Autonomie, Toezicht En Interventie in De Caribische Landen Van Het
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
AUTONOMIE, TOEZICHT EN INTERVENTIE IN DE CARIBISCHE LANDEN VAN HET NEDERLANDEN G.A.H. Bakhuis Autonomie, toezicht en interventie in de Caribische landen van het Koninkrijk der Nederlanden Autonomy, Supervision and Intervention in the Caribbean Countries of the Kingdom of the Netherlands Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op gezag van de rector magnificus Prof. dr. R.C.M.E. Engels en volgens besluit van het College voor Promoties De openbare verdediging zal plaatsvinden op Vrijdag 6 maart 2020 om 13.30 uur Gregory Aubrich Haëzer Bakhuis geboren te Apeldoorn 3 Promotiecommissie: Promotor: Prof. mr. L.J.J. Rogier Overige leden: Prof. mr. H.G. Hoogers Prof. mr. A.B. van Rijn Mw. mr. dr. J.C. de Wit © 2019 G.A.H. Bakhuis Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaargemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISBN 978-90-830376-8-4 4 Woord vooraf Ik durf te wedden dat niemand op 10 oktober 2010 (10-10-’10) een idee had hoe de verhoudingen in het Koninkrijk der Nederlanden als gevolg van het toezicht onder spanning zouden komen te staan. Op enkele incidenten na heeft het toezicht op koninkrijksniveau tot voor 10-10-‘10 een relatief slapend bestaan geleid. Ik heb in ieder geval niet het spektakel kunnen voorzien zoals we dat vanaf 10-10-’10 hebben mogen aanschouwen. In 2011 begon het voorzichtig met de benoeming en het onderzoek van de Commissie Rosenmöller. In juli 2012 werd het koninkrijksrecht spannender door de eerste aanwijzing aan het bestuur van Curaçao op grond van de Rijkswet financieel toezicht. Daarna volgde rumoer rondom de benoeming van een interim-kabinet in Curaçao dat het demissionaire kabinet Schotte moest vervangen. Vervolgens kwamen vanuit Den Haag aanwijzingen aan de gouverneurs van Sint Maarten en Aruba en weigeringen van de Gouverneur van Curaçao om landsverordeningen te bekrachtigen. Als klap op de vuurpijl: een Algemene Maatregel van Rijksbestuur (AMvRB) op grond van artikel 51 van het Statuut aan Curaçao omdat het kabinet Pisas in het voorjaar van 2017 dreigde de verkiezingen te saboteren. Halverwege 2019 en het afsluiten van de tekst van dit proefschrift, waarover later meer, blijft het onrustig tussen enerzijds de Caribische landen van het Koninkrijk en anderzijds Nederland en de bestuurslaag van het Koninkrijk. De hierboven genoemde voorbeelden hebben de onderlinge verhoudingen tussen de landen in het Koninkrijk in een sneltreinvaart op scherp gezet. Dat heeft weer gezorgd voor een omvangrijke uitbreiding van mijn onderzoeksterrein. Bij aanvang van mijn onderzoek dacht en schreef ik nog over hypothetische gevallen van interventie door de koninkrijksregering. Uiteindelijk heb ik voldoende concrete praktijkvoorbeelden mogen uitwerken. Het traject dat uiteindelijk tot dit proefschrift heeft geleid, is mede daarom een bijzondere ontdekkingsreis geweest. De letterlijk trans-Atlantische reis in het koninkrijksrecht heeft mij meer bagage gegeven dan op een reguliere vlucht over de Atlantische Oceaan wordt toegestaan. Op de eerste plaats dank ik mijn promotor, Lodewijk Rogier, voor zijn geduldige begeleiding. Zonder zijn kritische blik en het vermogen om zijn verzuchtingen over alles wat mij van het schrijven heeft afgehouden te verbergen, was het niet gelukt om tot een afronding van dit proefschrift te komen. Lodewijk heeft enorm zijn best gedaan mij aan het schrijven te houden, vooral ook omdat hij vrij snel doorhad dat ik vatbaar ben voor allerlei (professionele en persoonlijke) afleidingen, of beter gezegd: verleidingen. Lodewijk heeft mij altijd op z’n Rotterdams achter mijn broek aan gezeten. Eerst als leidinggevende in Rotterdam en later in een wat meer (ogenschijnlijk) ontspannen setting in Curaçao. Zijn boodschap was steevast: “schrijf nou potverdikke door”. Ik moet toegeven dat deze motiverende woorden ook dringend klinken wanneer je met je voeten in het zand zit en het geluid van de Caribische zee op de achtergrond hoort. De setting van ons contact veranderde dus in de loop van 2015, maar de inhoudelijke en procedurele begeleiding is onveranderd gebleven. Lodewijk is behalve mijn promotor, een coach en een bron van inspiratie geweest. Tijdens deze ontdekkingsreis met talloze omzwervingen heb ik veel hulp gehad waar ik zeer dankbaar voor ben. In de eerste plaats het bestuur van de Erasmus School of Law, in het bijzonder de decaan, Suzan Stoter en de onderzoeksdecaan Fabian Amtenbrink voor het vertrouwen. De toenmalige collega’s van de sectie staats- en bestuursrecht dank ik voor de steun en prettige samenwerking gedurende de tijd waarin ik onderdeel uitmaakte van dit bijzonder