting biedt Baudelaire de gelegenheid door te dringen tot de vreemde obsessie van de vrouw voor geneesheren. Dezelfde vraag werd ook aan Freud gesteld, toen hij enkele decennia later afgedwaald was tijdens een wandeling in het hooggebergte. De dochter van de hoteleige- nares was hem op het spoor gekomen en hoopte met ‘dokter Freud’ te kun- nen praten over haar neurose. Het geval Katharina wordt behandeld in Freuds Studies over Hysterie. Rodney Graham gaat ervan uit dat hij het voorbeeld van Baudelaire zou kunnen hebben gekend.

* Rodney GRAHAM, Freud et la cas Katharina. Deux sources pour un élément possible de fiction, Brussel, Yves Gevaert ed. 1991.

- 24 -

Platformsalon Nederlands.indd 24 11/13/08 12:27:18 AM Dit werk van Rodney Graham dat tijdens het Platformsalon te zien zal zijn, behoort tot de verzameling van Isi Fiszman. De diptiek hing lange tijd in Isi’s woonkamer. Maar een klein incident heeft daar verandering in gebracht. Op zekere dag hing Baudelaire soeverein alleen aan de wand. Het deel Freud was losgekomen en van de muur gevallen, waardoor de lijst beschadigd tussen de scherven lag. Dit fait divers heeft Isi zeer geamuseerd. Hij stelde het voor alsof de Dichter de Psychoanalyticus een opdoffer had verkocht. We kunnen alleen maar hopen dat dit voorbeeld geen symboolfunctie heeft voor de verhoudin- gen tussen de kunsten en de wetenschap op het Platform.

- 25 -

Platformsalon Nederlands.indd 25 11/13/08 12:27:19 AM This work by Rodney Graham will be present at the Platform salon and is part of Isi Fiszman’s collection. It hung in Isi’s living room for a long time. However, a small incident changed that. One day, only Baudelaire hung on the wall. The Freud part had come loose and had fallen off the wall and the frame lied dam- aged on the floor among the splinters. This fait-divers amused Isi. He imagined that the Poet had punched the Psychoanalyst. We can only hope that this ex- ample does not symbolize the relationship between art and science on the Platform.

- 25 -

Platformsalon Engels.indd 25 11/13/08 12:25:16 AM Rodney Graham “Are you a doctor, sir?” *

The covers of this small publication were adopted from an essay by the Ca- nadian artist Rodney Graham. Except for the reference to Charles Baudelaire and Sigmund Freud, this piece of work consists of a thin booklet which gives a very concrete explanation of these well known images and their strange title. Obviously it is that ambiguity that evokes the combination of image and title, combined with the Platform’s assignment, which makes these images suitable for this publication. Consequently, a kind of wink arises, connected with the form of a doctor’s degree for artists in proportion to the content which the Platform wants to give it.

However, the true history of this diptych is very different. In both components of his work, Rodney Graham connects two events in which Freud and Baude- laire were both personally involved and discovers with it a psycho-analytic po- tential (before it existed) in the attitude of the French poet. One day, when he is taking an evening walk, a prostitute (la mère Bistouri) comes up to him and asks: “Are you a doctor, sir?” This meeting offers the occasion to Baudelaire to penetrate into the woman’s strange obsession for doctors. The same question was asked to Freud when, a few decades later, he got lost during a walk in the mountains. The hotel owner’s daughter had tracked him down and hoped she could talk to “Doctor Freud” about her neurosis. Freud treated The Katharina case in his Studies on Hysteria. Rodney Graham assumes that he could have known the example of Baudelaire.

* Rodney GRAHAM, Freud et la cas Katharina. Deux sources pour un élément possible de fiction, Brussels, Yves Gevaert ed. 1991.

