De Achterhoek, Scho(onst)e regio van Nederland

Voorstel voor programma IBP-Vitaal platteland Achterhoek

De komende decennia zijn er grote opgaven op het terrein van voedselproductie, klimaat, waterbeschikbaarheid en -kwaliteit, circulaire economie, biodiversiteit en energie. Niet alleen mondiaal, maar ook regionaal hebben deze weerslag in het leven en de kwaliteit van de directe leefomgeving van bewoners en gebruikers van het landelijk gebied. De ontwikkelingen vragen om een transitie in de manier waarop we omgaan met de leefomgeving en zullen ruimtelijk en sociaal-maatschappelijk een grote invloed hebben op Nederland. Op 17 juli 2018 zijn afspraken gemaakt tussen Rijk, IPO, VNG en UvW in het kader van het InterBestuurlijk Programma (IBP)-Vitaal platteland om integraal samen te werken met als doel het realiseren van de gezamenlijk opgaven (klimaat, water, bodem, landbouw). Afgesproken is een aanpak te hanteren gericht op concrete gebieden. De regio Achterhoek is aangewezen als één van 15 de regio’s waarin de vier overheden gezamenlijk aan de slag gaan. Vertegenwoordigers van LNV, provincie , waterschap Rijn en IJssel, Regio Achterhoek en gemeenten hebben dit uitgewerkt in dit voorstel om samen met alle gebiedspartners concreet aan de slag te gaan met 6 projecten.

De regio Achterhoek kenmerkt zich als regio waar de functies wonen, werken, recreëren, landbouw en natuur samenkomen, niet alleen in één regio, maar ook in alle individuele gemeenten. Uitdagingen liggen er in de realisatie en instandhouding van natuur en het verbeteren van de waterkwaliteit, waarbij stikstofdepositie en de uitspoelingsgevoelige zandgrond een extra dimensie geeft. Verschillende initiatieven gericht op kringlooplandbouw zijn inmiddels van de grond gekomen. Kenmerkend voor de Achterhoek in sociaal-culturele zin is verder de mentaliteit van mensen om samen te werken en in de praktijk te experimenteren. Dit komt onder andere tot uitdrukking in de Stichting Pak An en de daar uit voortgekomen vlag van de Achterhoek. Veel relevante partners zijn bereid zich met middelen en menskracht in te zetten voor gemeenschappelijke doelen, die de Achterhoek verder helpen.

De kern van het IBP-Vitaal platteland in de Achterhoek is dat overheden de intentie hebben om als één overheid te opereren, zodat mensen die belemmeringen ervaren bij de uitvoering van goede plannen niet worden doorverwezen naar andere overheden maar worden geholpen vanuit de gezamenlijke overheden. Dit vraagt een nieuwe vorm van samenwerking tussen overheden met het uiteindelijke doel het realiseren van de Achterhoek als de Scho(onst)e regio van Nederland. De samenwerking richt zich in de Achterhoek op de volgende subdoelen: - Natuur- en waterkwaliteit en waterkwantiteit op orde, vitale bodem in agrarisch gebied; - Vitale toekomstbestendige melkvee- en varkenshouderijsector; - Behoud en versterking landschappelijke kwaliteit en identiteit Achterhoeks Landschap met ruimte voor energietransitie en klimaatadaptatie; - Sanering 6,8 mln m2 asbestdaken agrarische sector.

Gemeenten, Waterschap, Provincie en Rijk hebben in het IBP afspraken gemaakt over de onderlinge samenwerking. In de Achterhoek gaat de samenwerking echter verder. Daar zijn naast de IBP-partners ook de regio Achterhoek, het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen betrokken. Samen werken zij aan de projecten die bijdragen aan de gemeenschappelijke doelen. Voor de vier overheidspartners vraagt de onderlinge samenwerking niet alleen de bereidheid om over de grenzen van de bestuurlijke bevoegdheden mee te denken in oplossingen voor belemmeringen maar ook om intern te komen tot een goede afstemming en afweging tussen de verschillende beleidsopgaven. Voor de uitvoering het IBP-VP in de Achterhoek is een ambtelijke werkgroep aan de slag. Bestuurlijk overleg over het IBP-VP in de Achterhoek vindt plaats aan de Tafel Energietransitie en Circulaire Economie.

