Het Lot Van De Vorsten Van Dyfed

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Het Lot Van De Vorsten Van Dyfed Kenneth Morris Het lot van de vorsten van dyfed illustraties van Yolanda Eveleens HET LOT VAN DE VORSTEN VAN DYFED Het lot van de vorsten van dyfed Kenneth Morris Geïllustreerd door Yolanda Eveleens Theosophical University Press Agency Den Haag Oorspronkelijke titel: The Fates of the Princes of Dyfed 1914 Theosophical University Press Post Office Box C Pasadena, Californië 91109-7107 KENNETH MORRIS Het lot van de vorsten van Dyfed ISBN 978-90-70328-85-6, E-boek Nur 334 Trefwoorden: mythen en sagen, theosofie Dit boek waarop copyright bestaat, mag kosteloos worden gedownload om het off-line te lezen, maar mag in geen enkele vorm of op geen enkele manier – elektronisch, mecha- nisch, of door middel van fotokopieën, of opnames, of op een andere manier – voor com- merciële of andere doeleinden worden gereproduceerd en/of gedistribueerd, zonder eerst toestemming aan Theosophical University Press Agency te vragen. © 2010 Illustraties: Yolanda Eveleens, www.yolandaeveleens.exto.nl © 2010 Theosophical University Press Agency Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag www.theosofie.net Dit boek wordt vol respect opgedragen aan Katherine Tingley, Leider van de Theosophical Society, die haar hele leven heeft gewijd aan het bevorderen van vrede en universele broederschap. Ac y mae bodau sydd gymaint yn fwy na dyn ag y mae dyn yn fwy na’r bacillyn lleiaf welir drwy y chwyddwydr cryfaf. Mae y galluogrwydd i ymddadblygu hefyd yn anfeidrol. Mae y meddwl dynol ar y fford mawr i ymddadblygu yn dduw. Dyma fford Duw o greu duwiau, sef drwy ymddadblygiad. Mae Duw erioed yn eu creu. Vertaling: En er zijn wezens die veel groter zijn dan de mens en de mens is veel groter dan de kleinste microbe die men alleen onder de sterkste micro- scoop kan zien. En het vermogen om zich te ontwikkelen is grenzeloos. Het bewustzijn van de mens is de hoofdweg om zich tot een god te ontwikkelen. Dat is de manier van God om goden te scheppen, dat wil zeggen door evolutie. God is altijd bezig hen te scheppen. Voorwoord We hoeven hier niet uitvoerig te bespreken in hoeverre het verhaal is ontleend aan de vier delen van de Mabinogion en in welke mate ervoor is gekozen een eigen weg te volgen, nu dit grootse oude Welshe boek een van de populaire klassieken is geworden met betaalbare uitgaven in zowel het Welsh als het Engels. Het is voldoende te zeggen dat de opbouw van de plot hoofdzakelijk aan die bron is ontleend, en naar ik hoop aan de hele geest en sfeer ervan. Een aantal zinnen die in de hoofdstukken steeds terugkomen zijn in hun geheel uit de [Engelse] ver- taling van Lady Guest overgenomen en hier zonder aanhalingstekens, voetnoten of enige tekenen van erkentelijkheid ingevoegd, en waarom ook niet? Zulke zinnen maakten hoogstwaarschijnlijk deel uit van de beschikbare middelen van alle oude verhalenvertellers: ‘Namen ter ver- fraaiing’, zoals we die opgesomd vinden in de Triaden. Ze behoorden eerder toe aan Wales en de barden dan aan welke auteur ook. Weer andere zinnen zijn overgenomen uit LLywarch Hen en Taliesin en uit de druïdische geschriften van de School of Glamorgan. En verder als Morgan Llwyd o Wynedd zijn boek niet Llyfr y Tri Aderyn, ‘Het Boek van de drie vogels’, had genoemd, valt het te betwijfelen of de verschillende delen van dit verhaal titels zouden hebben gekregen die de oorspronke- lijke sfeer zozeer zouden hebben weerspiegeld. Hoeveel ervan mis- schien is ontleend aan Ierse bronnen: dit zou de schrijver moeilijk kunnen zeggen, want het is nogal lang geleden dat hij toegang had tot boeken van de Ierse mythologie; en het beeld dat hij daarvan in zijn geheugen heeft bewaard, bestaat veeleer uit een regenboogkleurige en prachtige bron van licht dan uit details. Om