- 24 -

Platformsalon Engels.indd 24 11/13/08 12:25:16 AM JEAN-PIERRE RONDAS Jean-Pierre Rondas (b.1946) was editor in chief and is now a senior producer of the cultural talk programmes of Klara, the “Classical Radio” of VRT (Vlaamse Radio en Televisie, the Dutch speaking Public Broadcast Service in ). From 1980 onwards, he made radio serials on James Joyce’s novels Ulysses and Finnegans Wake, and many other literary subjects. During 15 years he ran the only radio magazine in the Low Countries devoted exclusively to German culture and society. For two decades now, he has been running his own weekly Sunday morning interview programme “Rondas” (formerly better called “Worldviews”), with in- terviews in Dutch, English, French and German, in the spheres of the humanities and the social sciences. He has made numerous radio-series in which he gave an account of his re- search into nation-building in countries where only shortly before a precarious peace had broken out (Israel/Palestina, Northern Ireland, South-Africa). In 2003, while on a tour in Québec, he made an interview-series on language problems and “souverainisme” in Québec (with Gérard Bouchard, Charles Tay- lor, Will Kymlicka, Neil Bissoondath, Michel Seymour, Robert Comeau, Jocelyn Létourneau, Jan Erk). Recently he published his Rondas’ Wereldbeeldenboek (Rondas’ Book of Worldviews) with interviews with contemporary philosophers (Alain Fin- kielkraut, Michel Onfray, Alain Badiou, Toni Negri, George Steiner, Martha Nuss- baum, and many others). He teaches a master course on Art, Meaning and Religion at the Pieter Gillis Centre of the University of . In 2007, he received the Golden Spurs award for cultural accomplishment.

- 23 -

Platformsalon Engels.indd 23 11/13/08 12:25:16 AM RUDI LAERMANS Professor Rudi Laermans (b.1957) is connected to the Faculty of Social sciences of the KULeuven (Catholic University of Louvain), where he lectures on theo- retic sociology. From 1992 until 2006, he also lectured cultural sociology at the KULeuven and was in charge of the Centre for sociology of culture. Laermans published numerous essays and several books (nationally as well as interna- tionally), on social and cultural theory, cultural policy and participation, stage art (contemporary dance) and visual arts. He often focuses on a sociological perspective, but just as often on a wider theoretical view.

- 22 -

Platformsalon Engels.indd 22 11/13/08 12:25:15 AM JOHN KNIGHT John Knight is a visual artist, living in Los Angeles. He is one of the original con- ceptual artists and as such has always challenged the role art plays in society. His work focusses on the middleplace between art, architecture and design. The objects he creates are not intended to exist hors categorie but are meant to bring this fusion of borders to the surface. If one focusses on the context than it shows that all disciplines touch upon eachother. Knight makes forms that can figure in different worlds at the same time and therefore are visually charged with ambiguous characteristics.

- 21 -

Platformsalon Engels.indd 21 11/13/08 12:25:15 AM FRANK VANDENBROUCKE Frank Vandenbroucke (b.1955, Leuven) is a , socialist politician. He re- ceived a master’s degree in Economic Sciences and studied at Cambridge Uni- versity and Oxford. In 1985 he became a representative and was re-elected in 1987, 1991 and 1995. He became president of the socialist party at the age of thirty-four. He was Minister of Foreign affairs untill 1994 and at the formation of the purple-green government with Prime Minister Guy Verhofstadt, he returned as federal minister of Social affairs and Pensions. When the second government of Guy Verhofstadt was formed he eventually became minister in the Flemish government, responsable for Work, Education and Formation.

- 20 -

Platformsalon Engels.indd 20 11/13/08 12:25:15 AM la nature culturelle du quatuor est ici détruite. Aussi cette œuvre devient-elle le paradigme – impossible puisqu’il ne doit pas faire exemple – de la « musique concrète instrumentale » développée par Lachenmann entre 1958 et le début des années 80. La musique ainsi désignée ne se réfère pas directement aux bruits de la vie quotidienne mais envisage le son instrumental comme signe de sa production. Tout ce qui était rejeté à la périphérie, aux cuisines et aux ordu- res, revient au centre de l’expérience musicale. L’aspect historique du matériau est mis en relation avec la structure écrite. La distorsion entre l’image visuelle des musiciens, enferrés dans un arsenal d’actions chirurgicales sur leur instru- ment, et l’image acoustique inouïe, demeure toujours surprenante.

La déchirure est radicale et béante, à la hauteur de la violence que la culture exerce sur son propre matériau pour l’intégrer sans cicatrice dans notre champ d’audition et de savoir. L’horizon de la perception et de l’attente est percé de part en part. Au travers des failles audibles d’un champ ruines, émerge peut- être une liberté nouvelle pour le compositeur.

