Boerderijen Van Nieuwerkerk
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
1 Van Spaanse Zee en Keulse Putten Vierhonderd jaar boerderijen in Nieuwerkerk en Ouwerkerk (Ouwerkerk niet in dit digitale deel opgenomen) A.S. Flikweert 2017 2 Inhoudsopgave Deel 2 De boerderijen in de Vierbannenpolder en de aangrenzende Gouwepolders Kaart A Saspolder en Bettewaardepolder Kaart B Gouweveerpolder Kaart C Nieuwerkerk, westzijde Kaart D Nieuwerkerk, noordzijde Kaart E Nieuwerkerk, oostzijde Kaart F Nieuwerkerk, dorpskern en Oude Nieuwland Kaart G Capelle 3 Deel 2 Boerderijen in de Vierbannenpolder en de aangrenzende Gouwepolders: Kaart A: Saspolder en Bettewaardepolder A 1 Tempora Mutantur A 2 Mijn nieuw leven A 3 De Blinkende Panhoeve A 4 Bettewaarde A 5 Spaanse Zee A 6 Hofstede in zuidwesthoek van Bettewaardepolder (in 1814 afgebroken) Kaart B: Gouweveerpolder B 1 Ypenhove B 2. Stadszicht B 3 Bouwlust B 4 Hofstede in het zuiden van de Gouweveerpolder (in 1885 afgebroken) Kaart C: Nieuwerkerk, westzijde C 1 Botland C 2 Buitenzorg (eerder de Manhuishoeve) C 3 Bouwlust C 4 Hofstede aan Dijkema’s weegje (in 1851 afgebroken) C 5 Steenzwaan C 6 Boerderij in de 31e mate (ten westen van Steenzwaan) C 7 Hooggelegen C 8 De Stolpe Kaart D: Nieuwerkerk, noordzijde D 1 Schoon Verbond D 2 Weyde Line D 3 Hofstede aan het eind van de Frankeweg D 4 Ruimzicht D 5 Rase Keure D 6 Hofstede ten oosten van Potterweg D 7 Hofstede ten westen van de Stoofweg D 8 Noordhoeve D 9 Zeemanslust D 10 Hooge Hoeve D 11 Steenzwaan aan de Lageweg D 12 Boerderij aan de Stoofweg Kaart E: Nieuwerkerk, oostzijde E 1 Boerderij aan de Sluisweg E 2 Hofstede aan de voormalige Blindeweg (kort na 1829 afgebroken) E 3 Luctor et Emergo E 4 Zomerlust E 5 Krabbenhoeke E 6 Hofstede in de 4e mate E 7 Keulse Putten en Dijkzigt Kaart F: Nieuwerkerk dorpskern + Oude Nieuwland 4 F 1 Eerste Heul F 2 Boerderij aan de Weststraat F 3 Familiehoeve (ook Dorpszicht) F 4 Boerderij aan de noordzijde van de Ring F 5 Boerderij aan de westzijde van de Molendijk F 6 Boerderij aan de oostzijde van de Molendijk F 7 Cereales F 8 Het Hooge Huis + boerderij van Dalebout F 9 Boerderij met woning aan de Kerkstraat F 10 Boerderij aan de Rollenklootse Dijk F 11 Hofstede aan het Boomweegje F 12 De Muije F 13 De Wereld F 14 Nooitgedacht F 15 Landzicht Kaart G: Capelle G 1 Boerderij familie De Vlieger G 2 De Swarte Poorte G 3 Boerderij familie Van der Wekken G 4 Papenhof (in 20e eeuw Pythagoras) G 5 Hofstede aan de Capelleweg (recht tegenover de Loensweg) G 6 Hooggelegen/De Hoogte G 7 De Banjaard G 8 Slot Zwanenburg G 9 Windenburg G 10 Boerderij ten noorden van de Slotweg (tegenover Slot Zwanenburg) G 11 Slikhoefje G 12 Boerderij ten zuiden van de Slotweg 5 A 1 Tempora Mutantur De hofstede was aanvankelijk de enige hofstede in de in 1646 ingedijkte Saspolder of Klein Bettewaardepolder. Zij lag volgens het veldboek van 1791 (oudere veldboeken zijn verloren gegaan) in het 9e blok van Saspolder nr. 1. De monumentale woning, die dateert uit de 18e eeuw, is de oudst bewaarde hofstede van Nieuwerkerk en Ouwerkerk. In 1832 was het één van de zes grootste hofsteden van Nieuwerkerk. Nummering 1818-1850: A 116, vanaf 1861: A 181a; vanaf 1910: B 52; vanaf 1930: B 63. Huidig adres: Bettewaardsedijk 13 (vanaf 1961 behorend tot Zierikzee). In 1677 was de Zierikzeese koopman Adriaan van Keetenburgh (1619-1677) eigenaar. Hij was in 1655 gehuwd met Susanna Stavenisse (1634-1658), dochter van mr. Marinus Stavenisse, Heer van Botland, en Cornelia Mogge. Hij was in 1660 hertrouwd met Catharina Cau (1636-1680), dochter van mr. Iman Cau en Louise Sweerts de Weert. In 1690 waren zijn erven eigenaar (RAZE 4015). Dit waren zijn zoons Laurens (1656-1693), gehuwd met Maria Pieternella van Couwenburgh, Iman (1663-1702), gehuwd met Margaretha van Couwenburgh, en de op Ceylon wonende Jan (1665-1696), gehuwd met Johanna Bart, en zijn ongehuwde dochter Susanna (1661-1702). Hun enige kleinzoon Gerardus van Keetenburgh Lzn (1682-1714) had een zoon Gerardus (1714-1777), gehuwd met Adriana Baster, die kinderloos overleed. De erven Van Keetenburgh verkochten de hofstede na 1690 aan Charles Plevier (1646-1717), in 1678 gehuwd met Elisabeth Lambrechtse. Hij was vanaf 1699 tot 1717 dijkgraaf van de Saspolder. De volgende eigenaar was zoon dr. Cornelis Plevier (1696-1754), stadsdoctor van Zierikzee, in 1724 gehuwd met Cornelia Schuurbeque (1705-1776), dochter van Iman Schuurbeque en Anna Wintschut. In 1791 was hun ongehuwde zoon Charles Plevier (1736- 1801) eigenaar. Hij was eerst luitenant ter zee en vervolgens commies der admiraliteit op Zijpe. De hofstede werd waarschijnlijk vanaf omstreeks 1695 bewoond door Adriaen Hendrickse Taselaar (of Teselaar), geboren te Kats, die omstreeks 1695 huwde met Cornelia Hendrickse Block (1674-1716), afkomstig uit Colijnsplaat. Zij hadden kinderen te Nieuwerkerk vanaf 1697. Zij hertrouwde in 1709 Cornelis Hendrickse Bogaart (1687), geboren te Dreischor als zoon van Hendrick Tonisse Bogaart en Maatje Cornelisse Pijpeling. Hij was in 1714 en 1724 bewoner van de hofstede. Hij hertrouwde in 1716 Maria Aelbrechtse Bresto (1684). Zijn zus Maria was gehuwd met Jacob Stoutjesdijk, landbouwer op het Papenhof te Capelle. Hij maakte op 12-05-1751 testament op en woonde toen nog in de Saspolder. Zijn zoon Hendrick (1719) was tot 1750 pachter op een hofstede te Dreischor. Cornelis kocht zelf in 1748 een hofstede aan de Kapteinsweg te Dreischor met 87.245 gemeten grond, waarop zijn dochter Janna, gehuwd met Adriaan Janse de Lange, woonde. De hofstede werd in 1791 als pachter bewoond door Jacob Leendertse Berman (1757-1800), zoon van Leendert Janse Berman (in 1772 eigenaar van de hofstede Weyde Line) en Elisabeth Jacobse de Bruine. Hij was in 1785 gehuwd met Pieternella Cornelisse van den Hoek (1752- 1824), geboren te Serooskerke. Hij was bij zijn overlijden schepen van Nieuwerkerk en eigenaar van de hofstede aan het eind van de Frankeweg. Pieternella van den Hoek hertrouwde in 1801 Jan Hubregtse van de Stolpe (1771-1828), zoon van Hubregt Janse van de Stolpe en Lauwerina Leenderts Doelman van de hofstede Rase Keure. Hij kocht kort na 1801 de hofstede van de erven Charles Plevier. Bij hun overlijden in 6 1824 en 1828 bezaten zij maar liefst tien werkpaarden en ruim 74 ha grond: 45.63 ha in de Saspolder, 16.20 ha in de Bettewaardepolder en 12.47 ha in de Vierbannenpolder. Op het geheel rustte een hypotheek van fl. 19.000,- van Cecilia van Vrijberghe (1740-1825), de weduwe van mr. Pieter Paul van Gelre. Het batig