PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Van Tekst OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 19 bron OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 19. Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek, [Nijmegen] 2000 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_oso001200001_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. [Nummer 1] Afbeeldingen omslag De afbeelding op de voorzijde van de omslag, ‘Een creools dansmeester die een negerslavin en een creoolse danspassen leert’ is afkomstig uit Benoits (1839), Reis door Suriname. De afbeelding op de achterzijde is een maluana. Dit is een ronde houten schijf van bijna een meter middellijn, die door de Wayana-Indianen wordt gebruikt om in ronde huizen de nok van binnen af te sluiten. Op deze maluana, waarvan het origineel in het Academiegebouw te Leiden te zien is, zijn aan weerszijden van het middelpunt figuren afgebeeld die een zogenaamde kuluwayak voorstellen, een dier (geest) met twee koppen en kuifveren. OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 19 5 Wim Hoogbergen en Hans Ramsoedh Inleiding ‘Goede tijden, slechte tijden, Suriname is altijd vol muziek’ schreef Albert Helman in Cultureel Mozaiek van Suriname (1977: 388). Er is helaas heel weinig gedocumenteerd over Surinaamse muziek. Uitzondering hierop vormen Cultureel Mozaiek van Suriname en het in 1990 onder redactie van Marcel Weltak verschenen Surinaamse muziek in Nederland en Suriname. In 1998 verscheen van de hand van Ronald Snijders De man met de piccolo een biografie over zijn vader Eddy Snijders, fluitist bij onder meer de Militaire en Politie Kapel. Dit themanummer is gewijd aan Surinaamse muziek en kreeg net als het IBS-colloquium in 1999 als titel mee Surinaamse noten. Een beetje kenner van de Surinaamse muziek weet natuurlijk dat juist het gebrek aan ‘noten’ een kenmerk van de Surinaamse muziek is. ‘Tonen’ ja, ‘ritmes’ heel duidelijk, maar noten? Dat wil zeggen als we onder ‘noten’ verstaan datgene wat de algemeen gangbare definitie daarvan is: de weergave van tonen en ritme op papier. Het belangrijkste kenmerk van Surinaamse muziek is waarschijnlijk juist dat zij berust op improvisatie, maar dan een improvisatie die gedicteerd werd door ritmes en tonen die de bewoners van deze ‘volksplanting’ (Van Lier 1949) lijfelijk en niet op papier meenamen uit hun gebied van oorsprong en op Surinaamse bodem verder evolueerden. In Suriname was sprake van een creoliseringsproces. Een en ander wordt heel goed duidelijk uit het eerste artikel in dit themanummer, dat van Alex van Stipriaan over de ontwikkeling van de Afro-Surinaamse muziek tijdens de slavernij. De slaven die in Suriname werden aangevoerd, kwamen uit een breed gebied, lopend van het Senegambia-gebied net ten zuiden van de Sahara tot aan Angola. De diversiteit was dermate groot dat aanvankelijk in Suriname binnen de slavenpopulatie etnische groepen onderscheiden werden. Men sprak van ‘Papa-negers’, van Loango's, Kormantijnen en Gangu's (Madingo's). Al die groepen hadden hun eigen muziektraditie, sterk gekoppeld aan de contacten met voorouders en goden. En al die tradities kregen op de een of andere manier een plaats binnen de Afro-Amerikaanse cultuur en het godenpantheon. Ook Marcel Weltak gaat in zijn artikel over Afrikaans-Surinaamse muziek in op creolisering. Zijn uitgangspunt is echter een andere als dat van Van Stipriaan, die met name de historische bronnen volgt. Weltak neemt de uit dit creoliseringsproces ontstane stijlen (kaseko, kawina, Suri-jazz, et cetera) als basis. In navolging van het werk van Alex de Drie maakt hij, net als deze belangrijke musicoloog, een indeling in wereldlijke en geestelijke muziek. Voor de buitenstaander is het vaak moeilijk te bepalen, welke ideeën er achter bepaalde ritmes zitten, maar de kenner én de gelovige weten heel goed wanneer het wereldlijke, onschuldige drummen ophoudt en er ritmes geslagen worden die de winti's moeten oproepen. Een creoliseringsproces heeft ook bij de Surinaamse Marrons plaatsgevonden. Hoewel in een aantal gevallen ‘weggelopen’ slaven met eenzelfde etnische achtergrond elkaar schuilplaats boden, was vaak de afkomst van een bepaalde plantage een belangrijkere determinerende factor bij het ontstaan