Het College Voor De Toelating Van Gewasbeschermingsmiddelen En Biociden

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Het College Voor De Toelating Van Gewasbeschermingsmiddelen En Biociden 13404 N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN 1. BESLUIT Op 28 oktober 2014 is van Bayer CropScience S.A.-N.V. Postbus 231 3640 AE MIJDRECHT een vrijwillig zonale aanvraag ontvangen tot herregistratie van de toelating voor het gewasbeschermingsmiddel MOVENTO op basis van de werkzame stof spirotetramat. Nederland is in deze een betrokken lidstaat, als bedoeld in artikel 36, tweede lid; de beoordelend lidstaat is Oostenrijk voor de centrale zone en Griekenland voor de interzonale zone. Bij de herregistratie zijn tevens uitbreidingen met toepassingen in aardappel, aardbei (productie), aalbessen, steenvruchten, sjalotten en bloemisterijgewassen, en nieuwe claims tegen koolgalmug en trips in koolgewassen aangevraagd. In de loop van de beoordelingsprocedure heeft de aanvrager de bestaande gebruiken in boon met peul, erwt met peul en hop en de aangevraagde claims tegen koolgalmug en trips in koolgewassen teruggetrokken uit de aanvraag. HET COLLEGE BESLUIT tot Afwijzing van de herregistratie en uitbreiding van de toelating van bovenstaand middel voor het aangevraagde professionele gebruik in aalbessen Toelating van de herregistratie en uitbreiding van de toelating van bovenstaand middel voor de overige aangevraagde gebruiken. Alle bijlagen, waaronder registratierapport deel A en deel B, vormen een onlosmakelijk onderdeel van dit besluit. 1.1 Samenstelling, vorm en verpakking De toelating geldt uitsluitend voor het middel in de samenstelling, vorm en de verpakking als waarvoor de toelating is verleend. 1.2 Gebruik Het middel mag slechts worden gebruikt volgens het wettelijk gebruiksvoorschrift, letterlijk en zonder enige aanvulling, zoals opgenomen in deel A van het registratierapport, Appendix I. MOVENTO, 20146453 NLTHG 13404 N 1.3 Classificatie en etikettering Mede gelet op de onder “wettelijke grondslag” vermelde wetsartikelen, dienen alle volgende aanduidingen en vermeldingen conform de geldende regelgeving op of bij de verpakking te worden vermeld: ° De aanduidingen, letterlijk en zonder enige aanvulling, zoals vermeld onder “verpakkingsinformatie” in bijlage I. ° Het wettelijk gebruiksvoorschrift, letterlijk en zonder enige aanvulling, zoals opgenomen in deel A van het registratierapport, Appendix I. ° Overige bij wettelijk voorschrift voorgeschreven aanduidingen en vermeldingen. ° De classificatie die overeenkomstig het toelatingsbesluit is vastgesteld, moet volgens de voorschriften op de verpakking worden vermeld, zoals beschreven in bijlage II en in hoofdstuk 2 van deel A van het registratierapport. 1.4 Aflever- en opgebruiktermijn (respijtperiode) Bij de herregistratie wordt het etiket omgezet van WG format 2.0 naar WG format 2.1. Om tot een acceptabel risico te komen worden nieuwe drift beperkende maatregelen in het WG opgenomen ter bescherming van bijen, niet-doelwit arthropoden en niet-doelwit planten. Ook wordt een nieuw voorschrift tegen vervoederen van vezelgewassen en een nieuwe zin voor resistentiemanagement toegevoegd. Daarom wordt een nieuwe versie van het WG vastgesteld met volgnummer W.5. Omdat het nieuwe WG wordt beperkt zijn respijttermijnen van toepassing voor verpakkingen met het oude etiket met volgnummer W.3 en W.4. Aanvrager verzoekt maximale aflevertermijn en beperkte opgebruiktermijn van 6 maanden toe te kennen voor verpakkingen met het oude etiket, om de voorraden in de keten via afleveren en opgebruik af te kunnen bouwen. De aanpassingen van het WG met nieuwe toepassingsvoorwaarden zijn noodzakelijk om een acceptabel risico aan te tonen op basis van modelberekeningen. Er