AUXILIA Invloeden Van De Diensttijd Op De Officieren Van De Romeinse Hulptroepen in Het Principaat
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
CENTURIONES EN DECURIONES VAN DE AUXILIA Invloeden van de diensttijd op de officieren van de Romeinse hulptroepen in het Principaat Sander Van Daele Promotor: prof. dr. Koenraad Verboven Commissarissen: dr. Wouter Vanacker en drs. Marijn Vandenberghe Masterproef voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte voor het behalen van de graad van Master in de Geschiedenis Academiejaar 2013 – 2014 CENTURIONES EN DECURIONES VAN DE AUXILIA Invloeden van de diensttijd op de officieren van de Romeinse hulptroepen in het Principaat Sander Van Daele Promotor: prof. dr. Koenraad Verboven Commissarissen: dr. Wouter Vanacker en drs. Marijn Vandenberghe Masterproef voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte voor het behalen van de graad van Master in de Geschiedenis Academiejaar 2013 – 2014 Verklaring in verband met de toegankelijkheid van de scriptie Ondergetekende, ………………………………………………………………………………..., afgestudeerd Master in de Geschiedenis aan Universiteit Gent in het academiejaar 2013-2014 en auteur van de scriptie met als titel: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… verklaart hierbij dat zij/hij geopteerd heeft voor de hierna aangestipte mogelijkheid in verband met de consultatie van haar/zijn scriptie: 0 - de scriptie mag steeds ter beschikking worden gesteld van elke aanvrager; 0 - de scriptie mag enkel ter beschikking worden gesteld met uitdrukkelijke, schriftelijke goedkeuring van de auteur (maximumduur van deze beperking: 10 jaar); 0 - de scriptie mag ter beschikking worden gesteld van een aanvrager na een wachttijd van …… jaar (maximum 10 jaar); 0 - de scriptie mag nooit ter beschikking worden gesteld van een aanvrager (maximumduur van het verbod: 10 jaar). Elke gebruiker is te allen tijde verplicht om, wanneer van deze scriptie gebruik wordt gemaakt in het kader van wetenschappelijke en andere publicaties, een correcte en volledige bronverwijzing in de tekst op te nemen. Gent, ……………………………………………… (datum) ……………………………………………… (handtekening) Universiteit Gent Examencommissie Geschiedenis Academiejaar 2013-2014 2 Woord vooraf Bijna een jaar is verstreken sinds een voorzichtige start werd gemaakt aan deze thesis. Het onderzoeken en schrijven ervan in het voorbije jaar heeft me veel bijgeleerd, op vlak van kennis, op vlak van de wetenschap van het historisch onderzoek, en op andere vlakken. Deze thesis vormt een culminatie van de voorbije vier jaar die ik met veel plezier heb doorgebracht in de opleiding tot eerst Bachelor, daarna Master in de Geschiedenis aan de Universiteit Gent enerzijds, en van mijn interesse in en passie voor geschiedenis anderzijds. Daarbij kent de Romeinse geschiedenis, en meer bepaald het Romeinse leger, een speciale plaats. Ik wil hier verder geen epistel afsteken – de lezer zal al een vette kluif hebben aan de thesis zelf – maar toekomen aan het belangrijkste onderdeel van dit woord vooraf. Er zijn namelijk enkele mensen die ik zou willen bedanken. Eerst en vooral mijn promotor, professor Koenraad Verboven. Na mij ook begeleid te hebben in het schrijven van mijn bachelorpaper vorig jaar, en daarvoor nog bij Historische Praktijk 2: Oefening Oudheid, bood hij me na mijn bachelorpresentatie de kans om onder zijn auspiciën ook mijn thesis te schrijven. Ik ben dankbaar op dat aanbod ingegaan. Het voorbije jaar heeft hij me geholpen in alle aspecten van mijn onderzoek en het neerschrijven van mijn resultaten, ook al bevond het Kanaal zich het grootste deel van de tijd tussen ons, gezien zijn onderzoeksverblijf in Oxford. Dat hield hem niet tegen mij op de best mogelijke manier te begeleiden. Ik heb heel erg veel van hem bijgeleerd en ik wil hem dan ook bij deze van harte bedanken voor de kans die hij me geboden heeft, en voor de vele suggesties, opmerkingen en verbeteringen die hij me doorstuurde. Ook wil ik de leescommissarissen dr. Wouter Vanacker en drs. Marijn Vandenberghe bedanken om de tijd te nemen om mijn thesis te lezen en te beoordelen. Vervolgens wil ik het personeel van de universiteitsbibliotheken in zowel Gent als Leuven bedanken, die mijn zoektochten naar artikels, boeken en bronnenuitgaven dikwijls vergemakkelijkt hebben. Een innig woord van dank gaat uit naar de vriend(inn)en en familieleden die delen van deze thesis nagelezen hebben. Ik wil me ook bij hen excuseren dat ik niet al hun suggesties heb opgenomen. Erg bedankt voor het nalezen aan (in alfabetische volgorde): Tine Bussens, Birgit Janssen, Marilien Maes, Winke Minnebo, mijn vriendin Hannah Peersman, Elia Smet, Lieve Van Daele en mijn vader Rik Van Daele. Een algemeen woord van dank gaat uit naar al mijn vrienden, familie en kennissen die steeds met interesse reageerden bij het horen over mijn thesis. Extra dank gaat uit naar alle vier mijn grootouders, die met veel bezorgdheid en interesse de vooruitgang van mijn thesis op de voet volgden. Ik wil mijn ouders bedanken voor de kans die ze mij hebben gegeven om deze studie te volgen. Ze zijn mij doorheen de voorbije vier jaar blijven motiveren en hebben mij steeds gesteund. Mama en papa, merci. Ten slotte wil ik mijn vriendin Hannah bedanken voor de onvoorwaardelijke steun die ze mij heeft geboden tijdens het schrijven van deze thesis en tijdens de rest van mijn studie. Zonder haar was dit nooit gelukt. 