Deutsch Für Niederländische Schüler
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Deutsch für niederländische Schüler Ich halt von dich! ....ehhh?? Valuascollege afd. TTO-Duits Samenstelling: Frans Driessen en Louis Seelen INLEIDING In dit boekje leer je de eerste beginselen van het Duits. Je zult merken dat Duits helemaal niet zo’n moeilijke taal is en dat je het al snel een beetje kunt spreken en verstaan. Je zult ook van je leraar horen hoe belangrijk het is om goed Duits te kunnen. Als je later een beroep gaat kiezen zul je merken, dat ze steeds vaker van je verwachten dat je de Duitse taal beheerst. Op alle Nederlandse middelbare scholen krijg je het vak Duits. Maar op het Valuascollege in Venlo kun je TweeTalig Onderwijs in de Duitse taal krijgen: TTO-Duits. Je krijgt dan meer Duitse lessen en allerlei andere vakken worden ook in het Duits gegeven. Met TTO-Duits kun je later in Duitsland gaan studeren en het zal ook veel gemakkelijker zijn om een baan te vinden waarbij Duits belangrijk is. Samen met de leraar zul je dit boekje in enkele lessen doorwerken, maar het is zo geschreven dat je er ook alleen mee aan de slag kunt. Ook kun je het nog altijd gebruiken als een soort naslagwerkje om te kijken, hoe het ook alweer was met de uitspraak enz. Boven elke oefening staat schuin gedrukt in een vakje wat je moet doen. Het spreken en (naar elkaar) luisteren is het belangrijkste. Maar ook het schrijven wordt flink geoefend. We wensen je veel plezier met het leren van deze nieuwe taal. En we hopen dat je straks net zo goed Duits spreekt als de maker van dit T-shirt. Of nog beter? Luister goed naar de leraar. Hij zegt het alfabet op in het Duits. Jullie spreken hem samen na. Daarna zijn een paar Duitse woorden aan de beurt. De letters = die Buchstaben a = aa n = enn b = bee o = oo c = tsee p = pee d = dee q = koe e = ee r = err f = eff s = ess g = g(k)ee t = tee h = haa u = oe i = ie v = fau j = jott w = w(v)ee (boventanden raken onderlip) k = kaa x = iex l = ell y = uupsilon m = emm z = tsett ß = esstsett Pas op !!! au = au ei = ai eu = oi ä = ae äu = oi ö = eu ü = uu die Gans Venlo Spanien die Mäuse die Kuh dieWolke das Ei die Querflöte der Tisch Ägypten der Euro die Tür der Stuhl zwölf der Käse Schnappi Luister naar de Schnappi-song en vul de vier woorden in die zijn weggelaten. Der Schnappi-Song Ich bin Schnappi, das kleine Krokodil. Komm aus Ägypten, das liegt direkt am Nil. Zuerst lag ich in einem _______(1), dann schni-,schna-,schnappte ich mich frei Refrain: Schni Schna Schnappi Schnappi Schnappi Schnapp Schni Schna Schnappi Schnappi Schnappi Schnapp Ich bin Schnappi, das kleine Krokodil, hab scharfe Zähne, und davon ganz schön viel. Ich schnapp mir was ich schnappen _______(2), ja ich schnapp zu, weil ich das so gut kann. Refrain: Schni Schna …. Ich bin Schnappi, das kleine Krokodil, ich schnappe gern, das ist mein Lieblingsspiel. Ich schleich mich an die ________(3) ran, und zeig ihr wie ich schnappen kann Refrain: Schni Schna …. Ich bin Schnappi, das kleine Krokodil, und vom Schnappen, da krieg ich nicht zu viel. Ich beiß dem Papi kurz ins _________(4), und dann, dann schlaf ich einfach ein. Refrain: Schni Schna …. Luister goed naar de leraar en schrijf het Duitse woord voor "de getallen" op. De letters staan door elkaar. Spreek daarna de getallen van 0 t/m 12 na. De getallen van 13 t/m 19 moet je zelf gedeeltelijk invullen, terwijl de leraar ze door elkaar uitspreekt. Los dan het magisch vierkant op! (horizontaal = vertikaal = diagonaal) De getallen = (edi halZen) ____________ 0 = null 13 = _______zehn 1 = eins 14 = _______zehn 2 = zwei 15 = _______zehn 3 = drei 16 = sech _______ (!) 