Geologie van de St. Pietersberg bij

W.M. Felder en P.W. Bosch

Ontstaan van de St. Pietersberg steeds dieper in te snijden, waardoor geleden bereikte de Maas haar meest het dal van de Oost-Maas ontstond. westelijke positie en stroomde vanaf Gedurende het Laat-Mioceen werd de Meer dan 1 miljoen jaar zou de Maas Luik direct naar het noorden in de bodem van Zuid- geleidelijk deze loop volgen. Nieuwe veranderin• richting van Maastricht. Vanaf hier boven de zeespiegel opgeheven. Dit gen in de opheffing van het gebied, verbreedde het dal zich in westelijke was een gevolg van het opwelven van bewegingen langs tektonische breu• en oostelijke richting (zie artikel van de Ardennen. Het drooggevallen ken en mogelijk ook erosie waren er RW. Bosch, elders in dit nummer). gebied werd opgenomen in het de oorzaak van dat de Maas tussen Over het Kempisch Plateau stroomde stroomgebied van de Maas. Eijsden en Margraten door de noorde• de Maas verder in de richting van Aanvankelijk zocht de Maas de kort• lijke dalwand brak: de West-Maas was Brabant op weg naar de Noordzee. ste en gemakkelijkste loop naar de geboren. Nu zou de Maas vanuit het Rijn en stroomde vanaf Luik in een Luikse gebied in de richting Eijsden, Nadat de Maas in dit brede dal de betrekkelijk breed stroomgebied in de Margraten, Hoensbroek verder naar Afzettingen van St. Pietersberg had richting van de Voerstreek, Epen, het noordoosten weer in de Rijndal• achtergelaten, stopte ook de verplaat• Vijlen, Orsbach en Kerkrade- slenk uitmonden. Door de aanhou• sing naar het westen. Het gebied Nieuwenhagen, om na het passeren dende sterkere opwelving van de werd nog wel opgeheven, maar kan• van de Feldbiss in de Rijndalslenk uit bodem in het zuidoostelijk deel van telde niet meer naar het westen. De te monden in de Rijn. Deze weg zou Zuid-Limburg verplaatste de Maas Maas werd gedwongen om zich op de Maas blijven volgen tot in het zich steeds verder westwaarts, met dezelfde plaats steeds dieper in de Vroeg-Pleistoceen. Toen dwongen een draaipunt dat even ten noorden bodem in te graven. Het eens zo bodembewegingen de Maas zich van Luik lag. Ongeveer 700.000 jaar brede dal van de Maas werd steeds

Afb. 1: Noord-zuid doorsnede door de St. Pietersberg bij Maastricht op de plaats van de groeve ENCI.

Grondboor & Hamer nr. 3 1998 53 smaller en dieper. Het oorspronkelijke terrassenlandschap werd omgevormd tot een heuvellandschap. Tussen het dal van de Maas en haar zijrivier de Jeker ontstond een smalle heuvelrug met aan weerszijden steile dalhellin• gen: de St. Pietersberg. De eerste mensen die door deze streek trokken hebben mogelijk nog beschutting gezocht onder overhangende delen van deze rotswanden en vertoefd op de top van de 60 m hoge heuvelrug boven het Maasdal.

In het Pleistoceen werden vooral aan de voet van de hellingen dikke lagen puin en löss afgezet. Aan de noord• rand van de St. Pietersberg bedraagt de lössdikte plaatselijk meer dan 10 m. Op de top bedroeg de lössdikte maximaal 5 tot 7 m. Op veel plaatsen is later weer een groot deel van deze löss verdwenen.

Zo werd de St. Pietersberg gevormd, die door de eeuwen heen zowel van• wege zijn landschappelijke waarde als zijn strategische betekenis talloze mensen heeft aangetrokken (Van Schaïk, 1938 en 1983).

De ondergrond van de St. Pietersberg

Tijdens de insnijding van de Maas en de Jeker werden in de dalhellingen eerst de oudere afzettingen van de Maas blootgelegd, vervolgens onge• veer 5 m zwak kleihoudend zand, behorende tot de Afzettingen van Klimmen uit de Formatie van Tongeren (Vroeg-Oligoceen) en ten• slotte een groot deel van de afzettin• gen uit het Laat-Krijt.

