In Memoriam

© Verzameld en bewerkt door E.R.M. de Waal ♦ Dignum Productions - Informatieverwerking ♦ E-mail: [email protected]

? LIJST MET onbeantwoorde VRAGEN ?

Familiegegevens van de stam E.A. de Waal x A.C. Bol

Gedeelte hieruit voor “Levensloop Gerard”

Zilveren bruiloft 11-07-1942 Van links > rechts: Miel - Jenny - Gerard - Emile - Anton - Lena - Antoinette - Jo - Angela - Hermien - Etienne

Ouderlijk huis: ‘s Gravenstraat 88 - (Z. Vl.)

Staat er nu nog, de school is gesloopt en elders herbouwd

Clinge is sinds 1970 deel van de Gemeente

Hulst Clinge

- 1 –

Gerard (G.W.) de Waal (♂ * 03-08-1923 † 03-05-1945) Verloofd met Miep (M.S.R.) Jansen (♀ * 29-07-1920 † 26-11-2006) Miep is in 1947 gehuwd met Jan Hoogenbosch (♂ * 29-12-1920 † 06-01-1983)

Gerard

Gerards Zegelring

Gerard ligt begraven: Vorwerkerfriedhof, Friedhofsallee, Lübeck Blok 37, Vak 3, Rij A, Grafnummer 21 Miep

Ereveld Lübeck – Duitsland

Het ereveld telt 250 graven van Nederlanders die omkwamen in de Duitse deelstaten Sleeswijk-Holstein en Berlijn.

Adres: Ereveld Lübeck, Vorwerker Friedhof, Friedshofsallee, Lübeck-Vorwerk Websites: www.braeger.de/vorwerk/vorwerk.htm en https://oorlogsgravenstichting.nl/

- 2 -

Aan Gerard heb ik, ondanks zijn vroegtijdige dood, vele bijzondere herinneringen. Hij nam me soms mee op de fiets naar om te gaan vissen in een watertje op het weiland bij boer Stallaert. Dat was een tocht van ongeveer een uur bij hem voor op de buis zittend, waarna ik bij aankomst nauwelijks op m’n benen kon staan en een tijdje nodig had om weer bij te komen van “slapende” benen. Ik heb veel dingen van hem geleerd, zoals naast vissen ook figuurzagen, fietsen repareren, het maken en oplaten van vliegers etc. Hij was slagers leerling en heeft een tijd bij slager Camiel de Moor in St. Jansteen gewerkt. Ondanks zijn jeugdige leeftijd ging hij soms op zijn eentje te voet slachtvee ophalen bij de boeren in Oost Zeeuws Vlaanderen om ze aan een touw naar de slagerij te voeren. Hij was een onbevreesde, daadkrachtige knaap voor zijn leeftijd.

Tijdens de bezetting is hij als 19-jarige door de Duitsers opgeroepen en weggevoerd met een aantal lotgenoten om als dwangarbeider (Arbeitseinsatz) in een Duitse vleesfabriek in Preetz (bij Kiel) te gaan werken. Er was enkel via briefwisseling moeizaam contact mogelijk en op het einde van de oorlog zelfs helemaal niet meer. Kort na de overgave van het Duitse leger en de bevrijding van Zeeuws Vlaanderen kwam het bericht via de plaatselijke veldwachter v.d. Sande, dat Gerard daar overleden en ook reeds begraven was. Een collega van hem (Jo Bracké uit , op de foto linksonder met krans) bracht na zijn terugkeer het verhaal van de ziekte en dood van Gerard met een serie foto’s waar officieel geen toestemming voor gevraagd was.

Gerard heeft bij mij een grote leegte achtergelaten. Ik had mij vast voorgenomen, dat mijn eerste zoon naar hem genoemd zou worden, maar ik heb jammer genoeg geen zoon gekregen. Alles wat mij rest van Gerard is zijn zegelring, die na een omweg via nicht Nan enige tijd geleden bij mij terecht kwam. Deze ring heb ik aan mijn kleinzoon Thijs gegeven bij zijn 21e verjaardag en ik vertrouw erop, dat hij hem zorgvuldig zal bewaren en soms dragen.

BID VOOR DE ZIEL VAN ZALIGER

Gerardus Wilhelmus de Waal

Lid van de H. Familie en Katholieke Actie. Geboren te Clinge (Zeeland) 3 Augustus 1923 en overleden na een langdurige ziekte op 3 Mei 1945 te Preetz (Duitschland) en aldaar begraven op 10 Mei. ------Beroem u niet op den dag van morgen, want gij weet niet wat de toekomende tijd brengen zal. Wat is het leven van den mensch? Een damp die een weinig tijds gezien wordt en daarna verdwijnt.(Jac. IV : 15). Ik heb den goeden strijd gestreden, mijn loopbaan volbracht, mijn geloof bewaard, mij is weggelegd de kroon der gerechtigheid. (St. Paulus). Geliefde Ouders, Broers, Zusters en Verloofde, moet dan de dood zulk een scheiding maken? Het uur van scheiden is wel vroeg geslagen. Nog weinig slechts heb ik van het leven genoten en nu moet ik sterven. Doch mijn liefde sterft niet. In den Hemel zal ik U beminnen gelijk ik U op aarde bemind heb. Vaarwel en bid voor mij. (1 Reg. XV : 14. Joh. Berckm.)

GEBED. Reinig o Heer, de ziel van uw dienaar Gerard, opdat hij aan de wereld gestorven, voor u leve, en om uwe groote barmhartigheid scheld hem kwijt al wat hij uit menschelijke zwakheid zou misdreven hebben. Dat zijne ziel ruste in vrede. Amen

- 3 - Levensloop van mijn broer Gerard Lijst van relevante punten in chronologische volgorde

03-08-1923 Geboren te Clinge Zeeuws Vlaanderen, ’s Gravenstraat B 88.

05-08-1923 Gedoopt in de RK Kerk H. Henricus. Naam Gerardus Wilhelmus (roepnaam Gerard).

1930-1937 R.K. Lagere school St. Bernardus te Clinge en eerste H. Communie.

01-06-1933 Vormsel te Nieuw Namen.

1937 tot ? Bisschoppelijk College St. Vincentius te Eeklo, België. Bij stadsarchief Eeklo geen gegevens meer te vinden. Laatste poging via Bisdom Gent (21-05-2014) opgegeven. xx-xx-xxxx Als slagers leerling (inwonend) bij Camiel de Moor te St. Jansteen Z. Vlaanderen Tevens deeltijd opleiding slager aan een onbekend vakopleidingsinstituut elders.

10-05-1940 Begin van de Tweede Wereldoorlog. Inval van Duits leger in Nederland.