1

Figuur 1. Landbouw (spreiding bedrijven) en natuur in de regio Achterhoek

Alle partners hebben een eigen verantwoordelijkheid om de opgaven op het terrein van voedselproductie, klimaat, waterveiligheid, circulaire economie, biodiversiteit en energie in de Achterhoek te realiseren. Waar nodig en mogelijk zal de samenwerking worden gezocht en zal ruimte worden geboden aan initiatiefnemers en zullen in onderlinge afstemming prioriteiten worden gesteld. Daarvoor worden de bestaande structuren benut. Naast de individuele inzet van de verschillende overheden, ondernemers en onderwijsinstellingen zal een extra impuls worden gegeven aan de onderlinge samenwerking door het wegnemen van belemmeringen in lopende processen en projecten. Initiatieven zijn onderscheidend en passen binnen de IBP-VP aanpak, omdat: - Er behoefte is aan experimenteerruimte om een stap verder te komen in een lopend proces; - Verschillende (conflicterende) beleidsopgaven samen komen; - Het een complexe opgave is; - Er energie zit bij partners om tot een oplossing te komen; - Een geïntegreerde aanpak meerwaarde heeft; - Er minimaal 3 overheidslagen bij betrokken zijn.

Het IBP-VP-traject is een experiment gericht op een nieuwe wijze van samenwerking tussen overheden gericht op het mogelijk maken en realiseren van initiatieven. Er is altijd ruimte om initiatieven die door derden worden aangedragen op de agenda van het IBP-VP te plaatsen. Vooralsnog zijn om een start te maken de onderstaande 6 initiatieven geselecteerd, waarvan enkele al zijn gestart met de uitvoering.

2

a. Regels bij regionale collectieve aanpak bij verwijdering van asbestdaken De huidige regels voor asbestverwijdering lijken een efficiënte gebiedsgerichte aanpak van verwijdering van asbest in de weg te staan. Via de samenwerking zal worden verkend of in de vorm van pilot, een zodanige interpretatie van regels mogelijk is dat een collectieve aanpak aantrekkelijk wordt met behoud van doelen vanuit de ARBO-veiligheid.

b. Fiscale afrekening bij bedrijfsbeëindiging in relatie tot VAB’s en PAS De huidige fiscale regels bij bedrijfsbeëindiging zijn zodanig dat het aantrekkelijk is om het moment van bedrijfsbeëindiging uit te stellen, terwijl feitelijk het bedrijf niet meer aanwezig is. Juist in die fase van het bedrijf treden risico’s op voor het gebruik van gebouwen in strijd met de bestemming (ondermijning) en is de bereidheid van onderhoud aan gebouwen geringer. Ook blijft de claim op de stikstofruimte in de PAS bestaan, waardoor onnodig beperkingen gelden voor de ontwikkeling van andere bedrijven in de regio. Door deze problematiek nader te analyseren met betrokken actoren vanuit Rijk en regio kunnen mogelijk scenario’s worden geschetst voor oplossingsrichtingen.

c. De Marke als (inter-)nationaal innovatiecentrum voor de kringlooplandbouw De Marke is nu een onderzoeksinstituut en proefboerderij van de WUR. De Marke wil doorontwikkelen tot een organisatie, waar bedrijven producten kunnen testen, ontwikkelen en demonstreren. De Marke kan daarbij ook een centrale rol vervullen als kennisbank voor de kringlooplandbouw en de boeren die samenwerken in de Vruchtbare Kringloop Achterhoek.

d. Agrarisch bodem- en waterbeheer vergoeden vanuit GLB (pijler 1) De Vruchtbare Kringloop Achterhoek (VKA) en de agrarische collectieven in de Achterhoek (VALA), zoeken gezamenlijk in een pilot naar de mogelijkheden om de systematiek van agrarisch natuurbeheer, waarbij diensten worden beloond, te verbreden naar agrarisch waterbeheer en bodembeheer in de gehele Achterhoek. Voor dat doel hebben VKA en VALA een subsidieaanvraag voor een GLB-pilot bij het Ministerie van LNV ingediend. De resultaten van deze pilot zijn van belang voor de uitvoering van het GLB in de periode 2021-2027 in heel Nederland.

e. De Kunstmestvrije Achterhoek 2.0 Bij kringlooplandbouw wordt zo min mogelijk kunstmest gebruikt. In de Achterhoek is het doel om zoveel mogelijk mineralen uit dierlijke mest te gebruiken in plaats van kunstmest. Resultaat is dat minder dierlijke mest moet worden afgevoerd en de productie van kunstmest kan worden beperkt. Het Ministerie van LNV en de Europese Commissie hebben via het 6e Actieprogramma NitraatRichtlijn voor dit doel de Achterhoek als pilotregio aangewezen. Via praktijk- en veldonderzoek door de WUR wordt het gebruik van producten uit dierlijke mest, in plaats van kunstmest, getest.

f. Baakse beek De opgaven m.b.t. klimaatverandering, natuur, landbouw, water, bodem op de landgoederen in de Achterhoek vraagt een samenhangende aanpak van eigenaren, provincie en Waterschap RijnIJssel. Een préverkenning, met o.a. 10 landgoederen, wordt afgerond. Het vervolg zal om een integrale financiering vagen. Er is al een behoorlijk draagvlak bij de 10 landgoederen, enkele staan zelfs al te trappelen om morgen maatregelen te treffen.