is echter geen sprake van aantoonbare risico’s en daarom is er wel ruimte voor beperkte respijttermijnen zodat gebruikers het product met het oude WG kunnen blijven gebruiken en opmaken. Het middel wordt in de aanstaande winterperiode niet gebruikt. Daarom wordt een aflevertermijn van 6 maanden voorgesteld met aansluitend een beperkte opgebruiktermijn van 6 maanden. Dit is conform het voorstel van de aanvrager. Het nieuwe gebruiksvoorschrift en de nieuwe etikettering dienen bij de eerstvolgende aanmaak op de verpakking te worden aangebracht. De te hanteren w-coderingen en aflever- en opgebruiktermijnen voor oude verpakkingen zoals vastgesteld volgens het besluit beleidsregel respijttermijnen voor gewasbeschermingsmiddelen (Staatscourant 31 augustus 2016) staan vermeld onder “toelatingsinformatie” in bijlage I. 2. WETTELIJKE GRONDSLAG Besluit Artikel 80, vijfde lid juncto artikel 128 Wgb (oud) Classificatie en etikettering artikel 31 en artike l 65 van de Verordening (EG) 1107/2009 Gebruikt toetsingskader De beoordeling van deze aanvraag is conform Bgb en Rgb d.d. 1 3 juni 2011 en Evaluation Manuaal 1.1. MOVENTO, 20146453 NLTHG 13404 N 3. BEOORDELINGEN 3.1 Fysische en chemische eigenschappen De aard en de hoeveelheid van de werkzame stoffen en de in humaan-toxicologisch en ecotoxicologisch opzicht belangrijke onzuiverheden in de werkzame stof en de hulpstoffen zijn bepaald. De identiteit van het middel is va stgesteld. De fysische en chemische eigenschappen van het middel zijn vastgesteld en voor juist gebruik en adequate opslag van het middel aanvaardbaar geacht. 3.2 Analysemethoden De geleverde analysemethoden voldoen aan de vereisten om de residuen te kunnen bepalen die vanuit humaan-toxicologisch en ecotoxicologisch oogpunt van belang zijn, volgend uit geoorloofd gebruik. 3.3 Risico voor de mens Van het middel wordt voor de toegelaten toepassingen volgens de voorschriften geen onaanvaardbaar risico voor de mens verwacht. 3.4 Risico voor het milieu Van het middel wordt voor de toegelaten toepassingen volgens de voorschriften geen onaanvaardbaar risico voor het milieu verwacht. 3.5 Werkzaamheid Van het middel wordt voor de toegelaten toepassingen volgens de voorschriften verwacht dat het werkzaam is. Voor nadere onderbouwing van de beoordelingen verwijzen wij u naar deel A en B van het registration report als toegevoegd aan de bijlagen van dit besluit overeenkomstig Besluit beleidsregel bekendmaken delen A en B van het Registration Report. Bezwaarmogelijkheid Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 4 van Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 8030, 6710 AA, EDE. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld. Ede, 31 oktober 2018 Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, voor deze: de voorzitter, Ir. J.F. de Leeuw MOVENTO, 20146453 NLTHG 13404 N BIJLAGE I DETAILS VAN DE AANVRAAG EN TOELATING 2.1 Aanvraaginformatie Aanvraagnummer: 20146453 NLTHG Type aanvraag: Vrijwillig zonale aanvraag tot herregistratie van gewasbeschermingsmiddeltoelating met Nederland als betrokken lidstaat Middelnaam: MOVENTO Verzenddatum aanv raag: 28 oktober 2014 Formele registratiedatum: * 2 december 2014 Datum in behandeling name: 20 januari 2017 Datum compliance check: 29 augustus 2014 * Datum waarop zowel de aanvraag is ontvangen als de aanvraagkosten zijn voldaan. 2.2 Stofinformatie Werkzame stof Gehalte spirotetramat 150 G/L • De stof is per 1 mei 2014 goedgekeurd volgens Verordening (EU) 1107/2009 (Uitvoeringsverordening (EU) No 1177/2013 d.d. 20 november 2013). De goedkeuring van deze werkzame stof expireert op 30 april 2024. 