STAD RUP “GALGEBEEK”

Voorstudie met integratie van de plan-mer-screening

COLOFON

Opdracht:

RUP “Galgebeek

Opdrachtgever:

Stad Turnhout Campus Blairon 200 2300 Turnhout

Opdrachthouder:

SORESMA nv Britselei 23 2000 Antwerpen

Tel 03/221.55.00 Fax 03/221.55.03 www.soresma.be kwaliteitslabel ISO 9001:2000

Identificatienummer:

1283863007.doc/wsm/nds

Datum: status / revisie:

Februari 2009 voorstudie met integrie van de plan-mer-screening Maart 2009 advies dienst BGP Vrijgave:

Jan Parys, Contractmanager

Projectmedewerkers:

Koen Janssens, senior adviseur Wim Smeets, adviseur Cedric Vervaet, mer-deskundige Nathalie De Sutter, adviseur

© Soresma 2009 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Soresma mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.

Inhoud

1 Inleiding 5

1.1 Opdrachtomschrijving 5

1.2 Situering en afbakening plangebied 6

2 Beleidskader 7

2.1 Structuurplanning 7

2.2 Streefbeeld N12 16

2.3 Beleidskader natuur 19

2.4 Beleidskader landschap en erfgoed 19

3 Bestaande juridische toestand 21

3.1 Positief planologisch attest met voorwaarden 21

3.2 Gewestplan 21

3.3 BPA’s en RUP’s 22

3.4 Vergunningstoestand 22

3.5 Overige juridische aspecten 22

4 Samenvatting beleidskader en bestaande juridische toestand 23

5 Bestaande ruimtelijke structuur 24

5.1 Ruimtelijk functioneren en voorkomen van het plangebied 24

5.2 Mobiliteitsprofiel 24

6 Gewenste ruimtelijke structuur 25

6.1 Visie en ruimtelijke structuur 25

6.2 Motivatie planopties 27

7 Watertoets 28

7.1 Grondwaterstromingsgevoelige gebieden 28

7.2 Infiltratiegevoeligheid 29

7.3 Erosiegevoeligheid 30

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 3 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

7.4 Overstromingsgevoeligheid 30

7.5 Conclusie 31

8 Onderzoek tot m.e.r. 32

8.1 Bepalen van de plan-MER-plicht 32

8.2 Potentiële milieueffecten van het plan 34

8.3 Cumulatieve effecten 55

8.4 Leemten in de kennis 57

8.5 Grensoverschrijdende effecten 57

8.6 Discipline-overschrijdende conclusie onderzoek milieueffecten 57

Figuren

Figuur 2-1: Kaart 16.6 - Mogelijke ruimtelijke visie en inrichtingsprincipes - uit voorstel van afbakening, Mens&Ruimte, 2002 Figuur 2-2: Deelplan 16: Grafisch plan Figuur 2-3: Synthese gewenste ruimtelijke structuur N12 - N 132 (bron: Stramien, Vectris) Figuur 2-4: Streefbeeld N12 - Segment tussen R13 en Molenstraat Figuur 8-1: bestaande toestand Figuur 8-2: geldend plan (projectgebied aangeduid zwart gestreept) Figuur 8-3: voorgenomen plan Figuur 8-4: Bodemkaart t.h.v. het plangebied Figuur 8-5: Waterlopen in de omgeving van het plangebied Figuur 8-6: zoneringsplan t.h.v. het plangebied Figuur 8-7: Biologische waardering t.h.v. het plangebied Figuur 8-8: Landschapskenmerkenkaart t.h.v. de besproken planonderdelen Figuur 8-9: Ferraris (1775) t.h.v. Turnhout met aanduiding van planonderdelen 2 en 3 (rood), Nonnenbossen (groen) en het meest zuidelijk deel van Gierle bos (blauw) dat verder loopt tot . Figuur 8-10: Bestaande toestand t.h.v. Turnhout met aanduiding van planonderdelen 2 en 3 (rood), Nonnenbossen (groen) en het meest zuidelijk deel van Gierle bos (blauw) dat verder loopt tot Kasterlee. Figuur 8-11: bouwkundig erfgoed in de directe nabijheid van de besproken planonderdelen 2 en 3 Figuur 8-12: restanten bouwkundig erfgoed in de omgeving van het plangebied Figuur 8-13: stratenplan

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 4 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

1 Inleiding

1.1 Opdrachtomschrijving Op 21 april 2008 werd door het college van burgemeester en schepenen van de stad Turnhout een voorwaardelijk gunstig planologisch attest afgeleverd voor het Restaurant Savoury in het kader van de bestendiging en verder exploitatie van het bedrijf. Conform art. 145ter§3 van het decreet op ruimtelijk ordening is de gemeente er toe gehouden om binnen het jaar volgend op de aflevering van een gunstig planologisch attest een voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op te stellen en over te maken aan de betrokken instanties i.f.v. een plenaire vergadering. Tegelijkertijd wordt de zonevreemde woningconcentratie in de omgeving mee in het RUP opgenomen worden. De opmaak van een RUP voor deze zonevreemde woningconcentratie is opgelegd als voorwaarde bij het planologisch attest en is ook voorzien in de bindende bepalingen van het ruimtelijk structuurplan Turnhout. De opmaak van de ruimtelijke uitvoeringsplannen gebeurt conform de bepalingen van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en de uitvoeringsbesluiten ervan. Het ruimtelijk uitvoeringsplan omvat: - een grafisch plan, dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is; - de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer; - een weergave van de feitelijke en juridische toestand; - relatie met het planologisch attest waarvan het een uitvoering is; - in voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden; De voorwaarden van het stedenbouwkundig attest worden als basis genomen voor de ordening van het gebied tussen de Galgenbeekweg en de grens met de gemeente Vosselaar.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 5 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

1.2 Situering en afbakening plangebied

Het studiegebied voor dit RUP beslaat zowel de percelen van restaurant Savoury als de zonevreemde woningconcentratie in aansluiting met deze percelen. Ze zijn allen ten noorden van de Antwerpsesteenweg gelegen. Ook het openbaar domein langs de Galgenbeekweg maakt deel uit van het plangebied. Verder is ook het gedeelte stadsrandbos uit het gewestelijk RUP voor de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Turnhout en de woningen die gelegen zijn in parkgebied ten westen ervan, in het studiegebied opgenomen. Dit gebied zal een rol spelen in de landschappelijke inpassing van het restaurant en de zonevreemde woningen. Grensstellende elementen van het RUP zijn: - Steenweg op Antwerpen (N12); - Galgenbeekweg; - Visbeekvallei op de grens met Vosselaar.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 6 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

2 Beleidskader

2.1 Structuurplanning

2.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werd door de Vlaamse Regering goedgekeurd op 23 september 1997. In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werd Turnhout met delen van Vosselaar, en Oud-Turnhout geselecteerd als een regionaalstedelijk gebied. Het stedelijk gebied Turnhout maakt geen deel uit van een stedelijk of een economisch netwerk. Turnhout wordt samen met 9 andere regionaalstedelijke gebieden op het 2de niveau geplaatst, na de 3 grootstedelijke gebieden Brussel, Antwerpen en Gent. Een stedelijk gebied vormt tegelijkertijd ook een economisch knooppunt. Andere economische knooppunten in het buitengebied rond Turnhout zijn en . Ten zuidwesten van Turnhout bevindt zich het economische netwerk van het Albertkanaal dat op Vlaams niveau van groot belang is. Infrastructureel wordt Turnhout verbonden met dit netwerk door een primaire weg, categorie II. Het stedelijk gebied Turnhout ligt voorts centraal in een groot aaneengesloten gedeelte van het buitengebied. Hierdoor heeft Turnhout enigszins een aparte plaats gekregen in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Het omringende gebied is één van de zes aaneengesloten buitengebieden. Anders dan in de overige vijf bevindt er zich hierin een stad die voldoet aan de normen van een regionaalstedelijk gebied met een bepaalde dynamiek en ontwikkelingskansen. Het RSV en de nederzettingsstructuur Delen van Turnhout worden geselecteerd als behorende tot het regionaalstedelijk gebied Turnhout. Hierbij hoort een stedelijk beleid dat volgende doelstellingen vooropstelt: - stimuleren en concentreren van activiteiten; - vernieuwen van de stedelijke woon- en werkstructuur door strategische stedelijke projecten; - ontwikkelen van nieuwe woningtypologieën en kwalitatieve woonomgevingen; - leefbaar en bereikbaar houden door andere vormen van stedelijke mobiliteit en door locatiebeleid; - verminderen van het ongeordend uitzwermen van functies. Dit vertaalt zich in volgende ontwikkelingsperspectieven: - trendbreuk in de verdeling van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden: 60% in de stedelijke gebieden en 40% in de kernen van het buitengebied; - minimale woningdichtheden: minimaal 25 woningen per hectare; - differentiatie en verbetering van de woningvoorraad; - versterken multifunctionaliteit; - kantoren aan knooppunten van openbaar vervoer; - afstemmen van voorzieningen op het belang van het stedelijk gebied; - bundelen van kleinhandel; - optimalisering van recreatieve en toeristische voorzieningen en medegebruik; - zorg voor collectieve en openbare ruimte; - behoud en ontwikkeling van stedelijke natuurelementen en randstedelijke groengebieden;

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 7 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

- waarborgen voor landbouw in stedelijke gebieden; - behoud en uitbouw van cultureel-maatschappelijke waardevolle elementen in de stedelijke gebieden; - stedelijke mobiliteit en locatiebeleid.

2.1.2 Afbakening van het regionaalstedelijk gebied Turnhout In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is de Vlaamse Regering dertien stedelijke gebieden aan het afbakenen. Centraal staat hierbij een doordacht en evenwichtig aanbodbeleid, dat niet enkel rekening houdt met kwantiteit maar ook met kwaliteit. De vraag is dus niet alleen: hoeveel bijkomende woningen, bedrijventerreinen en groengebieden hebben we nodig, maar ook: welke zijn hier de meest geschikte locaties voor? Op 4 juni 2004 heeft de Vlaamse regering het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Turnhout definitief vastgesteld. In dit plan geeft de regering aan waar in het regionaalstedelijk gebied de beste locaties liggen voor bijkomende woningen, bedrijven en groen. Zo wil de regering er zorg voor dragen dat de regio Turnhout zich in de nabije toekomst op een ruimtelijk evenwichtige manier ontwikkelt. Het regionaalstedelijk gebied Turnhout is binnen de Kempen de centrum-plek bij uitstek. Hier wil de regering in de toekomst een voldoende groot en gedifferentieerd woningaanbod ontwikkelen, de economische potenties van het gebied uitbouwen, de toeristische troeven uitspelen, en zorg dragen voor een aangename leefomgeving die goed bereikbaar is. Het ruimtelijk uitvoeringsplan voor het regionaalstedelijk gebied Turnhout voorziet onder meer in: - een centraal gelegen stadsbos - groengebieden op de rand van het stedelijk gebied - waarborgen voor stedelijke landbouw - een strategisch woonproject aan de noordzijde van het kanaal - de mogelijkheid tot bouwen van bijna 7.500 woningen (waarvan 1.160 bijkomende woningen in goedgelegen woonuitbreidingsgebieden) - stedelijke vernieuwing in de stationsomgeving - ongeveer 180 ha bijkomende bedrijventerrein op drie goedgelegen terreinen Het plangebied is gelegen binnen de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Turnhout Deelplan 16 – Bosgebied Stadsbos Regionaalstedelijk gebied Turnhout Het ruimtelijk uitvoeringsplan bestaat uit een groot aantal deelplannen. In aansluiting met het studiegebied bevindt zich “deelplan 16 – Bosgebied Stadsbos Regionaalstedelijk gebied Turnhout”. In het RUP zal rekening gehouden worden met de doelstellingen en visie voor dit deelplan. De belangrijkste doelstelling is de inrichting van het noordelijk gedeelte van de zogenaamde 'groene sikkel' als een toegankelijk en openbaar recreatief stadsbos van 200 à 300 ha met vrijwaring van de belangrijkste natuurwaarden. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan een belangrijk onderdeel van het sleutelconcept, met name het niet bebouwen van het gebied tussen de cluster Beerse/Vosselaar en Turnhout/Oud-Turnhout. Ter verwezenlijking van deze doelstellingen worden een aantal concepten opgesteld.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 8 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

Figuur 2-1: Kaart 16.6 - Mogelijke ruimtelijke visie en inrichtingsprincipes - uit voorstel van afbakening, Mens&Ruimte, 2002 1. Bosuitbreiding en vrijwaring van natuurwaarden : Het stadsbos als actief en recreatief gebied wordt gecombineerd met stille ontoegankelijke natuurgebieden. Bijkomende studie is nodig om te bepalen waar mogelijkheden bestaan voor bosuitbreiding en welke de belangrijkste te vrijwaren natuurgebieden zijn. Ook de ontwikkelingsperspectieven voor de andere (bestaande en nieuwe) functies dienen nader onderzocht te worden. Het op het gewestplan bestemde woonuitbreidingsgebied en het industriegebied (bedrijf den Dam) zijn twee belangrijke zoekzones voor bosuitbreiding. 2. Drie toegangen met de N12 als het opstappunt voor openbaar vervoer: Naar aanleiding van het verder overleg na het afbakeningsproces (waar de Weigang als de hoofdtoegang werd aangeduid) wordt geopteerd voor drie mogelijke toegangen voor het autoverkeer: vanaf de N12 ter hoogte van de Beukendreef; aan de Kapelstraat en aan de Kriksensstraat. De belangrijkste toegang voor het openbaar vervoer is ook gesitueerd aan de N12/Beukendreef. Met betrekking tot het parkeren (in totaal maximaal 100 parkeerplaatsen) zal het onderzoek rond de inrichtingsstudie uitsluitsel geven over één van de volgende twee alternatieven: ofwel wordt rond de drie toegangen een afzonderlijke parking voorzien; ofwel wordt er geopteerd voor één clustering in het stadsbos, met name ter hoogte van de huidige vliegclub en voetbalvelden. De parkeerplaatsen zullen in de (bos)omgeving moeten worden ingepast. Rond de toegangen (ten minste die aan de N12) en/of parkings is het mogelijk om een onthaalvoorziening te situeren met informatie en voorzieningen voor de bezoekers van het stadsbos. Vandaar zullen verschillende “aders” het volledige “lichaam” (het stadsbos) doorlopen. 3. Opheffen reservatie voor de aanleg van de ring (R13) : De Ring rond de binnenstad is reeds gerealiseerd, waardoor de reservatie die voorzien is op het gewestplan kan worden opgeheven. Dit verandert niets aan de onderliggende bestemmingen of de bestaande vergunningen. 4. Recreatieve aders doorheen het gebied: Recreatieve aders zullen de woonkernen Beerse – Vosselaar en de stadskern Turnhout met elkaar verbinden. Dit kan gebeuren via bestaande toegangen en bruggen die verder uitgebouwd kunnen worden. Eveneens zal de recreatieve ader langsheen het Kanaal (deel uitmakend van het Vlaams recreatief netwerk) aangesloten worden op het stadsbos: door de recreatieve activiteiten langsheen het Kanaal aan de zuidkant te laten ontwikkelen, is er de mogelijkheid om de binding tussen beide optimaal te benutten. Opgemerkt moet

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 9 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

worden dat het niet noodzakelijk is om enkel de zuidkant van het Kanaal recreatief te ontwikkelen: men kan van kant wisselen via bestaande bruggen en eventueel een bijkomende brug, bijvoorbeeld ter hoogte van de huidige ringburg of ter hoogte van het huidige industrieterrein (Den Dam), die als een bijkomend recreatieve elementen kunnen functioneren. Op deze manier kunnen conflicten met de economische activiteiten worden vermeden. 5. Recreatieve elementen zorgvuldig gekoppeld aan de aders: Langs de recreatieve aders kunnen verschillende activiteiten worden gesitueerd. Dit kunnen bestaande activiteiten zijn of nieuwe. In het gebied dat wordt begrensd zijn op dit ogenblik verschillende zonevreemde woningen en constructies opgenomen. Dit betreft bijvoorbeeld een aantal woningen langs de N12 en de Wilgentakjesdreef. Als globaal principe wordt gesteld dat de bestaande vergunde woningen in principe kunnen behouden blijven, echter met strenge voorwaarden met betrekking tot her- of verbouwmogelijkheden. Het verder opdelen van de bestaande bebouwde percelen ten behoeve van bijkomende woningen of het inplanten van nieuwe woningen wordt niet toegelaten.

