Downloads/ Files/Productie-03-20-01-04-Runderkamp-Papers.Pdf
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43818 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Buuren, Jelle van Title: Doelwit Den Haag? : complotconstructies en systeemhaat in Nederland 2000-2014 Issue Date: 2016-11-02 Doelwit Den Haag? Doelwit Den Haag? Complotconstructies en systeemhaat in Nederland 2000-2014 Jelle van Buuren Jelle van Buuren Doelwit Den Haag? Complotconstructies en systeemhaat in Nederland 2000-2014 Jelle van Buuren 2 Doelwit Den Haag? Complotconstructies en systeemhaat in Nederland 2000-2014 PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Leiden, op gezag van Rector Magnificus prof. Mr. C.J.J.M Stolker, volgens het besluit van het College voor Promoties ter verdediging op woensdag 2 november 2016 klokke 15:00 uur door Gabriël Maria van Buuren Geboren te Noordwijk in 1963 Promotores: Prof. dr. E. Bakker Prof. dr. B.A. de Graaf (Universiteit Utrecht) Copromoteres: Prof. dr. P. Nieuwenburg Dr. P. Abels (NCTV) Promotiecommissie: Prof. dr. A.K. Yesilkagit Prof. dr. A. Timmermans Prof. dr. J. de Vries (Rijksuniversiteit Groningen) Prof. dr. M.G.W. den Boer (Vrije Universiteit) Dr. R.S. Prins Vormgeving en opmaak: Jacqueline Siebelhoff Print: Jubels B.V. Copyright: G.M. van Buuren/Universiteit Leiden 2016 Dit proefschrift is mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van het profile- ringsgebied Politieke Legitimiteit van de Universiteit Leiden en de Nationaal Coördi- nator Terrorismebestrijding en Veiligheid 4 Inhoudsopgave 1. Inleiding 10 1.1 Systeemhaat 15 1.2 Onderzoeksvraag 18 1.3 Afbakening van het onderzoeksveld 21 1.4 Exploratief onderzoek 25 1.5 Case selectie 28 1.6 Dataverzameling 31 1.7 Wetenschappelijke meerwaarde van het onderzoek 34 1.8 Maatschappelijk belang van het onderzoek 35 1.9 Leeswijzer 36 2. Complotconstructies 38 2.1 Gecodeerde sociale kritieken 40 2.2 Politiek-sociale functies van complotconstructies 41 2.3 Post-politieke constellaties 44 2.4 De (on)zichtbare vijand 47 2.5 Eclectisch gedachtegoed 48 2.6 Invloed van communicatietechnologieën 50 2.7 Politieke effecten van complotconstructies: systeemhaat in woord 52 2.8 Politieke effecten van complotconstructies: systeemhaat in daad 54 2.9 Analytisch model 56 5 3. De moord op Pim Fortuyn 64 3.1 De opkomst van Fortuyn 65 3.1.1 Harde verkiezingsstrijd 66 3.2 De complotconstructies 69 3.2.1 Eerste variant van de complotconstructie: het linkse politieke establishment 71 3.2.2 Complotentrepreneurs en certificerende actoren 78 3.2.3 De tweede variant van de complotconstructie: de Joint Strike Fighter 79 3.2.4 Complotentrepreneurs en certificerende actoren 83 3.3 De discursieve arena van de digitale complotgemeenschappen 85 3.3.1 Internet als rizoom 87 3.3.2 Complotconstructies als eclectisch discours 90 3.4 Injustice frames 92 3.4.1 Delegitimering van de politieke orde 93 3.4.2 Bedreigde waarden 96 3.4.3 Gepercipieerde dreiging 99 3.4.4 Constructie van ‘zij’ 100 3.4.5 Constructie van ‘wij’ 102 3.5 Actiediscours 104 3.5.1 Bewustmaking 104 3.5.2 Opstand en revolutie 107 3.6 Actieve systeemhaat in daad 108 3.6.1 Bedreigingen 109 3.6.2 Passieve systeemhaat 115 3.7 Tussenconclusie 116 