11-07-1942 Zilveren Bruiloft van ouders. Gezinsfoto waar Gerard nog opstaat (zie pag. 1).

25-07-1943 Als dwangarbeider, met zijn bagage in een groene houten koffer, naar Preetz (Holstein) en daar tewerkgesteld in de worst- en vleeswarenfabriek van directeur/eigenaar Johannes Schön. Ondergebracht in een kampement. Adres: Wakendorfer Str. 61 Preetz, een maand later Schellhorner Str. 48 Preetz? Preetz 17/18-04-1944 Gevangen gezet in Polizeigefängnis te Kiel. Reden preventieve hechtenis. Van Stadsarchief Preetz de beschikbare gegevens ontvangen, in Stadsarchief Kiel weinig gegevens beschikbaar. Via Consulaat Düsseldorf gegevens uit Landesarchiv Schleswig Holstein verkregen.

19-04-1944 Overgebracht naar Gestapo Politiebarak “Drachensee” Kiel, Hassee. xx-xx-xxxx Terug naar Preetz (is niet duidelijk vast te stellen), in Kiel en Preetz onvindbaar.

03-05-1945 Overleden in Preetz. Waarschijnlijk in het Stadsziekenhuis aan Longtuberculose. Het oude ziekenhuis bestaat niet meer, wel een nieuw waar geen gegevens van het voormalige aanwezig zijn. Een aparte overlijdensverklaring ontbreekt, een overlijdensakte is wel door Gemeente Preetz opgesteld, waarop een overlijdensverklaring door de ambtenaar is ingevoerd.

04-05-1945 Overgave Duits leger in NW Duitsland aan het Engelse leger.

05-05-1945 Einde WOII tegen Duitsland voor Nederland.

09-05-1945 Begraven op een kerkhof in Preetz, waar van de uitvaart

een serie foto’s gemaakt is. Uitvaart vanuit de Evangelisch-Lutherische Kirche door een RK Priester (mogelijk een Engelse legeraalmoezenier). Wie de uitvaart en graf bekostigd heeft blijft onduidelijk. Evangelisch-Luth. Kirche 24-11-1947 Moeder overleden. Vader hertrouwt 11 maanden later.

23-02-1951 Aanbod om Gerard op kosten van het Rijk naar Clinge over te brengen.

27-02-1951 Merkwaardige brief van vader dat “in overleg met de broers en zusters” er geen gebruik van wordt gemaakt, omdat het “oude wonden maar opnieuw openhaalt”.

31-10-1953 Herbegraven op het Ereveld voor Oorlogsslachtoffers te Lübeck.

15-06-1954 Vader kan op aanbod van OGS door ongesteldheid (?) niet op bezoek naar Lübeck!

24-06-1973 Vader overleden.

© Verzameld en bewerkt door E.R.M. de Waal ♦ Dignum Productions - Informatieverwerking ♦ E-mail: [email protected] - 4 -

Toelichting

Van ons Zeeuws-Vlaamse gezin E.A. de Waal x A.C. Bol met negen kinderen, de eerste drie jaren woonachtig in Hulst en verder in Clinge, heb ik eerder een boekje “Waalen Verhaal” gemaakt en tot op heden de wijzigingen van de daarin opgenomen data (zoals adressen, gezinssamenstellingen etc.) bijgewerkt. Zie hierboven het deel daaruit betreffende broer Gerard. Van de erin opgenomen gezinsleden hebben alle - op één na - een aanvaardbare leeftijd met een gangbare levensloop gehaald, kinderen en kleinkinderen gekregen en ze hebben dus ook langdurig onderling contact kunnen onderhouden. Intussen is een groot deel van de negen (plus partners) overleden en de resterende twee zijn hoogbejaard, wel met enkele daarbij horende gebreken. Uitzondering vormde onze broer Gerard, de vijfde in de reeks van negen, die reeds op de leeftijd van 21 jaar +9 maanden en kerngezond, na een kort verblijf van twee jaar als dwangarbeider tijdens WO II in Duitsland, doodziek overleed onder merkwaardige omstandigheden tijdens het verloop van de capitulatie van het Duitse leger (NW-Duitsland) aan het Engelse Bevrijdingsleger- onderdeel. Oorzaak ervan (naar men zegt) was een langdurige longziekte. Hij is daar dan ook begraven voordat het thuisfront van het overlijden en de uitvaart op de hoogte gesteld kon worden. Ruim 8 jaar later werd hij herbegraven op het ereveld voor oorlogsslachtoffers te Lübeck.

Toen Ina Hoogenbosch, die van Miep Jansen verhalen gehoord had over haar eerdere verloofde Gerard de Waal, op zoek ging naar gegevens kwam deze bij neef Ronald (die op internet uitgebreid de genealogische gegevens over de “Waalen” en aanhang publiceert) terecht en werd ik ook daarbij betrokken. Het viel mij toen op, dat er zo weinig over Gerard bekend was en dat er na zijn dood nooit meer over hem gesproken werd. Toen ben ik, jammer genoeg te laat om veel en gedetailleerde feiten te achterhalen, moeizaam op zoek gegaan naar de mogelijk juiste geschie- denis. In dit verhaal blijven een aantal blinde vlekken aanwezig en heb ik ook logische, maar niet bewijsbare, gebeurtenissen opgenomen, waarvoor ik mij bij voorbaat verontschuldig.

Als mosterd na de maaltijd voelde ik toch ook een collectieve schaamte voor ons hele gezin, waarvan niemand de moeite heeft genomen om destijds Gerards graf in Preetz te bezoeken en zich ter plaatse op de hoogte te stellen van de achtergrond en het relaas over wat hem daar overkwam, toen dat nog recent gebeurd was.