2.3 Toelatingsinformatie Toelatingsnummer: 13404 N Expiratiedatum: 30 april 2025 Afgeleide parallel of origineel: n.v.t. Biocide, gewasbeschermingsmiddel of toevoegingsstof: Gewas beschermingsmiddel Gebruikers: Professioneel W-coderingen en aflever- en opgebruiktermijnen: ° W-codering professioneel gebruik: 5 ° Vorige w -codering professioneel gebruik: 3 en 4 ° Aflevertermijn professioneel gebruik: 6 maanden (tot 2 mei 2019) ° Opgebruiktermijn professioneel gebruik: 6 maanden (tot 2 november 2019) 2.4 Verpakkingsinformatie Aard van het preparaat: Olie dispersie MOVENTO, 20146453 NLTHG 13404 N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE II Etikettering van het middel MOVENTO Professioneel gebruik de identiteit van alle stoffen in het mengse l die bijdragen tot de indeling van het mengsel: spirotetramat Pictogram GHS07 GHS08 GHS09 Signaalwoord Waarschuwing Gevarenaanduidingen H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken. H319 Veroorzaakt ernstige oogirritatie. H361fd Wordt ervan verdacht de vruchtbaarheid te schaden. Wordt ervan verdacht het ongeboren kind te schaden. H411 Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. Voorzorgsmaatregelen P280 Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. P308 + P311 Na (mogelijke) blootstelling: een ANTIGIFCENTRUM/arts/... raadplegen. P501 Inhoud/verpakking afvoeren naar .... SP 1 Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt. Aanvullende EUH401 Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke etiketelementen gezondheid en het milieu te voorkomen. Kinderveilige sluiting verplicht Nee Voelbare gevaarsaanduiding verplicht Nee MOVENTO, 20146453 NLTHG Part A MOVENTO Registration Report – Central Zone National Assessment - Netherlands Page 1 of 114 REGISTRATION REPORT Part A Risk Management Product name: MOVENTO Product code: 102000016434 Active Substance: Spirotetramat OD 150 (150 g/L) Country: The Netherlands Central Zone Zonal Rapporteur Member
Recommended publications
  • Improving Lettuce Insect Pest Management - NSW and QLD
    Improving lettuce insect pest management - NSW and QLD Dr Sandra McDougall NSW Department of Primary Industries Project Number: VG01028 VG01028 This report is published by Horticulture Australia Ltd to pass on information concerning horticultural research and development undertaken for the vegetable industry. The research contained in this report was funded by Horticulture Australia Ltd with the financial support of the vegetable industry, Syngenta, Convenience Foods Pty Ltd, South Pacific Seeds, Organic Crop Protectants Pty Ltd and the NSW Department of Primary Industries. All expressions of opinion are not to be regarded as expressing the opinion of Horticulture Australia Ltd or any authority of the Australian Government. The Company and the Australian Government accept no responsibility for any of the opinions or the accuracy of the information contained in this report and readers should rely upon their own enquiries in making decisions concerning their own interests. ISBN 0 7341 1227 0 Published and distributed by: Horticulture Australia Ltd Level 1 50 Carrington Street Sydney NSW 2000 Telephone: (02) 8295 2300 Fax: (02) 8295 2399 E-Mail: [email protected] © Copyright 2006 FINAL REPORT VG01028 Improving lettuce pest management – NSW and SE Queensland 30 November 2005 Sandra McDougall et al. NSW Department of Primary Industries ISBN 0 7347 1691 5 Project No: VG 01028 Principal Investigator: Dr Sandra McDougall Contact Details: National Vegetable Industry Centre NSW DPI PMB, Yanco NSW 2703 (02) 6951 2728 (02) 6951 2692 fax 042 740 1466 mob [email protected] Project Team: NSW DPI: Sandra McDougall, Andrew Creek, and Tony Napier, QDPI: John Duff Report Completed: October 2005 Statement of purpose: This report is a summary of the research and extension work conducted by the project team on lettuce pest management.
