Jachthonden Inleiding de herdershonden, de ver- De indeling van de dedigingshonden, de wind j achthondenrassen Toen de mens eeuwen gele honden, de gezelschapshon- De opsomming van de verschil den de hond als huisdier den, de jachthonden,... lende rassen is niet volledig. Enkel aanvaardde, besefte hij wel De evolutie van de jacht de rassen die hier het meest voorko licht niet welke fantastische hond is nauw verbonden men, worden vermeld. eigenschappen dat dier ver met de ontwikkeling van borgen hield. het terrein, de jacht en de A. Staande honden 1. Engelse staande honden jachtmethoden. De verschil - De In de loop der jaren zijn lende jachthondenrassen - De : de Engelse, de Ierse door allerlei omstandighe zijn in feite ontstaan in en de Gordon den en door inteelt tal van functie van de praktijk! De 2. Continentale staande honden rassen ontstaan. Die rassen jachtwijze bepaalde welk (continentaal I) worden thans ingedeeld in soort jachthond men nodig - De Duitse staande korthaar, verschillende groepen: o.a. had. draadhaar en langhaar - De griffon - De poedelpointer - De épagneul breton - De Hongaarse viszla

3. Overige continentale staande honden (continentaal II) - De - De grote Münsterlander - De kleine Münsterlander (Hei- dewachtel) - De Drentse patrijshond - De épagneul français

B. Drijvende honden - De Engelse springer - De Engelse - De Duitse wachtelhond

C. Lopende honden of brakken - De steenbrak - De harrier - De beagle

D. Apporterende honden - De labrador (de gele en de zwarte) - De - De - De flatcoated retriever

E. Aard- en zweethonden - De teckel (de gladharige, de ruwharige en de langharige) - De foxterrier - De Duitse jachtterrier - De Hanoveriaanse zweethond - De “Bayerische Gebirgs- schweisshund“ - De Jack Russels

Links: eerste oefening met het apporteer- blok Rechts: silhouetten van een aantal staande honden

314 Wat mogen we ver wachten van een conti nentale staande hond? De allereerste vereiste voor een goede jachthond is voldoende jachtpassie (d.i. de innerlijke drang om het wild op te zoeken). Die jachtpassie is min of meer van bij de geboorte latent aanwezig, en begint zich vanaf een bepaalde f leeftijd te ontwikkelen. Van een Engelse Pointer hond met een geweldige jachtpas sie zegt men “dat hij hoog in ’t bloed zit”. Het africhten van zo’n hond is meestal niet gemakke lijk, maar als hij eenmaal afgericht is, is hij ook echt een “topper”.

De tweede vereiste luidt dat de hond onder appel staat d.w.z. de hond volgt in alle omstandigheden alle bevelen van de baas op en jaagt dus niet voor zichzelf. De staande hond moet systema Weimaraner (langhaar) Grote Munsterlànder tisch zig-zag en liefst tegen wind in het terrein afjagen. Hij mag hierbij geen enkel stukje terrein over slaan.

Als de hond de geur van het wild heeft opgevangen, gaat hij het wild “tekenen”: hij gaat nu nog inten siever en hartstochtelijker te werk. Wordt de verwaaiing nog groter dan gaat hij opeens voorstaan. Dat is dan de bekroning: hij wijst zijn baas waar het wild zit. rfTDraadhaar Weimaraner f (korthaar) t De voorstaande hond moet wach ten tot zijn baas bij hem komt. Vol gens de regel moet de baas samen met de hond het wild opstoten.

Vervolgens moet de hond zeer rus tig en kalm blijven zodat de jager doeltreffend zijn schot kan plaat sen. Rustig blijven wil ook zeggen dat de hond het wild niet mag ach tervolgen zodra het wegspringt of opvliegt. Een dergelijke hond noe Griffon Korthaar men we “hazenrein”. Pas op com mando mag de hond het aange schoten wild apporteren. Als het wild zichtbaar voor de hond is P neergevallen, dan is het bevel ge woon “apport”. Als het wild ge kwetst is en op de loop gaat, of als het onzichtbaar voor de hond is neergevallen, dan luidt het bevel “verloren apport”. De hond moet het aangewezen terrein grondig af zoeken. Hij moet duidelijk zoek- Epagneul Breton wil tonen en mag het niet te vlug opgeven. De jager moet rustig af wachten en de hond tijd gunnen.