In het Belgische deel van de St. Pietersberg is zelfs de onderliggende Formatie van Vaals ontsloten, die op de grens tussen België en Nederland zo'n 95 m onder het huidige Maasdal ligt. Op het meest noordelijke punt van de St. Pietersberg is vrijwel het gehele pakket kalkstenen uit het Laat- Krijt aanwezig, alleen aan de top ont• breken enkele meters van de Kalksteen van Meerssen. Onder de afzettingen uit het Laat-Krijt volgen, in het Nederlandse deel van de St. Pietersberg, gesteenten behorende tot het Vroeg-Carboon. Deze gesteenten zijn alleen bekend uit boringen in en rond de St. Pietersberg. Het betreft verkiezelde kalkstenen en kalkstenen uit het Viséen, het hoogste deel van het Dinantien (Vroeg-Carboon). Over Afb. 2: Profiel door de St. Pietersberg bij Maastricht samengesteld de dikte en structuur van dit gesteen- aan de hand van opmetingen in de groeve ENCI en een in de groeve tenpakket is weinig bekend (Bless et uitgevoerde boring. al., 1981). Het totale pakket is min-

54 Grondboor & Hamer nr. 3 1998 3: Schematisch profiel door de groeve ENCI (bijgewerkt tot mei 1998).

Grondboor & Hamer nr. 3 1998 55 WM Felderen HJ. Albers, 1979 Oost West gen ijzigd:WM. Felder, 1995 <5 £ vand e Maas £ o Horizont van Lutterade Kalksteen van Geleen Vc R

V nonzont van laeieon Kalksteen van Bunde Vb Xlw Q Horizont van Bunde MH FORM . HOUTH E Kalksteen van Geulhem Va P Horizont v. Vroonhoven . .. . Kalksteen van Meerssen IVf Xw N M Hnn>ont v^n faster Bove n Kalksteen van Nekum IVe IXw Mc K RICH T

Kalksteen van Emael IVd AAS 1 Horizont van Romontbos 1 Kalksteen van Schiepersberg IVc < Vlllw c Hor. v. Schiepersberg Mb j > O Kalksteen van Gronsveld IVb l_J mmm m*m% k\ • M» a M mm Honzont van St. rieter n 2 Kalksteen van Valkenburg IVa Ma H

Kalksteen van Lixhe 3 11 If nonzont van Niveiie Vlw Horizont van Boirs Kalksteen van Lixhe 2 llle Vw Cr3c E UJ I nor. v. naienriDaye i VA N GULPE I Kalksteen van Lixhe 1 Hid IVw Cr3v H E Horizont van Wahlwiller D Kalksteen van Vijlen file w RMA " "' Hor v. Bovonstft Bosch Cr3b ^ 2 Kalksteen van Beutenaken nib B

•nde r Honzont van Slenatan O Kalksteen van Zeven Wegen Ilia l,w A Cr3a riorizoni v. zeven wegen Zand van Benzenrade ng LJ/Nri*7^nt \i Dan7onrQrlQ nonzoni v. Dönzönraoe Zand van Terstraten llf AAL S iove n

V m Horizont van Terstraten Zand van Beusdal lie lw fA N Horizont van Beusdal LU Zand van Vaalsbroek lid h- Cr2 A' Hnri7ftn1 i\Jl l£m\Jl 1t1 vaVCInI 1 VVvlUOMOX/AITIAIIII k_ Zand van Gemmenich lie Horizont v GemnriAnioh "O 1 IUI t£m\Jl 1I V. vlwl 1II1 Iwl llwl 1 FORI M c Zand van Cottessen lib O Mori7ont van fVittoQQAn nui ii veil i vsuuooooi 1 Zand van Raren Ma Horizont van Raren Zand van Hauset Ic CQ Horizont van Flög Zand van Aken lb CM AKE N Hor v Schamoelheide FORMATI E VA N O Klei van Hergenrath la Horizont v. Hergenrath

Afb. 4: Lithostratigrafische indeling van het Boven-Krijt en de Dano-Montien-kalksteen in Zuid-Limburg en het aangrenzend gebied.