    [Show full text]
  • IOBC/WPRS Working Group “Integrated Plant Protection in Fruit
    IOBC/WPRS Working Group “Integrated Plant Protection in Fruit Crops” Subgroup “Soft Fruits” Proceedings of Workshop on Integrated Soft Fruit Production East Malling (United Kingdom) 24-27 September 2007 Editors Ch. Linder & J.V. Cross IOBC/WPRS Bulletin Bulletin OILB/SROP Vol. 39, 2008 The content of the contributions is in the responsibility of the authors The IOBC/WPRS Bulletin is published by the International Organization for Biological and Integrated Control of Noxious Animals and Plants, West Palearctic Regional Section (IOBC/WPRS) Le Bulletin OILB/SROP est publié par l‘Organisation Internationale de Lutte Biologique et Intégrée contre les Animaux et les Plantes Nuisibles, section Regionale Ouest Paléarctique (OILB/SROP) Copyright: IOBC/WPRS 2008 The Publication Commission of the IOBC/WPRS: Horst Bathon Luc Tirry Julius Kuehn Institute (JKI), Federal University of Gent Research Centre for Cultivated Plants Laboratory of Agrozoology Institute for Biological Control Department of Crop Protection Heinrichstr. 243 Coupure Links 653 D-64287 Darmstadt (Germany) B-9000 Gent (Belgium) Tel +49 6151 407-225, Fax +49 6151 407-290 Tel +32-9-2646152, Fax +32-9-2646239 e-mail: [email protected] e-mail: [email protected] Address General Secretariat: Dr. Philippe C. Nicot INRA – Unité de Pathologie Végétale Domaine St Maurice - B.P. 94 F-84143 Montfavet Cedex (France) ISBN 978-92-9067-213-5 http://www.iobc-wprs.org Integrated Plant Protection in Soft Fruits IOBC/wprs Bulletin 39, 2008 Contents Development of semiochemical attractants, lures and traps for raspberry beetle, Byturus tomentosus at SCRI; from fundamental chemical ecology to testing IPM tools with growers.
    [Show full text]
  • The Genomics and Evolution of Mutualistic and Pathogenic Bacteria
    Symbiotic bacteria in animals • Oct 3 2006 • Nancy Moran • Professor, Ecology and Evolutionary Biology Reading: The gut flora as a forgotten organ by A. O’Hara and F Shanahan EMBO Reports. 2006 What is symbiosis? • Term typically used for a chronic association of members of more than one genetic lineage, without overt pathogenesis • Often for mutual benefit, which may be easy or difficult to observe – Exchange of nutrients or other metabolic products, protection, transport, structural integrity Microbes in animal evolution • Bacteria present by 3.9 bya, Archaea and Eukaryota by >2 bya – The Earth is populated by ecologically diverse microbes • Animals appear about 1 bya • Animals evolved in microbial soup – “Innate” immune system probably universal among animal phyla: pathogenic infection was a constant selection pressure – But animals also evolved codependence on microbes, some of which are required for normal development and reproduction evolutionary innovations through symbiosis: examples • Eukaryotic cell (mitochondria) • Photosynthesis in eukaryotes (plastids) • Colonization of land by plants (mycorrhizae) • Nitrogen fixation by plants (rhizobia) • Animal life at deep sea vents (chemoautotrophic life systems) • Use of many nutrient-limited niches by animal lineages Why do hosts and symbionts cooperate so often? • Persistent association allows both to increase their persistence and replication. –Coinheritance – Long-term infection • Intimate metabolic exchange generating immediate beneficial feedback Symbiosis- main variables • Route
    [Show full text]
  • Hemiptera: Aphididae): New Finding on Ornamental Clematis Spp
    Phytoparasitica DOI 10.1007/s12600-014-0417-2 Note: Aphis vitalbae Ferrari, 1872 (Hemiptera: Aphididae): new finding on ornamental Clematis spp. in Poland Roman Hałaj & Barbara Osiadacz Received: 19 March 2014 /Accepted: 29 May 2014 # The Author(s) 2014. This article is published with open access at Springerlink.com Abstract Aphis vitalbae Ferrari is reported from Poland these species concern the central and eastern Palearctic for the first time on ornamental clematis (Clematis spp.). (Hille Ris Lambers 1966; Kumar & Burkhardt 1970; The distribution of this aphid in Europe and its possible Narzikulov & Daniyarova 1990; Pashchenko 1997). So expansion route are presented with a key to identifying far three species of Aphis have been found to infest the aphids infesting Clematis plants in Europe. clematis plants in Europe (Holman 2009), and only two have been reported from Poland (Osiadacz & Hałaj Keywords Climatic changes . Invasiveness forecast . 2010). Besides polyphagous A. fabae, the oligophagous Local populations . Potential pest . Species A. clematidis has been found in some regions of Poland acclimatization . Zoogeography (Osiadacz & Hałaj 2009). The material gathered from Clematis x vitalba L. in Upper Silesia included A. vitalbae [apterae and alate viviparae, Zabrze city, ę ł Ś ą The species of Clematis are infested by 27 aphid species 14.07.2012, leg. M. Kr cia a, Ruda l ska city, 10.09.2012, ł (Blackman & Eastop 2014), of which nine belong to leg. R. Ha aj; apterae males and oviparae, Zabrze city, ę ł the genus Aphis. Three of those species (A. fabae 7.10.2013, leg. M. Kr cia a, Bytom city, 02.11.2013, Scopoli, 1763; A.