315 Foto’s boven (van links naar rechts en van boven naar onder): 1. Duitse Langhaar - 2. Golden Retriever - 3. Springer Spaniel - 4. - 5. Epag neul Breton Foto rechterpagina: Duitse Draadhaar

Zodra de hond het wild gevonden heeft, moet hij het zo vlug moge lijk correct apporteren zonder het “aan te snijden” (stukbijten). Met een degelijke opleiding kunnen we van sommige staande honden ook een goede zweethond maken. Een continentale staande hond met een doelbewuste africhting kan dus veelzijdig werk verrichten. Terecht wordt hij “allround” ge noemd. Zowel vóór het schot (wild opzoeken en voorstaan) als na het schot (wild apporteren) is hij ac tief. Hij is van onschatbare waarde voor de jacht! Wat mogen we van een drijvende hond ver wachten? Een drijvende hond moet het ter rein grondig afzoeken en moet daarbij meer in de breedte dan in de diepte werken. Hij mag nooit verder dan dertig meter van het geweer jagen. Een goede drijver moet ook de zwaarste dekking nemen.

Zodra de hond het wild uitgedre ven heeft, mag hij het niet achter volgen, zodat de jager de gelegen heid heeft het wild te schieten. Als de jager zijn schot plaatst en de hond gelijktijdig het wild (vooral haarwild) hetst, zou hij immers ook de hond kunnen treffen. Van drijvende honden mogen we ook verwachten dat ze het aangescho ten wild apporteren. Gezien de kleine gestalte van sommige van deze rassen is dat niet altijd ge makkelijk.

Ook bij drijvende honden is een degelijke africhting noodzakelijk. Omdat deze honden een enorme jachtpassie bezitten, is het een hele klus de hond “steady” te houden (d.w.z. het wild niet achtervolgen als het wegvlucht). Het betrouw baar apporteren is bij die manier van jagen van enorm belang. Omdat er met drijvers veel in dichte dekking gejaagd wordt, worden allicht niet alle geschoten stuks onmiddellijk gevonden. Er zal dus goed gezocht moeten wor den.

Eerste contact met het water en eerste contact met het wild

318 Wat mogen we van een Wat mogen we van een apporterende hond ver zweethond verwachten? wachten? Een zweethond moet een wils Een apporterende hond moet zon krachtig karakter bezitten, om in der aarzelen en met plezier zowel zijn werk te volharden. Eenmaal koud als warm wild te land, te op het spoor ingezet mag een water en over water zo vlug moge zweethond zich niet laten afleiden lijk bij zijn baas brengen. Door door warme en verse sporen die voldoende zoekwil moet hij ook het wondspoor kruisen. Hij moet wild in dichte dekking kunnen vin dus “spoorvast” zijn. Een zweet- den. 2 hond werkt met de neus aan de grond; hij moet zich a.h.w. aan het Het aangeschoten wild moet hij op spoor vastzuigen! De zweethond spoor kunnen vinden en liefst le moet aan de riem (“zweetriem” vend ter hand stellen. Bijgevolg genoemd) werken om zo zijn baas moet een retriever zacht in de bek bij het wild te brengen. In te dichte zijn. dekking kan de hond vrij werken. Een retriever die als apporterende Komt de hond bij het wild dan hond gefokt is, zal van nature geeft hij ofwel “luid” ofwel komt zachter in de bek zijn dan een hond hij terug naar zijn baas met in de die op scherpte gefokt is. bek het lederen riempje dat hij om de hals droeg om aan te geven dat Bij een drijfjacht kan een retriever hij het wild gevonden heeft. niet alle valplaatsen van het wild Om een hond zo ver te krijgen is zien: daarom moet hij zich door er een speciale opleiding van zowel zijn baas laten sturen m.a.w. zich hond als baas vereist. laten “dirigeren”. De hond moet de aanwijzingen van zijn baas uit voeren om op die manier bij de valplaats van het wild te komen.

Hij moet op bevel van zijn baas stoppen en zijn aanwijzingen vol gen. Hindernissen zoals sloten, beken en heggen mogen geen han dicap vormen. De hond mag tij dens het dirigeren geen enkel eigen initiatief tonen, hij moet zich volledig laten sturen. Pas na het bevel “apport” -- als de hond in de buurt van de valplaats is gekomen - mag hij zijn neus gebruiken om het wild te vinden.