Figuur 2-2: Deelplan 16: Grafisch plan

2.1.3 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen Het ruimtelijk structuurplan voor de provincie Antwerpen is bij ministerieel besluit van 10 juli 2001 goedgekeurd. Het plan vormt een verfijning van uitspraken die reeds in het RSV werden gedaan en met betrekking tot het gemeentelijk ruimtelijk beleid bevat het een aantal concrete taakstellingen en selecties, die een sterke doorwerking hebben naar het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Hieronder worden de belangrijkste selecties en beleidslijnen m.b.t. Turnhout aangehaald. Vermits Turnhout zal behoren tot een regionaalstedelijk gebied werden de meeste taakstellingen betreffende Turnhout toegekend aan het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (zoals de verdeling van de behoefte aan bijkomende woningen, selectie en afbakening van industrieterreinen, …). In het ruimtelijk Structuurplan van de provincie zijn enkel een aantal inhoudelijke taakstellingen voor Turnhout uitgewerkt: - het aangeven van de gebiedseigen ontwikkelingsperspectieven voor natuurverbindingsgebieden en het selecteren van ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang - het aangeven van ontwikkelingsperspectieven en maatregelen voor de agrarische macrostructuur - het selecteren en aangeven van ontwikkelingsperspectieven voor bebouwde perifere landschappen op provinciaal niveau - het uitwerken van een visie op de kleinhandel (regionale schaal) en op de toeristisch-recreatieve infrastructuur

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 10 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

- het aanduiden van lijninfrastructuren van provinciaal belang Specifiek voor Turnhout werd hierin geduid op de toeristisch-recreatieve potentie van het kanaal onder de voorwaarde dat de nieuwe invulling van de, vroeger kanaalgebonden, industrieterreinen geen afbreuk doet aan de recreatieve functie en het beeld. Het RSPA en de natuurlijke structuur Binnen het Ruimtelijk Structuurplan van de Provincie worden de natuurverbindingsgebieden en de ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang aangeduid. Voor Turnhout en haar omgeving werd het Kanaal Dessel-Schoten in zijn geheel als natuurverbindingsgebied aangeduid. Tussen Vosselaar en Turnhout werd de Visbeek als natuurverbinding tussen het Giels Bos en het Looi geselecteerd en het gebied ten noorden van Turnhout en ten zuiden van Nazareth als ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang. Het RSPA en de nederzettingsstructuur Het RSPA kan geen uitspraken doen voor Turnhout betreffende de kwantitatieve taakstelling voor wonen. Het RSPA en de ruimtelijk-economische structuur Wat de ruimte voor economische bedrijvigheid in de economische knooppunten betreft, heeft de provincie geen bevoegdheid voor de gemeenten van het stedelijk gebied Turnhout. Bij de categorisering van de toeristisch-recreatieve ruimten wordt het toeristisch-recreatief netwerk Kempen weerhouden. Het omvat (delen van) de gemeenten Arendonk, , Beerse, Dessel, , , Kasterlee, , Lille, , Mol, Olen, Oud- Turnhout, , Turnhout, , Vosselaar en . Het stedelijk gebied Turnhout wordt als een gebied van primair toeristisch-recreatief belang geselecteerd. Hier is uitbreiding en inplanting van nieuwe hoogdynamische infrastructuur mogelijk. Het Bels Lijntje tussen Turnhout en Tilburg en het Kanaal Dessel-Schoten behoren tot een gebundeld netwerk. Bovendien zal de provincie een op te richten samenwerkingsverband coördineren met de gemeenten die gelegen zijn aan het kanaal Dessel-Schoten. Het RSPA en de verkeers- en vervoersstructuur Het is de taak van de Provincie de secundaire wegen te selecteren. Een secundaire weg heeft als hoofdfunctie verzamelen op bovenlokaal niveau, gemengd met ontsluiten op lokaal niveau. De secundaire wegen zijn van belang voor de ontsluiting van gebieden naar de primaire wegen en hoofdwegen en voor de bereikbaarheid van diverse activiteiten langsheen deze wegen. De doorgaande verkeersfunctie is ondergeschikt aan de lokale verblijfsfunctie. De belangrijkste eisen zijn de verkeersleefbaarheid en ruimtelijke inpassing. Beide primeren op de kwaliteit van de verkeersafwikkeling. De N12 (vanaf ring Turnhout tot Antwerpen) werd geselecteerd als secundaire weg type III. De verbinding Antwerpen - Turnhout - Malle via de N12 wordt geselecteerd als stamlijn voor openbaar-vervoerverbindingen. De progressieve vervanging van de drukst bereden baanvakken door tramlijnen wordt voorzien. De buslijn 41 Antwerpen – Turnhout behoort tot de best bezette lijn van Vlaanderen, een tramlijn komt dus zeker in aanmerking; Het RSPA en de landschappelijke structuur Het structuurplan selecteert de structuurbepalende landschapselementen en – componenten. Voor het stedelijk gebied werden slechts twee elementen weerhouden: het cuestafront van de kleien van de Kempen met de ingesneden riviertjes op de cuestarug en het kanaal Dessel-Schoten met het kleiwinningsgebied.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 11 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

2.1.4 Ruimtelijk Structuurplan Turnhout Het gemeentelijk Ruimtelijke Structuurplan (GRS) van de stad Turnhout werd op 3 juli 2008 door de bestendige deputatie goedgekeurd. In dit beleidsdocument wordt de visie op de ontwikkeling van de stad uitgewerkt.

2.1.4.1 Richtinggevend gedeelte – Gewenste ruimtelijke structuur De visie op de ruimtelijke ontwikkeling wordt verwoord in een aantal ‘concepten’ . Dit zijn concrete ruimtelijke principes die te lokaliseren zijn op de kaart. De verschillende concepten zijn de bouwstenen van de gewenste ruimtelijke structuur. Samengevoegd leveren zij de onderlegger van die gewenste ruimtelijke structuur. Onderstaande concepten werden uitgewerkt voor de stad. De concepten die van toepassing zijn op het studiegebied worden uitgebreider toegelicht. - Turnhout, middelpunt van het klaverblad van de Kempen - Een meerpolige structuur voor de binnenstad als knooppunt van handel en diensten in stedelijke Oost-West band - Omgeving ring: concentratie van stedelijke activiteiten – Knooppunten aan kruispunten van ring en as N12-N18 : De N12 en de N18 zijn belangrijke assen voor openbaar vervoer, en daarom zijn de kruispunten ervan met de ring aangewezen als concentratiepunten voor stedelijke activiteiten. Deze zijn dan niet alleen goed bereikbaar voor het autoverkeer, maar ook voor het openbaar vervoer.

- E34: drager van economische activiteit: Bij de verdere ontwikkeling van Turnhout is de versterking van de bestaande stedelijke oost-west band de leidraad. De as N12- N18 is de ruggengraat van deze band, en de binnenstad van Turnhout vormt hierop het knooppunt van handel en diensten. Deze rol als handels- en dienstencentrum voor de regio wordt versterkt. Naast de commerciële voorzieningen en de publieke dienstverlening van tal van overheidsinstellingen is hier ruimte voor nieuwe vormen van werkgelegenheid in de private dienstensector en in kleine bedrijfjes. - Woongebieden met grote diversiteit - Kanaalomgeving als attractiepool - Binnenstad: knooppunt van handel en diensten in stedelijke Oost-West band - Stad te midden van de open ruimte: Turnhout moet zijn unieke ligging als stad te midden van de open ruimte maximaal benutten en als troef uitspelen. Deze ligging moet tot in de woongebieden en het centrum van de stad voelbaar worden gemaakt, zowel voor de stadsbewoner als voor de stadsbezoeker.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 12 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

Sterker contrast tussen bebouwde en onbebouwde ruimte Door de grenzen tussen bebouwing en open ruimte scherper te maken wordt het specifiek karakter van Turnhout duidelijker. Op die grenzen kan door verdichting van de bebouwing ‘het begin van de stad’ sterker in de verf gezet worden. Natuurgebieden verbinden – Waaier van natuurgebieden Turnhout heeft een aantal waardevolle natuurgebieden. Door deze onderling te verbinden kan de waarde en de betekenis ervan nog vergroot worden. De belangrijkste natuurgebieden rond het stedelijk gebied Turnhout (Liereman, Turnhouts Vennengebied, De Dongen, duinencomplex tussen Vosselaar en Lille, … ) maken deel uit van een groter geheel: de natuurgebieden treden op als kernen van grotere natuurgebieden waarvan de natuurwaarde gradueel afneemt naar de randen toe, en die overgaan in stadsondersteunend groen. Levensvatbare landbouw De grote aaneengesloten open ruimte in het noorden en het zuiden van Turnhout laat toe een levensvatbare landbouwexploitatie te organiseren. Door een verbreding van de activiteiten kan de economische betekenis van deze sector versterkt worden. Wanneer dan ook nog gekozen wordt voor duurzame en gezonde landbouw zou het ‘Turnhoutse’ tot een kwaliteitslabel kunnen uitgebouwd worden. Een ster van recreatieve routes Vanuit het centrum en doorheen de woongebieden kunnen groene straten en groene vingers de verbindingen naar de open ruimte verduidelijken. Dit maakt de woonomgeving aantrekkelijker en versterkt het beeld van Turnhout als groene stad. De groene vingers kunnen tevens fungeren als verbindingen voor langzaam verkeer tussen stad en open ruimte, en als vestigingsplaatsen voor recreatievoorzieningen. De concepten zijn verder doorvertaald in een gewenste ruimtelijke structuur die per deelstructuur wordt uitgewerkt. Er werd voor de ruimtelijk-natuurlijke structuur, de nederzettingsstructuur, de ruimtelijk-economische structuur, de structuur van sport- en recreatie en de verkeers- en vervoerstructuur een gewenste ontwikkeling vooropgesteld. Hieronder worden de voor het studiegebied van belang zijnde elementen hieruit samengevat.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 13 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

- ruimtelijk-natuurlijke structuur Het studiegebied maakt deel uit van een groene vinger ten westen van de stad. Samen met een aantal andere groene vingers vormt hij de link tussen natuur en stad. - nederzettingsstructuur Voor het plangebied zijn de ontwikkelings- perspectieven voor zonevreemd wonen van toepassing. Het ruimtelijk structuurplan Turnhout formuleert een algemeen beleid ten aanzien van zonevreemde woningen. Dit beleid situeert zich niet op perceelsniveau maar geeft een algemene aanpak. De concrete aanpak zal op het niveau van ruimtelijke uitvoeringsplannen verder uitgewerkt worden. Er worden een aantal gebiedsgerichte richtlijnen geformuleerd. In een beperkt aantal situaties kan het aangewezen zijn om concentraties van zonevreemde woningen in de gewenste ruimtelijke structuur aan te geven en die later via een ruimtelijk uitvoeringsplan op perceelsniveau de bestemming woongebied toe te kennen. De woningen binnen deze concentraties krijgen dezelfde mogelijkheden als woningen in woongebied. Alleen percelen met zonevreemde woningen die aansluiten op een kern komen in aanmerking voor herbestemming tot woongebied. Langs de N12 is een parkgebied gelegen, ten zuiden van het stadsbos (een deel is hierin opgenomen), waarin een tiental eengezinswoningen en een appartementsblok zijn gelegen (De Somer). Om de eigenaars rechtszekerheid te geven dienen deze woningen opgenomen te worden in woongebied met landelijk karakter of in woongebied. De bestemming parkgebied is hier achterhaald, omwille van de nabijheid van het stadsbos, dat de functie van parkgebied op zich neemt. Het gebied is bovendien gelegen langs een sterk verstedelijkte as. Het is echter in geen geval de bedoeling om nieuwe woonkavels te creëren. Voorschriften in verband met het groene karakter van de omgeving dienen te worden toegevoegd, alsook beperkingen naar de vallei van de Galgebeek toe. Er zijn ook een aantal zonevreemde woningen die liggen op de grens van het woongebied. Zo zijn er een 80-tal woningen die op maximaal 15 meter van de grens van het woongebied zijn gelegen. Deze kunnen een volwaardige woonbestemming te krijgen. Dit moet echter geval per geval bekeken worden. Wellicht is het niet in alle gevallen wenselijk een volwaardige woonbestemming, inclusief overige functies en meergezinswoningen toe te laten. Een nadere afweging (o.m. vanuit eventuele nabijgelegen open ruimte structuren) dient eerst te gebeuren. - ruimtelijk-economische structuur Er zijn geen bepalingen van toepassing op het plangebied

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 14 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

- structuur van sport- en recreatie Parken aansluitend op de kernstad: Bestaande en nieuwe parken worden zo direct mogelijk gekoppeld aan de binnenstad, zodat een sterke en veilige relatie ontstaat. Het in tunnel leggen van het zuidelijk deel van de ring kan de band met het bestaande stadspark versterken. Het nieuw te ontwikkelen FRAC-terrein kan via een fietsverbinding langs het spoor goed aangesloten worden op de binnenstad. Ook met het bestaande stadspark en met de zuidelijke woonwijken kunnen veilige verbindingen gerealiseerd worden. Op de grens van Turnhout met Vosselaar kan een stadsbos voor heel het stedelijk gebied ontwikkeld worden. Dit sluit perfect aan op de binnenstad en is via verschillende routes veilig te bereiken. Het randstedelijk groengebied binnen de zone Bentel en de groene vingers binnen de ontwikkeling Heyzijdse Velden vervolledigen dit geheel van recreatief bruikbare groenzones rondom het centrum. - verkeers- en vervoerstructuur Een hoogwaardig stedelijk en regionaal openbaar vervoerssysteem: Een tramverbinding tussen Antwerpen en het regionaalstedelijk gebied Turnhout kan op termijn een vervanger worden voor de reeds bestaande drukke buslijn tussen beiden. De N12 fungeert hierbij als drager. De locatie van de eindhalte valt best samen met de terminus voor het streekvervoer. Het Papenbruggeplein aan de zuidelijke ring kan hiervoor een goede locatie zijn in samenhang met de bovenlokale voorzieningen aan het stedelijk plateau. In afwachting van de tramverbinding wordt de N12 en eventueel stukken van de R13 uitgerust met een centrale vrijliggende busbaan. Dit concept is goedgekeurd in de streefbeeldstudie.

Verzorgen van functionele fietsverbindingen via veilige routes: Prioritaire aandacht moet uitgaan naar dagelijks wederkerende verkeersstromen zoals het schoolverkeer en de woon-werkverplaatsingen. Langs de hoofdverkeerswegen, zoals steenwegen en ring, dienen gescheiden fietspaden te worden voorzien. Bij belangrijke oversteken gaat de voorkeur uit naar ongelijkgrondse kruisingen. In de binnenstad dient de veiligheid te worden gegarandeerd door verminderen van de auto-intensiteit en het vertragen van de snelheid. Het mengen van het verkeer is bij de beperkingen van de ruimte in de binnenstad immers de enige oplossing om die bereikbaar te houden voor auto en voor fietsers.

2.1.4.2 Bindende bepalingen Selectie en categorisering van elementen van de gewenste ruimtelijke structuur Selectie van de Galgebeek-Meirgorenloop (B) als natte natuurverbinding tussen het bosreservaat Den Doolhof, het natuurreservaat Peerdsven, het beschermd landschap Boones Blijk, het randstedelijk groengebied de Wieltjes en het stadsbos. (natuurlijke structuur) Acties

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 15 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

Opmaken van Ruimtelijke Uitvoerings Plannen op gemeentelijk niveau: RUP Galgebeek i.v.m. de zonevreemde woningen in het parkgebied langs de N12.

