Kleinzoon Joris Anthoniszn Focker

Jaar 1606

Placcaet vande Gecommitteerde Raden vande Staten van Hollant ende Weft-Vrieflant, teeghens eenighe overloopers, waar bij prijs geftelt wordt op hare perfoonen, te genieten by de gheene diefe achterhalen, vanghen, inbrenghen ofte anders doodt flaen fullen, ende daer van blijck brenghen. Den 21 November 1606. De Gecommitteerde Raden vande Staten van Hollant ende West-Vrieflant, fekere kenniffe hebbende, dat verfcheyden perfonen foo van Werckendam als anders, uyten Lande van Althena, Heufden, Arckel, Alblafferwaert ende andere Ingeboren van den voorfz Landen, of inde voorfz Landen dienfte geweeft zijnde, hen dagelijcks bevorderen den Vyant toe te loopen, ende de felve niet alleen voor Vry-buyters, maer felfs voor Conducteurs ende Leytflieden te dienen, contrarie alle verbinteniffe ende refpect, datfe aen haren Vaderlandt, Eedt, belofte ende Betaelf-heeren behoorden te draghen; ende willende daerinne fulcks voorfien, als fy verftaen tot ‘s Landts dienfte te behooren, hebben alle de fulcke daer van de namen t’haerder E. kenniffe gekomen zijn, by defen eenen yegelijcken willen notificeren ende daer by verklaren, dat foo wie eenighe van dien weet te bekomen, t’ achterhalen, te vanghen, inbrenghen ofte anders doodt te flaen, ende daer van blijck te brenghen, dat de gheene die fulcks doende, daer vooren fullen begift ende vereert worden met hondert guldens tot twintigh ftuyvers ’t ftuck, voor elcken perfoon diefe van de nagenoemde alfoo bekomen, achterhaelt, gevanghen, ingebracht ofte door geflaghen fullen hebben, ende van Dirck Janffoon eertijdts Conftapels Soone, vande Forte aen de Wercken, ende Adriaen Corneliffoon van Werckendam dubbele vereeringhe, te weten twee hondert gelijcke guldens van elcks, ende zijn de felve defe, Dirck Ianfz eertijds Conftapels foone van de Forte aende wercken. Adriaen Corneliffz van Werckendam. Den langhen Kees. Hendrick den Conftapel van Louvefteyn geweeft. Willem van Bergen, hebbende opte Redoubten gedient. Daniel Ianfz van Deventer. Gijfbrecht Gerrit Koenen uyt Benfkop. Joris Anthonifz Focker van Leyden ghedient hebbende opte Redoubten [versterkte plaats]. Adriaen Thonifz van Werckendam. Huybrecht Janfz Sech van Werckendam. Hendrick van’t Santerbuyten, met fijnen Broeder. Jacob ofte Lacu Sanen van ’t Santerbuy-buyten. Pieter Tilburgh. Kleyn Tijfken. Gedaen in den Haghe den xj. Novembris, Anno fefthien-hondert ende fef. Ter Ordonnantie vande Gecommitteerde Raden vande Staten van Hollandt ende Weft-Vrieflandt. https://books.google.nl/books?id=DsJkAAAAcAAJ&pg=PA322&lpg=PA322&dq=joris+anthonisz+focker&source= bl&ots=RHQY2hk8fS&sig=cFrb_F97GZx_8TAUZ- B_Ss6sHMU&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwjH8tqtzO3NAhUFPxoKHW7BADgQ6AEIIDAB#v=onepage&q=joris%20a nthonisz%20focker&f=false

Zie ook: https://nl.wikipedia.org/wiki/Tachtigjarige_Oorlog

De gevangenen zijn geen criminelen, maar staatsgevangenen van de Republiek der Verenigde Nederlanden. In Loevestein zitten politiek en religieus andersdenkenden gevangen, evenals krijgsgevangenen. https://www.slotloevestein.nl/geschiedenis/staatsgevangenis/

Jaar 1607

Resolutien van Holland, 3 februari 1607. Voluit: Refolutien van de Heeren Ridderfchap, Edelen en Steeden van Holland en Weftvriesland, in haare Ed. Mog. Vergaderinge gehouden in den Hage. Den 3 February 1607. Praesenten, De Heeren Paauw, Advocaat, ende Wittenfz, De Lange, Meynertfz.

