Groot-Waterschap Van Woerden I
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
GROOT-WATERSCHAP VAN WOERDEN I I N V E N T A R I S VAN HET ARCHIEF VAN HET GROOT-WATERSCHAP VAN WOERDEN 1322 – 1974 (1988) C. Venema Woerden 2016 II GROOT-WATERSCHAP VAN WOERDEN III INHOUD INLEIDING Grondgebied en geschiedenis IX Bestuur IX Toezicht X Waterstaatswerken X Archiefvorming en inventarisatie XI Bijlagen: Dijkgraven XIII Camelaars / Cameraars / Kameraars XIV Hoogheemraden XVI INVENTARIS ALGEMEEN 1. Notulen c.a. 1 2. Correspondentie 4 3. Overig 6 BIJZONDER 1. ORGANISATIE 1A. GRONDGEBIED EN BESTUURSINRICHTING 1A1. Algemeen 7 1A2. Grondgebied 9 1A3. Jurisdictie 9 1A4. Bestuursinrichting / kerspels 13 1B. BESTUUR 1B1. Algemeen 14 1B2. Dijkgraaf 16 1B3. Hoogheemraden 16 1B4. Camelaar (tot ca. 1650) / Cameraar (tot ca. 1810) / Kameraar 17 1B5. Waarslieden / Hoofdingelanden 17 1C. PERSONEEL 1C1. Algemeen 19 1C2. Secretaris(-rentmeester) 20 1C3. Fabriek – landmeter 21 1C4. Kantoorpersoneel 21 1C5. Brug- en sluiswachters 21 1C6. Bode 22 IV 1D. EIGENDOMMEN 1D1. Algemeen 23 1D2. Aan- en verkoop 24 1D3. Verpachting en verhuur 26 1D4. Gemeenlandshuis 29 1E. FINANCIËN 1E1. Rekeningen en begrotingen 1E1.1. Begrotingen 30 1E1.2. Rekeningen 30 1E1.3. Bijlagen bij de rekeningen 31 1E1.4. Procedure van de rekening 33 1E2. Omslag en inning van morgengelden en andere lasten 1E2.1. Morgengelden t/m 1857 34 1E2.2. Omslag vanaf 1858 39 1E2.3. Verveningspenningen 44 1E2.4. Omslag Katwijkse subsidie 45 1E2.5. Overige omgeslagen lasten 46 1E3. Leningen en beleggingen 47 1E4. Boekhouding en financiële administratie 48 1F. ARCHIEF 49 2. TAAKUITVOERING 2A. TOEZICHT 2A1. Keur en schouw 2A1.1. Keur 2A1.1.1. Keur algemeen 51 2A1.1.2. Keuren betreffende de organisatie 52 2A1.1.3. Keuren betreffende de taak 53 2A1.1.4. Stukken naar aanleiding van keuren 56 2A1.2. Schouw 2A1.2.1. Schouw algemeen 57 2A1.2.2. Schouw omringkades 58 2A1.2.3. Schouw boezemwateren 59 2A1.2.4. Schouw wegen 60 2A1.3. Dijk- en hoefslagplicht 61 2A2. Rechtspraak 64 2A3. Vergunningen 2A3.1. Vergunningen algemeen 66 2A3.2. Vergunningen ontgronding en veenderij 67 2A3.3. Vergunningen specifiek 68 GROOT-WATERSCHAP VAN WOERDEN V 2A4. Toezicht op en betrekkingen met inliggende c.q. ingenomen polders 2A4.1. Algemeen 70 2A4.2. Achttienhoven 71 2A4.3. Barwoutswaarder c.a. 72 2A4.4. Breeveld en Haanwijk 2A4.4.1. Breeveld 73 2A4.4.2. Haanwijk 73 2A4.4.3. Breeveld en Haanwijk 73 2A4.5. Breudijk 74 2A4.6. Gerverscop 74 2A4.7. Groot-Hekendorp 74 2A4.8. Groot-Houtdijk 75 2A4.9. Kamerik-Mijzijde en ’s-Gravesloot 75 2A4.10. Kamerik-Teijlingens 76 2A4.11. Klein-Hekendorp 77 2A4.12. Klein-Houtdijk 77 2A4.13. Lange Weide 78 2A4.14. Meije 79 2A4.15. Middelland 79 2A4.16. Noord-Linschoten 80 2A4.17. Noordzijde 80 2A4.18. Oudeland en Indijk 80 2A4.19. Oudeland en Tournoisveld 81 2A4.20. Oudendam 81 2A4.21. Papekop en Diemerbroek 81 2A4.22. Rapijnen, IJsselveld en Cattenbroek 82 2A4.23. Rietveld 83 2A4.24. Ruige Weide 84 2A4.25. Snelrewaard, Zuid-Linschoten, Schagen en Den Engh 85 2A4.26. Snel en Polanen 85 2A4.27. Teckop 86 2A4.28. Westeinde