2.1.5 Ruimtelijk Structuurplan Vosselaar In maart 2007 werd het GRS Vosselaar definitief goedgekeurd. Hierin werd de Visbeekvallei op de grens met Turnhout in de gewenste ruimtelijke structuur als Groene, recreatieve gordel aangeduid. Deze zone krijgt het beeld van een stadsbos voor heel het stedelijk gebied, waarin een aantal recreatieve voorzieningen vervat zitten. Bestaande en al dan niet nieuwe activiteiten worden verbonden met aangename wandel- en fietspaden. Het overgrote deel van deze band behoudt het natuurlijke karakter. Ten aanzien van zonevreemde woningen formuleert het ruimtelijk structuurplan Vosselaar een duidelijk uitgangspunt: bijkomende woningen buiten de juridische vastgestelde gebieden zijn niet meer mogelijk; bestaande vergunde woningen krijgen een gebiedsgerichte rechtszekerheid. Om rechtszekerheid te bieden worden binnen de gemeente Vosselaar ontwikkelingsperspectieven opgesteld enerzijds voor verspreide zonevreemde woningen, anderzijds voor ruimtelijke concentraties, omdat dit een verschillende problematiek betreft. Als basis voor de ontwikkelingsperspectieven vertrekt Vosselaar van de principes zoals vermeld in het huidige decreet op zonevreemde woningen. Toch is de gemeente van mening dat deze principes verder gedetailleerd moeten worden. Op de grens met de gemeente Turnhout bevinden zich woonconcentraties buiten ruimtelijk kwetsbare gebieden en recreatiegebieden . Voor deze woningen worden de principes gehanteerd voor zonevreemde woningen buiten ruimtelijk kwetsbare gebieden en recreatiegebieden. Aanvullend worden hier het oprichten van afzonderlijke bijgebouwen , binnen een afstand van 50m vanaf de rooilijn toegestaan; De woonconcentraties zullen in het kader van een RUP nader onderzocht worden tot op perceelsniveau. Daarbij wordt nagegaan of bepaalde woningen kunnen behoren tot een woonkorrel. De voorwaarde is dat er minimum 5 woningen, gelegen aan een uitgeruste weg, al dan niet gecombineerd met woningen binnen de juridisch vastgestelde woongebieden, kunnen worden afgebakend. 2.2 Streefbeeld N12 In december 2005 werd door Stramien i.s.m. Vectris een Ruimtelijk Streefbeeld R13 – N12 – N19 – N132 – N140 – Ring van Turnhout en omgeving opgemaakt. De macrostructuur van Turnhout en haar omgeving wordt gekenmerkt door drie oost-west- assen. Karakteristiek aan deze oost-west-structuur is de directe nabijheid, zowel van de rust en de openheid van de natuur (voornamelijk in het noorden) als van de dynamiek en bedrijvigheid van de stad en de economische activiteiten (voornamelijk ten zuiden). Beide sferen liggen overal in het stedelijk gebied op korte afstand, zijn bij wijze van spreken overal voelbaar aanwezig (te maken). Deze tweeledigheid maakt de kwaliteit van het wonen in het Turnhoutse zeer bijzonder, hierop wordt in de streefbeeldstudie verder gebouwd. Volgende elementen maken deel uit van de gewenste ruimtelijke structuur voor de N12 en haar omgeving:

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 16 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

- Doorlopende vrije busbaan , die op termijn kan omgebouwd worden tot trambaan of light-rail. - Accentuering van de doortocht van de dorpskern (tussen Molenstraat en Hofeinde). - Beperking van het aantal volwaardige kruispunten (alle bewegingen mogelijk), die dan wel extra beveiligd worden (lichtengeregeld). - Afsluiting van een aantal zijstraten (Dreef en Oudstrijdersstraat, Lindendreef, Koningslaan, Sint-Lambertusstraat (reeds afgesloten)) voor gemotoriseerd verkeer vanaf de N12 (enkel fietsers en voetgangers).: - Op de overige kruispunten is de centrale busbaan niet overrijdbaar voor autoverkeer: enkel rechts in, rechts uit. Voor fietsers en voetgangers is er wel een oversteekmogelijkheid .

Figuur 2-3: Synthese gewenste ruimtelijke structuur N12 - N 132 (bron: Stramien, Vectris) Het traject van de N12 is opgedeeld in een aantal segmenten waarvoor de gewenste ruimtelijke structuur verder in detail is uitgewerkt. Het plangebied ligt langs het segment tussen R13 en de Molenstraat . Hiervoor worden volgende maatregelen voorgesteld: - Ontwerpsnelheid 50 km/h. - Accentuering centrumgebied (meer stenig, samenhangend verblijfskarakter van gevel tot gevel). In de toekomst kan de handelsfunctie in dit gedeelte nog versterkt worden. Ook de relatie met de omgeving Cingel wordt versterkt (doortrekking centrumactiviteiten tot op de N12). - Centrale vrije busbaan (6 m + goten 30 cm). - Aan weerszijden een rijstrook (3 m). - De rijweg (asfalt) wordt gescheiden van de busbaan door middel van een verharde tussenberm met boomvakken. - De brede zijbermen bestaan uit een parkeerstrook met boomvakken, een vrijliggend fietspad en een voetpad.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 17 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

Ter hoogte van het Mariapark wordt het pleinkarakter versterkt, met aan weerszijden een bushalte met bijhorende voorzieningen (schuilhuis, fietsenstallingen, zitgelegenheid, groenstructuur…).

Figuur 2-4: Streefbeeld N12 - Segment tussen R13 en Molenstraat Prioriteiten Met het oog op een gefaseerde ontwikkeling of uitvoering van het streefbeeld zijn er prioriteiten opgesteld. Op middellange termijn kan het streefbeeld in een eerste fase gerealiseerd worden naar aanleiding van de aanleg van een vrije busbaan , die ten slotte op lange termijn kan omgebouwd worden tot trambaan . De timing hangt sterk af van prioriteiten die door De Lijn in de provincie vooropgesteld worden ter verbetering van de doorstroming van het openbaar vervoer en dient dan ook in een breder verband gesitueerd te worden (totaliteit van de as Antwerpen – Turnhout). Aanpak Om de verschillende maatregelen die het streefbeeld voorstelt tot uitvoering te brengen wordt een plan van aanpak voorgesteld. Hierin komen volgende aandachtspunten m.b.t. het studiegebied aan bod: - De toegang tot het stadsbos (met bijbehorende parking en dwarsende fietsroute) zal eveneens verder uitgewerkt worden in het kader van het inrichtingsplan voor dit stadsbos. Bijzondere aandacht gaat naar een veilige oversteekbaarheid op deze plek, vooral ook voor voetgangers en fietsers, en de integratie van een bushalte. - De Lijn zal, in samenspraak met het samenwerkingsverband stedelijk gebied Turnhout, een concept opzetten over de reorganisatie van het openbaar vervoer in de regio, gekoppeld aan de uitbouw van de openbaarvervoeras op de N12. In een eerste fase gaat het hier om de uitbouw van de vrije busbaan. Dit kan enkel mits totale herprofilering van de as, inclusief het vervangen van de huidige bomen door vier nieuwe rijen laanbomen. Zoals hoger gesteld moet de realisatie van een busbaan (later trambaan) bekeken worden voor de hele as Antwerpen – Malle – Turnhout. - Op lange termijn kan deze busbaan vervangen worden door een vrije trambaan . Dit kadert in de opvolging van het Pegasusplan , waarbij in eerste instantie de tram vanuit Antwerpen doorgetrokken wordt tot in , daarna tot in Malle, en uiteindelijk (volgens dit streefbeeld) tot in Turnhout. Module 8 is inzetbaar voor de realisatie van de vrije busbaan.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 18 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

2.3 Beleidskader natuur Natura 2000 Het plangebied bevindt zich niet in een speciale beschermingszone binnen het Europese ecologische netwerk Natura 2000. De betreffende Europese vogel- en habitatrichtlijnen zijn bijgevolg niet van toepassing. Ook in de nabijheid van het plangebied zijn geen vogel- en habitatrichtlijnen gelgen. Gebieden van het VEN Het plangebied is niet gelegen in VEN-gebied. Ook in de nabijheid van het plangebied zijn geen VEN-gebieden gelegen. Biologische waarderingskaart

Het plangebied wordt op de biologische waarderingskaart aangeduid als biologisch minder waardevol. Ten noorden van het plangebied bevindt zich een biologisch waardevolle en biologisch zeer waardevolle zone. 2.4 Beleidskader landschap en erfgoed Landschapsatlas

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 19 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

Het plangebied is gedeeltelijk gelegen binnen de relictzone “Bosgebied Galgeneinde, Kruisberg, Gierle Bos en Nonnenbossen”. Er bevinden zich geen ankerplaatsen volgens de landschapsatlas. Ten westen van het plangebied bevinden zich de puntrelicten “Villa Den Ouden Bareel”, ten zuiden “Villa des Chênes” en ten oosten het “Sint-Jozefscollege”.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 20 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

3 Bestaande juridische toestand

3.1 Positief planologisch attest met voorwaarden Door bvba Lauryssen – De Meester werd een aanvraag ingediend voor een planologisch attest voor het Restaurant Savoury. De opmaak van het RUP resulteert uit het positief planologisch attest dat op 21 april 2008 door het college van burgemeester en schepenen van de stad Turnhout werd afgeleverd, voor de bestaande toestand en de uitbreidingen op korte en lange termijn, onder volgende voorwaarden: - Het RUP wordt opgemaakt voor de volledige zonevreemde woningconcentratie, waarbij het restaurant omwille van historisch gegroeide en deels vergund / deels onvergund geachte situatie specifieke voorschriften krijgt. - Het RUP bestemd de strook openbaar domein langs de Galgenbeekweg tot groenstrook opdat het parkeren en leveren maximaal op het terrein van het restaurant moeten plaatsvinden en er een betere integratie kan zijn in de groene omgeving; - Het RUP houdt rekening met de ontwikkelingsmogelijkheden van de Galgebeek als natuurverbinding.

3.1.1 Inhoud en motivatie van de aanvraag Korte termijn Op korte termijn wenst het bedrijf in de eerste plaats een bestendiging van de bedrijfsactiviteiten op de huidige locatie. Daarnaast wenst men een uitbreiding van de keuken, een bijkomende berging en sanitair voor het personeel. Deze uitbreiding heeft een oppervlakte van ca. 48,5m² en sluit in noordelijke richting aan op het bestaande gebouw (zijde Galgenbeekweg). Door de geplande uitbreidingen zal men twee nieuwe werknemers aanwerven. Men verwacht geen toename van het aantal voertuigbewegingen. Lange termijn Er zijn geen ruimtelijke behoeften op lange termijn. 3.2 Gewestplan Op 30 september 1977 werd bij Koninklijk Besluit het gewestplan Turnhout goedgekeurd waartoe het plangebied behoort. De bestemming van het plangebied is parkgebied.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 21 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

3.3 BPA’s en RUP’s Het plangebied is niet gelegen binnen een BPA. Het plan is gelegen binnen het afbakening van het Regionaalstedelijk gebied Turnhout. In aansluiting met het studiegebied bevindt zich “deelplan 16 – Bosgebied Stadsbos Regionaalstedelijk gebied Turnhout”. 3.4 Vergunningstoestand Het restaurant werd ingericht in een villa die dateert van voor 1962 en waarin zich reeds lange tijd (van ruim voor 1984) een caféfunctie bevond. De commerciële functie kan om die reden als vergund geacht beschouwd worden. De parking voor 18 parkeerplaatsen in de tuin werd vergund in 2004.

De vergunningen voor de betrokken bebouwing zullen worden aangevuld.

3.5 Overige juridische aspecten Rooilijnen De Steenweg op Antwerpen heeft ter hoogte van het plangebied een ontworpen profiel van 26m. De ontworpen rooilijn ligt op 13m uit de as van de weg. De zone voor achteruitbouw bedraagt 8m zodat de minimum bouwlijn op 21m uit de as van de weg ligt. De Galgebeekweg. Atlas van de buurtwegen Het plangebied wordt begrensd door twee buurtwegen: - Weg nr 192 - Steenweg van Antwerpen naar Turnhout Erfdienstbaarheden Erfdienstbaarheidszone van 5m langs beide kanten van de Galgebeek gemeten vanaf de kruin van de waterloop.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 22 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

4 Samenvatting beleidskader en bestaande juridische toestand

Document Kenmerken Gewestplan Parkgebied Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen GRUP ‘Afbakening regionaalstedelijk gebied Turnhout’ (BVR 4 juni 2004) Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen geen Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen geen Algemene plannen van aanleg geen Bijzondere plannen van aanleg geen Niet-vervallen verkavelingen geen Stedenbouwkundige vergunningen ja Milieuvergunningen Ja Rooilijnplannen Galgebeekweg / Steenweg op Antwerpen Buurtwegen geen Beleidskader landbouw, natuur en bos Afbakening agrarische structuur geen Habitatrichtlijngebieden geen Vogelrichtlijngebieden geen Gebieden van het VEN/IVON geen Vlaamse of erkende natuurreservaten Geen Bosreservaten Geen Biologische waarderingskaart biologisch minder waardevol Beleidskader landschap en erfgoed Beschermde monumenten geen Beschermde landschappen geen Beschermde stad- en dorpsgezichten geen Bouwkundig erfgoed Appartementsgebouw Mys (1964) Traditioneel landschap “Land van Herentals-Kasterlee” Landschapsatlas Relictzone “Bosgebied Galgeneinde, Kruisberg, Gierle Bos en Nonnenbossen” Beleidskader water Polders en wateringen geen Beschermingszones grondwaterwinningen geen Bevaarbare waterlopen geen Geklasseerde waterlopen geen Risicozones voor overstromingen geen

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 23 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

5 Bestaande ruimtelijke structuur

5.1 Ruimtelijk functioneren en voorkomen van het plangebied Zie fotoreportage in bijlage Het plangebied bestaat uit twee delen: een oostelijk deel met woningen in aansluiting met de kern van Turnhout en een westelijk gelegen parkachtig gebied met een aantal zonevreemde woningen erin. Deze twee deelgebieden worden van elkaar gescheiden door de Galgebeek. De bouwhoogte van alle woningen in het plangebied is één of twee bouwlagen. Het oostelijke deel in aansluiting met de kern van Turnhout is een vrij dicht bebouwde zone waarin zowel eengezinswoningen als appartementen en het restaurant Savoury gelegen zijn. Op de achterste perceelsgrens van een aantal van de woningen en appartementen zijn garages ingeplant die via de Galgenbeekweg ontsloten worden. Via deze weg ontsluiten ook het personeel en de leveranciers van het restaurant. In functie hiervan werd de berm ter hoogte van het restaurant verhard met dolomiet. Het cliënteel bereikt het restaurant via de Steenweg op Antwerpen. In de zone voor het restaurant is een parking aangelegd. De Galgebeek kent een vrij smal profiel dat de scheiding vormt tussen de twee deelruimtes van het plangebied en een duidelijk ruimtelijk grensstellend element vormt voor de verharding van de Galgenbeekweg en het woongebied ten noorden van het plangebied. Het westelijk gelegen deel van het plangebied bestaat uit bebost parkgebied met daarin 6 zonevreemde woningen. Drie van deze woningen bevinden zich in de nabijheid van de Galgenbeek. Meer naar het westen, in aansluiting met de Steenweg op Antwerpen en een monumentale beukendreef, liggen nog twee woningen. Deze woningen hebben achteraan op hun perceel garages ingeplant die via een bosweg ontsloten worden. Geheel in het westen ligt ten slotte een groot als tuin ingericht perceel met in het midden daarin de zesde woning. De Galgenbeekweg vormt de noordelijk grens van het plangebied en al haar deelzones. Het oostelijk deel van deze weg, tot aan het restaurant, is verhard met asfalt over een breedte van 7m. Het openbaar domein heeft hier een breedte van 14. Ten westen van het restaurant Savoury gaat de asfaltverharding over in een bospad in kiezelverharding. In het westen sluit de Galgenbeekweg aan op de Oudebaan te Vosselaar. De Galgenbeekweg wordt gebruikt als ontsluitingsweg voor gemotoriseerd plaatselijk verkeer en als doorgaande fiets- en voetgangersverbinding parallel aan de Steenweg op Antwerpen. In de westelijke deelzone zijn obstakels op de Galgenbeekweg geplaatst die doorgaand gemotoriseerd verkeer verhinderen. 5.2 Mobiliteitsprofiel Het plangebied is gelegen langs de Steenweg op Antwerpen die in zuidelijke richting via andere gewestwegen ontsluit op de E 34. De N12 werd in het RSP-A geselecteerd als secundaire weg type III en zorgt voor een goede bovenlokale ontsluiting. Deze weg sluit aan op de ring rond Turnhout (R13) en vormt er een belangrijk knooppunt dat de toegang tot het stedelijk gebied accentueert. Op lokaal niveau wordt het plangebied ontsloten via de Galgenbeekweg en rechtstreeks op de Steenweg op Antwerpen. Met name de garages van het oostelijk deelgebied ontsluiten via de Galgenbeekweg. In het westelijk deelgebied speelt deze weg een belangrijke rol als fiets- en voetgangersverbinding. De beukendreef, centraal in het westelijk deelgebied, kan aangewend worden als toegangspoort tot het stadsbos.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 24 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

6 Gewenste ruimtelijke structuur

6.1 Visie en ruimtelijke structuur

6.1.1 Randvoorwaarden planologisch attest In het planologisch attest, afgeleverd voor het restaurant Savoury, zijn een aantal randvoorwaarden opgelegd die in het RUP dienen meegenomen te worden. Het gaat om volgende voorwaarden: - Behoud van het restaurant op de huidige locatie; - Een beperkte uitbreiding op korte termijn: - Keuken, bijkomende berging en sanitair met een totale oppervlakte van 48,5m² in de noordelijke richting, in aansluiting met het bestaande gebouw; - Geen uitbreidingsmogelijkheden op lange termijn; - Voorzien van ontwikkelingsperspectieven voor de zonevreemde woningen in aansluiting met het restaurant conform de ontwikkelingsperspectieven in het GRS; - Het als groenzone bestemmen van de strook openbaar domein langs de Galgenbeekweg opdat het parkeren en leveren maximaal op het terrein van het restaurant moeten plaatsvinden en er een betere integratie kan zijn in de groene omgeving; - Voorzien van ontwikkelingsmogelijkheden voor de Galgebeek als natuurverbinding; De beperkte uitbreiding is een verplichting om aan de HACCP (Hazard Analysis Critical Control Points) te voldoen en is noodzakelijk om de uitbating van het restaurant te mogen verderzetten.