Frank Madlener

- 19 -

Platformsalon Engels.indd 19 11/13/08 12:25:15 AM Gran Torso (1971/1972)

L’alto entreprend une auscultation hallucinée de son instrument, avec une len- teur infinie et cruelle. Cela gratte, souffle, déchire, perfore; cela inspire, expire et s’interrompt. L’auditeur a perdu toute orientation. L’espace creusé se fige len- tement. Au centre du Gran Torso, le pré-musical occupe des hectares de terres inconnues dans la plus stricte immobilité.

« Cette introduction avec son ostinato rubato à la fin, provoque un état magi- que. Ouvert sur la réalité nue du temps, il invite à l’enfoncement et à la lucide observation: le plus vulnérable surgit ». (H.L.)

Avec le plus grand sérieux et le plus grand étonnement, comme un enfant absorbé par son jeu, la musique explore. Gran Torso ouvre ses yeux sur les techniques instrumentales extra-territoriales, où les actions concrètes sont plus essentielles encore que le résultat sonore. Les corps étrangers font irruption : aucun discours musical ne peut plus les absorber, sans violence apparente. « Nous arrivons au centre d’un désert intact : l’immobilité. L’impact émotionnel n’est pas mis en scène. Il est provoqué par l’intention très mécanique, réalisée avec une règle en main : la Musique a l’intention de parvenir au Rien. Comme idée isolée, cela n’est pas original, mais ici agit la sérénité d’une musique heu- reuse. Dans un tel espace si librement constitué, je ressens les premières atta- ques col legno come une goutte sur la pierre froide, comme une explosion non moins puissante que les Pizzicati à la Bartók de la fin de l’œuvre. » (H.L.)

Mouvement avant la paralysie et aspiration à la libération : ces deux gestes caractéristiques de l’écriture du compositeur de Mouvement (-vor der Erstar- rung) aboutissent ici à un point ultime de réalisation radicale : l’écoute de ce fragment ; de ce grand « Torse mutilé » est elle-même pulvérisée. Dans le corps à corps avec le quatuor constitué, toutes les techniques de jeu et d’archet, piz- zicati, glissandi, les multiples figures de répétition, les attaques ou les frottements sur le corps de l’instrument, convergent vers le vide où les langages se taisent. L’étouffement, littéralement l’expiration du sujet quatuor, ce qu’on a souvent qualifié de « musique négative » offre au compositeur un champ de manœu- vre libéré et miraculeusement préservé. Proche des expériences extrêmes de Pression pour violoncelle seul, du temA, ou encore du Guero, pour un piano dont nous n’entendons pas une seule note, tous contemporains du quatuor, Gran Torso a le geste radical du « une fois pour toutes ». Une fois pour toutes signi- fie aussi une seule fois à jamais, une action par définition non réitérable, sous peine de sombrer dans « l’exotisme du son aliéné ». Toute réconciliation avec

- 18 -

Platformsalon Engels.indd 18 11/13/08 12:25:15 AM HELMUT LACHENMANN Né à Stuttgart en 1935, Helmut Lachenmann étudie le piano, la théorie mu- sicale et le contrepoint à la Musikhochschule de sa ville natale. En 1958 se situe un rencontre décisive: celle de Luigi Nono, auprès qui Lachenmann tra- vaille pendant deux ans, à Venise. Échange d’idées et de techniques sérielles. Ses premières œuvres furent présentées à la Biennale de Venise et aux Cours d’été de Darmstadt (1962). Depuis, il anime régulièrement des séminaires de composition (Toronto, Tokyo, Buenos Aires, Paris, …). Il est nommé professeur à la Musikhochschule de Stuttgart en 1981. Le projet musical de Helmut Lachen- mann est radical et précis : les techniques de jeu traditionelles sont ici l’excep- tion. À l’intérieur du matériau musical, le compositeur lutte contre toute image convenue de la réalité sonore. « La beauté est le refus de l’habitude » : cette injonction du compositeur à l’égard de l’œuvre d’art engage une expérience existentielle et spirituelle liée à une pensée de l’histoire. Aucun matériau sonore n’est innocent. Les traces des utilisations antérieures, les modes de production, les sédiments de l’histoire le constituent et constituent l’origine de notre per- ception. La musique de Lachenmann interroge toutes les pratiques musicales, toutes les habitudes d’écoute, tout ce que la culture accorde : notre « monde philharmonique ». C’est son scandale persistant. La belle surface est irrémédia- blement déchirée. Vitesse de la pensée, lenteur de l’observation, stupéfiante effraction du temps : par-delà la manipulation des sons-bruits, entrés malgré eux et malgré leur auteur dans le catalogue de la modernité, par-delà les fantômes de figures anciennes traversant les ruines de la culture, Lachenmann affirme sa maîtrise souveraine de la durée. Dans l’instant de leur présence commune, libé- rés de leurs codifications successives par la conscience du compositeur, le son et l’écoute sont réveillés par un formidable et patient désir de connaissance.