van Waarder 86 2A4.29. Weijland en de Bree 88 2A4.30. Weijpoort 88 2A4.31. Wulverhorst c.a. 89 2A4.32. Zegveld 89 2A4.33. Zegvelderbroek 90 2A4.34. Gemeene Boezem van Zegveld, Zegvelderbroek en Achttienhoven 91 2A4.35. Zuidzijde 91 2A4.36. Kockengen 91 2A4.37. Spengen 91 2A4.38. Oukoop 91 2A5. Betrekkingen met andere instanties 2A5.1. Hoogheemraadschap van Rijnland 2A5.1.1. Algemeen 92 2A5.1.2. Jurisdictie 93 2A5.1.3 Waterbeheer 95 2A5.2. Stad Montfoort 2A5.2.1. Algemeen 97 2A5.2.2. Jurisdictie 97 2A5.2.3. Waterbeheer 97 VI 2A5.3. Stad Oudewater 2A5.3.1. Algemeen 98 2A5.3.2. Jurisdictie 100 2A5.3.3. Waterbeheer 101 2A5.4. Stad Woerden 2A5.4.1. Algemeen 103 2A5.4.2. Jurisdictie 103 2A5.4.3. Waterbeheer 103 2A5.5. Overigen 104 2B. BEHEER EN ONDERHOUD VAN WATERSTAATSWERKEN 2B1. Algemeen 108 2B2. Waterstand 2B2.1. Peil 116 2B2.2. Waterafvoer 117 2B2.3. Wateraanvoer, vnl. door inliggende polders, en waterinlaat 118 2B3. Boezemwateren 2B3.1. Algemeen 123 2B3.2. Rijn 123 2B3.3. Enkele Wiericke 124 2B3.4. Dubbele Wiericke 124 2B3.5. Linschoten en Jaap Bijzer- en Kromwijkerwetering 124 2B3.6. Grecht 125 2B3.7. Cattenbroeker- of Montfoortsevaart 125 2B4. Waterkeringen 2B4.1. Omringkade en Noord-IJsseldijk 126 2B4.2. Gemeenlandskade 128 2B4.3. Boezemwaterkeringen 2B4.3.1 Algemeen 130 2B4.3.2 Hoge of zuidelijke Rijndijk 130 2B4.3.3. Lage of noordelijke Rijndijk 131 2B4.3.4. Kades Enkele Wiericke 131 2B4.3.5. Kades Dubbele Wiericke 132 2B4.3.6. Grechtkades 133 2B4.4. Overige kades 134 2B5. Sluizen en schotdeuren c.q. keersluizen 2B5.1. Sluizen algemeen 136 2B5.2. Woerdersluis te Spaarndam 136 2B5.3. Goejanverwellesluis 137 2B5.4. Duikersluis Hollandse IJssel – Enkele Wiericke 138 2B5.5. Sluis te Oudewater 138 2B5.6. Schotdeur, later keersluis onder de Romeinsbrug te Oudewater 139 GROOT-WATERSCHAP VAN WOERDEN VII 2B5.7. Haanwijkerdam en –sluis 139 2B5.8. Sluis te Bodegraven 140 2B5.9. Schotdeur Enkele Wiericke – Rijn 141 2B5.10. Schotdeur Dubbele Wiericke – Rijn 141 2B5.11. Overige schotdeuren en sluizen 141 2B6. Bruggen 2B6.1. Groevenbrug 141 2B6.2. Brug over de Rijn te Bodegraven 142 2B6.3. Brug over de Linschoten te Linschoten 142 2B6.4. Brug over de Enkele Wiericke in de Tiendweg 143 2B6.5. Langeweidse brug te Driebruggen 143 2B6.6. Hoge brug in de Ruigeweidsedijk 143 2B6.7. Heimans- of ’s Molenaarsbrug 143 2B6.8. Brug over de Rijn te Zwammerdam 144 2B6.9. Brug over de Dubbele Wiericke te Nieuwerbrug 145 2B6.10. Brug over de Enkele Wiericke in de Hoge Rijndijk 145 2B6.11. Brug over de Rijn te Nieuwerbrug 145 2B6.12. Overige bruggen 146 2B7. Wegen 146 2C. WATERKWALITEIT 147 3. CHARTERS 149 4. KAARTEN EN TEKENINGEN 4.1. Algemeen 166 4.2. Grondgebied 166 4.3. Bezittingen 167 4.4. Financiën 168 4.5. Toezicht op en betrekkingen met inliggende c.q. ingenomen polders 169 4.6. Betrekkingen met omliggende Hoogheemraadschappen en inliggende steden 173 4.7. Boezemwateren 174 4.8. Waterkeringen 175 4.9. Sluizen en keerdeuren 4.9.1. Woerdersluis te Spaarndam 176 4.9.2. Goejanverwellesluis 176 4.9.3. Sluis te Oudewater 177 4.9.4. Haanwijker sluis 177 4.9.5. Sluis