6.1.2 Overige randvoorwaarden Naast de randvoorwaarden geformuleerd in het kader van het planologisch attest zijn er ook van uit de beleidscontext, relevante studies en vanuit het overleg in het kader van dit RUP een aantal randvoorwaarden en visie-elementen gesteld: - Uitbouw toegangspoort tot stadsbos aan de N12; - Uitbouw N12 als openbaarvervoersas; - Bouwvrije strook langs N12 (21m uit de as van de weg);

6.1.3 Concepten De hierboven geformuleerde randvoorwaarden worden samengevat in een aantal concepten. Deze concepten formuleren de visie voor het plangebied en haar deelgebieden. Ruimtelijke differentiatie in twee deelruimten De Galgebeek vormt ten noorden van het plangebied de grens tussen woongebied en parkgebied. Deze begrenzende functie zal ook in het plangebied doorgetrokken worden. De Galgenbeek vormt een scherpe scheiding tussen een westelijke en oostelijke deelruimte. De oostelijke deelruimte sluit aan op het woongebied en krijgt met het woongebied verzoenbare

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 25 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

ruimtelijke mogelijkheden en functies. Het westelijk deel maakt deel uit van een groot aaneengesloten parkgebied dat gedeeltelijk tot het stadsbos behoort. Hier worden beperkte ontwikkelingsmogelijk- heden vooropgesteld. Centraal in dit westelijk deel reikt het stadsbos tot aan de N12. Hier kan een poortfunctie tot het bos worden uitgebouwd. Ontwikkeling als woongebied met stedelijke functies Het oostelijk deelgebied wordt omgevormd naar woongebied in aansluiting met het stedelijk gebied. Zowel eengezinswoningen als meergezinswoningen zijn in dit gebied toegelaten. Deze kunnen via de Galgenbeekweg ontsluiten. Naast wonen kunnen ook andere stedelijke functies zoals horeca, handel, kantoorfuncties en diensten worden toegelaten op voorwaarde de ontsluiting van deze functies wordt afgestemd op de N12. Parkgebied met residentiële functie in harmonie met het stadsbos In het westelijk deelgebied wordt de bos- en parkfunctie als hoofdbestemming behouden. Als ondergeschikte functie wordt wonen in deze zone toegelaten. De bestaande woningen krijgen beperkte ontwikkelingsmogelijkheden conform het decreet ruimtelijke ordening. Ontwikkeling stadsbos en Valleien als groene randvoorwaarden Voor de ontwikkeling van het stadsbos is een uitgebreide visie uitgewerkt. De ontwikkelingen van het plangebied worden hierop afgestemd. Belangrijke hierbij is de poortfunctie tot het stadsbos die zich thv de N12 situeert. De Galgenbeek is als natte natuur- verbinding geselecteerd in het GRS, de Visbeek als natuurverbinding in het PRSA. Om deze ambitie waar te maken wordt er langs beide zijden van deze beken voldoende ruimte geboden om ze als een groen-blauwe aders uit te bouwen. N12 en fietsverbinding als primaire ontsluiting De N12 vormt de primaire ontsluiting van het plangebied waarop zoveel als mogelijk moet aangetakt worden. De Galgen- beekweg ontsluit de residentiële functie en beperkte leveringen aan de activiteiten in

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 26 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

het oostelijk deelgebied. De bermen van de Galgenbeek worden verplicht groen ingericht, hierop kan niet geparkeerd worden. De fietsverbinding via de Galgenbeekweg en het verlengde ervan wordt behouden en gevrijwaard van gemotoriseerd verkeer. Optimale inrichtingsmogelijkheden worden nagestreefd. Langs de N12 wordt een bouwvrije strook van 21m uit de as van de weg gevrijwaard. 6.2 Motivatie planopties

6.2.1 Ontwikkeling stedelijke functies (Motivatie t.a.v. afbakening regionaalstedelijk gebied) Het plangebied valt geheel binnen de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Turnhout. Binnen deze afbakening is er ruimte voor het ontwikkelen van stedelijke functies. In dat opzicht worden er in het oostelijk deelgebied, dat ruimtelijk-morfologisch deel uit maakt van de kern van Turnhout, naast residentiële functies ook andere stedelijke functies toegelaten. Dit deelgebied sluit bovendien aan op het knooppunt van de N12 en de ring dat als concentratiepunt voor stedelijke activiteiten uitgebouwd kan worden (GRS). De opvang van stedelijke functies kan ook onderbouwd worden vanuit de visie voor de N12 (GRS). Deze as wordt immers gezien als de ruggengraat van de bestaande structuurbepalende stedelijke oost-west band die versterkt kan worden.

6.2.2 Motivatie planopties t.a.v. stadsbos Het stadsbos maakt deel uit van een groene sikkel tussen Beerse/Vosselaar en Turnhout/Oud-Turnhout die niet (verder) bebouwd mag worden. In de visie voor het stadbos wordt een toegang tot het bos ter hoogte van het plangebied (beukendreef centraal in westelijke deelruimte) vooropgesteld. Om de recreatieve, educatieve en ecologische ambities voor het stadsbos mogelijk te maken werden in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (deelplan 16) voor het regionaalstedelijk gebied Turnhout vrij gedetailleerde voorschriften uitgewerkt. Deze laten toe om de visie voor het stadsbos uitvoerbaar te maken. In dat opzicht lijkt het aangewezen om het GRUP uit de plancontour van het gemeentelijk RUP uit te sluiten gezien er in de voorschriften van het gemeentelijk RUP geen meerwaarde voor het stadsbos verwezenlijkt kan worden. Op deze wijze wordt de ontwikkeling van het stadsbos niet gefragmenteerd, wat overeenstemt met de visie van ANB.

6.2.3 Ontwikkelingsmogelijkheden westelijk deelgebied Het westelijk deel van het plangebied is niet volledig opgenomen binnen het GRUP. In de deelgebieden die niet zijn opgenomen binnen het GRUP worden de ontwikkelings- mogelijkheden afgestemd op de visie van het stadsbos en met de ontwikkelings- mogelijkheden voor de zonevreemde woningen conform het decreet RO. Dit deelgebied wordt beschouwd als een overgangszone tussen de kern van Turnhout en het stadsbos. De ontwikkeling van de zonevreemde woningen die in deze deelruimte liggen mag de natuurwaarde van het stadsbos niet aantasten. In dat opzicht wordt er voor geopteerd om de ontwikkelingsmogelijkheden conform het DRO over te nemen. Hierdoor wordt er enerzijds rechtszekerheid geboden aan de eigenaars van de zonevreemde woningen en anderzijds de zone behoed voor verdere verdichting.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 27 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

7 Watertoets

De laatste jaren is de maatschappelijke interesse voor de waterhuishouding steeds toegenomen. Deze bezorgdheid is uitgemond in het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003). Artikel 4 van dat decreet geeft de doelstellingen van het integraal waterbeleid weer: " Art. 4. Integraal waterbeleid is het beleid gericht op het gecoördineerd en geïntegreerd ontwikkelen, beheren en herstellen van watersystemen met het oog op het bereiken van de randvoorwaarden die nodig zijn voor het behoud van dit watersysteem als zodanig, en met het oog op het multifunctionele gebruik, waarbij de behoeften van de huidige en komende generaties in rekening wordt gebracht ." Artikel 8 van dat decreet legt de watertoets op voor elk plan. Op basis van de actuele watertoets (kaarten www.watertoets.be, stand van zaken april 2008) wordt gekeken naar een aantal indicatoren inzake gevoeligheid voor ingrepen van grond- en oppervlaktewater. De gevoeligheid is hierbij vaak gerelateerd aan de betrokken bodemopbouw en bodemsoort. 7.1 Grondwaterstromingsgevoelige gebieden

De kaart met de gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming. De richtlijnen voor de watertoets houden rekening met een differentiatie van Vlaanderen in 3 types van gebieden, volgens de aard van gevoeligheid voor grondwaterstroming. Type 1: zeer gevoelig De zeer gevoelige gebieden zijn afgebakend aan de hand van de kaart van de Natuurlijk Overstroombare Gebieden (NOG kaart). De NOG-kaart is gebaseerd op de bodemkaart waarbij de bodemprofielen van alluviale, colluviale en poldergronden afgebakend zijn. De NOG gebieden met uitzondering van colluvia zijn afgebakend als type 1-gebied. Indien er in type 1 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 3m of een horizontale lengte van meer dan 50m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Type 2: matig gevoelig

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 28 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

Onder de matig gevoelige gebieden vallen alle gebieden die niet tot type 1 (zeer gevoelig) of type 3 (weinig gevoelig) behoren. Indien er in type 2 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 5 m en een horizontale lengte van meer dan 100m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Type 3: weinig gevoelig Onder de weinig gevoelige gebieden vallen alle gebieden waar er een aquitard (meestal een kleilaag) op geringe diepte voorkomt of het grondwaterpeil diep staat en die niet tot type 1 (zeer gevoelig) behoren. Indien er in type 3 gebied een ondergrondse constructie gebouwd wordt met een diepte van meer dan 10m en een horizontale lengte van meer dan 50m dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie. Het plangebied is matig gevoelig voor ingrepen op de grondwaterstroming. 7.2 Infiltratiegevoeligheid

De kaart met de infiltratiegevoelige bodems ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt. Bovendien staat infiltratie in voor de aanvulling van de grondwatervoorraden en zodoende voor het tegengaan van verdroging van watervoerende lagen en van waterafhankelijke natuur. De kaart met infiltratiegevoelige bodems en behoeve van de watertoets werd afgeleid van de bodemkaart. Ze bestaat uit twee types gebieden: - Gebieden met de infiltratiegevoelige bodems - Gebieden met de niet-infiltratiegevoelige bodems De watertoetskaart met infiltratiegevoelige gebieden heeft tot doel om richtinggevend te zijn voor individuele ingrepen op lokaal niveau. Bij dergelijke ingrepen moet beslist worden of de aanleg van infiltratievoorzieningen of waterdoorlatende verhardingen al dan niet zinvol zijn, en of er mogelijk schadelijke effecten kunnen optreden naar het grondwater toe zowel kwantitatief als kwalitatief bij het al dan niet aanleggen van dergelijke voorzieningen. Het plangebied is aangeduid als een infiltratiegevoelige zone. Verharding van deze zones noopt tot het voorzien van extra buffering.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 29 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

7.3 Erosiegevoeligheid

De afbakening van de erosiegevoelige gebieden heeft tot doel om belangrijke wijzigingen in bodemgebruik, die mogelijk aanleiding kunnen geven tot versnelde afstroming van oppervlaktewater van hellingen en tot afspoeling van bodemdeeltjes, voorafgaandelijk aan een vergunning of de goedkeuring van een plan of programma, voor advies voor te leggen aan de afdeling land van AMINAL. Binnen het plangebied zijn geen erosiegevoelige zones aangeduid. 7.4 Overstromingsgevoeligheid

Deze kaart werd opgemaakt ten behoeve van de watertoets en geeft de overstromings- gevoelige gebieden tot op perceelsniveau weer. De kaart bevat de effectief overstromings- gevoelige gebieden (donkerblauwe laag) en de mogelijk overstromingsgevoelige gebieden (lichtblauwe laag). De mogelijk overstromingsgevoelige gebieden (lichtblauwe laag) zijn samengesteld uit de van nature overstroombare gebieden (NOG, exclusief colluvia), de potentiële overstromingsgebieden (POG) en de mijnverzakkingsgebieden (MVG), doch die buiten de

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 30 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

effectief overstromingsgevoelige gebieden vallen. Deze 3 gebieden werden samengevoegd tot 1 kaartlaag. Uit die kaartlaag werden de gebieden verwijderd die volgens hun bestemming reeds ingenomen zijn voor bebouwing en infrastructuur. De effectief overstromingsgevoelige gebieden zijn samengesteld via de omhullende contour van de geactualiseerde ROG- en MOG-kaarten. Dit is gerechtvaardigd omdat alle uitgangskaarten gebaseerd zijn op het DHM-Vlaanderen met een resolutie van 5m. Bovendien bevatten de nieuwe ROG- en MOG-kaarten voortaan enkel nog die gebieden die met een zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, overstromingsgevoelig zijn. Door gebruik te maken van de omhullende contour kan de ROGDHM05-kaart de MOG-kaart aanvullen en vice versa. Het plangebied is volledig gelegen in niet overstromingsgevoelig gebied. 7.5 Conclusie Uit bovenstaande kaarten kan afgeleid worden dat de verwezenlijking van het RUP slechts een minimale invloed zullen hebben op de waterhuishouding van het gebied. Gezien de infiltratiegevoeligheid is het nodig aandacht te besteden aan de verharding van het terrein. Nieuwe verhardingen zullen daarom in waterdoorlatende materialen worden aangelegd. Daarnaast wordt de mogelijkheid voor de aanleg van buffervoorzieningen in de groenstroken voorzien. Grootschalige ondergrondse constructies zijn binnen de kader van dit RUP niet mogelijk, bijgevolg is het niet nodig extra aandacht aan de grondwaterstromingsgevoeligheid te besteden.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 31 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

8 Onderzoek tot m.e.r.

De potentiële milieueffecten van het plan worden besproken aan de hand van het stappenplan zoals voorgesteld in de ‘Handleiding plan-m.e.r. voor ruimtelijke uitvoeringsplannen’ uitgegeven door het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed (d.d. 21-10-2008).

8.1 Bepalen van de plan-MER-plicht

Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s door de Vlaamse Regering op 12 oktober 2007 1, moet de initiatiefnemer van een plan met – mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen, deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart brengen.

Ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvan de plenaire vergadering plaats vindt na 1 juni 2008, moeten aan de nieuwe regelgeving voldoen. Er geldt evenwel enkel een plan-MER-plicht voor deze plannen en programma’s die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Om al dan niet te kunnen besluiten tot een plan-MER-plicht moeten geval per geval de volgende drie stappen doorlopen worden: • Stap 1: valt het plan onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM) ? >> RUP’s vallen onder deze definitie; • Stap 2: valt het plan onder het toepassingsgebied van het DABM ? >> dit is het geval indien: o Het plan het kader vormt voor de toekenning van een vergunning (steden- bouwkundige, milieu-, natuur-, kap-,…) aan een project; o Het plan mogelijk betekenisvolle effecten heeft op speciale beschermingszones waardoor een passende beoordeling vereist is.

