Authenticiteit, imitatie en

interactiviteit

De presentatie van geschiedenis en erfgoed in de Disney parken als voorbeeld voor het Nationaal Historisch Museum

Wendy de Bert 0113050 Scriptieseminar Cultureel Erfgoed Master Cultureel Erfgoed Docent: Erik Nijhof Augustus 2007 definitieve versie

1 Inleiding ...... 3

Hoofdstuk 1: Nationaal Historisch museum ...... 5 Het begin ...... 5 Gebrek aan historisch besef ...... 5 De reacties ...... 5 Mogelijke locaties ...... 6 Strijd tussen steden ...... 6 Nieuwbouw of bestaand pand? ...... 6 Amsterdam, Arnhem en Den Haag ...... 7 Vaste of virtuele collectie? ...... 7 Mogelijke presentaties ...... 8 De definitieve keuze ...... 8

Hoofdstuk 2: Disney parken, een geschiedenis ...... 10 Amusementsparken als voorbeeld ...... 10 Cultureel toerisme ...... 10 Hulp van filmmakers ...... 11 Het begin ...... 11 Main Street USA ...... 12 ...... 12 ...... 12 ...... 13 ...... 13 Begin van de bouw ...... 13 Programma Disneyland ...... 14 Opening Disneyland ...... 14 Disney World ...... 14 , Disneyland Parijs, Tokyo Disneyland, ...... 15

Hoofdstuk 3: Erfgoed en geschiedenis in de Disney parken ...... 17 3.1 Theorieën over de Disney parken ...... 17 3.2 Authentiek erfgoed ...... 19 Authenticiteit ...... 20 Main Street USA ...... 21 Art of Disney Animation ...... 24 3.3 Immaterieel erfgoed ...... 26 Epcot Centre ...... 26 Discoveryland ...... 27 3.4 Living history ...... 29 3.5 Alle vormen gecombineerd: Frontierland ...... 30

Hoofdstuk 4: Nationaal Historisch Museum en de Disney presentaties ...... 33 4.1 Presenteren en tentoonstellen ...... 33 4.2 Gebruik van inauthenticiteit ...... 35 Kastelen ...... 36 Amerikaanse presidenten ...... 37 4.3 Disney als voorbeeld voor het Nationaal Historisch Museum ...... 37 Problematiek ...... 39

Conclusie ...... 41

Literatuurlijst ...... 43

Lijst met afbeeldingen ...... 46

2 Inleiding

Net als ieder ander ben ik opgegroeid met de tekenfilms van Disney. Mijn interesse voor Disney groeide uit tot een grote passie na mijn eerste bezoek aan Disneyland Parijs, maar nam pas serieuzere vormen aan toen ik me ging verdiepen in het bedrijf. De reden voor deze belangstelling ligt vooral in mijn respect voor de manier waa- rop Disney verhalen vertelt. Deze verhalen zijn niet alleen terug te vinden in de tekenfilms, maar ook in de themaparken. Van jong tot oud, van laag tot hoog opgeleiden, van de Verenigde Staten tot aan Japan. De ver- halen die de Disney parken vertellen spreken iedereen aan en zijn voor iedereen toegankelijk.

Het eerste Disney park opende in 1955 in het plaatsje Anaheim in de staat California. Disneyland was een project waar Walt Disney jaren mee bezig was geweest en waarvan hij precies wist hoe het eruit moest gaan zien. Het park moest de Amerikaanse idealen en dromen vertegenwoordigen, maar moest ook de geschiedenis van het land tonen, in de vorm van het Wilde Westen, en moest de nadruk leggen op het Europese erfgoed. 1 Daarnaast moesten de parken een verhaal vertellen en geschiedenis tot leven laten komen. Een van de Disney imagineers 2 zei het volgende hierover:

“Walt Disney dearly loved America and her colorful history. He long held the belief that we, as Americans, should recognize the extraordinary influence of historical events on our present-day lives. In his strong desire to help Americans become more aware of the significance of their nation and its heritage, he included many aspects of its history and culture within Disneyland. But Walt was also aware of America’s relationship with the rest of the world, and the importance of under- standing the cultures of all peoples. In honor and in tribute of Walt, his dreams of America and the world, we continue to represent culture and history in our theme parks today and in our plans for the future .” 3

Dit citaat geeft een goed beeld van de doelstellingen van de Disney parken. Deze doelstelling zijn vooral gericht op het presenteren van geschiedenis en erfgoed, op het vertellen van een verhaal en op het bewust maken van het verleden van mensen. Afgaande op deze intenties, verschilt een Disney park niet veel van moderne musea.

Je zou kunnen zeggen dat het Nationaal Historisch Museum het nieuwste museum van Nederland is. Het mu- seum bestaat nog niet, maar er wordt al een aantal jaar plannen voor gemaakt, vooral door de politiek. De bedoeling van dit museum is dat het een verzamelplaats wordt van de Nederlandse geschiedenis, met interac- tiviteit en multimedialiteit als kernwoorden. 4 Het probleem van het museum is dat het hoogstwaarschijnlijk geen eigen collectie zal hebben, waardoor de presentatie van verhalen het grootste aandachtspunt wordt en het gebruik van multimedia noodzakelijk zal zijn.

1 Robin Allan, Walt Disney and Europe. European influences on the animated feature films of Walt Disney (Lon- den 1999) 2 ‘Imagineers’ zijn de bedenkers en ontwerpers van de Disney parken. Imagineer of het werkwoord Imagineer- ing zijn door Disney bedachte woorden. Walt Disney gaf de volgende definitie van het woord: “ We call it Imagi- neering – the blending of creative imagination and technical know-how ”. Kevin Rafferty and Bruce Gordon, Imagineering. A behind the dreams look at making the magic real (New York 1996) 9 3 Kevin Rafferty and Bruce Gordon, Imagineering. A behind the dreams look at making the magic real (New York 1996) 62 4 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Persbericht ministerraad: Een interactief en multimediaal historisch museum , 8 september 2006, http://www.minaz.nl/data/1157711022.pdf

3 De manier waarop Disney verhalen en geschiedenis presenteert, kan als voorbeeld dienen voor de presentatie in het nog te openen Nationaal Historisch Museum. Dit onderzoek zal dan ook gericht zijn op de verschillende mogelijkheden van presenteren voor het nieuwe museum, gebaseerd op voorbeelden uit de verschillende Disney parken. De onderzoeksvraag zal dan ook zijn:

In hoeverre kan de presentatie van geschiedenis en erfgoed in themaparken als voorbeeld dienen voor het Nationaal Historisch Museum?

In het eerste hoofdstuk zullen de plannen en ontwikkelingen rondom het Nationaal Historisch Museum uit- gebreid worden besproken, vooral met aandacht voor de presentatie. Het tweede hoofdstuk zal een beschrijv- ing geven van de geschiedenis van de Disney parken, om een beeld te kunnen geven van de bedoelingen van Walt Disney en de gedachte achter de parken. Het derde hoofdstuk zal gericht zijn op de verschillende soorten erfgoed en geschiedenis die in de Disney parken gepresenteerd worden, met de aandacht op de verschillende soorten presentaties ervan. Het vierde en laatste hoofdstuk zal gericht zijn op het gebruik van inauthenticiteit in musea en in de Disney parken. Daarnaast zal in dit laatste hoofdstuk het gebruik van de Disney presentaties als voorbeeld voor het Nationaal Historisch Museum uitgewerkt worden. In de conclusie zal gekeken worden in hoeverre de Disney parken als voorbeeld kunnen dienen.

4 Hoofdstuk 1 – Nationaal Historisch Museum

Het begin Hoewel het debat rondom het Nationaal Historisch Museum vooral de laatste paar jaar in de belangstelling heeft gestaan, ligt de oorsprong van de discussie verder terug. In 1994 bracht VVD-leider Frits de problemen van de multiculturele samenleving onder de aandacht. Hij was dan ook de persoon die op dat moment het maatschappelijke debat in Nederland leidde. 5 In navolging op zijn kritiek, schreef Paul Scheffer, publicist en PVDA-lid, een artikel over de Nederlandse multiculturele samenleving en de problemen ervan. Volgens Scheffer ligt een groot deel van de oorzaak van het mislukken van de multiculturele samenleving bij de autochtonen, niet bij de allochtonen. In zijn artikel ‘Het multiculturele drama’ uit 2000 zegt hij: “ Een samenleving die zichzelf verloochent heeft nieuwkomers niets te bieden. Een meerderheid die ontkent meerderheid te zijn, heeft geen oog voor de `hardhandigheid' van integratie, die ook altijd verlies van eigen tradities betekent. En wie niet be- grijpt wat er wordt genomen, die heeft ook weinig te geven ”. 6 Hij wilde hiermee zeggen dat Nederlanders te weinig over hun eigen verleden weten, waardoor ze niks te bieden hebben aan allochtonen en ze niet kunnen aanspreken op hun gebrek aan kennis van de Nederlandse samenleving, aangezien we dit zelf ook niet hebben.

Gebrek aan historisch besef Een aantal jaar na het artikel van Scheffer, beschuldigde kamerlid Jan Marijnissen Nederlanders ervan te weinig historisch besef te hebben. Zijn oplossing voor dit probleem is de oprichting van een Nationaal Historisch Mu- seum, een idee dat door hem in 2003 geopperd werd. Hernieuwde kennis van onze geschiedenis zou voor een nieuwe Nederlandse identiteit moeten zorgen. 7 In zijn pleidooi voor het Nationaal Historisch Museum zegt Marijnissen hierover: “ De hedendaagse verwarring over onze morele, culturele en politieke identiteit vindt voor een deel haar verklaring in het ontbreken van historisch besef in brede lagen van de bevolking .” 8 Marijnissen doelt hier vooral op het gebrek aan historisch besef bij scholieren, met vmbo-scholieren als belangrijkste doel- groep. Daarnaast zou het museum volgens hem hulp kunnen bieden bij de integratie van allochtonen. 9

De reacties Sinds de aankondiging van het idee voor een Nationaal Historisch Museum, heeft heel politiek en museaal Nederland zich met dit onderwerp bezig gehouden. In 2006 werd een Kamerdebat gehouden, die resulteerde in een motie vóór het Nationaal Historisch Museum. Ondanks deze goedkeuring, deelde niet alle politici de- zelfde mening als Marijnissen. Zo zag niet iedereen geschiedenis als de vormer van onze identiteit en werd er gevreesd voor het ontstaan van een officiële staatsgeschiedenis. 10 Ook museumdirecteuren hadden kritiek op de plannen voor het museum. Jan Vaessen, directeur van het Openluchtmuseum te Arnhem, vindt het museum gevaarlijk, vooral vanwege het woord ‘Nationaal’ in de titel, dat voor hem nationalistisch klinkt. 11 Velen zijn het met deze mening eens en schrikken van het nationalistische karakter. Toch heersen er meer meningen. Zo is Hans Blom, directeur van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, van mening dat we in Nederland

5 ‘Zo schieten we natuurlijk geen meter op’ , NRC Handelsblad, 1 april 2000, Zaterdags bijvoegsel, p. 35 6 Paul Scheffer, Het multiculturele drama, NRC Handelsblad, 29 januari 2000 7 Onze identiteit in ringtones. Of het een museum wordt, ligt aan de definiëring , Het Parool, 16 september 2006, Kunst, p. 99 8 Jan Marijnissen, Historisch besef verdient herwaardering , http://www.sp.nl/include/sh_opinie.php?code=328 9 Onze identiteit in ringtones. Of het een museum wordt, ligt aan de definiëring , Het Parool, 16 september 2006, Kunst, p. 99 10 Slag om museum Babylon. Achtergrond Nationaal Historisch Museum , De Volkskrant, 10 mei 2007, Kunst, p. 6-7 11 Gemengde gevoelens bij Nationaal Historisch Museum , Nieuw Amsterdams Peil, 3 november 2006, http://www.mediastudies.nl/nap2/index.php?option=content&task=view&id=113&Itemid=37

5 al genoeg musea hebben. 12 Oud-directeur van het Rijksmuseum Henk van Os gaat nog een stapje verder. Naar zijn mening bestaat er reeds een Nationaal Historisch Museum, namelijk het Rijksmuseum. Volgens hem wordt er binnen het Rijksmuseum al voldoende aandacht besteed aan de wordingsgeschiedenis van Nederland in een unieke presentatie van kunst en geschiedenis. 13

Mogelijke locaties Ondanks de vele negatieve reacties wordt er hard verder gewerkt aan de plannen voor het museum. De ont- wikkelingen binnen deze plannen gaan echter wel gepaard met aanhoudende discussies. De centrale discussie van dit moment draait om de locatie van het museum. Sinds het begin zijn er al vele steden en locaties in de race geweest voor de vestigingsplek van het Nationaal Historisch Museum. Vrijwel direct werd Den Haag als favoriete locatie aangewezen, vanwege de bereikbaarheid en het politieke belang van de stad. 14 Al snel werd er gezocht naar bestaande panden en terreinen waar het museum geplaatst zou kunnen worden. Het Malieveld en het van Buerenplein (bij het Centraal Station, naast de Koninklijke Bibliotheek en de Nationale Archie- ven) werden vrijwel direct aangewezen. Het Malieveld viel al snel af, aangezien die grond niet bebouwd mag worden. 15 Een aantal politieke partijen zagen echter meer perspectieven in de vestiging in Paleis Soestdijk. Deze locatie dingt op dit moment niet meer mee, aangezien het kabinet heeft besloten dat het museum beter gevestigd kan worden in een stad die eeuwenlang een grote rol heeft gespeeld in de Nederlandse geschiede- nis. 16 Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap liet ook weten dat er eveneens een geheel ander soort locatie mogelijk was. Zo werd een plaatsing in de buurt van de Efteling niet meteen uitgesloten.17

Strijd tussen steden Vanwege de onzekerheid over de locatie, zijn er sinds het eerste idee voor het museum verschillende steden geweest die een voorstel hebben gedaan voor de huisvesting van het museum. Zo is de provincie Flevoland van mening dat het museum een plek bij hun verdient. De provincie vindt dat de plaatsing van het museum in Fle- voland bijdraagt aan de spreiding van musea in Nederland. Daarnaast zou de provincie genoeg ruimte kunnen bieden voor een dergelijk museum. 18 Ook willen Utrecht, Breda en Nijmegen meestrijden voor de vestiging van het museum, vooral vanwege de historische betekenis van deze steden. 19 In april 2007 liet minister Plasterk echter weten dat enkel de steden Amsterdam, Den Haag en Arnhem een plan voor de huisvesting van het Na- tionaal Historisch Museum mochten indienen. De reden voor deze keuze is de mogelijkheid om de bestaande historische instellingen in de gekozen steden te laten aansluiten op het nieuwe museum. 20 De drie steden hebben ieder reeds instellingen of activiteiten die gecombineerd kunnen worden met het Nationaal Historisch Museum. Zo heeft Arnhem het Openluchtmuseum en Amsterdam het Rijksmuseum. 21

Nieuwbouw of bestaand pand? Naast de locatie, moet er ook nog een keuze gemaakt worden op het gebied van het ontwerp voor het ge- bouw. Er kan gekozen worden voor de bouw van een geheel nieuw complex, maar het museum kan ook, zoals bij het voorbeeld van Soestdijk, gevestigd worden in een bestaand pand. Bij het bekendmaken van de eerste

12 Pleidooi voor een Nationaal Historisch Museum , Historisch Nieuwsblad, nummer 2, jaargang 1999, http://www.historischnieuwsblad.nl/artikelDetail.lasso?ID=1993&- session=NTses:578EEB3FB911C602C88C059205445380 13 Historisch besef. Legio musea met aandacht voor historie , De Volkskrant, 30 december 2003, Binnenland, p. 3 14 Een interactief en multimediaal historisch museum , Persbericht Ministerraad, Ministerie van Onderwijs, Cul- tuur en Wetenschap, 8 september 2006, http://www.minaz.nl/data/1157711022.pdf 15 Museum kan niet op Malieveld , AD/Haagsche Courant, 11 september 2006, p. 4 16 Nationaal Historisch Museum stap dichterbij , AD/Algemeen Dagblad, 9 september 2006, p. 11 17 Kabinet vergat geld Nationaal Museum , De Volkskrant, 20 april 2007, p. 1 18 Flevoland wil eigen museum , NRC Handelsblad, 25 september 2006, Kunst, p. 9 19 Willen we een museale Betuwelijn? Aan idee Nationaal Historisch Museum kleven veel nadelen , Het Parool, 22 mei 2007, Amsterdam, p. 99 20 Competitie tussen steden om NHM , De Volkskrant, 26 april 2007, Kunst, p. 17 21 Strijd om Historisch Museum , NRC Handelsblad, 26 april 2007, Kunst & Film

6 concrete plannen voor het museum werd vooral uitgegaan van een nieuw pand. Het museum zou in een “nieuw, spectaculair gebouw, ontworpen door een toonaangevende architect” gevestigd moeten worden. 22 Wim van der Weiden, schrijver van het plan voor het Nationaal Historisch Museum, is betrokkene bij de organi- satie Anno die als doel heeft het historisch besef van de Nederlander te vergroten door middel van evenemen- ten en media. 23 Van der Weiden gaat nog een stapje verder in de beschrijving van de huisvesting. Volgens hem moet het museum in een gebouw gevestigd worden “van een wervende uitstraling, spannend gesitueerd, in het water, aan het water, op een plein of in een eigen museumtuin van formaat”. Een gebouw met allure dus. 24 Initiator van het museum, Jan Marijnissen, ziet het Paleis op de Dam als beste optie, terwijl CDA-voorman Max- ime Verhagen meer mogelijkheden ziet in de leegstaande Amerikaanse ambassade in Den Haag. 25

Amsterdam, Arnhem en Den Haag De vrijheid van architectuur is grotendeels weggenomen door de mogelijke locaties van het museum te beper- ken tot drie steden. Ieder van deze steden moet nu op zoek naar een geschikt pand of beschikbare grond. Ams- terdam kijkt naar de mogelijkheid om een dergelijk museum te vestigen rondom het museumplein, bij voorkeur in een van de ruime panden in de buurt van het plein, die merkwaardig genoeg nog niet beschikbaar zijn. Daar- naast is een locatie op het Oosterdokseiland ook nog een mogelijkheid, ook wel het ‘blauwe museumplein’ genoemd. De gemeente laat echter weten geen geld te willen investeren in het museum, omdat het volgens hen een Rijksmuseum moet worden, wat betekent dat het door de overheid onderhouden gaat worden. 26 Wanneer het museum in Amsterdam geplaatst zal worden, zal het hoogstwaarschijnlijk niet ondergebracht worden in een imposant nieuw gebouw. De plannen van Arnhem zijn een stuk minder concreet. Arnhem wil het museum laten inspelen op hetgeen ze al bezitten op gebied van Nederlandse historie, namelijk het Open- luchtmuseum. Hiermee komt de nadruk binnen de gemeente nog meer te liggen op de cultuurhistorische iden- titeit van Nederlanders en ook het museum zal hier dan op gericht zijn. Concrete plannen voor locatie of archi- tectuur ontbreken geheel binnen het plan van Arnhem. 27 De gemeente Den Haag pakt de plannen voor het museum groter aan dan haar concurrenten. De plannen van Den Haag zijn een stuk gedetailleerder dan die van Amsterdam of Arnhem. Er was zelfs al de hulp ingeroepen van architect Liesbeth van der Pol, die al snel een ontwerp klaar had liggen voor het nieuwe museum. Het gebouw zou tegenover het stadhuis gebouwd moeten worden, waardoor het museum op loopafstand zou komen van het Binnenhof en de Tweede Kamer, als impuls voor de onderwijsfunctie van het museum. 28 In juni hebben alle drie de steden hun plannen gepresenteerd aan de hand van een concept, waarin architectuur, presentatie, collectie en locatie werden besproken.

