Donald McIntyre Wotan, Wanderer. Martin Egel Donner. Jerusalem Froh. Heinz Zednik Loge , Mime(S). Matti Salminen Fasolt, Hunding. Fritz Hübner Fafner, Hagen. Hermann Becht Alberich. Helmut Pampuch Mime(Rh). Hanna Schwarz Fricka. Reppel Freia, Gerhilde. Ortrun Wenkel Erda, Norn I. Norma Sharp Woglinde. Ilse Gramatzki Wellgunde, Grimgerde. Marga Schiml Flosshilde, Siegrune. Peter Hofmann Siegmund. Jeannine Altmeyer Sieglinde, Gutrune. Brünnhilde. Katie Clarke Helmwige, 3.Norn. Karen Middleton Ortlinde. Gabriele Schnaut Waltraute(W), 2.Norn. Elisabeth Glauser Rossweisse. Gwendolyn Killebrew Waltraute(G.), Schwertleite. Manfred Jung Siegfried. Norma Sharp Waldvogel. Gunther. Muzikale leiding. Patrice Chéreau Regie. Richard Peduzzi Decors. Jacques Schmidt Kostuums. Brian Large Videoregie. Koor en orkest van de Bayreuther Festspiele. Opname: Bayreuther Festspiele 1980. PHILIPS 070 407-9PH7

HISTORISCH IJKPUNT VOOR DE BAYREUTHER FESTSPIELE

Richard Wagners DER RING DES NIBELUNGEN in de regie van Patrice Chéreau in

Toen Pierre Boulez voor de piepjonge Patrice Chéreau gerukt - tegelijk met het bijbehorende lichaamsdeel. Er koos als regisseur van de eeuwfeest-Ring van 1976 in volgden doodsbedreigingen en bommeldingen, vriend- Bayreuth, kon dit als een grote gok worden beschouwd. schappen en geplande huwelijken werden afgebroken. Ingmar Bergman en Peter Brook hadden voordien reeds Siemens dreigde zich als sponsor terug te trekken, de vriendelijk bedankt en Peter Stein, die de klus uiteindelijk Vrienden van Bayreuth boden aan om een volledig nieu- wel aanvaardde, had zichzelf al snel onmogelijk gemaakt we productie te financieren als die van Chéreau maar zou in de ogen van festivalleider Wolfgang Wagner om kort worden geschrapt. Om de vermeende afvalligheid van daarop de arena te verlaten. Chéreau, wiens enige ver- Chéreau te bekampen vormden Wagner-fundamenta- trouwdheid met Wagner was dat hij in 1972 in Parijs eens listen een “Aktionskreis für das Werk Richard Wagners”. doorheen een vertoning van Die Walküre had geslapen, Er ontstond muiterij in het orkest en Boulez had al zijn nam de job zonder voorkennis en met grote onbevangen- koelbloedigheid nodig om het einde van de klus te halen. heid ter harte. Met Richard Peduzzi (decors) en Jacques Bij het einde van de laatste opvoering in 1980 (het jaar Schmidt (kostuums) was De Ring daarmee in handen ge- van de filmopnames) werd de aanvankelijk zo extreem komen van een volbloedig Frans team hetgeen hem controversiële productie beloond met een ovatie die 90 meteen ook voorbestemde voor de controverse: het le- minuten aanhield. verde niet alleen de meest sensationele Ring op van Bay- Als personenregisseur in hart en nieren zag Ché- reuth sind het ontstaan van het festival, het werd tevens reau de Ring in de eerste plaats als een vehikel voor op- maatgevend voor de manier waarop wij sindsdien naar windende acteerprestaties, opwindender dan er totdantoe zouden gaan kijken en voor velen is de Ring van ooit op het toneel van Bayreuth te zien waren geweest. Chéreau een soort ijkpunt gebleven voor datgene wat Het stuk zelf beschouwde hij als een scenische allegorie men “regisseursopera” is gaan noemen. over macht, over de manier waarop macht wordt aange- Vanaf de openingsscène waarin de Rijndochters te zien wend en hoe zij vernietigend kan werken. Vernieuwend waren als hoertjes, hun brutale spel met Alberich spelend waren de decors, de kostuums en de verfrissende regie op de spekgladde helling van een hydro-elektrische waarmee hij de hoofdpersonages niet langer als goden krachtcentrale, was het duidelijk dat dit geen Ring was opsloot in hun mythisch universum maar voorstelde als zoals alle andere. Bij het vallen van het doek onstond het mensen van vlees en bloed. Geplaatst in het specifieke grootste tumult uit de geschiedenis van de Festspiele historische kader van de late 19e en vroege 20e eeuw, waarbij het publiek zich verdeelde in twee vijandige kam- kregen de vier delen van de tetralogie elk afzonderlijk hun pen. Tijdens het bloedig handgemeen dat volgde zag de eigen dramaturgie met als metafoor voor echtgenote van Wolfgang Wagner haar galakleed aan de pre-industriële wereld; Die Walküre als de vroeg- flarden gaan. Van een andere dame werd de oorring af- kapitalistische wereld met Hunding als eerste entrepre-