Gemeentelijke ruimtelijk uitvoeringsplannen vormen plannen die het kader vormen voor de toekenning van een stedenbouwkundige vergunning, die pas kan worden verleend als het voorgenomen project zich in de bestemming bevindt die overeenstemt met de bestemming vastgelegd in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Het RUP vormt dus het kader op basis waarvan de stedenbouwkundige vergunning toegekend wordt. Het RUP Galgebeek valt bijgevolg onder het toepassingsgebied van het DABM . • Stap 3: valt het plan onder de plan-MER-plicht ? >> Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen: o Plannen die “van rechtswege” plan-MER-plichtig zijn (geen voorafgaande “screening” vereist):  Plannen die het kader vormen voor projecten uit bijlage I of II van het BVR van 10 december 2004 (project-MER-plicht) én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden én betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening (een RUP voldoet per definitie aan deze laatste voorwaarde);

1 De Vlaamse Regering keurde op 12 oktober 2007 het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s goed. Dit besluit geeft uitvoering aan het decreet van 27 april 2007, het zogenaamde plan-MER-decreet, en trad in werking op 1 december 2007. Artikel 49 inzake de overgangsregeling van plan- MER’s voor RUP’s zoals vermeld in het programmadecreet van 25 mei 2007 (publicatie B.S. 19/06/2007), stelt dat de betreffende nieuwe regelgeving van toepassing is op ruimtelijke uitvoeringsplannen, waarvan de plenaire vergadering gehouden wordt zes maanden na de datum van inwerkingtreding van het besluit, dus zijnde 1 juni 2008.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 32 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

 Plannen waarvoor een passende beoordeling vereist is; o Plannen die niet onder de vorige categorie vallen en waarvoor geval per geval moet geoordeeld worden of ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben >> “screeningplicht” o Plannen voor noodsituaties (niet plan-MER-plichtig, maar hier niet relevant).

Op basis van de huidige kennis en stand van zaken betreffende de opmaak van het RUP Galgebeek kunnen we stellen dat het RUP niet van rechtswege plan-MER- plichtig is , immers: - De ontwikkeling van het gebied vormt niet het kader voor projecten uit bijlage I of II van het BVR van 10 december 2004 (project-MER-plicht).

- Aangezien het plangebied zich niet in of in de nabije omgeving van een Natura 2000-gebied bevindt is geen passende beoordeling vereist.

Het RUP Galgebeek valt evenwel onder plannen en programma’s waarvoor geval per geval moet geoordeeld worden of ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben (= ‘screeningsplichtige plannen’). Overeenkomstig hoofdstuk II artikel 3 §1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s, raadpleegt de initiatiefnemer (de gemeente Turnhout) hiertoe op eigen initiatief en uiterlijk op het ogenblik dat hij de doelstellingen en de reikwijdte van het voorgenomen plan kan afbakenen, de volgende instanties:

o 1° de deputatie van de provincie, waarop het voorg enomen plan of programma milieueffecten kan hebben; o 2° de betrokken instanties afhankelijk van de ligg ing en de mogelijk te verwachten aanzienlijke effecten van het voorgenomen plan of programma op in voorkomend geval de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed, het landschap en de mobiliteit. Er werd een selectie van de relevante betrokken instanties die in het licht van het onderzoek naar de plan-MER-plicht dienen aangeschreven te worden, gemaakt. Het betreft:  Het Provinciebestuur Antwerpen Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit;  Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Vosselaar;  Het Agentschap R-O Antwerpen  Het Agentschap R-O Antwerpen, afdeling Onroerend Erfgoed;  Het Agentschap Wegen en Verkeer, Buitendienst Antwerpen;  Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) Antwerpen;  De afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid, Dienst Hinder en Risicobeheer van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE);  De afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Veiligheidsrapportage (VR) van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE);  De afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen (BGP) van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE);  De afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen, Dienst Ondergrond Vlaanderen van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE)  Het Departement MOW, Mobiliteit en Verkeersveiligheid Antwerpen;

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 33 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

 Het departement RWO afdeling Woonbeleid;  Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, afdeling Toezicht Volksgezondheid Antwerpen  De Afdeling Operationeel Waterbeheer van de Vlaamse Milieumaatschappij. Dit “verzoek tot raadpleging” is voorzien om de instanties toe te laten de gegevens met betrekking tot het studiegebied waarover zij beschikken, die eventueel nog niet bekend zouden zijn bij de initiatiefnemer of de Dienst Mer, aan de initiatiefnemer over te maken zodat de Dienst Mer een gefundeerde beslissing kan nemen over de plan-MER-plicht van het voorgenomen plan.

In de volgende paragrafen wordt het screeningsonderzoek, ook wel het onderzoek naar het voorkomen van aanzienlijke milieueffecten als gevolg van het plan, gevoerd. 8.2 Potentiële milieueffecten van het plan

8.2.1 Indeling in planonderdelen Een planonderdeel voor het ‘onderzoek tot m.e.r.’ is een gedeelte van het grafisch plan van het RUP waarvoor het volgende geldt:  Het verschil tussen de mogelijkheden van het geldend verordenend plan en de mogelijkheden van het voorgenomen plan is voor heel het planonderdeel gelijk  De verhouding tussen de bestaande toestand en de mogelijkheden uit het voorgenomen RUP is voor heel het planonderdeel gelijk Het grafisch plan bestaat uit één of meer planonderdelen. Planonderdelen kunnen overlappen, bijvoorbeeld in het geval van overdrukken of reservatiestroken.

In functie van de screening kunnen vier planonderdelen worden onderscheiden: 1. Het bevestigen van het grootste gedeelte parkgebied ten westen van de Galgebeek (met uitzondering van het uitgesloten GRUP-gedeelte ‘stadsbos’) en de Galgebeek zelf. 2. Het herbestemmen van een deel van de parkzone naar woongebied, in kader van de bestendiging en verdere exploitatie van het Restaurant Savoury. 3. Het herbestemmen van een deel van de parkzone naar woongebied, ter hoogte van de aanwezige zonevreemde woningconcentratie ten oosten van het Restaurant Savoury. 4. Het bevestigen van een ‘zone voor waterloop’. Voor elk van deze planonderdelen worden de huidige toestand (zie Figuur 8-1), het geldend plan (zie Figuur 8-2) en het voorgenomen plan (zie Figuur 8-3) vergeleken met elkaar.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 34 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

Figuur 8-1: bestaande toestand

Figuur 8-2: geldend plan (projectgebied aangeduid zwart gestreept)

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 35 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

Figuur 8-3: voorgenomen plan

Met behulp van een indicatorenset wordt de afwijking van het desbetreffende planonderdeel t.o.v. de bestaande toestand en het geldend plan besproken.  Indicator 1: Activiteiten Zijn er verschillen tussen de stedenbouwkundig vergunbare activiteiten uit het huidig geldend plan en de stedenbouwkundig vergunbare activiteiten uit het voorgenomen plan?  Indicator 2: Bodemafdekking Laat het voorgenomen plan ten opzichte van het geldend plan een wijziging toe van de totale bodemafdekking binnen het planonderdeel?

Bodemafdekking is elke ingreep waardoor regenwater niet langer rechtstreeks in de bodem kan dringen, zoals ondermeer het geval is bij gebouwen, verhardingen, vijvers met vijverfolie of klei, serres en plastiektunnels.  Indicator 3: Bestaande toestand Is het doel van het voorgenomen plan enkel de bestendiging van de huidige stedenbouwkundig vergunde of vergund geachte toestand?

De afwijking zal meestal van planonderdeel tot planonderdeel variëren. Ook de wijze waarop de bespreking van de milieudisciplines moet gebeuren zal niet altijd gelijk zijn. We onderscheiden 3 gradaties: 1. Het voorgenomen plan heeft voor dit planonderdeel vermoedelijk geen milieueffecten. Voor dit planonderdeel volstaat een algemene bespreking van de verhouding tussen het geldend plan en het voorgenomen plan. 2. Het voorgenomen plan heeft voor dit planonderdeel milieueffecten die vermoedelijk niet significant zijn. Voor dit planonderdeel is een meer uitgebreide bespreking van de verhouding tussen het geldend plan, het voorgenomen plan en de bestaande toestand als referentietoestand gewenst. 3. Het voorgenomen plan heeft voor dit planonderdeel milieueffecten die significant kunnen zijn. Voor dit planonderdeel is een bespreking per

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 36 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

milieudiscipline gewenst om aan te tonen dat er geen vermoeden is van significante milieueffecten. Weergave in een matrix:

Tabel 8-1: matrix voor indeling van een RUP i.f.v. het onderzoek tot m.e.r 2.

Voor de onderscheiden planonderdelen geeft dit:

Tabel 8-2: vergelijking van planonderdelen met bestaande toestand d.m.v. indicatorenset Planonderdeel Activiteiten Bodemafdekking Bestaande toestand 1. Parkgebied nee nee ja 2. Restaurant ja ja nee 3. Woningen ja ja nee 4. Waterloop nee nee ja

Uit Tabel 8-1 en Tabel 8-2 blijkt dat het voorgenomen plan voor de planonderdelen ‘’2. Restaurant” en “3. Woningen” milieueffecten aantoont die significant kunnen zijn. Een bespreking per milieudiscipline is gewenst om aan te tonen dat er geen vermoeden is van significante milieueffecten.

De planonderdelen “1. Parkgebied” en “4. Waterloop” vertonen volgens de gegevens uit de matrix vermoedelijk geen effecten. Voor deze plangebieden volstaat een algemene bespreking van de verhouding tussen het geldend plan en het voorgenomen plan. 8.2.2 Planonderdelen “ 1. Parkgebied ” en “ 4. Waterloop “ De Galgebeek vormt ten noorden van het plangebied de grens tussen woongebied en parkgebied. Deze begrenzende functie wordt ook in het plangebied doorgetrokken. De Galgebeek vormt een scherpe scheiding tussen een westelijke en oostelijke deelruimte. De oostelijke deelruimte sluit aan op het woongebied en krijgt met het woongebied verzoenbare ruimtelijke mogelijkheden en functies (cfr. Planonderdelen 2 en 3). Het westelijk deel maakt deel uit van een groot aaneengesloten parkgebied dat gedeeltelijk tot het stadsbos behoort. Hier worden de beperkte ontwikkelingsmogelijkheden behouden, zoals die reeds vandaag bestaan (planonderdelen 1 en 4). Centraal in dit westelijk deel reikt het stadsbos tot aan de N12. Voor de ontwikkeling van het stadsbos is een uitgebreide visie uitgewerkt. De ontwikkelingen van het plangebied

2 kolom 1: voorstel van indeling met kleurcodes ter verduidelijking; Rij 1: de hoger vermelde indicatoren; grijze arcering geeft aan welke vakken nodig zijn om tot de indeling te komen

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 37 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

worden hierop afgestemd. Belangrijk hierbij is dat de poortfunctie tot het stadsbos zich t.h.v. de N12 situeert. Om de recreatieve, educatieve en ecologische ambities voor het stadsbos mogelijk te maken werden in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (deelplan 16) voor het regionaalstedelijk gebied Turnhout vrij gedetailleerde voorschriften uitgewerkt. Deze laten toe om de visie voor het stadsbos uitvoerbaar te maken. Om die reden werd besloten om het GRUP uit de plancontour van het gemeentelijk RUP uit te sluiten, gezien er in de voorschriften van het gemeentelijk RUP geen meerwaarde voor het stadsbos verwezenlijkt kan worden. Op deze wijze wordt de ontwikkeling van het stadsbos niet gefragmenteerd, wat overeenstemt met de visie van het Agentschap Natuur en Bos. Zowel planonderdeel “1. Parkgebied” als “4. Waterloop” zijn momenteel bestemd als “parkgebied”. De term parkgebied wordt niet nader omschreven door het K.B. van 28 december 1972, zodat mag worden aangenomen dat men het begrip moet begrijpen in zijn spraakgebruikelijke betekenis, m.a.w.: “het terrein dat men door beplanting met bomen en heesters tot een publieke wandelplaats heeft ingericht”. Parkgebieden moeten in hun staat worden bewaard of bestemd om zodanig ingericht te kunnen worden, zodat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen 3. Dit betekent dat de gebieden die bestemming ‘parkgebied’ hebben gekregen, als dusdanig moeten beschermd of ingericht worden dat ze daadwerkelijk hun functie ten behoeve van de gehele bevolking kunnen vervullen. Het spreekt derhalve voor zich dat geen handelingen of werken kunnen worden toegelaten die de sociale functie van een parkgebied in gevaar brengen. Zulks impliceert evenwel niet dat daarom een absoluut bouwverbod zou gelden in parkgebieden 4. Met het RUP “Galgebeek” wordt binnen het planonderdeel “1. Parkgebied” de bestemming ‘parkgebied’ niet opgeheven, wel worden de reeds aanwezige woningen erin verankerd (‘parkgebied met residentieel karakter’). Er werd gehouden aan de voorwaarden zoals gesteld bij de aanduiding ‘parkgebied’ en de stedenbouwkundige voorschriften werden meer verfijnd en afgestemd aan het decreet Ruimtelijk Ordening. Hierbij werden de nodige beperkingen opgelegd m.b.t. uitbreidingen etc., waardoor gesteld kan worden dat de (her)bestemming van dit planonderdeel (‘parkgebied’ naar ‘parkgebied met residentieel karakter’) geen of heel beperkte wijzigingen t.o. v. de bestaande toestand en het geldend plan teweeg brengt. Het RUP “Galgebeek” maakt ook nog een verdere verfijning voor de bestemming van de Galgebeek (of Visbeek) mogelijk ( planonderdeel “4. Waterloop” ). Er wordt een “zone voor waterloop” bestemd, voor waterberging en afvoer van het oppervlaktewater voor de hoger gelegen gronden. Deze zone heeft een breedte van 2,5m t.o.v. de as van de waterloop (tenzij anders aangegeven op het grafisch plan). In deze zone zijn alle constructies en werken toegelaten voor de inrichting, de veiligheid en het beheer van de waterloop. Overbruggingen van de waterloop zijn toegestaan. De oeverzones worden zoveel als mogelijk volgens de principes van natuurtechnische milieubouw ingericht. Binnen deze zone is het oprichten van niet aan de waterloop gerelateerde constructies of het plaatsen van niet verplaatsbare afsluitingen niet toegelaten. Natuurontwikkeling is mogelijk in deze zone. De oevers krijgen een natuurlijk karakter. Deze ontwikkelingsmogelijkheden liggen volledig in lijn met de voorwaarden binnen het ‘parkgebied’.

8.2.3 Planonderdelen “ 2. Restaurant “ en “ 3. Woningen “ Ook de planonderdelen “2. Restaurant” en “3. Woningen” zijn momenteel bestemd als ‘parkgebied’. In tegenstelling tot de planonderdelen “1. Parkgebied” en “4. Waterloop” is dit gebied enkel op papier nog “park”, in realiteit worden de gebieden, zoals hun naam verraadt, ingenomen door een restaurant en een woningconcentratie.

De term ‘parkgebied’ werd reeds in bovenstaande verduidelijkt. Het restaurant en de woningen die momenteel binnen dit parkgebied gelegen zijn, horen er volgens de definitie niet in thuis, waardoor deze onder de noemer “zonevreemd” vallen. Het RUP “Galgebeek” herbestemd de planonderdelen “2. Restaurant” en “3. Woningen” van ‘parkgebied’ naar ‘zone voor wonen’, waardoor de aanwezige gebouwen niet meer zonevreemd zijn, en meer ontwikkelingsmogelijkheden krijgen. In deze ‘zone voor wonen’ worden zowel ééngezins-

3 Aet. 14.4.4 K.B. 28 december 1972 4 R.v.St., Delwaide, nr. 26.910, 23 september 1986

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 38 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

als meergezinswoningen toegestaan. Ook horeca, kantoren, diensten en handel zijn als hoofdbestemming toegestaan op voorwaarde dat de ontsluiting voor het cliënteel op de N12 georiënteerd wordt (zie onder).