Vaste of virtuele collectie? De plannen voor het Nationaal Historisch Museum zijn soms nog wat onduidelijk, maar er is wel een zichtbare vooruitgang in de ontwikkeling van het museum te ontdekken. De ideeën voor de toekomstige collectie van het museum en de presentatie ervan blijven echter ondefinieerbaar. Het is de bedoeling dat de collectie meehelpt bij de educatie van geschiedenis op het basis en voortgezet onderwijs. In het persbericht van september 2006 wordt gesproken over een collectie die bestaat uit stukken van andere musea en instellingen. Het enige aank- nopingspunt voor de collectie is de canon van Nederland, in combinatie met de chronologie van de Neder-

22 Een interactief en multimediaal historisch museum , Persbericht Ministerraad, Ministerie van Onderwijs, Cul- tuur en Wetenschap, 8 september 2006, http://www.minaz.nl/data/1157711022.pdf 23 Anno, http://www.anno.nl , bezocht op 30 augustus 2007 24 Onze identiteit in ringtones. Of het een museum wordt, ligt aan de definiëring , Het Parool, 16 september 2006, Kunst, p. 99 25 Binding voor burgers of museale Betuwelijn. Tweede Kamer wil voorstel voor nationaal historisch museum om binding burgers te versterken , NRC Handelsblad, 28 juni 2006, Binnenland, p. 6 26 Nationaal Historisch is welkom. Het kan ook op ‘het blauwe museumplein’ , Het Parool, 9 mei 2007, Binnen- land, p. 9 27 Dat museum hoort hier thuis , Het Parool, 11 mei 2007, Meningen, p. 12 28 Plasterk haalt geest uit fles , AD/Haagse Courant, 26 mei 2007, p. 11

7 landse geschiedenis. 29 De vraag is dan hoe de toekomstige collectie er precies uit zal gaan zien. Het is namelijk ook nog mogelijk dat er geen collectie komt, maar dat de presentatie volledig zal bestaan uit virtuele elemen- ten en multimedia.

Mogelijke presentaties Hoewel de plannen voor het Nationaal Historisch Museum al vergevorderd zijn en ze steeds concreter worden, blijven de ideeën over de presentatie binnen het museum erg vaag. Aangezien niet eens duidelijk is wat de collectie van het museum wordt, als ze al een vaste collectie krijgen, is het natuurlijk ook problematisch om een beeld te geven van hoe die collectie gepresenteerd gaat worden. De enige informatie die gegeven is, is dat de nadruk binnen de presentatie komt te liggen op interactiviteit en multimedialiteit. 30 Kernwoorden voor de presentatie worden ‘beleving’, ‘ervaring’, ‘levendig’. Ook is er gezegd dat het geen saaie opsomming van jaar- tallen moet worden, maar dat er verrassende elementen in de presentatie moeten zitten om te zorgen dat de bezoeker de aandacht erbij blijft houden. 31 Uit deze uitspraken blijkt wel dat er veel aandacht moet komen voor de presentatie wanneer ze hun ideeën willen waarmaken. Interactiviteit en multimedialiteit zijn moeilijke begrippen, die veel aandacht en veel planning vereisen, naast de constante ontwikkeling die een dergelijke presentatie moet ondergaan om met de tijd mee te kunnen gaan.

Uit de concretere plannen van Amsterdam, Den Haag en Arnhem, die in juni van 2007 zijn gepresenteerd, blijkt dat de drie steden concretere plannen heeft voor de presentatie en de inrichting. De plannen van Arnhem blijven nog wat onduidelijk over de uitwerking van de presentatie. Wel zeggen ze graag gebruik te willen maken van erfgoed om onze geschiedenis betekenis te kunnen geven en vinden ze authenticiteit belangrijk, hoewel niet duidelijk wordt ze authentieke objecten willen vergaren. Het museum zal bestaan uit een vijftal galerijen waarover de canon is verspreid. De geschiedenis zal chronologisch, in een spiraalvorm, verteld worden. Kern- woorden hierbij zijn chronologische ordening, variatie en flexibiliteit. 32 Uit de plannen van Amsterdam blijkt dat zij vooral de nadruk leggen op interactiviteit, levendigheid en het gebruik van ICT. De gemeente Amsterdam stelt voor om het museum ook virtueel, dus bereikbaar op internet, te maken en de collectie te laten reizen door het land. Dit betekent dat een zeer flexibele presentatie noodzakelijk is. 33 De meest uitgebreide en gede- tailleerde plannen zijn ingediend door Den Haag. Zij spreken van gecombineerde presentaties, waarbij authen- tieke objecten en multimediale presentaties naast elkaar staan. Het museum wordt ingericht aan de hand van de canon in een chronologisch overzicht. Zij richten zich op het bijbrengen van historisch besef aan alle doel- groepen, maar interactiviteit en multimedialiteit blijven voor hen belangrijk om jongeren aan te spreken. 34

De definitieve keuze Eind juni 2007 is er een definitieve keuze gemaakt rondom de locatie van het Nationaal Historisch Museum door minister Plasterk. De keuze is gevallen op Arnhem. De grootste reden om Arnhem boven Amsterdam en Den Haag te verkiezen, is de connectie met het Nederlands Openluchtmuseum die een breed beeld geeft van de geschiedenis van de Nederlandse volkscultuur, maar die, belangrijker nog, een grote attractiewaarde heeft die gezinnen, kinderen, jongeren en scholen aanspreken. Daarnaast liggen het Kröller-Müller Museum en Paleis

29 Een interactief en multimediaal historisch museum , Persbericht Ministerraad, Ministerie van Onderwijs, Cul- tuur en Wetenschap, 8 september 2006, http://www.minaz.nl/data/1157711022.pdf 30 Een interactief en multimediaal historisch museum, Persbericht Ministerraad, Ministerie van Onderwijs, Cul- tuur en Wetenschap, 8 september 2006, http://www.minaz.nl/data/1157711022.pdf 31 Onze identiteit in ringtones. Of het een museum wordt, ligt aan de definiëring , Het Parool, 16 september 2006, Kunst, p. 99 32 Plannen Nationaal Historisch Museum Arnhem, http://www.arnhem.nl/sites/internet_nieuw/actueel/projecte0/nationaal_historisch_museum , bezocht op 24 juni 2007 33 Plannen Nationaal Historisch Museum Amsterdam, http://www.amsterdam.nl/?ActItmIdt=47684 , bezocht op 24 juni 2007 34 Plannen Nationaal Historisch Museum Den Haag, http://www.denhaag.nl/smartsite.html?id=57554 , bezocht op 24 juni 2007

8 ’t Loo niet ver van Arnhem, waardoor een groot aantal bezoekers wordt aangetrokken in die regio. Ook is Arn- hem goed bereikbaar en heeft het een geschikte geografische centrale ligging. 35 De grootste reden voor de keuze is echter de mogelijkheid voor een dagje uit voor het hele gezin. 36

35 Nationaal Historisch Museum in Arnhem, http://www.minocw.nl/persberichten/12076/index.html, bezocht op 23 juli 2007 36 Museum voor jongeren en families, De Volkskrant, 30 juni 2007, Kunst

9 Hoofdstuk 2 – Disney parken, een geschiedenis

Voordat ik ga kijken naar de wijze waarop erfgoed en geschiedenis gepresenteerd worden in de Disney parken, is een ontstaansgeschiedenis en een uitleg over de gedachte achter de parken nodig. Er moet eerst gekeken worden naar het verleden van de parken om een goed beeld te geven van de huidige en wellicht de toekoms- tige presentatie.

Amusementsparken als voorbeeld Het idee van de Disney parken werd door Walt Disney zelf bedacht. Hoewel Disneyland pas in 1955 zijn poorten opende, liep Walt al in de jaren dertig rond met het idee voor een themapark. In die tijd had hij twee jonge dochters, die hij meenam naar verschillende amusementsparken. In de Verenigde Staten in die tijd bestond enkel amusement dat slecht georganiseerd, vooral gericht op volwassenen en vervuild en armoedig was. Na het zien van deze parken wilde Walt iets beters. Iets van goede kwaliteit, iets wat goed georganiseerd was en iets gericht op bezoekers van alle leeftijden. 37 Walt zei hierover: "When I started on Disneyland, my wife used to say, 'But why do you want to build an amusement park? They're so dirty.’ I told her that was just the point - mine wouldn't be." 38 Daarnaast wilde Walt dat Disneyland meer dan enkel een pretpark zou worden. De ideeën van Walt Disney zijn het makkelijkste uit te leggen door zijn eigen woorden te gebruiken:

"The idea of Disneyland is a simple one. It will be a place for people to find happiness and knowledge. It will be a place for parents and children to share pleasant times in one an- other's company; a place for teachers and pupils to discover greater ways of understand- ing and education. Here the older generation can recapture the nostalgia of days gone by, and the younger generation can savor the challenge of the future. Here will be the won- ders of Nature and Man for all to see and understand. Disneyland will be based upon and dedicated to the ideals, the dream and hard facts that have created America. And it will be uniquely equipped to dramatize these dreams and facts and send them forth as a source of courage and inspiration to all the world. Disneyland will be sometimes a fair, an exhibi- tion, a playground, a community center, a museum of living facts, and a showplace of beauty and magic. It will be filled with accomplishments, the joys and hopes of the world we live in. And it will remind us and show us how to make these wonders part of our own lives ." 39

Cultureel toerisme Walt Disney’s eis voor hoge kwaliteit viel samen met de trend binnen het toerisme in de Verenigde Staten va- naf de jaren veertig. De aandacht kwam vooral te liggen op “cultureel”, wat een grootsere en serieuzere aan- pak van de toeristische industrie met zich mee bracht. Er werd steeds meer gebruik gemaakt van marketing om een groot publiek aan te spreken, waardoor amusement en toerisme razend populair werden. Naast vermaak, speelde het overbrengen van informatie ook een grote rol, iets wat in de Disney parken ook terug te vinden is.

37 David Koenig, Mouse Tales. A behind-the-ears look at Disneyland (Irvine, USA, 1994) 18-19 38 Looking back at Disneyland, http://themeparks.about.com/od/disneyparks/a/DL50quotes.htm , bezocht op 14 mei 2007 39 Mouse Planet – Magic Kingdom Chronicles. A look back at Disney history, http://www.mouseplanet.com/jason/005.htm , bezocht op 17 mei 2007

10 Walt Disney was dan ook een van de personen die ervoor gezorgd heeft dat toerisme en de cultuur industrie een extra impuls kregen, nog voordat Disneyland zijn deuren opende. 40

Hulp van Filmmakers In de periode van de jaren dertig tot aan de jaren vijftig concentreerde Walt zich vooral op de hoge amuse- mentswaarde die zijn park moest hebben. De ideeën voor zijn park werden inhoudelijk van hogere kwaliteit op het moment dat zijn plannen serieuze vormen aan begonnen te nemen. In 1951 riep Walt de hulp in van Har- per Goff, een art director bij vele Disney films, om de eerste schetsen voor het park te maken. Al snel hierna werd een groepje filmmakers uit zijn eigen studio betrokken bij de realisering van het themapark. De voor- naamste reden om te werken met filmmakers was dat Walt zich vooral wilde richten op het vinden van een goede manier om een verhaal te vertellen. Hij had weinig ervaring met en kennis van het werken met driedi- mensionaal amusement, maar hij had wel ervaring met het maken van films. Om deze reden wilde hij hetgeen hij al kende en waar hij talent voor had, het vertellen van een verhaal via film, zo veel mogelijk uitbuiten en het in het park verwerken en tot een nieuwe hoogte brengen. Elke centimeter van het park moest onderdeel wor- den van het verhaal dat verteld ging worden. 41 Al vanaf de eerste schetsen was te zien dat het park niet zo- maar een verzamelplaats voor attracties zou worden, maar dat er achter elk gebouw, elke attractie en elk de- tail een verhaal en geschiedenis schuilging. 42 In dit stadium werd er nog nauwelijks gesproken over de uiteinde- lijke invulling van het park. Walt stond er wel op dat een deel van het park gereserveerd zou worden voor het thema Wilde Westen, met een ‘Western Village’, win- kels, een museum en een soort kermis. Daarnaast lag de nadruk vooral op de verzorging van het park en de beleving voor de be- zoekers. Walt wilde een park met veel groen, zoals je dat vooral op dorpspleinen ziet, en met bankjes, fonteinen en een muziektent. Het moest een plek zijn waar de be- Afb . 1 Conceptschets voor Main Street, door Ha rper Goff zoeker rustig ergens kon gaan zitten, waar ouders en grootoud- ers konden rusten terwijl ze naar hun spelende kinderen en kleinkinderen konden kijken. Een plek die ontspan- ning uitstraalde, kalmte gaf en uitnodigend was. 43

Het begin Na veel schetsen en ideeën werd er een keuze gemaakt voor de vormgeving van het park. De entree van het park moest het begin zijn van een straat die het beeld moest geven van een typisch stadje uit het Amerikaans midwesten rond 1900. Het uitgangspunt hiervoor waren de herinneringen van Walt aan het stadje Marceline in de staat Missouri, waar hij opgroeide. 44 Deze straat, die de naam “Main Street USA” kreeg, werd gecomple-

40 Steven Watts, The Magic Kingdom. Walt Disney and the American way of life (z.p., 1997) 362 41 Kevin Rafferty and Bruce Gordon, Imagineering. A behind the dreams look at making the magic real (New York, 1996) 10-11 42 Ibidem, 12-13 43 Robin Allan, Walt Disney and Europe. European influences on the animated feature films of Walt Disney (Lon- den, 1999) 225-227 44 Kevin Rafferty and Bruce Gordon, Imagineering. A behind the dreams look at making the magic real (New York, 1996) 12-13

11 teerd met een kasteel aan het einde. Dit kasteel werd geplaatst omdat het teruggreep naar de kastelen in de Disney films, maar verwees ook naar de Europese kastelen, waar Walt zo gek op was. 45

Main Street USA Al snel werd besloten dat dit kasteel het middelpunt van het park zou worden, waarmee alle gethematiseerde gebieden verbonden werden. Er werd gekozen voor een onderverdeling in vijf landen, die ook meteen de basis werden voor alle andere Disney parken. Main Street USA was de eerste van de landen. Alles in Main Street zou draaien om “small town America”, een beeld van de Verenigde Staten dat teruggreep op het vredige leven in een kleine stad rond 1900, met alles wat daarbij hoort: het stadhuis (‘City Hall’), de kleine bakkerijen, cafeetjes en restaurantjes en het vervoer met paard en wagen. Om het effect van het kleinschalige gevoel groter te ma- ken, werd er besloten om alle gebouwen op een schaal van 7/8 gemaakt, waardoor alles kleiner en intiemer te laten lijken. Walt zei over Main Street: "For those of us who remember the carefree time it recreates, Main Street will bring back happy memories. For younger visitors, it is an adventure in turning back the calendar to the days of grandfather's youth ." 46

Adventureland Met de klok mee gezien, is het volgende gethematiseerde gebied Adventureland. Het oorspronkelijke idee hiervoor was dat het exotisch en tropische plaats moest zijn. Walt zei hierover: " To create a land that would make this dream [of an exotic tropical place] reality, we pictured ourselves far from civilization, in the remote jungles of Asia and Africa ". 47 Mysterieuze beschavingen, verre bestemmingen en avontuurlijke tochten waren de inspiratiebronnen voor dit deel, evenals de avonturenfilms die de Disney filmstudio’s eerder maakten.

Frontierland Naast Adventureland ligt Frontierland, een van de meest uitgebreide en gedetailleerde themagebieden in de Disney parken 48 . Dit land verwijst naar de geschiedenis van de Verenigde Staten, naar de tijd waarin het Wilde Westen zijn hoogtij vierde. Het thema is compleet gemaakt met de visualisering van de zoektocht naar goud, het leven van pioniers en de verhalen over cowboys. Walt’s gedachten verwoordde hij als volgt: “ All of us have a cause to be proud of our country's history, shaped by the pioneering spirit of our forefathers… Our adventures are designed to give you the feeling of having lived, even for a short while, during our country's pioneer days. ”49

45 Bruno Girveau, e.a., Il était une fois Walt Disney: aux sources de l’art des studios Disney (Parijs 2006), ten- toonstellingscatalogus Galeries Nationales du Grand Palais Paris, 16 september 2006 – 15 januari 2007, 232- 234 46 Just Disney – Disneyland’s History, http://www.justdisney.com/disneyland/history.html , bezocht 22 mei 2007 47 ibidem 48 Frontierland is terug te vinden in de Amerikaanse Disney parken en in Parijs. In Tokyo Disneyland wordt dit gethematiseerde land Westernland genoemd, vanwege de moeilijkheden met de vertal- ing. In Hong Kong Disneyland is dit themaland geheel weggelaten. 49 Just Disney – Disneyland’s History, http://www.justdisney.com/disneyland/history.html , bezocht 22 mei 2007

12 Fantasyland Recht tegenover Main Street en rechts van Frontierland, werd Fantasyland geplaatst. Dit gebied werd geheel in stijl gebracht van hetgeen Disney groot had ge- maakt: de tekenfilms. Het moest een plek zijn vol met fantasie en magie, compleet met vrolijke kleuren, waar iedereen de kans kreeg om even in de wereld van sprookjes en fabels te stappen. In Walt’s eigen woorden: "Fantasyl- and is the world of imagination, hopes and dreams. It is dedicated to the Young and the Young In

Heart, to those who believe that Afb. 2 Kaart van Disneyland . Onderin, in het oranje gedeelte is Main Street te zien, when you wish upon a star your groen is Adventureland, bruin is Frontierland, roze is Fantasyland, blauw is Tomor- dreams come true. Come with me rowland. Het gele en rode gedeelte zijn respectievelijk Bear Country en New Orleans to King Arthur's Carrousel, to see Square, maar kunnen niet als echte themalanden gezien wo rden. an elephant fly, to dig for di- amonds in the Dwarfs' gold mine, and to ride a pirate ship through the sky ".50

Tomorrowland Het laatste gethematiseerde gebied is Tomorrowland. 51 Dit land is helemaal gericht op mogelijke toe- komstbeelden en nieuwe technologie. Walt Disney zei hierover: “ Tomorrow can be a wonderful age. Our scien- tists today are opening the doors of the Space Age to achievements that will benefit our children and genera- tions to come… The Tomorrowland attractions have been designed to give you an opportunity to participate in adventures that are a living blueprint of our future .” Voor hem was dit echt wel het moeilijkste thema om te verwezenlijken, omdat een visualisering van de toekomst al snel veroudert. Toch hebben ze geprobeerd om dit gedeelte zo tijdloos mogelijk te maken. 52

Begin van de bouw De bouw van Disneyland begon in juli 1954, 53 nadat Walt in het zuiden van California een gebied had gekocht van ongeveer 650.000 vierkante meter. Dit stuk land was gekozen omdat niet lang na de aankoop een snelweg aangelegd zou worden, waardoor een directe verbinding gecreëerd zou worden tussen het park en Los An- geles. 54

50 Sorcerer’s Workshop – Just Walt. 1958 audio tour of Disneyland, http://sorcerersworkshop.org/1958justwalt.shtml , bezocht op 20 mei 2007 51 Hoewel dit land, net als alle andere, in elk ander Disney park terug te vinden is, heeft het in Disneyland Resort Parijs een andere naam gekregen. Een verklaring hiervoor en uitleg hierover volgt in het volgende hoofdstuk. 52 Just Disney – Disneyland’s History, http://www.justdisney.com/disneyland/history.html , bezocht 22 mei 2007 53 David Koenig, Mouse Tales. A behind-the-ears look at Disneyland (Irvine, USA, 1994) 19 54 Christopher Finch, The art of Walt Disney. From to the Magic Kingdom (New York, 1999) 138- 139

13 Programma Disneyland Tegelijk met de bouw van het park, werd een start gemaakt met de uitzendingen van het televisieprogramma ‘Disneyland’, dat door Walt Disney zelf werd gepresenteerd. Het programma werd bedacht als promotie voor het park. De serie Disneyland werd onderverdeeld in verschillende thema’s, die allemaal correspondeerde met de themagebieden in het gelijknamige park. 55 Walt Disney zag deze televisieserie als iets zonder grenzen, iets waar hij kon laten zien wat hij wilde. In een vergadering over het programma zei hij: “ The format of the show is America. We can mingle fantasy, we can Dream and be fantastic. There is no one over here telling us we cannot – I think this is part of America. We can show Frontierland and Main Street as part of that heritage .” 56 Naast het gegeven dat de serie puur bedoeld was als promotie voor het themapark, groeide het uit tot veel mee. Het programma werd gebruikt om kijkers in te lichten over aankomende teken- en speelfilms, maar gaven ook uitleg over de bouw van Disneyland, maar ook over al het voorgaande, zoals de eerder uitgebrachte films. Hierdoor werd met de serie ‘Disneyland’ een groot deel van de geschiedenis van Disney vastgelegd. 57

Opening Disneyland In minder dan een jaar was de bouw van Disneyland voltooid en kon het park officieel geopend worden, op 17 juli 1955. De opening werd live uitgezonden op tv, met Art Linkletter, Bob Cummings en Ronald Reagan als presentatoren. Het park was daarnaast afgeladen met Amerikaanse beroemdheden, zoals Frank Sinatra, Kirk Douglas en Sammy Davis Jr. 58 Hoewel de openingsdag een groot succes was, was het door de lage opkomst en de lage inkomsten van het eerste jaar niet duidelijk of het park zou kunnen blijven bestaan. Walt Disney was echter niet van plan om zijn droom te laten mislukken en deed er alles aan om het park toch een succes te maken. De jaren na de opening werden er constant nieuwe attracties geopend die zorgden voor steeds meer bezoekers. Langzamerhand werd Disneyland een succes en groeide de populariteit onder het Amerikaanse volk. 59