Begin april van dit jaar (2014) heeft neef Ronald met zijn vrouw Mieke een bezoek gebracht aan Lübeck en Preetz in een poging om nog iets meer te achterhalen. Op mijn verzoek en dat van Ina Hoogenbosch hebben ze twee boeketjes bloemen met kaart op Gerards graf geplaatst na een schoonmaakbeurt van de grafsteen. Ik ben ze daar zeer erkentelijk voor. Gerard was samen met een streekgenoot, Jo Bracké genaamd, in Preetz tewerkgesteld bij hetzelfde vlees- warenbedrijf. Om onduidelijke redenen heeft deze weinig details willen of kunnen verstrekken over het wel en wee daar. Jo bracht wel de groene houten koffer van Gerard met inhoud en foto’s van de uitvaart mee. Opvallend is de grote belangstelling die daarop wordt weergegeven. Jo Bracké is onlangs te Hulst overleden. Zijn weduwe Miet de Backker laat nu ook nog moeizaam weinig los. Van wat er werkelijk gebeurd is blijft een groot deel tot nu toe nog onduidelijk en is door het hectische einde van WOII hoogstwaarschijnlijk ook niet meer te achterhalen. Bij het verzamelen van gegevens over Gerard valt ook op dat er weinig of geen foto’s van hem te vinden zijn. Nu was het zelf fotograferen toen ook nog geen algemene bezigheid (in ons gezin ook niet) maar er waren wel uitzonderingen zoals bij onze ongehuwde tantes Bol (hoedenmodistes) die samenwoonden in Hulst en er in het centrum bij de Basiliek een winkel met atelier dreven. Zij maakten o.a. veel opnamen van de oudere neven en nichten van de families de Waal-Bol en Heijens-Bol. In hun oude albums is echter geen enkele foto van/met Gerard te vinden! Een merkwaardig detail is nog, dat niemand zich een herdenkingsdienst voor Gerard, in de plaatselijke H. Henricuskerk of elders te Clinge kan herinneren, maar dat er wel een bidprentje (zie pagina 3) is uitgegeven en in beperkte kring verspreid. Prinsenbeek 09-02-2014 - 5 – © Etienne R.M. de Waal

Jeugdjaren (1923-1938)

Gerard werd geboren te Clinge (Zeeuws Vlaanderen) als vijfde kind van het echtpaar E.A. de Waal x A.C. Bol op 3 augustus 1923 en op 5 augustus gedoopt in de R.K. kerk van H. Henricus. Kopie van de kerkelijke doopakte en de vertaling:

Datum 5 augustus 1923, gedoopt door de Kapelaan van de Kerk St. Henricus te Clinge (Z) A J B Hoevenaars:

Gerardus Wilhelmus de Waal, geboren 3 augustus, ouders: Emilius Anth. de Waal en Angela Celina Bol

Peter: Johannes Wilhelmus Gerardus Bol uit Clinge (broer van moeder, is Gerard dus naar vernoemd)

Meter: Elisa Mathilda Catherina de Waal uit Lamswaarde (zus van vader)

Zoals alle kinderen uit ons gezin ging Gerard naar de enige gemengde Lagere School, waarvan vader Emile hoofd- onderwijzer (bovenmeester) was. Vanaf 1921 wijzigde deze school van Openbaar in Katholiek Onderwijs. Van deze schooltijd zijn geen gegevens (rapporten, beoordelingen) bewaard, enkel wat verhalen van leeftijdsgenoten en één oude onscherpe foto uit de vijfde klas, verkregen van een klasgenote, Maria Segers. Van de meesten is de naam niet meer bekend. Volgens dorpsgenoten van ongeveer de leeftijd van Gerard viel hij wel op omdat hij een durfal was, die nergens voor terugschrok. De kinderen van de tweede klas deden op achtjarige leeftijd hun eerste communie. Vijfde klasgenoten: Gerard zit op de onderste rij, 3e van rechts. Hiervan is geen kerkelijke akte bewaard. Schuin daarachter met witte jurk Maria Segers. Daarboven uiterst rechts staat meester v/d Poel uit Lamswaarde

Gerard is na de Lagere school nog een onbekende tijd in Eeklo (Belgisch Vlaanderen) op kostschool geweest. Dat was het Bis- schoppelijk Sint Vincentius- college dat nu niet meer als zodanig bestaat. Door en- kele branden zijn er geen bruikbare gegevens in het archief van Eeklo te vin- den. Mogelijk wel bij het Bisdom Gent, maar men is daar erg gesloten en ik ben niet verder gekomen dan een loze belofte van de Vicaris van Onderwijs Stefaan Van der Kelen:

“Ik vraag eens verder in het bisdom (archief aldaar)”.  Amen (red). - 6 – Communiefoto van Gerard Gedachtenisprentje van Vormsel Periode 1939-1943

Na thuiskomst van de kostschool in Eeklo is Gerard aan een opleiding tot slager begonnen en als leerling bij slager Camiel de Moor in het nabijgelegen St. Jansteen gaan werken. Hij was daar inwonend knecht en volgde daarnaast een deeltijd vakopleiding in Utrecht of omgeving. Deel van zijn werk bij de Camiel de Moor was, dat hij soms slachtvee te voet op moest halen van een boerderij ergens in Oost Z. Vlaanderen en te voet naar de slagerij moest voeren, waarvoor een behoorlijke dosis durf nodig was omdat die beesten niet altijd even volgzaam waren. Van deze periode zijn mij verder weinig tot geen details bekend. De slagerij in St. Jansteen is er niet meer en of er ergens nog nazaten of familieleden van Camiel, die verhalen over Gerard gehoord hebben, gevonden kunnen worden is nog onbekend. Gerard, ongeveer 18 jaar oud

Het begin van WO II werd de oorzaak van veel leed. Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers Nederland, België en Luxemburg aan. Het Nederlandse leger, dat niet was uitgerust voor een moderne oorlog, werd volkomen onder de voet gelopen. Desondanks verliep de campagne voor Duitsland veel te traag. Vliegtuigen bombardeerden op 14 mei Rotterdam om daarmee Nederland sneller tot overgave te dwingen. Generaal Winkelman, de bevel- hebber van de Nederlandse Strijdkrachten werd geconfron- teerd met zowel een strategisch uitzichtloze situatie als met het Duitse dreigement tot vernietiging van alle grote Nederlandse steden. Woensdagochtend 15 mei 1940 tekende hij dan ook de capitulatie. In de provincie Zeeland werd de strijd door voornamelijk Franse troepen nog vijf dagen voortgezet. Het Belgisch leger probeerde zo lang mogelijk stand te houden tegen de Duitse overmacht, maar kon alleen nog de aftocht van het Britse Expeditieleger via Duinkerke dekken. Op 28 mei moest ook het Belgische leger noodgedwongen capituleren, nadat het 18 dagen had volgehouden tegen een zeer grote Duitse overmacht. Omdat heel veel Duitse mannen voor de krijgsdienst waren opgeroepen, werden naast krijgsgevangenen ook o.a. veel Nederlandse jongemannen verplicht, om in Duitsland als dwangarbeider de industrie mee draaiende te houden. Om die reden werd Gerard (als enige van ons gezin) op 25-07-1943 verplicht om zich daarvoor te melden en werd hij, vanwege zijn beroep, tewerkgesteld in de worst- en vleeswarenfabriek van Johannes Schön te Preetz (nabij Kiel). Omdat er geen andere oplossing was werd er door een plaatselijke timmerman een houten groen geverfde koffer geleverd waarin hij zijn schamele kleding en verdere bezittingen meekreeg. Hij was er mentaal zeker niet op voorbereid. In ons gezin was de RK geloofsleer maatgevend in de opvoeding. Hij werd daar ondergebracht in een kampement (Lager). Of ze daar naast kost en inwoning loon verdienden is onwaarschijnlijk, mogelijk hooguit wat zakgeld. Of hij van daaruit nog brieven aan het thuisfront gestuurd heeft is ook onbekend, waarschijnlijk werd er door de Duitsers daartoe weinig getolereerd en waarschijnlijk ook nog gecensureerd.

