Rapporten All-Archeo bvba 886

Archeologienota -Mere - Oudenaardsesteenweg

David Vanhee

Bornem 2019

2 | Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg

Colofon

Rapporten van het archeologisch onderzoeksbureau All-Archeo bvba

Erkend archeoloog: All-Archeo bvba, OE/ERK/Archeoloog/2015/00018

Auteur: David Vanhee

All-Archeo bvba Woestijnstraat 45 2880 BORNEM

Wettelijk depot nummer D/2019/12.807/139

© All-Archeo bvba

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en /of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever.

All-Archeo bvba aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg | 3

Inhoudsopgave 1 Inleiding ...... 4 2 Verslag resultaten bureauonderzoek ...... 5 2.1 Administratieve gegevens ...... 5 2.2 Archeologische voorkennis ...... 7 2.3 Onderzoeksopdracht ...... 7 2.3.1 Vraagstelling en randvoorwaarden ...... 7 2.3.2 Beschrijving geplande werken ...... 8 2.3.3 Werkwijze ...... 10 2.4 Assessmentrapport ...... 10 2.4.1 Landschappelijke ligging van het onderzochte gebied ...... 10 2.4.2 Historische beschrijving van het onderzochte gebied ...... 18 2.4.3 Het onderzochte gebied in zijn archeologisch kader ...... 25 2.4.4 Interpretatie van het onderzochte gebied en synthese ...... 28 2.4.5 Afweging noodzaak verder vooronderzoek ...... 28 3 Samenvatting ...... 30 4 Bibliografie ...... 31 4.1 Publicaties ...... 31 4.2 Websites ...... 31 5 Bijlagen ...... 32 5.1 Archeologische periodes ...... 32

4 | Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg

1 Inleiding

De archeologienota werd opgemaakt naar aanleiding van de aanvraag van een verkavelingsvergunning waarbij de totale oppervlakte van de kadastrale percelen waarop de vergunning betrekking heeft 3000 m² of meer bedraagt en waarbij de percelen helemaal buiten de archeologische zones liggen, opgenomen in de vastgestelde inventaris van archeologische zones,1 zoals bepaald in artikel 5.4.2 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Het onderzoeksgebied valt niet binnen een beschermde archeologische site, noch binnen een gebied waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt.2

Alle coördinaten die weergegeven worden, zijn uitgedrukt in Lambert 72, tenzij anders vermeld.

De uitvoering van vooronderzoek zonder ingreep in de bodem gaat steeds de uitvoering van vooronderzoek met ingreep in de bodem vooraf. Het doel van een archeologisch vooronderzoek wordt immers met een minimum aan destructie van het archeologisch erfgoed bereikt.

1 https://geo.onroerenderfgoed.be 2 https://geo.onroerenderfgoed.be Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg | 5

2 Verslag resultaten bureauonderzoek

Het doel van de archeologische bureaustudie is de aanwezigheid, aard en bewaringsomstandigheden van de archeologische monumenten te kunnen inschatten, de landschappelijke opbouw van het gebied te kennen, om de impact van de werken op het aanwezige archeologische erfgoed in te schatten en daaruit concrete aanbevelingen te formuleren voor de verdere prospectiestrategie. 2.1 Administratieve gegevens Projectcode: 2019J317

Erkend archeoloog: All-Archeo bvba, OE/ERK/Archeoloog/2015/00018

Locatie (provincie, gemeente, deelgemeente, adres, toponiem): Oost-Vlaanderen, Erpe-Mere, Erpe- Mere, Oudenaardsesteenweg, Oudenaardsesteenweg

Bounding box x/y Lambert 72 coördinaten: - 121650 180395 - 121760 180231 - 121727 180206 - 121562 180223

Kadastraal plan:

Figuur 1: Kadasterplan met aanduiding van het onderzoeksgebied in rood (www.geopunt.be)

6 | Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg

Kadastrale percelen: Erpe-Mere, Afdeling 1, sectie D, nummers 972b, 819d, 814b, 818c, 821b, 820x en 820w

Oppervlakte onderzoeksgebied: ca. 21363 m²

Topografische kaart:

Figuur 2: Topografische kaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (https://www.dov.vlaanderen.be)

Begin- en einddatum uitvoering onderzoek: 30/10/2019 – 6/11/2019

Relevante termen uit de thesauri bij de Inventaris Onroerend Erfgoed: bureauonderzoek, steentijd, Romeinse tijd, middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd, grasland

Verstoorde zones: Er bevinden zich gebouwen en verhardingen ter hoogte van het onderzoeksgebied (Figuur 3). Er kan verondersteld worden dat de realisatie ervan enige negatieve impact heeft gehad op het archeologisch bodemarchief. De precieze aard en de omvang van deze verstoring is echter niet gekend.

Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg | 7

Figuur 3: Verstoringenkaart, weergegeven op het GRB (www.geopunt.be)

2.2 Archeologische voorkennis Er is geen concrete archeologische voorkennis met betrekking tot het onderzoeksgebied.

2.3 Onderzoeksopdracht

2.3.1 Vraagstelling en randvoorwaarden Naar aanleiding van de geplande werken ter hoogte van het onderzoeksterrein werd een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd. Hierbij staat de vraag centraal wat de impact zal zijn van de geplande werken op het archeologisch bodemarchief. Op basis daarvan wordt een afweging gemaakt of verder archeologisch onderzoek met ingreep in de bodem nodig is.

Volgende onderzoeksvragen worden behandeld: - Welke aanwijzingen bevatten de bestaande bronnen over het archeologisch potentieel van het terrein? - Wat is de landschapshistoriek en de gebruiksevolutie van het terrein? - Wat is de impact van de geplande werken?

Randvoorwaarden: er zijn geen randvoorwaarden van toepassing. 8 | Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg

2.3.2 Beschrijving geplande werken

Op het terrein zal een kmo-zone met 15 units gerealiseerd worden (Figuur 4). De gebouwen worden ontsloten via wegenis die aansluit op de Oudenaardsesteenweg. Samen met de wegenis worden een rioleringsnetwerk en andere nutsleidingen aangelegd. De exacte funderingsdiepte en -techniek van de geplande infrastructuur ligt in deze fase nog niet vast. Ook de verstoringsdiepte van de nieuwe industriegebouwen is nog niet gekend.

De resterende ruimte wordt ingevuld door parkeerplaatsen voor wagens en vrachtwagens, twee wadi’s (206 en 276 m²), halfondergrondse vuilniscontainers en een infiltratiegracht. Er komt ook een ondergrondse wateropslag (360 m³) van 3,4 m diep voor bluswater onder de opstelplaats voor de brandweer. Dit betekent plaatselijk een grotere verstoringsdiepte. Rondom de kmo-zone komt een talud met streekeigen bomen en struiken.

Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg | 9

Figuur 4: Ontwerpplan (Ward De Beule Architectenburo bvba) 10 | Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg

2.3.3 Werkwijze Het bureauonderzoek heeft betrekking op een zone die gekenmerkt wordt door een lage densiteit aan bebouwing in het verleden. Daarom wordt bijzondere aandacht besteed aan de landschappelijke opbouw en het landgebruik van het gebied.

Voor het bureauonderzoek zijn de aardkundige gegevens online opgezocht via www.dov.vlaanderen.be en www.geopunt.be. De geomorfologische kaart en de bodemerosiekaart zijn niet beschikbaar voor het onderzoeksgebied. Het historisch kaartmateriaal is gegeorefereerd geraadpleegd op www.geopunt.be.

Het belangrijkste beschikbare historisch kaartmateriaal werd geraadpleegd om de gebruiksgeschiedenis van het onderzoeksgebied van de laatste eeuwen zo goed mogelijk te kennen. Met de Villaretkaart (1745-1748), de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden (1771-1778), de Atlas der Buurtwegen (1841), de Atlas cadastral parcellaire de la Belgique van Popp (1842-1879) en de Vandermaelenkaart (1846-1854) worden vijf momentopnames bekeken, voorafgaand aan de stafkaarten. De informatie afkomstig uit historisch kaartmateriaal kan een impact hebben op de inschatting van de kwaliteit van het eventueel aanwezige oudere bodemarchief. Beschikbare stafkaarten en luchtfoto's van het onderzoeksterrein werden geraadpleegd op www.geopunt.be en op www.cartesius.be. Ze worden enkel weergegeven in voorliggende studie wanneer ze een relevante bijdrage kunnen leveren aan de onderzoeksvragen met betrekking tot de landschapshistoriek, de gebruiksgeschiedenis van het terrein of de evolutie van de historische bebouwing.

In het kader van de vraagstelling rond het archeologisch potentieel van het terrein werden de Centrale Archeologische Inventaris en de landschapsatlas geraadpleegd. De Centrale Archeologische Inventaris is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op basis van de Centrale Archeologische Inventaris met zekerheid uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. 2.4 Assessmentrapport

2.4.1 Landschappelijke ligging van het onderzochte gebied Het onderzoeksgebied ligt ten westen van Erpe en ten noorden van Mere, op telkens ca. 1 km afstand. Het wordt afgebakend door de Oudenaardsesteenweg die van het zuidwesten naar het noordoosten loopt. De andere grenzen worden gevormd door de spoorlijn Aalst – (nr. 82) in het westen en de spoorlijn Brussel-Zuid naar Oostende (nr. 50A) in het noorden (Figuur 5). Volgens het gewestplan is het terrein gelegen in een zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo's. Hydrografisch behoort het tot het Denderbekken, nabij de grens met het Beneden-Scheldebekken ten westen.

