Ring Chereau

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Ring Chereau DER RING DES NIBELUNGEN Donald McIntyre Wotan, Wanderer. Martin Egel Donner. Siegfried Jerusalem Froh. Heinz Zednik Loge , Mime(S). Matti Salminen Fasolt, Hunding. Fritz Hübner Fafner, Hagen. Hermann Becht Alberich. Helmut Pampuch Mime(Rh). Hanna Schwarz Fricka. Carmen Reppel Freia, Gerhilde. Ortrun Wenkel Erda, Norn I. Norma Sharp Woglinde. Ilse Gramatzki Wellgunde, Grimgerde. Marga Schiml Flosshilde, Siegrune. Peter Hofmann Siegmund. Jeannine Altmeyer Sieglinde, Gutrune. Gwyneth Jones Brünnhilde. Katie Clarke Helmwige, 3.Norn. Karen Middleton Ortlinde. Gabriele Schnaut Waltraute(W), 2.Norn. Elisabeth Glauser Rossweisse. Gwendolyn Killebrew Waltraute(G.), Schwertleite. Manfred Jung Siegfried. Norma Sharp Waldvogel. Franz Mazura Gunther. Pierre Boulez Muzikale leiding. Patrice Chéreau Regie. Richard Peduzzi Decors. Jacques Schmidt Kostuums. Brian Large Videoregie. Koor en orkest van de Bayreuther Festspiele. Opname: Bayreuther Festspiele 1980. PHILIPS 070 407-9PH7 HISTORISCH IJKPUNT VOOR DE BAYREUTHER FESTSPIELE Richard Wagners DER RING DES NIBELUNGEN in de regie van Patrice Chéreau in Bayreuth Toen Pierre Boulez voor de piepjonge Patrice Chéreau gerukt - tegelijk met het bijbehorende lichaamsdeel. Er koos als regisseur van de eeuwfeest-Ring van 1976 in volgden doodsbedreigingen en bommeldingen, vriend- Bayreuth, kon dit als een grote gok worden beschouwd. schappen en geplande huwelijken werden afgebroken. Ingmar Bergman en Peter Brook hadden voordien reeds Siemens dreigde zich als sponsor terug te trekken, de vriendelijk bedankt en Peter Stein, die de klus uiteindelijk Vrienden van Bayreuth boden aan om een volledig nieu- wel aanvaardde, had zichzelf al snel onmogelijk gemaakt we productie te financieren als die van Chéreau maar zou in de ogen van festivalleider Wolfgang Wagner om kort worden geschrapt. Om de vermeende afvalligheid van daarop de arena te verlaten. Chéreau, wiens enige ver- Chéreau te bekampen vormden Wagner-fundamenta- trouwdheid met Wagner was dat hij in 1972 in Parijs eens listen een “Aktionskreis für das Werk Richard Wagners”. doorheen een vertoning van Die Walküre had geslapen, Er ontstond muiterij in het orkest en Boulez had al zijn nam de job zonder voorkennis en met grote onbevangen- koelbloedigheid nodig om het einde van de klus te halen. heid ter harte. Met Richard Peduzzi (decors) en Jacques Bij het einde van de laatste opvoering in 1980 (het jaar Schmidt (kostuums) was De Ring daarmee in handen ge- van de filmopnames) werd de aanvankelijk zo extreem komen van een volbloedig Frans team hetgeen hem controversiële productie beloond met een ovatie die 90 meteen ook voorbestemde voor de controverse: het le- minuten aanhield. verde niet alleen de meest sensationele Ring op van Bay- Als personenregisseur in hart en nieren zag Ché- reuth sind het ontstaan van het festival, het werd tevens reau de Ring in de eerste plaats als een vehikel voor op- maatgevend voor de manier waarop wij sindsdien naar windende acteerprestaties, opwindender dan er totdantoe opera zouden gaan kijken en voor velen is de Ring van ooit op het toneel van Bayreuth te zien waren geweest. Chéreau een soort ijkpunt gebleven voor datgene wat Het stuk zelf beschouwde hij als een scenische allegorie men “regisseursopera” is gaan noemen. over macht, over de manier waarop macht wordt aange- Vanaf de openingsscène waarin de Rijndochters te zien wend en hoe zij vernietigend kan werken. Vernieuwend waren als hoertjes, hun brutale spel met Alberich spelend waren de decors, de kostuums en de verfrissende regie op de spekgladde helling van een hydro-elektrische waarmee hij de hoofdpersonages