De samenhang tussen de projecten blijkt uit het feit dat verschillende partners in wisselende coalities betrokken zijn. Onderstaand is beschreven op welke wijze de initiatieven bijdragen aan de verschillende subdoelen:

3

eek

B

regels

pilot

-

takingswinst

Asbest S Marke De GLB Kunstmestvrij Baakse

Circulaire economie, kringlooplandbouw x x x x Landschappelijke kwaliteit x x x x Klimaat x x x KaderRichtlijn Water x x x x NitraatRichtlijn x x x x Waterbeschikbaarheid x x Vitaal bodemsysteem x x x x Precisielandbouw x Natuurinclusieve landbouw x x x Biodiversiteit x x x Asbestverwijdering x x Ondermijning x x Cultuurhistorie x

Bovenstaande voorstellen worden in de bijlage nader uitgewerkt.

De uitvoering van de bovenstaande projecten is in handen van verschillende partijen die hiervoor middelen en menskracht inzetten. Met uitzondering van het project de Baakse Beek is de financiering in zicht of beschikbaar vanuit andere bronnen, zoals de Regiodeal Achterhoek. Voor het project Baakse Beek is additionele financiering nodig om deze tot stand te brengen. Het gaat om een bedrag van in totaal € 2.7 miljoen. Hiervoor wordt voor 50 % een beroep gedaan op het budget dat beschikbaar is vanuit LNV voor het IBP-VP. De andere 50 % zal door Waterschap RijnIJssel en de Provincie Gelderland, ieder voor de helft worden gefinancierd.

Dit voorstel is besproken met de partners in de Achterhoek in de bijeenkomst van 28 maart 2019 van de tafel Energietransitie en Circulaire Economie van de Achterhoek Board.

Versie 0.4 15-05-19

4

Bijlage: Projecten IBP- VP Achterhoek a. Regels bij verwijdering van asbestdaken op agrarische gebouwen

Aanleiding Onder het programma Achterhoek2020 is een gebiedsgerichte aanpak van de asbestsanering in het buitengebied van de Achterhoek van start gegaan. Asbest op daken wordt verboden in 2024. Nederland heeft nog heel veel asbest, ook in de Achterhoek. Er ligt in het buitengebied van de Achterhoek tussen de 4,5 en 7 miljoen vierkante meter asbest op 9000-12.000 locaties. De aanpak is vooral gericht om zoveel mogelijk gestopte bedrijven en burgers met grote daken te faciliteren met het verwijderen van de asbestdaken. Uit gehouden pilots is gebleken dat operationele agrarische ondernemingen de asbestsanering zelfstandig oppakken.

Aanpak Per deelgebied organiseert de gemeente samen met de Stichting Asbesttrein voorlichtingsavonden in het gebied, waarna de geïnteresseerde dakeigenaar zich kan melden voor een keukentafelgesprek. Er wordt in het gesprek direct een koppeling gelegd met het vitale platteland, de aanpak van leegstand in het buitengebied (VAB), de projecten Zon op Erf en gemeentelijke regelingen voor duurzaamheid, sloop of herbestemming, ondermijning en kansen voor stoppende agrariërs. Dit zijn onderwerpen die integraal in de keukentafelgesprekken ter sprake worden gebracht en er worden verbindingen gelegd. Met gezamenlijke offerteaanvragen wordt een efficiencyslag gemaakt en worden de kosten gedrukt. De kosten van sanering komen geheel ten laste van de dakeigenaar. Tijdens het project komen belemmeringen in wet-en regelgeving aan het licht, ten aanzien van gebiedsgerichte en efficiënte aanpak.

Doel waar project aan bijdraagt Door gebiedsgerichte aanpak de uitvoering van de wettelijke voorgeschreven sanering van asbestdaken voor 2024 faciliteren door duidelijke aanpak vanuit de vier overheden.