56 Grondboor & Hamer nr. 3 1998 Afb. 5: Lithologisch profiel van de Kalksteen van Vijlen Afb. 6: Lithologisch profiel van de Kalksteen van Lixhe 1 in de groeve ENCI. in de groeve ENCI.

stens 400 m dik. Opvallend is dat de Formatie van Aken (I) Pietersberg en omgeving alleen het dikte van de verkiezelde kalksteen In één boring in de groeve ENCI is ca. onderste deel van de Formatie van zeer variabel is. Bij Heugem bedraagt 1 m zand en klei doorboord, behoren• Vaals aanwezig is. In het meest noor• de dikte ca. 186 m, nabij de voormali• de tot de Formatie van Aken. In alle delijke deel van de groeve zijn in een ge Tregabron aan de Kastanjelaan in andere boringen ontbreekt deze for• boring enkele meters van het middel• Maastricht ca. 134 m en bij grenspaal matie. Ook in de omgeving van de St. ste deel van de formatie aangetroffen. 49 aan de voet van de St. Pietersberg Pietersberg worden in boringen slechts 2,75 m. Daaronder bevinden slechts zeer sporadisch gesteenten uit Formatie van Gulpen (III) zich op onbekende diepte vervolgens deze formatie aangetroffen. De afzet• De Formatie van Gulpen is in 7 litho- zandstenen, schalies en kalkstenen uit tingen zijn tijdens de transgressie die stratigrafische eenheden te verdelen het Famennien (Laat-Devoon). leidde tot de vorming van de (afb. 4). Deze eenheden bestaan uit Formatie van Vaals voor het grootste min of meer zuivere kalksteen en mer- Afzettingen uit het Laat-Krijt deel door erosie verdwenen. gelige kalksteen, wel of niet met vuur• steen. Uit al deze eenheden komen in In afb. 1 en 2 is een compleet over• Formatie van Vaals (II) de St. Pietersberg afzettingen voor zicht gegeven van de in de St. Pieters• Op de meeste plaatsen volgt direct op met een gezamenlijke dikte van ca. berg aanwezige afzettingen uit het de verkiezelde kalkstenen uit het 100 m. In de groeve ENCI zijn van Laat-Krijt. Uit beide afbeeldingen blijkt Vroeg-Carboon de Formatie van Vaals beneden naar boven aangetroffen: het dat in de groeve ENCI alleen het (afb. 1 en 2). De dikte varieert van 28 bovenste deel van de Kalksteen van bovenste deel van de Formatie van tot 34 m en de formatie bestaat voor Vijlen, de Kalksteen van Lixhe 1, 2 en Gulpen en het gehele pakket van de het grootste deel uit zgn. 'smectiet', 3 en de Kalksteen van Lanaye. De Formatie van Maastricht is ontsloten. een mengsel van kwartssilt, zeer fijn• Kalksteen van Zeven Wegen, de Niet ontsloten zijn de afzettingen korrelig kwartszand, het kleimineraal Kalksteen van Beutenaken en het behorende tot de Formatie van Aken smectiet, kalk en het kleimineraal onderste deel van de Kalksteen van en de Formatie van Vaals. In afb. 3 is glauconiet. Uit het onderzoek aan Vijlen zijn alleen bekend uit boringen. een meer gedetailleerd schematisch foraminiferen (J. Meessen: interne profiel weergegeven, zoals dat in mei rapporten Rijks Geol. Dienst) is geble• Kalksteen van Zeven Wegen (lila) 1998 in de groeve was ontsloten. ken dat in het grootste deel van de St. De Kalksteen van Zeven Wegen

Grondboor & Hamer nr. 3 1998 57 Afb. 7: Lithologisch profiel van de Kalksteen van Lixhe 2 Afb. 8: Lithologisch profiel van de Kalksteen van Lixhe 3 in de groeve ENCI. in de groeve ENCI.

