Promotor Prof. Dr. Maximiliaan Martens Vakgroep Kunst-, Muziek- En Theaterwetenschappen

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Promotor Prof. Dr. Maximiliaan Martens Vakgroep Kunst-, Muziek- En Theaterwetenschappen Promotor Prof. dr. Maximiliaan Martens Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen Decaan Prof. dr. Marc Boone Rector Prof. dr. Anne De Paepe Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Faculteit Letteren & Wijsbegeerte Katrien Lichtert Beeld van de stad Representaties van stad en architectuur in het oeuvre van Pieter Bruegel de Oude Volume 1: Tekst Proefschrift voorgelegd tot het behalen van de graad van Doctor in de kunstwetenschappen 2014 INHOUDSTAFEL VOLUME 1 VOORWOORD Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1. Onderzoeksthema’s en afbakening van de bronnen ............................................ 1 1.1.1. Stadsrepresentaties .................................................................................... 1 1.1.2. Pieter Bruegel ............................................................................................. 7 Bruegel en de uitbeelding van het stedelijke landschap in de Zuidelijke Nederlanden ............................................................................... 7 Bruegels werk en leven: een status quaestionis ......................................... 9 Bruegel in de literatuur: perceptie en tendensen ....................................... 19 1.2. Vraagstelling, onderzoeksmethode en opbouw van het werk ............................. 27 1.2.1. Vraagstelling ............................................................................................. 27 1.2.2. Onderzoeksmethode: de beeldanalyse ..................................................... 28 1.2.3. Toelichting van de structuur van het proefschrift ....................................... 33 Hoofdstuk 2: Bruegel, Van Mander en het landschap: over natuurimitatie, assemblage en conterfeytselen naer t’leven 2.1. Inleiding ............................................................................................................. 37 2.2. Het landschap als Oudnederlands specialisme: een introductie ......................... 37 2.3. Bruegel als exponent van het Oudnederlandse landschap ................................ 40 2.4. Bruegel en de bronnen: Guicciardini, Lampsonius, Ortelius en Van Mander ...... 43 2.5. Van Manders Schilder-boeck ............................................................................. 49 2.5.1 ‘Van Het Landtschap’ ................................................................................ 56 2.5.2. Duiding van ‘Het Landtschap’ ................................................................... 61 2.5.3. ‘Naer het leven’ ......................................................................................... 63 2.5.4. Kunsthistorische traditie van architectuur en landschap ‘naer het leven gheconterfeyt’ .................................................................................. 71 2.5.5. Bruegel en de naar het leven-praktijk: hij ‘conterfeyte veel ghesichtkens naer het leven’..................................................................... 74 Hoofdstuk 3: Bruegels uitbeeldingen van stedelijk landschap in perspectief 3.1. Inleiding ............................................................................................................. 87 3.2. De Antwerpse landschapsschilderkunst In het eerste derde van de zestiende eeuw en het ontstaan van het wereldlandschap ................................ 88 3.3. Rivier- en havensteden: kunsthistorische traditie ............................................... 90 3.4. Rivier- en havengezichten in context: duiding van het motief ............................. 96 3.5. Rivier- en havengezichten in Bruegels oeuvre ................................................... 99 3.5.1. Inleiding .................................................................................................... 99 3.5.2. Bruegel en de traditie van de Antwerpse landschapsschilderkunst en het wereldlandschap ................................................................................. 99 3.5.3. Bruegels grote Toren van Babel ............................................................. 103 3.5.4. De reeks van De zeilschepen ................................................................. 110 3.5.5. Stadsgezichten met topografisch opzet .................................................. 