Nous remercions Ars Musica 2000, L’origine inventée sous la direction artistique de Frank Madlener.

- 17 -

Platformsalon Engels.indd 17 11/13/08 12:25:15 AM Foto: Derek TRillo Derek Foto:

QUATUOR DANEL The Danel Quartet has been established in Brussels since its creation in June 1991. It has been studying with some great masters of string quartet playing: The Amadeus Quartet is at the origin of their creation; with The Borodine Quartet and Feodor Drushinin from Beethoven Quartet, they have worked on all the Shostakovitch Quartets; Walter Levin gave them his refined interpretation of the repertory. With Pierre Penassou, they had the link to a great French tradition. The Danel Quartet has been able, in seventeen years, to make its place on the international scene and to be invited to various festivals. The confidence conferred on its work confirmed them: The Brussel Philhar- monic Society Bozar asked them to pay homage to the Pro Arte Quartet, invited them at De Singel to join the great string quartets series of the year and Concertgebouw Brugge as “Friends in Music”. Collaborations with great composers of the Century as: Dusapin, Har- vey, Lachenmann, Rihm, Volans … and young composers with talent as: Bosse, Bédrossian, Bacri, Breawaeys, Cassol, De Clerck, Defoort, d’Haene, Fafchamps, Honderdoes, Lampson, Mantovani, Mercier, Nelissen, Flender, Swinnen, Van der Harst, Vanhecke, Zhang… The Quatuor Danel has been established at Manchester University as “Quartet in residence” involved in seminars, concerts serie, master-classes with partners as: John Casken, composer, Bary Cooper, David Fallo.

- 16 -

Platformsalon Engels.indd 16 11/13/08 12:25:15 AM JOSSE DE PAUW Josse De Pauw (b. 1952, Asse) is an eminent Belgian actor, director, theatre maker, author and columnist. He studied theatre at the Royal Conservatory in Brussels with Senne Roufaer. He was co-founder of the theatre company Radeis International (1976) and the artist’s group Schaamte/Shame, which later became the Kaaitheater in Brus- sels. For twenty years he commits himself to this Kaaitheater untill in 1999 he becomes an artist-in-residence at Victoria (Ghent). In 2000 he takes on the job of artistic manager at Het Net in Brugge for a four-year term. In 2005 he leads the Toneelhuis in Antwerp for one year. He currently works as an independant artist for such houses as LOD, Muziektheater Transparant, Het Toneelhuis. In Brussels he is supported by important theaters of both communities, by KVS (Koninklijke Vlaamse Schouwburg) as well as by Théatre National. As an actor he worked for the theatre, film and television. He played in over fifty films. De Pauw won three Joseph Plateau Awards for Best Belgian Actor. As a director he realised the films Vinaya (together with Peter van Kraaij) and Übung (with Koen Gisen). In 1991 Josse De Pauw was awarded the State Prize for Theatre Literature for The Smith’s Child. In 2000 he received the Océ Stage Award for his per- formance in Weg and Larf. In 2001 he was honoured with the Grand Theatre Festival Award for Übung (Victoria).

- 15 -

Platformsalon Engels.indd 15 11/13/08 12:25:15 AM Foto: Johan Jacobs Foto:

PETER VERHELST Peter Verhelst (b.1962, Bruges) is a Belgian novelist, poet, and dramatist.

He is the writer of such novels as De Kleurenvanger (1996); Tongkat (1999); Zwellend fruit (2000); Memoires van een luipaard (2001). At the age of sixteen he started writing poetry. He debuted in 1987 with the poem Obsidiaan. His first novel,Vloeibaar harnas followed in 1993. In the year 1999 he quit his job as a teacher and started writing full time. In the year 2000 he won the prestigious Gold Owl (Gouden Uil) and Young Gold Owl (Jonge Gouden Uil), a literary prize for Belgian literature in the Dutch language, for his novel Tongkat. Recently he also started writing for theatre and has comitted himself to the NTGent.