te Bodegraven 177 4.9.6. Keerdeuren 178 4.10. Bruggen 4.10.1. Brug over de Rijn te Bodegraven 179 4.10.2. Brug over de Enkele Wiericke in de Tiendweg 179 4.10.3. Langeweidse brug te Driebruggen 179 4.10.4. Hoge brug in de Ruigeweidsedijk 179 4.10.5. Brug over de Rijn te Zwammerdam 179 4.10.6. Brug over de Dubbele Wiericke te Nieuwerbrug 180 4.10.7. Brug over de Enkele Wiericke in de Hoge Rijndijk 180 4.10.8. Brug over de Rijn te Nieuwerbrug 180 VIII 5. FOTO’S 181 6. DOCUMENTATIE EN BOEKEN 6.1. Wetten en besluiten 183 6.2. Boeken 184 6.3. Documentatie 188 7. GEDEPONEERDE ARCHIEVEN 7.1. ARCHIEF VAN HET COLLEGIE VAN DE NOORD-IJSSELDIJK 7.1.1. Algemeen 189 7.1.2. Bijzonder 7.1.2.1. Organisatie 189 7.1.2.2. Taakuitvoering 189 7.2. ARCHIEF VAN MR. H. GRIFFIOEN, hoogheemraad van het Groot-Waterschap 191 Bijlage: Concordans van oude naar nieuwe nummers 192 GROOT-WATERSCHAP VAN WOERDEN IX INLEIDING Grondgebied en geschiedenis Een uitgebreid overzicht van de geschiedenis van het Groot-Waterschap is te vinden in het boek: “Grenswater”, Geschiedenis van het Groot-Waterschap van Woerden 1226 – 1995, geschreven door Jan van Es, uitgegeven door Matrijs in 2009. De geschiedenis van het gebied dat wij tot 1995 hebben gekend als het Groot-Waterschap van Woerden is tot 1322 grotendeels in nevelen gehuld. Het moerassige gebied werd in de 12e en 13e eeuw ontgonnen in kleine deelgebieden, de latere polders en waterschappen. Deze waterden op natuurlijke wijze af, voornamelijk op de Rijn en deels op de IJssel. Waarschijnlijk hield de baljuw van Woerden al enig toezicht op deze afwaterende eenheden en hun bestuurders, en was de “oprichtingsakte” van 11 mei 1322 een formalisering van de bestaande toestand. Het Groot-Waterschap had de taak om het overtollige water van de inliggende polders en waterschappen via de Rijn en dus door het hoogheemraadschap Rijnland af te voeren. De akte van 1363, het eerste “waterakkoord” tussen het Groot-Waterschap en Rijnland, schept iets meer duidelijkheid over de omvang van het beheersgebied: de polders ten zuiden van de Rijn, die afwaterden op de IJssel, konden voor 10 groten per morgen hun oude verplichtingen aan Rijnland afkopen en kwamen buiten het Groot-Waterschap te liggen. De polders ten zuiden van de Rijn, die op de Rijn afwaterden alsmede de polders ten noorden van de Rijn moesten 5 groten per morgen betalen en bleven vervolgens (in geld) onderhoudsplichtig voor de (toen nog) twee Woerdersluizen in Spaarndam. Het is echter niet duidelijk om welke polders het toen precies ging, en doordat sommige polders bezuiden de Rijn alsnog een afwatering naar de IJssel groeven veranderde de toestand regelmatig. Ook het Groot-Waterschap groef na vergunning in 1366 drie (afwaterings-)kanalen van de Rijn naar de IJssel: de Linschoten, de Enkele en de Dubbele Wiericke. Door de inklinking van het land en het verzanden van de IJssel in de 16e eeuw werden de polders bezuiden de Rijn gedwongen om weer, maar nu door middel van watermolens, op de Rijn te gaan lozen en werden ze successievelijk weer “ingenomen” in het Groot-Waterschap: Barwoutswaarder c.a.