1. Het commando “vast en los” 2. Het correct apporteren van het appor- teerblok 3. Het apport over water 4. Een feilloos apport: geestdriftig, met opgeheven kop, en al zittend 5. Het apport “uit water”

5

319 Welke jachthond is De africhting verkennen. Geef hem, als het kan, voor mij het meest ge De jachthond moet jagen waar de ook steeds zelf te eten. Terwijl je baas het wil en niet omgekeerd. zo met je hond omgaat, leer je hem schikt? Hij mag ook niet voor zichzelf snel enkele begrippen aan zoals Bij de indeling der rassen heb je jagen. Voor de jacht is dus een een “foei”, “neen”, “braaf”, “kom al duidelijk kunnen vaststellen dat gehoorzame, afgerichte hond hier”, “op je plaats”... ieder ras gemaakt is om een be nodig. paald soort werk te verrichten, Ook moet hij leren aan de lijn te lopen. Zo voeden we een jonge (b.v. een pointer voor het veld Wanneer moeten we met de af werk, een retriever voor het ap hond op. Die periode wordt dan richting beginnen? ook terecht opvoedingsperiode ge port, enz.). Meestal komen jonge hondjes bij Het zijn dus stuk voor stuk duide noemd. Pas na het wisselen van de hun nieuwe baas als ze acht à tien tanden (ongeveer na zeven à acht lijke specialisten in hun vak. Zij weken oud zijn. Tussen de achtste zijn bijzonder geschikt voor het maanden) begint de eigenlijke af en de zestiende week maakt de werk vóór of na het schot. richting. Wat in de opvoedingspe hond een kritieke periode door. Onze continentale staande honden riode al spelend aangeleerd werd, De indrukken die de hond dan op gebeurt tijdens de africhting met zijn meer all-round gefokt en erg doet, vergeet hij nooit meer. Op veelzijdig, d.w.z. zij leveren voor enige dwang. De hond moét het treffelijk zoekwerk, zij staan voor die leeftijd moet je de vriendschap dan doen. en de aanhankelijkheid van de pup en zij apporteren! proberen te winnen door iedere Wat moet de hond leren? dag enkele minuten met hem te Er is een duidelijk verschil tussen Anderzijds moet je ook rekening spelen, te praten, hem eens te het werk vóór en na het schot. houden met het temperament van knuffelen. Zo wordt het contact de hond. Hij moet passen bij je ka baas-hond opgebouwd. Laat de Vóór het schot moet de hond vrij rakter. Sommigen willen een hond jonge hond ook eens in huis zoeken (revieren) om gezond wild waar “pit” in zit, anderen houden komen, neem hem mee in de auto, op te sporen, het voor te staan of van een rustiger type. breng hem tussen het druk ver op te stoten naargelang van het keer. Een jonge hond moet gele ras. Afhankelijk van de jachtpassie Niet de uiterlijke schoonheid van genheid krijgen om de wereld te zal de hond dat min of meer in- een bepaald ras is belangrijk: wel de jachtcapaciteiten en het karak Hond en meester klaar voor de wedstrijd... ter. Laat je ook niet te zeer beïn vloeden door diploma’s en allerlei certificaten. Ook de afmetingen van de hond spelen een rol. Hoe groter de hond is, hoe meer beweging hij nodig heeft, en hoe groter zijn hok zal moeten zijn. De definitieve keuze valt in functie van het jachtgebied (de biotoop waarin je jaagt) en van de jacht wijze. Een bosjacht verschilt sterk van een veldjacht of van een water- wildjacht, en ook de hond moet ander werk leveren. Kijk ook naar de beharing. In een ruig terrein met veel doornen past een goed behaarde hond.

Koop geen hond die in het wilde weg gefokt is. Het risico dat hij tegenvalt is dan zeer groot. Als je een hond met stamboom koopt, heb je toch enige zekerheid. Ga niet overhaast te werk. Vraag inlichtingen, ga eens naar een proeven wedstrijd of naar een veld- wedstrijd kijken. De jachthonden clubs zijn er om je te helpen!

Koop nooit een hond die op schoonheid gefokt is, als hij voor de praktijk moet dienen.