    [Show full text]
  • A Contribution to the Aphid Fauna of Greece
    Bulletin of Insectology 60 (1): 31-38, 2007 ISSN 1721-8861 A contribution to the aphid fauna of Greece 1,5 2 1,6 3 John A. TSITSIPIS , Nikos I. KATIS , John T. MARGARITOPOULOS , Dionyssios P. LYKOURESSIS , 4 1,7 1 3 Apostolos D. AVGELIS , Ioanna GARGALIANOU , Kostas D. ZARPAS , Dionyssios Ch. PERDIKIS , 2 Aristides PAPAPANAYOTOU 1Laboratory of Entomology and Agricultural Zoology, Department of Agriculture Crop Production and Rural Environment, University of Thessaly, Nea Ionia, Magnesia, Greece 2Laboratory of Plant Pathology, Department of Agriculture, Aristotle University of Thessaloniki, Greece 3Laboratory of Agricultural Zoology and Entomology, Agricultural University of Athens, Greece 4Plant Virology Laboratory, Plant Protection Institute of Heraklion, National Agricultural Research Foundation (N.AG.RE.F.), Heraklion, Crete, Greece 5Present address: Amfikleia, Fthiotida, Greece 6Present address: Institute of Technology and Management of Agricultural Ecosystems, Center for Research and Technology, Technology Park of Thessaly, Volos, Magnesia, Greece 7Present address: Department of Biology-Biotechnology, University of Thessaly, Larissa, Greece Abstract In the present study a list of the aphid species recorded in Greece is provided. The list includes records before 1992, which have been published in previous papers, as well as data from an almost ten-year survey using Rothamsted suction traps and Moericke traps. The recorded aphidofauna consisted of 301 species. The family Aphididae is represented by 13 subfamilies and 120 genera (300 species), while only one genus (1 species) belongs to Phylloxeridae. The aphid fauna is dominated by the subfamily Aphidi- nae (57.1 and 68.4 % of the total number of genera and species, respectively), especially the tribe Macrosiphini, and to a lesser extent the subfamily Eriosomatinae (12.6 and 8.3 % of the total number of genera and species, respectively).
    [Show full text]
  • Aphids (Hemiptera, Aphididae)
    A peer-reviewed open-access journal BioRisk 4(1): 435–474 (2010) Aphids (Hemiptera, Aphididae). Chapter 9.2 435 doi: 10.3897/biorisk.4.57 RESEARCH ARTICLE BioRisk www.pensoftonline.net/biorisk Aphids (Hemiptera, Aphididae) Chapter 9.2 Armelle Cœur d’acier1, Nicolas Pérez Hidalgo2, Olivera Petrović-Obradović3 1 INRA, UMR CBGP (INRA / IRD / Cirad / Montpellier SupAgro), Campus International de Baillarguet, CS 30016, F-34988 Montferrier-sur-Lez, France 2 Universidad de León, Facultad de Ciencias Biológicas y Ambientales, Universidad de León, 24071 – León, Spain 3 University of Belgrade, Faculty of Agriculture, Nemanjina 6, SER-11000, Belgrade, Serbia Corresponding authors: Armelle Cœur d’acier ([email protected]), Nicolas Pérez Hidalgo (nperh@unile- on.es), Olivera Petrović-Obradović ([email protected]) Academic editor: David Roy | Received 1 March 2010 | Accepted 24 May 2010 | Published 6 July 2010 Citation: Cœur d’acier A (2010) Aphids (Hemiptera, Aphididae). Chapter 9.2. In: Roques A et al. (Eds) Alien terrestrial arthropods of Europe. BioRisk 4(1): 435–474. doi: 10.3897/biorisk.4.57 Abstract Our study aimed at providing a comprehensive list of Aphididae alien to Europe. A total of 98 species originating from other continents have established so far in Europe, to which we add 4 cosmopolitan spe- cies of uncertain origin (cryptogenic). Th e 102 alien species of Aphididae established in Europe belong to 12 diff erent subfamilies, fi ve of them contributing by more than 5 species to the alien fauna. Most alien aphids originate from temperate regions of the world. Th ere was no signifi cant variation in the geographic origin of the alien aphids over time.