de Mabinogion op de juiste manier te lezen, moet men haar lezen in het licht van die oude, fiere en prachtige beschaving waarvan de Ierse vertellingen een zoveel rijker beeld geven, en met veel minder toevoegingen van vreemde en middel- eeuwse elementen; net zo goed als dat men, om het Keltische pantheon te reconstrueren, in het licht moet werken van de gehele Indo-europese mythologie. In de tijd van Pwyll Pen Annwn was er weinig verschil tus- sen Cymro en Gwyddel, of tussen het geslacht van Hu Gadarn op het viii HET LOT VAN DE VORSTEN VAN DYFED Eiland van de Machtigen en dat van Dana in Ierland. De Mabinogion, zoals ze aan ons is overgeleverd, en zoals ze is ver- schenen in de prachtige vertaling van Lady Guest, blijft zo’n klassiek boek, zo’n meesterwerk wat stijl betreft, zo’n onuitputtelijke bron van oude schatten dat men zich kan afvragen: Welk recht heeft iemand te suggereren dat die en die voorvallen niet erin zijn opgenomen, of ten onrechte daarin zijn opgenomen? Maar men moet bedenken dat de Mabinogion heel oud was voordat ze op schrift werd gesteld; in de peri- ode tussen de tijd van de voorchristelijke oorsprong van deze verhalen en de twaalfde of dertiende eeuw toen ze werden opgeschreven in de vorm waarin we ze nu hebben, hadden de barden ze duizenden keren verteld en opnieuw verteld. Zouden ze gedurende die eeuwen niet aan ver- anderingen onderhevig zijn geweest? Het is zeker dat dit wel het geval was. Van een verslag en uiteenzetting van een mythologie zouden ze voornamelijk een bron van vermaak zijn geworden; hun zuivere bedoe- ling werd verduisterd. Hun zon werd gereduceerd tot een onbetekenend lichtje. Stel dat we van de Griekse mythologie slechts zouden weten wat er bij de troubadours als een traditie van is overgebleven? De diepste waarheden van religie en filosofie werden voor het onder- richt van de volkeren in eerste instantie opgetekend niet in de vorm van verhandelingen of uiteenzettingen maar als heldendichten, sagen en ver- halen. Ik ken geen betere vorm die daarvoor kan worden gevonden. Het is de ziel van de mens die de held van het eeuwige werelddrama is; ‘het heelal bestaat voor de doeleinden van de ziel.’ Vanaf het begin van de tijd ontvouwen gebeurtenissen, omstandigheden en avonturen zich rond de menselijke ziel; ze weeft deze rond zichzelf. De mens verstrikt zich in de gevolgen van zijn eigen denken en handelen – als het ware in een web – en moet zich door zijn eigen handelingen en gedachten bevrijden. De Groten uit de oudheid waren zich goed bewust van het bestaan van een ‘smal oud pad dat naar vrijheid leidt’: een pad van handelen, van denken, van wijsheid. Ze vertelden het verhaal van de ziel, en leidden haar van de oorspronkelijke vrijheid van Gwynfyd omlaag naar de diep- ten van Abred en incarnatie, naar de poorten van dat pad van vrijheid, en dan verder naar de hoogten. Zij die oren hadden om te horen, hoorden, en vonden in de grootse verhalen een aanduiding van het pad voor hen- VOORWOORD ix zelf. Voorzover het het volk betreft, voor hen was er amusement; en de louter uiterlijke leringen van de sagen waren voor hen een aansporing tot deugd, moed en een verstandig leven van vrijgevigheid en onzelfzuchtig handelen. De verhalen bleven nog lang bestaan na de tijd dat hun werkelijke betekenis was vergeten. Als staatsreligie kon de leer van de druïden geen weerstand bieden aan de legioenen van de Caesars na door deze te zijn verboden. Als die al voortduurde dan gebeurde dat in het geheim. Maar de druïdenverhalen die het amusement van de hoofdmannen in de winteravonden was geweest, en die waren bedoeld om jongemannen en meisjes de traditionele deugden in te prenten – de behoefte aan die ver- halen zou blijven bestaan. De winteravonden waren niet korter dan eerst; de deugden die door de nieuwe religie werden onderwezen, waren van