Disney World Begin jaren zestig liep Walt Disney rond met het plan voor een tweede themapark, dit keer geplaatst aan de oostkust van de Verenigde Staten. In 1964 besloot Walt om een stuk land te kopen in Florida, maar hij was niet zeker van de ontvangst van de Disney attracties in het oosten. Om dit op de proef te stellen, zorgde Walt er- voor dat hij een nieuwe attractie kon tonen op de Wereldtentoonstelling van 1964 in New York. 60 In samen- werking met UNICEF maakte het bedrijf een attractie die bestond uit verschillende audio-animatronic 61 kinder- poppen, in klederdracht of in typerende kleding, om zo een wereld vol culturen uit te beelden. De attractie werd met enthousiasme ontvangen, waardoor Walt overtuigd was van het mogelijke succes van zijn volgende themapark. Daarnaast werd een attractie ontwikkeld, die het verhaal van de geschiedenis van de Verenigde Staten vertelde, ook met audio-animatronics, in de vorm van de Amerikaanse presidenten. 62

Walt Disney besloot om een stuk land te kopen in Florida, maar onder een valse naam. Hij was bang voor con- currentie en een grote hype rondom de stukken land eromheen, waardoor de grond in prijs zou stijgen en veel toerisme zich in die omgeving zou vestigen. Tijdens de realisatie van de plannen zorgde hij ervoor dat de details waar hij bij Disneyland nog niet tevreden over was, dit keer geperfectioneerd zouden worden. Met het oog op

55 Bill Cotter, The wonderful world of Disney television. A complete history (New York, 1997) 58-59 56 Ibidem, 59 57 Ibidem, 60-62 58 David Koenig, Mouse Tales. A behind-the-ears look at Disneyland (Irvine, USA, 1994) 24-25 59 Ibidem, 27-31 60 Dave Smith en Steven Clark, Disney. The first 100 years (New York, 1999) 94-97 61 Audio-animatronics zijn poppen (mensen of dieren) die bijna levensecht kunnen bewegen en geluid kunnen maken door geavanceerde technologie. De poppen worden in de Disney parken gebruikt en zijn dan ook door de Disney Company bedacht en steeds maar weer verbeterd. Bron: Jeff Kurtti, Since the World began. Walt Disney World, the first 25 years (New York, 1996) 33 62 Jeff Kurtti, Since the World began. Walt Disney World, the first 25 years (New York, 1996) 16

14 de toekomst werd er dan ook veel grond gekocht, meer dan aanvankelijk nodig was. De reden hiervoor was dat Walt op dat moment al plannen had voor uitbreiding, die bij Disneyland niet meer mogelijk waren vanwege het tekort aan grond. 63

In oktober 1965 werd begonnen met de bouw van Disney World. Net als in Disneyland, werd er gewerkt aan een centraal park, het Magic Kingdom, met de gethematiseerde landen en een kasteel als middelpunt. Het verschil met het eerste Disney park was echter dat Walt een veel grootschaliger project in gedachten had. Dis- ney World zou compleet gemaakt worden met uitgaansgelegenheden, hotels, goede infrastructuur en meer- dere gethematiseerde parken die verbonden werden door een monorail. 64

Ondanks de grote plannen die hij had, kon Walt Disney zijn droom geen werkelijkheid zien worden. Walt stierf op 15 december 1966, op 65-jarige leeftijd, aan longkanker. Ondanks het overlijden van Walt Disney, werden het project en alle overige werkzaamheden van de Walt Disney Company gewoon voortgezet. Vanaf dat mo- ment nam Walt’s broer, Roy O. Disney, de leiding over het bedrijf. 65 Na de crematie kondigt Roy aan dat het nieuwe park Walt’s naam zal dragen, om er zeker van te zijn dat iedereen er aan herinnerd wordt dat het Walt’s droom was. Disney World wordt op dat moment officieel veranderd in Walt Disney World. 66

Walt Disney World opent op 1 oktober 1971. Ter ere van de opening wordt er een gedenkplaat in Main Street aangebracht met daarop de tekst “ Walt Disney World is a tribute to the philosophy and life of Walter Elias Dis- ney . . . and to the talents, the dedication, and the loyalty of the entire Disney organization that made Walt Disney's dream come true. May Walt Disney World bring Joy and Inspiration and New Knowledge to all who come to this happy place . . . a Magic Kingdom where the young at heart of all ages can laugh, and play, and learn - together ”

Epcot, Disneyland Parijs, Tokyo Disneyland, Hong Kong Disneyland Walt Disney World bleek al snel een groot succes, waardoor verder gegaan kon worden met de plannen die Walt ooit op had gezet. Walt had zich altijd gericht op de uitbreiding van Walt Disney World, met een proto- type gemeenschap als grootste project. Walt wilde een experimentele gemeenschap maken, waar de bewoners konden wonen, werken en spelen. Technologie en vooruitgang zouden kernbegrippen zijn in zijn project. Het kwam erop neer dat Walt een Utopia wilde maken. Zijn visie werd werkelijkheid door de opening van het tweede park van Walt Disney World in 1982. Het nieuwe park heette EPCOT, wat staat voor Experimental Pro- totype Community Of Tomorrow. 67 Walt zei hier jaren voor de opening over: “ It's like the city of tomorrow ought to be. A city that caters to the people as a service function. It will be a planned, controlled community, a showcase for American industry and research, schools, cultural and educational opportunities ”. 68 Een jaar na de opening van EPCOT, werd het eerste Aziatische Disney park geopend. Tokyo Disneyland was een kopie van Disneyland, inclusief alle Amerikaanse invloeden. De Japanners lieten weten niet geïnteresseerd te zijn in een Aziatische versie van een Disney park, maar wilde het zo Amerikaans mogelijk houden. 69

Het eerste Europese Disneypark werd op 12 april 1992 geopend, nabij Parijs. Het park, Euro Disney genaamd bij de opening, veranderde in 1994 van naam om zich een nieuw imago aan te meten nadat bleek dat de bezoek- ers weg bleven en het park meteen met schulden kwam te zitten. Het park werd Disneyland Parijs genoemd, vooral omdat het woord ‘Euro’ bij vele Europeanen negatieve gevoelens opriep. Ondanks de vele negatieve

63 Walt Disney World History, http://www.wdwmagic.com/wdwhistory.htm , bezocht op 11 mei 2007 64 Jeff Kurtti, Since the World began. Walt Disney World, the first 25 years (New York, 1996) 18-21 65 Dave Smith en Steven Clark, Disney. The first 100 years (New York, 1999) 100-101 66 Jeff Kurtti, Since the World began. Walt Disney World, the first 25 years (New York, 1996) 21 67 Ibidem, 81-83 68 Disney Trivia – Walt Disney Quotes, http://www.disneytrivia.net/walt_quotes.php#epcot , bezocht op 23 mei 2007 69 Dave Smith en Steven Clark, Disney. The first 100 years (New York, 1999) 136-137

15 reacties en de tegenvallende resultaten, werd al snel gezegd dat het Europese park visueel gezien het meest geslaagde van alle Disney parken was. 70

Het meest recent geopende Disney park is Hong Kong Disneyland. Voor het eerste themapark in China werd een stuk land drooggelegd. Het park is de Chinese versie van het Amerikaanse Disneyland, compleet met een exacte kopie van het kasteel in het midden van het park. Experts op het gebied van Feng Shui werden gevraagd om te helpen bij de bouw, om het park te laten voldoen aan Chinese eisen. 71

De Walt Disney Company blijft druk met het openen van nieuwe parken en het aanpassen van de bestaande parken. Zo bestaat Walt Disney World op dit moment al uit vier grote parken, namelijk Magic Kingdom (1971), EPCOT Center (1982), Disney-MGM Studios (park gebaseerd op de wereld van film; 1989) en Animal Kingdom (combinatie van themapark, natuurpark en dierentuin; 1998), met twee kleinere parken, beide geopend in 1989, Pleasure Island (uitgaans- en entertainment centrum) en Typhoon Lagoon (waterpark). 72 Bij Disneyland Parijs werd in 2002 een nieuw themapark geopend, genaamd Walt Disney Studios, vergelijkbaar met de Disney- MGM Studios in Florida. In 2001 kreeg Tokyo Disneyland een tweede park, Tokyo Disney Sea, een themapark dat geheel in het teken staat van zee een water, iets dat van grote betekenis is voor Japan. 73

70 Ibidem 161-162 71 About.com: Asia for visitors – Hong Kong Disneyland opens, http://goasia.about.com/od/chin2/a/hkdisneyopens.htm , bezocht op 27 mei 2007 72 Walt Disney World History, http://www.wdwmagic.com/wdwhistory.htm , bezocht op 11 mei 2007 73 Officiële Disney Website – Disneyparks, isneyhttp://disneyparks.disney.go.com/, bezocht op 17 mei 2007

16 Hoofdstuk 3 – Erfgoed en geschiedenis in de Disney parken

Uit het vorige hoofdstuk blijkt dat er een lange ontstaansgeschiedenis schuil gaat achter alle Disney parken. De parken zijn ontstaan door de vele ingewikkelde plannen en creatieve ideeën van Walt Disney en zijn werkne- mers, allemaal gebaseerd op de wens om een groot publiek te kunnen aanspreken met een mix van amuse- ment en educatie. Deze redelijk unieke formule, gecombineerd met kwaliteit en professionaliteit, zorgen er- voor dat de parken een buitengewoon gevarieerd publiek aan weten te trekken, van jong tot oud, van laag tot hoog opgeleid, met alle nationaliteiten. De parken, die elke dag geopend zijn, krijgen het hele jaar door vele bezoekers, ongeacht de tijd van het jaar, de temperatuur of overige omstandigheden.

De hoge bezoekersaantallen van de parken en de variatie in soorten bezoekers, zijn een reden om te kijken naar de manier waarop de Disney parken bezoekers aan zich weet te binden. Musea over de hele wereld wors- telen nog steeds met deze kwestie en het blijft moeilijk voor ze om grote groepen mensen aan te trekken. Het is dan ook mogelijk dat het tijd wordt dat musea andere methodes gaan gebruiken om meer bezoekers te krij- gen. Een van de methodes is door dezelfde aanpak te gaan gebruiken als de Disney parken. Om deze reden zal ik gaan kijken naar de presentatie van geschiedenis en erfgoed in de Disney parken, zodat (cultuurhistorische) musea hier wellicht een voorbeeld aan kunnen gaan nemen. Vooral voor het Nationaal Historisch Museum zou dit heel nuttig kunnen zijn, omdat nog niet duidelijk is hoe de presentatie er uit gaat zien en hoe ze verschil- lende doelgroepen moeten aanspreken. Er wordt enkel gesproken over interactiviteit en multimedialiteit, om op een vernieuwende en verrassende manier de geschiedenis te presenteren.

3.1 Theorieën over de Disney parken

Op het eerste gezicht lijkt een vergelijking tussen de Disney parken en cultuurhistorische musea erg vergezocht, maar wanneer je kijkt naar hetgeen de wetenschap reeds heeft geschreven over Disney’s invloed op vele as- pecten van onze samenleving, zal blijken dat Disney en de Disney parken een groter voorbeeld kunnen zijn voor vele (culturele) instellingen dan aanvankelijk gedacht wordt.

De Disney parken zijn binnen vele wetenschappelijke disciplines gebruikt als metafoor, als bewijs voor een maatschappelijke ontwikkeling, als voorbeeld van hoe het niet moet, als spiegel van de maatschappij en als de ultieme representatie van Amerikaanse geschiedenis. De Franse theoreticus Jean Baudrillard gaat daar nog een stap verder in. Baudrillard (1929-2007), die filosofie, sociologie en cultuurwetenschappen combineerde in zijn theorieën en studies, richtte zich tijdens zijn leven vooral op sociologische en postmoderne verschijnselen. Een van zijn belangrijkste theorieën was die over hyperrealiteit. 74 In zijn artikel Simulacres et simulation (1981) 75 beschrijft hij hoe de hedendaagse maatschappij veranderd is in een hyperrealiteit. Hij zegt dat de realiteit dat- gene verbergt dat eigenlijk de echte realiteit is. Postmoderne culturele uitingen zouden zo nep zijn, dat er geen sprake meer kan zijn van realiteit. Het enige wat volgens Baudrillard nog als werkelijkheid gezien kan worden, is dat waarvan wij denken dat het nep is. Hij geeft Disneyland als belangrijkste werkelijkheid, vooral in vergelijk- ing met een stad als Los Angeles die volgens hem enkel een façade is. Hyperrealiteit is iets dat ligt tussen reali- teit en verbeelding, het is een illusie van de werkelijkheid verpakt in inauthenticiteit. In dit tijdperk waarin computerspellen, televisie, moderne steden, reclame en pretparken onze cultuur overheersen, zou hyperreali- teit volgens Baudrillard niet meer weg te denken zijn. Hyperrealiteit is overal om je heen, vooral in de moderne Amerikaanse steden die steeds meer elementen van inauthenticiteit krijgen, zoals Los Angeles. Het is een com- pleet nieuwe culturele uiting, die vooral bestaat uit simulaties. Volgens Baudrillard is Disneyland het perfecte voorbeeld van een grote verzameling simulaties, die volgens hem echter zijn dan de werkelijkheid. Baudrillard

74 Stanford Encyclopedia of Philosophy, http://plato.stanford.edu/entries/baudrillard/ , 26-06-2007 75 Jean Baudrillard, http://www.denistouret.fr/ideologues/Baudrillard.html , 26-06-2006

17 zegt dat de fantasiewerelden die de Disney parken biedt (zoals het Wilde Westen, de wereld van piraterij en de toekomst) niet de grootste aantrekkingskracht van de parken is. Volgens hem is het vooral de miniaturisatie van de Amerikaanse realiteit de grootste reden voor bezoekers is om naar de parken te gaan. Disneyland zou er volgens hem zijn om te verbergen dat het park het ‘echte’ Amerika is. Disneyland zou gepresenteerd worden als denkbeeldig om ons te laten geloven dat de rest van de wereld de realiteit is, terwijl de Verenigde Staten volgens Baudrillard al lang niet meer de realiteit zijn, maar juist toebehoren aan de hyperrealiteit. 76 Deze theo- rie van Baudrillard zal veel tegenstanders hebben en niet voor iedereen toegankelijk zijn, maar het geeft wel een goed beeld van de plaats van de Disney parken binnen de postmoderne samenleving. Hij laat ook zien dat de parken er niet zomaar voor het vermaak zijn, maar dat er meer aan de hand is, vooral met de relatie tussen de bezoekers en de parken, waarbij een constante wisselwerking zichtbaar is. Baudrillard geeft aan dat de Dis- ney parken een grote invloed op onze maatschappij hebben, door de bezoekers te betrekken in een totale, geminiaturiseerde versie van de realiteit, die een beeld moet geven van de hele wereld, met alle culturen, alle geschiedenis en alle tijd die daarbij komt kijken. Op deze manier krijgt de bezoeker grip op het verleden omdat het overzichtelijk en eenvoudiger wordt.

Historicus en filosoof Louis Marin heeft eveneens een aantal theorieën op Disneyland losgelaten. Marin neemt gedeeltelijk de theorie van Baudrillard over in zijn analyse van Disneyland, maar voegt daar een aantal theo- rieën aan toe. Hij zegt Disneyland als een gedegenereerde utopie te zien. Volgens hem kun je het park op ver- schillende manier analyseren. Hij ziet Disneyland dan ook vooral als metafoor. Het park is een representatie van de normen en waarden waar de Verenigde Staten uit bestaan. Hij zegt dat Disneyland op te delen is in drie delen. De uiterste ring bestaat uit de parkeerplaatsen. Deze ruimte is open en nog verbonden met de realiteit, vooral door de aanwezigheid van auto’s. De bezoeker ondergaat een verandering door de auto te verlaten en een systeem vol met nieuwe tekens, normen en waarden te betreden. De ring daarbinnen is de ruimte met waar de toegangskaarten gekocht kunnen worden. Dit is de weg die de bezoeker altijd moet nemen om van de parkeerplaatsen naar het park te komen. De binnenste ring is die van het park zelf. Hier wordt de bezoeker meegenomen in een hele nieuwe wereld, afgesloten van de werkelijkheid. De afwezigheid van auto’s en de afbakening van de ruimte door een trein, zorgen ervoor dat de bezoeker zich snel aanpast aan deze wereld.

Deze binnenste ring ziet Marin als landkaart, met verschillende symbolische gebieden en elementen daarbin- nen. Via Main Street komt de bezoeker het park in, als het ware om het verhaal te beginnen. Wanneer je Dis- neyland als tekst bekijkt, dan zie je dat Main Street het begin van het verhaal is, en dat het verhaal vanuit daar verteld wordt. Het is een manier om te communiceren. Om dit verder te verklaren moet je kijken naar het hele park. Main Street is namelijk de schakel tussen alle onderdelen, tussen alle verhalen. Het is de letterlijke weg naar het centrum, van waaruit de bezoeker kan kiezen welk verhaal hij wil zien. Vanuit daar wordt de bezoeker twee verschillende verhalen getoond, de ene aan de linkerkant en de andere aan de rechterkant. Het verhaal aan de linkerkant wordt verteld in de vorm van de gethematiseerde landen Frontierland en Adventureland. Deze “landen” geven een representatie van de werkelijkheid en van het verleden, in de vorm van een verhaal over de manier waarop het Amerikaanse Westen werd gewonnen (Frontierland) en hoe avontuur een rol heeft gespeeld in de geschiedenis, in de vorm van ongerepte natuur en onvoorspelbare landschappen (Adventurel- and). Deze twee gebieden laten de geschiedenis zien als iets dat ver achter ons ligt. Ze vertegenwoordigen natuur en het negentiende eeuwse Amerika. Recht tegenover Main Street ligt het gebied dat door Disney als het heden wordt gezien: Fantasyland. Dit land zorgt ervoor dat de sprookjes, verhalen en mythen werkelijkheid worden, maar tegelijkertijd wordt de werkelijkheid hierdoor fantasie. Aan de rechterkant van de landkaart ligt Tomorrowland. Hier wordt de toekomst getoond, in de vorm van ruimte, niet van tijd. Tijd is iets historisch, tijd hoort bij een nationaal verleden en tijd is iets exotisch en primitiefs. Tijd is dan ook totaal afwezig en wordt vervangen door machines. Binnen de utopie is technologie hetgeen wat vooruitgang en tijd hetgeen wat ge- schiedenis betekent. De biologische natuur versus de mechanische technologie, tijd versus plaats, verleden

76 Jean Baudrillard, Simulacra and Simulations , in: Jean Baudrillard, Selected writings, ed. Mark Poster (Stan- ford, 1988) 166-184, http://www.stanford.edu/dept/HPS/Baudrillard/Baudrillard_Simulacra.html , 22-06-2006

18 versus toekomst. Binnen deze utopie vol met ideologieën wordt de bezoeker vervreemd van de werkelijkheid en in een veilige, comfortabele wereld geplaatst. Het is een kinderlijke wereld, maar dit is met opzet gedaan om de bezoeker te laten geloven dat volwassenheid iets is wat buiten de grenzen van het park te vinden is. 77

Deze analyse van Disneyland door Louis Marin is vooral ideologisch van aard. De Zwitserse kunsthistoricus en architecturaal theoreticus Stanislaus von Moos heeft een meer tastbare kijk op de parken van Disney. Hij ziet Disneyland als een fictieve fossiel van de negentiende eeuwse wereldtentoonstellingen. Volgens Von Moos zijn er vele overeenkomsten tussen Disneyland en de wereldtentoonstellingen. Zo zie je bij beide een zelfde bena- dering van ruimte: het tentoongestelde is afgeschermd van de buitenwereld, er is een verbod voor particuliere voertuigen en er is door de organisatie zelf een systeem van vervoermiddelen aangelegd, dat enkel bestaat uit trams, treinen en bussen. Daarnaast is er bij beide een theatrale presentatie van geavanceerde technologie te zien en worden culturen. die ver van ons afstaan, zowel in tijd als in ruimte, in eclectische nationale paviljoens gepresenteerd. 78

Opvallend aan deze theorieën is dat ze de Disney parken uiterst serieus benaderen en een verband leggen tussen de Disney parken aan de ene kant en verhalen, geschiedenis en realiteit aan de andere kant. Alle drie bekijken ze Disneyland vanuit een ander perspectief, maar het resultaat is hetzelfde, of het park nu gezien wordt als utopie, als ideologie, als symbolische landkaart, als verhaal waar de bezoeker zijn weg in moet vin- den, als nabootsing van de werkelijkheid of als wereldtentoonstelling. De theorieën leggen alle drie de nadruk op de presentatie van een verhaal, waar dat verhaal ook over gaat. Dit verhaal wordt versterkt door de na- bootsing van een wereld, wat de werkelijkheid kan zijn, maar ook de geschiedenis, verschillende culturen en een gefantaseerde wereld. De bezoeker kan het verhaal op verschillende manieren doorlopen door de wel- doordachte structuur die binnen het park is aangebracht.