    [Show full text]
  • Mexican Uroleucon (Hemiptera: Aphididae) from the Collection of the Muséum National D'histoire Naturelle of Paris with Eleven
    622 Florida Entomologist 94(3) September 2011 MEXICAN UROLEUCON (HEMIPTERA: APHIDIDAE) FROM THE COLLECTION OF THE MUSÉUM NATIONAL D’HISTOIRE NATURELLE OF PARIS WITH ELEVEN NEW SPECIES JUAN M. NIETO NAFRÍA, M. PILAR MIER DURANTE AND NICOLÁS PÉREZ HIDALGO Departamento de Biodiversidad y Gestión Ambiental. Universidad de León, E-24071, León, Spain ABSTRACT Very little is known about the Mexican fauna of Uroleucon; only 4 species have been re- corded, which is fewer than in Central America and the Caribbean. One hundred ninety two samples collected in 19 Mexican states from the Muséum national d’Histoire naturelle (Paris) collection have been studied and 30 species identified. Four of them are the species previously recorded (U. ambrosiae, U. erigeronense, U. pseudoambrosiae and U. sonchi). Fif- teen North American species are recorded for the first time from Mexico: U. astronomus, U. brevitarsus, U. chani, U. eupatoricolens, U. gravicorne, U. macgillivrayae, U. maximiliani- cola, U. nigrotuberculatum, U. obscuricaudatum, U. paucosensoriatum, U. penderum, U. rey- noldense, U. richardsi, U. stoetzelae and U. zerogutierrezis. Thirty-three new “aphid/host plant” relationships of these species have been established. Comments about the distribu- tion of the species are made. Eleven new species are described, illustrated and discussed: U. penae, U. mexicanum, U. gnaphalii, U. sinuense, U. munozae, U. zacatecense, U. queretarense, U. tlaxcalense, U. latgei, U. heterothecae and U. remaudiereorum. An appendix with modifi- cations for 17 keys in Blackman and Eastop’s work, “Aphids on the World’s Herbaceous Plants and Shrubs”, is presented and 3 additional keys are given. Key Words: Uroleucon, aphids, Mexico, host plants RESUMEN Se conoce muy poco sobre la fauna mexicana del género Uroleucon; sólo se han citado cuatro especies en el país, que son menos que las citadas en América Central y el Caribe.
    [Show full text]
  • Presence of Rose Spring Dwarf-Associated Virus in Chile: Partial Genome Sequence and Detection in Roses and Their Colonizing Aphids
    Virus Genes (2010) 41:295–297 DOI 10.1007/s11262-010-0510-7 Presence of rose spring dwarf-associated virus in Chile: partial genome sequence and detection in roses and their colonizing aphids Paulina A. Rivera • Esteban A. Engel Received: 20 May 2010 / Accepted: 24 June 2010 / Published online: 7 July 2010 Ó Springer Science+Business Media, LLC 2010 Abstract Rose is one of the most important cut flowers Keywords RSDaV Á Luteovirus Á Rose Á Aphid produced in the world. It is also grown in landscape plantings and public gardens for ornamental purposes. However, there is no detailed information available about At least, nine viral species belonging to the genera Nepo- viruses infecting roses in Chile. In order to gain insight virus and Ilarvirus have been described to infect roses. about the viruses that could be present, a plant showing These include Tomato ringspot virus (ToRsV), Tobacco yellow vein chlorosis in its leaves was collected from a ringspot virus (TRSV), Strawberry latent ringspot virus garden in Santiago. Double-stranded RNA (dsRNA) was (SLRSV), Arabis mosaic virus (ArMV), Blackberry chlo- isolated and after a random primed RT-PCR amplification rotic ringspot virus (BCRV), Tobacco streak virus (TSV), procedure followed by sequencing, Rose spring dwarf- Prunus necrotic ringspot virus (PNRSV), and Apple mosaic associated virus (RSDaV) presence was established. In virus (ApMV). In addition, Rose spring dwarf-associated order to widen the survey, several additional symptomatic virus (RSDaV) was recently described in the United States, and asymptomatic plants as well as aphids were screened and the authors suggested a correlation with Rose spring by RT-PCR using two different pairs of virus-specific dwarf disease (RSD) [1].