Gelet op de extra mogelijkheden die bekomen worden ten gevolge van de bestemmingswijziging van ‘parkgebied’ naar ‘woongebied’, heeft het voorgenomen plan voor deze planonderdelen milieueffecten die significant kunnen zijn. Er is bijgevolg een bespreking per milieudiscipline gewenst om aan te tonen dat er geen vermoeden is van significante milieueffecten (zie § 8.2.4 tot § 8.2.8).

8.2.4 Discipline Bodem

8.2.4.1 Referentiesituatie

Het plangebied bestaat volledig uit kunstmatige gronden met als aanduiding “bebouwde zone” (bodemserie OB). Deze bodems grenzen aan een strook van zeer droge tot matig natte zandleembodem met duidelijke ijzer en/of humus B horizont (bodemserie Zag). Deze laatste is niet opgenomen binnen de contour van het RUP “Galgebeek” (zie voordien ‘parkbos’). De (reeds verstoorde) bodems ter hoogte van het plangebied zijn bijgevolg niet gevoelig voor verdichting of profielverstoring.

Figuur 8-4: Bodemkaart t.h.v. het plangebied Uit de OVAM-databank van de verspreiding van bodemonderzoeken in Vlaanderen blijken binnen het plangebied geen bodemonderzoeken te zijn uitgevoerd.

De gronden ter hoogte van de planonderdelen dragen momenteel het gebruik zoals deze zal worden aangeduid via het RUP “Galgebeek”, namelijk enerzijds het Restaurant Savoury, en anderzijds de concentratie woningen tussen de Galgebeekweg en de Steenweg op Antwerpen (N12). De bodems zijn niet geschikt voor landbouw.

8.2.4.2 Mogelijke effecten Voor elk planonderdeel worden hierna de mogelijke effecten beschreven m.b.t. de milieudiscipline bodem.

Planonderdeel ‘Restaurant’

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 39 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

De invulling van het planonderdeel brengt vergraving met zich mee t.b.v. een beperkte uitbreiding (48,5 m²) in noordelijke richting in aansluiting met het bestaande gebouw. Hierdoor zal het aanwezige bodemprofiel onherroepelijk verstoord worden. Aangezien de bodem echter reeds verstoord is, wordt dit niet als een aanzienlijk negatief effect beschouwd.

Binnen het plangebied zijn geen bestemmingen gepland die aanleiding kunnen zijn voor (grootschalige) bodemverontreiniging. Het bodemgebruik zal slechts beperkt wijzigen aangezien de bestaande toestand bekrachtigd wordt d.m.v. het RUP.

Planonderdeel ‘Woningen’

Het RUP maakt beperkte uitbreidingen mogelijk aan de bestaande, nu nog zonevreemde, woningen binnen dit planonderdeel. Wanneer dergelijke uitbreidingen gebeuren, zal het voorkomend bodemprofiel onherroepelijk verstoord worden. Aangezien de uitbreidingen slechts beperkt zijn (de zone is reeds volgebouwd waardoor er kan slechts 10 à 15% bebouwde oppervlakte bijkomen) en de bodems niet gevoelig zijn voor verdichting of profielverstoring, wordt dit niet als een aanzienlijk negatief effect beschouwd.

Ook binnen dit planonderdeel zijn geen bestemmingen gepland die aanleiding kunnen zijn voor grootschalige bodemverontreiniging.

8.2.4.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief Indien het plangebied niet ontwikkeld wordt, zal het binnengebied het huidige bodemgebruik (zonder eventuele uitbreidingen) behouden. 8.2.4.4 Milderende maatregelen Vanuit de discipline bodem worden geen specifieke milderende maatregelen voorgesteld, op uitzondering van het gebruikelijk vermijden van accidentele vervuiling (bv. lekken) tijdens bouwwerkzaamheden. Dit kan door regelmatige controle van de gebruikte machines. 8.2.4.5 Conclusie Vanuit de discipline bodem zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten, voor elk van de besproken planonderdelen. 8.2.5 Discipline Water

8.2.5.1 Referentiesituatie

Zie ook § 7 (watertoets)

Het plangebied situeert zich in het Netebekken binnen het deelbekken van de Boven-Aa. Op schaal van het volledige plangebied vormt de Galgebeek (2 de categorie waterloop) de grens tussen woongebied en parkgebied.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 40 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

Figuur 8-5: Waterlopen in de omgeving van het plangebied

Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Er werden watertoetskaarten opgemaakt die dienen ter evaluatie van de effecten van vergunningsplichtige ingrepen of van plannen of programma’s waarbij het bodemgebruik op een bepaalde locatie of voor een bepaald gebied wordt gewijzigd. Op basis van deze watertoetskaarten kunnen voor het plangebied RUP ‘Galgebeek’ volgende vaststellingen worden gemaakt:

• Het plangebied is matig gevoelig voor ingrepen op de grondwaterstroming. Dit houdt in dat er bij de bouw van een ondergrondse constructie met een diepte van meer dan 5m én een horizontale lengte van meer dan 100m advies dient gevraagd te worden. Zulke constructies worden in het plan evenwel niet voorzien. • Het plangebied is aangeduid als infiltratiegevoelig. Verharding van deze zones noopt tot het voorzien van extra buffering. • Het plangebied is niet overstromingsgevoelig. • Het plangebied is niet erosiegevoelig. • Het plangebied is niet gelegen binnen het winterbed van een waterloop. Op basis van de grondwaterkwetsbaarheidskaart van de provincie Antwerpen blijkt het plangebied in zeer kwetsbaar gebied gelegen. Dit komt omdat de watervoerende laag zand is en er ook een zandige deklaag voorkomt.

De waterkwaliteit van de Galgebeek wordt ter hoogte van het plangebied gemeten (VMM, meetpunt 301200). In 2004 (laatste meting) was de Belgische Biotische Index (BBI) hier gelijk aan 4. De BBI is een index ter beoordeling van de biologische waterkwaliteit, steunend op de aan- of afwezigheid van micro-invertebraten in het water. De indexwaarde schommelt tussen 0 (zeer slecht kwaliteit) en 10 (zeer goede kwaliteit). Met een BBI van 4 heeft de Galgebeek ter hoogte van het plangebied slechts een gematigde oppervlaktewaterkwaliteit.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 41 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

Figuur 8-6 toont het zoneringsplan ter hoogte van het studiegebied. Hierop worden de besproken planonderdelen volledig aangeduid als ‘collectief te optimaliseren buitengebied’ (groen). Dit betekent dat de woningen die gelegen zijn in dit gebied momenteel nog geen riolaansluiting hebben en dus hoogst waarschijnlijk lozen in de Galgebeek (of ook Visbeek genaamd). Op termijn wordt wel een collectieve zuivering van het afvalwater (via riolering) voorzien. Dit zal dus vooral de oppervlaktekwaliteit van de Galgebeek ten goede komen (zie boven).

Figuur 8-6: zoneringsplan t.h.v. het plangebied

8.2.5.2 Mogelijke effecten Het plan dient steeds te beantwoorden aan de vigerende normen van het besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Deze verordening bevat minimale voorschriften voor de lozing van niet-verontreinigd hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakken. Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat hemelwater in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd wordt afgevoerd. Voorzieningen en infrastructuur die nodig zijn voor het beheersen van de waterberging en waterafvoer van het gebied zijn toegelaten.

Voor elk planonderdeel worden hierna de mogelijke effecten beschreven m.b.t. de milieudiscipline water.

Planonderdeel ‘Restaurant’

Het restaurant Savoury is gelegen langs de Galgebeek. Met het RUP ‘Galgebeek’ wordt een beperkte uitbreiding op korte termijn mogelijk gemaakt, zoals aangegeven in het planologisch attest van 21 april 2008. Deze uitbreiding omvat: een keuken, bijkomende berging en sanitair met een totale oppervlakte van 48,5m² in noordelijke richting, in aansluiting met het bestaande gebouw. Op lange termijn worden geen uitbreidingsmogelijkheden voorzien.

De (beperkte) uitbreiding kan een effect hebben op de oppervlaktewaterkwaliteit van de Galgebeek. Aangezien de beek in huidige situatie slechts een gematigde kwaliteit kent (BBI=4), en in de toekomst een aansluiting op de riolering wordt voorzien, wordt dit niet als een aanzienlijk negatief effect gezien.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 42 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

Door de uitbreiding wordt een extra van 48,5m² (t.o.v. een totale oppervlakte van ca. 2600 m²) omgezet naar verharde oppervlakte, waardoor de infiltratiecapaciteit zal afnemen. Het planonderdeel is gelegen in een infiltratiegevoelige zone, waardoor bijkomende verharding noopt tot voorzien van extra buffering. Aangezien in de voorschriften bepalingen werden opgenomen m.b.t. het gebruik van waterdoorlatende materialen, de bijkomende verharding slechts een beperkte oppervlakte inneemt, en mits er wordt gehouden aan de geldende regelgeving m.b.t. infiltratievoorzieningen etc., kan worden aangenomen dat de toename aan bebouwde oppervlakte geen significante wijziging in de waterhuishouding (infiltratie) zal veroorzaken. Ook wordt bij de inplanting van de gebouwen een afstand van 5m gevrijwaard ten opzicht van de zone voor de waterloop.

Het gebied is matig gevoelig voor ingrepen op de grondwaterstroming. Door de zeer beperkte uitbreiding (48,5m² t.o.v. 2600m²) en het niet voorzien van diepe constructies, wordt hierop slechts een beperkt negatief effect verwacht.

Planonderdeel ‘Woningen’

Het oostelijk deelgebied wordt via het RUP omgevormd naar woongebied in aansluiting met het stedelijk gebied. Zowel eengezinswoningen als meergezinswoningen zijn toegelaten. Dit betekent dat de voormalige zonevreemde woningen (bestemmingswijziging parkgebied naar woongebied) de kans krijgen om in de toekomst beperkte uitbreidingen te doen. Hierdoor zal de infiltratiecapaciteit van het gebied echter wel wijzigen t.h.v. een infiltratiegevoelig gebied. Er wordt in de voorschriften wel vermeld dat de parkeerbehoefte volledig op eigen terrein moet gebeuren, zodat de uitbreiding aan de gebouwen nog meer beperkt wordt. Gezien de reeds aanwezige oppervlakte aan verharding (het gebied is reeds volgebouwd zodat t.a.v. de bestaande situatie nauwelijks iets wijzigt), de regeling m.b.t. het parkeren en de verplichte groen inrichting van de niet verharde en niet bebouwde delen van het terrein, worden geen noemenswaardige negatieve effecten m.b.t. infiltratie verwacht.

Een eventuele uitbreiding kan ook effect hebben op de oppervlaktewaterkwaliteit van de Galgebeek. Aangezien de beek in huidige situatie slechts een gematigde kwaliteit kent (BBI=4), en in de toekomst een aansluiting op de riolering wordt voorzien, wordt dit niet als een aanzienlijk negatief effect gezien. Het gebied wordt ook aangeduid als ‘zeer kwetsbaar gebied’ op de grondwaterkwestbaarheidkaart. Door de verwachte aansluiting op het rioleringsnet, zal de grondwaterkwaliteit in de toekomst echter wel verbeteren. Ook zijn geen activiteiten gepland in het gebied die aanleiding kunnen geven tot verontreiniging van grondwater, waardoor er geen noemenswaardig effect op de grondwaterkwaliteit wordt verwacht.

Het gebied is matig gevoelig voor ingrepen op de grondwaterstroming. Aangezien geen diepe constructies voorzien worden, wordt hierop slechts een beperkt negatief effect verwacht.

8.2.5.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief Wanneer het plangebied niet ontwikkeld wordt, zal het binnengebied het huidige bodemgebruik behouden. In deze omstandigheden blijft de infiltratiecapaciteit van het gebied onveranderd.

8.2.5.4 Milderende maatregelen Bij de ontwikkeling van het plangebied dient aan de algemene principes van een kwalitatief waterbeheersingsbeleid (de ‘watertoets’) voldaan te worden. Door de toepassing van de gewestelijke, stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afval- en hemelwater, worden mogelijke effecten op de waterhuishouding op het niveau van de individuele vergunningen geremedieerd. Voorts zullen volgende milderende maatregelen opgenomen worden binnen de algemene bepalingen van het RUP:

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 43 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

 Voor de (te) verharde(n) delen van het terrein moet functie en materiaalgebruik duidelijk omschreven worden;  Het gebruik van waterdoorlatende materialen is verplicht voor alle zones behoudens het openbaar domein; omwille van milieutechnische redenen of een ongeschikte bodemgesteldheid kan hiervan afgeweken worden;  De niet verharde en niet bebouwde delen van het terrein worden als groen ruimte ingericht.

8.2.5.5 Conclusie Vanuit de discipline Water zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten. 8.2.6 Discipline Fauna en Flora

8.2.6.1 Referentiesituatie

Zie ook § 2.3 (beleidskader natuur)

 Het voorliggend RUP ‘Galgebeek’ heeft geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een Natura 2000-gebied aangezien er zich noch binnen het plangebied noch binnen de nabije omgeving ervan (< 1km van het plangebied) dergelijke beschermingszones bevinden. Een passende beoordeling is dus niet noodzakelijk.

 Binnen het plangebied noch binnen de nabije omgeving ervan (< 1 km van het plangebied) komen gebieden van het VEN of IVON voor.

 Het plangebied wordt op de biologische waarderingskaart aangeduid als biologisch minder waardevol. Ten noorden van het plangebied bevindt zich een biologisch waardevolle zone (naaldhoutaanplant zonder ondergroei) en een biologisch zeer waardevolle zone (eiken-berkenbos en bomenrij met dominantie van beuk).

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 44 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

Figuur 8-7: Biologische waardering t.h.v. het plangebied

8.2.6.2 Mogelijke effecten Voor elk planonderdeel worden hierna de mogelijke effecten beschreven m.b.t. de milieudiscipline fauna en flora.

Planonderdeel ‘Restaurant’

Door de geplande uitbreiding gaat enkel een deel biologisch niet waardevol gebied verloren. Er wordt hier dus geen significant negatief effect verwacht.

De uitbreiding aan het restaurant is gepland in het noordelijk deel, tegen de Galgenbeekweg, waar zich momenteel de personeelsingang situeert. Aan de overzijde van de weg (ten noordwesten van het restaurant) is een biologisch zeer waardevol gebied gelegen. De uitbreiding zal hierop geen effect hebben; de ontwikkeling brengt geen extra verkeer met zich mee dat rustverstoring zou kunnen veroorzaken.

Verder bestemd het RUP de strook openbaar domein langs de Galgenbeekweg tot groenstrook opdat parkeren en leveren maximaal op het terrein van het restaurant moeten plaatsvinden en er een betere integratie kan zijn in de groene omgeving. Dit wordt positief gewaardeerd.

Planonderdeel ‘Woningen’

De afbakening en invulling van het planonderdeel neemt geen biologisch waardevol gebied in. Bij een eventuele uitbreiding zal er enkel een biologisch minder waardevolle urbane zone verdwijnen.

Het parkeren dient volledig op eigen terrein te worden opgevangen, zodat geen effecten van plaatselijk verkeer op de aansluitende groene omgeving worden verwacht.

8.2.6.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief Wanneer het plangebied niet ontwikkeld wordt, zullen de (eventuele) uitbreidingszones het huidige bodemgebruik, zijnde parking of tuin, behouden. Voor wat betreft de ecologische kwaliteit van het gebied biedt dit geen meer- of minwaarde t.a.v. de huidige situatie. 8.2.6.4 Milderende maatregelen Volgende voorschriften zullen worden opgenomen in het RUP:

 Het parkeren wordt volledig op het eigen terrein opgevangen. Het is niet toegestaan om parkeerplaatsen op te richten in de bermen langs de Galgenbeekstraat. Deze dienen een groene invulling te krijgen.  De toegang langs de Galgenbeekweg wordt enkel toegestaan in functie van het ontsluiten van een residentiële functie en voor leveringen aan de andere functies.  Het afsluiten van de perceelsgrens wordt enkel toegelaten met streekeigen levende hagen eventueel in combinatie met hekwerk of een draadafsluiting van

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 45 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

geplastificeerde draad met een max. hoogte van 80cm in de voortuinstrook en een max. hoogte van 2.00m in de overige tuinstroken.