Concreet gewenst resultaat bij einde project Doel van het project is om regelgeving rond asbestverwijdering passend te maken voor gebiedsgerichte aanpak, wijzigingsvoorstellen te doen voor aantoonbaar minder zinvolle voorschriften en afstemming van rijks-, provinciale- en gemeentelijke beleidsinstrumenten om asbestverwijdering te faciliteren.

Planning (korte en lange termijn) 1e Partijenoverleg: mei/juni Uitwerkingsperiode voorstel oplossingsrichtingen 2e Partijenoverleg: september/oktober Definitief voorstel: november

Trekker/opdrachtgever (organisatie) Regio Achterhoek

Partners in project Stichting Asbesttrein, omgevingsdienst Achterhoek (ODA), Min IenW, Provincie Gelderland, gemeenten

Benodigde middelen Geen financiële middelen direct noodzakelijk maar wel onderzoek naar regel- en wetgeving en mogelijk ruimte hierin.

5 b. Experimenteerruimte Stakingswinst

Aanleiding Er stoppen steeds meer agrariërs. We verwachten dat straks de helft tot driekwart van de agrarische gebouwen niet meer hergebruikt wordt en leeg komt te staan. Deze leegstand heeft grote invloed op het Achterhoekse landschap (verpaupering), gezondheid (asbest), veiligheid (ondermijning) en de leefbaarheid op het platteland. Daarom willen de Achterhoekse gemeenten sloop stimuleren, maar stakingswinst belemmert onder meer de daadwerkelijke sloop van gebouwen. Stakingswinst is het verschil tussen de boekwaarde van een bedrijf en de werkelijke waarde op het moment van bedrijfsbeëindiging.

Van Stakingswinst naar Investeringsaftrek bij bedrijfsbeëindiging Bij het beëindigen van een agrarisch bedrijf moet al het bedrijfsvermogen (ook de woning en de stallen) over gezet worden naar privé-eigendom. Over de stakingswinst (het verschil tussen de boekwaarde en de daadwerkelijke waarde in het economisch verkeer) moet inkomstenbelasting worden betaald. Deze systematiek leidt tot uitstelgedrag; agrariërs gaan op kleine schaal door met hun bedrijf om het moeten afrekenen te voorkomen. Feitelijk is het bedrijf dan niet meer aanwezig. Daarnaast belemmert deze wetgeving de daadwerkelijke sloop van gebouwen en ontstaan er schrijnende financiële situaties bij bv overlijden van bedrijfshoofden. Juist in deze fase van het bedrijf treden risico’s op voor het gebruik van gebouwen in strijd met bestemming (ondermijning) en is de bereidheid van onderhoud aan gebouwen geringer. Veel boerderijen met een groot oppervlak aan bedrijfsgebouwen staan daarnaast jaren te koop omdat potentiele (burger)kopers ook tegen de sloopkosten op zien. Ook houden deze bedrijven de stikstofruimte in de PAS in stand, waardoor nieuwe initiatieven in de regio worden belemmerd.

Doel waar project aan bijdraagt Doel van het project is dat stakingswinst niet langer meer de belemmerende factor is om het agrarisch bedrijf te beëindigen en of om over te gaan tot sloop van gebouwen. Hierdoor kan verpaupering en de daarmee gepaarde negatieve effecten tegengaan worden. Door deze problematiek nader te analyseren met betrokken actoren vanuit Rijk en regio kunnen mogelijk scenario’s worden geschetst voor oplossingsrichtingen.

Concreet gewenst resultaat bij einde project Een gezamenlijke oplossingsrichting, zodat stakingswinst niet langer meer de belemmerende factor is om het agrarisch bedrijf te beëindigen. Bijvoorbeeld experimenteerruimte om uit te proberen hoe deze belemmerende factor op de juiste wijze weg genomen kan worden. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid om kosten van sloop van gebouwen (inclusief asbest) bij het berekenen van de stakingswinst te mogen opvoeren.

Planning (korte en lange termijn) 1e Partijenoverleg: mei/juni; Uitwerkingsperiode voorstel oplossingsrichtingen; 2e Partijenoverleg: september/oktober; Definitief voorstel: november.

Trekker/opdrachtgever (organisatie) Regio Achterhoek?

Partners in project - Die personele of financiële steun hebben toegezegd: , Flynth; - Die nog niet betrokken zijn maar waarschijnlijk nodig zijn voor het bereiken van het resultaat: ministeries LNV, Financiën, Belastingdienst, Provincie Gelderland.