een andere orde; feestelijke gebeurtenissen zouden niet compleet zijn zonder barden en verhalenvertellers; en zij moeten over oude bronnen beschikken om uit te kunnen putten: ze moeten het uiterlijke en zicht- bare teken bezitten, zoal niet de innerlijke en geestelijke elegantie. Misschien zijn alle oude verhalen die we hebben, Keltisch of Scandinavisch, Grieks of Perzisch of Indiaas, niets anders dan het opnieuw vertellen van de heilige mysterieverhalen door barden die de betekenis ervan gedeeltelijk, grotendeels of geheel en al waren vergeten. Want niets sterft vóór het zijn oorspronkelijke deugd heeft verloren. Als de religies van de oudheid zichzelf trouw waren gebleven, niet waren ontaard, zouden ze niet zijn uitgestorven. Bewijst de geschiedenis ons niet – het kleine fragment geschiedenis dat we bezitten – dat de geschie- denis van religie altijd hetzelfde verhaal is over het afnemen van een Licht, en het opnieuw ergens anders ontsteken ervan wanneer het te zwak is om nog van enig nut te zijn? De generaties van verhalenvertellers voegden aan hun traditionele materiaal hier en daar iets toe en ergens anders lieten ze een detail weg. Ze wijzigden de ene of de andere gebeurtenis om deze aan te passen aan hun eigen ideeën of de opvattingen van hun toehoorders. In het alge- meen neigden ze ertoe het persoonlijke in te voeren waar tevoren alleen het grootse en het onpersoonlijke was geweest. Vooral nadruk op het geslacht bood hen een ruim terrein voor ‘verbetering’ ten opzichte van de x HET LOT VAN DE VORSTEN VAN DYFED oude voorbeelden. Vergelijk de Ierse of de zuiver Welshe verhalen eens met die Welshe verhalen die tot ons zijn gekomen in een Normandische of een troubadour-stijl. Vergelijk het verhaal van Pwyll en Rhianon met dat van Tristan en Isolde. In het eerste dat verreweg het oudste is, is er geen ‘belangstelling voor liefde’; in het laatste is er niets dan dat. Iemand beweerde eens dat ‘romantische liefde’ geheel en al een ontwikkeling is uit de christelijke tijd. Dit is echter in één opzicht niet waar, want men- sen hebben jeugdigheid in een bepaalde fase van hun leven al heel wat eeuwen ervaren.
Recommended publications
  • The Fates of the Princes of Dyfed Cenydd Morus (Kenneth Morris) Illustrations by Reginald Machell
    Theosophical University Press Online Edition The Fates of the Princes of Dyfed Cenydd Morus (Kenneth Morris) Illustrations by Reginald Machell Copyright © 1914 by Katherine Tingley; originally published at Point Loma, California. Electronic edition 2000 by Theosophical University Press ISBN 1- 55700-157-x. This edition may be downloaded for off-line viewing without charge. For ease of searching, no diacritical marks appear in the electronic version of the text. To Katherine Tingley: Leader and Official Head of the Universal Brotherhood and Theosophical Society, whose whole life has been devoted to the cause of Peace and Universal Brotherhood, this book is respectfully dedicated Contents Preface The Three Branches of the Bringing-in of it, namely: The Sovereignty of Annwn I. The Council of the Immortals II. The Hunt in Glyn Cuch III. The Slaying of Hafgan The Story of Pwyll and Rhianon, or The Book of the Three Trials The First Branch of it, called: The Coming of Rhianon Ren Ferch Hefeydd I. The Making-known of Gorsedd Arberth, and the Wonderful Riding of Rhianon II. The First of the Wedding-Feasts at the Court of Hefeydd, and the Coming of Gwawl ab Clud The Second Branch of it, namely: The Basket of Gwaeddfyd Newynog, and Gwaeddfyd Newynog Himself I. The Anger of Pendaran Dyfed, and the Putting of Firing in the Basket II. The Over-Eagerness of Ceredig Cwmteifi after Knowledge, and the Putting of Bulrush-Heads in the Basket III. The Circumspection of Pwyll Pen Annwn, and the Filling of the Basket at Last The First Branch of it again: III.