Hoewel deze theorieën specifiek betrekking hebben op de Disney parken, is het goed om ze te onthouden wanneer er gekeken wordt naar het Nationaal Historisch Museum. De theorieën bevatten namelijk elementen die niet alleen toepasbaar zijn op amusementsparken, maar ook op musea, vooral nieuwe musea. Het nieuwe Nationaal Historisch Museum zou volgens de plannen interactief moeten worden en toegankelijk zijn voor alle leeftijden (dus laagdrempelig). Door de toepassing van de theorieën van Baudrillard, Marin en Von Moos op het nieuwe museum kan snel een oplossing gevonden worden voor de manier waarop het verhaal aan de be- zoeker wordt verteld, er vanuit gaande dat het museum een verhaal wil vertellen en niet enkel losse objecten wil tonen. Tenslotte wordt het een museum dat gaat over de geschiedenis van Nederland, wat voor mij logi- scherwijs gelijk staat aan het vertellen van een verhaal. Het gebruik van een goede structuur binnen het mu- seum, net als in Disneyland, kan ervoor zorgen dat het verhaal dat verteld wordt overzichtelijk en begrijpelijk is, maar ook dat de bezoeker kan kiezen welke delen van het verhaal hij ervaart. Daarnaast kan de representatie van verschillende werelden, culturen en realiteiten zorgen voor een complete, interactieve ervaring voor de bezoeker met daarbij de mogelijkheid om zelf na te denken over deze representaties. Wat bij de theorieën ontbreekt, maar absoluut van belang is bij de inrichting van het museum, is de manier waarop de verhalen, de geschiedenis en het erfgoed worden gepresenteerd. Om deze reden zal er eerst verder gekeken worden naar de presentatie en vormgeving in de Disney parken.

3.2 Authentiek erfgoed

Binnen de Disney parken zijn verschillende soorten erfgoed en geschiedenis te vinden, ieder op een eigen manier gepresenteerd. Als eerste is er het authentieke erfgoed, dat verspreid over de parken te vinden is. Dit erfgoed is vaak geïntegreerd binnen de totale presentatie in de parken, waardoor het een deel van het verhaal wordt zonder dat de voorwerpen afzonderlijk veel aandacht krijgen. Dit zorgt ervoor dat het erg nuttig kan zijn

77 Louis Marin, Utopic Degeneration: Disneyland, http://www.lcc.gatech.edu/~broglio/1101/marin.html 78 Stanislaus von Moos, The Disney Syndrome , in: Gemütlichkeit?, München 1996, http://www.archis.org/plain/object.php?object=785&year=&num =

19 om een blik te werpen op deze manier van presenteren, zodat duidelijk wordt hoe Disney authentiek erfgoed gebruikt om een verhaal te vertellen. Als tweede is er de geschiedenis die in de vorm van een verhaal verteld wordt. Deze manier van het presenteren van geschiedenis zal ik verder beschrijven paragraaf 3.3, met de na- druk op het gebruik van immaterieel erfgoed binnen de presentatie. In paragraaf 3.4 zal ik de derde soort pre- sentatie bespreken, namelijk die van ‘living history’, die in alle Disney parken gebruikt wordt om bezoekers deel te laten maken van het verhaal dat verteld wordt.

Eerst zal ik ingaan op het authentieke erfgoed, aan de hand van een aantal concrete voorbeelden uit de Disney parken. Ik heb ervoor gekozen om me bij de voorbeelden te beperken tot de twee Amerikaanse themaparken, Disneyland en Walt Disney World, en het Europese park, Disneyland Resort Parijs. De Aziatische parken zal ik bij de voorbeelden buiten beschouwing laten. De reden hiervoor zijn de enorme aanpassingen die de Aziatische parken hebben moeten ondergaan om ze aantrekkelijk en toegankelijk te maken voor de Aziatische bevolking. Dit heeft ervoor gezorgd dat bij die parken, geschiedenis en erfgoed een ondergeschikte rol hebben gekregen en dat de parken zich vooral zijn gaan richten op amusement en vele malen minder op het educatieve deel. Hoewel Disneyland Parijs eveneens wijzigingen heeft ondergaan in vergelijking met de Amerikaanse parken, zal ik dit park wel gaan gebruiken bij de voorbeelden, omdat educatie een groot onderdeel is geworden van de presentatie in de park. Daarnaast is bij Disneyland Parijs de tegenstelling tussen het commerciële Amerikaanse en de Europese hoge cultuur erg goed zichtbaar. De voorbeelden zullen behandeld worden aan de hand van literatuuronderzoek, maar zullen ook gedeeltelijk gebaseerd zijn op eigen observaties.

Authenticiteit Voordat ik ga kijken naar een aantal concrete voorbeelden uit de parken, zal er eerst gekeken worden naar het begrip ‘authentiek erfgoed’. Authenticiteit is een van de grootste discussiepunten binnen de bestudering van geschiedenis en erfgoed. Bij het benoemen, bewaren en onderzoeken van erfgoed wordt er vanuit gegaan dat het erfgoed authentiek is. Dit wil zeggen dat men er van uit gaat dat het iets is dat origineel is, dat een be- paalde leeftijd heeft, dat iets zegt over een periode uit de geschiedenis en dat in zo goed als dezelfde staat verkeerd als toen het werd vervaardigd. De discussie rondom deze authenticiteit ontstaat al snel wanneer ver- val, vervanging en restauratie een rol gaan spelen bij het erfgoed. Moet een belangrijk bouwwerk uit de ge- schiedenis in de originele staat blijven ook al wordt het aangetast door het weer, de tijd en de mens, waardoor het dus gedeeltelijk verdwijnt maar wel origineel blijft of mag het bouwwerk gerestaureerd worden zodat het bouwwerk geheel intact blijft, maar niet meer compleet origineel is? Een lastige discussie, omdat in theorie al snel voorkeur wordt gegeven aan authenticiteit, hoewel in de praktijk vaak gekozen zal worden voor inauthen- ticiteit om een tijdsbeeld in stand te houden. De vraag die daarbij komt kijken is of door de restauratie van het bouwwerk sprake is van inauthenticiteit. Een deel van het originele bouwwerk zal verdwijnen en zal plaatsma- ken voor een deel dat gemaakt is met nieuwe materialen, met nieuwe technieken, in een nieuwe tijd. Maar het originele uiterlijk van het gebouw blijft, waardoor het toch teruggrijpt naar de tijd waarin het gebouwd werd en dus verwijst naar een herinnering, naar een gevoel van nostalgie en naar een beeld dat we reeds kennen.

Deze discussie over authenticiteit is door de populariteit van erfgoed de laatste jaren steeds meer opgelaaid. Vooral door verschillende soorten gebruik en misbruik van erfgoed, vaak gebruikt in vrijetijdsinstellingen, toe- risme en andere vormen van vermaak, zorgen ervoor dat authenticiteit een belangrijk punt is geworden. Er komen steeds meer gebieden, instellingen en parken die op een manier gebruik maken van erfgoed, al dan niet met een educatieve functie. Ook in de toeristische industrie wordt steeds meer nadruk gelegd op geschiedenis en erfgoed. De Amerikaanse historicus Michael Kelleher beschrijft in zijn artikel over authenticiteit 79 dat er vandaag de dag vier vormen van toerisme bestaan die op de grens liggen tussen authenticiteit en inauthentici-

79 Michael Kelleher, Images of the past: historical authenticity and inauthenticity from Disney to Times Square , CRM Journal, volume 1, nummer 2, zomer 2004, http://crmjournal.cr.nps.gov/02_viewpoint_sub.cfm?issue=Volume%201%20Number%202%20Summer%2020 04&page=1&seq=1

20 teit, namelijk themaparken, historische dorpen en steden, historische marktplaatsen en gehistoriseerde stede- lijke themaparken. Volgens Kelleher zijn er steeds meer van dit soort toeristische attracties ontstaan, omdat er de laatste twintig tot dertig jaar steeds meer interesse is gekomen voor plekken die te maken hebben met geschiedenis, ongeacht deze plekken authentiek of niet zijn. Deze plekken confronteren de bezoekers met geschiedenis en erfgoed, maar dagen ze uit om het authentieke te onderscheiden van het inauthentieke en daarnaast het verschil tussen nostalgie en geschiedenis te herkennen. Kelleher stelt dat de Disney parken ook op deze grens zitten. Aan de ene kant leveren ze de bezoeker een vorm van educatie, van erfgoed en van ge- schiedenis, aan de andere kant zijn de parken gevuld met authenticiteit en de illusie van educatie. De inauthen- ticiteit in de parken zorgt er niet automatisch voor dat de gepresenteerde geschiedenis onwaar of verkeerd is, maar het geeft de bezoeker juist een andere kijk op geschiedenis, een meer populaire perceptie van geschie- denis en erfgoed. Het gevaarlijke daarvan is wel dat veel van het inauthentieke gezien kan worden als authen- tiek en als de waarheid, waardoor er verschillende versies van de geschiedenis ontstaan, die niet allemaal even juist zijn. 80 Hier kan uit geconcludeerd worden dat het niet per se gaat om de authenticiteit of inauthenticiteit van het getoonde erfgoed, maar dat het juist gaat om hoe het gepresenteerd wordt. Bij een duidelijk onder- scheid tussen de twee kan inauthenticiteit extra ingezet worden om het verhaal compleet te maken en om de hele geschiedenis te vertellen, naast het duidelijk aangegeven en gepresenteerde authentieke erfgoed.

Bij de bespreking van de Disney parken, of dat nu door bezoekers, geïnteresseerden, de media of wetenschap- pers gebeurt, wordt vaak enkel gekeken naar de inauthenticiteit en de onwaarheden die ze presenteren, in de vorm van mierzoete, sentimentele fantasiewerelden van kartonnen decors en plastic. 81 De werkelijkheid toont dat, hoewel er wel veel gebruik gemaakt wordt van imitatie, miniaturen en kopieën, er in de parken meer aan- dacht wordt besteed aan authenticiteit dan vaak wordt gedacht. Bij een betere kijk op de parken zal blijken dat er verschillende plekken binnen de parken zijn waar authentiek erfgoed ingezet wordt voor educatie en ver- maak en bij het vertellen van een verhaal. Authentieke voorwerpen zijn te zien in winkels, restaurants, attrac- ties, wachtruimtes en als onderdeel van de presentatie van de verschillende thema’s. Een van de belangrijkste taken van de imagineers , de ontwerpers van de Disney parken, is het verzorgen van de details die de parken onderscheiden van andere thema- en attractieparken. Deze imagineers zorgen dat de details binnen het plaatje en het verhaal passen en dat de authenticiteit zo goed mogelijk gewaarborgd blijft. Veel van de thema’s draaien tenslotte om het weergeven van de geschiedenis.

Main Street USA Een van de thema’s die het meest afhankelijk is van de authenticiteit van de getoonde objecten, is Main Street USA. Dit themaland is in alle Disneyparken te vinden als beginpunt en vertegenwoordigd het idee van “small town America”, ofwel het rustige leven in een klein stadje in het midwesten van de Verenigde Staten. De straat vertegenwoordigt het leven rond 1900 en is gebaseerd op een belan- grijke plek uit Walt Disney’s jeugd, namelijk het stadje Marceline, gelegen in de staat Missouri, waar hij een groot deel van zijn jeugd door-

Afb. 3 Marceline, Missouri rond 1900

80 Michael Kelleher, Images of the past: historical authenticity and inauthenticity from Disney to Times Square , CRM Journal, volume 1, nummer 2, zomer 2004, http://crmjournal.cr.nps.gov/02_viewpoint_sub.cfm?issue=Volume%201%20Number%202%20Summer%2020 04&page=1&seq=1 81 Rafferty, Kevin and Bruce Gordon, Imagineering. A behind the dreams look at making the magic real (New York, 1996) 84

21 bracht. 82 Main Street in Disneyland Parijs wijkt iets af van die in de andere Disney parken, vooral omdat in Pa- rijs meer aandacht is gegeven aan de geschiedenis. De volgende voorbeelden zijn dan ook afkomstig uit Main Street in Disneyland Parijs.

Main Street is een geheel werkende straat, bestaande uit een stadhuis, een kapper, een tandarts, winkels, restaurants, terrasjes en rustplekken. Al deze zaken hebben hun eigen thema en sfeer gekregen. Zo is de in- richting van de winkel Disney & Co gebaseerd op oude Amerikaanse kermissen 83 , is de winkel The Emporium gebaseerd op het winkelideaal van rond 1900 84 en is het restaurant Casey’s Corner ingericht naar een van America’s iconen: honkbal. 85 Al deze winkels, restaurants en overige ruimtes zijn tot in detail ingericht om een zo authentiek mogelijk beeld te kunnen geven van Amerika rond de eeuwwisseling. Niet alleen de architectuur van de gebouwen en de vormgeving van de omgeving zorgen ervoor dat er een totaalbeeld wordt gegeven, ook de detaillering in het interieur van de winkels en restaurants werkt hier aan mee.

In de vele winkels en restaurants zijn gebruiksvoorwerpen, meubels, accessoires en andere objecten toege- voegd om een authentieke uitstraling te creëren. Deze voorwerpen zijn afkomstig uit de periode 1890-1910 en zijn bij elkaar gezocht om een stukje geschiedenis te kunnen presenteren: “The accessories were not always made especially for the Park, as many guests might think. In fact, almost all of the Park’s accessories were bought at auction sales, at flea markets, and from individuals and collectors during two years of intensive re- search and worldwide travels”. 86 Aan sommige voorbeelden is te zien dat de Imagineers hier soms erg ver in gingen. Voor de winkel Main Street Motors, waarvan de vormgeving werd gebaseerd op het straatleven in New York rond 1900, werden drie antieke auto’s gekocht om tentoon te stellen. De auto’s staan ook werkelijk te koop, maar zijn vooral bedoeld om een beeld te geven van een tijdperk. Naast de auto’s werden originele accessoires aange- schaft, zoals jerrycans, banden en meubelen. Al deze voorwerpen werden bij elkaar gezocht om de bezoeker het idee te geven echt in een ne- gentiende eeuwse winkel te staan. 87 Een ander voorbeeld van een dergelijke aanpak is de win- kel Town Square Photography. Deze winkel verkoopt hedendaagse fotografie benodigdhe- den, zoals fotocamera’s, batterijen en geheu- genkaarten en heeft een fotoservice om je Afb. 4 Antieke auto in Main Street Motors vakantiefoto’s direct te laten afdrukken. 88 Om een winkel met dergelijke moderne producten deel uit te laten maken van het negentiende eeuwse Main Street, werd de winkel aangepast aan het tijdsbeeld. Er werden tien- tallen camera’s aangeschaft, waarvan de meeste gedateerd kunnen worden tussen 1890 en 1920. Een groot deel van deze camera’s is erg zeldzaam en er moest dan ook erg veel moeite gedaan worden om alles aan te kunnen schaffen. Er werd zelfs een kantoor ingericht, een kamer waar de zogenaamde eigenaar van de winkel zijn administratie bijhield. Authentiek meubilair en accessoires werden bij elkaar gezocht om het tijdsbeeld te

82 Ibidem, p. 27 83 Alain Littaye en Didier Ghez, Disneyland Paris. From sketch to reality (Boulogne Billancourt, 2006), 55 84 Ibidem, 66-67 85 Ibidem, 57 86 Alain Littaye en Didier Ghez, Disneyland Paris. From sketch to reality (Boulogne Billancourt, 2006) 54 87 Ibidem, 60-61 88 Disneyland Parijs Officiële website, http://www.disneylandparis.com/nl/disneyland_park/main_street_usa/boutiques.htm , bezocht op 27 mei 2007

22 laten kloppen. Deze winkel heeft de meeste authentieke voorwerpen en accessoires, in vergelijking met de rest van de winkels in Main Street. 89

Ook in de restaurants is getracht een tijdsbeeld te geven en een presentatie te geven van een periode uit de geschiedenis. Dit is vooral het geval bij het restaurant Walt’s – An American Restaurant. Dit restaurant, een van de weinige restaurants met tafelbediening, waar de bezoeker kan genieten van een drie- gangen menu, staat in het teken van het leven van Walt Disney. Dit restaurant is in Disneyland Parijs aangebracht omdat Walt Disney’s geschiedenis minder bekend is bij Europeanen dan bij Amerikanen. Door het hele restaurant zijn memorabilia te vin- den, zoals foto’s van Walt Disney en zijn familie, foto’s van het stadje Marceline, twee van Walt’s Oscars en een mechanische vogel die als voorbeeld diende voor veel van de poppen die door de parken heen te vinden zijn. Ook schetsen, tekeningen en maquettes uit de tijd dat Walt nog leefde en die later ge- bruikt zijn bij attracties in Disneyland Parijs, zijn verwerkt in de vormgeving van het restaurant. Door middel van deze memo- rabilia wordt getracht de bezoeker iets bij te brengen over het leven van de bedenker van de parken. 90

Er is nog een andere plek binnen Main Street waar gebruik gemaakt wordt van authentieke objecten. Bij de bouw van Disneyland Parijs moest er rekening gehouden worden met het slechte weer in Frankrijk. Main Street zou echter niet overdekt worden, zoals wel gedaan is bij Tokyo Disneyland. 91 Gekozen werd voor het ontwerp zoals in de Amerikaanse parken, maar toch zou de straat aangepast moeten worden om rekening te houden met de slechte weersomstandigheden. De oplossing werd gevonden in twee overdekte galerijen, aan weerszijden van Main Street zelf. De twee galerijen, genaamd Liberty Ar- cade en Discovery Arcade, kregen ieder hun eigen thema. De Liberty Arcade verbindt de geschiedenis van Frankrijk met die van de Verenigde Staten, in de vorm van het verhaal achter het Vrijheidsbeeld, dat in 1866 door Frankrijk aan de Verenigde Staten werd geschonken. Verschillende muurschilderingen zijn te zien, die gebaseerd zijn op de posters van de eerste wereld- tentoonstelling in Amerika in 1876, waar aandacht werd bes- teed aan de komst van het Vrijheidsbeeld. Op het gebied van authenticiteit is de Discovery Arcade interessanter om naar te kijken. Deze galerij loopt van het begin van Main Street naar het begin van Discoveryland en heeft dan ook uitvindingen Afb. 5 Authentiek erfgoed in de Discovery A rcade en vooruitgang als thema. Tussen de winkels en terrasjes zijn er verschillende vitrines te zien waar schaalmodellen, maquettes en ontwerpen tentoongesteld worden. Deze

89 Alain Littaye en Didier Ghez, Disneyland Paris. From sketch to reality (Boulogne Billancourt, 2006) 64-65 90 Ibidem, p. 68-71 91 Tokyo Disneyland Officiële website, http://www.tokyodisneyresort.co.jp/tdl/english/7land/world/index.html , bezocht op 03 juli 2007

23 objecten zijn niet nagemaakt, maar zijn authentiek. In 1790 richtte de toenmalige Amerikaanse president George Washington de American Patent Office op, waar patent aangevraagd kon worden voor uitvindingen. Een eeuw na de oprichting van de Patent Office, waren er al 175.000 aanvragen binnen gekomen, allemaal in de vorm van schaalmodellen. Tussen deze aanvragers zaten namen als Edison, Heinz en Westinghouse. In 1907 waren er zoveel ontwerpen opgestuurd, dat er besloten werd om alle modellen te vernietigen, te verkopen of weg te geven. Een Amerikaanse miljonair kocht een groot deel van de collectie op en begon de schaalmodellen te verzamelen. Op dit moment staan 52 van de mooiste stukken uit die collectie tentoongesteld in de Discovery Arcade. 92

Art of Disney Animation Een ander voorbeeld van het gebruik van authentieke voorwerpen is te vinden in het tweede park van Disney- land Resort Parijs. Dit park, de Walt Disney Studios, werd in 2002 geopend naast het reeds bestaande park. De Studios staan in het teken van speelfilm, televisieseries en animatiefilms. Niet alleen worden films en series gebruikt als decor voor de attracties, er wordt ook gepro- beerd een zo goed mogelijk beeld te geven van de geschiedenis van de film en het proces ron- dom de creatie van films. Een van de attracties binnen het park is Art of Disney Animation. Deze attractie draait om de geschiedenis en de totstandkoming van animatiefilms, vanzelfspre- kend vooral gericht op de tekenfilms uit de Disney studio’s. De attractie is opgedeeld in vier Afb. 6 Int eractieve preshow bij Art of Disney Animation delen. De bezoeker komt eerst in een pre-show (een voorshow), waar de geschiedenis van de animatiefilm wordt verteld aan de hand van tekeningen, filmpjes, foto’s, authentieke voorwerpen en kopieën van appara- ten. De ruimte toont het verhaal van de tekenfilm, van de eerste grotschilderingen en de animaties op Griekse vazen, via de uitvinding van apparaten als de zoetroop en de praxinoscoop tot aan de mod- erne digitale technieken die tegenwoordig gebruikt worden bij ani- matiefilms. Een deel van de getoonde apparaten staat tentoonges- teld achter glas, met daarbij verschillende voorbeelden van animatie- filmpjes; een ander deel kan zelf gebruikt worden zodat de bezoeker kan ervaren hoe het is om een tekenfilm te maken. 93 Een van de pronkstukken binnen deze verzameling is een apparaat genaamd de , een camera die door Disney ontworpen is. Deze camera werd speciaal ontworpen om diepte aan te brengen in te- kenfilms, door verschillende lagen van een scene achter elkaar te plaatsen en met de multiplane camera te filmen, waardoor er diepte en ruimte ontstond en er een extra dimensie gecreëerd werd. Op het moment bestaan er nog maar twee multiplane cameras, waarvan er Afb. 7 Multiplane ca mera

92 Alain Littaye en Didier Ghez, Disneyland Paris. From sketch to reality (Boulogne Billancourt, 2006) p. 48-49 93 Art of Disney Animation, http://www.photosmagiques.com/wdsfans/guides/toon_studio/art_of_disney_animation.php , bezocht op 03 juli 2007

24 een bij Art of Disney Animation te zien is. 94 In deze pre-show krijgt de bezoeker ook een film te zien die wordt gepresenteerd door Roy E. Disney, het neefje van Walt. In het filmpje wordt het belang en de geschiedenis van de animatiefilm nog eens kort uitgelegd.