De worstfabriek van Johannes Schön Het kampement bij de worstfabriek

- 7 –

Periode 1944

Over de eerste periode van 8 maanden is nauwelijks iets bekend, alleen het weinige dat zijn met- gezel Jo Bracké na thuiskomst in Terhole tamelijk vaag heeft losgelaten. Daaruit mag wel gecon- cludeerd worden, dat het vrij algemeen de gewoonte was dat men vleeswaren uit het bedrijf ont- vreemdde om de verstrekte matige maaltijden aan te vullen of om tegen wederdiensten of -zaken aan personen buiten de fabriek te schenken of ermee te ruilen. Dat Gerard en Jo hechte vrienden waren is twijfelachtig. De roekeloze manier van doen door Gerard moet Jo wel afstandelijk gemaakt hebben. Bovendien is Jo op zeker moment naar een parti- culier kosthuis bij een familie elders in Preetz verhuisd. Wel heeft hij Gerard niet volledig in de steek gelaten, maar zijn riskante werkwijze moest wel spaaklopen en dat moet Jo zeer beangstigd hebben. Op 17-04-1944 werd Gerard dan ook gearresteerd door de Gestapo (Geheime Staatspolizei) en overgebracht naar Kiel. Officiële reden heet “preventieve hechtenis” (vermoedelijk hardhandige ondervraging). Na twee dagen werd hij overgebracht naar de Gestapo Politiebarak Drachensee Kiel, Hassee. Daar is hij dan na bijna 1 jaar en kort voor of na de capitulatie van het Duitse leger gebleven. Van deze periode is helemaal niets bekend, maar wie op de hoogte is van de methoden waarop de Hitler-volgelingen met gevangenen omging weet, dat je daarbij niet ongeschonden bleef en meestal voortijdig aan uitputting stierf. De gedachte eraan alleen al bezorgt mij nu nog steeds slapeloosheid en nachtmerries. Van deze periode was het thuisfront totaal niet op de hoogte en er is ook niets over te achterhalen.

De E-mail die ik aan diverse Duitse instanties verzond om gegevens te verkrijgen:

Ich bin Etienne de Waal aus die Niederlande, 83 Jahre alt und auf der Suche nach was mit mein Bruder Gerardus Wilhelmus (Rufname Gerard) in Preetz und Kiel geschehen ist während der Welt- krieg 1940-1945. Mein Bruder Gerard de Waal (geboren 03.08.1923 in Clinge - Niederlande), war Schlachter und ge- zwungen am 25.07.1943, bei einer Wurst-und Fleischfabrik von Johannes Schön in Preetz zu ar- beiten. Er wurde dort in ein Lager untergebracht. Während dieser Zeit war kein Kontakt mit ihn möglich. Am 17.04.1944 wurde er festgenommen und im Kieler Polizeigefängnis eingeliefert. Als Grund wird „Schutzhaft“ angegeben, einliefernde Stelle war die Schutzpolizei Preetz für die Gestapo. Am 19-04-1944 endete die Haft im Polizeigefängnis und wurde er nach „Drachensee“ verbracht, das war eine Polizeibaracke im Kieler Stadtteil Hassee, in der damals Gestapo-Häftlinge untergebracht wurden. Was da weiter mit ihn geschehen ist Weisz ich nicht. Am 03-05-1945 soll er an einer Krankheit verstorben sein (ist nicht klar), kann es auch sein das er getötet ist? Am Ende des Krieges ist Gerard unerwartet im Alter von 21 Jahre verstorben. Über die Ursachen und Umstände ist mir von meinen Eltern und noch von seinem Freund Jo Bracké niemals etwas geklärt. Soweit ich weiß, wird er (09-05-1945) in Preetz begraben. Wir haben einige Bilden, die von die Beerdigung gemacht sind. Später wurde er an den Friedhof für Niederländer, die in Schleswig-Holstein und Berlin verstorben waren, in Lübeck übertragen. Einzige Daten habe ich bekommen von Stadtarchiv Preetz und das Landesarchiv Schleswig-Holstein mit Hilfe von unser Konsulat in Düsseldorf.

Ich hoffe, das in ihre Archive einige Daten zu finden sein über Gerards Geschichte zwischen 19-04-1944 und 03-05-1945. Ich werde Ihn sehr Dankbar sein wen sie mich damit behilflich sein können.

Mit freundlichen Grüβen, Etienne de Waal

Postadresse: Prinsenboschlaan 19 4841 MA – Prinsenbeek Niederlande

- 8 –

Brieven dd. 4/3/2014 resp. 3/4/2014 van P. Pauselius Stadtarchiv Preetz:

Het door P. Pauselius beloofde boek over de Krijgsgevangenen en Dwangarbeiders heb ik binnen de beloofde tijd gratis ontvangen, waarvoor ik hem bedankt heb:

Ihren Brief vom 4.3.201 Datum: 16-03-2014

Sehr geehrter Herr Pauselius, Ich habe ihr Buch über Kriegsgefangenen und Zwangsarbeiter Preetz in gutem Zustand empfangen und ich bin ihnen sehr dankbar dafür. Ich habe versucht um auch Daten von Gerards Freund, Joseph Alphonse Bracké, darin zu finden, aber nichts gefunden. Möglich sind diese auf ein andere Stelle eingetragen. Wenn es so ist, versuche ich mir ein Tipp dafür zu senden.

In Ihren Brief nennen Sie ein schriftliche Mitteilung auf der Sterbeurkunde (Lungentuberkulose). Ist das als eine amtliche Eintrage zu erkennen, oder nicht? Gerne hätte ich eine Kopie von diese Sterbeurkunde.

Anbei habe ich einige Bilden von die Beerdigung eingeschlossen. Dass Gerards Sterben auf eine merkwürdige Datum war ist also die Beerdigung nach die Bilden ebenso Fremd. Jemand hat viel Geld dafür bezahlt. Wer könnte das sein?

Können Sie auch feststellen um welche Kirche es geht? Und welche Personen festgelegt würden? Ich hoffe, dass Sie mich weiter informieren können.