    [Show full text]
  • The Meaning of the Idylls of the King
    T H E ME A N IN G O F TH E IDYLLS OF TH E KING A N E SSA Y IN I NTE RP RETATION O DE B O ST A N N P N LL D . C E I LLE , ” " A U TH R T H E P H IL O P H Y LIT R AT UR P OC H S O OF OS OF E E . E ” " ” LIT RAT UR T H E A T T H A LAR C H U S OF E E . FE S OF , " ” T H E D AT H S IR LA U N C L T E T C . E OF E O , NEW YORK CI N CIN NATI CHICAGO A M E R I C A N B O O K C O M P A N Y P Rs se OP YRI GHT 1904 B Y C , , CONDE B E N OIST P A LLE N ’ E nte re d at Statione rs H all , London TH E MEANING O F‘ T H E IDYLLS OF T H E K ING W P . I . FO R E W O R D T H E L d T e n n son a i i letter of or y , the f cs m le of which a a o n a was i n in ppe rs the first p ge , wr tte commendation of a bri ef ma ga zin e article on T he in Idylls o f the K ing published in 1 885 .
    [Show full text]
  • A Paradise Fading
    Master’s Thesis A PARADISE FADING Perceptions of Wild Nature in Alfred, Lord Tennyson’s Idylls of the King and Howard Pyle’s Story of King Arthur and His Knights Author: Li Hedenmalm Supervisor: Per Sivefors Examiner: Johan Höglund Term: Spring 2018 Subject: English Level: Advanced Level, 30 Credits Course code: 5EN01E ABSTRACT This thesis explores representations of wild nature in two Arthurian texts – one British and one American – produced in an age characterised by rapid social transformation: Alfred, Lord Tennyson’s Idylls of the King (1859-1885) and Howard Pyle’s Story of King Arthur and His Knights (1903). By investigation of the textual descriptions of wilderness and the portrayals of characters living there, the study aims to investigate what attitudes towards unkempt nature are displayed in the two texts. While both narratives give evidence of a powerful nostalgia for a vanishing paradise, the yearning for Eden is expressed quite differently. Pyle’s text fuses the concepts of wilderness and paradise together by depicting the unkempt landscape as a place of splendour and spiritual enjoyment. Such a celebration of nature might well be seen a reaction against the rapid loss of wild spaces across America (and Britain) during the life-time of the author. In the Idylls, paradise is represented in the domesticated yet green landscape of the faraway fairy island of Avilion. Wilderness, on the other hand, is depicted as a harmful disease progressively spreading across the realm, arguably bringing about a moral degeneration among the human characters. In the end, however, it is not wilderness, but the corruption of the supposedly civilised characters that causes the collapse of Arthur’s empire.