In de buurt van het onderzoeksgebied loopt de Molenbeek - Ter Erpenbeek van het zuiden naar het noorden. Een vertakking van diezelfde beek loopt ten noorden van het terrein. Ten westen van het projectgebied stromen de Smoorbeek en de Molenbeek. Meer naar het noorden vinden we de Kokelaarsbeek, de Megrachtloop en de Zijpbeek. Het terrein ligt op de oostelijke helling van een rug die tussen de valleien van de Molenbeek - Ter Erpenbeek en de Molenbeek ligt (Figuur 7).

Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg | 11

Figuur 5: Luchtfoto van 2018 met aanduiding van het onderzoeksgebied (https://www.geopunt.be/kaart)

Figuur 6: Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen II, DTM 1 m en Hillshade DHM Vlaanderen I, 5 m, met aanduiding van het onderzoeksgebied 12 | Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg

Figuur 7: Hydrografische kaart met aanduiding van het onderzoeksgebied, Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen II, DTM 1 m en Hillshade DHM Vlaanderen I, 5 m (https://www.geopunt.be/kaart)

Figuur 8: Hoogteverloop van noordoost naar zuidwest over het onderzoeksgebied (www.geopunt.be/kaart) Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg | 13

Figuur 9: Hoogteverloop van west naar oost over het onderzoeksgebied (www.geopunt.be/kaart)

Geomorfologisch ligt het onderzoeksgebied binnen het heuvellandschap tussen de Dender en de Schelde. Het interfluvium bestaat uit consequent (zuidwest-noordoost) gerichte tertiaire getuigenheuvels (Figuur 7). Het gebied wordt verder gecompartimenteerd door talrijke insnijdingen van beken. Hierdoor zijn een reeks parallel gelegen getuigenheuvels te onderscheiden, die van elkaar gescheiden zijn door beekvalleitjes volgens een westzuidwest-oostnoordoost-as.3

Het terrein zelf ligt op de rand van de diep ingesneden vallei van de Molenbeek - Ter Erpenbeek (Figuur 6). Dat is duidelijk zichtbaar op het hoogtemodel (Figuur 8 en Figuur 9). Het onderzoeksgebied bevindt zich zo in een gradiëntzone tussen een vallei en een noordoost-zuidwest gerichte heuvel. De helling is tevens duidelijk op het hoogteverloop. De minimale waarden van ca. 23 m TAW bevinden zich in het oosten. In het westen lopen de waarden op boven 27 m TAW, maar daar moeten we rekeninghouden met het aanwezige spoorwegtalud.

3 Vermeire et al. 1999, 8 14 | Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg

Figuur 10: Tertiaire geologische ondergrond met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

De tertiaire ondergrond van het onderzoeksgebied (Figuur 10) bestaat uit de Formatie van Tielt, meer bepaald uit het Lid van Egem, dat bestaat uit grijsgroen zeer fijn zand, kleilagen en zandsteenbanken. Het is glauconiet- en glimmerhoudend. Ten noordoosten bevindt zicht het Lid van Kortemark. Dit wordt gekenmerkt door grijze tot groengrijze klei tot silt, dunne banken zand en silt.4

4 www.geopunt.be/kaart Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg | 15

Figuur 11: Quartairgeologische kaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

De quartairgeologische kaart (Figuur 11) geeft aan dat in het grootste deel van het terrein bovenaan jongere fluviatiele afzettingen aanwezig zijn van het Holoceen en mogelijk van het Tardiglaciaal, mogelijk gevolgd door vermoedelijk eolische afzettingen van het Weichseliaan (Laat-Pleistoceen), mogelijk Vroeg-Holoceen, en/of hellingafzettingen van het quartair. Daaronder bevinden zich mogelijk nog fluviatiele afzettingen van het Weichseliaan.

In het zuidoostelijke deel van het terrein komen eolische afzettingen van het Weichseliaan (Laat- Pleistoceen), mogelijk Vroeg-Holoceen en/of hellingafzettingen van het quartair voor. Deze zone komt overeen met de vallei van de Molenbeek - Ter Erpenbeek. In het noordwesten van het onderzoeksgebied komen eolische afzettingen van het Weichseliaan (Laat-Pleistoceen) en mogelijk van het Vroeg-Holoceen voor en/of hellingafzettingen van het Quartair. Hieronder bevinden zich getijdenafzettingen met mogelijke intercalatie van fluviatiele en eolische afzettingen van het Vroeg- Pleistoceen.5

5 www.geopunt.be/kaart 16 | Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg

Figuur 12: Legende bij de quartairgeologische kaart (www.geopunt.be)

Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg | 17

De bodemkaart (Figuur 13) karteert binnen het onderzoeksgebied verschillende bodems. Van noord naar zuid komen de volgende bodemtypes voor: een matig droge leembodem met textuur B horizont (Aca), een matig natte leembodem zonder profiel (Adp) en een natte leembodem zonder profiel (Ahp) nabij de Oudenaardsesteenweg.6

Figuur 13: Bodemkaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

In het onderzoeksgebied zijn op de bodemgebruikskaart gebouwen en verhardingen te bemerken. Voor het overige wordt het onderzoeksgebied volgens de kaart ingenomen door gras en struiken (Figuur 14). Dit beeld komt overeen met het beeld dat we zien op een recente luchtfoto (Figuur 5).