Kleinzoon Joris Anthoniszn Focker, soldaat 1 K.J.F. van Veen, 2016 Op de Requefte van Anthonis Jorifz Focker, Burger tot Leyden, voor fijne Soone Joris Anthonifz Focker, gevangen fittende op den Huyfe van Loeveftein; Is geappoincteert [besloten]. De Gecommitteerde Raaden, gefien hebbende den Sententie van den Krygsraad, en de bewyfen daar neffens en daar uit verftaan, dat Joris Anthonifz Focker bij abuis op het Biljet van den 22 November voorleeden is geftelt; hebbende geconfenteert, dat den felven Focker uit de gevangeniffe daar inne hy is, fal worden ontflaagen, mits betaalenden de koften van dien, ende blyvende fijnen dienft continueeren onder de Compagnie van den Heere van Langerak. In de marge: Joris Anthonifz Focker ontflaagen van den gevangeniffe op Loevefteyn. https://books.google.nl/books?id=WQhKAAAAcAAJ&pg=PA40&lpg=PA40&dq=anthonis+jorisz+focker&source= bl&ots=KCbzcw0F7a&sig=srorX0pnNG7mgKPJR_17lOI5jK8&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwjP1p- jsOnNAhWKQBQKHds_CaMQ6AEIQjAI#v=onepage&q=anthonis%20jorisz%20focker&f=false

Jaar 1625

Uit Leidse bron geleverd. Lijst met mensen die naar Oost- of West-Indie zijn gegaan, o.a.: Joris Anthonisz Focker voor 1625 naar West-Indië, soldaat, GAL NA 185.

De staten van Holland betaalden in 1623 aan een soldaat ƒ 11,00 à ƒ 15,00 per zes weken als soldij. (L. van Aitzema, Saken van staet en oorlog I-III, deel I pagina 265, ’s Gravenhage 1669.)

ONA notaris A.C. Paets, nr 185, jaar 1625, akte iij C Lxxv (375). Op huijden den xij en novembris ano xvj C en vijffentwintich, compareerde voor mij Adriaen Paets notaris publ. mitfgaders voor den getuijgen naergenompt, Joris Anthoniszn Focker van Leijden hebbende voor soldaet gedient onder capiteijn Willem Schoutten op te reijfe nae de Baeij totes Lefanctos in Brefelien [Brazilië], ende dzelve plaetfe van Baeij helpt jnemen ende veroveren ende heeft hij compt, vermitf hij jegenwoordich op zijn vertreck staende es ome te gaen nae Bremen off andere plaetfen ende hem aldaer in dienste te begeven, volmachtich gemaeckt ende geconstituiert, zulcx hij constituiert ende volmachtich maeckt bij defen Adriaen Maertenszn van der Schilde, mr timerman zijn zwager. Gevende zelve volcomen laft, macht ende speciael bevel ende inde manier ende van wegen hem constituant met alle behoorlicken middelen te vervolgen invorderen het verbeuren ende ontfangen zoedanige gagie als bij hem comstituant op te voorf reijfe verdient es, ende dzelve competeert, ofte tgene d E heeren gecomitteerde bewinthebberen der West Indifche comp mr mitfgaders de heeren Staten Generael of anderen heeren hem constituant ter vermindernis van de voorf. gaige zullen toevougen ende dat ten opfichte bij den placcaten van staten generael alle de gene die opte voorf reijfe in Baeij geweeft zijn, mer een maent gagie hebben toegevoucht. Van zijne ontfang quitantie te pafferen ende des noot zijnde daertoe te ageren en rechtspreecken jegens enen ijegelicken dient behoort. Ende voorts generalicken in voorf zaecke mit tgene daervan ... alles te doen dat van noode wefen ende vereijfcht zal werden ende hij constituant alleene zelfs prefent zijnde hende cunnen ende mogen doen ... Gevende hij constituant zijn voorf zwager oock speciael bevel, ome in te vorderen en ontfangen van Claes Maertenszn wonende tot Delff int Rietvelt die mede op te voorf. reijfe onder de voorn. capiteijn gedient heeft, zodanige fome van vijffendertich guldens ende vier stuivers die hem constituant van zelve Claes Maertensz. commen es, te weten van een pack clederen ende twee heubden, die hij constituant aen zelve vercoft heeft, van zijnen ontfang quijtantie te pafferen. Ende bij onwillichent. van betalinge daerome te ageren ende recht spreecken in voorf zaecke alles te ... behooren ende van node wefen zal, mit macht een ander ten voorf eijnde te mogen fubstitueren ende oock te ... Gracieus getekend door: Joris Focker. https://en.wikipedia.org/wiki/Recapture_of_Bahia Part of the Eighty Years' War and theDutch-Portuguese War La recuperación de Bahía, Maíno.jpg The Recovery of Bahía de Todos los Santos, by Fray Juan Bautista Maíno, Museo del Prado. Date 1 April – 1 May 1625 Location Salvador da Bahia (present-day ) Result Decisive Spanish-Portuguese victory Portuguese colonial campaigns

