Provinciale Staten van Postbus 9090 6800 GX

Heerenveen, 15 juni 2020

Onderwerp : reactie op Visie voor een bereikbaar Gelderland Onze referentie : 20-079 Uw referentie : Behandeld door : Doorkiesnummer :

Geachte statenleden en fractievolgers van de Provincie Gelderland,

Met belangstelling namen wij kennis van de door Gedeputeerde Staten vastgestelde Visie voor een bereikbaar Gelderland. Onze indruk is dat we hier te maken hebben met een goed onderbouwde visie die de basis kan zijn voor een verdere verbetering van de bereikbaarheid van de Provincie Gelderland. Wij zien een goede samenhang met de landelijke ontwikkeling van het Openbaar Vervoer Toekomstbeeld, die momenteel door het Ministerie van Infrastructuur en Water, de decentrale overheden, ProRail en de vervoerbedrijven wordt vormgegeven en eind dit jaar zal worden gepresenteerd. Gelderland heeft duidelijke keuzes gemaakt en wil anticiperen op de groei van het aantal verplaatsingen, de klimaatopgave en de noodzaak om de verkeersveiligheid te verbeteren.

Als concessiehouder van de concessie Rivierenland ziet Arriva in de Visie directe aanknopingspunten om het OV in onze concessie de komende jaren te verbeteren en aan te sluiten op de door u in de Visie benoemde focuspunten. In deze brief benoemen wij zes concrete verbeterpunten voor het openbaar vervoer in de concessie Achterhoek en Rivierenland, waar wij graag, samen met de Provincie, mee aan de slag willen gaan om zowel invulling te geven aan de door u geformuleerde Visie voor een bereikbaar Gelderland als aan het landelijk OV Arriva Personenvervoer Toekomstbeeld. Nederland B.V Trambaan 3 Postbus 626 8440 AP Heerenveen

Tel +31(0)88 2775855 Fax +31(0)513 655808 www.arriva.nl

BIC DEUTNL2N IBAN NL02 DEUT 0319849996

BTW NL 8035.94.719.B.01 KvK 30124575 KvK 30124575 BTW NL 8035.94.719.B.01

VIJF PRIORITEITEN VOOR HET OV IN ACHTERHOEK RIVIERENLAND In de concessie zien wij op dit moment vijf reële kansen om tot grote verbetering en verduurzaming van de bereikbaarheid van de Achterhoek en Rivierenland te komen en daarmee concreet invulling te geven aan de door u geformuleerde Visie voor een bereikbaar Gelderland. Twee daarvan komen uit het OV Toekomstbeeld waar momenteel door het Ministerie van I&W aan wordt gewerkt: de Regio Expres en de samenvoeging van de lijnen en Zutphen – tot één doorgaande lijn Winterswijk – Apeldoorn. Het zal u bekend zijn dat de Regio Achterhoek grote waarde hecht aan de realisatie van deze plannen.

Regio Expres – Arnhem Naast de basis kwartierdienst van de RegioSprinter op de lijn Winterswijk – Arnhem is het voorstel om tussen Doetinchem en Arnhem een Regio Expres in te leggen die non-stop van Doetinchem naar Arnhem rijdt. In eerste instantie willen we starten met één Regio Expres per uur maar in het eindbeeld zouden we graag 2 x per uur een Regio Expres willen laten rijden. De reistijd vanaf alle stations tussen Winterswijk en Doetinchem naar en van Arnhem wordt hierdoor met 15 minuten verkort.

Om dit plan te kunnen realiseren dient dubbelspoor aangelegd te worden tussen Doetinchem en . Tevens moet de baanvaksnelheid voor de treinen verhoogd worden. Het punt waar de spoorlijnen vanuit Zutphen en bij elkaar komen voor Arnhem moet ook uitgebreid worden. Op dit punt “Velp aansluiting” moet een fly-over aangelegd worden, die uitbreiding van het totale treinverkeer van en naar Arnhem uit noordelijk en oostelijke richting mogelijk maakt.