saldo bedroeg in 1824 nog fl. 8.839,-. Bij zijn overlijden in 1828 was het saldo inmiddels negatief vanwege de vele schepenschuldbrieven. De hofstede werd op 19-02-1829 met de in totaal 74.31.08 ha grond publiek verkocht voor fl. 19.767,53 aan Willem Adriaan de Jonge (1763-1835), advocaat te Zierikzee, die in 1784 gehuwd was met Cornelia Petronella Mogge Pous (1765-1837). Hij werd in 1835 als eigenaar opgevolgd door zijn zoon mr. Willem Dignus de Jonge (1795- 1864) te Zierikzee, in 1816 gehuwd met Stephania de Weert (1798-1842), en in 1844 hertrouwd met Willemina Badon Ghijsen (1808-1894). Hij was de vader van het latere Tweede Kamerlid jhr. Johan Louis de Jonge. Vanaf 1868 waren eigenaar van de hofstede de minderjarige kinderen van Charles Jean Elsen (1812-1862) te Antwerpen alsmede hun zwager, de latere luitenant-generaal baron Albert Ernest Donny (1841-1923) te Sint Joost ten Node (België), die gehuwd was met Juliette Henriette Florentine Caroline Elsen (1844-1874). Vanaf 1883 was Albert Ernest Donny alleen eigenaar. Hij verkocht de hofstede in 1916 aan Boudewijn Anthonie Steendijk. Vanaf 15-03-1829 werd de hofstede als pachter bewoond door Leendert Moerland (1786- 1854), geboren te Stavenisse, en Maatje Brabers (1794-1840), zijn derde echtgenote; zij waren afkomstig uit Sint-Maartensdijk. Bij hen groeide zijn neefje Marinus van Mourik (geboren te Zevenbergen) op, de stamvader van de familie Van Mourik op Schouwen- Duiveland. Deze bewoonde later de Noordhoeve. Op 20-03-1855 vond, na het overlijden van Leendert Moerland, de verkoop plaats van de omvangrijke boereninspan, bestaande uit onder meer negen werkpaarden, vier jonge paarden en zestien melkkoeien. Vanaf 1837 werd de hofstede mede bewoond door schoonzoon Pieter Koopman (1809-1904), zoon van Maarten Koopman en Cornelia van Damme te Ouwerkerk, in 1837 gehuwd met Adriana Moerland (1812-1897). Zij behoorden tot de Christelijke Gereformeerde Kerk te Zierikzee. Zij lieten in 1861 ten zuiden van de hofstede de nieuwe boerderij Mijn nieuw leven bouwen, waarop zij gingen wonen. Vanaf 1861 werd de hofstede bewoond door hun oudste zoon Leendert Koopman (1837- 1909), in 1866 gehuwd met Adriana Broeksmit (1840-1936), dochter van Aart Broeksmit en Marina Padmos van De Stelhoek te Bruinisse, en dus een zuster van Neeltje Capelle- Broeksmit van de hofstede Schoon Verbond. Zij behoorden tot de Christelijke Gereformeerde Kerk te Zierikzee. In 1887 steeg de belastbare waarde tot 400; in dat jaar werd de uit Zuid- Beveland afkomstige schuur opgebouwd nadat op 04-06-1887 de verkoop plaatsvond van “de afbraak eener boerenschuur” met onder meer 13.000 dakpannen. Adriana Koopman- Broeksmit verhuisde op 05-03-1918 met haar ongehuwde zoon Aart (1868-1940), die het boerenbedrijf had voortgezet, naar Zierikzee, Verrenieuwstraat B 109 (thans nr. 16). Dochter Adriana Pieternella Koopman was gehuwd met Bartel van de Zande van de hofstede Bouwlust. Zoon Marinus Koopman bewoonde achtereenvolgens Bouwlust en Zeemanslust. Jongste dochter Cornelia Maatje Koopman huwde Leendert Koopman (geen familie) van de hofstede De Banjaard. De hofstede werd vanaf 1918 bewoond door Boudewijn Anthonie Steendijk (1890-1954), zoon van Cornelis Steendijk en Adriana Abramina van der Slikke (Weyde Line).