de matriclans. De muziek van de Marrons beïnvloedde die van de slaven en later die van de ‘creolen’, terwijl omgekeerd de creolen die in de omgeving van de Marrons naar balata en goud gingen OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 19 zoeken, op hun beurt weer nieuwe ritmes naar het binnenland brachten. Uit allerlei onderzoek (bijv. Richard Price, 1970, ‘Saramaka Emigration and Mariage: A Case Study of Social Change’. Southwestern Journal of Anthropology 26: 157-89) blijkt dat met name de mannelijke Marrons OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 19 6 vaak lange perioden in het kustgebied van Suriname en/of Frans Guyana werkten en woonden. De Amerikaanse antropoloog Kenneth Bilby, die jarenlang onderzoek deed bij de Aluku-Marrons (de Boni's) in Frans Guyana, zal in dit themanummer laten zien dat de muziekvorm aleke ook ontstaan is in de contacten tussen kustgebied en binnenland. In dit themanummer zit nog een artikel over de muziek van de Surinaamse Marrons. De Duitse antropologe Meike Reijerman volgde de Saramakaanse band Jackfish en noteerde hun liedteksten. In haar bijdrage analyseert zij die teksten en laat zien dat er duidelijk sprake is van hybridisering, in dit geval een samensmelting van muziekculturen. In toenemende mate migreren Marrons naar de omgeving van Paramaribo en drukken daar hun stempel op de populaire muziek. Haar artikel laat zien dat uit de teksten blijkt dat in Groot-Paramaribo de Saramakaanse cultuur en die van de creolen in elkaar begint te vloeien. De artikelen van Bilby en Reijerman zijn vertaald door Koert Braches. In dit themanummer is niet gestreefd naar volledigheid. Elk onderwerp kent een aantal beperkingen, voornamelijk de beschikbaarheid van deskundigen en de tijd die deze mensen hebben om voor een themanummer belangeloos een artikel te schrijven. Een artikel over de muziek van de Surinaamse Inheemsen, hetzij de traditionele, hetzij de modernere varianten ontbreekt, bijvoorbeeld. We zouden dit themanummer daarmee begonnen zijn. We hebben namelijk de artikelen geordend op ‘aankomst in de volksplanting’. De Inheemsen kwamen als eersten aan, dus aan hen zou als eerste een artikel gewijd zijn. Daarna kwamen de slaven en de slavenhouders, gevolgd door de contractarbeiders, de Hindostanen en Javanen. En toen begon men Suriname weer te verlaten. R. Boonzajer Flaes (1993, Bewogen koper: van koloniale kapel tot wereldblaasorkest) laat duidelijk zien dat zendelingen en missionarissen niet van trommels en gedrum houden. Het zijn duivelse instrumenten waarmee contact gelegd wordt met een wereld die de brengers van het christelijk geloof willen uitbannen. De Surinaamse geschiedenis laat zien dat de overheid regelmatig heeft geprobeerd de watramama te verbieden, waarbij het onduidelijk is wat die watramama nu precies was, een bepaalde manier van dansen of van drummen. Bazuinkoor-muziek en hoorngeschal passen beter bij de christelijke boodschap en bij een beschavingsoffensief. Herrnhutters en katholieken hebben de koperen instrumenten, het orgel en de koorzang aan het Surinaamse instrumentarium toegevoegd. Mavis Noordwijk schrijft in dit themanummer over Surinaamse koorzang, waarbij ze met name kijkt naar de koorzang die buiten de kerken ten gehore wordt gebracht. Klassieke muziek is een universele kunstvorm, met scholing en uitwisseling tot ver over de grenzen. Net zo min als er Nederlandse of Estlandse klassieke muziek bestaat, bestaat er Surinaamse. Er zijn natuurlijk wel Nederlandse en Surinaamse componisten en in de koorzang wordt gebruik gemaakt van taal. In muzikaal opzicht is het interessant om na te gaan in hoeverre de individuele bijdragen van de componisten lokaal gekleurd zijn. We kunnen zo de voorbeelden noemen van Grieg en Smetena die locale melodieën in hun klassieke composities verwerkten. John Leefmans heeft de klassieke Surinaamse componisten op een rijtje gezet. Het lijkt erop dat deze componisten allemaal erg universeel waren en dat het specifieke Surinaamse, en dat zouden bijvoorbeeld Afro-Surinaamse ritmen kunnen zijn, in hun muziek toch moeilijk te ontdekken valt. OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 19 De veranderingen in de Hindostaanse en de Javaanse muziek worden belicht in de artikelen van