Deze te realiseren snelle verbinding biedt automobilisten afkomstig uit de Achterhoek een goed alternatief voor de auto waardoor de filedruk op de A12, waar dagelijks files ontstaan tussen Zevenaar en Knooppunt Velperbroek, verminderd kan worden. De Regio Expres versterkt zo de bereikbaarheid van de stedelijke regio Arnhem/, zowel per trein als over de weg. En ook de Randstad ligt met de Regio Expres een kwartier dichterbij. We zijn dan ook content dat de Regio Expres in de Visie voor een bereikbaar Gelderland is opgenomen

Doortrekken Winterswijk – Zutphen naar Apeldoorn project WZA Tot eind vorige eeuw bestond er een doorgaande verbinding tussen Apeldoorn en Winterswijk. Dat was de logische verbinding tussen “het westen” en de Achterhoek. Door de verbinding Winterswijk – Zutphen te koppelen aan de verbinding Zutphen - Apeldoorn ontstaat weer een doorgaande verbinding van Winterswijk naar Apeldoorn. In Apeldoorn wordt aansluiting geboden op de Intercity treinen van en naar de Randstad. Met deze opzet wordt de doorgaande reiziger niet alleen een overstap in Zutphen bespaard maar wordt ook de overstap op de IC’s naar de Randstad verkort. De reistijd tussen de Achterhoek en de Randstad wordt hierdoor met maar liefst 28 minuten verkort.

Ook vanuit Zutphen wordt de reistijd van en naar de Randstad een kwartier korter en daardoor zowel sneller als goedkoper dan de reis via Arnhem. De bezetting van de Intercity Arnhem –

Utrecht loopt over. Een aantrekkelijk reisalternatief vanuit Achterhoek en Zutphen via Apeldoorn kan de lijn Arnhem – Utrecht helpen ontlasten.

We zijn verheugd dat ook deze verbetering voor de bereikbaarheid per spoor van de Achterhoek is opgenomen in de Visie voor een bereikbaar Gelderland. Het versterkt de bereikbaarheid van de stedelijke regio Stedendriehoek en de stedelijke netwerken in de Randstad. Een goede OV verbinding zal ook de A1 en de stedelijke netwerken in de Stedendriehoek ontlasten.

Om dit te realiseren moet bij het station - Empe de mogelijkheid komen dat de treinen elkaar kruisen, de baanvaksnelheid tussen Zutphen en Apeldoorn dient te worden verhoogd en de emplacementen in Zutphen en Apeldoorn moeten worden aangepast op de doorgaande verbinding. ProRail bereidt momenteel de vernieuwing van de infra op de emplacementen in Zutphen en Apeldoorn voor. Een aantal noodzakelijke aanpassingen kunnen daarin op korte termijn meegenomen worden, wat een zeer gunstige invloed op de kosten van het project heeft. Een unieke kans die voor het grijpen ligt, maar tevens vraagt om snelle besluitvorming.

BRT-verbinding tussen de Achterhoek en Vanuit de oostelijke Achterhoek bestaat van oudsher een sterke band met Twente. Recent is de N18 geopend, waarmee een snelle verbinding vanuit de Achterhoek naar Enschede is gerealiseerd. Dit biedt de mogelijkheid de kwaliteit van de bestaande streekbussen op te waarderen tot BRT- niveau. BRT (Bus Rapid Transit) staat voor een busverbinding met de kwaliteit van een regionale spoorlijn. Het gaat om een bus met een hogere gemiddelde snelheid, minder maar kwalitatief goed geoutilleerde haltes (dynamische reisinfo, fietsenstalling en goede wachtgelegenheid), geen 30 km zones en verkeer remmende maatregelen en prioriteit op punten waar files ontstaan. Uiteraard is het een comfortabele zero emissie bus met een betrouwbare dienstuitvoering. Landelijk wordt gewerkt aan een plan om het BRT-concept in Nederland in te voeren. In landen als Frankrijk en Zwitserland functioneert het succesvol en in Azië en Latijns-Amerika wordt het concept op grote schaal toegepast.

Het plan is de volgende BRT-lijnen in te zetten ter vervanging van de bestaande streekbus lijnen 73 en 74; • Lijn 373 Winterswijk – – Eibergen – Assinkbos - Enschede. • Lijn 374 (directe aansluiting trein Arnhem – Doetinchem) – Lichtenvoorde – Groenlo – Eibergen – Assinkbos -Enschede.