6

Benodigde middelen - Bijdrage vanuit partners; - Bijdrage vanuit begroting LNV 2020. Geen financiële middelen direct noodzakelijk maar wel onderzoek naar regel- en wetgeving en mogelijk ruimte hierin.

c. (inter)nationaal innovatie- en expertisecentrum kringlooplandbouw De Marke

Doel waar project aan bijdraagt - Circulaire economie, kringlooplandbouw; - Kaderrichtlijn water; - Nitraatrichtlijn; - Waterbeschikbaarheid; - Precisielandbouw (nationale proeftuin); - Natuurinclusieve landbouw; - Vitaal bodemsysteem; - Biodiversiteit; - Vernieuwing praktijkleren ism onderwijs; - Innovatie regionaal mkb.

Concreet gewenst resultaat bij einde project - Oprichting coöperatie die de Marke exploiteert als innovatiecentrum; - Aanstelling programmamanager / businessdeveloper; - projectportefeuille als basis voor businessmodel; - accommodatie vernieuwd en uitgebreid met faciliteiten tbv: onderwijs, studentenovernachtingen, technische experimenten; - de Marke als natuurlijke partner voor ondernemers en onderwijsinstellingen op het thema kringlooplandbouw.

Planning (korte en lange termijn) - 2019: aanstelling businessdeveloper, oprichting coöperatie, benoemen 1e bestuur en ledenwerving; - 2019: ontwikkeling projectportefeuille en afspraken met WUR, onderwijsinstellingen, Vitens, ForFarmers, WRIJ, VKA, regionale bedrijfsleven (smart industry), gemeente , Achterhoek 2030 e.a.; - 2020: realisatie vernieuwing en uitbreiding accommodatie.

7

Trekker/opdrachtgever (organisatie) - Coöperatie De Marke, WUR en gemeente Bronckhorst.

Partners in project - Die personele of financiële steun hebben toegezegd: WUR, ForFarmers, VKA, gemeente Bronckhorst, Zone College; - Die nog niet betrokken zijn maar waarschijnlijk nodig zijn voor het bereiken van het resultaat: Vitens, FrieslandCampina, provincie, LNV, waterschap, Vitens, ACT, HBO-instellingen (Van Hall, HAN, Aeres).

Benodigde middelen - Bijdrage vanuit WUR: beschikbaar stellen onroerend goed + roerende goederen als achtergesteld lening (ca € 300.000,-); - Bijdrage ledenkapitaal coöperatie: achtergestelde lening: € 100.000,-; - bijdrage vanuit Regiodeal Achterhoek: € 250.000,- ( materiële en personele aanloop- en ontwikkelkosten).

d. GLB-pilot VALA - VKA

Doel waar project aan bijdraagt - Nitraatrichtlijn; - Kader Richtlijn Water; - Klimaat Akkoord; - Vitale bodem; - Natuur, landschap, biodiversiteit; - Ontwikkelen van nieuw regionaal netwerksturingsmodel.

Concreet gewenst resultaat bij einde project - Een effectief netwerksturingsmodel; - Een format voor een Bedrijfsomgevingsplan (BO) ontwikkeld; - Een ontwerp voor een regionale uitvoeringsorganisatie is ontwikkeld; - Een samenhangend, eenduidig beloningssysteem voor boeren is opgezet.

Planning (korte en lange termijn) - Realisatie 2019- 2021.

Trekker/opdrachtgever (organisatie) - VALA en VKA.

8

Figuur 2. Deelnemers VKA in de Achterhoek

Partners in project - Die personele of financiële medewerking hebben toegezegd: Ministerie LNV; stuurgroepleden VKA (via het project VKA): LTO-Noord, Waterschap Rijn en IJssel, Vitens, Provincie Gelderland, Rabobank; Achterhoekse ANV’s; - Die nog niet betrokken zijn maar waarschijnlijk nodig zijn voor het bereiken van het resultaat: BoerenNatuur, Duurzame Zuivelketen, TBO’s, Achterhoekse gemeenten (via Achterhoek Board?) GNMF. Voor de inhoudelijke uitvoering: De Marke, WUR, Louis BolkInstituut, SMK, DMS, DLV, ForFarmers, RIVM, Planbureau voor de Leefomgeving, LTO Nederland en FrieslandCampina.

Benodigde middelen - Bijdrage vanuit partners: LNV: via budget GLB/Agrarisch Natuurbeheer: € 459.000 ,- incl. btw. VALA en VKA: € 0,-; - Bijdrage vanuit begroting LNV 2020: € 0,- .

e. Kunstmestvrije Achterhoek

Doel waar project aan bijdraagt - Circulaire economie, kringlooplandbouw, sluiten van kringlopen, oplossen mestoverschot; - Bodem- en waterkwaliteit; - Klimaatdoelen.