Kleinzoon Joris Anthoniszn Focker, soldaat 2 K.J.F. van Veen, 2016 The recapture of Bahia (Spanish: Jornada del Brasil; Portuguese: Jornada dos Vassalos) was a Spanish- Portuguese military expedition in 1625 to retake the city of Salvador da Bahia in Brazil from the forces of the (WIC). In May 1624, Dutch WIC forces under captured Salvador Bahia from the Portuguese. Philip IV, king of Spain and Portugal, ordered the assembly of a Spanish-Portuguese fleet with the objective of recovering the city. Sailing from the port of Lisbon, under the command of Fadrique Álvarez de Toledo y Mendoza, who was appointed Captain General of the Army of Brazil, the fleet crossed the Atlantic Ocean, and arrived at Salvador on April 1 of 1625.[8] The town was besieged for several weeks, after which it was recaptured. This resulted in the expulsion of the Dutch from the city and the nearby areas. The city was to later play a strategically important role as a Portuguese base in the struggle against the Dutch for the control of Brazil.

Background On December 22 of 1623 a Dutch fleet under the command of Admiral Jacob Willekens and Vice Admiral Pieter Heyn consisting of 35 ships,[9] of which 13 were owned by the United Provinces, while the rest belonged to the WIC, sailed from Texel carrying 6,500 men en route to ,[10] where they arrived after being scattered by a storm. There Willekens was revealed that his objective was the capture of the city of Salvador da Bahia, on the coast of Brazil, in order to use its port as a commercial base to ensure the Dutch trade with the East Indies.[11] In addition they would control much of the sugar production in the region, as Salvador was a major center of its production in the area.[12] These intentions to invade Brazil were soon reported to the court of Madrid by the Spanish spies in the , but Count-Duke of Olivares did not give them credit.[13]

Campaign Dutch capture Main article: Capture of Bahia A Dutch Squadron attacking a Portuguese Fortress in the Far East or Brazil. Oil on panel by Adam Willaerts. On May 8 the Dutch fleet appeared off Salvador. The Portuguese governor of Salvador, Diogo de Mendonça Furtado, tried to organized the defense of the town with 3,000 men hastily recruited,[14] mostly Portuguese militia of peasant levees and black slaves, all of them resentful to Spanish rule.[11] The port was protected by sea by two forts: Fort Santo António from the east and Fort São Filipe from the west. Additionally a six-gun battery was erected on the beach and the streets were barricaded. The Dutch fleet entered the bay divided into two squadrons. One sailed towards the beach of Santo António and disembarked the soldiers commanded by Colonel Johan van Dorth. The other anchored off the town and opened fire over the coastal defenses, which were quickly neutralized. At dawn the city was surrounded by more than 1,000 Dutch soldiers with 2 pieces of artillery.[11] Intimidated, the Portuguese militia threw their weapons and fled, leaving Mendonça with 60 loyal soldiers.[11] Salvador had been captured at a cost of 50 casualties among the attackers.[11] Willekens and Heyn installed a garrison under the command of Dorth before departing on new missions, according to the orders they had received. Four ships were sent to Holland carrying booty and news back,[11] and also instructions to call for reinforcements to secure Salvador.[15] The defenses of the city were reinforced and expanded with moats and ramparts and the garrison was soon increased to up 2,500 men with numerous Portuguese slaves seduced by promises of freedom and land.[11] However, the Dutch garrison soon began to be harassed by the local guerrilla organized by Bishop Dom Marcos Teixeira, who had escaped inland. He managed to assemble a force of 1,400 Portuguese and 250 Indians auxiliaries,[16][17] who built fortifications and organized ambushes against the Dutch acting under woodland. In an attempt to drive off the attackers from the outskirts, Dorth himself was killed, and morale sagged. He was replaced by Albert Schoutens, who also perished in another ambush, being replaced by his brother Willem.