Mit Freundlichen Grüβen, Etienne R.M. de Waal

- 9 –

De titel van het boek van Peter Pauselius luidt: Dokumentation über die Kriegsgefangenen, Fremd- und Ostarbeiter in Preetz (1939-1946). Het bevat grotendeels tabellen met namen en beroepen van deze arbeidskrachten en daarnaast uitge- breide beschrijvingen van de vele kampen (Lager) waar zij ondergebracht waren en achterin ook nog een aantal foto’s. Gerard komt in de lijst van “Schlachter” voor met een korte notitie, Jo Bracké volgens Hr. Pauselius niet, maar hij is later door neef Ronald wel elders in het boek met enkele gegevens meer ontdekt. Het boek heb ik bij neef Ronald ondergebracht. Wie er belangstelling voor heeft gelieve zich bij hem te melden (E-mail: [email protected] ; Internet www.remdewaal.nl ). De foto’s onderaan pagina 7 zijn uit dit boek overgenomen.

Als bijlage bij de eerste brief was een kopie van inschrijving in het bevolkingsregister Preetz toegevoegd dat vermeldt dat Gerard (beroep Schlachter) 25/7/43 uit Holland ingeschreven is met het adres Lager Wakendorferstr. 61 en 29/8 verhuisde naar Lager Schellhornerstr. 48. Er is verder geen vermelding van overgang naar een particulier kosthuis in de stad. Als laatste notitie wordt 18/4/44 ingeschreven dat Gerard gevangen genomen is en naar Kiel overgebracht. Opvallend is, dat in latere documenten steeds Wakendorferstr. 61 als adres vermeld wordt? Het advies om persoonlijk in het Landesarchiv Schleswich Holstein verder te zoeken is met behulp van neef Joop door het Consulaat Düsseldorf overgenomen.

Op de volgende pagina’s zijn de berichten weergegeven, meestal Duitstalig. Ik heb deze niet volledig vertaald maar de wezenlijke feiten wel daar of elders, kort weergegeven.

- 10 –

E-mail van Landesarchiv Schleswig via het Nederlands Consulaat Düsseldorf

Gerardus Wilhelmus de Waal, Zwangsarbeiter in Preetz 1943

Sehr geehrter Herr Brouwer,

Leider muss ich Ihnen mitteilen, dass sich in den einschlägigen Beständen ‒ das sind die Sonder- gerichtsakten, die Straf- und Ermittlungsverfahren der Staatsanwaltschaften, die Gefangenenakten der Justizvollzugsanstalten, die Polizeiunterlagen, das nur in kleinsten Splittern überlieferte Schriftgut der NS-Organisationen, die Entschädigungsakten des Sozialministeriums und die Rückerstattungs-akten der Finanzverwaltung ‒ keine Unterlagen zu Gerardus Wilhelmus de Waal ermitteln lassen.

Allerdings konnte ich im Gefangenenbuch des Kieler Polizeigefängnisses (Abt. 623 Nr. 16) einen Eintrag zu Gerardus Wilhelmus de Waal finden: Schlachter Gerardus de Waal, geboren 2.8.23 in Clinge, Holland, wurde am 17.4.44 um 8.15 Uhr im Kieler Polizeigefängnis eingeliefert. Als Grund wird „Schutzhaft“ angegeben, einliefernde Stelle war die Schutzpolizei Preetz für die Gestapo. Am 19.4.44 um 14.15 Uhr endete die Haft im Polizeigefängnis, de Waal wurde nach „Drachensee“ verbracht, das war eine Polizeibaracke im Kieler Stadtteil Hassee, in der damals Gestapo-Häftlinge untergebracht wurden.

Mit freundlichen Grüßen Dr. Elke Imberger

Landesarchiv Schleswig-Holstein Prinzenpalais 24837 Schleswig Tel. 04621 8618-43 www.landesarchiv.schleswig-holstein.de

E-Mail van Stadtarchiv Kiel

Gerne möchten wir Sie bei Ihrer Frage nach den Lebensumständen Ihres Bruders hier in Kiel 1944-1945 unterstützen. Es gibt zur Behandlung niederländischer Fremdarbeiter und zu der Unterbringung im Polizei-gefängnis und der Polizeibaracke Drachensee Literatur (*). Hier die Angaben dazu, falls Sie sie noch nicht kennen:  Detlef Korte: „Erziehung“ ins Massengrab. Geschichte des „Arbeitserziehungslager Nordmark“ Kiel Russee 1944 – 1945, Kiel 1991, darin Seite 69 – 73 Polizeigefängnis „ Blume“ – Polizeibaracke Drachensee: ISBN 13 978-3890 299 228.  Peter Meyer-Strüvy: Niederländische Zwangsarbeiter in Kiel und Lübeck in Informationen zur Schleswig- Holsteinischen Zeitgeschichte, Nr. 25 August 1994 vom Arbeitskreis zur Erforschung des Nationalsozialismus in Schleswig-Holstein, darin S. 28 – 40 Beschreibung einer Inhaftierung in das Polizeigefängnis und die Polizeibaracke mit Skizzen. Informationen: http://www.akens.org/akens/texte/info/28/37.html  Uwe Carstens: Die Flüchtlingslager der Stadt Kiel. Sammelunterkünfte als desintegrierender Faktor der Flüchtlingspolitik, Marburg 1992, darin S. 122- 130 das Lager Drachensee. : ISBN 13 978-377080 9967

Leider habe ich in den Standesamtsbüchern für Kiel nicht die Sterbeurkunde für G.W. de Waal gefunden. Auch in den im Einwohnermeldeamt vorhandenen Lagerbüchern vom Lager Drachensee ist er leider nicht verzeichnet. Vielleicht ist er doch noch nach Preetz zurück gekehrt und dort verstorben? In dem in der Nähe liegenden Arbeitserziehungslager Nordmark hat sich am 2. Und 3. Mai 1945 das Wach-Personal weitgehend abgesetzt. Wir hoffen, dass Sie mit diesen Angaben etwas mehr über die Letzen Monate Ihres Bruders erfahren können

Mit freundlichen Grüßen.

Im Auftrag, Jutta Briel

* De hierboven vermelde literatuur hebben we tot nu toe niet gevonden. Mogelijk is die interessant voor een beter begrip van de omstandigheden, maar Gerard zal er zeer waarschijnlijk niet persoonlijk in voorkomen.