    [Show full text]
  • Aphid Transmission of Potyvirus: the Largest Plant-Infecting RNA Virus Genus
    Supplementary Aphid Transmission of Potyvirus: The Largest Plant-Infecting RNA Virus Genus Kiran R. Gadhave 1,2,*,†, Saurabh Gautam 3,†, David A. Rasmussen 2 and Rajagopalbabu Srinivasan 3 1 Department of Plant Pathology and Microbiology, University of California, Riverside, CA 92521, USA 2 Department of Entomology and Plant Pathology, North Carolina State University, Raleigh, NC 27606, USA; [email protected] 3 Department of Entomology, University of Georgia, 1109 Experiment Street, Griffin, GA 30223, USA; [email protected] * Correspondence: [email protected]. † Authors contributed equally. Received: 13 May 2020; Accepted: 15 July 2020; Published: date Abstract: Potyviruses are the largest group of plant infecting RNA viruses that cause significant losses in a wide range of crops across the globe. The majority of viruses in the genus Potyvirus are transmitted by aphids in a non-persistent, non-circulative manner and have been extensively studied vis-à-vis their structure, taxonomy, evolution, diagnosis, transmission and molecular interactions with hosts. This comprehensive review exclusively discusses potyviruses and their transmission by aphid vectors, specifically in the light of several virus, aphid and plant factors, and how their interplay influences potyviral binding in aphids, aphid behavior and fitness, host plant biochemistry, virus epidemics, and transmission bottlenecks. We present the heatmap of the global distribution of potyvirus species, variation in the potyviral coat protein gene, and top aphid vectors of potyviruses. Lastly, we examine how the fundamental understanding of these multi-partite interactions through multi-omics approaches is already contributing to, and can have future implications for, devising effective and sustainable management strategies against aphid- transmitted potyviruses to global agriculture.
    [Show full text]
  • Eco-Climatic Assessment of the Potential Establishment of Exotic Insects in New Zealand
    Eco-climatic assessment of the potential establishment of exotic insects in New Zealand A thesis submitted in partial fulfillment of the requirements for the Degree of Doctor of Philosophy at Lincoln University by Lora Peacock Lincoln University 2005 Contents Abstract of a thesis submitted in partial fulfillment of the requirements for the Degree of PhD Eco-climatic assessment of the potential establishment of exotic insects in New Zealand Lora Peacock To refine our knowledge and to adequately test hypotheses concerning theoretical and applied aspects of invasion biology, successful and unsuccessful invaders should be compared. This study investigated insect establishment patterns by comparing the climatic preferences and biological attributes of two groups of polyphagous insect species that are constantly intercepted at New Zealand's border. One group of species is established in New Zealand (n = 15), the other group comprised species that are not established (n = 21). In the present study the two groups were considered to represent successful and unsuccessful invaders. To provide background for interpretation of results of the comparative analysis, global areas that are climatically analogous to sites in New Zealand were identified by an eco­ climatic assessment model, CLIMEX, to determine possible sources of insect pest invasion. It was found that south east Australia is one of the regions that are climatically very similar to New Zealand. Furthermore, New Zealand shares 90% of its insect pest species with that region. South east Australia has close trade and tourism links with New Zealand and because of its proximity a new incursion in that analogous climate should alert biosecurity authorities in New Zealand.