© VLAAMS WAGNER GENOOTSCHAP –PROSCENIO, december 2001 neur; Siegfried als de tijd van de 19e eeuwse industriali- camera steeds indringend in beeld wordt gebracht. Matti sering; Götterdämmerung als de interbellumperiode van Salminen als Hunding is quasi onovertrefbaar. Fritz Hüb- het pre-fascistisch kapitalisme. ner als Hagen mist enigszins profiel, als zanger zowel als Als Chéreau op 1 mei 1976 in Bayreuth aankomt acteur. om de repetities met zijn acteurs aan te vatten heeft hij in De stemmen beschikken over een lichte nagalm zijn koffertje slechts de uitgewerkte mise-en-scène zitten en zijn evenwichtig geplaatst in het klankbeeld. Het beeld van het eerste en tweede bedrijf van Die Walküre . Die zit is superieur aan de laserdisc, merkelijk scherper en zon- na 2 weken meteen goed en hij zal er later nauwelijks nog der picturale ruis. Zelfs de rode nevel van de “Feuerzau- wat aan veranderen. De rest van de Ring ontstaat onder ber” levert een stabiel beeld op. Brian Large’s cameravoe- enorme tijdsdruk. Het is wellicht daarom dat deze twee ring is meer dan adequaat maar slechts zelden exceptio- bedrijven samen met het leeuwendeel van Das Rheingold neel zoals in de finale van het tweede bedrijf van Götter- tot de meest geslaagde bladzijden behoren van om het dämmerung waar de beeldregie een dramatisch accent even welke Ring. De dramaturgie is grondig doordacht en toevoegt. Jammergenoeg heeft de producent geen Duitse wordt geschraagd door een nauwelijks te overtreffen per- ondertiteling toegevoegd en ontbreekt ook de documen- sonenregie. Hierbij wordt de valkuil van het pleonasme taire “The making of the Ring”. De Ring van Chéreau is vakkundig vermeden: Wagners descriptieve muziek wordt sinds 1980 slechts fragmentarisch overtroffen geworden zelden ondersteund met gelijklopende, voorspelbare han- maar geen enkele Ring die sindsdien op de planken stond delingen. heeft als geheel zoveel dramatische spankracht, zoveel Zelden heeft een regisseur ons een Alberich ge- warmte en erotiek, zoveel brutaliteit en geweld te zien toond als de zichzelf verminkende Hermann Becht. De gegeven. Uiteraard is dit een essentieel document. goden zijn als gevaarlijke insecten gehuld in klatergoud. Loge is getekend door vrouwenhaat. Nibelheim is de kapi- talistische hel. Het Wälsungenpaar, aantrekkelijk en men- selijk, is één van de mooiste liefdesparen uit de theater- geschiedenis. Het Wotan-Fricka duel ontspint zich rondom een slinger van Foucault, machtscentrum van de baronnie van Wotan & Co. Zijn introspectieve monoloog houdt Wotan voor een spiegel. Zijn liefdesdochter Brünn- hilde heeft dan nog de trekken van een kostschoolmeisje met borstkuras. Als de Albatros van Baudelaire zal zij la- ter de gestalte aannemen van de tragische heldin. De Walküren schuimen het slagveld af als giechelende hye- na’s. Heinz Zednik verzoent ons met een minder demoni- sche karakterstudie van Mime. Zijn tragi-komische act heeft gewild joodse trekken. Met zijn starende blik de- monstreert Manfred Jung de leegte van het innerlijk leven van Siegfried. Zijn doodsstrijd is doordrenkt van erotiek. Zijn lijk wordt gadegeslagen door een verslagen menigte. De finale van Götterdämmerung geeft een verwarde mensheid te zien, luisterend naar het raadsel van de slotmaten van Wagners partituur. Donald McIntyre is allesbehalve een ideale Wo- tan. Zijn vocale middelen benaderen slechts af en toe die van de ware heldenbariton. Een bas geeft het betere re- sultaat. Dat kan tenslotte ook tegen Hans Hotter worden opgeworpen. McIntyre nuanceert de partij bijna even goed zonder diens maniëristische trekken over te nemen. Hanna Schwarz is de superbe “emmerdeuse” in het Wo- tan-Fricka duet. Jeannine Altmeyers incarnatie van Sieg- linde is exemplarisch, met een intensiteit en inleving die zelden te zien zijn op een operatoneel. Peter Hofmann is een zeer passende Siegmund, als heldentenor fragiel maar adequaat. Gwyneth Jones bevond zich op het hoog- tepunt van haar carrière en van haar vocale mogelijkhe- den. Haar vertolking is meestal intonatiezuiver, het latere cirkelzaagvibrato houdt zij hier nog volledig in toom. Manf- red Jung is tegen de partij van Siegfried opgewassen maar stoot bij herhaling tegen zijn grenzen in de “Schmiede”-liederen. De stem klinkt altijd hard, metaal- achtig en ontbeert een zekere warmte in de lyrische mo- menten. Hermann Bechts superb gearticuleerde Alberich levert een bijzonder plastisch personage op dat door de

© VLAAMS WAGNER GENOOTSCHAP –PROSCENIO, december 2001