115 3.5.6. Voorstellingen van Jeruzalem: De kruisdraging ...................................... 120 Hoofdstuk 4: Bruegels uitbeeldingen van stad en architectuur in het kielzog van zijn Italiëreis 4.1. Inleiding ........................................................................................................... 131 4.2. De traditie van de Italiëreizen in de Nederlanden: I Fiamminghi en de reis naar het Zuiden ................................................................................................ 132 4.3. Bruegels Italiëreis: vroege landschappen en vedute ........................................ 139 4.3.1. Op weg naar Italië ................................................................................... 139 4.3.2. Bruegels route ........................................................................................ 141 4.3.3. Architectuur en stedelijk landschap als getuigen van de reis? Bruegels vroegste landschappen (ca. 1552 - ca. 1553) .......................... 145 4.3.4. De tocht door de Alpen ........................................................................... 158 4.3.5. Koers naar het Zuiden ............................................................................ 164 4.3.6. Bruegels verblijf in de Eeuwige Stad ....................................................... 174 4.4. Conclusie ......................................................................................................... 182 Hoofdstuk 5: Kunstenaar, stad en stedelijke cultuur: Bruegels stadsrepresentaties gesitueerd in de contemporaine context 5.1. Inleiding ........................................................................................................... 185 5.2. De stad intra muros ......................................................................................... 187 5.2.1. De strijd tussen Vasten en Vastenavond ................................................ 187 5.2.2. De spreekwoorden ................................................................................. 207 5.2.3. De kinderspelen ..................................................................................... 216 5.3. In de periferie: de stad vanaf de stadsrand ........................................................ 228 5.3.1. De schaatsers voor de Sint-Jorispoort ................................................... 228 5.3.2. De Sint-Maartenswijn ............................................................................. 244 5.4. Conclusie ........................................................................................................... 253 Hoofdstuk 6: Conclusies VOLUME 2 FIGURENLIJST FIGUREN BIBLIOGRAFIE Voorwoord Zoals het een voorwoord betaamt, maak ik graag gebruik van de gelegenheid om enkele mensen te bedanken die elk op zijn of haar manier en volgens zijn of haar kunnen hebben bijgedragen tot de totstandkoming van dit boek. Eerst en vooral wil ik mijn promotor Max Martens bedanken, alsook de co-promotoren van het project waarvan dit proefschrift het resultaat is, Marc Boone en Peter Stabel. Ook mijn projectpartner Jelle De Rock bedank ik voor de fijne samenwerking; met het neerleggen van onderhavig proefschrift is nu ook het ‘Gentse luik’ van ons onderzoeksproject eindelijk afgerond. Een bijzonder woord van dank richt ik aan Manfred Sellink. Bedankt voor de talrijke suggesties en opvolging die in belangrijke mate hebben bijgedragen tot het succesvol afronden van dit proefschrift. Ook bedankt voor het richting geven en motiveren op momenten dat het wat moeilijker was. Verder wil ik graag alle mensen uit mijn nabije omgeving bedanken; alle vrienden en vriendinnen uit Ternat, Brussel en Gent, aan elk van jullie die een steentje heeft bijgedragen op zijn of haar manier een welgemeende dankjewel. Ook mijn familie wil ik van harte bedanken voor de morele bijstand tijdens de afwerking van ‘den boek’. Het laatste dankwoord richt ik graag tot Jan; bedankt voor je niet aflatende steun gedurende de voorbije zeven jaar, zowel op professioneel als persoonlijk vlak. Ik draag dit proefschrift met veel warmte op aan opa Lichtert die ondanks het feit dat hij zelf nooit de mogelijkheid heeft gehad om te studeren, steeds op het belang ervan hamerde. Ik ben er dan ook zeker van dat hij fier zou zijn op zijn oudste kleindochter. Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Onderzoeksthema’s en afbakening van de bronnen 1.1.1 Stadsrepresentaties De term stadsrepresentaties omvat het geheel aan mentale en fysieke beelden van de stad zoals deze zich doorheen de tijd in verschillende vormen manifesteerden. De meest tastbare voorstellingen vinden we terug in beeldende en literaire bronnen zoals stadskaarten- en plannen, geschilderde achtergrondlandschappen en stadsbeschrijvingen in kronieken en andere documenten. Deze zijn steeds een projectie van een geheel aan abstracte voorstellingen (het mentale beeld van de stad) dat een bepaald individu of een bepaalde groep zich eigen maakt. Het spreekt voor zich dat er binnen de stadsrepresentaties een grote verscheidenheid bestaat en dat men elke uitbeelding in haar specifieke ontstaans- en functioneringscontext moet bestuderen. Het
Recommended publications
  • Downloaded from Brill.Com09/28/2021 10:23:11PM Via Free Access Notes to Chapter 1 671
    Notes 1 Introduction. Fall and Redemption: The Divine Artist 1 Émile Verhaeren, “La place de James Ensor Michelangelo, 3: 1386–98; Summers, Michelangelo dans l’art contemporain,” in Verhaeren, James and the Language of Art, 238–39. Ensor, 98: “À toutes les périodes de l’histoire, 11 Sulzberger, “Les modèles italiens,” 257–64. ces influences de peuple à peuple et d’école à 12 Siena, Church of the Carmines, oil on panel, école se sont produites. Jadis l’Italie dominait 348 × 225 cm; Sanminiatelli, Domenico profondément les Floris, les Vaenius et les de Vos. Beccafumi, 101–02, no. 43. Tous pourtant ont trouvé place chez nous, dans 13 E.g., Bhabha, Location of Culture; Burke, Cultural notre école septentrionale. Plus tard, Pierre- Hybridity; Burke, Hybrid Renaissance; Canclini, Paul Rubens s’en fut à son tour là-bas; il revint Hybrid Cultures; Spivak, An Aesthetic Education. italianisé, mais ce fut pour renouveler tout l’art See also the overview of Mabardi, “Encounters of flamand.” a Heterogeneous Kind,” 1–20. 2 For an overview of scholarship on the painting, 14 Kim, The Traveling Artist, 48, 133–35; Payne, see the entry by Carl Van de Velde in Fabri and “Mescolare,” 273–94. Van Hout, From Quinten Metsys, 99–104, no. 3. 15 In fact, Vasari also uses the term pejoratively to The church received cathedral status in 1559, as refer to German art (opera tedesca) and to “bar- discussed in Chapter Nine. barous” art that appears to be a bad assemblage 3 Silver, The Paintings of Quinten Massys, 204–05, of components; see Payne, “Mescolare,” 290–91.
    [Show full text]
  • Kerken- En Pastorieplan Dilbeek Kerken- En Pastorieplan Dilbeek Kerken- En Pastorieplan Dilbeek Colofon
    Kerken- en pastorieplan Dilbeek Kerken- en pastorieplan Dilbeek Kerken- en pastorieplan Dilbeek Colofon Dit is een uitgave van de gemeente Dilbeek Redactie Steven De Mesmaecker, Johan De Reu, Judith De Waele, Thomas D’hoker, Fred Gillebert, Kathleen Leys, Jef Vanderoost, Mieke Verschaffel, Hilde Vlogaert Eindredactie TekstUur (Jan Heyvaert) Fotografie Archief gemeente Dilbeek, archief Marcel Leys, KIK/IRPA.be, delcampe.net, geopunt.be, geoportaal.be, cartesius en heemkundige publicaties. Vormgeving Beodesign (Bieke Olemans) Verantwoordelijke uitgever Gemeente Dilbeek, Gemeenteplein 1, 1700 Dilbeek Met dank aan de pastoors, de kerkbesturen, het vicariaat, de parochieploegen, de gemeentelijke projectgroep, alle vrijwilligers en geïnteresseerde burgers. VOORWOORD Zoals in vele gemeenten zijn de kerkgebouwen in Dilbeek belangrijke bakens in onze dorpskernen. Ze vormden ook lang letterlijk en figuurlijk het middelpunt van deze leefgemeenschappen. Het zijn dan ook niet zomaar gebouwen, vele mensen voelen er zich emotioneel mee verbonden. Belangrijke momenten in het leven werden er gevierd of herdacht. Dilbeek telt 11 parochiekerken, waarvan 6 beschermde monumenten. En daarbij horen nog eens 10 pastorieën, waartussen zich ook een beschermd monument bevindt. Er bestaat dan ook geen twijfel over de erfgoedwaarde van heel wat van deze gebouwen. Het gebruik van deze kerken en pastorieën is echter vandaag niet langer wat ze ooit geweest is. De nood om een toekomstvisie te ontwikkelen voor deze gebouwen was dan ook voor iedereen duidelijk. Maar, net omwille van de grote waarde die ze hebben, was deze opdracht allesbehalve eenvoudig. De gemeente ontwikkelde in nauw overleg met de pastoors en het bisdom een uitgebreid overleg- en participatietraject om zoveel mogelijk betrokkenheid en kennis in deze oefening binnen te brengen.