8.2.6.5 Conclusie Vanuit de discipline Fauna en Flora zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten. 8.2.7 Discipline Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

8.2.7.1 Referentiesituatie

Zie ook § 2.4 (beleidskader landschap en erfgoed) Het oostelijk plangebied (nl. de planonderdelen ‘Restaurant’ en ‘Woningen’) is in aansluiting met de kern van Turnhout een vrij dicht bebouwde zone waarin zowel eengezinswoningen als appartementen en het restaurant Savoury gelegen zijn. Op de achterste perceelsgrens van een aantal van de woningen en appartementen zijn garages ingeplant die via de Galgenbeekweg ontsloten worden. De Galgenbeekweg vormt de noordelijke grens van het gebied en al haar deelzones, de steenweg op Antwerpen (N12) vormt de zuidelijke grens. Het oostelijk deel van deze weg, tot aan het restaurant, is verhard met asfalt over een breedte van 7m. Het openbaar domein heeft hier een breedte van 14m.

Volgens de landschapskenmerkenkaart (Figuur 8-8) maakt het zuidelijk deel van de planonderdelen 2 (restaurant) en 3 (woningen) deel uit van het naaldbossengebied in het Netebekken. Langs de gebieden wordt de interstedelijke hoofdweg N12 aangeduid als ruimtelijk landschapskenmerk. Binnen een straal van 300 tot 600m van het restaurant zijn verder nog twee kasteelparken gelegen.

Figuur 8-8: Landschapskenmerkenkaart t.h.v. de besproken planonderdelen

Het plangebied is volgens de landschapsatlas gelegen in het traditioneel landschap “Land van Herentals-Kasterlee”. De structurele hoofdkenmerken hiervan zijn een bosrijk zachtgolvend reliëf met een uitgesproken parallelle structuur die gevormd wordt door de aanwezige valleien en de langsliggende ruggen van Pliocene zanden en plaatselijk bedekt wordt door Holocene rivierduinen. In dit landschap is het wenselijk een gedifferentieerd

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 46 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

ruimtelijk beleid te volgen gericht op behoud van de verscheidenheid, grote boscomplexen beschermen tegen versnippering, verbeteren van bosbeheer en de karakteristieke valleilandschappen verbeteren door het herstellen van een halfopen landschap, betere groenconnectiviteit, extensief landgebruik en waterrijkheid te behouden. Het planonderdeel “2. Restaurant” grenst aan de relictzone “Bosgebied Galgeneinde, Kruisberg, Gierle Bos en Nonnenbossen”. Dit is een groot aaneengesloten bosrijk gebied dat voorkomt als westelijke groene gordel rond het verstedelijkt gebied van Turnhout. De besproken planonderdelen 2 en 3 bevinden zich langs de noordoostelijke buitenkant van dit bosrijk gebied, algemeen aangeduid als ‘Grotenhoutbos’ of Gierls bos. Het is een van de weinig ‘permanente’ bossen die de middeleeuwen overleefden (oudste vermelding: 1320). Het noordelijk gedeelte, waar het plangebied zich situeert, wordt ook Nonnenbos genoemd, hier is in grote lijnen de oude bosstructuur nog aanwezig, maar er komen meer open stukken voor dan in het zuidelijker gelegen Gierls bos (zie Figuur 8-9). Doorheen het bos lopen veel beekjes, zoals de Visbeek (Galgebeek) die aansluit op de kastelen in Galgeneinde. Het bosgebied werd enkele decennia geleden aangetast door oprukkende woningbouw en verkavelingen aan de randen van het gebied.

Figuur 8-9: Ferraris (1775) t.h.v. Turnhout met aanduiding van planonderdelen 2 en 3 (rood), Nonnenbossen (groen) en het meest zuidelijk deel van Gierle bos (blauw) dat verder loopt tot Kasterlee.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 47 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

Figuur 8-10: Bestaande toestand t.h.v. Turnhout met aanduiding van planonderdelen 2 en 3 (rood), Nonnenbossen (groen) en het meest zuidelijk deel van Gierle bos (blauw) dat verder loopt tot Kasterlee. Ten westen van het plangebied bevinden zich de puntrelicten “Villa Den Ouden Bareel”, ten zuiden “Villa des Chênes” (aangeduid als kasteelpark op de landschapskenmerkenkaart, zie Figuur 8-8) en ten oosten het “Sint-Jozefscollege” op ca. 400m. Het dichtstbijzijnde beschermd landschap “Filipkensvijver” is 600m ten noorden van het plangebied gelegen. Het huidig landschapsbeeld wordt bepaald door de aanwezigheid van de woningen en het restaurant alsook door de wegen, Steenweg op Antwerpen en Galgenbeekweg, die deze gebouwen ontsluiten. De aanwezigheid van bomen binnen en in de omgeving van deze percelen, alsook de Galgebeek die langs het restaurant stroomt, geeft een natuurlijk karakter aan deze bebouwde omgeving (zie ook Figuur 8-11).

Het appartementsgebouw ‘Mys’ (1964) binnen het deelgebied ‘3. woningen’ werd opgenomen in de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed in Vlaanderen. Dit vrijstaand rechthoekig gebouw met vier appartementen en plat dak situeert zich langs de Steenweg op Antwerpen op nr. 102 (zie Figuur 8-11). Aan de overzijde van de Steenweg op Antwerpen bevindt zich de zomerresidentie “Les Muguets’, ook aangeduid als bouwkundig erfgoed. Dit gebouw is gelegen in een uitgestrekt domein, dat van noord naar zuid wordt doorsneden door een monumentale eikendreef die de woning quasi rechtstreeks verbindt met het bedrijf “Van Genechten-Biermans n.v.”, gelegen in de Raadsherenstraat. Op de Ferrariskaart is reeds duidelijke aanduiding van deze rechte bomendreef. Ten westen van deze as wordt het kasteeltje omgeven door een prachtig landschapspark met grote vijver aangelegd door landschapsarchitect en kunstschilder van Barbizon J. Rosseels. De Visbeek (of Galgebeek) kruist de vijver en loopt verder noordwaarts. Ten oosten van de as aparte beukendreef ligt een voormalig hoevecomplex, thans “guest house” van voormelde firma. Ten zuiden een mast- en loofbos, doorkruist door paden en dreven.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 48 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

Figuur 8-11: bouwkundig erfgoed in de directe nabijheid van de besproken planonderdelen 2 en 3 De Steenweg op Antwerpen wordt ook aangeduid als bouwkundig erfgoed. Dit weggedeelte op het grondgebied van Turnhout behoorde tot de slotfase van de O.W.-as Turnhout- Antwerpen via Vosselaar, Beerse, Malle, St.-Antonius, en Wijnegem. Ongeveer 30 jaar na de aanleg van een vijf meter brede kasseiweg van Antwerpen tot St.-Antonius werd de weg in 1817-1820 doorgetrokken tot Turnhout. Dergelijke ‘rijksweg’ droeg bij tot de late ontwikkeling van het geïsoleerde arrondisement en was een noodzaak voor betere verbindingen van Antwerpen met N.-Brabant, Breda, ’s Hertogenbosch, Roermond en Duitsland. Eertijds was deze opgebouwd uit een zandstrook, een gekasseid rijvak en tramrails en een monumentaal uitzicht door de in de 19 de eeuw aangeplante eiken. Thans is veel van dit allure verdwenen door o.a. het regelmatig kappen van eiken sinds midden 20 ste eeuw, het verdwijnen van de tramrails en de momenteel aanwezige lintbebouwing. Naast de reeds vermelde gebouwen (zomerresidentie Les Muguets en appartementsgebouw Mys) zijn nog andere gebouwen die langs deze weg gelegen zijn opgenomen als bouwkundig erfgoed, zoals: Drie breedhuizen (nrs. 1-3), het landhuisje “Villa des deux soeurs” (nr. 34), het enkelhuis art deco en nieuwe zakelijkheid (nr. 45), eigen woning met atelier (nr. 46).

In de Centraal Archeologische Inventaris 5 worden in het plangebied geen vondsten gemeld. In de nabije omgeving (1 km rondom) worden een tweetal vindplaatsen van archeologische relicten geregistreerd, o.a. voor vondsten van materiaal uit de Bronstijd en uit de 18 de eeuw. Het ontbreken van archeologische vindplaatsen in het plangebied, geeft echter geen uitsluitsel over het al dan niet aanwezig zijn van archeologische elementen.

Tabel 8-3: Sites ter hoogte van het plangebied (bron: Centraal Archeologische Inventaris, VIOE) nummer site periode 950992 Hof ter Duinen Bronstijd 959104 Tuindershof 18 de eeuw

5 De Centrale Archeologische Inventaris is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op basis van de Centrale Archeologische Inventaris uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. Zekerheid omtrent aan- of afwezigheid van archeologische sporen kan alleen met verder onderzoek vastgesteld te worden.”

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 49 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

Figuur 8-12: restanten bouwkundig erfgoed in de omgeving van het plangebied

8.2.7.2 Mogelijke effecten De verdere invulling van het plangebied brengt mogelijk vergraving met zich mee. Hierbij bestaat een potentiële kans op het verstoren van archeologische relicten. Hier dient voornamelijk bij eventuele (ver)bouw(ingen) rekening mee gehouden te worden.

Voor elk planonderdeel worden hierna de mogelijke effecten beschreven m.b.t. de milieudiscipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie.

Planonderdeel ‘Restaurant’

Het landschapsbeeld zal door de afbakening en invulling van het RUP beperkt wijzigen op lokaal niveau door de geplande uitbreidingen aan het restaurant. Dit draagt bij tot een, zij het heel beperkte, verdichting van het gebied. Anderzijds wordt via het RUP een strook openbaar domein langs de Galgenbeekweg als groenzone bestemd opdat het parkeren en leveren maximaal op het terrein van het restaurant kan plaatsvinden en er een betere integratie in de groene omgeving wordt bewerkstelligd. Dit wordt positief gewaardeerd.

Doordat de wijzigingen op het grondgebied van het restaurant zeer beperkt zijn, wordt geen wijziging in landschapsbeleving verwacht.

Er wordt geen effect verwacht op de nabijgelegen relictzone, aangezien het groene karakter zoveel mogelijk wordt behouden en aan de grens binnen deze relictzone ook woningen aanwezig zijn (zonevreemd). De kenmerken van het traditioneel landschap, waarvan het perceel deel uitmaakt, worden ook niet aangetast, aangezien er geen ingrepen gepland zijn aan de beek (behoud waterrijkheid), en aandacht geschonken wordt aan de groene inpassing van het restaurant in zijn omgeving (verbeteren groenconnectiviteit).

Planonderdeel ‘Woningen’

Het landschapsbeeld kan door de afbakening en invulling van het RUP beperkt wijzigen op lokaal niveau. Eventuele uitbreidingen van de aanwezige woningen kunnen bijdragen tot een verdichting van het gebied, waardoor het groene karakter van de omgeving verloren kan gaan. Naast wonen kunnen ook andere stedelijke functies zoals horeca, handel, kantoorfuncties en diensten worden toegelaten op voorwaarde dat ontsluiting van deze functies wordt afgestemd op de N12. De residentiële ontsluiting gebeurt, zoals ook reeds momenteel het geval is, via de Galgenbeekweg. In het RUP werden beperkingen opgelegd m.b.t. de bouwhoogte (maximaal 2 bouwlagen voor alle gebouwen), zodat het natuurlijk karakter van de omgeving, voornamelijk vertegenwoordigd door de daar aanwezige bomen,

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 50 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

niet verloren kan gaan. Verder kunnen in de zone grenzend aan de Galgebeekweg vrijstaande bijgebouwen in functie van berging of garage worden opgericht. Deze kunnen volgens de voorschriften van het RUP een maximale kroonlijsthoogte van 3m hebben en worden opgericht in esthetisch verantwoorde materialen. Door bovenstaande maatregelen wordt het effect van bijkomende bebouwing op de groene omgeving slechts als beperkt negatief gewaardeerd m.b.t. het landschapsbeeld en/of -beleving.

Het aanwezige appartementsgebouw dat opgenomen werd in de inventaris van bouwkundig erfgoed is gelegen in het plangebied. Aangezien de opname van een pand of ander bouwkundig relict in de inventaris van het bouwkundig erfgoed momenteel geen juridische gevolgen heeft, bestaat de mogelijkheid dat dit gebouw wordt aangetast (verbouwd). Dit wordt negatief gewaardeerd. Er wordt geen effect verwacht op de nabijgelegen historische zomerresidentie, of de verderaf gelegen gebouwen die aangeduid werden als bouwkundig erfgoed.

De woningen zijn gelegen in het traditioneel landschap ‘Land van Herentals-Kasterlee’. Bij de verdere ontwikkeling van gebieden gelegen in dit landschap is het o.a. wenselijk een gedifferentieerd ruimtelijk beleid te volgen gericht op behoud van de verscheidenheid, grote boscomplexen beschermen tegen versnippering, verbeteren van bosbeheer en de karakteristieke valleilandschappen verbeteren door het herstellen van een halfopen landschap, betere groenconnectiviteit, extensief landgebruik en waterrijkheid te behouden. De wijziging naar een meer gesloten landschap door een mogelijke verdichting ter hoogte van de aanwezige woningen, wordt gezien de momentele sterke verdichting als beperkt negatief beschouwd.

8.2.7.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief Wanneer het plangebied niet ontwikkeld wordt, zal het gebied het huidige bodemgebruik behouden. In deze omstandigheden blijft het huidige landschapsbeeld ongewijzigd. 8.2.7.4 Milderende maatregelen Rekening houdende met het natuurlijk en landschappelijk karakter van het gebied, worden volgende algemene bepalingen opgenomen binnen de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP (zowel voor het restaurant als woningen):

 Aandacht voor de onmiddellijke nabijheid van de Galgebeek - Ten opzichte van de beek (art. 3: zone voor waterloop) wordt een afstand van 5m gevrijwaard van bebouwing. Deze zone dient verplicht als groenzone te worden ingericht.  Aandacht voor integratie in de bosrijke en natuurlijke omgeving - De bouwhoogte wordt beperkt tot maximum 2 bouwlagen met een maximale kroonlijsthoogte van 7m. De dakvorm is vrij. - In de zone grenzend aan de Galgenbeekweg kunnen vrijstaande bijgebouwen in functie van berging of garage worden opgericht. Deze kunnen worden ingeplant tot tegen de rooilijn van de Galgenbeekweg. Ze hebben een maximale kroonlijsthoogte van 3m en worden opgericht in esthetisch verantwoorde materialen. - Het parkeren wordt volledig op het eigen terrein opgevangen. Het is niet toegestaan om parkeerplaatsen op te richten in de bermen langs de Galgenbeekweg. Deze dienen een groene invulling te krijgen. - Het afsluiten van de perceelsgrens wordt enkel toegelaten met streekeigen levende hagen eventueel in combinatie met hekwerk of een draadafsluiting van geplastificeerde draad een max. hoogte van 80cm in voortuinstrook en een max. hoogte van 2m in de overige tuinstroken. Houten afsluitingen, een tuinmuur of afsluitingen in sierbeton met een maximale hoogte van 2m50 worden toegelaten op de perceelsgrens tot maximum 3m achter de

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 51 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

achtergevelbouwlijn voor zover deze afsluitingen niet zichtbaar zijn van op het openbaar domein. Bijkomende milderende maatregelen worden niet noodzakelijk geacht.

8.2.7.5 Conclusie Vanuit de discipline Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten, indien gehouden wordt aan de maatregelen zoals vooropgesteld binnen de voorschriften horende bij het RUP.