Na deze pre-show wordt de volgende zaal opengesteld voor de bezoeker. In deze theaterzaal krijgt de bezoeker een film te zien over de Disney anima- tiefilms, door middel van allerlei korte fragmenten uit de films. In de zaal daarna wordt er een korte presentatie gegeven over de totstandkoming van de tekenfilm. Er wordt getoond hoe het proces in elkaar zit en wat er allemaal bij komt kijken bij het maken van een tekenfilm, van de eerste schets tot aan de productie. Na deze presentatie komt de bezoeker in een ruimte die aangeduid wordt met de titel Interactive Animation Adventure. De naam zegt het al: de bezoeker krijgt hier interactieve presentaties te zien. Hier zijn verschillende activiteiten te ondernemen waar je vrijwillig deel aan kan nemen. Zo kan de bezoeker deelnemen aan een korte cursus animatiefiguren tekenen, waar je begeleidt wordt door een professionele tekenaar die stap voor stap voordoet hoe je bekende Disney figuren moet tekenen. Bij andere activiteiten kan de bezoeker bijvoorbeeld zijn eigen zoetroop tekenfilm te maken, zelf de muziek bij een animatie uitzoeken en zelf je stem verlenen aan een tekenfilm. Daarnaast zijn ook in deze ruimte authentieke objecten te zien. Schetsen, tekeningen, schilderijen, en origi- nele sculpturen zijn te zien in een grote vitrine, tussen alle activiteiten. De bezoeker kan in een relatief kleine ruimte zelf ervaren hoe het is om een animatiefilm te maken, met het hele proces wat daarbij komt kijken en tegelijkertijd de originele producten van de professionals aanschouwen. 95

Het authentieke erfgoed is het duidelijkst in bovenstaande voorbeelden, ook op andere plekken binnen de parken zijn authentieke objecten te vin- den, hoewel vaak minder opvallend dan in deze voorbeelden. Zo zijn in heel Frontierland authentieke objecten te vinden die te maken hebben met mijnbouw en de Gold Rush van de negentiende eeuw, en word er aandacht besteed aan de geschiedenis van de rock muziek in de wachtrij van de ach- tbaan Rock ‘n’ Rollercoaster, door kleding, instrumenten en foto’s afkoms- tig van bekende bands en artiesten als ACDC, Aerosmith en Metallica ten- toon te stellen. Al deze voorbeelden laten zien dat er meer authentiek Afb. 8 Interactive Animation A dventure erfgoed te vinden is in de Disney parken dan men aanvankelijk zou den- ken. De voorwerpen worden vaak niet expliciet als authentiek en als erfgoed aangegeven, maar maken een deel uit van het geheel. De objecten zijn geïntegreerd in de presentatie, die er in zijn totaliteit voor moet zor- gen dat de bezoeker een stukje geschiedenis te zien krijgt en het gevoel heeft deel uit te maken van die ge- schiedenis. De authentieke voorwerpen zorgen ervoor dat dit beeld kloppend wordt en dat er een echt stukje geschiedenis in de parken is aangebracht, zonder dat het educatieve aspect wordt opgedrongen aan de be- zoeker.

94 The Multiplane Camera, http://www.ggdc.org/100%20Years%20of%20Magic/Mulitplane%20Camera.html , bezocht op 01 juli 2007 95 Art of Disney Animation, http://www.dlrpmagic.com/guides/waltdisneystudiospark/toonstudio/artofdisneyanimation/ , bezocht op 30 juni 2007

25 3.3 Immaterieel erfgoed

De authentieke objecten zijn niet de enige vorm van erfgoed die gebruikt worden in de Disney parken. Om het historische beeld te laten kloppen, worden verschillende vormen van erfgoed gebruikt, waarvan authentiek erfgoed slechts een klein onderdeel is. Een belangrijke vorm van de presentatie van erfgoed is het gebruik van immaterieel erfgoed.

Volgens historicus David Lowenthal is erfgoed de laatste jaren ontzettend populair geworden, wat vooral te wijten is aan de ontworteling van het individu, het gezin, de buurt en de natie tegenover elkaar en door de constante herinnering aan ons verlies in het verleden, wat heeft geresulteerd in een onzekerheid over de toe- komst. Het gevolg hiervan is dat erfgoed een steeds ruimer begrip is geworden en er een uitbreiding van het erfgoed is ontstaan: van elitair en grootse naar het gewone en alledaagse, van het verre verleden naar het recente verleden en van het materiële naar het ontastbare, ofwel het immateriële erfgoed. Hoewel niet iede- reen het erover eens is dat het immaterieel erfgoed enkel een verschijnsel van de laatste jaren is, is de popula- riteit ervan wel gestegen. 96 Onder immaterieel erfgoed vallen vooral culturele uitingen zoals zang, dans, taal, en muziek. Literatuur is eveneens een onderdeel van immaterieel erfgoed, maar is de laatste jaren weinig deel geweest van de erfgoeddiscussie. Het grootste probleem met literatuur is dat het tussen materieel en immate- rieel erfgoed in zit. Aan de ene kant is literatuur te zien als iets materieels, omdat het in een bepaalde vorm verschijnt, namelijk een boek. Aan de andere kant is literatuur immaterieel omdat de inhoud ervan niet veran- dert wanneer het uiterlijk, het materiële wel verandert. Dit zorgt ervoor dat literatuur uitermate mobiel wordt, op twee verschillende manieren. De verhalen zelf zijn mobiel omdat ze overal gelezen kunnen worden. We hoeven niet naar de echte plek om het te ervaren, boeken kunnen ons overal mee naar toe nemen. Aan de andere kant reizen teksten zelf ook. Literatuur is makkelijk reproduceerbaar en kan dus overal ter wereld op- duiken, maar ook in verschillende vormen. Teksten worden steeds vaker gebruikt in nieuwe vormen van media, bijvoorbeeld in muziek en verfilmingen. 97 Dat is dan ook precies wat er in de Disney parken gebeurd. Immate- rieel erfgoed wordt gebruikt, maar in verschillende vormen om het aantrekkelijk te maken voor alle bezoekers. In de Amerikaanse parken ligt de nadruk vooral op culturele uitingen als zang, dans, muziek en overige gebruik, in Disneyland Resort Parijs ligt de nadruk meer op verhalen en literatuur.

EPCOT Centre EPCOT Centre is een van de parken die toebehoort aan het resort Walt Disney World. Het park werd in 1982 geopend, na tientallen jaren planning, waar Walt Disney zelf nog mee begonnen was. De naam staat voor Experimental Prototype Community of Tommorow. Het park was ooit bedoeld als werkende samenleving, een perfecte plek waar mensen konden wonen, werken en zich vermaken, ofwel een utopie. Dit idee was onrealiseerbaar, dus de plannen veranderden door de jaren heen. Uiteindelijk werd EPCOT een park dat zich richtte op uitvindingen, technologie, voo- ruitgang maar ook op de culturen van de wereld. 98 Het park is opgedeeld in twee themagebieden: World Showcase en Afb. 9 EPCOT Centre, representati e van Duit sland Future World. In de laatste draait het vooral om technologie en uitvindingen, in de World Showcase staan culturen centraal. 99 Bij de opening van EPCOT bestond World Showcase uit de representatie van negen landen, later werden er nog twee bijgevoegd. Volgens de eerste

96 Kees Ribbens, Een eigentijds verleden. Alledaagse historische cultuur in Nederland 1945-2000 (Hilversum 2002) p. 31-32 97 Ann Rigney, De herinnering aan Scott. Literatuur, erfgoed, mobiliteit , in: Rob van der Laarse (red.), Bezeten van vroeger. Erfgoed, identiteit en musealisering (Amsterdam 2005) 88-89 98 Kurtti, Jeff, Since the World began. Walt Disney World, the first 25 years (New York, 1996) 81-88 99 Guide to Walt Disney World, http://www.guide2wdw.com/epcot.htm , bezocht op 22 juli 2007

26 plannen zouden de culturen in een groot gebouw bij elkaar gebracht worden, maar bij de uiteindelijke uitwerk- ing werd gekozen voor een presentatie in de vorm van de nabootsing van de culturen, met de nadruk op archi- tectuur. De landen Mexico, Noorwegen, China, Duitsland, Italië, de Verenigde Staten, Japan, Marokko, Fran- krijk, Engeland en Canada hebben een plek gekregen in het park. De presentaties van de landen worden pavi- lions genoemd en maken allemaal gebruik van nationale iconen, architectuur en gewoonten en gebruiken en er is veel ruimte voor educatie, door middel van educatieve programma’s die opgesteld zijn en gegeven worden door speciaal daarvoor ingehuurde werknemers, gegeven op academisch niveau. 100 Daarnaast krijgen studen- ten de kans om in Walt Disney World te gaan werken en daar deels meedoen aan educatieve programma’s en cursussen en deels binnen een bepaald vakgebied werken. Dit programma, het International College Program, richt zich vooral op onderzoek en praktijkervaring op het gebied van cultuur, natuur en technologie. 101

Bij de representatie van de landen en culturen in World Showcase wordt er erg gelet op authenticiteit en juis- theid, ondanks dat alles imitatie is. Zo wordt er via het Cultural Representative Program constant gezocht naar personen afkomstig uit een van de gepresenteerde landen, om in EPCOT te gaan werken zodat hun cultuur overgebracht kan worden aan de bezoekers. 102 Daarnaast wordt er veel aandacht besteed aan het immaterieel erfgoed uit de gepresenteerde landen. In het Italiaanse paviljoen wordt bijvoorbeeld straattheater opgevoerd, wat gebaseerd is op de Italiaanse commedia dell’arte 103 , in het Duitse paviljoen wordt muziek van alpenhoorns ten gehore gebracht 104 en in het Marokkaanse paviljoen laten kunstenaars de vervaardiging van mozaïeken zien. 105 Op deze manier worden tradities en gebruiken getoond binnen een nagebootste werkelijkheid. De bouwwerken mogen dan niet de originele bouwwerken uit de verschillende landen zijn, het totaal van het immateriële erfgoed en het beeld dat wordt gegeven met de rest er omheen (architectuur, klederdracht, etce- tera) zorgen ervoor dat de geschiedenis en vooral het erfgoed van verschillende culturen van over de hele wereld aan de bezoekers getoond wordt en op die manier ook voor toekomstige generaties in stand wordt gehouden.

Discoveryland Het themaland Discoveryland is onder die naam enkel terug te vinden in Disneyland Resort Parijs. In de andere parken heeft het land de naam Tomorrowland gekregen. De reden hiervoor is dat het thema in Disneyland Parijs afwijkt van de andere thema’s. In alle parken is het thema vooral gericht op hoe we de toekomst nu zien, maar bij Discoveryland ligt de nadruk vooral op het toekomstbeeld dat in de negentiende eeuw heerste. Ne- gentiende eeuwse literatuur, vooral science fiction, is er dan ook alom vertegenwoordigd. De imagineers na- men de verhalen van auteurs Jules Verne en H. G. Wells en de denkbeelden en uitvindingen van Leonardo da Vinci als uitgangspunt voor Discoveryland. 106 Alle attracties en restaurants kregen een thema dat hierop aan- sloot.

Een van die attracties is Le Visionarium. In deze 360° bioscoop wordt een film vertoont die de bezoeker mee- neemt in een reis door de tijd, waardoor verschillende tijdperken worden aangedaan. De film wordt ingeleid door een audio-animatronic robot die een camera terug in de tijd stuurt. De bezoeker krijgt dan de film te zien, die start in de prehistorie. Hierna worden verschillende tijdperken bezocht, met de daarbij behorende boeg- beelden, zoals Leonardo da Vinci, Mozart en Lodewijk XV. Tussen de tijdsprongen door worden verschillende

100 Kurtti, Jeff, Since the World began. Walt Disney World, the first 25 years (New York, 1996) 106-115 101 Walt Disney World International College Program, http://www.disney.go.com/DisneyCareers/wdwcareers/international/options.html#cultural , bezocht op 2 juli 2007 102 Walt Disney World Cultural Representative Program, http://www.disney.go.com/DisneyCareers/wdwcareers/international/options.html#cultural , bezocht op 2 juli 2007 103 Kurtti, Jeff, Since the World began. Walt Disney World, the first 25 years (New York, 1996) 108-109 104 Ibidem 105 Ibidem, 112-113 106 Alain Littaye en Didier Ghez, Disneyland Paris. From sketch to reality (Boulogne Billancourt, 2006) 237

27 Europese bouwwerken en landschappen getoond. De tijdreis komt dan aan in het jaar 1900, waar de wereldtentoonstelling in het Grand Palais te Parijs wordt bezocht. Daar zijn we getuige van een ontmoeting tussen Jules Verne en H. G. Wells. In dit gesprek toont Wells een model van een tijdmachine aan Verne, die hem gebruikt en in de toekomst, ofwel de twintigste eeuw, terecht komt. Daar is hij getuige van alle technologische vooruitgangen die in een eeuw tijd tot stand zijn gekomen. 107

In de attractie is getracht een zo goed mogelijk beeld te geven van de ge- schiedenis, van Europa’s grootste bouwwerken, van de bekendste Europese wetenschappers en van de ontwikkeling van de technologie. Zelfs de acteurs in de film zijn allemaal van Europese afkomst, met namen als Gérard Depar- dieu, Jeremy Irons en Jean Rochefort. De attractie werd speciaal voor Dis- Afb. 10 Le Visionarium , poster neyland Parijs ontworpen en werd pas later in de overige parken gep- laatst. 108 De attractie bleek echter een minder groot succes dan gehoopt, waarschijnlijk door zijn serieuze ka- rakter en de sterk aanwezige boodschap. Le Visionarium werd in 2005 vervangen door een andere attractie, gebaseerd op de animatiefilm Toy Story. 109

Een andere attractie waar negentiende eeuwse verhalen in terug te vinden zijn, is Space Mountian. Deze spectaculaire achtbaan werd in 1995 geopend, in dezelfde stijl als de rest van Discoveryland. De Imagineers hebben de ach- tbaan een verhaallijn gegeven, die gebaseerd was op het boek De la Terre à la Lune 110 van Jules Verne uit 1865. 111 Het verhaal is overal terug te vinden, vanaf de posters die de omgeving van de attractie sieren, via de wachtrij tot aan de attractie zelf. De bezoeker krijgt het idee midden in het boek van Verne te zijn belandt. In de wachtrij zijn al verschillende verwijzingen naar Verne en zijn ontwerpen en ideeën te vinden, zoals grote muurtekeningen van de constructie van de attractie en de schetsen op basis van astronomie. Hoewel de attractie sinds zijn opening een groot succes was, moest de ver- haallijn van Jules Verne plaatsmaken voor een nieuwe, meer spectaculaire Afb. 11 , poster vertelling. In 2005 werd de attractie hernoemd tot Space Mountain: Mission 2. Alle verwijzingen naar Jules Verne en zijn boek werden verwijderd en vervangen voor informatie over het heelal en verre ruimtereizen. 112

Ook de attractie Les Mystères du Nautilus is ontstaan naar aanleiding van een van Jules Verne’s boeken. De Nautilus is een onderzeeër afkomstig uit het boek Vingt mille lieues sous les mers 113 uit 1870. In Disneyland Parijs is door de imagineers geprobeerd om deze onderzeeër tot leven te laten komen door hem in zijn geheel na te bouwen. Naast de ingang van de attractie ligt de Nautilus in het water, waardoor de bezoeker het gevoel heeft daarin te stappen wanneer ze de attractie binnen gaan. In de attractie is het hele interieur van een on- derzeeër nagemaakt, met alle details zoals beschreven in het werk van Verne erin verwerkt. De vormgeving van

107 Disneyland Parijs Info, http://www.dlp.info/Lands/Discoveryland/Attractions/Visionarium.htm , bezocht op 4 juli 2007 108 Alain Littaye en Didier Ghez, Disneyland Paris. From sketch to reality (Boulogne Billancourt, 2006) 241-243 109 DLRP Magic, http://www.dlrpmagic.com/guides/disneylandpark/discoveryland/buzzlightyearlaserblast/imagineering.htm , bezocht op 20 juni 2007 110 Nederlandse vertaling: Van de aarde naar de maan 111 Alain Littaye en Didier Ghez, Disneyland Paris. From sketch to reality (Boulogne Billancourt, 2006) 257 112 Alain Littaye en Didier Ghez, Disneyland Paris. From sketch to reality (Boulogne Billancourt, 2006) 268-269 113 Nederlandse vertaling: 20.000 mijlen onder zee

28 de attractie is daarnaast gebaseerd op de film 20.000 Leagues under the sea, een productie van de Disney Studios uit 1954. Het verhaal is compleet gemaakt met de orgel, zoals beschreven in het boek en te zien in de film, en de octopus die de onderzeeër aanvalt. Er zijn zelfs enekel authentieke objecten in de attractie gep- laatst, zoals een landkaart uit de achttiende en een boek uit de zeventiende eeuw. 114

Het is duidelijk dat de verhalen van Jules Verne een grote rol spelen in Discoveryland. De verhalen zijn gebruikt en in een nieuwe vorm gegoten, zoals in nieuwe media en nieuwe technologie. Bij de attractie Afb. 12 Interieur Nautilus rondom de Nautilus zie je zelfs een ontwikkeling van boek naar film naar attractie. Op deze manier blijven de verhalen tot de verbeelding spreken, net zoals ze dat deden bij de lezers ervan in de negentiende eeuw. In Discoveryland krijgt de bezoeker om er deel van uit te maken en op een interactieve manier het verhaal te leren kennen. Helaas blijkt dat deze manier van het presenteren van een verhaal niet altijd werkt. Twee attrac- ties werden vervangen door meer sensationele belevingen, waardoor de invloed van de verhalen van Verne totaal verdween. Blijkbaar is deze aanpak te serieus voor een publiek dat uit is op avontuur en spanning. Wel- licht dat een dergelijke aanpak wel werkt in een museum.

3.4 Living History

Naast de presentatie van authentiek erfgoed en het gebruik van immaterieel erfgoed, wordt geschiedenis op een nog andere manier getoond in de Disney parken. Er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van living history, om de bezoeker een zo echt mogelijke ervaring te geven.