    [Show full text]
  • MARTEN VAN CLEVE I (C. 1527 – Antwerp – Before 1581) a Wedding
    VP4739 MARTEN VAN CLEVE I (c. 1527 – Antwerp – before 1581) A Wedding Procession On canvas, 61¼ X 101 ins. (155.3 X 256 cm) PROVENANCE Marchesa de Bermejillo del Rey, by the early 20th century And by descent to the previous owner Private Collection, Spain, until 2015 LITERATURE M. Diaz Padrón, ‘La Obra de Pedro Brueghel el jóven en Espana”, Archivo Espanol de Arte, 1980, p. 309, fig. 18. K. Ertz, Pieter Brueghel der Jüngere, Lingen, 2000, vol. II, p. 702, no. A830. Against a backdrop of rolling farmlands and a giant windmill, a wedding party makes its way along a road from the village on the right, where preparations are being made for the wedding feast, to the church in the upper left-hand corner. As was customary, the bride and groom walk separately, each processed by a man playing a doedelzac (bagpipes). Tall trees single out the groom, who is identified by the wedding crown he wears on top of his bright red cap. He is followed by two older men, probably the fathers of the bridal couple, and the other menfolk of the village. Then comes the plump and solemn-looking bride, wearing a bridal crown and flanked on either side by pages. She is attended by the two mothers and the other female members of the party. Work in the fields has all but stopped: three sacks of flour sit at the foot of the windmill and a cart stands idle. The workers have all turned out to accompany the wedding procession on its way: among the crowd of well-wishers are young men and old, a shepherd, a miller, his face white with flour, and many more besides.
    [Show full text]
  • New Perspectives on Pieter Bruegel the Elder's Journey To
    KATRIEN LICHTERT New perspectives on Pieter Bruegel the Elder’s journey to Italy (c. 1552-1554/1555)* Bruegel’s journey in context: I Fiamminghi and the south Pieter Bruegel the Elder (c. 1528-1569) travelled to Italy at a time when journeys to the south were becoming increasingly popular; from the second half of the sixteenth cen- tury onwards, the majority of well-established Northern European artists made such a voyage. In Italy they were called Fiamminghi,1 and while some of them travelled out of personal interests, the main reasons were visiting the ruins of classical antiquity and getting acquainted with the works of the Italian masters. Rome was very popular since it combined the best of both worlds and a visit to the Eternal City was often the under- lying reason for undertaking such journeys. It is well known that Jan Gossart (1478-1532) travelled to Italy in 1508-1509, accompanying his patron Philip of Burgundy on a diplo- matic mission.2 After his return to the Netherlands, Gossart played an important pioneer- ing role in introducing the Italian Renaissance idiom in the Low Countries.3 Other well-known artists travelling to Italy prior to Bruegel were Jan van Scorel (1495-1562) and his pupil Maarten van Heemskerck (1498-1574). Both painters played a decisive role in the introduction and propagation of the classical in the Low Countries and they copiously integrated Roman architecture and sculpture in their own works based on sketches which were made on the spot. Long after their return to the Netherlands these antique ruins and sculptures proved to be fruitful sources of inspiration for both artists.