    [Show full text]
  • Aphids (Hemiptera, Aphididae) Armelle Coeur D’Acier, Nicolas Pérez Hidalgo, Olivera Petrovic-Obradovic
    Aphids (Hemiptera, Aphididae) Armelle Coeur d’Acier, Nicolas Pérez Hidalgo, Olivera Petrovic-Obradovic To cite this version: Armelle Coeur d’Acier, Nicolas Pérez Hidalgo, Olivera Petrovic-Obradovic. Aphids (Hemiptera, Aphi- didae). Alien terrestrial arthropods of Europe, 4, Pensoft Publishers, 2010, BioRisk, 978-954-642-554- 6. 10.3897/biorisk.4.57. hal-02824285 HAL Id: hal-02824285 https://hal.inrae.fr/hal-02824285 Submitted on 6 Jun 2020 HAL is a multi-disciplinary open access L’archive ouverte pluridisciplinaire HAL, est archive for the deposit and dissemination of sci- destinée au dépôt et à la diffusion de documents entific research documents, whether they are pub- scientifiques de niveau recherche, publiés ou non, lished or not. The documents may come from émanant des établissements d’enseignement et de teaching and research institutions in France or recherche français ou étrangers, des laboratoires abroad, or from public or private research centers. publics ou privés. A peer-reviewed open-access journal BioRisk 4(1): 435–474 (2010) Aphids (Hemiptera, Aphididae). Chapter 9.2 435 doi: 10.3897/biorisk.4.57 RESEARCH ARTICLE BioRisk www.pensoftonline.net/biorisk Aphids (Hemiptera, Aphididae) Chapter 9.2 Armelle Cœur d’acier1, Nicolas Pérez Hidalgo2, Olivera Petrović-Obradović3 1 INRA, UMR CBGP (INRA / IRD / Cirad / Montpellier SupAgro), Campus International de Baillarguet, CS 30016, F-34988 Montferrier-sur-Lez, France 2 Universidad de León, Facultad de Ciencias Biológicas y Ambientales, Universidad de León, 24071 – León, Spain 3 University of Belgrade, Faculty of Agriculture, Nemanjina 6, SER-11000, Belgrade, Serbia Corresponding authors: Armelle Cœur d’acier ([email protected]), Nicolas Pérez Hidalgo (nperh@unile- on.es), Olivera Petrović-Obradović ([email protected]) Academic editor: David Roy | Received 1 March 2010 | Accepted 24 May 2010 | Published 6 July 2010 Citation: Cœur d’acier A (2010) Aphids (Hemiptera, Aphididae).
    [Show full text]
  • (HAGEN, 1861) ALIMENTADA COM O PULGÃO Rodobium Porosum (SANDERSON, 1900) E INTERAÇÃO COM PLANTAS
    FERNANDA APARECIDA ABREU ASPECTOS BIOECOLÓGICOS DE Chrysoperla externa (HAGEN, 1861) ALIMENTADA COM O PULGÃO Rodobium porosum (SANDERSON, 1900) E INTERAÇÃO COM PLANTAS ATRATIVAS EM CULTIVO DE ROSEIRA LAVRAS – MG 2017 FERNANDA APARECIDA ABREU ASPECTOS BIOECOLÓGICOS DE Chrysoperla externa (HAGEN, 1861) ALIMENTADA COM O PULGÃO Rodobium porosum (SANDERSON, 1900) E INTERAÇÃO COM PLANTAS ATRATIVAS EM CULTIVO DE ROSEIRA Tese apresentada à Universidade Federal de Lavras, como parte das exigências do programa de pós-graduação em Entomologia, área de concentraçã o em Entomologia, para obtenção de título de Doutor. Dr. César Freire Carvalho Orientador LAVRAS – MG 2017 Ficha catalográfica elaborada pelo Sistema de Geração de Ficha Catalográfica da Biblioteca Universitária da UFLA, com dados informados pelo(a) próprio(a) autor(a). Abreu, Fernanda Aparecida. Aspectos bioecológicos de Chrysoperla externa (HAGEN,1861) alimentada com o pulgão Rodobiumporosum (Sanderson, 1900) e interação com plantas atrativas em cultivo deroseira / Fernanda Aparecida Abreu. - 2017. 112 p. Orientador(a): César Freire Carvalho. Tese (doutorado) - Universidade Federal de Lavras, 2017. Bibliografia. 1. Interação tritrófica. 2. Controle biológico conservativo. 3. Pragas rosas. I. Carvalho, César Freire. II. Título. O conteúdo desta obra é de responsabilidade do(a) autor(a) e de seu orientador(a). FERNANDA APARECIDA ABREU ASPECTOS BIOECOLÓGICOS DE Chrysoperla externa (HAGEN, 1861) ALIMENTADA COM O PULGÃO Rodobium porosum (SANDERSON, 1900) E INTERAÇÃO COM PLANTAS ATRATIVAS EM CULTIVO DE ROSEIRA BIOECOLOGICAL ASPECTS OF Chrysoperla externa (HAGEN, 1861) FED WITH THE APHID Rhodobium porosum (SANDERSON, 1900) AND INTERACTION WITH ATTRACTIVE PLANTS IN ROSEBUSH CULTIVATION Tese apresentada à Universidade Federal de Lavras, como parte das exigências do programa de pós-graduação em Entomologia, área de concentração em Entomologia, para obtenção de título de Doutor.
    [Show full text]