niet langer als goden krachtcentrale, was het duidelijk dat dit geen Ring was opsloot in hun mythisch universum maar voorstelde als zoals alle andere. Bij het vallen van het doek onstond het mensen van vlees en bloed. Geplaatst in het specifieke grootste tumult uit de geschiedenis van de Festspiele historische kader van de late 19e en vroege 20e eeuw, waarbij het publiek zich verdeelde in twee vijandige kam- kregen de vier delen van de tetralogie elk afzonderlijk hun pen. Tijdens het bloedig handgemeen dat volgde zag de eigen dramaturgie met Das Rheingold als metafoor voor echtgenote van Wolfgang Wagner haar galakleed aan de pre-industriële wereld; Die Walküre als de vroeg- flarden gaan. Van een andere dame werd de oorring af- kapitalistische wereld met Hunding als eerste entrepre- © VLAAMS WAGNER GENOOTSCHAP –PROSCENIO, december 2001 neur; Siegfried als de tijd van de 19e eeuwse industriali- camera steeds indringend in beeld wordt gebracht. Matti sering; Götterdämmerung als de interbellumperiode van Salminen als Hunding is quasi onovertrefbaar. Fritz Hüb- het pre-fascistisch kapitalisme. ner als Hagen mist enigszins profiel, als zanger zowel als Als Chéreau op 1 mei 1976 in Bayreuth aankomt acteur. om de repetities met zijn acteurs aan te vatten heeft hij in De stemmen beschikken over een lichte nagalm zijn koffertje slechts de uitgewerkte mise-en-scène zitten en zijn evenwichtig geplaatst in het klankbeeld. Het beeld van het eerste en tweede bedrijf van Die Walküre . Die zit is superieur aan de laserdisc, merkelijk scherper en zon- na 2 weken meteen goed en hij zal er later nauwelijks nog der picturale ruis. Zelfs de rode nevel van de “Feuerzau- wat aan veranderen. De rest van de Ring ontstaat onder ber” levert een stabiel beeld op. Brian Large’s cameravoe- enorme tijdsdruk. Het is wellicht daarom dat deze twee ring is meer dan adequaat maar slechts zelden exceptio- bedrijven samen met het leeuwendeel van Das Rheingold neel zoals in de finale van het tweede bedrijf van Götter- tot de meest geslaagde bladzijden behoren van om het dämmerung waar de beeldregie een dramatisch accent even welke Ring. De dramaturgie is grondig doordacht en toevoegt. Jammergenoeg heeft de producent geen Duitse wordt geschraagd door een nauwelijks te overtreffen per- ondertiteling toegevoegd en ontbreekt ook de documen- sonenregie. Hierbij wordt de valkuil van het pleonasme taire “The making of the Ring”. De Ring van Chéreau is vakkundig vermeden: Wagners descriptieve muziek wordt sinds 1980 slechts fragmentarisch overtroffen geworden zelden ondersteund met gelijklopende, voorspelbare han- maar geen enkele Ring die sindsdien op de planken stond delingen. heeft als geheel zoveel dramatische spankracht, zoveel Zelden heeft een regisseur ons een Alberich ge- warmte en erotiek, zoveel brutaliteit en geweld te zien toond als de zichzelf verminkende Hermann Becht. De gegeven. Uiteraard is dit een essentieel document. goden zijn als gevaarlijke insecten gehuld in klatergoud. Loge is getekend door vrouwenhaat. Nibelheim is de kapi- talistische hel. Het Wälsungenpaar, aantrekkelijk en men- selijk, is één van de mooiste liefdesparen uit de theater- geschiedenis. Het Wotan-Fricka duel ontspint zich rondom een slinger van Foucault, machtscentrum van de baronnie van Wotan & Co. Zijn introspectieve monoloog houdt Wotan voor een spiegel. Zijn liefdesdochter Brünn- hilde heeft dan nog de trekken van een kostschoolmeisje met borstkuras. Als de Albatros van Baudelaire zal zij la- ter de gestalte aannemen van de tragische heldin. De Walküren schuimen het slagveld af als giechelende hye- na’s. Heinz Zednik verzoent ons met een minder demoni- sche karakterstudie van Mime. Zijn tragi-komische