bestaat uit zeer fijnkorrelige witte Kalksteen van Vijlen (lllc) het hoogste deel een overgang vor• kalksteen, zgn. schrijfkrijt, met enkele De Kalksteen van Vijlen bestaat uit men tussen lichtgrijze en zwarte vuur• verspreid voorkomende zwarte vuur• een complex opgebouwd pakket mer• stenen. De grens tussen de Kalksteen stenen. De basis is gekenmerkt door gelige kalksteen die naar boven over• van Vijlen en de Kalksteen van Lixhe 1 de Horizont van Zeven Wegen gaat in fijnkorrelige kalksteen. De is gelegd aan de basis van de eerste (= Loën). De top wordt gemarkeerd basis wordt gekenmerkt door de over grote afstand doorlopende laag door de Horizont van Beutenaken. Horizont van Bovenste Bosch zwarte vuursteen (afb. 5). De totale Binnen de groeve ENCI varieert de (= Froidmont) en de top door de dikte van het pakket, binnen het dikte tussen 8 en 12 m. In een aantal Horizont van Wahlwiller (= Lixhe). Het Nederlandse deel van de St. Pieters• groeven in de omgeving van Visé kan gehele pakket is door de Horizont van berg, varieert van ca. 30 tot ca. 40 m. de dikte ca. 30 m bedragen. Zonneberg (afb. 5) verdeeld in een Meer naar het zuiden neemt eerst de onderste en bovenste deel. Het onder• dikte toe tot ca. 55 m om vervolgens Kalksteen van Beutenaken (1Mb) ste deel bestaat vrijwel geheel uit snel te verminderen tot ca. 15 m. In Tot 1983 was de Kalksteen van glauconiethoudende tot glauconiet- de groeve ENCI is momenteel ca. 15 Beutenaken alleen bekend aan de rijke mergelige, groengrijze kalksteen m van deze kalksteen ontsloten. oostzijde van de Maas bij Cadier en met onduidelijke lichtgrijze vuur• Foraminiferen-onderzoek van Keer en in het gebied tussen Epen en stenen. In het bovenste deel komt J. Meessen heeft aangetoond dat de . De Kalksteen van alleen boven de Horizont van grens tussen Vroeg- en Laat- Beutenaken bestaat uit een fijnkorreli• Zonneberg nog een ca. 1 m dikke Maastrichtien in het bovenste deel ge, lichtgrijze, glauconiethoudende, glauconiethoudende laag met fosfo- van deze eenheid ligt. enigszins mergelige kalksteen. Aan de rietknollen en deels geremanieerde basis ligt de Horizont van Beutenaken, fossielen voor. Boven deze laag vol• Kalksteen van Lixhe de top wordt gemarkeerd door de gen dan enkele duidelijke ontwikkelde De Kalksteen van Lixhe is binnen het Horizont van Bovenste Bosch sedimentatie-cycli en gaat het pakket gebied van de St. Pietersberg op (= Froidmont). In de St. Pietersberg over in lichtgrijze kalksteen met aan• basis van lithologische kenmerken in komt deze kalksteen alleen voor bin• vankelijk nog lichtgrijze vuurstenen. te delen in drie eenheden: nen het Nederlandse deel. De dikte Hoger in het profiel bevinden zich varieert van 4 tot 10 m. donkergrijze tot zwarte vlekken die in

58 Grondboor & Hamer nr. 3 1998 Kalksteen van Lixhe 1 (Hid) Kalksteen van Lixhe 2 (Hie) Kalksteen van Lixhe 3 (lllf)

Kenmerkend voor deze kalkstenen is het vrij algemeen voorkomen van zee• egels behorende tot het geslacht Echinocorys.

Kalksteen van Kalksteen van Lixhe 1 (llld) Lanaye Deze eenheid bestaat uit een zeer fijn• korrelige, witte tot lichtgrijze kalksteen met veel verspreide en in onduidelijke lagen gerangschikte kleine, grillige, donkergrijze tot zwarte vuurstenen (afb. 6). Opvallend in de groeve ENCI zijn, in de onderste helft van het pak• ket, drie vuursteen vrije kalklaagjes —Horizont van Nivelle met grijze slierten. De dikte van deze drie laagjes varieert van 15 tot 20 cm (in afb. 6 de lagen llld-2, llld-4 en llld-6). De basis van de Kalksteen van Lixhe 1 is gekenmerkt door de Horizont van Wahlwiller (= Lixhe) en de top door de Horizont van Halembaye 1. Binnen de groeve ENCI varieert de dikte van 7 Kalksteen van tot 8 m. Lixhe 3 Kalksteen van Lixhe 2 (llle) Deze eenheid bestaat uit een zeer fijn• korrelige, witte tot lichtgrijze kalksteen met veel verspreide en deels in duide• lijke en onduidelijke lagen gerang• —Horizont van Boirs schikte, overwegend kleine grillige donkergrijze tot zwarte vuurstenen Afb. 9: De Kalksteen van Lixhe 3 en de Kalksteen van Lanaye in de (afb. 7). noordwand van de groeve ENCI.