3 Inhoudsopgave Woord vooraf ..................................................................................................................................................... 3 Inhoudsopgave .................................................................................................................................................. 4 Lijst van afkortingen, tabellen, afbeeldingen en bijlagen ................................................................. 5 Inleiding .............................................................................................................................................................. 7 Probleemstelling ................................................................................................................................................. 8 Eerder werk over de auxilia en haar officieren .................................................................................. 10 Romanisering? .................................................................................................................................................. 12 Methode ............................................................................................................................................................... 14 Bronnen: hun mogelijkheden en hun problemen .............................................................................. 15 Structuur ............................................................................................................................................................. 17 Hoofdstuk 1: Afkomst en carrière ........................................................................................................... 19 1.2 De afkomst van officieren ..................................................................................................................... 24 1.3 Carrière ........................................................................................................................................................ 31 1.4 Conclusie ...................................................................................................................................................... 48 Hoofdstuk 2: In dienst ................................................................................................................................. 51 2.1 Cultuurshock? ‘Romanisering’ tijdens de diensttijd .................................................................. 51 2.2 Verworven kapitaal: taal, vaardigheden, en geld ........................................................................ 59 2.3 Militair leven als stadsleven. Het kamp als stedelijke omgeving? ....................................... 63 2.4 Besluit ........................................................................................................................................................... 65 Hoofdstuk 3: De vestigingslocatie van veteranen ............................................................................. 67 3.1 Bronnen voor vestigingslocaties ....................................................................................................... 68 3.2 De vestigingslocatie van auxilia-veteranen in het algemeen ................................................. 70 3.3 De vestigingslocaties van centuriones en decuriones ................................................................ 80 3.4 Besluit ........................................................................................................................................................... 87 Hoofdstuk 4: In de samenleving. De privileges en status van veteranen ................................. 89 4.1 Het burgerschap ....................................................................................................................................... 90 4.2 Andere privileges ..................................................................................................................................... 93 4.3 Verklaring .................................................................................................................................................... 95 Hoofdstuk 5: Activiteiten in de civiele samenleving .......................................................................