MER Landschapspark Buytenland Deel B Achtergrondrapport
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Iq8z-6b~ MER Landschapspark Buytenland Deel B Achtergrondrapport Milieueffectrapportage Provincie Zuid-Holland oktober 2008 definitief MER Landschapspark Buytenland Deel B Achtergrondrapport Milieueffectrapportage dossier: B3877-01.001 registratienummer: MD-E020080133 versie : deel B Provincie Zuid-Holland oktober 2008 definitief "DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveeivoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001. DHVB.V. INHOUD BLAD INLEIDING 5 2 RELEVANT BELEIDSKADER 6 2.1 Nationaal beleidskader 6 2.2 Regionaal beleidskader 9 3 HUIDIGE SITUATIE 15 3.1 Aigemene gebiedsbeschrijving 15 3.2 Natuur 16 3.2.1 Beschermde gebieden 16 3.2.2 Beschermde soorten 19 3.2.3 Ecologische verbindingen 22 3.3 Recreatie 22 3.4 Agrarische activiteit 22 3.5 Landschap en cultuurhistorie 24 3.6 Bodem en water 29 3.7 Verkeer en vervoer 32 3.8 Milieu 32 4 AUTONOME ONTWIKKELING 34 4.1 Overall ontwikkeling 34 4.2 Natuur 35 4.3 Recreatie 36 4.4 Agrarische activiteit 36 4.5 Landschap en cultuurhistorie 38 4.6 Bodem en water 38 4.7 Verkeer en vervoer 38 4.8 Milieu 38 5 BEOORDELINGSKADER EFFECTBESCHRIJVING 40 6 NATUUR 43 6.1 Beschrijving methode 43 6.2 Effectbeoordeling alternatieven 45 6.2.1 Wettelijk beschermde soorten 45 6.2.2 Beschermde gebieden (EHS en Natura 2000) 50 6.2.3 Ecologische relaties 56 6.3 Overall beoordeling 57 6.4 Leemten in kennis 58 7 RECREATIE 59 7.1 Beschrijving methode 59 7.1.1 Huidige situatie 61 7.1.2 Autonome ontwikkeling 62 7.2 Effectbeoordeling alternatieven 63 7.2.1 Opvangcapaciteit van het gebied 63 7.2.2 Geschiktheid 64 7.2.3 Breedte recreatief aanbod 70 Provincie Zuid-Holland/MER Landschapspark Buytenland oktober 2008, deel B -1- DHV B.V. 7.3 Overall beoordeling 72 7.4 Leemten in kennis 73 8 LANDSCHAP EN CULTUURHISTORIE 74 8.1 Beschrijving methode 74 8.2 Effectbeoordeling alternatieven 77 8.2.1 Landschap: Recreatieve aantrekkelijkheid 78 8.2.2 Vormen en structuren 79 8.2.3 Landschapselementen 80 8.2.4 Ruimtelijke opbouw 81 8.2.5 Herkenbaarheid van landschapstype (en ontstaansgeschiedenis) 82 8.2.6 Archeologische waarden 83 8.2.7 Historisch-geografische elementen 83 8.2.8 Historisch-bouwkundige elementen 84 8.3 Overall beoordeling 84 8.4 Leemten in kennis 86 9 BODEM EN WATER 88 9.1 Beschrijving methode 88 9.2 Effectbeoordeling alternatieven 93 9.2.1 Effecten op primaire en secundaire waterkeringen 93 9.2.2 Effecten op bergingscapaciteit oppervlaktewater 93 9.2.3 Effecten op kwel en infiltratiestromen 94 9.2.4 Effecten van de inrichting op de waterkwaliteit 97 9.2.5 Kans op algenbloei 99 9.2.6 Effect van de bodemkwaliteit op de oppervlaktewaterkwaliteit 100 9.2.7 Grondbalans 100 9.3 Overall beoordeling 101 9.4 Leemten in kennis 103 10 VERKEER EN VERVOER 104 10.1 Beschrijving methode 104 10.2 Parkeren 106 10.3 Effectbeoordeling alternatieven 107 10.3.1 Ontsluitingen voor auto, OVen langzaam verkeer 107 10.3.2 Verkeersdrukte 109 10.3.3 Conflictpunten verkeersveiligheid binnen plangebied 114 10.4 Overall beoordeling 116 10.5 Leemten in kennis 117 11 