- 11 –

Periode 1945

Overlijdensverklaring en –akte, algemeen in Nederland Als iemand is overleden, wordt door een behandelend arts of door een gemeentelijk lijkschou- wer een overlijdensverklaring afgegeven. Iedereen die op de hoogte is van een overlijden mag hier- van aangifte doen op het gemeentehuis. Meestal is dit de uitvaartverzorger. Is er sprake van een niet natuurlijke doodsoorzaak dan wordt de aangifte gedaan na overleg met de Officier van justitie. Bij het doen van aangifte wordt de overlijdensverklaring ingeleverd. Aan de hand van de aangifte wordt de akte van overlijden opgemaakt. Dat gebeurt door een ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het overlijden heeft plaatsgevonden. In de overlijdensakte staan onder andere vermeld de naam en het adres van de overleden persoon, diens geboorteplaats, de plaats en de datum van overlijden en de gegevens van de aangever van het overlijden. Indien er sprake is van een natuurlijke dood wordt men geacht binnen vijf dagen ervan aangifte te doen bij de gemeente. Hieraan zijn kosten verbonden. Bovendien zal de ambtenaar een ‘verlof tot begraven of crematie’ afgeven, waarmee een uitvaart wordt toegestaan.

Overlijdensakte Gerard

Gemeente archief Preetz, kopie van het origineel Vertaling Nr.100 C

Preetz, 5 Mei 1945 Dw Slager Gerard de Waal Adres in Preetz, Wakendorferstrasse 61 Is op 3 Mei 1945 om 21 uur 30 minuten In Preetz, in het Stadsziekenhuis overleden Dw De overledene was geboren op 3 Augustus 1923 in Clinge, Nederland Burgerlijke stand------Nr. ------Vader: Onbekend Moeder: Onbekend Dw De overledene was niet gehuwd

Ingeschreven op schriftelijke aangifte van de Vertegenwoordiger van het Stadsziekenhuis

De griffier Voor deze: Getekend, Sellmer

Doodsoorzaak: Kwaadaardige Longtuberculose

Op 4 mei 1945 accepteerde de Britse veldmaarschalk Bernard L. Montgomery de onvoorwaardelijke militaire overgave van groot-admiraal Hans-Georg von Friedeburg en van generaal Hans Kinzel voor alle Duitse strijdkrachten “in Holland, in Noordwest-Duitsland inclusief de Friese eilanden en Helgoland en alle andere eilanden, in Sleeswijk-Holstein en in Denemarken… alle marineschepen in deze gebieden inbegrepen”. Gezien de operationele commandant van enkele van deze strijdkrachten groot-admiraal Dönitz was, gaf dat het einde van de Europese oorlog aan. De uitvaartplechtigheid en begrafenis van Gerard vond plaats op 09-05-1945 (ruim 5 dagen na het overlijden). De capitulatie van het Duitse leger zal een normale afloop van deze trieste gebeurtenis wel erg verstoord hebben en is mogelijk ook oorzaak van vele onduidelijkheden. De uitvaart vond plaats vanuit de Protestants-Evangelische Kerk in Preetz en werd vrijwel zeker voorgegaan door een Katholieke priester, mogelijk van het Engelse bezettingsleger. Van de opvallend druk bezochte begrafenis is een serie foto’s gemaakt. De meeste worden op de volgende pagina’s weergegeven. Zover we weten zijn praktisch allen onbekend (op Jo Bracké na in de stoet met krans). Zie ook de brief van het kerkbestuur en de kopie uit hun archief. Gerard is in eerste instantie begraven op de Stadsbegraafplaats Preetz.

- 12 – Overlijdensakte Gerard, versie Gemeente Clinge

De ambtelijke bewerking van het origineel Vertaling (neef Ronald) Nr. 16 Heden acht April negentienhonderd zes en veertig verscheen voor mij, Ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente Clinge; in verband met de tweede alinea van artikel vijftig van het Burgerlijk Wetboek ingeschreven een oud uittreksel uit het jaren register van overlijden van Preetz wonende te in Duitsland, inhoudende: Preetz 5 Mai 1945, die verklaarde, daarvan eigen wetenschap kennis dragende, dat op de Slager Gerard de Waal, wonende in dezes jaare te Preetz, Wakendorferstrasze 61, is uur op 3 Mei 1945 om 21 uur 30 minuten in Preetz, im in deze gemeente is overleden in het Stadsziekenhuis is overleden. De overledene was geboren op 3 Augustus 1923 in Clinge Nederland oud Vader onbekend, Moeder onbekend. De overledene was niet gehuwd. Ingeschreven op schriftelijke aangifte van de Vertegenwoordiger van het Stadsziekenhuis Preetz. De griffier Voor deze: Getekend, Sellmer Opm. Dat. 8-4-1946 is vreemd (onbekend waarom)

Brief met kopie uit het kerkarchief

Datum 2 april 2014 van het Evangelisch-Lutherse parochiedistrict Plön-Segeberg (Ingrid Schories) ontvangen met als bijlage een kopie uit het overlijden/begrafenis register (jaargang 1945 pagina 91) van hun kerk in Preetz. Oorzaak overlijden is er niet in opgenomen. Volgens het register is op 9 mei 1945 Gerard de Waal (slager) uit Preetz, Wakendorferstr. 61, geboren 3-8-1923 in Clinge met als voorganger een katholiek priester uit Holland vanuit deze kerk begraven. Van deze priester zijn verder geen gegevens bekend.

Uit latere documenten is bekend dat Johannes Schön het graf en het onderhoud daarvan zou bekostigen (zie pag. 17). Mogelijk zijn de uitvaart en de verdere kosten door Gemeente Preetz en de vleeswarenfabriek samen betaald. - 13 – Longtuberculose Inleiding

Longtuberculose is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Mycobacterium tuberculosis. Ieder deel van het lichaam kan worden aangedaan, maar meestal raken de longen geïnfecteerd. Longtuberculose komt het meeste voor in dichtbevolkte landen als China en India en verder in Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara, Indonesië, de Filippijnen, Afghanistan, Bolivia en Peru. Het aantal gevallen van longtuberculose in Noord-Amerika en West-Europa liep een tijdlang terug, maar de laatste jaren is er weer een toename te zien. Dat wordt deels toegeschreven aan het feit dat er steeds meer mensen buitenlandse reizen maken, waardoor de infectie zich kan verspreiden naar gebieden waar tuberculose voorheen weinig meer voorkwam. Een andere factor die ten grondslag ligt aan deze stijging is het groeiend aantal gevallen van aids.

Oorzaak

Besmetting vindt voornamelijk plaats van mens op mens, via minuscule druppeltjes die in de lucht terechtkomen als een geïnfecteerde persoon niest, hoest of spuugt. Het grootste risico op besmetting lopen vrienden, familieleden en collega’s van een geïnfecteerde persoon. Mensen met een verzwakt afweersysteem lopen ook een verhoogd risico, evenals jonge kinderen en ouderen. Bovendien komt de aandoening relatief veel voor onder mensen die in slechte sociaaleconomische omstandigheden verkeren; andere risicofactoren zijn slechte woonomstandigheden, armoede, overbevolking, eenzijdige voeding, woningnood en gebrekkige gezondheidszorg. Alcoholmisbruik en roken kunnen ook het risico op longtuberculose vergroten.