Kalksteen van Gronsveld Formatie van Maastricht

-2 Horizont van St. Pieter

Kalksteen van Valkenburg

'1 Horizont van Lichtenberg

Kalksteen van Formatie van Lanaye Gulpen

Afb. 10: De Horizont van Lichtenberg vormt de grens tussen de Formatie van Gulpen en de Formatie van Maastricht. In de Kalksteen van Lanaye, onder de Horizont van Lichtenberg, bevinden zich donkergrijze tot zwarte vuurstenen. Aan de basis van de Kalksteen van Valkenburg, boven de Horizont van Lichtenberg, bevindt zich een dun glauconiethoudend fossielgruislaagje met zeer veel kleine koprolieten, belemnieten, haaientanden en vele andere kleine fossielen. Dit laagje is in de literatuur bekend als het 'koprolietenlaagje'.

Grondboor & Hamer nr. 3 1998 59 Afb. 11: Lithologisch profiel van de Kalksteen van Lanaye Afb. 12: Lithologisch profiel van de Kalksteen van Valkenburg en de in de groeve ENCI. Kalksteen van Gronsveld in de groeve ENCI.

Opvallend in de groeve ENCI zijn, aan lagen voorkomen met een dikte van en blauwgrijze tot zwarte vuurstenen de basis van het pakket, de twee vuur- 30 tot 40 cm (afb. 8, laag lllf-2, lllf-4, (afb. 9 en 11). steenbanken Halembaye 1 en 2 en de lllf-6, lllf-8 en lllf-10). Door deze vrij• In de typelokatie bij de Stop van daarboven gelegen laag llle-3 zonder wel vuursteenvrije lagen is het pakket Ternaaien (Lanaye), komen in dit kalk• vuurstenen (afb. 7). Ongeveer in het onderverdeeld in vier vrijwel even steenpakket 23 over grote afstand te midden van het pakket herhaalt dit dikke pakketten. volgen vuursteenlagen voor. Meer verschijnsel zich nog een keer in de Tot nu toe zijn boven het midden van naar het noorden is dit kalksteenpak• lagen llle-6 en llle-8. De basis van de laag lllf-5 geen exemplaren of resten ket door de Formatie van Maastricht Kalksteen van Lixhe 2 is gekenmerkt van de zee-egel Echinocorys aange• afgesneden. In de groeve ENCI ont• door een tweetal over grote afstand te troffen. De kalksteen vanaf laag lllf-8 breken hierdoor de vuursteenlagen 19 vervolgen vuursteenlagen: de bevat alleen fossielen die in de Kalk• t/m 22. Nog verder naar het noorden Horizonten van Halembaye 1 en 2. De steen van Lanaye meer algemeen zijn. wigt de gehele Kalksteen van Lanaye top is gemarkeerd door de Horizont De basis van de Kalksteen van Lixhe 3 uit. van Boirs, zijnde de onderkant van is gekenmerkt door de Horizont van De basis van het pakket is gekenmerkt een opvallend dikke vuursteenlaag Boirs, zijnde de top van een opvallend door de Horizont van Nivelle die (afb. 7 en 8). De dikte van de dikke vuursteenlaag. De top is gemar• ongeveer in het midden ligt van de Kalksteen van Lixhe 2 varieert in de keerd door de Horizont van Nivelle kalksteenlaag onder vuursteenlaag 1. groeve ENCI van 10 tot 12 m. die zich ongeveer in het midden De top wordt gemarkeerd door de bevindt van de kalksteenlaag onder Horizont van Lichtenberg, het grens• Kalksteen van Lixhe 3 (lllf) vuursteenlaag 1 uit de Kalksteen van vlak tussen de Formatie van Gulpen Deze eenheid bestaat uit een pakket Lanaye (afb. 8 en 9). en de Formatie van Maastricht. De zeer fijnkorrelige, witte tot lichtgrijze De dikte van de Kalksteen van Lixhe 3 dikte van de Kalksteen van Lanaye kalksteen met overwegend in duidelij• varieert van 10 tot 12 m. varieert van 16 tot 18 m. Door de dis• ke lagen gerangschikte grote en kleine cordance tussen de Formatie van grillige donkergrijze tot zwarte vuur• Kalksteen van Lanaye (lllg) Gulpen en de Formatie van Maastricht stenen (afb. 8 en 9). Opvallend in de Dit pakket bestaat uit een fijnkorrelige, is de dikte in het zuidelijk deel van de groeve ENCI is dat in deze kalksteen witte tot lichtgrijze kalksteen met veel groeve iets groter dan in het noorde• vijf vrijwel vuursteenvrije kalksteen- grote, in lagen gerangschikte, grijze lijk deel.

