Promotor Prof. Dr. Maximiliaan Martens Vakgroep Kunst-, Muziek- En Theaterwetenschappen
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Promotor Prof. dr. Maximiliaan Martens Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen Decaan Prof. dr. Marc Boone Rector Prof. dr. Anne De Paepe Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Faculteit Letteren & Wijsbegeerte Katrien Lichtert Beeld van de stad Representaties van stad en architectuur in het oeuvre van Pieter Bruegel de Oude Volume 1: Tekst Proefschrift voorgelegd tot het behalen van de graad van Doctor in de kunstwetenschappen 2014 INHOUDSTAFEL VOLUME 1 VOORWOORD Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1. Onderzoeksthema’s en afbakening van de bronnen ............................................ 1 1.1.1. Stadsrepresentaties .................................................................................... 1 1.1.2. Pieter Bruegel ............................................................................................. 7 Bruegel en de uitbeelding van het stedelijke landschap in de Zuidelijke Nederlanden ............................................................................... 7 Bruegels werk en leven: een status quaestionis ......................................... 9 Bruegel in de literatuur: perceptie en tendensen ....................................... 19 1.2. Vraagstelling, onderzoeksmethode en opbouw van het werk ............................. 27 1.2.1. Vraagstelling ............................................................................................. 27 1.2.2. Onderzoeksmethode: de beeldanalyse ..................................................... 28 1.2.3. Toelichting van de structuur van het proefschrift ....................................... 33 Hoofdstuk 2: Bruegel, Van Mander en het landschap: over natuurimitatie, assemblage en conterfeytselen naer t’leven 2.1. Inleiding ............................................................................................................. 37 2.2. Het landschap als Oudnederlands specialisme: een introductie ......................... 37 2.3. Bruegel als exponent van het Oudnederlandse landschap ................................ 40 2.4. Bruegel en de bronnen: Guicciardini, Lampsonius, Ortelius en Van Mander ...... 43 2.5. Van Manders Schilder-boeck ............................................................................. 49 2.5.1 ‘Van Het Landtschap’ ................................................................................ 56 2.5.2. Duiding van ‘Het Landtschap’ ................................................................... 61 2.5.3. ‘Naer het leven’ ......................................................................................... 63 2.5.4. Kunsthistorische traditie van architectuur en landschap ‘naer het leven gheconterfeyt’ .................................................................................. 71 2.5.5. Bruegel en de naar het leven-praktijk: hij ‘conterfeyte veel ghesichtkens naer het leven’..................................................................... 74 Hoofdstuk 3: Bruegels uitbeeldingen van stedelijk landschap in perspectief 3.1. Inleiding ............................................................................................................. 87 3.2. De Antwerpse landschapsschilderkunst In het eerste derde van de zestiende eeuw en het ontstaan van het wereldlandschap ................................ 88 3.3. Rivier- en havensteden: kunsthistorische traditie ............................................... 90 3.4. Rivier- en havengezichten in context: duiding van het motief ............................. 96 3.5. Rivier- en havengezichten in Bruegels oeuvre ................................................... 99 3.5.1. Inleiding .................................................................................................... 99 3.5.2. Bruegel en de traditie van de Antwerpse landschapsschilderkunst en het wereldlandschap ................................................................................. 99 3.5.3. Bruegels grote Toren van Babel ............................................................. 103 3.5.4. De reeks van De zeilschepen ................................................................. 110 3.5.5. Stadsgezichten met topografisch opzet .................................................. 115 3.5.6. Voorstellingen van Jeruzalem: De kruisdraging ...................................... 120 Hoofdstuk 4: Bruegels uitbeeldingen van stad en architectuur in het kielzog van zijn Italiëreis 4.1. Inleiding ........................................................................................................... 