entomologische berichten 109 76 (3) 2016

Korte mededelingen Ruud Vis (1941-2016), onvergetelijk Ruud Vis is overleden op 19 januari 2016 op 74-jarige leeftijd. Sinds 1960 was Ruud Vis lid van de NEV. Hij was actief in de besturen van de NEV, de Uyttenboogaart- Eliasen Stichting en de Van Groenendael- Krijgerstichting. Ruud zag op zijn 16e de collectie vlinders van een vriend in sigarendoosjes. Het werd de start van een uitgebreide, waardevolle eigen verzame- 1. Ruud Vis in 1992 als col- ling waarvoor hij verre reizen maakte, lectiebeheerder Insecten in naar China, Afrika en Zuid-Amerika. Over het Natuurhistorisch Museum zijn verzameling zei hij: ‘een verzameling Rotterdam. Foto: Kees Moeliker 1. Ruud Vis in 1992 as vlinders is veel meer dan simpelweg een collection manager in the collectie vlinders voor wetenschappelijk Natural History Museum onderzoek: het is een en al schoonheid’. Rotterdam. Ook de juridische expertise van Ruud was van grote waarde voor de besturen waar hij deel van uitmaakte. De tweede geconcentreerd, noest auteur van dit stuk sprak bij de uitvaart zorgvuldig aandachtig Summary en reikte aan echtgenote Maris Vis een determineren, beschrijven, penning uit namens de Uyttenboogaart- registreren Ruud Vis (1941-2016), unforgettable Eliasenstichting voor de bijzondere inzet tienduizenden speldenprikken Ruud Vis died on 19 januari 2016, he was 74 van Ruud voor de stichting. De eerste years old. Ruud has been a member of the auteur van deze mededeling schreef een hij onderzocht de genitaliën Netherlands Entomological Society since gedicht voor hem. van vrouwtjes in den vreemde 1960. When he was 16 years old, he started concludeerde en publiceerde his collection, that grew large begonnen als vogelaar and valuable over time. Ruud received ontpopte hij zich snel het Chinese vrouwtje van Satyrium posthumously a medal for his active invol- tot vlinderaar persimilis vement in board of the Uyttenboogaart- leek niet alleen zoals de naam zegt Eliasen Stichting. een vriend nam hem mee maar bleek zich te onderscheiden naar Oostvoorne van haar soortgenoten het begin van een wereldreis Kees Plaisier als de gele uil Avenue Concordia 61 de duinen van Oostvoorne had hij een helder en opgewekt uiterlijk 3062 LC Rotterdam een smalle strook bij de Kop van ’t Land en als de donkere prachtstipspanner [email protected] de bergen van Ladakh zachtgrijs aandoend Marcel Dicke thuis werkte hij nieuwsgierig met humor Wageningen University aan zijn verzameling aimabel en kritisch Laboratorium voor Entomologie en in het Natuurhistorisch onvergetelijk, niet alleen als entomo- Postbus 16 loog 6700 AA Wageningen

Hypena obsitalis, een nieuwe snuituil in 178 roesjes en twee dagpauwogen ook Nederland (Lepidoptera) resulteerde in een drietal mysterieuze snuituilen (). De algehele indruk Bijna 20 jaar lang bezocht de auteur in de mige jaren werden ook de grote boom- was dat ze nogal ‘bont’ gekleurd waren maand januari samen met Kees Mostert spanner (Triphosa dubitata (Linnaeus)), de in vergelijking tot de eerder aangetroffen en Ton en Kees van Schie de bunkers in hopsnuituil (Hypena rostralis (Linnaeus)), hopsnuituilen. Bij de aanzet van de bui- het Staelduinse Bos. Het bos ligt ten oos- de waaiermot (Alucita hexadactyla Linnaeus) tenste dwarslijn hadden ze een nogal ten van Hoek van Holland en is eigendom en de gewone kaartmot (Agonopterix hera- lichte vlek op de bovenvleugel. In de eerste van het Zuid-Hollands Landschap. De cliana (Linnaeus)) aangetroffen. De bun- instantie associeerde ik de vlinders met controles zijn gericht op overwinterende kers in het Staelduinse Bos zijn dus een de brandnetelsnuituil (Hypena obesalis vleermuizen en tot de observaties beho- overwinteringsplek voor veel vlinders. Treitschke) die staat afgebeeld in Skinner ren ook de nodige overwinterende vlin- (1989). Een tweede optie bleek al gauw ders zoals het roesje (Scoliopteryx libatrix H. obsitalis Hübner, een nog niet eerder Waarnemingen in 2015 (Linnaeus)) en de dagpauwoog (Aglais io uit ons land gemelde soort. Helaas reali- (Linnaeus)). Het aantal roesjes varieert Tijdens een bezoek worden 28 bunkers seerde ik mij op dat moment niet dat ik van circa 100 tot 400 exemplaren, met gecontroleerd. Op 24 januari 2015 vond een spectaculaire vondst had gedaan een uitschieter in 2010 van 568. In som- een inspectie plaats die naast ‘slechts’ en ben daarom vergeten een exemplaar 110 entomologische berichten 76 (3) 2016