320 stinctief doen. De voorjager moet er wel voor zorgen dat het zoekpa- troon van de hond regelmatig is. Onder de reglementen van de Ko ninklijke Kynologische Unie Sint- Hubertus (de overkoepelende ky nologische organisatie in België) worden ieder jaar in het voor- en najaar veldwedstrijden georgani seerd. Op die veldwedstrijden komt o.a. het werk vóór het schot ruim aan bod, waarbij de aangebo ren jachteigenschappen van de honden beoordeeld worden.

Het werk na het schot omvat het apporteren van dood of ziekge- schoten wild. Dat moet je de hond aanleren. Bovendien mag hij geen gezond wild achtervolgen. Daar komt africhting bij te pas. Voor het werk na het schot heeft de K.M.S.H. (Koninklijke Maat schappij St.-Hubertus) een aantal jachthondenproeven voorgeschre ven. Als de hond de proeven met goed gevolg kan afleggen staat hij “onder appél”.

Behalen van het basisbrevet Boven: aangelijnd over water Midden: met het apporteerblok terug over water (Let op de speciale verbindingen van de lijn.) Onder: los over water De proeven zijn als volgt inge Geduld, volharding en doorzet deeld: tingsvermogen zijn eigenschappen die bij de africhting nodig zijn. Een a. basisbrevet hond af richten vraagt heel veel tijd - aangelijnd en los volgen en opoffering, maar achteraf is de - houden van de aangewezen voldoening des te groter. plaats Met een gehoorzame en afgerichte - gehoorzaamheidsproef (komen hond zul je nog meer plezier aan op bevel) de jacht beleven. - apport te land - apport te water Verzorging

b. africhtingsbrevet (dit brevet Huisvesting bevat de voorgaande proeven Iedere hond moet behoorlijk ge samen met de drie volgende) huisvest zijn. Een jachthond kan - apport uit dichte dekking gemakkelijk het hele jaar door in - apport over water een buitenkennel verblijven, als er - markeerproef. een hok is dat hem tegen overma tige zon, regen, koude en wind be Als voorbereiding op de proeven schermt. Het hok zou minstens kan de jager met zijn hond een af- goed geïsoleerd moeten zijn en richtingscursus volgen. De bedoe moet in de winter voldoende ling van de cursus is in de eerste strooisel bevatten, zodat de hond plaats de jager met zijn hond leren bij strenge vorst warm kan liggen. omgaan om zo een goede ge- bruikshond voor de jacht te beko Dat een kennel zindelijk moet zijn men. Alle proeven zijn praktijkge hoeft zeker geen betoog. Wie zijn richt met de nadruk op het apport. jachthond respecteert, zal hem Het wild tijdens de jacht binnen zeker iedere dag minstens één keer brengen is voor een weidelijk jager uitlaten om hem voldoende bewe immers van primordiaal belang. ging te geven.