act heeft gewild joodse trekken. Met zijn starende blik de- monstreert Manfred Jung de leegte van het innerlijk leven van Siegfried. Zijn doodsstrijd is doordrenkt van erotiek. Zijn lijk wordt gadegeslagen door een verslagen menigte. De finale van Götterdämmerung geeft een verwarde mensheid te zien, luisterend naar het raadsel van de slotmaten van Wagners partituur. Donald McIntyre is allesbehalve een ideale Wo- tan. Zijn vocale middelen benaderen slechts af en toe die van de ware heldenbariton. Een bas geeft het betere re- sultaat. Dat kan tenslotte ook tegen Hans Hotter worden opgeworpen. McIntyre nuanceert de partij bijna even goed zonder diens maniëristische trekken over te nemen. Hanna Schwarz is de superbe “emmerdeuse” in het Wo- tan-Fricka duet. Jeannine Altmeyers incarnatie van Sieg- linde is exemplarisch, met een intensiteit en inleving die zelden te zien zijn op een operatoneel. Peter Hofmann is een zeer passende Siegmund, als heldentenor fragiel maar adequaat. Gwyneth Jones bevond zich op het hoog- tepunt van haar carrière en van haar vocale mogelijkhe- den. Haar vertolking is meestal intonatiezuiver, het latere cirkelzaagvibrato houdt zij hier nog volledig in toom. Manf- red Jung is tegen de partij van Siegfried opgewassen maar stoot bij herhaling tegen zijn grenzen in de “Schmiede”-liederen. De stem klinkt altijd hard, metaal- achtig en ontbeert een zekere warmte in de lyrische mo- menten. Hermann Bechts superb gearticuleerde Alberich levert een bijzonder plastisch personage op dat door de © VLAAMS WAGNER GENOOTSCHAP –PROSCENIO, december 2001 .
Recommended publications
  • The Exhibition FEBRUARY 2015 Der Meister Tön' Und Weisen... Heinz Zednik – 50 Jahre Staatsoper
    Der Meister Tön’ und Weisen... Heinz Zednik – 50 Jahre Staatsoper 12.2.–21.9.2015 Lobkowitzplatz 2, 1010 Wien [email protected] T +43 1 525 24 5315 FEBRUARY 2015 The Exhibition In 2015 the music world honours the occasion of two anniversaries of the well-known and popular Austrian tenor Heinz Zednik: he celebrates both his seventy-fifth birthday and five decades as member of the ensemble of the “Haus am Ring”, the Vienna State Opera. On November 5, 1964 the young singer from the Graz Opera gave his first guest performance in Vienna, singing the role of Augustin Moser in Wagner’s Die Meistersinger von Nürnberg; on September 3, 1965 he appeared for the first time as a full member of the ensemble at the Vienna State Opera – as Count Lerma in Verdi’s Don Carlo. In order to showcase Zednik’s impressive repertory the exhibition focuses both on Zednik’s opera performances in Vienna and beyond – in Milan, Bayreuth and New York – and his work outside the field of opera, which comprises operetta, oratories, lieder and Viennese songs. Markus Vorzellner curated the exhibition; Elisabeth Truxa designed the layout. Der Meister Tön’ und Weisen... Heinz Zednik – 50 Jahre Staatsoper 12.2.–21.9.2015 Lobkowitzplatz 2, 1010 Wien [email protected] T +43 1 525 24 5315 Events RECITAL HEINZ ZEDNIK Piano: Konrad Leitner Wednesday, April 22, 7.30 p.m. Tickets € 22, Verein Freunde der Wiener Staatsoper and Ö1 Club € 19, students € 12 Reservations T +43 1 525 24 3460 „A MUSI, A MUSI“ A viennese evening with Heinz Zednik, Peter Hawlicek (contra guitar) und Roland Sulzer (accordeon) Moderation: Markus Vorzellner Wednesday, September 9, 7.30 p.m Tickets € 22, Verein Freunde der Wiener Staatsoper and Ö1 Club € 19, students € 12 Reservations T +43 1 525 24 3460 „…DASS SICH DIE WELT IN EINEM TAG HERUMDREHT“ After a guided tour through the exhibition by curator Markus Vorzellner you are invited to enjoy his anecdotes of personal encounters with Heinz Zednik, complemented by selected audio-clips.