collectief. Ook de leden van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de University of Curacao (UoC) ben ik 5 dankbaar voor de gastvrijheid tijdens mijn onderzoeksreis in 2013-2014. Deze onderzoeksreis was mede mogelijk gemaakt door het Erasmus Trustfonds, waarvoor ik zeer erkentelijk ben. Tijdens deze onderzoeksreis heb ik een hele lijst aan bewindslieden, politici en professionals mogen spreken. Mijn dank gaat uit naar iedereen die ik heb mogen spreken en het Kabinet van de Gevolmachtigde Minister van Curaçao voor het doorknippen van de ‘red tape’. Ook het secretariaat van het College financieel toezicht ben ik dankbaar voor het mogen kijken in de keuken. Voorts ben ik de leden van de leescommissie, mr. dr. Joke de Wit, prof. mr. Arjen van Rijn en prof. mr. Gerhard Hoogers zeer erkentelijk voor hun suggesties. Het bereiken van de voorlopige eindbestemming in deze ontdekkingsreis heb ik voornamelijk te danken aan de partnership van VanEps Kunneman VanDoorne (EKVD). Het is vooral dankzij de ruimte en de ondersteuning die mij door EKVD is gegeven, gelukt om de laatste zware stappen te kunnen zetten. Frank Kunneman, mijn dank voor jouw steun, motivatie en het mij op sommige momenten ‘uit de wind houden’ is niet in woorden te vervatten. Speciale woorden van dank gaan ook uit naar alle (ex)collega’s bij EKVD die mij hebben geholpen, gemotiveerd en gesteund. Dit geldt in het bijzonder voor Jennesse, Fabienne, Stèphanie, Marleen, Tessa, Tjarda, Rogier, Michiel en Mirjam. Mijn promotietraject is naast een academische en professionele ontdekkingsreis, ook een persoonlijk avontuur geweest. Ik heb bijzondere mensen mogen ontmoeten die op verschillende wijzen hebben bijgedragen aan mijn ontwikkeling en dus de totstandkoming van dit proefschrift. In het bijzonder noem ik Marion Bense, Irene Broekhuijse, Flora Goudappel, Jaimeh Saleh, Jose Jardim, Theo Caris, André Bosman, Etienne Ys, Alex Rosaria, Nathalie Samson-Coffie, Nasha Desbarida, Giselle MacWilliam, Joop Drop, Jeffrey Sybesma, Natalie Tackling en Anneke Polak. Het is niet bepaald gemakkelijk geweest om tot dit eindproduct te komen. Ik heb onvoorwaardelijke steun en liefde mogen ontvangen van mijn familie (in het bijzonder mijn lieve moeder en zus) en de mensen die ik als familie beschouw. In dit verband noem ik Danique, Anne- Marie en Igor Meijer, Lionel Anthony, Tiff & Vin, Sven Damman en Roderik en Inge van Hees- Wolswijk. Ik kan helaas niet iedereen bij naam noemen, maar mijn dank is groot. De tekst van dit proefschrift is afgesloten op 1 augustus 2019. De laatste ontwikkelingen in Curaçao en Aruba, waaronder de perikelen rondom de financiering van HNO in Curaçao en de discussie over de Landsverordening Aruba financieel toezicht, zijn niet besproken. Curaçao, augustus 2019 6 Inhoudsopgave Lijst van afkortingen .................................................................................................................................... 13 1. Inleiding ................................................................................................................................................... 17 1.1. Probleemstelling: Meer waarborgen, minder autonomie? ............................................. 18 1.2. Onderzoeksvraag en deelvragen ................................................................................................ 20 1.3. Opbouw van het onderzoek ......................................................................................................... 21 Deel I Autonomie in het Koninkrijk ....................................................................................................... 27 2. De geschiedenis van de autonomie in het Koninkrijk ............................................................. 27 3. Van kolonie naar gebiedsdeel .......................................................................................................... 27 3.1. De grondwetswijziging van 1922 .............................................................................................. 29 3.2. De Staatsregeling van 1936 .......................................................................................................... 32 3.2.1. De Commissie Staal ........................................................................................................ 32 3.2.2. De behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer ........................ 34 3.2.3. Hoofdlijnen van de Curaçaose Staatsregeling van 1936 ................................ 36 4. Naar een nieuwe structuur in het Koninkrijk: de Tweede Wereldoorlog als aanleiding tot herbezinning ...........................................................................................................................................