Armoedemonitor 1997
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Armoedemonitor 1997 Sociaal en Cultureel Planbureau Centraal Bureau voor de Statistiek Armoedemonitor 1997 Exemplaren van deze uitgave zijn verkrijgbaar in de boekhandel en bij VUGA Uitgeverij bv onder vermelding van ISBN 90-5749-104-4 CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Armoedemonitor Armoedemonitor 1997. - Rijswijk : Sociaal en Cultureel Planbureau ; Den Haag : VUGA - (Cahier / Sociaal en Cultureel Planbureau ; nr. 140) Met lit. opg. - Met samenvatting in het Engels. ISBN 90-5749-104-4 (VUGA) NUGI 661 Trefw.: armoede ; Nederland ; sociale zekerheid ; sociaal beleid © Sociaal en Cultureel Planbureau Rijswijk, september 1997 ISBN 90-5749-104-4 Deze publicatie is gedrukt op chloorvrij papier. INHOUD VOORWOORD 7 1 INLEIDING 9 Literatuur 12 2 DE OMVANG VAN ARMOEDE: EEN AFBAKENING OP BASIS VAN INKOMEN 13 2.1 Inleiding 13 2.2 Twee afbakeningen van armoede 14 2.2.1 Beleidsmatig minimum 14 2.2.2 Huishoudens met een laag inkomen 17 2.2.3 Aanvullende dimensies van armoede 22 2.3 Ontwikkeling van het aantal huishoudens met een laag inkomen, 1977-1995 23 Noten 28 Literatuur 29 3 RONDKOMEN OP MINIMUMNIVEAU 31 3.1 Inleiding 31 3.2 Moeilijk rondkomen met het inkomen 31 3.2.1 Ontwikkelingen 32 3.2.2 Financiële problemen 34 3.2.3 Problemen met de woning of omgeving 35 3.2.4 Duurzame goederen 37 3.3 Bestedingspatronen van huishoudens 39 3.3.1 Huishoudens rond of onder en boven het beleidsmatige minimum 39 3.3.2 Bestedingsaandelen van vaste lasten 44 3.3.3 Bestedingsaandelen van huishoudens met lage en hoge vaste lasten 46 3.3.4 Afwijkende bestedingsaandelen 48 3.3.5 Analyse van bestedingspatronen 49 Noten 55 Literatuur 55 4 PROBLEMATISCHE SCHULDEN 57 4.1 Inleiding 57 4.2 Huishoudens met betalingsachterstanden 58 4.2.1 Kenmerken van huishoudens met betalingsachterstanden 59 4.3 Openstaande leningen en aflossingscapaciteit 60 4.3.1 Huishoudens met openstaande leningen 61 4.3.2 Kenmerken van huishoudens met openstaande niet-hypothecaire leningen 61 4.3.3 Kenmerken van huishoudens met onvoldoende aflossingscapaciteit 62 4.4 Fasen van verschuldiging 63 4.5 De situatie in 1994 65 Noten 66 Literatuur 67 5 DE DYNAMIEK VAN ARMOEDE 69 5.1 Inleiding 69 5.2 Huishoudens met een duurzaam laag inkomen 70 5.2.1 Sociaal-economische karakteristieken 70 5.2.2 Ontwikkeling 1992-1995 74 5.3 Veranderingen in de inkomenspositie 76 5.3.1 Stromen en momentopnamen 76 5.3.2 Begin- en eindgebeurtenissen 78 5.3.3 Samenstelling van de populatie lage inkomens bij langer wordende duur 82 5.3.4 Uitstroomkans en cumulatieve blijfkans 85 5.4 De dynamiek van het moeilijk rondkomen 91 5.4.1 De duur van situaties van moeilijk rondkomen 91 5.4.2 Sociaal-economische karakteristieken 95 Noten 100 Literatuur 101 Bijlage 102 Noot bij Bijlage 106 6 DE RUIMTELIJKE CONCENTRATIE VAN ARMOEDE 107 6.1 Inleiding 107 6.2 Methodologische overwegingen 107 6.2.1 Armoedegrenzen in ruimtelijke analyses 107 6.2.2 De keuze van het schaalniveau 108 6.2.3 Gegevens 109 6.3 Armoedeconcentraties 110 6.4 Oorzaken van armoedeconcentraties 119 Noten 128 Literatuur 129 Bijlage 130 7 RELATIEVE ARMOEDE