He is known for the very characteristic poetic writing style as well as his origi- nal off set protocols. His latest novel is the so-called political thriller, Zwerm (2005).

- 14 -

Platformsalon Engels.indd 14 11/13/08 12:25:14 AM ERIC DE KUYPER Born in Brussels, Eric de Kuyper (b.1942) made a name for himself as a film maker, semiotician, lecturer in film studies and assistant director of the Dutch Film Museum, before making his debut as a writer in 1988 with Aan zee (The Seaside), the first part of what is now a successful series of memoirs. The best known of these are De hoed van tante Jeannot (Aunt Jeannot’s Hat, 1989) and Grand Hotel Solitude (1991). De Kuyper has also published a study of the Hol- lywood cinema entitled De verbeelding van het mannelijk lichaam (The Image of the Male Body, 1993), the detective story Als een dief in de nacht (Like a Thief in the Night, 1992) and the love story Te vroeg… te laat (Too Soon… Too Late, 1994). With director Guy Cassiers and playwright Erwin Jans he created a four- part theatre serial based on Proust’s À la recherche du temps perdu for the Ro Theatre in Rotterdam.

- 13 -

Platformsalon Engels.indd 13 11/13/08 12:25:14 AM HANS DE WOLF Hans de Wolf (b.1961, Zottegem) studied art history at the Free University Brussels and at the Art History Department of Columbia University in New York. For his MA thesis he made a comparative study of the creative processes the artists Marcel Duchamp and Stéphane Mallarmé employed. In 2002 he obtained his doctor’s degree for a voluminous and fundamentally novel inter- pretation of Duchamp’s major work, La mariée mise à nu par ses célibataires, même. Since 1998 de Wolf has been involved in the concept and realization of various exhibition projects in the Neue Nationalgalerie im Hamburger Bahnhof and in the Museum of Contemporary Art in Berlin. At the Kunsthochschule Berlin-Weissensee he has been conducting art theoretical seminars since 2002. In 2004 Hans de Wolf was appointed Professor of Art History and Aesthetics at the Free University Brussels. The same year he was invited as a consultant by the Palace of Fine Art to develop relations with Germany. As the architect of the Platform “Doctorate in the Arts” he is responsible for its coordination and development.

- 12 -

Platformsalon Engels.indd 12 11/13/08 12:25:13 AM JEAN-LUC VANRAES Jean-Luc Vanraes is president of the Council of the Flemish Community’s Comission, leader of the liberal representation in the Brussels Parliament and president of the Public Centre for Social Welfare of Uccle. Aside from that he is president of The University Association Brussels.

- 11 -

Platformsalon Engels.indd 11 11/13/08 12:25:13 AM LODE WYNS Lode Wyns, active in the forefront of biochemistry and biophysics, is former dean of the Science Faculty of the Vrije Universiteit Brussel and until recently was head of the Department of Molecular and Cellular Interactions of the VIB (the Flanders Institute for Biotechnology). Since September 2008, Lode Wyns is the vice-rector of research at the VUB.

- 10 -

Platformsalon Engels.indd 10 11/13/08 12:25:13 AM Theme

How much room do we want to safeguard today for the area of knowledge of the arts in our society that has got globalization and communication speed as its features? How much more do we want to tolerate the special criteria by which this area of knowledge has always been characterized? Is it still possible for the arts to be certain of the privileged place it has always taken in western society? Or has this evidence been lost in a climate of growing focus on output and the instrumentalisation of art production in a generally ruling functionalism?* These crucial questions have complex, different and partial answers. Nevertheless, we all agree on the fact that the notions of the artist, of the art college and of the audience are no longer what they were, without knowing even in which par- ticular direction they are evolving.

Helmut Lachenmann, German composer and pedagogue, said in a conversa- tion about this theme that he does not think it is very useful that we want to convince each other of something of which we are already convinced (i.e. the absolute necessity to protect the autonomous arts) but that he would be, how- ever, interested in a debate with politicians who are responsible for the policy. We are very pleased that Frank Vandenbroucke has accepted this challenge.

The theme of the above described first Platform salon has to be considered a broad frame in which conversations will be held.

* In the late 1950s, German philosopher Martin Heidegger laid his finger on this evolution of our society towards a functionalism that evokes even more functionalism. At the same time he concluded that philosophy could not find any more answers to the issue. “Only a God can save us”. That was his conclusion.