6 Bastiaens 1994, 83-86; van Doesburg et al. 2007, 150 18 | Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg

Figuur 14: Bodemgebruikskaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

2.4.2 Historische beschrijving van het onderzochte gebied Het onderzoeksgebied ligt tussen de kernen van Erpe en Mere, nabij de spoorlijnen Aalst – Burst (nr. 82) en Brussel-Zuid over Gent Sint-Pieters naar Oostende (nr. 50A). Erpe-Mere (ID: 13224) is een fusiegemeente die sinds 1977 bestaat uit Erpe, Mere, , , Burst, , , .7 Bestuurlijk en fiscaal behoort de gemeente tot het Land van Aalst. Erpe (ID: 13420) ligt ten noorden van het onderzoeksgebied en wordt doorkruist door een aantal belangrijke verkeersaders; namelijk de Gentse Steenweg, de Oudenaardse Steenweg en de E40 (ten zuiden). De gemeente kent een heuvelachtig landschap met diep ingesneden beekvalleien, o.a. van de Molenbeek, waarlangs een natuurgebied ligt. Van 1440 tot 1714 was het eigendom van de heren van Erpe. Daarna is het openbaar verkocht aan Jan de Wapenaer. De bebouwing is voornamelijk 19de-eeuws.8 Mere (ID: 13421) ligt dan weer ten zuiden het onderzoeksgebied. Het ligt ook ten zuiden van de E40 en ten zuidoosten van de provinciale baan Aalst-Oudenaarde. Begin 13de eeuw was het eigendom van de familie van Mere, verder eigendom van de families van Erpe (derde kwart van de 15de eeuw), van Liedekerke (tweede helft van de 16de eeuw), du Bosch (eind 16de eeuw), Blondel en de Vicq van Cumptich (17de tot 18de eeuw). In 1658 is het verheven tot baronie.9 Ten westen van het onderzoeksgebied ligt Ottergem (ID: 13426). De oudste vermelding stamt uit 1108. Het dorp was nauw

7 https://id.erfgoed.net/themas/13224, geraadpleegd op 5 november 2019 8 https://id.erfgoed.net/themas/13420, geraadpleegd op 5 november 2019 9 https://id.erfgoed.net/themas/13421, geraadpleegd op 5 november 2019 Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg | 19

verbonden met Erondegem en behoorde tot "'s graven propre dorpen", die onder het rechtstreekse beheer der Graven van Vlaanderen stonden. Sinds de 15de eeuw werd de heerlijke titel gevoerd onder meer door de familie Van Erpe, de Schoutheete, de Wilde en de Norman. In 1773 werd de parochie Ottergem van Erondegem gescheiden.10

Op de Villaretkaart, genoemd naar Jean Villaret, ingenieur-geograaf bij het Franse hof en één van de makers (1745-1748), bevindt het onderzoeksgebied zich ten oosten van het dorp Ooterghem. Ook de weg naar Oudenaarde loopt ten oosten van het terrein (Figuur 15). Het terrein zelf lijkt deels uit bos te bestaan en er loopt een weg of pad naartoe.

Figuur 15: Villaretkaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

10 https://id.erfgoed.net/themas/13426, geraadpleegd op 5 november 2019 20 | Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg

Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgemaakt op initiatief van graaf de Ferraris (1771-1778), is te zien dat het onderzoeksgebied deels in gebruik is als akkerland (Figuur 16). De rest van het terrein is grasland. Ook op deze kaart lijkt een dreef of weg afgebakend door een bomenrij naar het terrein te lopen. Het onderzoeksgebied ligt ten oosten van Ottergem. Ook hier liggen de belangrijkste wegen ten westen (de weg naar Oudenaarde) en ten noorden van het onderzoeksgebied. Het is een erg landelijk gebied met weinig bebouwing. Enkel ten noordoosten van het plangebied stond op dat moment een huis of hoeve. De vallei van de Molenbeek - Ter Erpenbeek, die ten oosten van het terrein ligt, is zeer bosrijk. Verder ten oosten ligt het dorp Erpe. Ten zuidoosten ligt het dorp Mere. Beide kernen liggen langs de weg naar Aalst.