GELUID 118 11.1 Beschrijving methode 118 11.2 Wettelijk kader 119 11.3 Recreatieve activiteit inclusief verkeer 120 11.4 Overall beoordeling 124 11.5 Leemten in kennis 124 12 LUCHT 125 12.1 Beschrijving methode 125 12.2 Wettelijk kader 125 oktober 2008, versie deel B Provincie Zuid-Holland/MER Landschapspark Buytenland - 2- MD-E020080133 DHV B.V. 12.3 Recreatieve activiteit inclusief verkeer 126 12.4 Overall beoordeling 128 12.5 Leemten in kennis 129 13 EXTERNE VEILIGHEID 130 13.1 Toetsingskader 130 13.2 Beschrijving methode 131 13.3 Effecten alternatieven 137 13.3.1 Effect inrichting op plaatsgebonden risico 137 13.3.2 Effect inrichting op groepsrisico 139 13.4 Overall beoordeling 140 13.5 Leemten in kennis 141 14 AGRARISCHE ACTIVITEITEN 142 14.1 Beschrijving methode 142 14.2 Effectbeoordeling alternatieven 143 14.2.1 Verandering in omvang agrarisch areaal 144 14.2.2 Bijdrage landbouw aan functie van het gebied 144 14.3 Overall beoordeling 146 14.4 Leemten in kennis 146 15 TIJDELlJKE EFFECTEN 147 15.1 Beschrijving methode 147 15.2 Hinder van verkeer tijdens uitvoering (geluid en lucht) 149 15.3 Overall beoordeling 150 15.4 Leemten in kennis 150 16 KOSTEN 151 16.1 Beschrijving methode aanlegkosten 151 16.2 Indicatieve totale kosten van aanleg en onderhoud 153 16.3 Overall beoordeling 154 16.4 Leemten in kennis 154 17 AANZET VOOR EEN MONITORINGSPROGRAMMA 155 18 GERAADPLEEGDE L1TERATUUR 156 19 COLOFON 160 Bijlagen 1. legenda kaart cultuurhistorische hoofdstructuur 2. kaarten risicocontouren per alternatief 3. achtergrondgegevens grondbalans 4. korte verkenning effectiviteit geluidswal A15 Provincie Zuid-Holland/MER Landschapspark Buytenland oktober 2008, deel B - 3- DHV B.V. oktober 2008, versie deeIB Provincie Zuid-Holland/MER Landschapspark Buytenland -4- MD-E020080133 DHV B.V. 1 INLEIDING Door de ontwikkeling van het Landschapspark Buyten land zal een ingrijpende wijziging plaatsvinden in het plangebied ten opzicht van de huidige situatie. Er zal landbouwgrond worden getransformeerd in recreatie en natuurgebied, de ontsluiting zal worden aangepast en er zullen parkeervoorzieningen worden aangelegd. Maar ook in de omgeving zullen effecten merkbaar zijn. Zo zullen bijvoorbeeld verkeersstromen op wegen in de omgeving veranderen. Om de milieueffecten van het voornemen te kunnen beoordelen moet een vergelijk gemaakt kunnen worden met een nulalternatief. Om dit alternatief te kunnen bepalen is inzicht vereist wat is vastgelegd in het relevante vigerend beleid en de huidige situatie (situatie 2008) en autonome ontwikkeling (situatie 2021). Deze onderwerpen volgen elkaar op in de hoofdstukken 2, 3 en 4. Deze beschrijving vormt als nulalternatief (ook wei referentiealternatief genoemd) het uitgangspunt voor de milieueffectbeoordeling van de verschillende alternatieven. Het beoordelingskader voor de milieueffecten is opgenomen in hoofdstuk 5. In de daaropvolgende hoofdstukken 6 tim 16 zijn de effectbeoordelingen van de verschillende thema's beschreven. In hoofdstuk 17 is een aanzet gegeven voor een monitoringsprogramma. Provincie Zuid-HoliandiMER Landschapspark Buytenland oktober 2008, deel B - 5- DHV B.V. 2 RELEVANT BELEIDSKADER 2.1 Nationaal beleidskader Natuurbeschermingswet (Natura 2000, Vogel- en Habitatrichtlijn) Natura 2000 is een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden van zowel de Vogelrichtlijn als de Habitatrichtlijn op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. De Vogelrichtlijn heeft betrekking op de instandhouding van aile natuurlijke in het wild levende vogelsoorten op het grondgebied van de Europese Unie. De Habitatrichtlijn heeft betrekking op de bescherming van natuurlijke biotopen en de leefgebieden van planten- en diersoorten anders dan vogels. Vergelijkbaar met de Vogelrichtlijn verbiedt de Habitatrichtlijn het opzettelijk verstoren of vernielen van voortplantings- en rustplaatsen van planten en dieren. Het afwegingskader hiervoor is ge'implementeerd in de Natuurbeschermingswet 1998. Op grond van be ide richtlijnen moeten de lidstaten aile nodige maatregelen nemen om voor de bedoelde soorten een voldoende variatie en omvang van leefgebieden te garanderen (gebieds- en soortbescherming). De lidstaten moeten gebieden aanwijzen voor de instandhouding van waardevolle soorten en habitattypen, de zogenaamde Natura 2000-gebieden. Nederland heeft dit inmiddels gedaan voor de Vogelrichtlijngebieden, maar is nog bezig met de aanwijzing van de Habitatrichtlijngebieden. Het is de verwachting dat aile aanwijzingsbesluiten in 2008 worden vastgesteld Legenda c::::::::J HR HR = Habilatrichtlijngebied Figuur 1: Beschermde natuurgebieden nabij plangebied oktober 2008, versie deeIB Provincie Zuid-Holland/MER Landschapspark Buytenland - 6- MD-E020080133 DHV B.V. Het plangebied grenst aan de Oude Maas dat is aangewezen als Habitatrichtlijngebied (zie figuur 1). Het gebied kent drie instandhoudingsdoelen in het kader van de Nb-wet, dit zijn; rivieren met slikoevers (H3270), voedselrijke ruigten (H6430_B) en alluviale bossen (H91 EO_A). Voor de voedselrijke ruigten is een uitbreiding van oppervlak ten doeI gesteld. Daarnaast wordt voor de noordse woelmuis gestreefd naar uitbreiding van omvang en verbetering kwaliteit van het leefgebied voor uitbreiding van de populatie. Flora- en faunawet Sinds 1 april 2002 is de Flora- en faunawet van kracht. Deze wet richt zich op de bescherming van in het wild levende planten en dieren. De wet gaat uit van het "nee, tenzij"-beginsel. Dit houdt in dat er verbodsbepalingen zijn opgesteld die moeten voorkomen dat schadelijke handelingen ten aanzien van beschermde planten en dieren optreden. Slechts onder strikte voorwaarden zijn afwijkingen van de verbodsbepalingen mogelijk. Sinds februari 2005 bestaat vrijstelling voor een lijst van veel voorkomende beschermde soorten ('tabel 1'). Hiervoor hoeft bij ruimtelijke ontwikkelingen geen ontheffing aangevraagd te worden. Bij effecten op strikt beschermde soorten ('tabel 3') is het verplicht een ontheffing met een uitgebreide toets van de Flora- en faunawet aan te vragen bij Dienst Regelingen van het Ministerie van LNV. Voor effecten op soorten van tabel2 (o.a. aile vogelsoorten) moet worden gewerkt volgens een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Zolang deze