60 Grondboor & Hamer nr. 3 1998 De top is gemarkeerd door een duide• lijk ontwikkelde bioturbatiezone in de top van de Kalksteen van Valkenburg en een dun fossielgruislaagje aan de basis van de Kalksteen van Gronsveld.

Kalksteen van Gronsveld (IVb) Dit pakket bestaat uit een fijnkorrelige, geelwitte kalksteen met grillige, bruin• grijze vuurstenen die in meer of min• der duidelijke lagen zijn gerangschikt (afb. 12). Plaatselijk komen in deze kalksteen zgn. 'fossielvallen' voor, waarin verkiezelde fossielen zijn opgenomen. Ongeveer 1 tot 1,5 m boven de basis, aan de top van laag IVb-2, bevindt zich de Horizont van ENCI. In het meer zuidelijk gelegen Belgisch deel van de St. Pietersberg is de Kalksteen van Gronsveld niet her• Afb. 13: Laagpakket met pijp- en plaatvormige vuurstenen in het onderste deel van de Kalksteen kenbaar als zelfstandige eenheid. De van Emael in de groeve ENCI. basis van de Kalksteen van Gronsveld is gekenmerkt door de Horizont van St. Pieter (afb. 12) en beschreven onder de Kalksteen van Valkenburg. De top wordt gemarkeerd door de Horizont van Schiepersberg die vaak de basis vormt van een fossielgruis• laagje aan de basis van de Kalksteen van Schiepersberg. Even boven dit laagje bevinden zich in de kalksteen enkele dunne plaatvormige vuurste• nen. De dikte van de Kalksteen van Gronsveld varieert van 7 tot 8 m.

Kalksteen van Schiepersberg (IVc) Dit pakket bestaat uit een fijnkorrelige, geelwitte kalksteen met grillige, bruin• grijze vuurstenen die in meer of min• der duidelijke lagen zijn gerangschikt (afb. 15). Even boven de basis komen in de regel enkele dunne plaatvormi• ge vuurstenen voor met een dikte van 5 tot 20 cm. Evenals de Kalksteen van Gronsveld is in het zuidelijk deel van Afb. 14: Hardground in de Kalksteen van Meerssen in de groeve ENCI. de St. Pietersberg de Kalksteen van Schiepersberg niet als zelfstandige eenheid te herkennen (Felder, 1975). Formatie van Maastricht (IV) ca. 18 m en in de omgeving van De basis van de Kalksteen van De Formatie van Maastricht is in 6 Valkenburg meer dan 40 m. Schiepersberg is gekenmerkt door de lithostratigrafische eenheden te ver• In de groeve ENCI zien we een zeer Horizont van Schiepersberg, veelal delen: IVa t/m IVf (afb. 4). Alle eenhe• eenvoudige opbouw (afb. 12 en 10). aan de basis van een dun fossiellaag• den bestaan uit technisch hoogwaar• Het kalksteenpakket bestaat uit slechts je met daarboven een of meer dunne dige, zuivere kalksteen, wel of niet drie sedimentatiecycli, waarvan de plaatvormige vuurstenen. De top is met vuurstenen. Alle eenheden onderste en de bovenste zijn geken• gemarkeerd door de Horizont van komen in de St. Pietersberg voor en merkt door het voorkomen van vuur• Romontbos, zijnde de basis van een zijn ontsloten in de groeve ENCI. De steen in de top van de cyclus. De mid• fossielgruislaagje met daarboven gezamenlijke dikte bedraagt ca. 45 m. delste cyclus is slechts vaag waar te plaat- en pijpvormige vuurstenen (afb. nemen. 15 en 13). De dikte van de Kalksteen Kalksteen van Valkenburg (IVa) De basis van de Kalksteen van van Schiepersberg varieert van 3 tot 4 Dit pakket bestaat uit een fijnkorrelige Valkenburg is gekenmerkt door de m. geel- tot lichtgrijze kalksteen. Binnen Horizont van Lichtenberg, het grens• het gebied van de St. Pietersberg vlak tussen de Formatie van Gulpen Kalksteen van Emael (IVd) bedraagt de dikte nergens meer dan 3 en de Formatie van Maastricht. Het onderste deel van dit pakket m. In noordoostelijke richting neemt Bekend en opvallend is het zgn. bestaat uit fijnkorrelige tot matig fijn• de dikte snel toe en bedraagt in de 'koprolietenlaagje' aan de basis van korrelige geelwitte kalksteen met klei• groeve 't Rooth tussen Cadier en Keer de Kalksteen van Valkenburg (afb. 10). ne tot grote plaatvormige en pijpvor-