    [Show full text]
  • Idylls of the King;
    NY PUBLIC LIBMRY THE BWNCH.LISHAWE5 3 3333 2O26O 7343 NCH LIBRARIES 3 1 MI I 3333 8102''8868 u V fc te ,' : ^ IDYLLS OF THE KING jr Q -.. r ^^ j j. ^x IDYLLS OF THE KING BY ALFRED LORD TENNYSON ILLUSTRATED IN COLOUR. BY ELEANOR FORTESCUE BRICKDALE HODDER &STOUGHTON London New"Ybrk Toronto : 1 MOX AMD ; K...S. Printed at the Edinburgh Press in the City of London. T ILLUSTRATIONS ENID Facing To make her beauty vary day by day, In crimsons and in purples and in gems. Enid. 14 Yniol's rusted arms Were on his princely person, but thro' these Princelike his bearing shone. 30 They rode so slowly and they look'd so pale. 38 And many past, but none regarded her. 62 ILLUSTRATIONS VIVIEN Facing paga At which the King Had gazed upon her blankly and gone by. 70 O master, do you love my tender rhyme ? 78 Nor saw she save the King, who wrought the charm. 86 Sir Lancelot went ambassador, at first, To fetch her, and she took him for the King. Frontispiece And in the hollow oak he lay as dead, And lost to life and use and name and fame. 94 ELAINE Elaine. 102 Then to her tower she climb'd, and took the shield, There kept it, and so lived in fantasy. 110 ILLUSTRATIONS Facin . But to be with you still, to see your face, To serve you, and to follow you thro' the world. 181 So those two brethren from the chariot took And on the black decks laid her in her bed.
    [Show full text]
  • Idylls of the King
    Idylls of the King Alfred, Lord Tennyson **Project Gutenberg's Etext of Idylls of the King by Tennyson** #1 in our series by Alfred, Lord Tennyson Please take a look at the important information in this header. We encourage you to keep this file on your own disk, keeping an electronic path open for the next readers. Do not remove this. **Welcome To The World of Free Plain Vanilla Electronic Texts** **Etexts Readable By Both Humans and By Computers, Since 1971** *These Etexts Prepared By Hundreds of Volunteers and Donations* Information on contacting Project Gutenberg to get Etexts, and further information is included below. We need your donations. Idylls of the King by Alfred, Lord Tennyson August, 1996 [Etext #610] [Most recently updated: August 8, 2003] **Project Gutenberg's Etext of Idylls of the King by Tennyson** ****This file should be named idyll10a.txt or idyll10a.zip*** Corrected EDITIONS of our etexts get a new NUMBER, idyll11a.txt VERSIONS based on separate sources get new LETTER, idyll10b.txt Typed by Ng E-Ching, Singapore <[email protected]> We are now trying to release all our books one month in advance of the official release dates, for time for better editing. Please note: neither this list nor its contents are final till midnight of the last day of the month of any such announcement. The official release date of all Project Gutenberg Etexts is at Midnight, Central Time, of the last day of the stated month. A preliminary version may often be posted for suggestion, comment and editing by those who wish to do so.
    [Show full text]
  • Idylls of the King
    1 Idylls of the King By Alfred, Lord Tennyson ____________________________________________________________ Published by Ichthus Academy ____________________________________________________________ Idylls of the King ©Ichthus Academy 2 Contents Dedication 3 The Coming of Arthur 5 THE ROUND TABLE Gareth and Lynette 18 The Marriage of Geraint 53 Geraint and Enid 73 Balin and Balan 96 Merlin and Vivien 111 Lancelot and Elaine 134 The Holy Grail 167 Pelleas and Ettarre 189 The Last Tournament 204 Guinevere 222 The Passing of Arthur 239 To the Queen 251 Idylls of the King ©Ichthus Academy 3 Dedication These to His Memory—since he held them dear, Perchance as finding there unconsciously Some image of himself—I dedicate, I dedicate, I consecrate with tears— These Idylls. And indeed He seems to me Scarce other than my king's ideal knight, 'Who reverenced his conscience as his king; Whose glory was, redressing human wrong; Who spake no slander, no, nor listened to it; Who loved one only and who clave to her—' Her—over all whose realms to their last isle, Commingled with the gloom of imminent war, The shadow of His loss drew like eclipse, Darkening the world. We have lost him: he is gone: We know him now: all narrow jealousies Are silent; and we see him as he moved, How modest, kindly, all-accomplished, wise, With what sublime repression of himself, And in what limits, and how tenderly; Not swaying to this faction or to that; Not making his high place the lawless perch Of winged ambitions, nor a vantage-ground For pleasure; but through all this
    [Show full text]
  • IDYLLS of the KING by Alfred Lord Tennyson