Figuur 16: Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be) Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg | 21

Figuur 17: Atlas der Buurtwegen met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

Figuur 18: Atlas cadastral parcellaire de la Belgique met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be) 22 | Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg

Ook op de Atlas der Buurtwegen (1841) is geen bebouwing aanwezig binnen het onderzoeksgebied. Het terrein blijft waarschijnlijk in gebruik als landbouwgebied. De situatie in de omgeving is wel veranderd. De weg naar Oudenaarde loopt nu ten zuidoosten van het terrein. Er is ook een meer uitgebreid wegennet in de buurt en op het terrein aanwezig. De zuidelijke grens van het terrein wordt gevormd door Chemin n° 17, terwijl zich op het terrein een kruispunt sentier n° 84 en n° 81 bevindt. Dit zijn echter eerder paden of voetwegels. De perceelsnummers zijn aangeduid op de kaart, maar komen niet overeen met de huidige kadastrale nummers (Figuur 17).

De Atlas cadastral parcellaire de la Belgique van P.C. Popp (1842-1879) geeft zowat hetzelfde beeld. De perceelsnummers sluiten hier wel meer aan met de moderne kadastrale nummers. Uit de Vandermaelenkaart (1846-1854) blijkt duidelijk dat het terrein op een helling ligt (Figuur 19Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.).

Figuur 19: Vandermaelenkaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

Op geen enkele van deze kaarten zijn de spoorlijnen aanwezig. De spoorlijn Aalst – Burst (nr. 82) maakte deel uit van de spoorlijn Aalst – Ronse. Het traject van Aalst naar Burts werd geopend op 1 juni 1876.11 De spoorlijn van Brussel-Zuid over Gent Sint-Pieters naar Oostende (nr. 50A) is in meerdere fases aangelegd. Het traject tussen Oostende en Gent kwam er in 1838. Pas na Wereldoorlog I werd het snelle traject tussen Gent en Brussel aangelegd, om de andere verbinding tussen Brussel-Noord en Gent (nr. 50) te ontlasten. Op 1 juni 1923 werd het traject tussen Denderleeuw en Gent geopend. Op 1 mei 1933 het traject van Brussel-Zuid naar Denderleeuw geopend.12

11 https://nl.wikipedia.org/wiki/Spoorlijn_82, geraadpleegd op 5 november 2019 12 https://nl.wikipedia.org/wiki/Spoorlijn_50A, geraadpleegd op 5 november 2019 Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg | 23

Figuur 20: het onderzoeksgebied (rood) op de stafkaart van Aalst uit 1884 (www.cartesius.be)

Figuur 21: Luchtfoto uit 1971 met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be) 24 | Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg

Figuur 22: Topografische kaart uit 1978-1979 met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.cartesius.be)

Figuur 23: Luchtfoto uit 1979-1990 met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be) Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg | 25

De volgende bronnen zijn net geen 100 jaar jonger. De luchtfoto uit 1971 (Figuur 21) geeft voor het eerst een beeld van bebouwing binnen het terrein. Het gaat om twee gebouwen met verharding rondom aan de Oudenaardsesteenweg. De rest van het terrein is in gebruik voor landbouw. Er zijn ook bomen op te merken. Ten noorden van het terrein loopt nu ook de spoorlijn nr. 82. De topografische kaart van 1978-1979 toont zowat hetzelfde beeld (Figuur 22).

Op de luchtfoto uit 1979-1990 (Figuur 23) is er een uitbreiding van het bedrijf naar het noordwesten zichtbaar. Er is een loods of bedrijfsgebouw opgetrokken en een groot deel van het achterliggend terrein is verhard en dient als opslagplaats. Het noordelijk deel van het terrein blijft in gebruik als grasland met bomen. Het beeld komt grotendeels overeen met het beeld dat we zien op een recente luchtfoto (Figuur 5). Hier is de opslagplaats grotere en beter ingedeeld.

2.4.3 Het onderzochte gebied in zijn archeologisch kader De Centrale Archeologische Inventaris (CAI) vermeldt een aantal locaties in de omgeving van het onderzoeksgebied waar archeologische resten gekend zijn (Figuur 24). De in de nabijheid gelegen archeologische waarden en de locaties met een gelijkaardige landschappelijke ligging worden besproken. Ze zijn het relevantste om het archeologisch potentieel van het terrein in te schatten.

De meest dichtbijgelegen archeologische vondst ligt ten noorden van het plangebied. Het gaat om de vondst van een eindschrabber op kling uit het neolithicum, die werd gevonden bij het graven van een kuil in de Kraaineststraat te Erpe (ID 155384).13 In de ruimere omgeving rond het projectgebied zijn, in het kader van een licentiaatsverhandeling uit 1994-1995, nog heel wat veldprospecties uitgevoerd, waarbij materiaal uit de steentijd werd aangetroffen.