    [Show full text]
  • On Brabant Rubbish, Economic Competition, Artistic Rivalry, And
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) On Brabant rubbish, economic competition, artistic rivalry and the growth of the market for paintings in the first decades of the seventeenth century Sluijter, E.J. Publication date 2009 Document Version Final published version Published in Journal of Historians of Netherlandish Art Link to publication Citation for published version (APA): Sluijter, E. J. (2009). On Brabant rubbish, economic competition, artistic rivalry and the growth of the market for paintings in the first decades of the seventeenth century. Journal of Historians of Netherlandish Art, 1(2). http://jhna.org/index.php/volume-1-issue-2/72- vol1issue2/109-on-brabant-rubbish-economic-competition-artistic-rivalry-and-the-growth-of- the-market-for-paintings-in-the-first-decades-of-the-seventeenth-century General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:30 Sep 2021 HOME VOLUME 1: ISSUE 2 PAST ISSUES SUBMISSIONS ABOUT JHNA SUPPORT JHNA CONTACT search..
    [Show full text]
  • PIETER GYSELS (1621 – Antwerp – 1690) A
    VP4090 PIETER GYSELS (1621 – Antwerp – 1690) A Townscape with Figures working in Bleaching Fields in the foreground On copper – 9⅞ x 12⅜ ins (22.6 x 31.6cm) PROVENANCE R. H. van Schaik, Wassenaar, 1934 (as Jan Brueghel I) Sale, Dorotheum, Vienna, 29-30 June 1939 (as Jan Brueghel I) Mossel Sale, Muller, Amsterdam 11-18 March, 1952 (as Jan Brueghel I) EXHIBITED P. de Boer, De Helsche en de Fluweelen Brueghel, Amsterdam, Feb-March 1934, no. 71 (as Jan Brueghel I) LITERATURE Peter Sutton, exh. cat. The Age of Rubens, Museum of Fine Arts, Boston, Sept 1993 to January 1994; Toledo Museum of Art, Feb 1994 to April 1994, p. 476, illustr. NARRATIVE In a large green meadow, bordered by a canal, men and women are occupied in various activities connected with washing and bleaching linen. A woman draws water from a well, while washerwomen labour in an open washhouse, or rinse items of laundry in narrow tanks of water. Some hang out garments to dry on a line and others lay them on the grass to bleach in the sun. Over to the right, small pieces of linen and articles of clothing are spread out in neat patterns and, in the foreground, women peg out long strips of uncut cloth in parallel lines. A cow and two sheep graze nearby, while children play in the spring sunshine. On the far side of the field, a tall thatch-roofed farmhouse can be seen and, beyond it, a cluster of village houses. A shaft of sunlight illuminates the mellow, red brickwork and highlights the fresh green foliage of trees.
    [Show full text]
  • Folder Vier-Elementenroute Dilbeek
    Folder 4elementenroute 30-08-2010 10:39 Pagina 1 ook nog een tijdje als stoommaal- Omdat de hopbellen (de vruchten water uit de vijver nemen en soms ven van de gemeente. derij, maar is al lang verdwenen, van de hop) door het hoge vocht- ook niet uit de beek. Dan moest hij WWW.BRTIMMERMANS.BE het molenhuis eveneens. De spaar- gehalte gevoelig zijn voor schim- de molen gewoon stilleggen. vijver doet soms nog dienst als vis- mels, moeten ze onmiddellijk na de Aan de achterkant van het molen- 12. Watertoren vijver. pluk gedroogd worden. Na acht tot huis ziet men nog de vierkante ITTERBEEKSEBAAN, ITTERBEEK tien uur is het vochtgehalte terug- schoorsteen van de vroegere stoom- Edouard Fauconnier uit Sint-Joost- 5. Watermolen van Opalfene gebracht tot 10% en kan de hop installatie. ten-Noode liet hier in 1880 een HEIRBAAN 40, TERNAT geperst en in zakken verpakt wor- Deze watermolen was in bedrijf tot kasteeltje bouwen. De industrieel De vroegste bekende vermelding den. 1959. Charles de Hèle, eigenaar vanaf 6 van de watermolen van Opalfene is Het drogen gebeurde in een hopast 1900, bedacht de naam “Château in een akte uit 1378 waarin de mo- (of eest). De hopbellen lagen op 10. Windmolen Chantemerle” en liet een lusthof len als pand werd geteld. De water- een lattenvloer waaronder een vuur MOLENBERGSTRAAT, DILBEEK aanleggen van ongeveer 125 are molen werd toen gebruikt als olie- gestookt werd. De warme lucht De molen van Van Lierdens was ge- groot. Het kasteel stond jaren te 5 molen. Het vrij goed bewaarde ontsnapte door de ventilatiegaten legen juist naast het hoogste punt verkommeren en werd in augustus complex van woonhuis, molen en in het dak.