respectievelijk Rabin Baldewsingh en Andy Cotino & Wonny Karijopawiro. Rabin Baldewsingh was ook een spreker op het colloquium en hij vergaste zijn luisteraars van tijd tot tijd op gezang. Er zit helaas geen cd bij dit themanummer, zodat de lezer wat minder informatie krijgt dan de toehoorder in november 1999. Het is niet verwonderlijk dat de auteurs van beide OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 19 7 artikelen stellen dat de muziek zowel van de Hindostanen als van de Javanen aanvankelijk erg traditioneel was, gebouwd op de tradities van het moederland. Zowel de Hindostaanse als de Javaanse cultuur kennen kennisoverdracht door orale tradities waarbij naast verhalen verteld, ook gezongen wordt en voorstellingen worden gegeven. Op Surinaamse bodem kregen deze tradities een eigen invulling. De laatste jaren zijn zij aan veel verandering onderhevig, enerzijds
Recommended publications
  • AATW-Latin-America-Song-By-Song
    All Around This World Latin America Song-by-Song Overview African, European and Native American history may be present in every stroke of Latin music (and, even farther back, the North African/Roma-”gypsy”/Sephardic Jewish and other genres that influenced the music of Spain), but when the rhythms of sub-Saharan Africa fused with the Spanish melodies several hundred years ago, an entirely new and distinct set of “Afro-Latin” music formed. Today’s Latin music thrives on its own, inventing and reinventing itself. In Latin music, history may be everything, but the past is only a good indication of great music to come… 1) WE ARE HAPPY Country: Uganda (original)/ On CD:Dominican Republic Language: originally Luganda Genre on CD: Merengue Instruments on CD: Piano, Trombone, Trumpet We sing “We Are Happy” at the beginning of every All Around This World class, changing the hello to match the featured country of the week. All Around This World’s version is actually a mashup of two songs the Abayudaya of Uganda sing to greet important visitors to Nabugoye Hill, which is a small area a few miles outside of the Eastern Ugandan city of Mbale. The Abayudya of Uganda are a small community of about 500 Luganda-speaking Bagandans who have been practicing Judaism for over 80 years. Abayudaya community leaders Rabbi Gershom Sizomu and his brother JJ Keki wrote the two greeting songs and led the community in singing them for Jay when he first visited in late 1999. 2) LA GUACAMAYA Country: Mexico Language: Spanish Genre on CD: Son jarocho Instruments on CD: Jarana, Marimbula, Quijada, Requinto,Tarima “La Gucamaya” is a son jarocho song from Veracruz in Mexico.
    [Show full text]
  • All Around This World Latin America Song-By-Song Overview
    All Around This World Latin America Song-by-Song Overview African, European and Native American history may be present in every stroke of Latin music (and, even farther back, in the North African, Romani, Sephardic Jewish and other genres that influenced the music of Spain), but when the rhythms of sub-Saharan Africa fused with the Spanish melodies in “the New World,” an entirely new and distinct set of “Afro-Latin” music formed. Today’s Latin music thrives on its own, inventing and reinventing itself. In Latin music, history may be everything, but the past is only a hint of great music to come… 1. WE ARE HAPPY Country: Uganda (original)/ On CD: Dominican Republic Language: originally English, Luganda and Hebrew Genre on CD: Merengue Instruments on CD: Piano, Trombone, Trumpet "We Are Happy" on AllAroundThisWorld.com | More "We Are Happy” information and links to classroom materials We sing “We Are Happy” at the beginning of every All Around This World class, changing the hello to match the featured country of the week. All Around This World’s version is actually a mashup of two songs the Abayudaya of Uganda sing to greet important visitors to Nabugoye Hill, which is a small area a few miles outside of the Eastern Ugandan city of Mbale. The Abayudya of Uganda are a small community of about 500 Luganda-speaking Bagandans who have been practicing Judaism for almost 100 years. Abayudaya community leaders Rabbi Gershom Sizomu and his brother JJ Keki wrote the two greeting songs and the community sings them when important visitors arrive.