^ Eendeapport door zwarte Labrador ^ Foxterrier in actie Voeding king of op een kale akker vastma De hond is van nature een vleese De proeven ken, rustig blijven bij het springen ter. Daarom moeten in het voedsel van de hoenders en bij het (pis altijd voldoende dierlijke eiwitten Hun goede kanten toolschot, hazen niet hetzen en aanwezig zijn. In de handel be De oorsprong van de huidige, Bel het contact met de voorjager. staan tegenwoordig uitgebalan gische gehoorzaamheids- en ap- Voor de pure liefhebber is er dan ceerde hondenvoeders, zodat het porteeroefeningen ligt ongetwij ook nog het bewijs van goede dres- nauwelijks de moeite loont zelf te feld in Nederland. Daar nemen seerbaarheid. gaan experimenteren. een zeer groot aantal rassen en Er moet altijd vers drinkwater in zelfs rasloze honden aan wedstrij Sommige rassen die van nature de kennel zijn. den deel. kort en langzaam jagen, komen In die vrij eenvoudige, kunstma hier uiterst moeilijk aan hun trek Inentingen tige oefeningen leren de jagers hoe ken. De nadruk wordt soms te zeer Bij de aanschaf (ongeveer acht ze met honden om moeten gaan. op snelheid en te ruim jagende weken) heeft een hond meestal de Om het allemaal wat aantrekkelij honden gelegd. Verder is het voor eerste vaccinaties (de zogenaamde ker te maken, worden er regelma veel jagers met uitstekende hon “puppy-spuit”) gekregen. De die tig “Proevenwedstrijden” gehou den, praktisch onmogelijk om er renarts zorgt ervoor dat bij iedere den, waar de meest gehoorzame aan deel te nemen, ook al is de wil pup een inentingsboekje afgele- honden, samen met hun eigenaars, aanwezig. Gebrek aan de nodige verd wordt. In het boekje staat in de bloemetjes worden gezet. velden, aan patrijzen, aan tijd en aangegeven welke inentingen de Als de laureaten hun honden voor aan de noodzakelijke kennis zijn hond gekregen heeft en wanneer de jacht gaan gebruiken, stellen ze de grootste hinderpalen. hij de volgende moet krijgen. Je heel snel vast dat een goede proe Ook hier zouden cursussen uiterst volgt daarbij best de instructies venhond niet altijd een goede welkom zijn. Goede lesgevers en van je eigen dierenarts. jachthond is. Velen willen er dan sportieve jachtheren die hun vel meer van weten en dringen door den ter beschikking willen stellen, Honden worden ingeënt tegen tot de praktische jachtproeven in zijn er zeker te vinden. o.a.: voor- en najaar. Zij zoeken meer en meer naar geschikte rashonden Goede voorj aarshonden liggen - de hondenziekte of ziekte van meestal aan de basis van een goed Carré en trachten er goede resultaten mee te bereiken. nageslacht. Daarom ook zijn zulke - hepatitis (een besmettelijke lever proeven meer fok- dan jachtge- ziekte) De proeven leiden dus tot een ver beterd gebruik van de jachthond richt. Het zou dus zeer wenselijk - de leptospirosis of ziekte van zijn, er heel wat meer aandacht Weil en een grotere kennis, maar vooral tot bewustwording van de jagers, aan te besteden en er zouden meer - het parvovirus (“katteziekte” ge keurmeesters moeten komen. noemd). wat de omgang met de hond en zijn belangrijke taak in het jachtge- Dat zou ten zeerste de zelfafrich- beuren betreft. ting vóór het schot en de weide Belangrijk voor jachthonden is de lijke jacht bevorderen. inenting tegen de gevreesde hondsdolheid (rabies), vooral De slechte kanten voor honden die jagen in gebieden Jammer genoeg schuimen som De najaarswedstrijden waar deze ziekte voorkomt. mige deelnemers alle proevenwed Wordt in het voorjaar de nadruk Honden moeten geregeld ont strijden af om dan een hoop publi meer op de fok gelegd, dan zijn de wormd worden. Vraag aan de die citeit over hun behaalde uitslagen proeven in het najaar meer op de renarts hoe en wanneer. te maken en er dan maar op los te praktische jacht gericht. Dan wor Als een hond ziek wordt, raad fokken. Oningewijden laten zich den volgende eigenschappen pleeg je best onmiddellijk je die door de berg diploma’s misleiden beoordeeld : goede zoekwijze, renarts. Zelf dokteren kan schade- en kopen honden, waarvan de ou jachtpassie, neus, contact met de lijk zijn. ders zeer dikwijls nooit een jacht voorjager, kophouding, vast voor veld of een levend stuk wild te zien staan, rust bij opgaan van wild en Toilet kregen. op schot, op bevel, een perfect ap Jachthonden moeten niet, zoals Gelukkig worden zulke praktijken port in alle omstandigheden. Een schoothondjes, regelmatig gewas tegengegaan door degelijke voor jager moet dat meegemaakt heb sen, getrimd en geschoren wor lichting. ben om te weten wat zoiets bete den. Honden wassen die regelma kent en zou zulke honden in han tig buiten zijn, raden we zelfs af. den moeten hebben. Meestal volstaat het de vacht te V eldwedstrij den borstelen. Controleer hierbij de Ook daaraan zijn er goede en min Behalve de boven vernoemde hond op de aanwezigheid van der goede aspecten verbonden. eisen zou er in België nog een dis vlooien en teken. Omdat jacht De goede kant ervan is alleszins, cipline moeten bijkomen : een honden meestal grote afhangende dat we hier honden aan het werk correct apport uit diep water. Dan oren hebben, moet je even contro zien die weten wat jagen is. Vol pas zou je van een praktische jacht- leren of er geen vuilophoping of gende pluspunten wijzen op hoge proef kunnen spreken, met werk eventueel een ontsteking aan de jachtkwaliteiten : een koppeltje vóór en na het schot, te land en te binnenkant is. patrijzen opzoeken en in lage dek water.

323