    [Show full text]
  • About the Exhibition Tenorissimo! Plácido Domingo in Vienna
    Tenorissimo! Plácido Domingo in Vienna May 17th, 2017 - January 8th, 2018 Lobkowitzplatz 2, 1010 Wien [email protected] T +43 1 525 24 5315 About the exhibition An unmistakable dark timbre, highly dramatic expressiveness, an impressive, vast repertoire – all this enraptures the fans of the Spanish crowd-pleaser with waves of enthusiasm. The Theatermuseum celebrates Plácido Domingo on the anniversary of his stage debut: He has been singing at the Vienna State Opera for 50 years. When the Tenor, then still considered as insider tip, made his debut at the State Opera in the title role of Verdi‘s Don Carlo, not only he took stage and cast in storm, but also the hearts of the Viennese audience – a true love relationship, unbroken till today. This performance contributed to an unparalleled career, taking him to the world‘s leading opera houses. Vienna has always been a very special “home port“ for the opera star. Here he performed 30 different roles in 300 shows and was awarded the title Austrian Kammersänger. The exhibition at the Theatermuseum documents the most important appearances of the “Tenorissimo“ in Vienna with original costumes and props, photographs and memorabilia, video and audio samples. The presentation portrays him also as baritone, the role fach on which he concentrated almost exclusively in the past 10 years, and refers to his activities as conductor, taking him regularly to the orchestra pit of the Vienna State Opera since the end of the 1970s. Without hesitation Plácido Domingo can be described as one of the most versatile, curious and longest serving representative of his musical genre.
    [Show full text]
  • Nl262-2 Rev:Layout 1.Qxd
    Volume 26 Number 2 topical Weill Fall 2008 A supplement to the Kurt Weill Newsletter news & news events The Firebrand Returns Weill’s 1945 operetta with lyrics by Ira Gershwin and book by Edwin Justus Mayer, The Firebrand of Florence, will return to New York on 12 March 2009 for the first time since its ill-fated Broadway run. The Collegiate Chorale has assem- bled an all-star cast for the occasion, including Nathan Gunn (Benvenuto Cellini, the “Firebrand”), Anna Christy (Angela), and Terrence Mann (Duke). Lincoln Center’s Alice Tully Hall provides the venue for a concert performance directed and narrated by Roger Rees; Paul Gemignani conducts. Other Notable Productions Montreal audiences will have the opportunity to see François Girard’s acclaimed Opéra de Lyon 2006 double bill of Der Lindberghflug and Die sieben Todsünden when the production travels to the Montreal High Lights Festival next February after successful tours to the 2006 Edinburgh Festival and to the Anna Christy Nathan Gunn 2008 New Zealand International Arts Festival in Wellington. Four performances of Girard’s imaginative and luminous staging are scheduled for 18-21 February 2009. Charles Workman plays Lindbergh, and Magdalena Anna Hofmann plays Anna I to seven different Anna IIs (one per sin); Walter Boudreau conducts the Société de Musique Contemporaine du Québec. HK Gruber will lead the Klangforum Wien and Chorus Sine Nomine in a June 2009 European tour of Die Dreigroschenoper performed in concert. The multi-nation- al cast includes Ian Bostridge (Macheath), Hanna Schwarz (Celia Peachum), Dorothea Röschmann (Polly Peachum), Angelika Kirchschlager (Jenny), Florian Boesch (Tiger Brown), Lydia Teuscher (Lucy), and Christoph Bantzer (Narrator).