Concreet gewenst resultaat bij einde project - Acceptatie nieuwe meststoffen door melkvee- en akkerbouwsector; - Aanpassing mestwetgeving, waardoor gebruik kunstmest uit dierlijke meststof volledig geaccepteerd is;

9

- Een sluitende businesscase voor mestscheiding op basis van waarde van stikstof, fosfaat en organische stof; - Koploperspositie van de regio Achterhoek m.b.t. kringlooplandbouw. -

Planning (korte en lange termijn) - In 2019 en 2020 veldproeven, praktijkproeven en ervaring bij in totaal 150 boeren voor gebruik nitraatmeststof; - 2020 -2021: verdere optimalisatie meststof, scheidingsproces en toedieningsapparatuur.

Trekker/opdrachtgever (organisatie) - Stichting Biomassa Achterhoek.

Partners in project - Die personele of financiële steun hebben toegezegd: LTO-Noord, For Farmers, NijhuisWater, GrootZevertVergisting, WUR, Min LNV, De Marke, VKA; - Die nog niet betrokken zijn maar waarschijnlijk nodig zijn voor het bereiken van het resultaat: Friesland-Campina, ketenregisseurs akkerbouw en varkenssector.

Benodigde middelen € 2.467.000,- - Bijdrage vanuit partners: Rijk via regiodeal Achterhoek: € 750.000; Provincie via regiodeal Achterhoek: € 500.000,- ?; Gemeenten en WRIJ: ?; Private partijen: € 1.230.000.-; - Bijdrage vanuit begroting LNV 2020 via IBP VP : € 0,-.

f. Pilotgebieden voor klimaatbestendige landbouw in het stroomgebied van de Baakse Beek

10

In het stroomgebied van de Baakse Beek liggen grote opgaven om dit gebied integraal aan te pakken voor een toekomstbestendige en klimaatbestendige landbouw en natuur (Vitaal Platteland). Naast de opgaven liggen er ook kansen omdat landbouw, natuur en cultuurhistorie al eeuwen samen de kwaliteit en beleving bepalen in grote delen van dit stroomgebied. Bij veel partners is het besef dat verdere schaalvergrotingen en produceren voor de wereldmarkt in de kleinschalige delen van dit stroomgebied niet toekomstgericht is. Daarom is dit stroomgebied een ideaal gebied om de landbouw te gaan verbinden met de nieuwe mogelijkheden van recente visies en ideeën (o.a. de Landbouwvisie, Natuur en voedsel; waardevol en verbonden, deltaplan biodiversiteit, natuurinclusieve landbouw, Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, de uitdagingen van het GLB om met deze middelen meer milieudoelen te gaan realiseren, etc.). Een goede vochtvoorziening en goed bodembeheer vormt de basis voor een duurzame landbouw en natuur. De voorlopige evaluatie van droogte in 2018 op de hoge zandgronden heeft inzicht opgeleverd dat maatregelen nodig zijn om de grondwatervoorraden aan te vullen, vooral in de winterperioden. Op hoge droge zandgronden zijn geen wateraanvoermogelijkheden. In de zomerperiode wordt in het stroomgebied van de Baakse Beek bijna geen water meer afgevoerd. In tegenstelling tot andere lagere gebieden zijn hier geen sturingsmogelijkheden. Dit vraagt om regie op actief grondwaterbeheer / waterbeschikbaarheid!

De hoofddoelstellingen zijn: 1. Het ontwikkelen en beheren van een klimaatbestendige watersysteem en het stimuleren van duurzaam landgebruik, dat de extremen van zowel droge zomerse als natte winters kan opvangen. 2. Hogere kwaliteit natte natuurwaarden en waterkwaliteit en minder uitspoeling nutriënten. 3. Beter watersysteem voor duurzame landbouw, waarbij het behoud en de bescherming van het natuurlijke systeem (water, natuur en bodem) leidend is.