131 4.2. De traditie van de Italiëreizen in de Nederlanden: I Fiamminghi en de reis naar het Zuiden ................................................................................................ 132 4.3. Bruegels Italiëreis: vroege landschappen en vedute ........................................ 139 4.3.1. Op weg naar Italië ................................................................................... 139 4.3.2. Bruegels route ........................................................................................ 141 4.3.3. Architectuur en stedelijk landschap als getuigen van de reis? Bruegels vroegste landschappen (ca. 1552 - ca. 1553) .......................... 145 4.3.4. De tocht door de Alpen ........................................................................... 158 4.3.5. Koers naar het Zuiden ............................................................................ 164 4.3.6. Bruegels verblijf in de Eeuwige Stad ....................................................... 174 4.4. Conclusie ......................................................................................................... 182 Hoofdstuk 5: Kunstenaar, stad en stedelijke cultuur: Bruegels stadsrepresentaties gesitueerd in de contemporaine context 5.1. Inleiding ........................................................................................................... 185 5.2. De stad intra muros ......................................................................................... 187 5.2.1. De strijd tussen Vasten en Vastenavond ................................................ 187 5.2.2. De spreekwoorden ................................................................................. 207 5.2.3. De kinderspelen ..................................................................................... 216 5.3. In de periferie: de stad vanaf de stadsrand ........................................................ 228 5.3.1. De schaatsers voor de Sint-Jorispoort ................................................... 228 5.3.2. De Sint-Maartenswijn ............................................................................. 244 5.4. Conclusie ........................................................................................................... 253 Hoofdstuk 6: Conclusies VOLUME 2 FIGURENLIJST FIGUREN BIBLIOGRAFIE Voorwoord Zoals het een voorwoord betaamt, maak ik graag gebruik van de gelegenheid om enkele mensen te bedanken die elk op zijn of haar manier en volgens zijn of haar kunnen hebben bijgedragen tot de totstandkoming van dit boek. Eerst en vooral wil ik mijn promotor Max Martens bedanken, alsook de co-promotoren van het project waarvan dit proefschrift het resultaat is, Marc Boone en Peter Stabel. Ook mijn projectpartner Jelle De Rock bedank ik voor de fijne samenwerking; met het neerleggen van onderhavig proefschrift is nu ook het ‘Gentse luik’ van ons onderzoeksproject eindelijk afgerond. Een bijzonder woord van dank richt ik aan Manfred Sellink. Bedankt voor de talrijke suggesties en opvolging die in belangrijke mate hebben bijgedragen tot het succesvol afronden van dit proefschrift. Ook bedankt voor het richting geven en motiveren op momenten dat het wat moeilijker was. Verder wil ik graag alle mensen uit mijn nabije omgeving bedanken; alle vrienden en vriendinnen uit Ternat, Brussel en Gent, aan elk van jullie die een steentje heeft bijgedragen op zijn of haar manier een welgemeende dankjewel. Ook mijn familie wil ik van harte bedanken voor de morele bijstand tijdens de afwerking van ‘den boek’. Het laatste dankwoord richt ik graag tot Jan; bedankt voor je niet aflatende steun gedurende de voorbije zeven jaar, zowel op professioneel als persoonlijk vlak. Ik draag dit proefschrift met veel warmte op aan opa Lichtert die ondanks het feit dat hij zelf nooit de mogelijkheid heeft gehad om te studeren, steeds op het belang ervan hamerde. Ik ben er dan ook zeker van dat hij fier zou zijn op zijn oudste kleindochter. Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Onderzoeksthema’s en afbakening van de bronnen 1.1.1 Stadsrepresentaties De term stadsrepresentaties omvat het geheel aan mentale en fysieke beelden van de stad zoals deze zich doorheen de tijd in verschillende vormen manifesteerden. De meest tastbare voorstellingen vinden we terug in beeldende en literaire bronnen zoals stadskaarten- en plannen, geschilderde achtergrondlandschappen en stadsbeschrijvingen in kronieken en andere documenten. Deze zijn steeds een projectie van een geheel aan abstracte voorstellingen (het mentale beeld van de stad) dat een bepaald individu of een bepaalde groep zich eigen maakt. Het spreekt voor zich dat er binnen de stadsrepresentaties een grote verscheidenheid bestaat en dat men elke uitbeelding in haar specifieke ontstaans- en functioneringscontext moet bestuderen. Het