Main article: Capture of Bahia

Kleinzoon Joris Anthoniszn Focker, soldaat 3 K.J.F. van Veen, 2016

A Dutch Squadron attacking a Portuguese Fortress in the Far East or Brazil. Oil on panel by Adam Willaerts.Iberian Expedition

Engraving by Benedictus Mealius Lusitanus, in Jornada dos Vassalos da Coroa de Portugal, Lisbon, 1625. When news of the loss of Salvador arrived to Spain in August 1624, Philip IV ordered to assemble a joint Spanish-Portuguese fleet under Admiral Fadrique Álvarez de Toledo y Mendoza with the mission to retake the city. On November 22, the Portuguese fleet under Manuel de Menezes, with Francisco de Almeida as second in command, left Lisbon. It was composed by 22 ships and about 4,000 men.[1] The Spanish fleet left the port of Cadiz on January 14 after the delay caused by bad weather. It was composed by 38 ships belonging to the armadas of Castile, Biscay, Gibraltar and Cuatro Villas,[1] among them 21 galleons. It had 8,000 sailors and soldiers on board, being those latter divided in three , of whom one was Italian and the other two Spanish. Its commanding officers were the maestros de campo Pedro Osorio, Juan de Orellana and Carlos Carraciolo, Marquis of Torrecuso. The commander-in-chief of the joint army was Pedro Rodríguez de Sebastián, seconded by Sargento Mayor Diego Ruiz.[18] After passing through the on January 28, the Spanish fleet arrived at Cape Verde on February 6, where it joined the Portuguese fleet. This one had lost a ship and 140 men drowned in the shoals of the Isle of Maio.[19] Five days later, after holding a council of war, the joint fleet sailed to Brazil. After waiting for some Portuguese ships delayed by rough seas and 7 caravels under the command of Francisco de Moura sent from , the fleet entered the Bay of Todos os Santos on March 29.

Albernaz I Toledo anchored his fleet forming a huge crescent to prevent the escape of the Dutch ships in the bay. At dawn of the following day 4,000 soldiers landed at Santo António beach with food and supplies for four days.[5] They joined up with the Portuguese guerrilla and occupied the field above Salvador. The Dutch were forced back within their walls, warping their 18 ships beneath the protection of their batteries. Their strength at that time amounted to 2,000 Dutch, English, French and German soldiers and about 800 black auxiliaries.[20] The quarters of Carmen and San Benito, located both outside the walls, were occupied by the Tercios, and a new one, named Las Palmas, was built. warfare ensued, with the artillery firing over the Dutch fortifications from these positions and the pioneers driving saplines toward the Dutch ramparts. The defenders launched several sporadic attacks to obstruct the siege works. During one of these sallies, maestro de campo Pedro Osorio and 71 Spanish officers and soldiers were killed and another 64 wounded.[6] Nevertheless, the siege continued. Two days later, the Dutch attempted to break the blockade sending two fire ships against the anchored Spanish-Portuguese fleet, but they didn’t cause any damage.[6] Some mutinies emerged among the defenders following this failure, and Willem Schoutens was deposed and replaced by Hans Kyff. He was forced to capitulate few weeks later, when the siege lines finally reached Salvador’s moats. 1,912 Dutch, English, French and German soldiers surrendered, and 18 flags, 260 guns, 6 ships, 500 black slaves and considerable amount of gunpowder, money and merchandise were captured.[6]

Aftermath Several days after the Dutch surrender, a relief fleet of 33 ships under Admiral Boudewijn Hendricksz, seconded by Vice Admiral Andries Veron, bearded down upon the bay divided in two columns.[6] Toledo, who was warned about its arrival, disposed 6 galleons to lure them to a murderous crossfire. However, seeing the large Spanish-Portuguese fleet anchored inside, Hendricksz decided to withdraw to open sea. Spanish warships attempted to pursue him but a galleon ran aground and the chase was abandoned.[6] Hendricksz divided his fleet in three groups. One of them returned to Holland with the supplies and ammunition for the garrison of

Kleinzoon Joris Anthoniszn Focker, soldaat 4 K.J.F. van Veen, 2016 Salvador; the other two attacked respectively the Spanish Caribbean colonial town of San Juan de Puerto Rico and the Portuguese African trading post of the Castle of Elmina but were both decisively defeated. Francisco de Moura Rollim, appointed governor of Salvador by Fadrique de Toledo, remained in the town with a garrison of 1,000 Portuguese soldiers. During the journey back to Spain, 3 Spanish ships and 9 Portuguese ships sank in storms.[13] Maestro de Campo Juan de Orellana was among the drowned men.[9] The Dutch prisoners were returned to the Low Countries aboard five German store ships, being the officers judged on their arrival by the loss of the city.[13] The Dutch did not return to Brazil until 1630, when they conquered Pernambuco from the Portuguese.

[Dit document hoort bij de publicatie De familie Focker. Zie voor de verzamelde gegevens over mijn voorouders https://familiesporen.wordpress.com/.]

Kleinzoon Joris Anthoniszn Focker, soldaat 5 K.J.F. van Veen, 2016