De Staat Als Twaalfde Man
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
DE STAAT ALS TWAALFDE MAN Hoe overheidsinvesteringen de publieke waarde van stadions in gebiedsontwikkeling kunnen versterken DEFINITIEF ONDERZOEKSRAPPORT 23-01-2015 Naam: D.L.P. van Duijn Studentnummer: 1519530 Eerste mentor: Dr. W.J. Verheul Tweede mentor: Prof. Mr. Dr. M.A.B. Chao-Duivis Ik ben er nog steeds van overtuigd dat zoals ik het doe je het moet doen want anders zou ik het niet “ doen. Johan Cruijff ” C COLOFON Titel: De staat als twaalfde man. Hoe overheidsinvesteringen de publieke waarde van stadions in gebiedsontwikkeling kunnen versterken MSc lab: Urban Area Development Datum rapport: 23-01-2015 Datum presentatie: 30-01-2015 STUDENT Naam: Dirk Leendert Pieter van Duijn Studentnummer: 1519530 Adres: Rijnmond 196 2225 VZ Katwijk Telefoonnummer: +31 6 4667 1059 E-mail adres: [email protected] UNIVERSITEIT Instituut: Technische Universiteit Delft, Delft Afstudeerrichting: Master Real Estate & Housing Adres: Julianalaan 134 2628 BL Delft Telefoonnummer: +31 15 278 5 159 E-mail adres: [email protected] Website: www.re-h.bk.tudelft.nl AFSTUDEERCOMITÉ Eerste mentor: Dr. W.J. Verheul, onderzoeker en docent Urban Development Ma- nagement TU Delft Tweede mentor: Prof. Mr. Dr. M.A.B. Chao-Duivis, hoogleraar Bouwrecht TU Delft Externe examinator: Dr. M.E.A. Haffner, senior onderzoeker OTB TU Delft V VOORWOORD Op 8 augustus 2008 zag ik mijn favoriete voetbalclub Arsenal in actie op het Amsterdam Tournament. Onder grote belangstelling van het toegestroomde publiek werkten de Londenaren wedstrijden af te- gen gastheer Ajax, Sevilla en Internazionale. De Amsterdam ArenA was uitverkocht en de sfeer fantas- tisch. Voetbal was altijd al belangrijk voor me, maar na deze ervaring ging ik er op een andere manier naar kijken. Voetbal genereert namelijk geld. Stadions kunnen mensen van over de hele wereld aan- trekken en ervoor zorgen dat een stad zich kan profileren. Ik ben een groot voetballiefhebber. Amateurvoetbal, de Eredivisie, buitenlandse competities en grote evenementen als de EK en WK hebben mijn volledige aandacht. Zelf voetbal ik al bijna twintig jaar bij de grootste amateurclub van Nederland: Quick Boys. Daarnaast probeer ik zo nu en dan een wedstrijd in binnen- en buitenland te volgen. Zo heb ik de grootsheid van het Maracanã in Rio de Janeiro aan- schouwd, maar ook de knusheid van het gammele stadion van arbeidersclub Hearts in Edinburgh. Elk stadion heeft zijn eigen sfeer en is op een bepaalde manier in het stedelijk plan verweven. Eind 1999 werd Manchester door de Engelse overheid aangewezen als één van 42 bakenautoriteiten. Er werden plannen en projecten opgezet om de stad te revitaliseren. Vooral oost Manchester was er slecht aan toe: het behoorde tot de 1% slechtste gebieden van heel Groot-Brittannië. De grootschalige plannen om oost Manchester uit het slob te trekken werden gepositioneerd rond de wens van Man- chester om de Commonwealth Games te organiseren. Hiervoor was een groot, multifunctioneel atle- tiekstadion nodig. De gemeente gebruikte stadion en evenement als aanjager en katalysator voor het hele gebied. Manchester wilde zo haar imago veranderen van vervallen industriestad naar sportstad. Het stadion moest vanuit meerdere structuurvisies en herontwikkelingsplannen een aandeel hebben in de herontwikkeling van de Eastlands door middel van sociale, economische en ruimtelijke impact. Traditiegetrouw hebben voetbalclubs in Engeland een groot maatschappelijk bewustzijn. Tezamen met de beleidsdoelstellingen van de gemeente heeft dit ervoor gezorgd dat door de komst van het stadion de Eastlands er sociaal en economisch enorm op vooruit zijn gegaan. Sociaal gezien verzorgen club en stadion sociaal-maatschappelijke projecten, verbindt het verschillende delen van de stad en is het een plek van samenkomst. Economisch gezien is de activa van woningen, voorzieningen en grond in het gebied verhoogd en genereert het stadion werkgelegenheid en hogere inkomsten voor winke- liers. Een grondige analyse van deze casus is terug te vinden in bijlage B. Door de financiële crisis kwamen er de laatste jaren steeds meer berichten in de media over voetbal- clubs die het financieel zwaar hadden. Sommige lokale overheden probeerden dit tegen te gaan door te investeren in de club of (de grond onder) het stadion. Anderen hielden de hand op de knip waardoor de club uiteindelijk failliet ging. Recente voorbeelden zijn HFC Haarlem, SC Veendam en AGOVV. Dat terwijl clubs als NAC Breda, PSV en RKC Waalwijk juist werden gered van de ondergang door een fi- nanciële transactie van de gemeente. Mijn interesse werd door deze selectiviteit gewekt. Samen met mijn liefde voor voetbal resulteerde dit in het onderzoek dat nu voor u ligt. Vanaf deze plek wil ik graag een aantal mensen bedanken