- 9 -

Platformsalon Engels.indd 9 11/13/08 12:25:13 AM The Platform

Exactly two years ago, The Platform “Doctorate in the Arts” of the Universitaire Associatie Brussel (University Association Brussels) was officially established on a two-day international colloquium in the Brussels Parliament*. The initiators’ purpose was to create an autonomous “platform”, between the university on the one hand and the art world and her colleges on the other hand. They wanted to build up an extremely qualitative knowledge environment and even- tually create an approach as optimal as possible between two different areas of knowledge: that of science and the area of arts. Two years later we can deter- mine that the Platform already has fulfilled a great deal of the high expectations. As a meeting place and location of mutual cross-pollination between open minded academics and good artists, the Platform is now a reality. It consists of about 65 fellows, half of them are academics and the other half of the group consists of artists. Both groups meet regularly and commit themselves in proj- ects and study groups. During the first public defence in November 2007, Bar- thold Kuijken, fellow and co-initiator of the Platform, became the first Doctor of Music in Flanders. For twenty other projects – some of them which are already far ahead, others were initiated recently – the Platform is a firm basis on which a substantial approach is realised between one of our artistic fellows and one or more academics, whether or not the latter are connected to the group. For that purpose the Platform gets the support and commitment of the platform management’s members. The fact that the Platform has developed in such a short period to the open space, that has ideally been organised to realise the approach between both worlds as optimally as possible, seems to indicate that we have taken the right approach. However, the adventure has just begun. The road is long and lies ahead of us.

* Where do we go from here? Launch of The Platform “Doctorate in the Arts” The Brussels Model, Parliament of the Brussels Capital-Region, 1st and 2nd December 2006.

- 8 -

Platformsalon Engels.indd 8 11/13/08 12:25:13 AM Round table debate The Future of Public Space Flagey building Monday, December 8th 2008 at 2 pm

In collaboration with

John Knight Luc Deleu Emilio Lopez-Menchero Sven Augustijnen Honoré ∂’0 Jean Glibert Eric Corijn Wouter Davidts Bart Verschaffel Caroline Mierop Thomas Coomans Serge Gutwirth Dirk Snauwaert Frank Maes Jorinde Seijdel

- 7 -

Platformsalon Engels.indd 7 11/13/08 12:25:13 AM First Platform salon The Parliament of the Brussels Capital Region Saturday, December 6th 2008 at 3pm

° Welcome

By Lode Wyns – Vice-rector Research of the Vrije Universiteit Brussel Jean Luc Van Raes – President of the Universitaire Associatie Brussel

° Introduction

By Hans de Wolf – General coordinator of The Platform in the arts

° Functionalismus

A speech by Josse De Pauw written by Peter Verhelst

° Introduction to the debate by

Eric de Kuyper

° Pause

° Gran Torso

Quatuor Danel plays Lachenmann

° Debate in collaboration with

- Helmut Lachenmann - composer (Leonberg-G) - John Knight – visual artist (Los Angeles-USA) - Frank Vandenbroucke – minister of education (Leuven-B) - Rudi Laermans – academic (Leuven-B)

- Moderator: Jean Pierre Rondas.

- 6 -

Platformsalon Engels.indd 6 11/13/08 12:25:13 AM Invitation

Exactly two years and four days after The Platform “Doctorate in the Arts”, The Brussels model was founded, we have the pleasure to invite you to the first Platform Salon.

The Parliament of the Brussels Capital Region Saturday, December 6th 2008 at 3pm

The Platform Salon is considered to be a regular rendezvous with a broader au- dience, during which achieved results and projects can be announced; an event on which important questions and issues that occurred during the Platform’s activities are subject to a debate among internationally renown colleagues, art- ists en academics, and through which the audience’s attention is drawn to a cause which is ours, namely creating a relevant form of approach between two different areas of knowledge: one of art and one of science.

This invitation is valid for two persons. Please confirm your presence by sending an email to the following address: [email protected]

- 5 -

Platformsalon Engels.indd 5 11/13/08 12:25:13 AM Platformsalon Engels.indd 4 11/13/08 12:25:13 AM ‘Are you a doctor, sir?’ First Salon of The Platform

Saturday December, 6th 2008 at 3 pm The Parliament of the Brussels Capital Region 69, rue Lombard 1000 Brussels

Platformsalon Engels.indd 3 11/13/08 12:25:13 AM