    [Show full text]
  • Constructing the Archive: an Annotated Catalogue of the Deon Van Der Walt
    (De)constructing the archive: An annotated catalogue of the Deon van der Walt Collection in the NMMU Library Frederick Jacobus Buys January 2014 Submitted in partial fulfilment for the degree of Master of Music (Performing Arts) at the Nelson Mandela Metropolitan University Supervisor: Prof Zelda Potgieter TABLE OF CONTENTS Page DECLARATION i ABSTRACT ii OPSOMMING iii KEY WORDS iv ACKNOWLEDGEMENTS v CHAPTER 1 – INTRODUCTION TO THIS STUDY 1 1. Aim of the research 1 2. Context & Rationale 2 3. Outlay of Chapters 4 CHAPTER 2 - (DE)CONSTRUCTING THE ARCHIVE: A BRIEF LITERATURE REVIEW 5 CHAPTER 3 - DEON VAN DER WALT: A LIFE CUT SHORT 9 CHAPTER 4 - THE DEON VAN DER WALT COLLECTION: AN ANNOTATED CATALOGUE 12 CHAPTER 5 - CONCLUSION AND RECOMMENDATIONS 18 1. The current state of the Deon van der Walt Collection 18 2. Suggestions and recommendations for the future of the Deon van der Walt Collection 21 SOURCES 24 APPENDIX A PERFORMANCE AND RECORDING LIST 29 APPEDIX B ANNOTED CATALOGUE OF THE DEON VAN DER WALT COLLECTION 41 APPENDIX C NELSON MANDELA METROPOLITAN UNIVERSTITY LIBRARY AND INFORMATION SERVICES (NMMU LIS) - CIRCULATION OF THE DEON VAN DER WALT (DVW) COLLECTION (DONATION) 280 APPENDIX D PAPER DELIVERED BY ZELDA POTGIETER AT THE OFFICIAL OPENING OF THE DEON VAN DER WALT COLLECTION, SOUTH CAMPUS LIBRARY, NMMU, ON 20 SEPTEMBER 2007 282 i DECLARATION I, Frederick Jacobus Buys (student no. 211267325), hereby declare that this treatise, in partial fulfilment for the degree M.Mus (Performing Arts), is my own work and that it has not previously been submitted for assessment or completion of any postgraduate qualification to another University or for another qualification.
    [Show full text]
  • Uniting Commedia Dell'arte Traditions with the Spieltenor Repertoire
    UNITING COMMEDIA DELL’ARTE TRADITIONS WITH THE SPIELTENOR REPERTOIRE Corey Trahan, B.M., M.M. Dissertation Prepared for the Degree of DOCTOR OF MUSICAL ARTS UNIVERSITY OF NORTH TEXAS May 2012 APPROVED: Stephen Austin, Major Professor Paula Homer, Committee Member Lynn Eustis, Committee Member and Director of Graduate Studies in the College of Music James Scott, Dean of the School of Music James R. Meernik, Acting Dean of the Toulouse Graduate School Trahan, Corey, Uniting Commedia dell’Arte Traditions with the Spieltenor repertoire. Doctor of Musical Arts (Performance), May 2012, 85 pp., 6 tables, 35 illustrations, references, 84 titles. Sixteenth century commedia dell’arte actors relied on gaudy costumes, physical humor and improvisation to entertain audiences. The spieltenor in the modern operatic repertoire has a similar comedic role. Would today’s spieltenor benefit from consulting the commedia dell’arte’s traditions? To answer this question, I examine the commedia dell’arte’s history, stock characters and performance traditions of early troupes. The spieltenor is discussed in terms of vocal pedagogy and the fach system. I reference critical studies of the commedia dell’arte, sources on improvisatory acting, articles on theatrical masks and costuming, the commedia dell’arte as depicted by visual artists, commedia dell’arte techniques of movement, stances and postures. In addition, I cite vocal pedagogy articles, operatic repertoire and sources on the fach system. My findings suggest that a valid relationship exists between the commedia dell’arte stock characters and the spieltenor roles in the operatic repertoire. I present five case studies, pairing five stock characters with five spieltenor roles.