6 4. Eurabia of de bewuste islamisering van Nederland 119 4.1 De oorsprong van de Eurabia complotconstructie 121 4.2 De introductie van de Eurabia-complotconstructie in Nederland 123 4.2.1 Complotentrepreneurs en certificerende actoren 127 4.3 De discursieve arena van de digitale complotgemeenschappen 131 4.3.1 Internet als rizoom 134 4.3.2 Complotconstructies als eclectisch discours 138 4.4 Injustice Frames 139 4.4.1 Delegitimering van de politieke orde 140 4.4.2. De Europese Unie: het Vierde Rijk 146 4.4.3 Bedreigde waarden 148 4.4.4 Gepercipieerde dreiging 150 4.4.5 Constructie van ‘zij’ 151 4.4.6 Constructie van ‘wij’ 152 4.5 Actiediscours 154 4.5.1 Bewustmaking 155 4.5.2 Opstand en revolutie 157 4.5.3 De aanslagen van Anders Behring Breivik 159 4.5.4 Spirituele hulp 163 4.6 Actieve systeemhaat in daad 164 4.6.1 Bedreigingen 167 4.6.2 Passieve systeemhaat in daad 174 4.7 Tussenconclusie 175 7 5. ‘Pedocratie Nederland’ - De zaak Joris Demmink 178 5.1 De oorsprong van de Demmink-complotconstructie 180 5.1.1 Uitbreiding van de complotconstructie 184 5.2 Complotentrepreneurs en certificerende actoren 190 5.3 De discursieve arena van de digitale complotgemeenschappen 192 5.3.1 Internet als rizoom 194 5.3.2 Complotconstructies als eclectisch discours 197 5.4 Injustice frames 199 5.4.1 Delegitimering van de politieke orde 200 5.4.2 Bedreigde waarden 203 5.4.3 Gepercipieerde dreiging 205 5.4.4 Constructie van ‘zij’ 208 5.4.5 Constructie van ‘wij’ 210 5.5 Actiediscours 214 5.5.1 Bewustmaking 214 5.5.2 Opstand en revolutie 216 5.5.3 Spirituele hulp 217 5.6 Actieve systeemhaat in daad 218 5.6.1 Gewelddadige acties 223 5.6.2 Bedreigingen 225 5.6.3 Passieve systeemhaat in daad 229 5.7 Tussenconclusie 232 6. Conclusie 235 6.1 In hoeverre bevorderen complotconstructies systeemhaat? 235 8 6.2 Risico’s voor de nationale veiligheid 240 6.2.1 Maatschappelijke onlusten 241 6.2.2 Bedreigingen 243 6.2.3 Passieve systeemhaat 244 6.2.4 Gewelddadige acties van eenlingen 245 6.3 Verklaringen voor het geringe risico voor de nationale veiligheid 247 6.3.1 Eclectisch karakter van systeemhaat 247 6.3.2 Digitale complotgemeenschappen als veilige thuishaven 248 6.3.3 Digitale gemeenschappen als podium voor virtuele heldhaftigheid 248 6.3.4 Het vluchtige en vrijblijvende karakter van sociale media 250 6.4 Reflectie: systeemhaat opnieuw bezien 251 6.5 Reflectie: discursieve delegitimering 255 6.5.1 Lange termijn consequenties van discursieve delegitimering 256 6.5.2 Dynamiek tussen sociale media en het establishment 257 6.6 Beleidsconsequenties 260 6.7 Wetenschappelijke onderzoeksagenda 264 6.7.1 Complotconstructies als gecodeerde sociale kritieken 264 6.7.2 Eclectisch en post-politiek karakter van systeemkritische posities 265 6.7.3 Rol van sociale media 266 6.7.4 Systeemdesertie als post-politieke verzetsnotie 267 Annex I - Overzicht van gebruikte digitale bronnen 270 Literatuur 278 Dankwoord 300 CURRICULUM VITAE 301 Summary 302 9 1. Inleiding ‘De laatste keer dat ik demonstreerde was met miljoenen tegelijk tegen de bom. Die bom kwam er toch. Demonstreren betekend helemaal niets, levert niets op. Wel worden er dan fotos ge- maakt, onze paspoorten bekeken door stillen, worden wij