Zo werd verder naar het noorden, t.o.v. het onderzoeksgebied, nog een gepolijste bijl (datering: midden-neolithicum tot late bronstijd) en ongeretoucheerde afslag gevonden in de Kruiskensstraat te Erpe. Er werd ook roodbeschilderd aardewerk uit de 10de tot 12de eeuw opgeraapt (ID 31205).14 Meer naar het noordoosten, in de Oudenaardsesteenweg (ID 31309), werden losse vondsten lithisch materiaal gevonden. Het gaat om een pseudoartefact en ongeretoucheerde vuurstenen artefacten.15 Ten zuiden van het plangebied, nabij de Loskadestraat en het IJzerenbaardwegelken te Mere, is een bladvormige spits gevonden (ID 155359).16 Nog verder naar het zuiden liggen nog drie gebieden waar veldprospectie lithisch materiaal aan het licht bracht. Op een terrein aan de Spoorwegstraat – Barekouterweg werden zo een afslag en tien vuurstenen artefacten gevonden (ID 155252).17 Aan de Oudenaardsesteenweg te Mere raapte men een geretoucheerde afslag en zes andere vuurstenen artefacten op, samen met twee scherven grijs aardewerk, een scherf Pompejaans rood aardewerk en drie scherven oxiderend gebakken aardewerk die te dateren zijn in de Romeinse tijd (ID 155326).18 Langs diezelfde weg werden nog een fragment van een gepolijste bijl en vijf vuurstenen artefacten gevonden (ID 155256).19 Ten slotte werd nog lithisch materiaal gevonden ten westen van het plangebied. In de Keerstraat te Mere (ID 155327) werden een fragment van een gepolijste bijl en tien andere vuurstenen artefacten aangetroffen, samen met een kleine concentratie scherven aardewerk uit de Romeinse tijd en enkele scherven aardewerk uit de middeleeuwen.20

13 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 155384, Kraaineststraat (geraadpleegd op 6 november 2019) 14 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 31205, Kruiskensstraat (geraadpleegd op 6 november 2019) 15 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 31309, Oudenaardsesteenweg (geraadpleegd op 6 november 2019) 16 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 155359, Loskadestraat (geraadpleegd op 6 november 2019) 17 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 155252, Spoorwegstraat (geraadpleegd op 6 november 2019) 18 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 155326, Oudenaardsesteenweg (geraadpleegd op 6 november 2019) 19 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 155256, Oudenaardsesteenweg (geraadpleegd op 6 november 2019) 20 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 155327, Keerstraat (geraadpleegd op 6 november 2019) 26 | Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg

De andere gekende archeologische waarden in de omgeving rond het plangebied zijn jonger. In het noordoosten ligt de verdwenen Sint-Martinuskerk aan Erpedorp en Kleine Ommegangweg. Het is een verdwenen kerk uit 14de tot 16de eeuw (mogelijk een villakerk die later uitgroeide tot dorpskerk) die onder de huidige neoclassicistische hallekerk (°1834) moet liggen (ID 31675).21 In die buurt, meer bepaald aan de Koebrugstraat – Dorpstraat – Oudenaardsesteenweg, ligt ook Kasteelberg uit de volle middeleeuwen (ID 31340). Deze site wordt het eerst vermeld in 1057 als kasteel, maar was waarschijnlijk een castrale motte. In de 15de eeuw was het een kasteel, dat aan het einde van de 16de eeuw in verval zou geraakt zijn. Het opperhof is ongeveer 15 m hoog. Van de ringgracht is enkel aan de noordwestzijde een deel bewaard en op de top zijn de ruïnes nog zichtbaar. Bij prospectie op het terrein werden er vier wandscherven laatmiddeleeuws reducerend gebakken aardewerk, naast post- middeleeuws aardewerk werden enkele dierenbeenderen gevonden. In 1898 werden er verschillende bewoningsfasen opgemerkt bij opgravingen.22

Figuur 24: Overzichtskaart Centrale Archeologische Inventaris met aanduiding van het onderzoeksgebied (https://geo.onroerenderfgoed.be/), weergegeven op het DTM 1 m en Hillshade DHM 5 m

21 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 31675, Sint-Martinuskerk (geraadpleegd op 6 november 2019) 22 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 31340, Kasteelberg (geraadpleegd op 6 november 2019) Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg | 27

Ten westen van het plangebied is een archeologienota opgemaakt voor een terrein aan Evenbroekveld, waar een bestaand overstromingsgebied werd geoptimaliseerd (ID 4848). In dit nat gebied werd gesteld, op basis van de landschappelijke en historisch-archeologische gegevens, dat de aanwezigheid van een archeologische site heel onwaarschijnlijk tot zelfs onbestaande is. Daarnaast vonden de geplande werken plaats in reeds verstoord gebied of veroorzaakten ze geen wezenlijke bodemverstoring.23