    [Show full text]
  • George Frederick Bristow Im Magazin Klassik #7
    200x307_mowo18_rk_stephansdom.qxp_Layout 1 10.10.17 17:13 Seite 1 magazin KLASSIK No. 7/Winter € 5,50 2017/ 18 MOZART WOCHE 2018 26. JÄNNER – 4. FEBRUAR www.mozarteum.at 26.01 PREMIERE 30.01., 02.02. jeweils 19.30, Haus für Mozart MOZART DIE ENTFÜHRUNG AUS DEM SERAIL KV 384 René Jacobs (Dirigent), Andrea Moses (Regie), Jan Pappelbaum (Bühne), Svenja Gassen (Kostüme), Olaf Freese (Licht), Akademie für Alte Musik Berlin, Salzburger Bachchor. Mit Robin Johannsen, Sunhae Im, Sebastian Kohlhepp, Julian Prégardien, David Steffens, Alban Berg S. 2 Musik für die Weihnachtsfeiertage S. 10 Peter Lohmeyer Konzerte Wissenschaft Museen Gottfried von Einem – zum 100. Geburtstag S. 12 Erinnerung an Rudolf Nurejew S. 16 Die Macht der Musik S. 31 fb communications Bei uns RADIO KLASSIK sind HÖRERREISE Musikalischer Höhepunkt BASKISCHES OPERNHAUS Private Banking im neuerbauten Palacio Euskalduna BILBAO 22.2. - 25.2.2018 Kunden DIE HAUPTSTADT DES BASKENLANDES – VON DER INDUSTRIERUINE ZUR LEBENDIGEN KULTURHAUPTSTADT. GEPLANTE HIGHLIGHTS herzlich Altstadt & Guggenheim Museum • • Busrundfahrt Baskenland: Besichtigung Gernika und die malerisch gelegene Kirche San Juan de Gaztelugatxe, willkommen. Getxo, der noble Vorort mit der ältesten Schwebefähre (Weltkulturerbe) Guggenheim Bilbao © Pixabay • Opernbesuch Palacio Euskalduna Richard Strauss Salome • Flug mit Austrian Airlines / Umstieg in Brüssel • Reiseleitung Dr. Helmut Pitsch / radio klassik Stephansdom PAUSCHALPREIS Suspention Bridge of Bizkaia © Basquetour inkl. Flug, 2xMittagessen, 1 Abendessen, Opernkarte, 3 ÜN Hotel Coliseo Bilbao, Tagesausflug Baskenland, Eintritt & Führung Guggenheim Museum, Altstadtführung Pauschalpreis pro Person im DZ EUR 1.295,– EZ EUR 1.405,– Zusätzliche Informationen: WWW.RADIOKLASSIK.AT San Juan de Gaztelugatxe © Basquetour PRIVATBANK SEIT 1832 Veranstalter: Mondial GmbH & Co. KG, Operng.
    [Show full text]
  • Audiovisual Recording As Registers of Opera Productions1
    Comunicação e Sociedade, vol. 31, 2017, pp. 39 – 56 doi: http://dx.doi.org/10.17231/comsoc.31(2017).2603 The world in a bottle and the archeology of staging: audiovisual recording as registers of opera productions1 Mateus Yuri Passos Abstract This work focuses on the use of the audiovisual opera recording as a document to analyze contemporary stagings labeled by the German critics as director’s theater [Regietheater]. In direc- tor’s theater, Wagner’s total artwork project [Gesamtkunstwerk] achieves a turn in meaning, for the three artistic dimensions of opera – word, music and staging – become different texts. In this paper, we discuss the limitations of audiovisual recording as a register of director’s theater opera stagings, as well as filmic resources that allow for a reconstruction of the audiovisual text of such productions with solutions that are often quite distinct from those adopted on the stage. We are in- terested above all in problematizing the equivalence that is sometimes established between a stag- ing and its recording – especially in the contemporary context of productions that frequently suffer considerable changes and are characterized by the unique aspect of each performance, always full of singular events and relatively autonomous regarding the general plan of the director. Thus, we will discuss problems and solutions of video direction of audiovisual recordings of stagings of the operatic cycle Der Ring des Nibelungen [The Ring of Nibelungo], by Richard Wagner (1813-1883). Keywords Opera recording; director’s theater; opera staging; Regietheater; Richard Wagner Resumo Este trabalho se debruça sobre o uso de gravações audiovisuais como documentos para análise de producções de ópera contemporâneas agrupadas pela crítica alemã sob o termo tea- tro de director [Regietheater].
