Download PDF ( Final Version , 572Kb )
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
292 oktober 2013 jaargang 102 | 10 natuurhistorisch maandblad Kevers van de Meinweg (Coleoptera) Ed Colijn, EIS - Nederland, Postbus 9517, 2300 RA Leiden, e-mail: [email protected] Theodoor Heijerman, EIS - Nederland, Postbus 9517, 2300 RA Leiden Oscar Vorst, Poortstraat 55, 3572 HD Utrecht Jan Cuppen, EIS - Nederland, Postbus 9517, 2300 RA Leiden Barend van Maanen, Kasteel Annendaelstraat 31, 6043 XS Roermond Frank van Nunen, Amaliastein 113, 4133 HB Vianen Cor van de Sande, Levantkade 241, 1019 MG Amsterdam In het kader van het 1000-soortenproject (ColiJn, 2013) werd gevonden (Vorst et al., 2000). De 109 soorten waterkevers die wer- den aangetroffen in de diverse vennen, poelen en beken vertegen- in 2012 een keverinventarisatie uitgevoerd in Nationaal woordigen zo’n 40% van de Nederlandse waterkeverfauna (Cuppen Park De Meinweg. In totaal werden 744 soorten aangetrof- & van maanen, 1999). Vier jaar later werd van 31 mei tot 2 juni 2002 de 157e NEV-zomerbij- fen. Aangevuld met de resultaten van eerdere inventarisa- eenkomst georganiseerd in de omstreken van Herkenbosch en wer- ties bedraagt het aantal kevers dat uit het gebied bekend den zowel de Meinweg als het Roerdal op insecten onderzocht. In totaal werden tijdens deze inventarisatie 793 keversoorten verza- is nu 1052. Xylopertha retusa, Dryophilus anobioides, meld, waarvan 448 daadwerkelijk binnen de grenzen van het Nati- Meligethes egenus en Dibolia occultans werden voor het onale Park (Cuppen et al., 2003). Met 261 aanvullende soorten uit de bovengenoemde Sektie Everts excursie stond de keverteller voor de eerst sinds 1966 weer in Nederland waargenomen. De bok- Meinweg op 709, waarmee de omgeving al voor de aftrap van het tor Gaurotes virginea was zelfs nieuw voor de Nederlandse 1000-soortenproject tot de coleopterologisch beter onderzochte gebieden van Nederland behoorde. Desondanks werden ook in 2012 fauna. Daarnaast wordt het recente optreden van de spie- weer verrassende ontdekkingen gedaan. gelkever Platysoma elongatum besproken. Dit artikel biedt Dit artikel biedt een overzicht van de totale keverfauna van de Mein- weg en bespreekt een aantal bijzondere vondsten onder de land- een overzicht van de thans bekende keverfauna van de bewonende kevers, afgezien van een enkel haantje dat elders in dit Meinweg, bespreekt enkele bijzondere vondsten en sluit af nummer wordt behandeld door Beenen (2013). Voor de waterkevers van de Meinweg wordt verwezen naar Cuppen & van Maanen (2013). met enige beheersadviezen. methoden en locaties inleiding In deze publicatie zijn alle keverwaarnemingen die binnen de gren- Het Nationaal Park De Meinweg ligt ten oosten van Roermond en zen van het Nationaal Park De Meinweg (ministerie van LNV, 2007) maakt deel uit van het 10.000 hectare grote Duits-Nederlandse zijn gedaan, alsmede die van de nabijgelegen Turfkoelen, opgeno- grenspark Maas-Swalm-Nette. Ongeveer 1.700 hectare daarvan men. In 2012 werd de Meinweg op 32 velddagen, dat wil zeggen da- ligt op Nederlands grondgebied en bestaat uit het terrassenland- gen waarop door één onderzoeker minimaal tien kevers werden schap van Nationaal Park