Het gebruik van klederdracht en andere historische kledij is een verschijnsel dat al zeker sinds de negentiende eeuw wordt gebruikt bij de representatie van een cultuur of een geschiedenis. Bij de wereldtentoonstelling van 1878 gebruikte Nederland al nationale klederdracht om een goede indruk te geven van een bepaald tijdsbeeld. 115 Op dat moment werden nog poppen gebruikt om de klederdracht te tonen, maar later werd living history steeds gebruikelijker, vooral in volkskundige musea. Living history wil zeggen dat acteurs in de rol van een historisch persoon kruipen, compleet met kostuum, schmink en haardracht, om de kijker of bezoeker te laten geloven dat ze in het verleden zijn beland. In de Disney parken gebeurt dit allereerst door al het perso- neel in gethematiseerde kleding te laten lopen, geheel in stijl van het bewuste thema.

Alle werkkleding is afgestemd op de verschillende thema’s. In Main Street loopt het personeel in kostuums die overeen komen met negentiende eeuwse kleding, in Frontierland zien de werknemers eruit als cowboys en mijnwerkers. Er wordt dan ook ten alle tijden van het personeel verwacht dat ze de presentatie intact laten door in hun rol te blijven. De regels in de parken zijn hier duidelijk over: “ The Disney Look started with Walt Disney's idea that the "Cast Members" at Disneyland Park were to play an important role in bringing Guests into a fantasy world, and that the Cast would be a large part of the show. Walt had the vision that Cast Mem- bers would appear friendly, approachable, and knowledgeable. […] No matter where you work or what your role is, anytime you are in a public area, you are 'on stage.' Your attitude and performance are direct reflec- tions on the quality of our Disney show. […] Please keep in mind that when you're in costume walking to and from your work location, [the] guidelines for on stage presence still apply. Nametags and full costumes (shirts

114 Alain Littaye en Didier Ghez, Disneyland Paris. From sketch to reality (Boulogne Billancourt, 2006) 248-253 115 Ad de Jong, De dirigenten van de herinnering. Musealisering en nationalisering van de volkscultuur in Neder- land 1815-1940 (Amsterdam 2006) 97-99

29 tucked in, ties tied, etc.) must be worn whenever you are in the presence of guests. ”116 Dit voorbeeld laat zien dat het in Disney parken uitermate belangrijk is dat het personeel het verhaal geloofwaardig overbrengt. De bezoeker moet in een totaal andere wereld stappen, op een andere plaats en in een andere tijd. De regels gelden dan ook voor al het personeel, dus ook voor degenen die werkzaam zijn in de horeca, in de winkels en als attractie bediende. Op deze manier wordt er door het hele park gebruik gemaakt van living history, waar de bezoeker zich ook bevindt.

Naast het gebruikelijke personeel, worden ook acteurs ingezet om de geschiedenis tot leven te laten komen. De acteurs zorgen voor kleine toneelstukjes waarbij het verleden centraal staat. Ook zijn er verschillende shows die gebaseerd zijn op historische gebeurtenissen. Zo is bijvoorbeeld in Disneyland Parijs een show bij te wonen genaamd Buffalo Bill’s Wild West Show. Deze show is gebaseerd op de originele show die op de wereldten- toonstelling van 1889 werd getoond. Die originele show was op zijn beurt weer geïnspireerd op de shows die de echte Buffalo Bill in de negentiende eeuw verzorgde. 117

3.5 Alle vormen erfgoed gecombineerd: Frontierland

Hierboven is te lezen geweest dat geschiedenis en erfgoed op vele plekken en vele manieren in de Disney par- ken aanwezig zijn. De bezoeker krijgt een totaalervaring en maakt zelf ook deel uit van de gepresenteerde ge- schiedenis. Deze geschiedenis, dit verhaal dat vertelt wordt, is vooral duidelijk in het themaland Frontierland. Alle soorten erfgoed en geschiedenis komen hier samen op een natuurlijke manier, waardoor het waarschijnlijk het meest geslaagde deel van de Disney parken is.

Frontierland draait om een belangrijk moment uit de Amerikaanse geschiedenis, de trek naar het Westen op zoek naar rijkdom en een beter leven. Het thema speelt zich af tussen 1770 en 1880, de tijd van de pioniers en de Gold Rush. 118 Voor de Amerikaanse bevolking is dit een belangrijk deel van hun verleden, voor Europeanen is het iets wat onbekend is, maar juist aantrekkelijk is vanwege het verschil met de eigen geschiedenis. Fron- tierland was de favoriet van Walt Disney, vooral vanwege zijn passie voor de geschiedenis: “I’ve always been interested in the past and history, and I think it’s vital. I think the World we’re living in today and this new era we’re living in, we can’t forget the things that happened.” 119 Om deze reden werd er dan ook extra veel aan- dacht besteed aan de representatie van geschiedenis in Frontierland, waarbij er vooral gelet werd op de afwer- king, de detaillering en de juistheid van het gepresenteerde. De geschiedenis van het Amerikaanse westen wordt getoond aan de hand van een verhaal dat door het hele themaland te vinden is. Dat verhaal is echter niet in elk Disney park hetzelfde. In de Amerikaanse parken wordt een stad getoond die grote gelijkenissen toont met de stad St. Louis in de staat Missouri rond 1840. De nadruk ligt vooral op de rivier, een representatie van de Mississippi, en op de geschiedenis van de ontdekking van het westen gedurende een lange periode. Frontierland in de Amerikaanse parken geeft een tijdsbeeld van de periode tussen 1770 en 1880. 120 In Disneyl- and Parijs draait het om het fictieve stadje Thunder Mesa. De gepresenteerde geschiedenis beslaat een veel kortere periode, namelijk de tijd tussen 1849 en 1885, in de tijd toen de Gold Rush op zijn hoogtepunt was. Hier ligt de nadruk dan ook veel meer op het werk en het leven tijdens de Gold Rush, met het accent op de mijnindustrie. 121 In de Amerikaanse parken draait het veel meer om een algemeen beeld van de verovering van het westen en wordt er meer aandacht besteed aan de verhalen uit die tijd. Alle activiteiten binnen Frontier-

116 Disney theme parks & resorts college program, http://www.wdwcollegeprogram.com/sap/its/mimes/zh_wdwcp/disneylook/disneylook.html , bezocht op 6 juli 2007 117 Alain Littaye en Didier Ghez, Disneyland Paris. From sketch to reality (Boulogne Billancourt, 2006) 314-315 118 Kurtti, Jeff, Since the World began. Walt Disney World, the first 25 years (New York, 1996) 52 119 Disney Family Museum, http://disney.go.com/disneyatoz/familymuseum/exhibits/articles/reconstructingfrontierland/index.html , be- zocht op 12 juli 2007 120 Kurtti, Jeff, Since the World began. Walt Disney World, the first 25 years (New York, 1996) 52 121 Alain Littaye en Didier Ghez, Disneyland Paris. From sketch to reality (Boulogne Billancourt, 2006)

30 land spelen een rol in deze nagebootste steden, of het nou gaat om de attracties, de restaurants, de winkels of overige bezienswaardigheden.

Het verhaal over de verovering van het Wilde Westen wordt in alle parken vertelt door middel van het inzetten van de drie eerder besproken presentaties van erfgoed. Authentiek erf- goed is overal in het themaland te vinden. Objecten afkomstig uit de negentiende eeuw zijn verwerkt in de vormgeving bin- nen de wachtrijen, in de attracties maar ook in de algehele vormgeving van Frontierland. Deze voorwerpen zijn ingezet om het tijdsbeeld realistisch te maken en om het verhaal goed te kunnen vertellen. Zo zijn er in Disneyland Parijs veel authen- tieke voorwerpen te vinden die verwijzen naar de mijnbouw, zoals gereedschap, mijnlampen en voertuigen, om een overtui- gend beeld te kunnen geven van de mijnindustrie in de negen- tiende eeuw.

Authentiek erfgoed speelt bij Frontierland in Disneyland Parijs een belangrijke rol, in de Amerikaanse parken ligt de nadruk meer op het immaterieel erfgoed. Door het hele themaland zijn verwijzingen te vinden naar belangrijke Amerikaanse litera- tuur. Er wordt vooral aandacht besteed aan de Amerikaanse schrijver Mark Twain en een van zijn bekendste verhalen, The Adventures of Tom Sawyer. Zo is er een attractie gewijd aan dit verhaal, namelijk Tom Sawyer Island. Dit interactieve eiland is het middelpunt van Frontierland en is gebaseerd op de avontu- ren in het boek. Op het eiland zijn vele verwijzingen te vinden naar gebeurtenissen en personages uit het verhaal. 122 Ook zijn de verhalen over Davy Crockett een belangrijk onderdeel van de presentatie, vooral vanwege de belangrijke rol die deze man heeft gespeeld in de geschiedenis van het Amerikaanse wes- ten. 123 Ook in Disneyland Parijs zijn verwijzingen te vinden naar het leven van deze Amerikaanse held.

Naast de verwerking van geschiedenis en erfgoed in de vorm- geving van het themaland, wordt het thema compleet gemaakt door het gebruik van living history. Medewerkers gekleed als cowboys, indianen, mijnwerkers en avonturiers maken deel uit van het verhaal en zorgen ervoor dat bezoeker meegenomen wordt in een avontuur waarin de geschiedenis centraal staat.

De combinatie van deze drie vormen van erfgoed-presentatie resulteert in een compleet beeld van een deel van de geschie- denis, in dit geval van de verovering van het westen. Hoewel het beeld dat wordt gegeven niet geheel accuraat is en slechts Afb. 13 Frontie rland in Disneyland Parijs een representatie van de geschiedenis is, wordt het doel wel bereikt. De bezoeker wordt meegenomen in een wereld die totaal verschilt van de realiteit, maar die wel enigs-

122 All Ears Net, http://www.allearsnet.com/tp/mk/mk_tsi.htm , bezocht 3 juli 2007 123 Richard Francaviglia, Walt Disney’s Frontierland as an allegorical map of the American west , in: The Western Historical Quarterly, Vol. 30, no 2 (zomer 1999), pp 155-182, 165-166

31 zins herkenbaar is door de verwijzingen ernaar in verschillende uitingen van de popcultuur, zoals televisie en film, maar ook boeken. De gehele presentatie geeft een beeld, een gevoel en een ervaring van een tijd die allang voorbij is, maar die wel bewaard moet blijven voor het nageslacht. Het gaat er dan ook niet zozeer om of het beeld dat gegeven wordt helemaal authentiek is. Studie heeft uitgewezen dat veel wetenschappers het erover eens zijn dat Frontierland een goed voorbeeld kan zijn voor historici, vanwege de diepere, achterlig- gende betekenis die schuilgaat achter dit themaland en de boodschap die wordt overgebracht aan de bezoek- er. Het is dan ook belangrijk om Frontierland te zien als representatie van een gedachtegoed, als het overbren- gen van de fascinatie voor het westen door middel van verschillende soorten erfgoed. 124

124 Richard Francaviglia, Walt Disney’s Frontierland as an allegorical map of the American west , in: The Western Historical Quarterly, Vol. 30, no 2 (zomer 1999), pp 155-182, 160-161

32 Hoofdstuk 4 – Nationaal Historisch Museum en de Disney presentaties

In het vorige hoofdstuk is de (re)presentatie van geschiedenis en erfgoed in de Disney parken uitgebreid aan bod gekomen. Hieruit is gebleken dat er meer erfgoed en geschiedenis in de themaparken aanwezig is dan mensen aanvankelijk denken. Er sprake van constante educatie gecombineerd met amusement, wat, gezien de hoge bezoekersaantallen, een prettige manier van vrijetijdsbesteding is voor bezoekers wereldwijd.

De aanpak van de Disney parken zou een inspiratiebron kunnen zijn voor het toekomstige Nationaal Historisch Museum. Om te bepalen in hoeverre de aanpak in de Disney parken gebruikt kan worden binnen de vormgev- ing en de presentatie in het Nationaal Historisch Museum, is belangrijk om te kijken naar de presentaties en tentoonstellingsvormgeving in musea en in hoeverre dat verschilt of juist overeenkomt met de presentaties in Disney parken.

4.1 Presenteren en tentoonstellen

De officiële definitie voor tentoonstellingsvormgeving is als volgt: “ Tentoonstellingsvormgeving is het vormge- ven van een idee, een concept van een tentoonstelling: een verhaal met betrekking tot (kunst)voorwerpen in een ruimte. Tekst en uitleg, maar vooral ook de “taal” der dingen en de plaats der dingen moeten samen het concept van de tentoonstelling tot uitdrukking brengen. De relatie vorm en inhoud staat daarbij centraal. De relatie, een schakel, tussen vorm en inhoud is in feite de schakel tussen de tweede dimensie (concept, taal en idee) en de derde dimensie (de ruimte en de dingen). Tentoonstellingsvormgeving laat alle aspecten van de vormgeving aan bod komen, inrichting/architectuur, maar ook de bijbehorende grafische vormgeving moeten een en hetzelfde concept uitdragen, een en dezelfde visie vertegenwoordigen, vergelijkbaar met de regie van een film of een theaterstuk .” 125 Hieruit blijkt dat het bij tentoonstellingsvormgeving om veel meer gaat dan slechts voorwerpen in een ruimte plaatsen. Er moet een verhaal verteld worden, er moet rekening gehouden worden met communicatie en alles moet verband met elkaar houden. Het is dus belangrijk dat een museum veel aandacht schenkt aan de presentatie en de vormgeving. Ook het Nationaal Historisch Museum zal hier veel aandacht aan moeten geven, vooral vanwege de lastige doelgroep die voor het museum gekozen is. Het museum moet zich vooral gaan richten op de educatie van scholieren. Dit betekent dat er niet alleen een ver- haal verteld moet worden, maar dat dit verhaal voor meerdere leeftijden en opleidingsniveaus toegankelijk moet zijn. Daarnaast moet dit verhaal ook nog onthouden worden wanneer de scholieren het museum verla- ten.

De laatste jaren is de wijze van vormgeven en presenteren in musea uitermate veranderd. Privatisering van veel musea heeft ervoor gezorgd dat er meer aandacht is gekomen voor de binding met het publiek. Een goede en levendige vormgeving is het visitekaartje van een museum, aangezien dit aspect belangrijk is in de keuze van een bezoeker om wel of niet naar een museum te gaan. De vormgeving is hetgeen wat de bezoeker met het tentoongestelde verbindt en hem begeleidt in het begrijpen van het getoonde. Goede vormgeving maakt dan ook gebruik van verschillende disciplines om het gewenste effect te bereiken. Architectuur, interieurarchitec- tuur, grafische vormgeving, fotografie, audiovisuele media en theater worden gebruikt om tot een goed geheel te komen en om de bezoeker te geven waar hij voor komt. 126 Daarnaast wordt er binnen de vormgeving steeds meer aandacht besteed aan vermaak en beleving in combinatie met educatie. Cultuur en attracties gaan steeds meer op elkaar lijken en elkaar steeds meer als voorbeeld nemen. Er komen steeds meer initiatieven die ervoor moeten zorgen dat de bezoeker een unieke, levendige, spannende maar toch educatieve ervaring krijgt. De jaarlijkse Museumnacht is een van die initiatieven. Musea in Amsterdam worden aantrekkelijk gemaakt door

125 Donald Janssen, e.a., Tentoonstellingsvormgeving , (Eindhoven 2002) 5 126 ibidem

33 middel van allerlei soorten van vermaak, waaronder live muziek, theatrale opvoeringen en bekende Nederlan- ders die iets voorlezen, uitbeelden of naspelen. Binnen museale opstellingen worden pretparkachtige elemen- ten aangebracht die ervoor zorgen dat de bezoeker meer moet ‘doen’ en ‘ervaren’ dan simpelweg ‘kijken’ en ‘lezen’. 127 Het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem is daar een stap verder in gegaan dan andere Neder- landse musea. Na een aantal zware periodes, onder andere na dreigende faillissementen in 1987 en 1990, besloot het museum te investeren in de toekomst en het museum uit te breiden met een grote attractie. Hol- landRama is een educatieve attractie, waarvan de uitvoering een combinatie is van eeuwenoude panorama’s en een moderne tijdcapsule. 128 Met deze attractie balanceert het museum op de grens van cultureel museum en toeristische attractie. Het Openluchtmuseum probeert op deze wijze in te spelen op de behoeftes van de hedendaagse bezoeker en toerist. Nostalgie en beleving zijn in deze tijd twee kernwoorden binnen de mu- seumwereld, waar HollandRama perfect gebruik van heeft gemaakt. 129

Hoewel de trend binnen musea is dat er vooral aandacht moet zijn voor amusement en opvallende presenta- ties, kan er nog wel onderscheid gemaakt worden tussen verschillende soorten tentoonstellingen en presenta- ties. Er bestaan verschillende soorten tentoonstellingen die ik hier niet allemaal zal behandelen, maar waarvan slechts de meest voorkomende genoemd zullen worden. Een aantal belangrijke en veelgebruikte vormen zijn bijvoorbeeld esthetische en evocatieve tentoonstellingen. Een esthetische tentoonstelling richt zich vooral op de uiterlijke schoonheid van het getoonde. Bij een evocatieve tentoonstelling draait het juist om de emotie die bij de bezoeker wordt opgeroepen. Deze twee benaderingswijzen van tentoonstellingen hebben beide een geheel ander doel en moeten dan ook van geheel andere hulpmiddelen gebruik maken. De esthetische ten- toonstelling zal zich vooral richten op de collectie zelf die getoond wordt, zonder dat de presentatie veel aan- dacht opvraagt. De evocatieve tentoonstelling zal juist gebruik moeten maken van een meer theatrale presen- tatie om een bepaalde sfeer op te roepen waarmee de bezoeker moet worden geconfronteerd. 130 Naast deze twee vormen van presenteren zijn didactische opstellingen en interactieve tentoonstellingen ook nog belan- grijk in de hedendaagse tentoonstellingsvormgeving. De didactische benadering heeft als voornaamste doel de bezoeker iets leren. Interactieve tentoonstellingen zijn vooral bedoeld voor de bezoeker die niet stil kan zitten of rustig alle objecten een voor een wil bekijken. Deze presentatie laat de bezoeker interactief bezig zijn met de presentatie en de collectie. 131

Een presentatie van een tentoonstelling zal nooit enkel onder een soort vallen, maar zal vaak een combinatie van verschillende aanpakken zijn. Kijkend naar de trend van de laatste jaren, zijn esthetische tentoonstellingen vaak toch de belangrijkste vorm, ondersteund door interactiviteit en didactiek. De bezoeker van deze tijd wil vooral iets moois zien, wat in de presentatie ondersteund wordt door vernieuwende technieken en multime- dialiteit. 132

Bij de keuze voor een bepaalde presentatie spelen verschillende factoren een rol. De inhoud, de duur en de aard van de tentoonstelling zijn aspecten waar de vormgeving en de presentatie op afgestemd moeten wor- den. Daarnaast is er ook nog een verschil tussen vaste of tijdelijke en tussen blijvende of reizende tentoonstel- lingen. Ook moet er bepaald worden hoe het verhaal van de tentoonstelling verteld wordt. Hoe de tentoonstel- ling ook ingericht is, er is altijd een verhaal in terug te vinden. Dit kan via een chronologische, thematische,

127 Tracey Metz, Pret! Leisure en landschap (Rotterdam 2002) 108-110 128 Nederlands Openluchtmuseum – HollandRama, http://www.openluchtmuseum.nl/index.php?pid=83 , be- zocht op 15 juli 2007 129 Tracey Metz, Pret! Leisure en landschap (Rotterdam 2002) 110-112 130 Donald Janssen, e.a., Tentoonstellingsvormgeving , (Eindhoven 2002) 6-7 131 Ibidem, 7 132 ibidem

34 systematische, objectgeoriënteerde, interactieve, dynamische of participerende aanpak. Ook hierbij kan er gekozen worden voor een combinatie van de verschillende benaderingen. 133

Hoewel er meerdere benaderingen en aanpakken ontstaan zijn door de jaren heen en de techniek een grote rol is gaan spelen, blijven musea hun functie behouden: bezoekers komen naar een museum om het unieke, het ongewone, het authentieke of een onbekend verhaal te aanschouwen, in welke vorm het dan ook gegoten is. 134 Dit is dan ook het grote verschil met themaparken. Themaparken richten zich, in tegenstelling tot pretpar- ken door zich alleen op amusement richten, op een combinatie van educatie en vermaak. Hiervoor gebruiken ze vele vormen van presentaties, wat is gebleken uit de voorbeelden van de presentaties in de Disney parken. Het probleem is dat themaparken constant op zoek zijn naar nieuwe vormen van presenteren, naar nieuwe doelgroepen en naar nieuwe doelstellingen. Voor hen blijft het moeilijk te bepalen wat hun voornaamste doel is, vooral als er schoolklassen aangetrokken worden. Schoolreisjes zijn gericht op vermaak, maar niet zonder educatie. 135 De taak en de doelstellingen van een museum blijven echter hetzelfde. Een museum zal altijd moe- ten voldoen aan de definitie van het ICOM, waarin wordt gezegd dat een museum altijd uit moet gaan van een collectie die gepreserveerd, gepresenteerd en onderzocht moet worden. 136 Daarnaast speelt educatie altijd een grote rol bij musea.