G rond boor & Hamer nr. 3 1998 61 Afb. 15: Lithologisch profiel van de Kalksteen van Schiepersberg en Afb. 16: Lithologisch profiel van de Kalksteen van Nekum de Kalksteen van Emael in de groeve ENCI. in de groeve ENCI.

mige, overwegend lijchtgrijze vuurste• Kalksteen van Nekum (IVe) ze tot lichtgrijze vuurstenen voor. Veel nen, (afb. 15 en 13). Het bovenste deel De Kalksteen van Nekum bestaat uit van deze vuurstenen zijn ontstaan in bestaat uit geelwitte tot witgrijze fijn• een matig fijn- tot grofkorrelige, geel• en rond ingestorte graafgangen, zgn. korrelige kalksteen met veel fossiel- witte kalksteen met in het onderste 'fossielvallen'. De fossielen die hierin gruis en meer of minder onregelmati• deel zeer grillige bruingrijze, veelal worden aangetroffen zijn vaak fraaie ge, harde kalksteenbanken c.q. ondui• fossielhoudende vuurstenen en meer steenkernen van vuursteen. delijk ontwikkelde hardgrounds. De of minder duidelijke fossielgruislen- In de Kalksteen van Nekum zijn uitge• grens tussen het onderste en het zen. Aan de basis bevindt zich een strekte gangenstelsels aangelegd die bovenste deel is gemarkeerd door de opvallend dikke laag fossielgruis met nu bekend zijn als de grotten van de Horizont van Lava, het grensvlak tus• veel exemplaren van Sclerostyla St. Pietersberg. sen een zwak ontwikkelde hardground mosae en 'Acutostrea' unci nel la. Van De basis van de Kalksteen van Nekum met daarboven een veelal onduidelijk deze laatste soort komt een afwijken• is gekenmerkt door de Horizont van ontwikkeld fossielgruislaagje (afb. 15). de vorm voor, die alleen bekend is in Laumont, zijnde het contactvlak tus• De basis van de Kalksteen van Emael het bereik van deze fossielgruislaag. sen een hardground in de top van de is gekenmerkt door de Horizont van Hoger in het profiel komen in de fos- Kalksteen van Emael en de boven Romontbos, zijnde de basis van een sielgruislagen veel schaalfragmenten reeds genoemde dikke fossiel• fossielgruislaagje aan de onderkant voor van de zee-egel Hemipneustes gruislaag aan de basis van de van het kalksteen pakket (afb. 15). De striato-radiatus. Deze laatste combina• Kalksteen van Nekum. De top wordt top wordt gemarkeerd door de tie van fossielen is ook kenmerkend gemarkeerd door de Horizont van Horizont van Laumont, het contact- voor de Horizont van Kanne, die zich Caster, het contactvlak tussen een vlak tussen een hardground in de top bevindt aan de basis van een ca. 10 hardground in de top van de van het kalksteen pakket en een opval• tot 20 cm dikke fossielgruislaag (afb. Kalksteen van Nekum en de basis van lend dikke, fossielrijke laag aan de 16). Even onder de Horizont van een fossielgruislaag aan de onderkant basis van de Kalksteen van Nekum. Kanne bevindt zich een laag die rijk is van de Kalksteen van Meerssen. De De dikte van de Kalksteen van Emael aan gave schalen van Hemipneustes, dikte van de Kalksteen van Nekum varieert van 8 tot 9 m. het zgn.'Hemipneustes-n'weau'. In varieert van ca. 10 tot 12 m. laag IVe-4 komen de laatste bruingrij•

62 Grondboor & Hamer nr. 3 1998 Literatuur

Bless, M.J.M., P. Boonen, J. Bouckaert, C. Brauckmann, R. Conil, M. Dusar, P.J. Felder, W.M. Felder, H. Gökdag, F. Kockel, M. Lalaoux, H.R. Langguth, C. G. van der Meer Mohr, J.P.M.Th. Meessen, F. Op het Veld, E. Paproth, H. Pietzner, J. Plum, E. Poty, E. Scherp, R. Schulz, M. Streel, J. Thorez, P. van Rooijen, M. Vanguestaine, J.L. Viesiet, D. J. Wiersma, CF. Winkler Prins en M. Wolff (1981) Preliminary report on Lower Tertiary - Upper Cretaceous and Dinantian - Famennian rocks in the boreholes Heugem 1/1 a and Kastanjelaan 2 (Maastricht, The ). Meded. Rijks Geol. Dienst 35 (15), 333-415.