Regiodoelen waar dit samenwerkingsproject aan bijdraagt: • Duurzame toekomstgerichte landbouw • Vergroten waterbeschikbaarheid, aanvullen grondwatervoorraden • Betere waterkwaliteit (minder gewasbeschermingsmiddelen en uitspoeling nutriënten) • Vitaal bodemsysteem • Meer biodiversiteit, robuustere natte natuur • Versterking landschap en cultuurhistorie, dynamisch behoud erfgoed

Waterschap Rijn en IJssel, provincie Gelderland, gemeenten Bronckhorst en Berkelland en partners hebben de afgelopen jaren al diverse studies en gebiedsbijeenkomsten georganiseerd in de landgoederenzone Baakse Beek. Buiten dit focusgebied, waarin ook de kavelruil Bronckhorst loopt, spelen gebiedsprocessen in andere delen van het stroomgebied van de Baakse Beek en Veengoot, zoals in het brongebied van de Baakse Beek (o.a. klimaatcorridor/kavelruil en DAW), het Aaltense Goor en ’t Klooster. Ook de aangrenzende stroomgebieden Vierakkerse Laak (LESA) en de Grote Beek (ontwikkelperspectief) bieden

11 mogelijkheden voor een dergelijk gebiedsproces. Dit biedt perspectief voor een flexibel en dynamisch groeiprogramma.

Concreet gewenst resultaat bij einde project: • Onderzochte projectgebieden (circa 6?) met wensen, draagvlak én de meest renderende maatregelen (resultaten klimaat en milieu/euro’s). • Uitgewerkte pilotgebieden (3). • Enkele projectgebieden met aanmerkelijk nattere grondwaterstanden in de winterperiode (contracten met afkoop inundaties/hogere grondwaterstanden of diensten gedurende 6 jaar). • De vergroting van waterbeschikbaarheid in de winterperiode leidt tot vitalere natte natuurwaarden, meer biodiversiteit en tot minder vochttekorten op aangrenzende landbouwgronden. • De cases van de pilots leveren inzicht in haalbare en opschaalbare verdienmogelijkheden voor landbouwtransities buiten de landgoederenzone/het stroomgebied van de Baakse Beek/ de Achterhoek.

Planning (korte en lange termijn) (met eventueel tussenstappen): • Onderzochte landbouwgebieden 2020 • Uitgewerkte pilotgebieden 2021 • Landbouw pilotgebieden gereed voor herinrichting 2022 • Input voor toekomstige verdienmogelijkheden voor landbouwtransitie

Trekker/opdrachtgever (organisatie) en partners in het eerste stadium: Waterschap Rijn en IJssel, resp. Provincie Gelderland, Gemeente Bronckhorst, LNV;

Doelen partners: Om de landbouwtransitie in dit pilotgebied mogelijk te maken is samenwerking met alle overheden nodig. Waterschap Rijn en IJssel wil waterbeschikbaarheid en klimaatrobuustheid vergroten, o.a. met een ontwerp voor een klimaatrobuust watersysteem, met afwijken van ontwateringsnormen en met blauwe diensten. Provincie Gelderland streeft naar/stimuleert een vitaal platteland met een duurzame landbouwproductie en inzicht in slimme stimuleringen voor een vitaal platteland met betere natuur en milieuomstandigheden. Gemeente Bronckhorst streeft naar duurzame, rendabele landbouwbedrijven, naar sociale cohesie en een aantrekkelijk landschap voor toerisme en recreatie en daarmee samenhangende gezonde vrijetijdseconomie. LNV streeft naar kringlooplandbouw en een transitie van de landbouw meer in harmonie met natuur en milieu. Zij wil daarvoor samen met partners in het veld experimenteerruimte creëren: bijvoorbeeld slimme nieuwe regelingen ontwikkelen (GLB), een rol spelen bij het actualiseren en effectief plooien van regelgeving en subsidietrajecten, inzicht verschaffen inbegrip staatsteun, een rol spelen bij de (on-) mogelijkheden van innovatieve ideeën en input geven voor nieuw Gemeenschappelijk Landbouw Beleid.

Waterschap, provincie, gemeente, LTO en landgoederen onderstrepen hun intenties m.b.t. deze doelen in het focusproject landgoederenzone d.m.v. een bestuurlijke intentieverklaring. Dergelijke verklaringen zijn er ook al voor een aantal van de andere genoemde projecten. Essentieel is dat de grondeigenaren in het gebied, de landgoederen en de agrarische ondernemers, zelf perspectief zien in deze ontwikkeling.

Overige (potentiele) partners in project, - Kroonjuwelenberaad Bronckhorst (landgoederen), LTO

12

- Grondeigenaren buiten de landgoederen, ketenpartners landbouw en erfbetreders, VALA, voorlopers in ’t gebied, proefboerderij de Marke, Agrarisch Jongeren Contact, regionale natuur- en milieuorganisaties, Stichting Achterhoek Toerisme, Gelders Genootschap, Stichting Pak An! - Afstemming met boeren voor natuur, boeren voor water, vruchtbare kringloop Achterhoek

Binnen “Achterhoek Schone Regio” heeft dit project relaties met de GLB pilot van VALA en VKA (efficiënt GLB), kunstmestvrije Achterhoek (waterkwaliteit, vitale bodem) en (kringloop-)landbouwproject van De Marke (duurzame landbouw, vitale bodem, waterkwaliteit).