Bij Assinkbos dient hiertoe een overstappunt/HUB met een goede P&R voorziening te komen waar de BRT aansluiting geeft op de streekbus lijn 62 van en naar Neede en Haaksbergen. Om de gewenste hoge gemiddelde snelheid te halen is een nieuw overstappunt/HUB in Groenlo nodig ter vervanging van het nu buiten het centrum gelegen busstation. Op de Barkenkamp in Groenlo, direct bij het historische centrum, is een HUB te maken waar de BRT-aansluiting geeft op de lokale lijn 72, die Groenlo en Lichtenvoorde verbinden met het station in Lievelde. Het huidige busstation in Lichtenvoorde moet uitgebouwd worden tot een volwaardige HUB. Tenslotte is de route door Eibergen een punt van zorg. Als de oude Rijksweg omgebouwd wordt tot een verkeersluwe straat met aangepaste snelheid kunnen de uitgangspunten van BRT niet gehaald worden.

De Visie voor een bereikbaar Gelderland biedt een aantal aanknopingspunten voor dit BRT-project Achterhoek – Twente. Het is een kwaliteitssprong voor de bus, waarbij verbetering van de infrastructuur met behulp van HUB’s bepalend is. De ontwikkeling van HUB’s heeft ook de focus van de visie. Het plan stelt HUB’s voor in de grotere kernen Lichtenvoorde, Groenlo en Eibergen en een typische “weide hub” bij Assinkbos. Ten slotte overbrugt de BRT een lange afstand (70 km Doetinchem – Enschede) waarop een reistijdwinst van 20 minuten te behalen is. Juist op die afstanden wil de Visie inzetten op OV met slim gebruik van bestaande infrastructuur, die om het volledige effect te behalen op enkele punten verbeterd moet worden. We adviseren daarom een verkeersplan op te zetten waarbij voor BRT een gegarandeerde vlotte doorstroming ontstaat. Er zijn voorbeelden beschikbaar. Het streven moet er op gericht zijn deze BRT met ingang van de dienstregeling 2022 in te voeren.

De wens en noodzaak van de HUB Assinkbos bestaat overigens als veel langer en wordt breed erkend, maar Rijkswaterstaat en hebben helaas nog geen passend plan opgeleverd. Dat geldt ook voor de andere HUB’s en de route door Eibergen. We pleiten er daarom voor dat de Provincie Gelderland de regie neemt in dit dossier middels het oprichten van een projectgroep BRT Achterhoek/Twente waar alle disciplines in vertegenwoordigd zijn welke op korte termijn een uitgewerkt voorstel oplevert aan Overijssel en Gelderland.

Achterhoekse coöperatie voor deelvervoer, ZOOV en kleinschalig OV In de avonduren en delen van het weekend wordt in de Achterhoek weinig gebruik gemaakt van de reguliere streekbussen. De aantallen reizigers per rit zijn over het algemeen zorgelijk. Daardoor kunnen terecht vraagtekens worden geplaatst bij haalbaarheid van de instandhouding van het huidige voorzieningenniveau. De Visie is echter duidelijk: “Iedere Gelderlander is bereikbaar en beschikt over de mogelijkheden om zijn/haar woon-, werk – en recreatiebehoeften in te vullen”. Dat betekent dat ook in de stille uren vervoer geboden moet worden. Kernen zonder station moeten bereikbaar blijven en aansluiting houden op de treinen, die overigens zonder die connectie ook minder gebruikt zouden worden. Door het “visgraatmodel” ligt de spoorlijn voor alle kernen binnen handbereik. Dat neemt niet weg dat alternatieven voor de streekbus nader onderzocht moeten worden.

Binnen de Regio Achterhoek bestaan concrete plannen om deelauto’s, deelfietsen, doelgroepenvervoer en regiotaxi (ZOOV) onder te brengen in een coöperatie aangestuurd door de AEGEM. De gedachte leeft nu om aan deze coöperatie ook het kleinschalige openbaar vervoer toe te voegen. Dit kan een Vlinder systeem zijn op een ‘dunne lijn’ of het busvervoer in de avonden en weekenden op één of meerder streeklijnen, waar op die momenten de bezettingsgraad van reguliere bussen erg laag is. Nu worden ZOOV en zo’n slecht bezette bus naast elkaar in stand gehouden met beide een lage bezettingsgraad. Wij zien op basis van ervaringen elders goede mogelijkheden deze systemen binnen de Achterhoek te integreren tot één netwerk met een stabiele basis. Daarnaast zien we verbeterpunten op gebied van aansluitingen. Een flexibeler systeem kan bij een vertraagde trein wachten om de aansluiting te bieden, maar nog belangrijker: het verzorgingsgebied kan mogelijk uitgebreid worden met kernen, die nu geen OV voorziening hebben.