Dit neemt echter niet weg dat een museum themaparken, zoals de Disney parken, als voorbeeld kan nemen bij de presentatie. Er zijn verschillende aspecten binnen de Disney parken die gericht zijn op educatie, beleving en interactiviteit, die ook door een museum als het Nationaal Historisch Museum worden nagestreefd. Het ver- schil is wel dat een themapark niet gebonden is aan een authentieke collectie, zoals de meeste musea dat wel hebben. Themaparken kunnen simpelweg imitatie inzetten om hun doel te bereiken. De vraag is of dit verkeerd is. Zoals al eerder gezegd, zal het Nationaal Historisch Museum nauwelijks of geen authentieke objecten als collectie hebben. Zijn er dan mogelijkheden om toch een educatief, interactief en een zo authentiek mogelijk beeld te geven van de geschiedenis? Hieronder meer over het gebruik van inauthenticiteit en imitatie binnen een presentatie van geschiedenis.

4.2 Gebruik van inauthenticiteit

Themaparken, en dan vooral de Disney parken, staan vooral bekend om hun gebruik van imitatie en nage- bootste werelden. In het vorige hoofdstuk is al gebleken dat dit beeld niet helemaal juist is, omdat er veel ge- schiedenis en authentiek erfgoed verwerkt is binnen de parken, maar dat neemt niet weg dat het beeld van de geschiedenis dat gegeven wordt vooral compleet is gemaakt door het gebruik van imitatie. Dit wil echter niet zeggen dat er automatisch een verkeerd beeld van het verleden wordt gegeven. De Disney parken proberen een zo juist mogelijk beeld van de geschiedenis te geven door authentieke objecten, verhalen en bouwwerken als voorbeeld te nemen. Vaak zijn de imitaties dan ook niet van de werkelijkheid te onderscheiden. Daarnaast wordt er vaak alleen gebruik gemaakt van imitaties wanneer het origineel niet meer aanwezig is of simpelweg niet verkrijgbaar is.

Bij het Nationaal Historisch Museum zal het niet veel anders zijn. De geschiedenis die het museum wil tonen is grotendeels al te zien in andere Nederlandse musea, verspreid door het hele land en soms zelf in musea in het buitenland. Het gebruik van imitatie binnen de presentatie kan dan ook een oplossing zijn voor het museum, waardoor ze toch een compleet beeld van het verleden kunnen geven. Vooral omdat het museum gericht is op de educatie van scholieren en jongeren, kan nabootsing een extra hulpmiddel zijn, aangezien imitatie ingezet kan worden bij een interactieve presentatie zodat alles aangeraakt en gebruikt kan worden.

133 Donald Janssen, e.a., Tentoonstellingsvormgeving , (Eindhoven 2002) 21-22 134 Ibidem, 23 135 Ibidem, 13 136 Reglement museumregistratie, http://www.museumvereniging.nl/files/reglement%20museumregistratie.pdf , bezocht op 23 juni 2007

35 Er zijn vele voorbeelden in de Disney parken te vinden waar imitatie ingezet wordt bij de educatie van bezoek- ers. Ik beperk me hierbij tot twee voorbeelden die een goed beeld geven van hoe die imitatie gebruikt wordt en waarom dit de enige manier is om het verhaal te vertellen.

Kastelen Een van de meest herkenbare punten in de Disney parken zijn de kastelen die als middelpunt fungeren. Hoewel de kastelen complete namaak zijn, zijn het niet zomaar bouwwerken. De kastelen zijn allemaal gebaseerd op de eeuwenoude Europese kastelen en burchten. Bekende kastelen werden bezocht, schilderijen en manuscripten met afbeeldingen van Europese kastelen werden bestudeerd en verschillende bronnen omtrent architectuur werden als voorbeeld gebruikt.

Voor de kastelen in de Disney parken zijn twee belangrijke bronnen gebruikt. De eerste is het manuscript Très riches heures du duc de Berry van de gebroeders Van Limburg uit de vijftiende eeuw. Deze middeleeuwse ka- lender toont een groot aantal kastelen en burchten, waarvan veel elementen terug te vinden zijn in de Disney kastelen. 137 De tweede bron is het kasteel Neuschwanstein, een negentiende eeuwse kasteel dat te vinden is in de Duitse deelstaat Beieren. Dit kasteel is ook gebaseerd op het hierboven genoemde manuscript en werd gebouwd uit opdracht van Koning Ludwig II. 138 Het kasteel is altijd al een inspiratiebron geweest voor Walt Disney en later zijn opvolgers, vooral voor de architectuur in de Disney films. Enthousiasme en passie voor het ontwerp van kasteel maakte het tot de belangrijkste bron voor de Disney kastelen. 139 Op de afbeeldingen zijn Neuschwanstein en het kasteel in Disneyland naast elkaar gezet om de overeenkomsten te tonen, waardoor te zien is hoezeer de twee kastelen op elkaar lijken. .

Afb. 14 details van kasteel Neuschwanstein en van het kasteel in Disneyland

De vier paar afbeeldingen op de vorige pagina geven details weer van kasteel Neuschwanstein (telkens links) en het Disneyland kasteel (telkens rechts). Duidelijk is dat er goed gekeken is naar vorm, kleur en materiaal van het origineel voordat het Disneyland kasteel werd gebouwd. Opvallend is dat zelfs de kleinste details zijn overgenomen Het origineel, Neuschwanstein, heeft een Disney-achtig aanzicht, terwijl dit kasteel lang voor de komst van Disney werd gebouwd. Het kasteel staat nu dan ook vooral bekend als het kasteel dat de Disney films en kastelen inspireerde en trekt elk jaar duizenden toeristen.

De Amerikaanse Disney kastelen zijn zo goed mogelijk geïmiteerd, om de kastelen zo realistisch mogelijk te laten lijken. Met het kasteel in het Europese Disneyland Parijs liepen de imagineers tegen een probleem op. Europeanen zijn opgegroeid met kastelen en burchten, overal in Europa zijn deze bouwwerken te vinden. Het Europese publiek zou dan ook niet gecharmeerd zijn van een kopie van een van de eeuwenoude kastelen. Er

137 Bruno Girveau, e.a., Il était une fois Walt Disney: aux sources de l’art des studios Disney (Parijs 2006), ten- toonstellingscatalogus Galeries Nationales du Grand Palais Paris, 16 september 2006 – 15 januari 2007, 232- 233 138 Schloss Neuschwanstein Offizielle Homepage, http://www.neuschwanstein.com/ , bezocht op 28 augustus 2007 139 Ibidem, 234

36 werd dan ook besloten om van dit kasteel juist een zo nep mogelijk kasteel te maken, het moest juist namaak uitstralen. Het kasteel werd in de kleuren roze, blauw en goud geschilderd en werd met verschillende sprookje- sachtige details afgewerkt, om het laten lijken alsof het kasteel rechtstreeks uit een van de Disney films kwam. Het eerder genoemde middeleeuwse manuscript werd voor de vorm wel als inspiratiebron gebruikt, maar het kasteel werd zo veel mogelijk aangepast en ‘gedisneyficeerd’. 140

Hoewel de kastelen compleet namaak zijn, wordt er wel getracht om een beeld te geven van de Europese kas- telen. Het is een manier om de Europese cultuur naar de Verenigde Staten te halen, aangezien een echt Euro- pees kasteel onbereikbaar is voor de Amerikanen.

Amerikaanse presidenten Ook binnen de attracties is er getracht om educatie te bieden, zonder dat er authentiek erfgoed voor gebruikt wordt. Een van die educatieve attracties is Great Moments with Mr. Lincoln in Disneyland en het vergelijkbare Hall of Presidents in Walt Disney World. De attractie werd voor het eerst in Disneyland geopend in 1965 en draait geheel om de zestiende Amerikaanse president Abraham Lincoln. 141 De attractie werd gemaakt voor de wereldtentoonstelling van 1964 in New York. De attractie bestaat slechts uit een zaal met een audio- animatronic pop van Lincoln, die informatie geeft over de Verenigde Staten en de geschiedenis ervan. 142 De attractie in Walt Disney World, Hall of Presidents, is een soortgelijke attractie, maar kan meer gezien worden als uitbreiding. De attractie start met een film over de ontstaansgeschiedenis van de Verenigde Staten, vooral gericht op de politiek en het rechtssysteem. Daarna gaat het doek aan de kant en worden 42 audio-animatronic poppen van de Amerikaanse presidenten getoond. Sommige poppen vertellen een verhaal, waaronder de pop van Lincoln, maar ook de pop van George W. Bush, die hij zelf insprak. 143

Dit zijn twee kleine, maar belangwekkende voorbeelden. Bij beide is het origineel onbereikbaar en simpelweg niet te gebruiken, waardoor er een andere oplossing is gezocht. Hoewel het allemaal imitatie is, wordt de boodschap wel overgebracht en wordt het beeld zo authentiek mogelijk gehouden. Een stukje geschiedenis dat in een andere vorm is gegoten dan je doorgaans in een museum zult aantreffen, hoewel dit naar mijn mening juist in musea gebruikt kan worden om bijvoorbeeld ook jongeren aan te spreken.

4.3 Disney als voorbeeld voor het Nationaal Historisch Museum

Voorgaande informatie bestond uit vele voorbeelden uit de alom bekende Disney themaparken om aan te tonen dat er, in tegenstelling tot wat er vaak gedacht wordt, wel aandacht wordt besteed aan geschiedenis en erfgoed. Authentiek erfgoed, immaterieel erfgoed, living history en veel imitatie worden gebruikt om een evenwicht te vinden tussen educatie en entertainment. Bij de Disney parken zal echter het amusement altijd winnen van de educatie, aangezien de doelstellingen van de parken vooral liggen bij het maken van winst en het bieden van vermaak voor toeristen. Musea zijn niet gericht op het maken van winst, maar moeten zich wel richten op het binnenhalen van bezoekers. Informatie en educatie zijn daarbij belangrijke doelstellingen. Daar- bij komt wel dat musea mee moeten gaan in de laatste trends en ontwikkelingen om bezoekers te kunnen blijven trekken. Dit betekent dat ze moeten blijven moderniseren en ontwikkelen, met hulp van nieuwe tech- nologieën.

Het Nationaal Historisch Museum is nu nog slechts een plan, maar zal binnen een aantal jaar vaste vormen krijgen. Eerder is al gemeld dat de plannen voor de presentatie binnen het museum nogal vaag en niet helder

140 Rafferty, Kevin and Bruce Gordon, Imagineering. A behind the dreams look at making the magic real (New York, 1996) 79 141 Allan, Robin, Walt Disney and Europe. European influences on the animated feature films of Walt Disney (Londen, 1999) 229 142 New York World Fair 1964, http://www.nywf64.com/illinois01.shtml , bezocht op 12 juli 2007 143 Walt Disney World Info, http://www.wdwinfo.com/wdwinfo/guides/magickingdom/lib-hall.htm , bezocht op 27 juni 2007

37 gedefinieerd zijn. Dit betekent dat het dus nog alle kanten op kan en er dus nog naar verschillende mogelijkhe- den gekeken kan worden om een heldere, goed georganiseerde presentatie te bewerkstelligen. De Disney parken zouden hier een belangrijke inspiratiebron voor kunnen zijn. Laten we dus kijken wat dit voorbeeld in de praktijk kan betekenen voor het Nationaal Historisch Museum.

Al vanaf de eerste plannen was duidelijk dat de nadruk binnen de presentatie zou komen te liggen op interacti- viteit en multimedialiteit. Deze twee begrippen zijn de laatste jaren kernwoorden geworden binnen de museo- logie en zeggen dan ook weinig over de feitelijke vormgeving van het museum. Wel is duidelijk dat ze ermee bedoelen dat het museum meer moet zijn dan een gebouw met objecten (natuurlijk ook vanwege het gebrek aan een vaste collectie). Het moet een ervaring worden, een museum waar iedereen actief deel van is en waar alles mogelijk is, maar waar natuurlijk vooral veel geleerd kan worden op een leuke manier. Een aantal van de gegeven Disney voorbeelden kan hier duidelijk van invloed zijn. Een attractie als Art of Disney Animation laat zien dat een bezoeker iets kan leren over het verleden of over een cultuur, vooral door er zelf deel van uit te maken. In de attractie wordt de bezoeker aangespoord om zelf delen van de presentatie te besturen, waardoor ze kennis kunnen maken van de verschillende processen van het maken van een tekenfilm. De combinatie van deze interactieve presentaties, gedeeltelijk bestaand uit imitaties die aangeraakt kunnen worden, in combina- tie met de getoonde authentieke voorwerpen in vitrinekasten zorgen ervoor dat de bezoeker het origineel en dus het verleden met eigen ogen kan aanschouwen, maar ook zelf actief kunnen zijn om de achtergrond van het verleden te leren kennen, hier het verhaal over de geschiedenis en het ontstaansproces van een animatie- film. Dit voorbeeld kan goed gebruikt worden in het Nationaal Historisch Museum. De presentatie van het museum heeft niet veel authentieke voorwerpen nodig om het verhaal duidelijk te maken. Enkele simpele objecten kunnen getoond worden tussen een uitgebreide presentatie van film, games, computers, geluid en zelfbestuurbare apparaten. De beleving die de bezoeker ondergaat is op dat moment belangrijker dan het authentieke object, maar dat object zorgt er wel voor dat de kloof tussen heden en verleden kleiner wordt, omdat het verleden daar tussen moderne technologieën aanwezig is.

Er zijn verschillende manieren van presenteren te bedenken waarmee je interactiviteit en multimedialiteit bereikt. Belangrijk is dat het persoonlijk wordt gemaakt voor de bezoeker. Om een goed tijdsbeeld te geven moet niet een algemene geschiedenis worden gegeven, maar moet de bezoeker het gevoel hebben in een andere tijd te zijn gestapt en zelf de controle te hebben over wat hij of zij ziet en meemaakt. Dit is ook duidelijk te zien in de Disney parken. De bezoekers hebben het gevoel dat zij hun totale verblijf plannen, dat zij bepalen wat ze zien en doen, maar eigenlijk is alles al bepaald door Disney zelf. De regie in de Disney parken is zo strak, dat de bezoeker in feite niks zelf bepaalt. Het belangrijkste is echter dat de bezoeker denkt wel zelf invloed te hebben.

Naast interactiviteit en multimedialiteit worden veel soorten geschiedenis en erfgoed gebruikt in de Disney parken om de bezoeker te vermaken en iets bij te brengen. Zo wordt immaterieel erfgoed ingezet om de verha- len en gebruiken uit een cultuur te tonen. Literatuurgeschiedenis is gebruikt om een volk met hun verleden in aanraking te laten komen, zoals dat in Disneyland Parijs gebeurt met het verwerken van de verhalen van Jules Verne. Op deze manier worden de verhalen op levendige en vernieuwende manier verteld, zodat ze kunnen blijven bestaan en ze overgenomen kunnen worden door deze generatie. Een museum als het Nationaal Histo- risch Museum zou hier een goed voorbeeld aan kunnen nemen en verschillende Nederlandse verhalen en lite- ratuur kunnen verwerken in de presentatie als onderdeel van onze geschiedenis.

Ook living history is iets dat gebruikt kan worden. Living history is niets nieuws in de museumwereld, vooral volkskundige musea maken hier gebruik van. Een historisch museum kan hier ook baat bij hebben, omdat deze vorm van presenteren zorgt voor een verlevendiging van de geschiedenis. Het zorgt ervoor dat de bezoeker het gevoel heeft werkelijk in het verleden te zijn gestapt. Daarnaast maakt living history de presentatie in een mu- seum veel persoonlijker, omdat ze de ‘echte’ personen kunnen aanschouwen in hun dagelijkse bezigheden.

38 Deze vormen van presenteren kunnen allemaal ingezet worden om de bezoeker van het Nationaal Historisch Museum een beleving, of een historische sensatie, te laten ervaren. Belangrijk is echter dat alle vormen wor- den ingezet en dat ze allemaal in verband met elkaar staan, zoals dat ook gebeurd in het themaland Frontier- land in de Disney parken. Deze mix van geschiedenis en erfgoed in verschillende presentatievormen zorgen ervoor dat de bezoeker het totaalbeeld krijgt waar naar gestreefd wordt en dat ze zich in een andere wereld, een andere tijd wanen. Het is echter niet duidelijk of dit werkelijk wordt nagestreefd in het Nationaal Historisch Museum, maar kijkend naar de doelgroep en de kernwoorden ‘interactiviteit’ en ‘multimedialiteit’ mag aange- nomen worden dat het museum uitgaat van het presenteren van een ervaring en het tonen van de geschiede- nis op een andere manier dan gebruikelijk is in musea.

Om de presentatie af te maken, kan het gebruik van inauthenticiteit een goed middel zijn om in te zetten. Het Nationaal Historisch Museum zal nauwelijks een collectie hebben. Om toch een totaalbeeld te geven van de geschiedenis, is het bijna onvermijdelijk om vormen van inauthenticiteit te gebruiken. Het ontbreken van een collectie brengt automatisch een vervanging ervan met zich mee. Dat kan, zoals eerder genoemd, in de vorm van multimedia. Het museum zou dan bestaan uit een geschiedenis die via computers, beeldschermen en film wordt gepresenteerd. Uit de reacties op de plannen is gebleken dat niet iedereen het hier mee eens is. Deze vorm zou ervoor zorgen dat het museum geen officieel museum is, aangezien een tastbare collectie met au- thentieke stukken ontbreekt. 144 Waarschijnlijk is dan ook de beste oplossing om multimedia wel in te zetten bij de presentatie, maar het slechts een deel ervan te laten worden. Dit in combinatie met authentieke stukken, de verwerking van immaterieel erfgoed en het gebruik van living history, kan goed aangevuld worden door inauthenticiteit. Bij de Disney parken versterkt het gebruik van inauthenticiteit het beeld dat gegeven wordt, omdat het beeld veel completer wordt aangezien alles getoond kan worden, ook al is niet alles authentiek. Er moet wel opgepast worden dat de inauthenticiteit niet de presentatie gaat overheersen en dat het voor de bezoeker duidelijk blijft wat authentiek is en wat niet.

Een laatste belangrijk punt is dat het Nationaal Historisch Museum in de gaten zal moeten blijven houden wat zijn doelgroep is. Op de eerste plaats komen scholieren, maar ook de rest van Nederland moet bereikt worden. Tenslotte is Jan Marijnissen, die met het voorstel kwam, overtuigd dat de Nederlander geen historisch besef meer heeft. Het is dan ook belangrijk om het museum voor alle Nederlanders te maken. Dit betekent wel dat met alle leeftijdsgroepen en opleidingsniveaus rekening gehouden moet worden. Multimedia is een geschikt middel voor scholieren, maar zal minder goed werken bij de wat oudere bezoekers. Het is dan ook belangrijk dat er een goed evenwicht komt tussen de verschillende soorten presentatie en educatie. Ook hierbij kunnen de Disney parken een goed voorbeeld zijn. In de themaparken lopen bezoekers van letterlijk alle leeftijden, die allemaal op hun eigen manier vermaakt worden. Een goed voorbeeld ervan is de educatie in Walt Disney World. Om de jongste bezoekers aan te spreken is Pal Mickey bedacht. Het is een knuffel van Disney idool Mickey Mouse, die geprogrammeerd is met informatie over het park. Hierdoor kan het kind interactief bezig zijn en educatieve informatie krijgen over het park en zijn geschiedenis. 145 Deze vormen van educatie zijn ui- termate geschikt als voorbeeld voor het Nationaal Historisch Museum. Het gebruik van al deze vormen zorgt voor een persoonlijk, interactief, educatief en plezierig bezoek aan het museum.