    IDYLLS OF THE KING by Alfred Lord Tennyson THE AUTHOR Alfred Lord Tennyson (1809-1892) was born in Lincolnshire, England, the fourth of twelve children of an Anglican rector. After completing grammar school, he was educated at home by his father before entering Trinity College, Cambridge. He cultivated his poetic gifts from an early age, publishing Poems of Two Brothers with his brother Charles when he was only 18. At Cambridge, he enjoyed academic success, but was painfully shy. He continued to publish poetry, won a campus poetry prize, and in 1829 was invited to join a group of Cambridge intellectuals called the Apostles. Here he met Arthur Henry Hallam, who quickly became his best friend and eventually was engaged to marry Tennyson’s sister. After Tennyson and Hallam returned from a brief trip to Spain in an attempt to assist revolutionaries there, he was forced to leave the university without completing his degree because of the death of his father, which left him with insufficient funds to finish his education. For years thereafter, Tennyson lived quietly at home, working on his poetry. In 1832 he published a collection of poems that included The Lady of Shalott, The Lotos-Eaters, and The Palace of Art. Because of the uneven quality of the poems in the anthology, however, it was not well-received by critics, and Tennyson gave up his writing for almost a decade. A crisis in Tennyson’s life and art occurred in 1833 when Hallam died in Vienna at the age of 22. His shock at the loss of his best friend drove him into a period of deep despair, for which the only remedy was to write.
    [Show full text]
  • Ebook Download Idylls of the King Ebook, Epub
    IDYLLS OF THE KING PDF, EPUB, EBOOK Lord Alfred Tennyson,J. Gray | 384 pages | 05 Sep 1989 | Penguin Books Ltd | 9780140422535 | English | London, United Kingdom Idylls of the King PDF Book The kings we found, ye know we stayed their hands From war among themselves, but left them kings; Of whom were any bounteous, merciful, Truth-speaking, brave, good livers, them we enrolled Among us, and they sit within our hall. And while he waited in the castle court, The voice of Enid, Yniol's daughter, rang Clear through the open casement of the hall, Singing; and as the sweet voice of a bird, Heard by the lander in a lonely isle, Moves him to think what kind of bird it is That sings so delicately clear, and make Conjecture of the plumage and the form; So the sweet voice of Enid moved Geraint; And made him like a man abroad at morn When first the liquid note beloved of men Comes flying over many a windy wave To Britain, and in April suddenly Breaks from a coppice gemmed with green and red, And he suspends his converse with a friend, Or it may be the labour of his hands, To think or say, "There is the nightingale;" So fared it with Geraint, who thought and said, "Here, by God's grace, is the one voice for me. I know not: all are wanted here. The first important extended description of Arthur's career is in the Historia Regium Britanniae written by Geoffrey of Monmouth about , although it has been suggested that the author actually invented many of the incidents he reports.
    [Show full text]
  • The Marriage of Geraint and Enid” (1859, 1873)
    “The Marriage of Geraint and Enid” (1859, 1873) The brave Geraint, a knight of Arthur’s court, A tributary prince of Devon, one Of that great Order of the Table Round, Had married Enid, Yniol’s only child, And loved her, as he loved the light of Heaven. 5 And as the light of Heaven varies, now At sunrise, now at sunset, now by night With moon and trembling stars, so loved Geraint To make her beauty vary day by day, In crimsons and in purples and in gems. 10 And Enid, but to please her husband’s eye, Who first had found and loved her in a state Of broken fortunes, daily fronted him In some fresh splendour; and the Queen herself, Grateful to Prince Geraint for service done, 15 Loved her, and often with her own white hands Arrayed and decked her, as the loveliest, Next after her own self, in all the court. And Enid loved the Queen, and with true heart Adored her, as the stateliest and the best 20 And loveliest of all women upon earth. And seeing them so tender and so close, Long in their common love rejoiced Geraint. But when a rumour rose about the Queen, Touching her guilty love for Lancelot, 25 Though yet there lived no proof, nor yet was heard The world’s loud whisper breaking into storm, Not less Geraint believed it; and there fell A horror on him, lest his gentle wife, Thro’ that great tenderness for Guinevere, 30 Had suffered, or should suffer any taint In nature: wherefore going to the King, He made this pretext, that his princedom lay Close on the borders of a territory, Wherein were bandit earls, and caitiff knights, 35 Assassins,
    [Show full text]
  • Idylls of the King