    [Show full text]
  • Claes Visscher's 1612 Copies of the Small Landscape Prints
    Volume 3, Issue 1 (Winter 2011) Envisioning Netherlandish Unity: Claes Visscher’s 1612 Copies of the Small Landscape Prints Alexandra Onuf Recommended Citation: Alexandra Onuf, “Envisioning Netherlandish Unity: Claes Visscher’s 1612 Copies of the Small Landscape Prints,” JHNA 3:1 (Winter 2011), DOI: 10.5092/jhna.2011.3.1.4 Available at https://jhna.org/articles/envisioning-netherlandish-unity-claes-visscher-1612-cop- ies-small-landscape-prints/ Published by Historians of Netherlandish Art: https://hnanews.org/ Republication Guidelines: https://jhna.org/republication-guidelines/ Notes: This PDF is provided for reference purposes only and may not contain all the functionality or features of the original, online publication. This is a revised PDF that may contain different page numbers from the previous version. Use electronic searching to locate passages. This PDF provides paragraph numbers as well as page numbers for citation purposes. ISSN: 1949-9833 JHNA 3:1 (Winter 2011) 1 ENVISIONING NETHERLANDISH UNITY: CLAES VISSCHER’S 1612 COPIES OF THE SMALL LANDSCAPE PRINTS Alexandra Onuf Scholars have long recognized the formal significance of Claes Jansz. Visscher’s 1612 copies of the Small Landscape prints for the development of seventeenth-century Dutch landscapes. The prints, which were originally published in Antwerp in the mid-sixteenth century, represent the rural terrain of Brabant with a direct naturalism and topographic specificity that would later become a hallmark of Dutch Golden Age landscape prints and paintings. This article focuses on the content of the series and attempts to understand the Dutch market and appreciation for views of Brabant in the early seventeenth century. Published in the early years of the Twelve Years’ Truce, likely with the vast émigré population of Southern Netherlanders in mind, the prints visually restore Brabant to its pre-Revolt past of peace and prosperity at the same time as they stimulate hope for a reunification of this lost southern province into a new United Nether- lands.10.5092/jhna.2011.3.1.4 1 laes Jansz.