8.2.8 Discipline Mens

8.2.8.1 Referentiesituatie

Zie ook § 5 (bestaande ruimtelijke structuur – alle planonderdelen)

Het plangebied situeert zich ten westen van de kern van Turnhout en bestaat voor de besproken planonderdelen uit het restaurant Savoury, gelegen langsheen de Steenweg op Antwerpen 106, en 9 woningen (zowel eengezinswoningen als appartementen), gelegen tussen het restaurant en het kruispunt van de steenweg met de Galgenbeekweg. Op de achterste perceelsgrens van een aantal van de woningen en appartementen zijn garages ingeplant die via de Galgenbeekweg ontsloten worden. Via deze weg ontsluiten ook het personeel en de leveranciers van het restaurant. In functie hiervan werd de berm ter hoogte van het restaurant verhard met dolomiet. Het cliënteel bereikt het restaurant via de Steenweg op Antwerpen. In de zone voor het restaurant is een parking aangelegd. De Steenweg op Antwerpen (N12) ontsluit in zuidelijke richting via andere gewestwegen op de E34. De N12 werd als secundaire weg type III geselecteerd en zorgt voor een goede bovenlokale ontsluiting. Deze weg sluit aan op de ring rond Turnhout (R13) en vormt een belangrijk knooppunt dat de toegang tot het stedelijk gebied accentueert.

Figuur 8-13: stratenplan De westelijke perceelsgrens van het restaurant wordt gevormd door de Galgebeek (of Visbeek), een waterloop van 2 de categorie. De waterloop is geselecteerd als

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 52 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

natuurverbinding in het GRS Turnhout en heeft een landschappelijke waarde. Het restaurant wordt sinds 2004 uitgebaat op de huidige locatie. Het werd ingericht in een villa die dateert van voor 1962 en waarin zich reeds lange tijd (van ruim voor 1984) een caféfunctie bevond. De parking voor 18 parkeerplaatsen in de tuin werd vergund in 2004. Het bedrijf heeft 8 werknemers. Het aantal wekelijkse vervoersbewegingen door klanten bedraagt ca. 100. Het aantal wekelijkse vervoersbewegingen door werknemers en leveranciers bedraagt ca. 70.

Het omgevingsgeluid wordt momenteel bepaald door natuurlijke geluiden en op de achtergrond door verkeersgeluid afkomstig van de Steenweg op Antwerpen en de Galgenbeekweg. In uitvoering van de Europese Seveso II-richtlijn werd het aspect veiligheid geïntegreerd in de procedures met betrekking tot ruimtelijke structuurplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Conform de wetgeving moet bij het opstellen van ruimtelijke uitvoeringsplannen op alle niveaus in de toekomst in bepaalde gevallen ook een ruimtelijk veiligheidsrapport (RVR) worden opgesteld. Een ruimtelijk veiligheidsrapport is “een openbaar document waarin, van een voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan en van de in redelijkerwijze in beschouwing te nemen alternatieven, een wetenschappelijke beoordeling wordt gegeven van de geplande ontwikkelingen met betrekking tot nieuwe of bestaande inrichtingen en hun omgeving, wanneer de plaats van vestiging ervan of de ontwikkelingen zelf het risico op een zwaar ongeval kunnen vergroten of de gevolgen ervan ernstiger kunnen maken”.

In of binnen een straal van 2km van het plangebied komen geen bedrijven voor die onder deze veiligheidsrichtlijn vallen. De opmaak van dit RVR is daarom niet noodzakelijk.

8.2.8.2 Mogelijke effecten Voor elk planonderdeel worden hierna de mogelijke effecten beschreven m.b.t. de discipline mens.

Planonderdeel ‘Restaurant’

Horeca

De beperkte uitbreiding is een verplichting om aan de HACCP (Hazard Analysis Critical Control Points) te voldoen en is noodzakelijk om de uitbating van het restaurant te mogen verder zetten. Bij stopzetting van het restaurant zouden 8 werknemers hun job verliezen en het gebouw zijn historische functie als restaurant kwijtspelen.

Door de geplande uitbreidingen zal men twee nieuwe werknemers kunnen aannemen, wat positief wordt beoordeeld.

Mobiliteit

Als toegang voor de klanten wordt de Steenweg op Antwerpen gebruikt, de leveranciers en het personeel gebruiken de Galgenbeekweg. Er zijn reeds bezwaren geweest van bewoners langs de Galgenbeekweg, waar naar verluidt het verkeer van personeel en vooral leveranciers hinderlijk is. Bij de opmaak van het RUP werd hier maximaal rekening mee gehouden door de strook openbaar domein langs de Galgenbeekweg als groenzone te bestemmen opdat het parkeren en leveren volledig op het terrein van het restaurant kan plaatsvinden en er een betere integratie kan zijn in de groene omgeving (de woonstraat vormt een poort naar het stadspark).

Er wordt verder geen toename verwacht van het aantal voertuigbewegingen, aangezien de uitbreiding enkel een keuken, berging en sanitair omvat.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 53 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

Er wordt in het bijzonder rekening gehouden in het RUP met de toegankelijkheid van het gebied. Zo zullen halteplaatsen voor gemeenschappelijk vervoer, gebouwen ingericht worden zodat zij toegankelijk zijn voor personen met verminderde mobiliteit. Ook de openbare wegen en niet-openbare wegen die voor het publiek toegankelijk zijn, worden integraal toegankelijk gemaakt. Dit wordt positief beoordeeld.

Lucht, geluid, licht en geur

Er wordt geen impact op de luchtkwaliteit verwacht door de uitbreiding aan het restaurant, zowel rechtstreeks als onrechtstreeks, aangezien geen toename in het aantal voertuigbewegingen wordt verwacht.

Wel dient rekening gehouden te worden met de mogelijke geurhinder naar de omliggende woningen toe. Ook eventuele nieuwe technische installaties kunnen geluidhinder creëren. Lichthinder wordt niet verwacht, enkel straatverlichting wordt vermeld binnen de voorschriften van het RUP.

Planonderdeel ‘Woningen’

Mobiliteit

De ontsluitingsweg voor de woningen is de Galgebeekweg. Deze groene weg vormt de poort tot het stadsbos. Het is een stille straat die kwalitatief gezien een goede woonstraat vormt. De aanwezigheid van het restaurant kan hinderlijk zijn wanneer te veel verkeer langs de straat passeert (toegang voor personeel en leveranciers). Zoals onder planonderdeel ‘Restaurant’ werd beschreven, wordt hiermee in het RUP zo maximaal mogelijk rekening mee gehouden door het parkeren in te richten op het domein van het restaurant zelf. Deze kwalitatieve ontwikkeling wordt positief gewaardeerd. Verder wordt de weg integraal toegankelijk (her)aangelegd of (her)ingericht, ook voor wat betreft de niet- vergunningsplichtige ingrepen, en worden de bermen langs de Galgenbeekweg verplicht groen aangelegd met uitzondering van 1 toegang met een maximale breedte van 5m per perceel. De bermen mogen niet worden verhard of in gebruik genomen worden als parking.

Er wordt in het bijzonder ook rekening gehouden in het RUP met de toegankelijkheid van het gebied. Zo zullen halteplaatsen voor gemeenschappelijk vervoer, gebouwen ingericht worden zodat zij toegankelijk zijn voor personen met verminderde mobiliteit. Dit wordt positief beoordeeld.

De fietsverbinding via de Galgenbeekweg en het verlengde ervan wordt behouden en gevrijwaard van gemotoriseerd verkeer. Optimale inrichtingsmogelijkheden worden nagestreefd. Dit wordt positief beoordeeld. Wonen

Het behouden en bestemmen van de woningen wordt als positief beoordeeld.

Lucht, geluid en licht

De woonfunctie op zich heeft geen effect op de luchtkwaliteit. Verder wordt er geen of slechts een beperkte toename in het aantal voertuigbewegingen verwacht in de toekomst. Er wordt bijgevolg geen impact op de luchtkwaliteit verwacht.

Aandacht dient wel geschonken te worden aan eventuele geluidshinder afkomstig van het naburige restaurant.

Lichthinder wordt niet verwacht, enkel straatverlichting wordt vermeld binnen de voorschriften van het RUP.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 54 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

8.2.8.3 Toetsing t.a.v. het nulalternatief Wanneer het plangebied niet ontwikkeld wordt, zal het gebied het huidige bodemgebruik behouden en is aldus geen sprake van uitbreiding of verbouwingen.

Het niet ontwikkelen van het plangebied zorgt verder voor het bestendigen van volgende knelpunten:  Bestaande zonevreemde woningen krijgen geen gebiedsgerichte rechtszekerheid  Beperkte toegankelijkheid van gebouwen, domeinen, halteplaatsen van openbaar vervoer en de openbare wegen.  Het restaurant wordt genoodzaakt om de uitbating stop te zetten omdat het niet voldoet aan de HACCP.

8.2.8.4 Milderende maatregelen Volgende voorschriften worden opgenomen binnen de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP (zowel voor het restaurant als woningen):

 De bermen langs de Galgenbeekweg worden verplicht groen aangelegd met uitzondering van 1 toegang met een maximale breedte van 5m per perceel. De bermen mogen niet worden verhard of in gebruik genomen worden als parking.  Het parkeren wordt volledig op het eigen terrein opgevangen. Het is niet toegestaan om parkeerplaatsen op te richten in de bermen langs de Galgenbeekstraat. Deze dienen een groene invulling te krijgen.  De toegang tot de percelen langs de Galgenbeekweg wordt enkel toegestaan in functie van het ontsluiten van een residentiële functie en voor leveringen aan de andere functies.  Aandacht voor de toegankelijkheid: o De openbare wegen en de niet-openbare wegen die voor het publiek toegankelijk zijn, worden integraal toegankelijk (her)aangelegd of (her)ingericht, ook voor wat betreft de niet – vergunningsplichtige ingrepen. o Halteplaatsen voor gemeenschappelijk vervoer dienen te worden ingericht zodat zij toegankelijk zijn voor personen met een verminderde mobiliteit. o Alle gebouwen of delen van gebouwen, domeinen of infrastructuren die toegankelijk zijn voor het publiek, of waar personeel tewerk gesteld wordt, moeten toegankelijk zijn voor personen met een verminderde mobiliteit. o Indien de gebouwen of delen van gebouwen waar personeel tewerk gesteld wordt niet in aanmerking komen om personeel met een beperking te activeren, kunnen zij voor die gedeelten een afwijking van deze verplichting vragen, zo deze verplichting niet tevens bij wet of besluit verplicht zijn.  De fietsverbinding via de Galgenbeekweg en het verlengde ervan wordt behouden en gevrijwaard van gemotoriseerd verkeer. Optimale inrichtingsmogelijkheden worden nagestreefd.

Er wordt verder nog aandacht gevraagd om eventuele geur- en lawaaihinder van technische installaties (restaurant) naar de omgeving toe te beperken door een overdachte inplanting. Ook wordt gevraagd om maatregelen/beperkingen m.b.t. lichtreclame in de voorschriften op te nemen.

8.2.8.5 Conclusie Vanuit de discipline mens zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten. 8.3 Cumulatieve effecten

De opmaak van het RUP resulteert uit het positief planologisch attest dat op 21 april 2008 door het college van burgemeester en schepenen van de stad Turnhout werd afgeleverd, voor de bestaande toestand en de uitbreiding op korte en lange termijn van het Restaurant

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 55 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

Savoury. De beperkte uitbreiding is een verplichting om aan de HACCP (Hazard Analysis Critical Control Points) te voldoen en is noodzakelijk om de uitbating van het restaurant te mogen verder zetten. Tegelijkertijd werd de zonevreemde woningconcentratie in de omgeving meegenomen, zowel ten oosten als ten westen van het restaurant. De opmaak van een RUP voor deze zonevreemde woningconcentratie is opgelegd als voorwaarde bij het planologisch attest en is ook voorzien in de bindende bepalingen van het ruimtelijk structuurplan Turnhout. Het gebied waar de toegang van het stadspark kruist met het initieel plangebied werd uitgesloten uit het plan. Hiervoor werden immers in het GRUP voor het regionaalstedelijk gebied Turnhout reeds gedetailleerde voorschriften uitgewerkt. Door het gebied uit te sluiten uit de plancontour van het gemeentelijk RUP wordt de ontwikkeling van het stadsbos niet gefragmenteerd, wat overeenstemt met de visie van ANB.

De Galgebeek stroomt doorheen het plangebied, en vormt de basis voor differentiatie tussen ‘woongebied’ in het oostelijk deelgebied (planonderdelen 2 en 3), en ‘parkgebied met residentieel karakter’ in het westelijk deelgebied. In het plan werd maximaal rekening gehouden met de ecologische en landschappelijke waarde van deze waterloop. Er werd afstand gehouden van de ontwikkelingen in en om het restaurant en een mogelijke verbetering van de ecologische kwaliteit (zoals de oevers) en inpassing in het landschap werd vooropgesteld. De uitbreidingen aan de woningen en het restaurant in het oostelijke deel van het plangebied resulteren evenwel in een vermindering van de oppervlakte voor infiltratie, zij het wel op kleine schaal. De grondwaterkwaliteit werd aangeduid als een gevoelige factor in dit gebied. Er wordt evenwel geoordeeld dat de uitbreidingen, door de toekomstige aansluiting op het rioleringsnetwerk, weinig effect zullen geven op de kwaliteit van het grondwater en oppervlaktewater van de Galgebeek.

Op landschappelijk vlak werd rekening gehouden met de functie van het stadspark door een overgang te creëren van woongebied naar parkgebied (met residentieel karakter). Verder werd aan alle momenteel zonevreemde woningen in het plangebied (zowel in parkgebied als woongebied) rechtszekerheid gegeven. De verkeershinder van leveranciers en personeel in de woonweg Galgenbeekweg werd aangepakt door in de voorschriften bepalingen op te nemen m.b.t. parkeren op eigen grondgebied. Op die manier werd ingespeeld op het residentieel karakter van de Galgenbeekweg en de leefbaarheid gewaarborgd. De mogelijke uitbreidingen aan de woningen en het restaurant brengen wel een verdichting van het landschap teweeg maar aangezien de ingrepen in het plangebied kleinschalig van aard zijn, en uit bovenstaande blijkt dat zoveel mogelijk gestreefd wordt naar een landschappelijke inpassing, worden de effecten van het plan in zijn geheelheid als neutraal tot beperkt positief gewaardeerd.

Tabel 8-4: Synthesetabel effecten Mens Mens Water Water tussen Bodem disciplines Landschap Samenhang Faunaen flora Planonderdeel

1. Parkgebied / / / / / /

2. Restaurant 0 - 0 0 + 0

3. Woningen 0 - 0 - + 0

4. Waterloop / / / / / / Geheel 0 - 0 0 + 0

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 56 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009

Het plan houdt geen wijziging in t.o.v. het geldend plan en de bestaande toestand, / een beoordeling is dus niet van toepassing 0 Er is geen effect of een zeer minimaal effect op deze discipline +, ++ Er is een positief of significant positief effect voor deze discipline

-, -- Er is een negatief of significant negatief effect voor deze discipline

8.4 Leemten in de kennis De beperkte leemten in de kennis zijn het gevolg van onzekerheden over de concrete realisatie en invulling van het plangebied. Op het niveau van het plan kan dit niet verder worden uitgedetailleerd dan nu reeds het geval is. De leemten zijn niet van die aard dat ze aanleiding kunnen geven tot mogelijke aanzienlijke milieueffecten. Daarnaast zullen ruimtelijke effecten die het detailleringsniveau van het RUP overschrijden op het niveau van de stedenbouwkundige vergunning worden beoordeeld (bvb. architecturale aspecten, beplantingsvoorstellen, e.d.). 8.5 Grensoverschrijdende effecten Gelet op de ligging van het plangebied, de schaal van de ontwikkeling en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten wordt geconcludeerd dat er geen gewest- of landgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen n.a.v. het RUP Galgebeek. 8.6 Discipline-overschrijdende conclusie onderzoek milieueffecten Op basis van de beschikbare informatie kan worden besloten dat t.g.v. het RUP Galgebeek geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn. Het RUP Galgebeek, dat voorwerp vormt van dit onderzoek tot milieueffectenrapportage, valt bijgevolg niet onder de plan- MER-plicht zoals voorzien in het plan-MER-decreet van 17/04/2007. De milderende maatregelen voorgesteld in dit onderzoek worden opgenomen of verwerkt in het ontwerp van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

1283863007.doc/wsm/nds – Voorstudie en plan-mer-screening 57 RUP Galgebeek - Turnhout februari 2009