Problematiek

De hierboven beschreven suggesties kunnen allen gebruikt worden bij de presentatie in het Nationaal Histo- risch Museum, waardoor de Disney parken een voorbeeldfunctie krijgen. Toch is er een groot verschil tussen de Disney parken en een Nederlands historisch museum waarmee zeker rekening gehouden moet worden. We hebben al eerder gezien dat er, hoewel de pretentie er wel is, geen realistische kijk op het verleden gegeven

144 Onze identiteit in ringtones. Of het een museum wordt, ligt aan de definiëring , Het Parool, 16 september 2006, Kunst, p. 99 145 Walt Disney World – Pal Mickey, http://disneyworld.disney.go.com/wdw/special/specialindex?id=PalMickeyPage , bezocht op 21 juli 2007

39 wordt in de Disney parken. Er wordt enkel een illusie van het verleden gegeven, tot stand gekomen door mid- del van verschillende presentatietechnieken. De Disney parken laten een tijd zien die voor de bezoeker bekend is of waar ze zich vertrouwd bij voelen, waardoor de illusie wordt geschept dat het beeld dat gegeven wordt authentiek is. Een belangrijk hiervan in de Disney parken is Frontierland. Dit themaland toont een onderdeel van de Amerikaanse geschiedenis die op vele wijzen gevisualiseerd is, authentiek of niet, zoals in boeken, films en op televisie. Amerikanen hebben hierdoor een beeld gekregen van hoe het er toen uitgezien zou moeten hebben. Dit beeld dat van het “wilde westen” is gegeven, doet zich voor als een spiegel van de werkelijkheid, maar is in feite een lachspiegel. Het is een vervormd beeld van het verleden, een beeld van het verleden dat afgespiegeld is aan de huidige maatschappij en cultuur.

Disney speelt in op het beeld en de visualisatie van het verleden dat aangeboden wordt door die te gebruiken als uitgangspunt in de parken. Dit is dan ook precies waar het probleem ligt bij de toepassing van Disney pre- sentaties op het Nationaal Historisch Museum. In tegenstelling tot de Amerikaanse geschiedenis, die vaak gevi- sualiseerd is en daarom tot de verbeelding van iedereen spreekt, kent de Nederlandse geschiedenis een derge- lijke visualisatie niet. Onze geschiedenis is niet alom vertegenwoordigd in films, televisieseries of avonturen- boeken. Nederlanders hebben geen beeld van bepaalde momenten of tijdsperiodes uit hun eigen geschiedenis. De kennis van het verleden wordt vooral verkregen door het geschreven woord, uit boeken.

Dit probleem betekent echter niet dat de presentaties in de Disney parken vergeten kunnen worden bij de concretisering van de presentatie in het Nationaal Historisch Museum. Het betekent wel dat er kritisch gekeken worden naar de manier waarop Amerika met zijn geschiedenis omgaat en hoe Nederland dat aanpakt(e). In de praktijk betekent dit dat het Nationaal Historisch Museum wel naar de voorbeelden in de Disney parken zou moeten kijken, maar dat het enkel toepasbaar zal zijn op een aantal periodes uit onze tijd (en wanneer de ca- non wordt aangehouden, enkel op een aantal momenten in onze geschiedenis).

Er vanuit gaande dat de Nederlandse canon het belangrijkste uitgangspunt wordt voor het museum, zijn er slechts een aantal momenten uit de geschiedenis waar Nederlanders zich een voorstelling van kunnen maken, waar ze zich meer verbonden mee voelen dan met andere. Deze momenten hebben vooral te maken met lan- gere tijdsperiodes, zoals het Romeinse Rijk, de Middeleeuwen en de Tweede Wereldoorlog. Dit zijn tijdsperi- odes die voor iedereen te visualiseren zijn. Iedereen heeft een bepaald beeld van deze periodes, al dan niet authentiek. Het Nationaal Historisch Museum zou dan ook moeten inspringen op de voorkennis van Nederlan- ders en het materiaal dat over deze momenten in het verleden verkrijgbaar zijn, vooral gericht op beeldmate- riaal. Herkenbaarheid en associatie zijn dan ook van groot belang om de geschiedenis op een geslaagde manier over te brengen op het Nederlandse volk. Hierbij kunnen de voorbeelden uit de Disney parken ingezet worden.

Het grote probleem van het Nationaal Historisch Museum ligt vooral bij de momenten in de Nederlandse ge- schiedenis die onherkenbaar zijn, waar de Nederlander zich niet mee kan identificeren. Het museum moet een manier vinden om deze momenten of personen (zoals Willem van Oranje, de VOC en het vormen van de Re- publiek) te visualiseren en herkenbaar te maken. De presentaties in de Disney parken zullen hier niet op toe- pasbaar zijn. Hoe dit dan wel gepresenteerd moet worden blijft het grote probleem van het Nationaal Histo- risch Museum.

40 Conclusie

Het Nationaal Historisch Museum is begonnen als een roep om aandacht voor ons gebrek aan historisch besef, maar is uitgegroeid tot een concreet plan met vele mogelijkheden. Recentelijk is besloten om het museum in Arnhem te vestigen, waar reeds een historisch museum gevestigd is, het Nederlands Openluchtmuseum, om op deze manier samenwerkingen aan te kunnen gaan en het museum aantrekkelijk te maken voor alle doel- groepen, maar vooral voor scholieren en gezinnen.

Het Nationaal Historisch Museum begint al vaste vormen aan te nemen, maar concrete plannen voor de pre- sentatie en inrichting blijven onduidelijk. Het ziet er naar uit dat het museum een overheersend chronologische opstelling krijgt, waarbij interactiviteit en multimedialiteit een grote rol spelen. Een vast collectie ontbreekt echter, waardoor de inrichting van het museum raadselachtig blijft.

Het museum zal een belevingswereld worden, een combinatie tussen amusement en educatie. Om deze reden kan de presentatie van geschiedenis en erfgoed in themaparken als voorbeeld dienen voor de presentatie van het Nationaal Historisch Museum. De Disney parken houden zich al sinds het begin bezig met educatie in de vorm van amusement. De bezoeker kan iets leren terwijl ze zich vermaken. Op deze manier worden alle leeftij- den bereikt en krijgt de bezoeker een interactieve ervaring, iets wat in het Nationaal Historisch Museum ook bereikt moet worden.

Binnen de Disney parken zijn verschillende vormen van geschiedenis en erfgoed te vinden. De meest opval- lende is de presentatie van authentiek erfgoed. Authentieke objecten zijn geplaatst binnen een presentatie van imitatie en amusement. Door het verwachtingspatroon van de bezoeker en de integratie met het namaak de- cor, worden de authentieke objecten vaak over het hoofd gezien. Daarnaast wordt er veel gebruik gemaakt van immaterieel erfgoed. Literatuur, dans, taal en muziek spelen een rol bij de nabootsing en de overlevering van culturen. Living history is de derde soort presentatie van geschiedenis, waardoor de bezoeker het gevoel krijgt in een tijdmachine te zijn gestapt en nu deel uit te maken van (een illusie van) het verleden.

Naast deze vormen van geschiedenis en erfgoed ligt de nadruk van Disney parken vooral op nabootsing en namaak. Dit wordt echter ingezet door een gebrek aan authentiek materiaal te compenseren en om een to- taalbeeld van het verleden te geven. In plaats van dat het de geloofwaardigheid afzwakt, maakt het de presen- tatie sterker.

Het grootste probleem van de toepassing van Disney presentaties op het Nationaal Historisch Museum is het verschil in de getoonde geschiedenis. In de Disney parken wordt een illusie gegeven van het verleden, een verleden dat op vele manieren gevisualiseerd is en daardoor herkenbaar is. In het Nationaal Historisch Museum zal een zo juist mogelijk beeld van de geschiedenis worden gegeven, een beeld dat nog onbekend is bij de Ne- derlander en waar ze zich dus geen voorstelling van kunnen maken. Het inzetten van een op de Disney parken gebaseerde presentatie zal hoogstwaarschijnlijk te weinig informatie en educatie bieden voor een groot deel van de collectie.

Het Nationaal Historisch Museum kan echter in een deel van de presentatie wel een voorbeeld nemen aan de Disney parken. Deze themaparken weten een grote doelgroep aan te spreken en blijven zichzelf ontwikkelen om aan de eisen van de bezoekers te blijven voldoen. Daarnaast zijn er verschillende educatieve oplossingen waar een museum nog wat van zou kunnen leren. Belangrijk is dat in de presentatie van geschiedenis in het Nationaal Historisch Museum een combinatie wordt gemaakt van de verschillende soorten presentaties en tentoonstellingsvormgevingen en dat bezoekers een keuze kunnen maken in de manier waarop ze informatie

41 ontvangen. Wel moet er gezorgd worden dat de nadruk in het museum komt te liggen op authenticiteit, in tegenstelling tot de Disney parken waar inauthenticiteit overheerst.

Belangrijk is dat de presentatie van geschiedenis in de Disney parken enkel als voorbeeld worden genomen. De parken hebben een Amerikaanse oorsprong, waar geheel anders met geschiedenis wordt omgegaan. Dat neemt niet weg dat de combinatie tussen entertainment en educatie bijna noodzakelijk is voor een museum, een eigenschap die voorop staat in de Disney parken. De Disney parken moeten dan ook vooral als inspiratie en niet voor imitatie gebruikt worden.

42 Literatuurlijst

Gedrukte literatuur:

- Allan, Robin, Walt Disney and Europe. European influences on the animated feature films of Walt Disney (Londen, 1999) - Cotter, Bill, The wonderful world of Disney television. A complete history (New York, 1997) - Finch, Christopher, The art of Walt Disney. From Mickey Mouse to the Magic Kingdom (New York, 1999) - Girveau, Bruno, e.a., Il était une fois Walt Disney: aux sources de l’art des studios Disney (Parijs 2006), ten- toonstellingscatalogus Galeries Nationales du Grand Palais Paris, 16 september 2006 – 15 januari 2007 - Janssen, Donald, e.a., Tentoonstellingsvormgeving, (Eindhoven 2002) - Jong, Ad de, De dirigenten van de herinnering. Musealisering en nationalisering van de volkscultuur in Ne- derland 1815-1940 (Amsterdam 2006) - Koenig, David, Mouse Tales. A behind-the-ears look alt Disneyland (Irvine, USA, 1994) - Kurtti, Jeff, Since the World began. Walt Disney World, the first 25 years (New York, 1996) - Littaye, Alain en Didier Ghez, Disneyland Paris. From sketch to reality (Boulogne Billancourt, 2006) - Metz, Tracey, Pret! Leisure en landschap (Rotterdam 2002) - Rafferty, Kevin and Bruce Gordon, Imagineering. A behind the dreams look at making the magic real (New York, 1996) - Ribbens, Kees, Een eigentijds verleden. Alledaagse historische cultuur in Nederland 1945-2000 (Hilversum 2002) - Rigney, Ann, De herinnering aan Scott. Literatuur, erfgoed, mobiliteit, in: Rob van der Laarse (red.), Bezeten van vroeger. Erfgoed, identiteit en musealisering (Amsterdam 2005) - Smith, Dave en Steven Clark, Disney. The first 100 years (New York, 1999) - Watts, Steven, The Magic Kingdom. Walt Disney and the American way of life (z.p., 1997)

Artikelen:

- Binding voor burgers of museale Betuwelijn. Tweede Kamer wil voorstel voor nationaal historisch museum om binding burgers te versterken, NRC Handelsblad, 28 juni 2006, Binnenland, p. 6 - Competitie tussen steden om NHM, De Volkskrant, 26 april 2007, Kunst, p. 17 - Dat museum hoort hier thuis, Het Parool, 11 mei 2007, Meningen, p. 12 - Francaviglia, Richard, Walt Disney’s Frontierland as an allegorical map of the American west, in: The West- ern Historical Quarterly, Vol. 30, no 2 (zomer 1999), pp 155-182 - Flevoland wil eigen museum, NRC Handelsblad, 25 september 2006, Kunst, p. 9 - Historisch besef. Legio musea met aandacht voor historie, De Volkskrant, 30 december 2003, Binnenland, p. 3 - Kabinet vergat geld Nationaal Museum, De Volkskrant, 20 april 2007, p. 1 - Museum kan niet op Malieveld, AD Haagsche Courant, 11 september 2006, p. 4 - Museum voor jongeren en families, De Volkskrant, 30 juni 2007, Kunst - Nationaal Historisch is welkom. Het kan ook op ‘het blauwe museumplein’, Het Parool, 9 mei 2007, Binnen- land, p. 9 - Nationaal Historisch Museum stap dichterbij, AD/Algemeen Dagblad, 9 september 2006, p. 11 - Onze identiteit in ringtones. Of het een museum wordt, ligt aan de definiëring, Het Parool, 16 september 2006, Kunst, p. 99

43 - Plasterk haalt geest uit fles, AD/Haagse Courant, 26 mei 2007, p. 11 - Scheffer, Paul, Het multiculturele drama, NRC Handelsblad, 29 januari 2000 - Slag om museum Babylon. Achtergrond Nationaal Historisch Museum, De Volkskrant, 10 mei 2007, Kunst, p. 6-7 - Strijd om Historisch Museum, NRC Handelsblad, 26 april 2007, Kunst & Film - Willen we een museale Betuwelijn? Aan idee Nationaal Historisch Museum kleven veel nadelen, Het Parool, 22 mei 2007, Amsterdam, p. 99 - ‘Zo schieten we natuurlijk geen meter op’, NRC Handelsblad, 1 april 2000, Zaterdags bijvoegsel, p. 35

Niet gedrukte literatuur:

- About.com: Asia for visitors – Hong Kong Disneyland opens, http://goasia.about.com/od/chin2/a/hkdisneyopens.htm , bezocht op 27 mei 2007 - All Ears Net, http://www.allearsnet.com/tp/mk/mk_tsi.htm , bezocht 3 juli 2007 - Anno, http://www.anno.nl , bezocht op 30 augustus 2007 - Art of Disney Animation, http://www.photosmagiques.com/wdsfans/guides/toon_studio/art_of_disney_animation.php , bezocht op 03 juli 2007 - Art of Disney Animation, http://www.dlrpmagic.com/guides/waltdisneystudiospark/toonstudio/artofdisneyanimation/ , bezocht op 30 juni 2007 - Disney theme parks & resorts college program, http://www.wdwcollegeprogram.com/sap/its/mimes/zh_wdwcp/disneylook/disneylook.html , bezocht op 6 juli 2007 - Disney Family Museum, http://disney.go.com/disneyatoz/familymuseum/exhibits/articles/reconstructingfrontierland/index.html , bezocht op 12 juli 2007 - Disney Trivia – Walt Disney Quotes, http://www.disneytrivia.net/walt_quotes.php#epcot , bezocht op 23 mei 2007 - Disneyland Parijs Info, http://www.dlp.info/Lands/Discoveryland/Attractions/Visionarium.htm , bezocht op 4 juli 2007 - Disneyland Parijs Officiële website, http://www.disneylandparis.com/nl/disneyland_park/main_street_usa/boutiques.htm , bezocht op27 mei 2007 - DLRP Magic, http://www.dlrpmagic.com/guides/disneylandpark/discoveryland/buzzlightyearlaserblast/imagineering.ht m, bezocht op 20 juni 2007 - Gemengde gevoelens bij Nationaal Historisch Museum, Nieuw Amsterdams Peil, 3 november 2006, http://www.mediastudies.nl/nap2/index.php?option=content&task=view&id=113&Itemid=37 - Guide to Walt Disney World, http://www.guide2wdw.com/epcot.htm , bezocht op 22 juli 2007 - Jan Marijnissen, Historisch besef verdient herwaardering, http://www.sp.nl/include/sh_opinie.php?code=328 - Jean Baudrillard, http://www.denistouret.fr/ideologues/Baudrillard.html , 26-06-2006 - Jean Baudrillard, Simulacra and Simulations, in: Jean Baudrillard, Selected writings, ed. Mark Poster (Stan- ford, 1988) 166-184, http://www.stanford.edu/dept/HPS/Baudrillard/Baudrillard_Simulacra.html , 22-06- 2006 - Just Disney – Disneyland’s History, http://www.justdisney.com/disneyland/history.html , bezocht 22 mei 2007

44 - Looking back at Disneyland, http://themeparks.about.com/od/disneyparks/a/DL50quotes.htm , bezocht op 14 mei 2007 - Louis Marin, Utopic Degeneration: Disneyland, http://www.lcc.gatech.edu/~broglio/1101/marin.html - Michael Kelleher, Images of the past: historical authenticity and inauthenticity from Disney to Times Square, CRM Journal, volume 1, nummer 2, zomer 2004, http://crmjournal.cr.nps.gov/02_viewpoint_sub.cfm?issue=Volume%201%20Number%202%20Summer%20 2004&page=1&seq=1 - Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Persbericht ministerraad: Een interactief en multime- diaal historisch museum, 8 september 2006, http://www.minaz.nl/data/1157711022.pdf - Mouse Planet – Magic Kingdom Chronicles. A look back at Disney history, http://www.mouseplanet.com/jason/005.htm , bezocht op 17 mei 2007 - Nationaal Historisch Museum in Arnhem, http://www.minocw.nl/persberichten/12076/index.html, bezocht op 23 juli 2007 - Nederlands Openluchtmuseum – HollandRama, http://www.openluchtmuseum.nl/index.php?pid=83 , be- zocht op 15 juli 2007 - New York World Fair 1964, http://www.nywf64.com/illinois01.shtml , bezocht op 12 juli 2007 - Plannen Nationaal Historisch Museum Amsterdam, http://www.amsterdam.nl/?ActItmIdt=47684 , bezocht op 24 juli 2007 - Plannen Nationaal Historisch Museum Arnhem, http://www.arnhem.nl/sites/internet_nieuw/actueel/projecte0/nationaal_historisch_museum , bezocht op 24 juli 2007 - Plannen Nationaal Historisch Museum Den Haag, http://www.denhaag.nl/smartsite.html?id=57554 , be- zocht op 24 juni 2007 - Pleidooi voor een Nationaal Historisch Museum, Historisch Nieuwsblad, nummer 2, jaargang 1999, http://www.historischnieuwsblad.nl/artikelDetail.lasso?ID=1993&- session=NTses:578EEB3FB911C602C88C059205445380 - Reglement museumregistratie, http://www.museumvereniging.nl/files/reglement%20museumregistratie.pdf , bezocht op 23 juni 2007 - Schloss Neuschwanstein Offizielle Homepage, http://www.neuschwanstein.com/ , bezocht op 28 augustus 2007 - Sorcerer’s Workshop – Just Walt. 1958 audio tour of Disneyland, http://sorcerersworkshop.org/1958justwalt.shtml , bezocht op 20 mei 2007 - Stanford Encyclopedia of Philosophy, http://plato.stanford.edu/entries/baudrillard/ , 26-06-2007 - Stanislaus von Moos, The Disney Syndrome, in: Gemütlichkeit?, München 1996, http://www.archis.org/plain/object.php?object=785&year=&num = - The Multiplane Camera, http://www.ggdc.org/100%20Years%20of%20Magic/Mulitplane%20Camera.html , bezocht op 01 juli 2007 - Tokyo Disneyland Officiële website, http://www.tokyodisneyresort.co.jp/tdl/english/7land/world/index.html , bezocht op 03 juli 2007 - Walt Disney World History, http://www.wdwmagic.com/wdwhistory.htm , bezocht op 11 mei 2007 - Walt Disney World Info, http://www.wdwinfo.com/wdwinfo/guides/magickingdom/lib-hall.htm , bezocht op 27 juni 2007 - Walt Disney World Cultural Representative Program, http://www.disney.go.com/DisneyCareers/wdwcareers/international/options.html#cultural , bezocht op 2 juli 2007

45 Lijst met afbeeldingen

Afb. 1: Rafferty, Kevin and Bruce Gordon, Imagineering. A behind the dreams look at making the magic real (New York, 1996) 12

Afb. 2: http://users.sisna.com/matkinson/Pages/1978.html

Afb. 3: http://www.barb.nl/disneyficatie/index.cgi?par=hoofdstuk1.2&thema=hgeschiedenis

Afb. 4: eigen collectie, juli 2007

Afb. 5: eigen collectie, juli 2007

Afb. 6: eigen collectie, juli 2007

Afb. 7: eigen collectie, juli 2006

Afb. 8: eigen collectie, juli 2007 (met dank aan Kim Broeshart)

Afb. 9: http://www.awesomeflorida.com/images/epcot-germany-b.jpg

Afb. 10: http://www.answers.com/topic/visionarium-jpg

Afb. 11: http://www.photosmagiques.com/gallery/v/disneyland_park/discoveryland/closed/de_la_terre_a_la_lune/DS C01715.JPG.html

Afb. 12: eigen collectie, juli 2007

Afb. 13: eigen collectie, juli 2007

Afb. 14: eigen collectie 2006, http://www.disneylandpostcards.com/dgfoldcastle2.jpg en http://www.allearsnet.com/dlr/tp/dl/castle_side.jpg

46