    [Show full text]
  • INTRODUCTION to the GUIANESE POPULAR MUSICS Apollinaire Anakesa
    INTRODUCTION TO THE GUIANESE POPULAR MUSICS Apollinaire Anakesa To cite this version: Apollinaire Anakesa. INTRODUCTION TO THE GUIANESE POPULAR MUSICS. 2010. hal- 01969584 HAL Id: hal-01969584 https://hal.univ-antilles.fr/hal-01969584 Preprint submitted on 4 Jan 2019 HAL is a multi-disciplinary open access L’archive ouverte pluridisciplinaire HAL, est archive for the deposit and dissemination of sci- destinée au dépôt et à la diffusion de documents entific research documents, whether they are pub- scientifiques de niveau recherche, publiés ou non, lished or not. The documents may come from émanant des établissements d’enseignement et de teaching and research institutions in France or recherche français ou étrangers, des laboratoires abroad, or from public or private research centers. publics ou privés. 1 INTRODUCTION TO THE GUIANESE POPULAR MUSICS by Apollinaire ANAKESA KULULUKA Université des Antilles et de la Guyane CRILLASH-CADEG équipe interne Université des Antilles CRILLASH (EA 4095), CRILLASH-ADECAm/MC équipe interne Let’s admit that the adjective “popular”, refers to a cultural attribute, which, cannot be separated from the notion of people. But the word “music” refers to a concept, which is much more difficult to grasp. It concerns the sound phenomenon, which can be defined in different ways, whether the musical exegesis belongs to such or such civilisation or culture, or such or such people. These factors in fact, determine the parameters and the rules of the composition as well as the musical practice. Thus, for example, according to the classical European conception of the musical sound, the pitch and the tone are two parameters interpreted as components that would be perceived individually by the listener.
    [Show full text]
  • Constructing a Hybrid Identity Through Music: on Typhoon’S “Practice of Self-Styling” in Lobi Da Basi
    Constructing a hybrid identity through music: On Typhoon’s “practice of self-styling” in Lobi Da Basi. Rosemerijn Struijk (6302955) Thesis Applied Musicology 2019 – 2020 Supervisor: Dr. Floris Schuiling Second reader: Dr. Loes Rusch Table of Contents Abstract ..................................................................................................................................... 2 Introduction ............................................................................................................................. 3 Chapter 1: How does Typhoon self-style his hybrid identity throughout Lobi Da Basi’s lyrical content? ......................................................................................................................... 7 1.1. Surinam’s colonial history and its legacy of racism ............................................................. 8 1.2. Self-styling an identity ............................................................................................................ 10 1.3. Typhoon’s roots exploration in Lobi Da Basi’s lyrical content ........................................... 12 1.4. Typhoon’s hybrid identity construction throughout Lobi Da Basi’s lyrical content ....... 17 Chapter 2: How does Typhoon self-style his hybrid identity throughout Lobi Da Basi’s musical content? .................................................................................................................... 19 2.1. Kaseko music ...........................................................................................................................
    [Show full text]
  • The Sound of Worship
    The Sound of Worship © Mirella Klomp, 2009 No part of this book and the accompanying CD-ROM may be reproduced in any form whatsoever without prior written permission from the publisher. Cover photographs: Surinamese choir members singing during the celebration of Keti Koti in the Evangelical- Lutheran Congregation of Amsterdam Southeast; a local preacher of the Wesley Methodist Church, praying during a Sunday worship service. © Mirella Klomp, Amsterdam, 2007 Druk: Ridderprint, Ridderkerk. The research for and publication of this study was made possible by contributions from Stichting Luthers Diaconessenhuis Fonds and Ds Pieter Groote Fonds. The Sound of Worship Liturgical performance by Surinamese Lutherans and Ghanaian Methodists in Amsterdam The Sound of Worship Liturgische performance door Surinaamse Lutheranen en Ghanese Methodisten in Amsterdam (met een samenvatting in het Nederlands) Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor in de godgeleerdheid aan de Protestantse Theologische Universiteit te Utrecht – Kampen – Leiden op gezag van de rector, prof dr F.G. Immink, ingevolge het besluit van het college voor promoties in het openbaar te verdedigen op maandag 23 november 2009 des middags te 4.15 uur door Mirella Christianna Maria Klomp geboren op 9 juli 1979 te Amersfoort Promotoren: Prof. dr. M. Barnard (Protestantse Theologische Universiteit) Prof. dr. H.C. Stoffels (Vrije Universiteit Amsterdam) Prof. dr. M.J.M. Hoondert (Universiteit van Tilburg) To Christiaan Winter – kindred spirit, as a token of our fellowship CONTENTS
    [Show full text]