Schaïk, D.C. van (1938) De Sint Pieters• berg. 388 pp. Maastricht (Leiter-Nypels).

Schaïk, D.C. van (1983) De Sint Pieters• berg, met een aanvullend gedeelte van 1938 - 1983. 566 pp. Thorn (EF & EF).

Zeven, RJ. (1938) Rapport van de Commissie Alternatieve Winplaatsen van Mergel in Zuid-Limburg. Min. van Verkeer en Waterstaat, 's Gravenhage.

Adressen van de auteurs

Afb. 17: Lithologisch profiel van de Kalksteen van Meerssen W.M. Felder in de groeve ENCI. Oude Trichterweg 26 6294 AL Vijlen

RW. Bosch Kalksteen van Meerssen (IVf) tussen een hardground in de top van Nederlands Instituut voor Toegepaste De Kalksteen van Meerssen bestaat de Kalksteen van Nekum en de basis Geowetenschappen TNO uit een grof- tot zeer grofkorrelige van een fossielgruislaag aan de Postbus 126 geel-witte kalksteen met harde kalk- onderkant van de Kalksteen van 6400 AC Heerlen steenbanken (zgn. 'hardgrounds', in Meerssen. Deze fossielgruislaag is bij• Limburg 'tauwlagen' genoemd) en in zonder rijk aan de grote foraminifeer dikte wisselende fossielgruislagen Lepidorbitoides minor. (afb. 17 en 14). In de oudere literatuur In de groeve ENCI is de bovenkant zijn deze fossielgruislagen veelal van het kalksteen pakket begrensd beschreven als 'bryozoënlagen'. De door de Horizont van Ravensbosch, dikte kan variëren van minder dan 10 zijnde het contactvlak met de boven• cm tot meer dan 2 m. De Kalksteen liggende tertiaire Formatie van van Meerssen is bijzonder rijk aan Tongeren. De Kalksteen van Meerssen fossielen; vuurstenen komen niet wordt hier afgesneden door een ero- voor. sievlak. De dikte van de Kalksteen van In de St. Pietersberg ontbreekt het Meerssen in de groeve ENCI varieert hoogste deel van de Kalksteen van van ca. 3 m in het zuidelijk deel van Meerssen. Uitgaande van de nabijge• de groeve tot ca. 13 m in het noorde• legen complete profielen aan de lijk deel. Cannerberg en in de insnijding van het Albertkanaal bij Vroenhoven (B), kan worden aangenomen dat in de St. Pietersberg een laag ontbreekt ter dikte van 3 tot maximaal 5 m. De basis van de Kalksteen van Meerssen wordt gekenmerkt door de Horizont van Caster, het contactvlak

Grondboor & Hamer nr. 3 1998 63 Plaat I

Afb. 1: Zwarte vuursteen uit de Kalksteen van Lixhe 3. Afb. 2: Blauwgrijze vuursteen met lichtgrijze vlekken uit de Kalksteen Vindplaats: groeve ENCI, Maastricht. van Lanaye, laag 2a. Vindplaats: groeve ENCI, Maastricht.

Afb. 3: Donkergrijze vuursteen uit de Kalksteen van Lanaye met een lichtblauw patinalaagje op fossiel breukvlak. Afb. 4: Grijze vuursteen uit de Kalksteen van Gronsveld. Vindplaats: groeve ENCI, Maastricht. Vindplaats: groeve ENCI, Maastricht.

Afb. 6: Grijze vuursteen met agaat-bandering uit de Kalksteen van Emael. Vindplaats: groeve ENCI, Maastricht. Afb. 5: Grijze vuursteen met lichtgrijze vlekken en bandering uit de Kalksteen van Emael. Vindplaats: groeve ENCI, Maastricht.

Afb. 8: Vuursteen uit de Kalksteen van Lanaye, afkomstig uit een sterk Afb. 7: Grijze vuursteen uit de Kalksteen van Emael met bruine infiltra• verweerd vuursteeneluvium. Vindplaats: prehistorische vuursteen• tieband van ijzeroxide. Vindplaats: groeve ENCI, Maastricht. werkplaats Rullen, Sint-Pietersvoeren (B).

64 Grondboor & Hamer nr. 3 1998