Kosten: • Onderzochte projectgebieden € 600.000 • Uitgewerkte pilotgebieden € 300.000 • Monitoring, evaluatie & leerstrategie € 100.000 • Overall projectmanager en projectleider landbouw € 200.000 • Pilotgebieden gereed met overeenkomsten verhogen waterbeschikbaarheid en/of initiërende maatregelen 2022 150 ha x € 10.000 = € 1,5 miljoen

Notie bij deze kosten: De beoogde samenwerking tussen de overheden onderling en tussen overheden, sectorvertegenwoordigers, kennisinstellingen, onderzoeksinstituten (De Marke) en lokale grondeigenaren (landgoederen, TBO’s en agrariërs) en samenwerkingsverbanden (VALA) loopt al. Kennis en ervaring uit bestaande netwerken als VKA, KVA en DAW wordt gebundeld toegepast en geborgd in kansrijke gebieden die uit daarop gerichte (hydrologische en bodem-)studies naar voren komen. De voorsprong die lopende projecten al hebben wordt hierbij benut. Hiermee zijn de voorwaarden gecreëerd voor een intensief participatief proces met het gebied, in de geest van de Omgevingswet. Dat creëert een solide fundering om de meer experimentele, integrale, vernieuwende benadering die deze pilot voorstaat op te kunnen baseren, het doelbereik te vergroten en de kansen te benutten in concrete cases.

De genoemde gebiedsprojecten zijn vanuit traditionele programma- en projectfinanciering voorzien van middelen om de sectorale natuur- en waterdoelen te financieren. De IBP-financiering is specifiek gericht op activiteiten om landbouw, water- en natuurbeheer/biodiversiteit (via aangepast bodem- en grondgebruik) in onderlinge samenhang (“grensontkennend”) en opschaalbaar te verduurzamen en klimaatbestendig te maken. Denk daarbij aan natuurinclusieve landbouw en landbouwinclusieve natuur. Vergroten van de beschikbaarheid van water (“voorraadbeheer”), als leerervaring van de recente droogte in de zandgebieden van Oost-Nederland, is daarbij sturend én ondersteunend. Het IBP-principe van dynamisch programmeren maakt het mogelijk om de feitelijke activiteiten, de participatiegraad én de leerervaringen vanuit de kerngebieden waarmee gestart wordt via olievlekwerking uit te breiden naar andere projectgebieden die staan te popelen. De beoogde overeenkomsten maken dat we meer kunnen bieden dan theorie en “samenwerking” en juist middelen kunnen bieden voor tijdelijke of permanente vergoedingen gericht op het ontwikkelen, mogelijk maken en toepassen van de meeste gedragen en effectieve maatregelensets en verdienmodellen. Temeer we dit nastreven op meer dan een enkel bedrijf: naar een areaal geschikt gebied.

Financiering € 2,7 miljoen Bijdrage LNV 50% Bijdrage provincie 25% Bijdrage Waterschap en gemeente 25% Bijdrage gemeente o.a. trekkerschap kavelruil, sociale innovatie platteland, initiatieven recreatie & toerisme

Achtergrondinformatie:

13

• Ontwikkelperspectief Baakse Beek en Veengoot – samen voor een stroomgebied op orde (2014) • Ontwikkelvisie Landgoederenzone Baakse Beek Bronckhorst – kansen voor gebiedsversterking (concept, 2019) • LESA Vierakkerse Laak (concept, 2019) • Ontwikkelperspectief Grote Beek (concept, 2018) • Bestuurlijke intentieverklaring landgoederenzone Baakse Beek Bronckhorst • Concept Uitvoeringsovereenkomst Aaltense Goor • Concept Agenda van ’t Klooster • Uitvoeringsprogramma Klimaat Klaor! (Brongebied Baakse Beek) • Opiniestuk “actief grondwaterbeheer onvermijdelijk, maar wie voert de regie?” H2O, feb. 2019 • Persbericht “Samenwerking Natuurmonumenten en Campina”, feb. 2019 • Rapportage “30 boeren, 30 meningen”, provincie Gelderland, 5 juli 2017 • Landbouw, natuur en voedsel: waardevol verbonden – Nederland als koploper in kringlooplandbouw -. Min LNV, september 2018. • Melkveehouderij draagt haar steentje bij aan de nationale klimaatopgave, Veeteelt, augustus 2018

14