gevolgd naar huis, waar wij hond, vrouw en kind weerloos aan de open haard hebben zitten. Ik ga de oorlog mijn huiskamer niet in slepen voor iets on-effectiefs als een demonstratie die toch totaal genegeerd word. Inder- daad, liever anonieme acties. Hardere ook. Veel hardere. Waar ik aan denk kan ik niet eens hier neerschrijven.’1 Op 30 april 2009 werd Nederland tijdens de viering van Koninginnedag opgeschrikt door een man die met zijn auto de bus probeerde te rammen waarin de koninklijke familie zat. Karst Tates reed dwars door de dranghekken heen en botste uiteindelijk op het monument De Naald, zo’n dertig meter verwijderd van de koninklijke bus. Zeven omstanders lieten het leven, elf anderen raakten gewond. Karst Tates verloor onderweg naar het ziekenhuis het bewustzijn en zou niet veel later overlijden. Agen- ten ter plaatse die hem nog een paar vragen wisten te stellen, kregen te horen dat hij inderdaad bewust had geprobeerd de bus te rammen en dat prins Willem-Alexander een ‘fascist en een racist’ was (KLPD 2009: 10). De schok was groot. Niet alleen door de gewonden en doden die vielen in de poging de koninklijke bus te rammen. De schok was ook groot omdat niemand de actie had zien aankomen. Openbaar bestuur, politie en inlichtingen- en veiligheidsdiensten maken bij publieksmanifestaties als Koninginnedag altijd risicoanalyses en winnen informatie in over actiegroepen en individuen die mogelijkerwijs iets van plan zijn te ondernemen. Tates kwam in geen enkel register voor en niets wees erop dat hij van plan was iets te gaan doen. Hij was een onbekende voor politie, justitie en de inlich- tingen- en veiligheidsdiensten. Even verontrustend voor de autoriteiten was dat het onduidelijk was wat Tates precies bezielde - een onduidelijkheid die tot op de dag van vandaag voortduurt. Onderzoek dat achteraf naar hem werd uitgevoerd, leverde weinig concrete informatie op. Politie en Openbaar Ministerie concludeerden dat het om de daad van een eenling ging en dat het ‘onwaarschijnlijk’ was dat Tates door een ideologie of levensbeschouwing werd gemotiveerd. Tates was maatschappelijk op een zijpad gekomen, leefde een tamelijk geïsoleerd bestaan, scheen weliswaar ‘overal tegen te zijn’ en had in het verleden wel eens blijk gegeven van zijn afkeer van de monarchie, maar was niet politiek geëngageerd. De autoriteiten concludeerden 1 ‘Bas Koning’ op website Artikel7. Indien in dit onderzoek citaten uit webfora worden overgenomen, doen we dat letterlijk dus inclusief eventuele taalfouten 10 dat het ging om de daad van een ‘getroebleerd persoon, niet geïnspireerd door een ideologie of levensbeschouwing en uitgevoerd zonder noemenswaardige voorberei- ding’ (KLPD 2009: 14). De daad van Tates, hoewel uniek in zijn soort, vond plaats in een maatschappelijk klimaat waarin gezagsdragers al enige jaren het wrange genoegen mochten sma- ken object te zijn van een aanhoudende stroom van beledigingen en (doods)bedrei- gingen die vooral op de sociale media welig tierden. Naast directe, op de persoon gerichte beledigingen en bedreigingen, viel in de sociale media een algemener dis- cours te ontwaren waaruit bleek dat politieke gezagsdragers en het systeem dat zij vertegenwoordigden