Ten zuiden, in de Bosstraat in de deelgemeente Ottergem, is een relatief groot aantal (paal)kuilen en greppelfragmenten en een brandrestengraf uit de Romeinse tijd gevonden bij de aanleg van een verkaveling (ID 215491).24 Ten zuidwesten (ID 157358) is op een terrein ten noorden van de Oudenaardse Steenweg en tussen de Ottergemstraat en de Steenweg een ondateerbaar lijnelement aangetroffen. Het gaat om een veldweg. Het aangetroffen tracé verborg nog twee oudere tracés. De bodem van de wielgeulen van het oudste tracé bevindt zich op 1,8 m diepte. Ook was duidelijk dat de as van de weg in de loop van de tijd verschoof.25

Figuur 25: : Overzichtskaart Gebieden waar geen archeologisch erfgoed verwacht wordt, met aanduiding van het onderzoeksgebied (https://geo.onroerenderfgoed.be/), weergegeven op het GRB (www.geopunt.be)

23 Deschepper/Pede/Cherretté 2017, 41 24 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 215491, Bosstraat (geraadpleegd op 6 november 2019) 25 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 157358, Ottergemstraat I (geraadpleegd op 6 november 2019) 28 | Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg

Tot slot vermelden we nog enkele gebieden rondom het onderzoeksgebied waar negatief onderzoek werd uitgevoerd, die opgenomen zijn op de overzichtskaart van gebieden waar geen archeologisch erfgoed te verwachten is.

Andere gekende archeologische waarden in de omgeving van het onderzoeksgebied bevinden zich al op vrij grote afstand ten opzichte van het onderzoeksgebied of kennen een verschillende landschappelijke ligging. Ze zijn weinig relevant om het archeologisch potentieel van het terrein in te schatten. Daarom worden ze hier niet nader toegelicht. Bekrachtigde archeologienota’s of nota’s van terreinen in de omgeving bieden geen relevante aanvulling op de reeds besproken CAI-locaties. Daarom lichten we ze hier niet afzonderlijk toe.

2.4.4 Interpretatie van het onderzochte gebied en synthese Na uitvoering van het bureauonderzoek kunnen de onderzoeksvragen die vooropgesteld werden, beantwoord worden.

Welke aanwijzingen bevatten de bestaande bronnen over het archeologisch potentieel van het terrein? Wat is de landschapshistoriek en de gebruiksevolutie van het terrein?

Het onderzoeksgebied ligt ten westen van Erpe en ten noorden van Mere, aan de Oudenaardsesteenweg en aan de spoorlijnen Aalst – Burst (nr. 82) en Brussel-Zuid – Oostende (nr. 50A). Het onderzoeksgebied bevindt zich in een gradiëntzone tussen de vallei van de Molenbeek - Ter Erpenbeek en een noordoost-zuidwest gerichte heuvel, met hoogtes tussen ca. 23 tot 27 m TAW. De bodem varieert van noord naar zuid van een matig droge leembodem, over een matig natte leembodem tot een natte leembodem nabij de Oudenaardsesteenweg.

Op deze overgang van nattere naar drogere gronden, bevinden zich vaak sporen van middeleeuwse bewoning. De archeologische waarden op gelijkaardige locaties in de regio zijn afkomstig uit de steentijd, de Romeinse tijd en de middeleeuwen. Het gaat vaak om resten van o.a. bewoning en begraving.

Voor de nieuwe en de nieuwste tijd beschikken we verder nog over historische kaarten en luchtfoto’s om een inschatting te maken van de archeologische verwachtingen met betrekking tot deze periode. Het terrein deed lange tijd dienst als akkerland en het is al vanaf het laatste kwart van de 18de eeuw ontsloten via een pad of wegel. Vanaf het midden van de 19de eeuw ligt een kruispunt van paden of wegels centraal op het terrein. Het blijft lang agrarisch gebied en wordt pas bebouwd vanaf het midden van de 20ste eeuw. Dan wordt een aantal gebouwen op het terrein opgetrokken en wordt het deels verhard en ingericht als stapelplaats. Dit zal uiteraard invloed hebben op het eventueel aanwezig bodemarchief.

We kunnen besluiten dat het onderzoeksgebied archeologisch potentieel kent. Op basis van de landschappelijke ligging en de gekende archeologische waarden in de omgeving is er een concrete verwachting naar archeologische resten uit de steentijd en de Romeinse tijd, maar relevante resten uit andere periodes zijn op dit moment niet uit te sluiten. Voor de nieuwste tijd zijn er aanwijzingen dat een kruispunt van voetwegels op het terrein aanwezig was. Daarbuiten zijn voor de nieuwe en de nieuwste tijd geen relevante archeologische resten te verwachten op het terrein. Momenteel is het onduidelijk wat de impact op het bodemarchief was, door de werken die tijdens de 20ste eeuw op het onderzoeksgebied plaatsgevonden.

Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg | 29

Wat is de impact van de geplande werken?