    [Show full text]
  • 118 Bus Dienstrooster & Lijnroutekaart
    118 bus dienstrooster & lijnkaart 118 Brussel - Itterbeek - Schepdaal Bekijken In Websitemodus De 118 buslijn (Brussel - Itterbeek - Schepdaal) heeft 4 routes. Op werkdagen zijn de diensturen: (1) Brussel Zuid Perron 6: 05:09 - 21:09 (2) Schepdaal Markt: 06:13 - 22:13 (3) Sint-Martens-Lennik Sint-Godelieve: 07:23 (4) Ternat Park Kruikenburg: 07:48 Gebruik de Moovit-app om de dichtstbijzijnde 118 bushalte te vinden en na te gaan wanneer de volgende 118 bus aankomt. Richting: Brussel Zuid Perron 6 118 bus Dienstrooster 39 haltes Brussel Zuid Perron 6 Dienstrooster Route: BEKIJK LIJNDIENSTROOSTER maandag 05:09 - 21:09 dinsdag 05:09 - 21:09 Sint-Martens-Lennik Sint-Godelieve 37 Schapenstraat, Sint-Kwintens-Lennik woensdag 05:09 - 21:09 Sint-Martens-Lennik Oude Brusselstraat donderdag 05:09 - 21:09 Oude Schapenstraat, Lennik vrijdag 05:09 - 21:09 Schepdaal Goudveerdegem zaterdag 05:40 - 21:39 1135 Ninoofsesteenweg, Dilbeek zondag 08:34 - 19:34 Schepdaal Vossegat 1079 Ninoofsesteenweg, Dilbeek Schepdaal Centrum 952C Ninoofsesteenweg, Schepdaal 118 bus Info Route: Brussel Zuid Perron 6 Schepdaal Overveld Haltes: 39 17 Overveldstraat, Schepdaal Ritduur: 38 min Samenvatting Lijn: Sint-Martens-Lennik Sint- Schepdaal Markt Godelieve, Sint-Martens-Lennik Oude Brusselstraat, 1 Dreef, Schepdaal Schepdaal Goudveerdegem, Schepdaal Vossegat, Schepdaal Centrum, Schepdaal Overveld, Schepdaal Schepdaal Overveld Markt, Schepdaal Overveld, Schepdaal 17 Overveldstraat, Schepdaal Geraardsbergsestr., Schepdaal Caerenbergveld, Schepdaal Levenslust, Schepdaal Rosweg, Schepdaal Geraardsbergsestr. Schepdaal Sint-Gertrudis-Pede, Schepdaal Lostraat, 16 Dreef, Schepdaal Schepdaal Loveld, Sint-Anna-Pede Isabellastraat, Sint-Anna-Pede Kleine Roomstraat, Sint-Anna-Pede Schepdaal Caerenbergveld Kerk, Itterbeek Koevijverstraat, Itterbeek 46 Dreef, Schepdaal Gemeentehuis, Itterbeek Dorp, Itterbeek Boudewijnlaan, Dilbeek Vlinderstraat, Dilbeek Schepdaal Levenslust Neerhofstraat, Bon-Air / Goede Lucht, Anderlecht Dreef, Schepdaal Appelboom, Anderlecht Westland Shopping, Fruits / Fruit, Anderlecht R.
    [Show full text]
  • PROVISIONAL PROGRAM HNA Conference 2022
    PROVISIONAL PROGRAM HNA Conference 2022 Amsterdam and The Hague, Netherlands HNA CONFERENCE 2022 Amsterdam and The Hague 2-4 June 2022 Program committee: Stijn Bussels, Leiden University (chair) Edwin Buijsen, Mauritshuis Suzanne Laemers, RKD – Netherlands Institute for Art History Judith Noorman, University of Amsterdam Gabri van Tussenbroek, University of Amsterdam | City of Amsterdam Abbie Vandivere, Mauritshuis and University of Amsterdam KEYNOTE LECTURES ClauDia Swan, Washington University A Taste for Piracy in the Dutch Republic 1 The global baroque world was a world of goods. Transoceanic trade routes compounded travel over land for commercial gain, and the distribution of wares took on global dimensions. Precious metals, spices, textiles, and, later, slaves were among the myriad commodities transported from west to east and in some cases back again. Taste followed trade—or so the story tends to be told. This lecture addresses the traffic in global goods in the Dutch world from a different perspective—piracy. “A Taste for Piracy in the Dutch Republic” will present and explore exemplary narratives of piracy and their impact and, more broadly, the contingencies of consumption and taste- making as the result of politically charged violence. Inspired by recent scholarship on ships, shipping, maritime pictures, and piracy this lecture offers a new lens onto the culture of piracy as well as the material goods obtained by piracy, and how their capture informed new patterns of consumption in the Dutch Republic. Jan Blanc, University of Geneva Dutch Seventeenth Century or Dutch Golden Age? Words, concepts and ideology Historians of seventeenth-century Dutch art have long been accustomed to studying not only works of art and artists, but also archives and textual sources.