    [Show full text]
  • Summer 2008 Dess’ Stiller Frieden Dich Umfing? Volume 5, Number 3 —Parsifal
    Wagneriana Du konntest morden? Hier im heil’gen Walde, Summer 2008 dess’ stiller Frieden dich umfing? Volume 5, Number 3 —Parsifal From the Editor he Boston Wagner Society will turn five on September 20. We are planning some festivities for that day that will include live music. This special event will be open to members and their guests only. Invitations will be forthcom- T ing. This year we have put in place new policies for applying for tickets to the Bayreuth Festival. Before you send in your application for 2009, please make sure that you have read these policies (see page 7). Here is a sneak preview of the next season’s events: a talk by William Berger, co-host of Sirius Met Opera’s live broad- casts and author of Wagner without Fear: Learning to Love–and Even Enjoy–Opera’s Most Demanding Genius (on October 18); a talk by Professor Robert Bailey, a well-known Wagnerian scholar and the author of numerous articles on Wagner, titled “Wagner’s Beguiling Tristan und Isolde and Its Misunderstood Aspects” (on November 15); an audiovisual presentation comparing the Nibelungenlied with Wagner’s Ring Cycle, by Vice President Erika Reitshamer (winter 2009). We will add more programs as needed. Due to space limitations, in this issue we are omitting part 4 of Paul Heise’s article “The Influence of Feuerbach on the Libretto of Parsifal.” The series will resume in the next issue. –Dalia Geffen, President and Founder Wagner from a Buddhist Perspective Paul Schofield, The Redeemer Reborn: Parsifal as the Fifth Opera of Wagner’s Ring (New York: Amadeus Press, 2007) he Redeemer Reborn is a very important book.
    [Show full text]
  • Decca Discography
    DECCA DISCOGRAPHY >>V VIENNA, Austria, Germany, Hungary, etc. The Vienna Philharmonic was the jewel in Decca’s crown, particularly from 1956 when the engineers adopted the Sofiensaal as their favoured studio. The contract with the orchestra was secured partly by cultivating various chamber ensembles drawn from its membership. Vienna was favoured for symphonic cycles, particularly in the mid-1960s, and for German opera and operetta, including Strausses of all varieties and Solti’s “Ring” (1958-65), as well as Mackerras’s Janá ček (1976-82). Karajan recorded intermittently for Decca with the VPO from 1959-78. But apart from the New Year concerts, resumed in 2008, recording with the VPO ceased in 1998. Outside the capital there were various sessions in Salzburg from 1984-99. Germany was largely left to Decca’s partner Telefunken, though it was so overshadowed by Deutsche Grammophon and EMI Electrola that few of its products were marketed in the UK, with even those soon relegated to a cheap label. It later signed Harnoncourt and eventually became part of the competition, joining Warner Classics in 1990. Decca did venture to Bayreuth in 1951, ’53 and ’55 but wrecking tactics by Walter Legge blocked the release of several recordings for half a century. The Stuttgart Chamber Orchestra’s sessions moved from Geneva to its home town in 1963 and continued there until 1985. The exiled Philharmonia Hungarica recorded in West Germany from 1969-75. There were a few engagements with the Bavarian Radio in Munich from 1977- 82, but the first substantial contract with a German symphony orchestra did not come until 1982.