Op het terrein zal een kmo-zone met 15 units en wegenis gerealiseerd worden. Daarbij komen er ook een rioleringsnetwerk en nutsleidingen op het terrein. De resterende ruimte wordt ingevuld door parkeerplaatsen, twee wadi’s, een halfondergrondse vuilniscontainers, een infiltratiegracht en een ondergrondse wateropslag voor de brandweer. Rondom de kmo-zone komt een talud met streekeigen bomen en struiken. Van verschillende bodemingrepen ligt de precieze verstoringsdiepte niet vast. Alles samen moeten we besluiten dat binnen het volledige onderzoeksgebied het bodemarchief bedreigd is door de geplande werken.

2.4.5 Afweging noodzaak verder vooronderzoek Het bureauonderzoek toont aan dat het onderzoeksgebied archeologisch potentieel kent. Deze inschatting is gebaseerd op de gunstige landschappelijk ligging van het licht hellend terrein in een gradiëntzone. Binnen het onderzoeksgebied is een overgang op te merken van nattere naar drogere gronden, waar we vaak sporen van middeleeuwse bewoning vinden. Verder is er, naar analogie met vergelijkbare locaties in de regio, kans op vondsten uit de steentijd en de Romeinse tijd. Het terrein was lang in gebruik als akkerland en in de nieuwste tijd zijn er aanwijzingen dat er zich een kruispunt van voetwegels op het terrein bevond. Andere relevante archeologische resten uit de nieuwe en de nieuwste tijd zijn niet te verwachten. De impact van de 20ste-eeuwse bebouwing is onbekend. Daaruit volgt dat bijkomend archeologisch vooronderzoek nodig is.

Voor het verdere vooronderzoek wegen we verschillende onderzoeksmethodes af.

Geofysisch onderzoek is niet aangewezen omdat dit geen gegevens over de chronologie van de eventueel gedetecteerde fenomenen kan opleveren. Het potentieel op kennisvermeerdering is voor deze onderzoekstechniek te beperkt.

Veldkartering is niet mogelijk binnen het onderzoeksgebied, omdat het terrein deels verhard is en deels in gebruik is als grasland.

Landschappelijk bodemonderzoek is wel relevant om de bewaringstoestand van de bodem en het potentieel op goed bewaarde steentijd artefactensites beter in te kunnen schatten. Afhankelijk van de bewaringstoestand van de bodem en het potentieel op goed bewaarde steentijd artefactensites is mogelijk bijkomend onderzoek naar steentijd artefactensites nodig.

Tot slot dient ook een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd te worden om na te gaan of binnen het onderzoeksgebied relevante archeologische sporen aanwezig zijn. Deze onderzoekstechniek biedt daarvoor voldoende ruimtelijk inzicht en is geschikt omdat een site zonder complexe verticale stratigrafie verwacht wordt.

30 | Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg

3 Samenvatting

Het onderzoeksgebied is gelegen binnen een gradiëntzone. De bodem varieert er van nattere naar drogere gronden, waar vaak middeleeuwse bewoningssporen worden aangetroffen. Ook resten uit de steentijd en uit de Romeinse tijd zijn mogelijk aanwezig op het terrein. Voor de nieuwste tijd zijn er aanwijzingen dat er zich een kruispunt van voetwegels op het terrein bevond. Daarbuiten worden uit de nieuwe en de nieuwste tijd geen relevante archeologische resten verwacht. De impact van de 20ste- eeuwse bebouwing is onbekend. Een evaluatie van de geplande bodemingrepen geeft aan dat het volledige bodemarchief binnen het onderzoeksgebied bedreigd is. Gezien het archeologische potentieel van het terrein is daarom verder archeologisch vooronderzoek aangewezen.

Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg | 31

4 Bibliografie

4.1 Publicaties Deschepper E./R. Pede/B. Cherretté, 2017: Erpe – Evenbroekveld. Optimalisatie bestaand overstromingsgebied. Archeologienota – Projectcode 2017F338. (Solva-Archeologierapport nr. 119).

Vermeire, S./G. De Moor/R. Adams 1999: Quartairgeologische Kaart van België, Vlaams Gewest. Ver- klarende tekst bij het Kaartblad (22) Gent (1/50.000), Brussel.

4.2 Websites Cartesius (2019) https://www.cartesius.be

Centrale Archeologische Inventaris (2019) https://cai.onroerenderfgoed.be

Databank ondergrond Vlaanderen (2019) http://dov.vlaanderen.be

Geoportaal Onroerend Erfgoed (2019) https://geo.onroerenderfgoed.be/

Geopunt Vlaanderen (2019) http://www.geopunt.be/

Inventaris Onroerend Erfgoed (2019) https://inventaris.onroerenderfgoed.be

Onderzoeksbalans Onroerend Erfgoed Vlaanderen (2019) https://www.onderzoeksbalans.be 32 | Erpe-Mere - Oudenaardsesteenweg

5 Bijlagen

5.1 Archeologische periodes