    [Show full text]
  • 'From Nature': Sixteenth Century Netherlandish Artistic Theory And
    TABLE OF CONTENTS PART I Introduction I. Drawing ‘from nature’: sixteenth century Netherlandish artistic theory and practice I.1. Theory I.2. Practice II. Case studies II.1. Jan Gossaert II.2. Jan van Scorel II.3. Maarten van Heemskerck II.4. Hieronymus Cock II.5. Tobias Verhaecht Conclusion Bibliography PART II List of illustrations Illustrations Illustration front page: Maarten van Heemskerck, Forum Romanum seen from the Capitol (detail), Berlin, Staatliche Museum, Kupferstichkabinett, inv. KdZ 6696. Pen and brown ink, washed with bistre, 216 x 555 mm, signed and dated: Martijn hemskeric 1535 INTRODUCTION During the sixteenth century, many Netherlandish artists1 made a study trip to Italy, and more in particular to Rome, mainly as a completion of the artistic education they had started in their native country. Having arrived in the southern peninsula, they looked for prestigious commissions or employment in an Italian workshop. Many artists returned home after some years, others built up a life and career in the city and stayed. It has been generally acknowledged that northern artists travelled to Italy to learn from Antiquity and their contemporary Italian masters and that in Rome in particular, they made drawings of all the things they admired in the city which they could use in their work. Nonetheless, it remains questionable to what extent and for which purposes northern artists have collected visual material in Rome. Furthermore, it is certainly not clear if the practice of drawing ‘from nature’ may be regarded as one of the main reasons for sixteenth century northern artists to set off for a journey southwards.
    [Show full text]
  • Sign of the Times a Concise History of the Signature in Netherlandish Painting 1432-1575
    SIGN OF THE TIMES A CONCISE HISTORY OF THE SIGNATURE IN NETHERLANDISH PAINTING 1432-1575 [Rue] [Date et Heure] Ruben Suykerbuyk Research Master’s Thesis 2012-2013 Supervisor: Prof. Dr. P.A. Hecht Art History of the Low Countries in its European Context Utrecht University – Faculty of Humanities (xxx)yyy-yyyy “Wenn eine Wissenschaft so umfassend, wie die Kunstgeschichte es tut und tun muß, von Hypothesen jeden Grades Gebrauch macht, so tut sie gut daran, die Fundamente des von ihr errichteten Gebäudes immer aufs neue auf ihre Tragfähigkeit zu prüfen. Im folgenden will ich an einigen Stellen mit dem Hammer anklopfen.” Dehio 1910, p. 55 TABLE OF CONTENTS VOLUME I I. INTRODUCTION 1 II. PROLOGUE 9 III. DEVELOPMENTS IN ANTWERP 19 Some enigmatic letters 22 The earliest signatures 28 Gossart’s ‘humanistic’ signature 31 Increasing numbers 36 Proverbial exceptions 52 A practice spreads 54 IV. EPILOGUE 59 V. CONCLUSION 63 VI. BIBLIOGRAPHY 66 VOLUME II I. IMAGES II. APPENDICES Appendix I – Timeline Appendix II – Signatures Marinus van Reymerswale Appendix III – Authentication of a painting by Frans Floris (1576) Appendix IV – Signatures Michiel Coxcie I. INTRODUCTION 1 Investigating signatures touches upon the real core of art history: connoisseurship. The construction of oeuvres is one of the basic tasks of art historians. Besides documents, they therefore inevitably have to make use of signatures. However, several great connoisseurs – Berenson, Friedländer – emphasize that signatures are faked quite often. Consequently, an investigation of signature practices can easily be criticized for the mere fact that it is very difficult to be sure of the authenticity of all the studied signatures.
    [Show full text]