    [Show full text]
  • Ganzen Artikel Lesen (PDF)
    Weltpremiere Kopfhörer-Verstärker Lehmannaudio Drachenfels USB Jetzt geht auch digitaler HiRes-Hörspaß Testurteil 2018 Oberklasse1+ www.lite-magazin.de Testurteil Chromglänzend: Der kompakte Lehmannaudio Drachenfels USB präsentiert sich mit veredelter Vorderseite. 2018 Oberklasse1+ www.lite-magazin.de Modell: Lehmannaudio Die Füße absorbieren mechanische Schwingungen und lassen Drachenfels USB den Drachenfels scheinbar schweben. Produktkategorie: Kopfhörerverstärker/ Auch das ist der Stil der Linear-Linie. Entsprechend nobel Vorverstärker/DAC sieht dieser Lehmannaudio Drachenfels USB aus. Durch die vier relativ hohen Füße scheint der kompakte Klang- Preis: - mit USB-Modul: 978,00 Euro Quader zudem über dem Untergrund zu schweben, doch - ohne USB-Modul: 578,00 Euro neben der Leichtigkeit des Seins bewirken die Füße aus Garantie: 2 Jahre weichem Kunststoff, dass Vibrationen absorbiert werden. Die Befreiung von dieser Schwingungsenergie ist me- Ausführungen: - Chrom chanisch und letztlich deshalb auch akustisch vorteilhaft - Silber (Aluminium) für die empfindliche Elektronik, die mit kleinen Signalpe- - Schwarz (Aluminium) geln arbeitet. Doppelter Hörspaß: Vertrieb: Lehmannaudio, Köln Die Features der Front Tel.: +49 221 29493320 www.lehmannaudio.com Die Stirnseite präsentiert uns vier Features. Linkerhand Kopfhörer-Verstärker Lehmannaudio Drachenfels USB ist der An/Aus-Schalter samt blauer Betriebs-LED posi- tioniert. „Aus“ bedeutet beim Drachenfels, dass der ein- Produktdaten gebaute Gleichspannungswandler in einen sogenannten (HBT): 43
    [Show full text]
  • Chicago Symphony Orchestra Riccardo Muti Zell Music Director Yo-Yo Ma Judson and Joyce Green Creative Consultant Global Sponsor of the CSO
    PROGRAM ONE HUNDRED TWENTY-FIFTH SEASON Chicago Symphony Orchestra Riccardo Muti Zell Music Director Yo-Yo Ma Judson and Joyce Green Creative Consultant Global Sponsor of the CSO Thursday, April 21, 2016, at 8:00 Saturday, April 23, 2016, at 8:00 Tuesday, April 26, 2016, at 7:30 Falstaff, Lyric comedy in three acts Music by Giuseppe Verdi Libretto by Arrigo Boito, after William Shakespeare’s The Merry Wives of Windsor and parts of Henry IV Riccardo Muti Conductor CAST Sir John Falstaff ............................................................................Ambrogio Maestri baritone Ford, husband of Alice ................................................................................. Luca Salsi baritone Fenton ................................................................................................................Saimir Pirgu tenor Doctor Caius ................................................................................................... Saverio Fiore tenor Bardolfo, follower of Falstaff ...............................................Anicio Zorzi Giustiniani tenor Pistola, follower of Falstaff..................................................................... Luca Dall’Amico bass Mrs. Alice Ford .................................................................................Eleonora Buratto soprano Nannetta, daughter of Alice and Ford ..................................................Rosa Feola soprano Mrs. Quickly ................................................................... Daniela Barcellona mezzo-soprano
    [Show full text]
  • Sir Colin Davis Discography
    1 The Hector Berlioz Website SIR COLIN DAVIS, CH, CBE (25 September 1927 – 14 April 2013) A DISCOGRAPHY Compiled by Malcolm Walker and Brian Godfrey With special thanks to Philip Stuart © Malcolm Walker and Brian Godfrey All rights of reproduction reserved [Issue 10, 9 July 2014] 2 DDDISCOGRAPHY FORMAT Year, month and day / Recording location / Recording company (label) Soloist(s), chorus and orchestra RP: = recording producer; BE: = balance engineer Composer / Work LP: vinyl long-playing 33 rpm disc 45: vinyl 7-inch 45 rpm disc [T] = pre-recorded 7½ ips tape MC = pre-recorded stereo music cassette CD= compact disc SACD = Super Audio Compact Disc VHS = Video Cassette LD = Laser Disc DVD = Digital Versatile Disc IIINTRODUCTION This discography began as a draft for the Classical Division, Philips Records in 1980. At that time the late James Burnett was especially helpful in providing dates for the L’Oiseau-Lyre recordings that he produced. More information was obtained from additional paperwork in association with Richard Alston for his book published to celebrate the conductor’s 70 th birthday in 1997. John Hunt’s most valuable discography devoted to the Staatskapelle Dresden was again helpful. Further updating has been undertaken in addition to the generous assistance of Philip Stuart via his LSO discography which he compiled for the Orchestra’s centenary in 2004 and has kept updated. Inevitably there are a number of missing credits for producers and engineers in the earliest years as these facts no longer survive. Additionally some exact dates have not been tracked down. Contents CHRONOLOGICAL LIST OF RECORDING ACTIVITY Page 3 INDEX OF COMPOSERS / WORKS Page 125 INDEX OF SOLOISTS Page 137 Notes 1.
    [Show full text]