Verschijnselen

Het voornaamste verschijnsel van longtuberculose is hoesten: in eerste instantie een droge hoest, maar gaandeweg wordt er meer slijm opgehoest, waar zich bloedsporen in kunnen bevinden. Bloed opgeven komt ook voor. In het begin kan de patiënt lichte koorts hebben, maar naarmate de ziekte voortschrijdt, wordt de koorts hoger, met name ‘s avonds. Er is verder sprake van aanzienlijk gewichtsverlies en de patiënt kan ’s nachts badend in het zweet wakker worden. Andere symptomen die bij longtuberculose kunnen optreden, zijn kortademigheid, uitputting, algehele zwakte en een drukkend gevoel en/of pijn op de borst.

Diagnose

De diagnose van longtuberculose wordt in eerste instantie gebaseerd op de klachten en een lichamelijk onderzoek. Er vindt een huidtest, de zogeheten Mantouxtest plaats, waarbij een gezuiverd eiwitderivaat (tuberculine) in de huid wordt gespoten. Deze test maakt echter geen onderscheid tussen een actieve infectie (die met symptomen gepaard gaat) en een latente infectie (die geen klachten veroorzaakt). Thoraxfoto’s zijn van groot belang voor de diagnose van longtuberculose. De diagnose kan worden bevestigd wanneer de bacterie wordt geïdentificeerd tijdens microscopisch onderzoek van het sputum of in een kweek van speeksel of sputum.

Behandeling

De behandeling van longtuberculose is gebaseerd op een combinatie van twee of drie middelen om te voorkomen dat de bacterie resistent wordt tegen de medicijnen en om tegelijk de werkzaamheid ervan te vergroten. De duur van de behandeling varieert van zes tot twaalf maanden, afhankelijk van hoe de patiënt erop reageert. Daarnaast kunnen bijvoorbeeld corticosteroïden worden gegeven als ontstekingsremmer of in geval van infecties die in een vergevorderd stadium verkeren. De combinatie van medicijnen kan leiden tot lichte bijwerkingen, zoals misselijkheid en verlies van eetlust. Wanneer er geen complicaties optreden, hoeven mensen met longtuberculose normaal gesproken niet in het ziekenhuis te worden opgenomen. Voor een volledige genezing dient de patiënt de medicijnen nauwgezet in te nemen gedurende de voorgeschreven periode van zes tot twaalf maanden. Een onafgemaakte behandeling kan ertoe leiden dat de bacterie resistent wordt voor de gebruikte middelen. Sommige patiënten staken de inname van medicijnen omdat ze zich zo’n twee maanden na het begin van de behandeling beter voelen, hetgeen ten strengste wordt ontraden.

Complicaties

Longtuberculose kan de longen blijvend beschadigen. De medicijnen die worden gebruikt bij de behandeling ervan, kunnen leiden tot bijwerkingen. Ook kan de bacterie op den duur resistent worden tegen de betreffende middelen, vooral wanneer die niet volgens voorschrift worden ingenomen of als er te vroeg mee wordt gestopt. Tuberculose kan behalve de longen bijna elk orgaan in het lichaam aantasten.

Preventie

Het verbeteren van sociale factoren en leefomstandigheden helpt tuberculose te voorkomen. Specifieke preventie kan worden bereikt door inenting met BCG: dit vaccin is vooral effectief bij baby’s en kinderen. Vroege opsporing en behandeling van geïnfecteerde personen helpt te voorkomen dat de infectie zich verspreidt. Geïnfecteerde mensen dienen zolang zij besmettelijk zijn, te worden geïsoleerd in speciaal geventileerde ruimten.

- 14 -

Fotoserie van Gerard’s uitvaart /1

Johannes Schön?

- 15 –

Fotoserie van Gerard’s uitvaart /2

Jo Bracké

- 16 –

Periode 1946 – 1953

Dit formulier van de Oorlogsgravenstichting heeft te maken met de herbegrafenis (waarover Later). Is hier reeds van belang omdat er gegevens over het graf in Preetz in opgenomen zijn:

- Het graf is voorzien van een zerk (steen of kruis met naam) op het kerkhof Preetz, rij 16 nr. 11 - Het wordt onderhouden door directie van de worst- en vleeswarenfabriek Joh. Schön - Datum vertrek naar Duitsland voor arbeidsdienst 23/6-1943 (klopt niet) - Overleden aan Longtuberculose volgens een (onbekende) brief van de fabrieksdirectie. Jammer dat er geen foto’s van dit graf gevonden zijn. - 17 –

Documentatie van de Oorlogsgravenstichting:

Als uitvloeisel van het verzoek door Ina Hoogenbosch aan neef Ronald om gegevens over Gerard (zie pagina 5) heb ik bij de Oorlogsgravenstichting (www.OGS.nl) gevraagd of zij over meer documentatie beschikten en heb kort daarna een kopie van het dossier G.W. de Waal ontvangen van Hr. J.J. Teeuwisse (Hoofd archief, necrologie).

Dit uitgebreide dossier bevat onder meer de procedure over repatriëring van oorlogsslachtoffers en/of het herbegraven in Clinge of op een van de vele erevelden en bevat daarnaast ook de merk- waardige correspondentie hierover van onze vader E.A. de Waal. Moeder is dan reeds eind 1947 overleden en heeft dus geen inspraak gehad in het vervolg. Vooral de inhoud van dit einde heeft mij zeer veel pijn gedaan en ik heb even overwogen om het in dit verhaal dan maar geheel of gedeeltelijk weg te laten, maar uiteindelijk toch besloten om het onaangepast op te nemen. Wie het niet wil weten slaat dat dan maar over. - 18 –

Mogelijkheid overbrengen stoffelijk overschot naar Clinge

Eind 1950 start de ‘Dienst Identificatie en Berging’ de procedure (dossier 2531) met nagaan of Gerard in de bezettings- jaren wel onvrijwillig naar Duitsland is gegaan met de vraag naar een bevesti- ging daarvan bij de Gemeente Clinge In bijgaand schrijven bevestigt de Ge- meente dat hij niet vrijwillig gegaan is en dat zijn politiek verleden goed is wat de overbrenging van zijn stoffelijk overschot naar Nederland wettigt. Opm.: Van de dwangarbeiders werden kennelijk geen volledige herkomstgege- vens genoteerd. Alleen het moederland is in de Duitse Gemeentelijk dossiers vast-gelegd, wat de zoektocht naar verdere gegevens tamelijk bemoeilijkt. Aan deze procedure zal wel meer voor- afgegaan zijn, maar daarvan is niets ge- vonden. Ook in het vervolg bevinden zich nog wat lacunes maar de grote lijn is toch wel te volgen.