te verzamelen. Er werden wel foto’s ge- maakt (figuur 1) zodat later bevestigd kon worden dat het inderdaad om H. obsitalis ging. In twee andere bunkers werden la- ter op de inventarisatieroute nog twee vlinders van deze nieuwe soort voor Nederland waargenomen. Om duidelijkheid te verkrijgen zijn de foto’s voorgelegd aan Rob de Vos (Naturalis Biodiversity Center) en Wil- lem Ellis (Werkgroep Vlinderfaunistiek, bestandsbeheerder van NOCTUA). Eerst- genoemde reageerde diezelfde avond nog en bevestigde dat het H. obsitalis was. Ellis gaf meteen de suggestie dat er wel eens een populatie in het Staelduinse Bos zou kunnen leven: drie exemplaren die 1. Hypena obsitalis, gefotogra- feerd in een bunker in het in verschillende bunkers overwinteren Staelduinse Bos (Hoek van doet dit inderdaad vermoeden. De Neder- Holland), 24.i.2015. Foto: Kees landse naam voor deze nieuwe soort voor Mostert 1. Hypena obsitalis, photo- Nederland werd onlangs al publiekelijk graphed in a bunker in the bekend gemaakt: de dubbelstipsnuituil. Staelduinse Bos (Hoek van Hypena obsitalis behoort tot de familie Holland), 24.i.2015. van de spinneruilen () en is in uiterlijk goed te herkennen aan de opval- lend lange palpen die typerend zijn voor de subfamilie van de snuituilen (Hy- lijk van het bos soms massaal aanwezig, bijdrage aan het vlinderonderzoek en het peninae). Hypena obsitalis is niet alleen net boven de hoogwaterlijn op de basalt- maken van dit artikel. Ook Tymo Muus, groter, maar heeft ook bredere vleugels taluds. Deze plant komt met name plaat- Wouter Moerland, Jan Scheffers, Steve dan H. rostralis, bovendien kent de mid- selijk voor langs het Hartelkanaal en ook Wullaert en Tom Sierens verschaften denband bij H. obsitalis meer gehoekte in de havens op de Maasvlakte, zoals de waardevolle informatie waar ik ze dank- wendingen. Beide soorten zijn zeer vari- Mississippihaven waar hij zelfs massaal baar voor ben. abel. voorkomt. Klein graskruid is ook in de Van H. obsitalis is bekend dat hij in nabijheid van het Staelduinse Bos aan Literatuur het Westmediterrane gebied meerdere te treffen. Dit wetende maakt het moge- generaties per jaar heeft waarvan de lijk, en wellicht zelfs aannemelijk, dat Sierens T 2011. Hypena obsitalis (Lepidoptera: laatste generatie overwintert (Steiner H. obsitalis een nieuwe standvlinder is Noctuidae), een nieuwe soort voor België. Phegea 39: 52-53. et al. 2014). Sierens (2011) – die de soort voor Nederland. Skinner B 1986. Colour identification guide to ontdekte voor België, ook in de duinen of the British Isles. Viking. – geeft aan dat de soort twee generaties Steiner A, Ratzel U, Top-Jensen M & Fibiger M Waarnemingen in 2006 en 2016 kent. De vlinders van de overwinterende 2014. Die Nachtfalter Deutschlands. Bug- generatie leggen al in het vroege voorjaar Op 23 januari 2016 was wederom de jaar- Book Publishing. Kimber I 2015. UKMoths. Beschikbaar op: eieren. Ook in Denemarken is de soort lijkse vleermuiscontrole in de bunkers http://ukmoths.org.uk/show.php?id=4354. reeds aangetroffen (Steiner et al. 2014). van het Staelduinse Bos. Nu was Frank [Geraadpleegd: 15 januari 2015] In Groot-Brittannië is het een zeldzame van der Knaap als opvolger van mij mee immigrant die zich recent in Devon heeft de groep komen verrijken en hij e-mailde gevestigd en soms elders in het zuid- daags na de inventarisatie dat er weder- Summary westen. Op de Kanaaleilanden heeft de om een H. obsitalis in de bunkers was soort een populatie (Kimber 2015). Hypena gezien. Er was er een foto toegevoegd. Hypena obsitalis, a new snout in obsitalis is het areaal dus duidelijk aan De waarneming staat op de website the Netherlands (Lepidoptera) het uitbreiden naar het noorden, hetgeen Waarneming.nl. Op 3 februari 2016 In January 2015, three individuals of the ook al uit Frankrijk bekend was (http:// plaatste Jack Pauw een foto van H. ob- snout moth Hypena obsitalis Hübner were lepinet.fr). sitalis op Waarneming.nl. Jack deed nog found overwintering in three separate old De rupsen van H. obsitalis voeden zich een spectaculairdere ontdekking. Hij bunkers in the dunes of Hoek van Holland voornamelijk met glaskruid () vond recent bij het opschonen van zijn (province of Zuid-Holland). This butterfly is en brandnetel () (Steiner et al. 2014). externe harde schijf een foto van H. ob- increasing its range to the north of Europe. Uit vegetatiekundig onderzoek in 2014 sitalis uit Egmond-Binnen met als datum The food plants of the caterpillars occur is gebleken dat de beide inheemse glas- 25 januari 2006! De soort had dus al tien abundantly in the area. kruidsoorten in het Rijnmondgebied de jaar eerder voor ons land gemeld kunnen laatste tientallen jaren flink zijn toegeno- worden. men (eigen waarnemingen auteur). Groot Ben van As glaskruid (Parietaria officinalis) floreert in Jan van Ravenswaaystraat 4 Dankwoord verschillende Rijnmondgemeentes plaat- 9403 BK Assen selijk in bosplantsoen. Klein glaskruid Ik bedank alle in de tekst hierboven [email protected] (P. judaica) is op 6 tot 8 km afstand zuide- genoemde personen hartelijk voor hun