De Meinweg. Het grootste deel van het verzameld, bezocht en werd een groot deel van de in de Meinweg gebied omvat droge en natte heidevelden afgewisseld door bos- aanwezige biotopen onderzocht. Vrijwel alle bekende keververza- sen van voornamelijk eik (Quercus spec.), Beuk (Fagus sylvatica), berk melmethoden werden daarbij toegepast. Er werd met de hand ge- (Betula spec.) en Grove den (Pinus sylvestris). De variatie aan water- vangen, vangemmers die rond enkele vennen waren geplaatst om typen verloopt van zwak doorstroomde zure, voedselarme vennen amfibieën te vangen werden onderzocht, waterpartijen werden tot meer voedselrijke vennen, stilstaande poelen, stromende beken, bemonsterd met behulp van waternetten en appelmoeszeven, bo- bron- en kwelgebieden. Kleinere arealen aan droog en nat schraal demmonsters gezeefd, mest onderzocht, graslanden en bermen ge- grasland, hooiland, broekbos, gagelstruweel, extensief beheerd ak- sleept, bomen geklopt, dood hout onderzocht en aas- en azijnzuur- kerland, de stilgelegde goederenspoorlijn “IJzeren Rijn” en een aan- vallen geplaatst. In samenwerking met Ark Natuurontwikkeling en zienlijk aanbod aan dood hout completeren het beeld van een zeer Nationaal Park De Meinweg werden op drie plaatsen kadavers van gevarieerd landschap (BossenBroek & Hermans, 1999). Deze grote va- grotere zoogdieren uitgelegd. Uit meegenomen paddenstoelen en riatie resulteert in een zeer rijke keverfauna. dood hout werden kevers opgekweekt. Over de keverfauna van de Meinweg is eerder een drietal overzichts- De waarnemingen van 2012 werden aangevuld met resultaten van artikelen gepubliceerd. In 1998 hield de coleopterologische Sektie eerdere bezoeken door diverse coleopterologen, welke voor een Everts van de Nederlandse Entomologische Vereniging (NEV) van groot deel plaatsvonden ter gelegenheid van bovengenoemde NEV- 4 tot en met 6 september een weekendexcursie naar het Nationale excursies in 1998 en 2002. De eerder gerapporteerde resultaten van Park en omgeving. Tijdens deze excursie werden 405 keversoorten deze excursies werden niet overgenomen omdat het door de opzet natuurhistorisch maandblad oktober 2013 jaargang 102 | 10 293 van deze publicaties niet mogelijk was om zowel eenduidig te bepa- quadrimaculata), die de laatste jaren op een toenemend aantal loca- len of een soort binnen de begrenzing van het behandelde gebied ties opduikt. AC 206-354, 18 mei 2012, JS. viel als wie de verzamelaar was. Verder werden enkele, gecontro- leerde waarnemingen van het invoerportaal waarne ming.nl over- Porotachys bisulcatus genomen. Porotachys bisulcatus is aangetroffen onder de schors van liggende sparrenstammen in gezelschap van de Bloedrode roofmier (Formica Lijst van gebruikte afkortingen sanguinea). Berger & Poot (1970) meldden een eerdere vangst uit de AdG: Ton de Goeij; AK: Anne Krediet; AvP: Anthonie van Peursen; Meinweg bij Vlodrop uit juni 1969 met behulp van een ‘Autokescher’. BA: Berend Aukema; BvM: Barend van Maanen; C&N: Ping-ping Porotachys bisulcatus is een zeldzame soort die voornamelijk wordt Chen & Nico Nieser; CH: Cees Hummelen; CvdS: Cor van de San- gevonden achter schors van naaldbomen, niet zelden in het gezel- de; D&EC: Dorette en Eddy Clerx; EB: Els Baalbergen; EC: Ed Colijn; schap van mieren (Turin, 2000). AC 207-354, 6 september 1998, OV. FvN: Frank van Nunen; H&A: Theodoor Heijerman & Berend Au- kema; H&K: Hans Huijbregts & Jan Krikken; HP: Henk Pijpers; Abax carinatus porcatus HV: Herman Vanlier; JB: Jan Burgers; JC: Jan Cuppen; JH: Hans Huij- Deze loopkever is aangetroffen in een ruderale bosrand. Het is een bregts; JS: Jan Slaats; KA: Kees Alders; MK: Marijke Kanters; OV: Os- soort van natte venige terreinen (turin, 2000). Turin spreekt de ver- car Vorst; PC: Ping-ping Chen; RB: Ron Beenen; RK: Roy Kleukers; wachting uit dat de soort in Nederland waarschijnlijk nu alleen nog S&K: Menno Schilthuizen & Heike Kappes; TB: Thijmen Breeschoten; voorkomt in de nattere delen van de Hoge Veluwe. In België werd TH: Theodoor Heijerman; Dr: Drenthe; Fl: Flevoland; Ge: Gelderland; Abax carinatus porcatus tot voor kort als uitgestorven beschouwd. Li: Limburg; NB: Noord-Brabant; Ov: Overijssel; Ut: Utrecht; ex: exem- In 2006 werd hij daar echter herontdekt in de Belgische provincie plaar; exx: exemplaren; AC: Amersfoortcoördinaten. Limburg (Desender et al., 2007). In dat artikel wordt ook nog een re- centere waarneming uit 1994 vermeld van de Meinweg. AC 204-352, 28 april 1987, OV. resultaten Spinnende waterkevers (HYDROPHILIDAE) Tabel 1 geeft een overzicht van de keverfauna van de Meinweg. De Cercyon castaneipennis tabel, die is gebaseerd op 15.483 tot op de soort gedetermineerde Deze recent door Vorst ( 2009a) beschreven mestbewoner werd ge- kevers, bevat 1052 soorten uit 71 verschillende families. De waarne- vonden in paardenvijgen in een gemengd bos in de Luzenkamp. Cer- mingen beslaan de periode 1980-2012. Een aantal ontdekte kevers is cyon castaneipennis is een immigrant die ons land begin deze eeuw zelfs op landelijke schaal zeer bijzonder te noemen. Zo zijn de waar- vanuit het noordoosten heeft bereikt. Het land van oorsprong is on- nemingen van Xylopertha retusa, Dryophilus anobioides, Meligethes bekend. Inmiddels komt de soort waarschijnlijk in heel Nederland egenus en Dibolia occultans de eerste sinds 1966 (vorst, 2010a). De voor. Voor zover bekend is er één eerdere ongepubliceerde waarne- waarneming van de boktor Gaurotes virginea is zelfs de eerste voor ming uit Limburg: Camerig, 18 mei 2011 (EC). AC 201-354, 26 juni 2012, Nederland. Daarnaast zijn acht soorten niet eerder in de provincie EC. Limburg gevonden en 16 soorten werden sinds 1966 niet meer in de- ze provincie gezien. Deze nieuwe en herontdekte soorten zijn opge- Spiegelkevers (HISTERIDAE) nomen in tabel 2. Onderstaand volgt een korte bespreking van een Platysoma elongatum aantal bijzondere soorten. De spiegelkever Platysoma elongatum is formeel nog niet voor Ne- derland vastgesteld. Hij werd al wel opgenomen in de catalogus van Loopkevers (CARABIDAE) Nederlandse kevers (Vorst, 2010b) op grond van een ongepubliceer- Kleine poppenrover (Calosoma inquisitor) [figuur 1] de vindplaats nabij Lage Vuursche (Ut), waar de soort door Frank van Van de Kleine poppenrover zijn geen recente collectie-exempla- Nunen werd ontdekt. Hier volgen de tot nu toe bekende waarne- ren bekend alhoewel hij al sinds de oprichting van het invoerportal mingen van deze soort in