In dit formulier dd. 18-2-1951 worden door vader de Waal de gevraagde gegevens verstrekt. Bij nadere bijzonderheden geeft hij aan dat op het graf in Preetz een zerk is geplaatst, waardoor nadere gegevens (ter identifi- catie) overbodig zijn. Tot slot volgt de zin: Gaarne zag ik evenwel, dat ge- noemde firma Schön ervan in kennis gesteld word als tot over- brenging van Gerard (en indien enigszins mogelijk van diens grafsteen) wordt overgegaan.

- 19 –

Vervolg, brief van vader

De gegevens omtrent de begraafplaats zijn reeds verstrekt. Voor een teraardebestelling hier ter plaatse hebben we vanzelf steeds gewacht. Intussen moeten we om grote kosten, die dit voor ons meebrengen zou, daarvan thans wel afzien. In Preetz is een zerk op het graf geplaatst. Op mijn verzoek, of liever vraag, of die zerk mee naar Nederland zou kunnen komen is geen antwoord ingekomen. Op repatriëring van enkel de stoffelijke resten wordt nu geen prijs meer gesteld. Hoogachtend, E.A. de Waal. Antwoord hierop

Het hoofd van de Dienst Iden- tificatie en Berging meldt dat het verzoek om overbrenging genoegzaam bekend is. De kosten voor overbrenging van Duitsland naar de plaats van herbegrafenis worden ge- heel door het Rijk gedragen en tevens de kosten van een een- voudige, waardige herbegra- fenis 2e klasse, te weten: - Uitvoering herbegrafenis door ondernemer max. ƒ 75.- - Grafrechten 2e klasse max. ƒ 100.- - Indien nodig de huur van een rouwkamer voor hoogstens één nacht.

Later volgt nog de boodschap van deze dienst, dat het meebrengen van de zerk niet mogelijk is. - 20 -

Het vreemde, totaal onbegrijpelijke, besluit

Clinge, 27/2/’51 Aan het Hoofd van de Dienst Identificatie en Berging, Weled. Heer,

In antwoord op uw schrijven van 23 dezer deel ik U mede, dat we, na overleg met Gerards broers en zusters, het maar het beste achten, dat de stoffelijke resten in Preetz blijven, waar Gerard een passende begrafenis gekregen heeft. Terwijl ons toegezegd is, dat het graf behoorlijk onderhouden wordt. De terugbrenging naar zijn geboorteplaats haalt oude wonden maar weer opnieuw open en gaat, ondanks het edelmoedig aanbod in uw schrijven vervat, voor ons toch nog altijd met grote onkosten gepaard. Waarbij nog komt, dat we zelf, zijn ouders, toch ook niet lang meer hier ter plaatse zullen blijven wonen. Intussen met alle achting, E.A. de Waal.

Opmerkingen: ● Of er werkelijk overleg met enkele broers en zusters geweest is weet ik niet, ik ben er zeker niet in gekend en van de anderen heb ik het ook nooit gehoord. Ik heb vele neven en nichten eerder al gevraagd, of zij van hun ouders iets over Gerard gehoord hadden, maar geen respons gekregen. ● Het argument, dat oude wonden weer opnieuw opengehaald dreigen te worden kan ik helemaal niet plaatsen en maakt mij onpasselijk. Waar heeft hij het eigenlijk over? ● Grote onkosten! Gerard was zeker geen stuiver meer waard, vader? ● Ik vind het niet passend, om over zijn ouders te spreken, waar het hier gaat om vader en zijn nieuwe echtgenote –die is voor Gerard zelfs geen stiefmoeder geweest-. ● Kennelijk had hij onbekende plannen, om te gaan verhuizen? Nooit van gehoord, niet gebeurd! Overduidelijk zijn dit de schijnheilige argumenten, die hij verzon om de repatriëring te belemmeren en tevens zijn waardigheid te redden t.o.v. de Dienst Identificatie en Berging.

Hartekreet met hete tranen in mijn ogen: “Het zal je vader maar geweest zijn!” - 21 –

Periode 1953 - 1954

Antwoord op bovenstaande brief

Hierna is later nog enige tijd overleg gevoerd over bijzet- ting van Gerards stoffelijke resten op een van de erevel- den in Duitsland waar oor- logsslachtoffers van WO II bijeen herbegraven werden. Dat werd geïnitieerd door de Nederlandse Oorlogsgraven- stichting (OGS) en als gevolg daarvan zijn Gerards stoffe- lijke resten op 31-10-1953 herbegraven op het ereveld te Lübeck. Zie voor meer gegevens van het ereveld Lübeck pag. 23. Zie ook nog het formulier op pagina 17.

- 22 -

Laatste documenten

Clinge,15-6-1954, Weledele Heer, Door ongesteldheid is het ondergetekende niet mogelijk aan de reis naar Duitsland deel te nemen. Hoogachtend, E.A. de Waal – Gravenstraat 198 (geen commentaar).

- 23 -

https://oorlogsgravenstichting.nl/persoon/165943/gerardus-wilhelmus-de-waal

Slotopmerkingen Ter verduidelijking moet wel vermeld worden, dat in een dorps RK-gezin van destijds, kinderen zeer weinig of geen of inspraak hadden en verder hoorde men blindelings te geloven en vooral weinig vragen te stellen over voortplanting e.d. levenszaken. De ouders en vooral de vaders gedroegen zich meestal afstandelijk en lieten het aan de “natuur” over hoe kinderen zich er doorheen sloegen. Zo heb ik dat zelf ook ondervonden. In het gezin van opa de Waal, die ook hoofonderwijzer was (in Lamswaarde) kwamen enkele zonen voor die afwijkend gedrag vertoonden (een vagebond en een met godsdienstwaanzin, die later zelfmoord pleegde). Het is dus denkbaar, dat onze vader mogelijk van Gerard iets in die richting vreesde en daar niet mee kon omgaan. Naar mijn mening heeft hij daarin gefaald.

Tot slot wil ik nog kwijt dat ikzelf wel laat tot de conclusie gekomen ben om iets te doen aan publicatie van mijn broer Gerards geschiedenis, maar beter laat dan nooit. Ik zal dit verhaal dan ook onder mijn nazaten, neven en nichten verspreiden. Deels als geprinte versie of digitaal op CD. Ik zal verder op enkele plaatsen (archieven) een kopie aanbieden met het verzoek het daar op te slaan, niet dat ik verwacht dat er vraag naar zal komen, maar in het besef dat –indien het zou gebeuren- er een antwoord te vinden is. Etienne R.M. de Waal 20-07-2014 Email:[email protected] - 24 -