4 = vier 17 = sieb _______ (!) 5 = fünf 18 = _______zehn 6 = sechs 19 = _______zehn 7 = sieben 20 = zwanzig 8 = acht Voorbeeld van magisch 9 = neun vierkant van 15: 10 = zehn 11 = elf 2 7 6 12 = zwölf 9 5 1 4 3 8 Het = Das Eins Acht Zehn ____ magische = magische vierkant = Viereck van = von ____ dreizehn drei sechs Sieben zwei ____ neun vierzehn ____ fünf vier Enkele woorden van deze song zijn vertaald. De betekenis van de genummerde woorden moet je zelf raden. Zet het juiste getal voor het juiste woord! ARTIST: Nena TITEL: 99 Luftballons Hast du etwas Zeit für mich Dann singe ich ein Lied für dich Von neunundneunzig Luftballons 1 □ luchtballonnen Auf ihrem Weg zum Horizont =net Denkst du vielleicht g'rad an mich □ alarm Singe ich ein Lied für dich 2 □ plaats Von neunundneunzig Luftballons Und daß so was von sowas kommt □ vuurwerk □ horizon Neunundneunzig Luftballons Auf ihrem Weg zum Horizont □ generaal Hielt man für Ufos aus dem All=heelal 3 □ lucifer Darum schickte ein General =straaljagers 'Ne Fliegerstaffel hinterher □ straaljagers Alarm4 zu geben, wenn's so wär □ krijgers Dabei war'n da am Horizont Nur neunundneunzig Luftballons □ buit Neunundneunzig Kriegsminister Streichholz7 und Benzinkanister=jerrycan Hielten sich für schlaue=slimme Leute Witterten=roken schon fette Beute8 Riefen "Krieg!" und wollten Macht Mann, wer hätte das gedacht Daß es einmal so weit kommt Wegen neunundneunzig Luftballons Wegen neunundneunzig Luftballons Neunundneunzig Düsenflieger Neunundneunzig Luftballons Jeder war ein großer Krieger5 Hielten sich für Captain Kirk Neunundneunzig Jahre Krieg Das gab ein großes Feuerwerk6 Ließen keinen Platz9 für Sieger=overwinnaars Die Nachbarn=buren haben nichts Kriegsminister gibt's nicht mehr gerafft=gesnapt Und auch keine Düsenflieger10 Und fühlten sich gleich Heute zieh' ich meine Runden angemacht=beledigd Seh' die Welt in Trümmern=puin liegen Dabei schoß man am Horizont Hab' 'nen Luftballon gefunden Auf neunundneunzig Luftballons Denk' an dich und lass' ihn fliegen Spreek bij de kloktijden van blok 1 en 2 de leraar na! Bij blok 3 t/m 6 moet je zelf iets invullen of tekenen. Controleer alles in de groep en oefen samen de uitspraak! de kloktijden = die Uhrzeiten Hoe laat is het? = Wie spät ist es 1 Es ist: 2 Es ist: Viertel vor zehn Uhr elf n. fünf nach halb acht halb vier zehn vor halb sechs / Viertel nach zwanzig nach zwei fünf fünf (Minuten) vor zwölf ein Uhr 3 Es ist: 4 Es ist: zehn nach Viertel nach drei eins fünf vor acht Uhr sieben 5 Es ist: 6 Es ist: halb zwölf neun Uhr zehn (Minuten) vor zwei fünf nach halb elf Luister goed naar de leraar en vul de dagen van de week in met de gegeven letters. Daarna naspreken. Vervolgens draagt de leraar het gedicht "Die Wochentage" voor. Jullie proberen het daarna ook in de eigen groep. Dagen van de week = Wochentage maandag = der __________tag (OMN) dinsdag = der __________tag (ESNDI) woensdag = der __________woch (TTIM) donderdag = der ___________tag (DORSENN) Was haben wir vrijdag = der __________tag (REIF) denn heute? zaterdag = der __________tag (SAMS) zondag = der __________tag (OSNN) Dagen van de week Das Wochengedicht Goedemorgen maandag. Guten Morgen, Herr Mo ……! Hoe gaat het met dinsdag? Wie geht es Frau Di ……? Doe de groeten aan Ist der Herr Mi…… auch im Haus? woensdag Sag’ dem Herrn Do……: en zeg tegen donderdag, Frau Fr…… dat ik aanstaande vrijdag, geht mit Herrn Sa…… met de trein van zaterdag, am So…… aus. Schönes Wochenende! zondag kom logeren. Probeer de namen van de seizoenen te vinden tussen de gegeven woorden in het grijze vak. Vul de oplossing in in het vierkant. Daarna worden de maanden voorgelezen. Probeer ze goed op te schrijven. Controle en uitspraak volgen daarna. de jaargetijden = die Jahreszeiten das Vorjahr, der Abend, der Frühling, der Herbert, der Herbst, der Keller, der Nachmittag, der Sommer, der Gewinner der Winter, der Sonnabend, der Sombrero de lente = ___________ de zomer = ___________ de herfst = ___________ de winter = ___________ de maanden = die Monate januari = der___________ juli = der___________ februari = der___________ augustus = der___________ maart = der____ä__z___ september= der__________ april = der___________ oktober = der___________ mei = der____a______ november= der___________ juni = der___________ december= der____z______ De leraar stelt zichzelf (tweemaal) in het Duits voor. Luister goed en schrijf de vertaling van de onderstreepte woorden op. Daarna geeft de leraar de oplossing. Controleer of je alles goed hebt. Hetzelfde doe je daarna met je eigen familie. Dat ben ik! = ................... Hallo, mijn naam is ........... = ....................................... Ik ben ..... jaar. = ....................................... Ik woon in ............ = ....................................... Ik ben op ........ jarig. = ....................................... Mijn hobby’s zijn ........... = ....................................... En dat is mijn familie. = ....................... Mijn vader is …… jaar. = ....................................... Mijn moeder is iets jonger. = ...................................... Ik heb (g)een broer. = ....................................... Ik heb (g)een zus. = ....................................... Mijn grootouders wonen (niet) = ....................................... bij ons. Wij hebben (g)een huisdier. = ....................................... Hieronder zie je een vrolijke bruiloft. De vraag is: wie horen waarschijnlijk bij de nummers 1 t/m 8? Luister eerst naar de uitspraak en spreek na! de bruiloft = die Hochzeit das Baby die Großeltern das Kind die Großmutter der Jugendliche der Großvater der Erwachsene der Neffe die Eltern die Nichte die Mutter der Onkel der Vater die Tante die Geschwister das Brautpaar die Schwester die Braut der Bruder der Bräutigam 1 = _________________ 5 = _________________ 2 = _________________ 6 = _________________ 3 = _________________ 7 = _________________ 4 = _________________ 8 = _________________ Hieronder staan 10 (huis)dieren afgebeeld. Hoe ze in het Duits heten staat er onder, maar onvolledig! De leraar leest ze voor. Zet de letters in de goede volgorde of vul de ontbrekende letters in. Denk aan de hoofdletters. Na controle kun je de namen nog onder de plaatjes schrijven. (huis)dieren = (Haus)Tiere 1. der H _ _ d 2. das _ fe _ d 3. das Sch _ f 4. der H _ hn und das H _ hn 5. der (lgVeo) _ _ _ _ _ 6. die (tzaeK) _ _ _ _ _ 7.