    IDYLLS OF THE KING By Alfred Lord Tennyson Contents: Dedication ...............................................................................................................3 The Coming of Arthur .............................................................................................5 Gareth and Lynette ................................................................................................21 The Marriage of Geraint ........................................................................................64 Geraint and Enid....................................................................................................89 Balin and Balan ...................................................................................................117 Merlin and Vivien................................................................................................136 Lancelot and Elaine .............................................................................................165 The Holy Grail.....................................................................................................206 Pelleas and Ettarre ...............................................................................................233 The Last Tournament...........................................................................................251 Guinevere ............................................................................................................274 The Passing of Arthur..........................................................................................294
    [Show full text]
  • Amy Lowell Men, Women and Ghost
    AMY LOWELL MEN, WOMEN AND GHOST 2008 – All rights reserved Non commercial use permitted ALFRED TENNYSON by Andrew Lang INTRODUCTION In writing this brief sketch of the Life of Tennyson, and this attempt to appreciate his work, I have rested almost entirely on the Biography by Lord Tennyson (with his kind permission) and on the text of the Poems. As to the Life, doubtless current anecdotes, not given in the Biography, are known to me, and to most people. But as they must also be familiar to the author of the Biography, I have not thought it desirable to include what he rejected. The works of the "localisers" I have not read: Tennyson disliked these researches, as a rule, and they appear to be unessential, and often hazardous. The professed commentators I have not consulted. It appeared better to give one's own impressions of the Poems, unaffected by the impressions of others, except in one or two cases where matters of fact rather than of taste seemed to be in question. Thus on two or three points I have ventured to differ from a distinguished living critic, and have given the reasons for my dissent. Professor Bradley's Commentary on In Memoriam {1} came out after this sketch was in print. Many of the comments cited by Mr Bradley from his predecessors appear to justify my neglect of these curious inquirers. The "difficulties" which they raise are not likely, as a rule, to present themselves to persons who read poetry "for human pleasure." I have not often dwelt on parallels to be found in the works of earlier poets.
    [Show full text]
  • A Study of Tennyson's Idylls of the King Thesis
    A STUDY OF TENNYSON'S IDYLLS OF THE KING by MARC STUART FALCONER THESIS Submitted in fulfilment of the requirements for the Degree of MASTER OF ARTS Rhodes University June 1991 "So spake the King: I knew not all he meant." (The Holy Grail, 916) TABLE OF CONTENTS Abstract •••••••••• .iv Acknowledgements .................................. vi A Note on the Text. .vii Chapter 1 Genre in the Idylls •• .1 Chapter 2 The Coming of Arthur. .16 Gareth and Lynette ••••••••••••••••••••• 26 The Geraint and Enid Idylls. .38 Chapter 3 Balin and Balan ••• .50 Merlin and Vivien. .62 Lancelot and Elaine. .68 =T:.:ho.::e::........:H::.o=l..... y---=G:.:ro..:a=c~::.· =1 • • • • • •• .77 Chapter 4 Pelleas and Ettarre •• .93 The Last Tournament. .102 Guinevere ............ .115 The Passing of Arthur. .126 Works Cited and Consulted •••••••• .136 iii ABSTRACT This thesis is a study of themes and genre in Tennyson's Idylls of the King. I have not attempted to present a survey of the body of critisicm on the cycle, nor have I attempted a comprehensive comparison of the poem with any of Tennyson's sources. The first chapter is based on A. Fowler's study of genres and I follow the implications of his work in my reading of the Idylls. Tennyson blends various generic strands in his cycle, in particular allegory, epic, dramatic monologue and the Alexandrian idyll, to create a complex psychological allegory of epic scope which both draws on traditional genres and extends them. I believe the Idylls should be read as a cycle and in the order in which Tennyson finally presented them; the ordering process is as much part of the creative process as the actual act of composition.
    [Show full text]