voor hun begeleiding en steun tijdens mijn afstuderen. Allereerst mijn mentoren Wouter Jan Verheul en Monika Chao-Duivis. Zij hebben een hele stimulerende rol gespeeld tijdens het proces. Hun hulp was onmisbaar. Daarnaast mijn dank aan alle experts die bereid waren geïnterviewd te worden voor mijn onderzoek. Verder natuurlijk al mijn vrienden, familie, studiegenoten, mijn BOSS bestuur en vriendin Isabella har- telijk dank voor de steun dit afgelopen jaar. Dirk van Duijn Januari 2015 De staat als twaalfde man 2 S SAMENVATTING AANLEIDING EN METHODE De aanleiding van dit onderzoek werd gevonden in de vele berichten in verschillende media over financiële steun van gemeenten aan voetbalclubs. Veel van deze steun had te maken met het stadion waar de club in speelt. ‘Europese Commissie vernietigend over gronddeal PSV en gemeente Eindhoven’ (Misset, 2013), ‘Rotterdam trekt voorstel nieuwe Kuip in’ (Trouw, 2013), ‘Gemeenten voorzichtiger bij steun clubs’ (Volkskrant, 2013) zijn slecht enkele voorbeelden van de vele koppen die kranten hebben gesierd de afge- lopen jaren. Na het analyseren van enkele recente voorbeelden en relevante literatuur werd de relevantie van een onderzoek naar het onderwerp ‘Hoe overheidsinvesteringen de publieke waarde van stadions in gebiedsontwikkeling kunnen versterken’ gevonden. Dit resulteerde in de volgende onderzoeksvraag: “Wat is de publieke waarde van een stadion in gebiedsontwikkelingsprojecten voor een stad en in hoe- verre kunnen publieke investeringen in en rond stadions dit versterken?” Om deze vraag te beantwoorden is er gebruik gemaakt van literatuuronderzoek en empirisch onderzoek. Informatie is verzameld door theoriestudies, beleidsstudies, interviews met experts en discoursanalyses. Door steeds terug te koppelen naar de theorie en verschillende bronnen met elkaar te vergelijken, kan er een representatieve studie gedaan worden naar de publieke waarde van een stadion in gebiedsontwikke- lingsprojecten. Ook kan zo de manier waarop de gemeente publieke financiering toe kan passen in zulke projecten worden onderzocht. Het literatuuronderzoek zorgt voor een theoretisch kader. Het empirisch onderzoek bestaat uit case studies, waarbij interviews, beleidsstudies en discoursanalyses belangrijke in- strumenten zijn. Door middel van case studies is onderzocht wat de publieke waarde van een stadion in gebiedsontwikke- ling is. Er is hierbij gekeken naar drie verschillende soorten waarden waar het stadion invloed op kan heb- ben, namelijk: sociale publieke doelen, economische publieke doelen en milieu & omgeving. Belangrijk aspect in dit onderzoek is het financieel-juridische vraagstuk met betrekking tot de financiële participatie van een gemeente in een stadionproject: in hoeverre is het gerechtvaardigd voor een gemeente om pu- blieke financiering toe te passen? De onderzoeksvraag wordt beantwoord met behulp van verschillende deelvragen. De deelvragen hebben betrekking op de literatuur en op empirische onderzoeksresultaten. In hoofdstuk 1 worden de deelvragen beschreven. De onderzoeksvraag valt uiteen in twee delen: namelijk het bestuurskundige vraagstuk wat de publieke waarde van een stadion is in een gebiedsontwikkelingsproject voor een stad en de financieel- juridische vraag hoe toegestane publieke investeringen in en rond stadions hier aan bij kunnen dragen. Beide met het oog op gebiedsontwikkeling, wat uiteindelijk het hoofdthema is. Er worden twee cases onderzocht, namelijk de casus van het Philips stadion in Eindhoven en de casus van de Amsterdam ArenA in Amsterdam. De cases worden op dezelfde manier onderzocht, via een vooropge- zet kader van onderdelen. Die onderdelen bestaan uit: een algemeen beeld, het stedelijk beleid van de gemeente, de rol van het stadion, publieke belangenbehartiging, samenwerkingsvormen, financiering, be- oordeling en staatssteun. Elk onderdeel geeft antwoord op één of meerdere deelvragen. Door de cases terug te koppelen naar het theoretisch kader kan geanalyseerd worden in hoeverre de praktijk strookt met de theorie. Door dezelfde opzet van de cases kunnen ze met elkaar en de theorie worden vergeleken. THEORETISCHE EN EMPIRISCHE RESULTATEN De literatuurstudie brengt naar voren dat er een culturele en economische verschuiving is in de wereld en Nederland. Globalisering speelt hierin een belangrijke rol (Tallon, 2010): steden moeten een sterke con- currentiepositie hebben om bezoekers, bewoners en bedrijven aan te trekken. Citymarketing is hierbij een belangrijk instrument (Verheul et al., 2011). Stadions kunnen een rol in de citymarketingstrategie spelen. Consumenten geven steeds meer geld uit aan producten die een ervaring of beleving opleveren (Pine & Gilmore, 2011). Stadions spelen ook in deze ervaringseconomie een rol, omdat het faciliteiten zijn waarin De staat als twaalfde man 3 consumenten