INTERNATIONAAL VERGELEKEN 135 7.1 Inleiding 135 7.2 De armen: relatieve inkomenspositie 137 7.3 Risicocategorieën 138 7.4 De armen: moeilijk rondkomen met het inkomen 141 7.5 De armen: het niet bezitten van duurzame goederen 141 7.6 De armen: problemen in verband met de huisvestingssituatie 143 Noten 144 Literatuur 145 8 NIET-GEBRUIK VAN DE INDIVIDUELE HUURSUBSIDIE 147 8.1 Inleiding 147 8.2 Aard van de regeling en meting niet-gebruik 148 8.3 Omvang van het niet-gebruik in 1993/’94 150 8.4 Niet-gebruik van huursubsidie en armoede 157 Noten 159 Literatuur 159 9 WITTE VLEKKEN IN HET ARMOEDEONDERZOEK 161 9.1 Dak- en thuislozen 161 9.2 De nieuwe Algemene bijstandswet 163 9.3 Armoedeculturen 166 Literatuur 168 10 ASPECTEN VAN GEGEVENSVERZAMELING 169 10.1 Inleiding 169 10.2 Aanpak van het armoedeonderzoek 169 10.3 Mogelijkheden en beperkingen van de beschikbare databronnen 171 10.4 Combinatie van gegevens uit verschillende bronnen 175 Literatuur 178 11 SLOTBESCHOUWING 179 11.1 Armoedegrenzen 179 11.2 Het aantal armen 181 11.3 Het budget van arme huishoudens 182 11.4 De problematische gevolgen van geldgebrek 184 11.5 Duur en dynamiek van armoede 187 11.6 Ruimtelijke concentraties van armoede 190 11.7 Internationale vergelijking van enkele aspecten van armoede 193 11.8 Niet-gebruik van de individuele huursubsidie 194 11.9 Enkele beleidsimplicaties 195 Literatuur 197 SUMMARY 199 BIJLAGE KORTE KARAKTERISTIEK VAN DE DATABRONNEN 207 B1 Inkomenspanelonderzoek (IPO) 207 B2 Regionaal inkomensonderzoek (RIO) 209 B3 Budgetonderzoek (BO) 211 B4 Sociaal-economisch panelonderzoek (SEP) 213 B5 Woningbehoeftenonderzoek (WBO) 214 B6 European community household panel survey (ECHP) 216 Verklaring der tekens . = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x=geheim - = nihil 0 (0,0) = het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid niets (blank) = een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen < = minder dan respectievelijk kleiner dan > = meer dan respectievelijk groter dan = minder dan respectievelijk kleiner dan of gelijk aan = meer dan respectievelijk groter dan of gelijk aan 1995-1996 = 1995 tot en met 1996 1995/1996 = het gemiddelde over de jaren 1995 en 1996 1995/'96 = oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enzovoort beginnend in 1995 en eindigend in 1996 Ingeval van afronding kan het voorkomen dat de totalen niet geheel overeenstem- men met de som der opgetelde getallen. VOORWOORD In het werkprogramma van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) werd aangegeven dat de politieke en maatschappelijke discussie over armoede het nood- zakelijk maakt het inzicht in de omvang, duur, oorzaken en gevolgen van armoede te verbeteren, en dat het Planbureau daartoe een synthetiserende beschouwing over een aantal aspecten van armoede zou opstellen. In het meerjarenprogramma van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is het verbeteren van de statistische informatie over de sociale dynamiek een belangrijk speerpunt. Onderdeel daarvan is het systematiseren en uitbreiden van de informatie over armoede. Gelet op deze parallelliteit in hun werkprogramma’s hebben beide Bureaus besloten nauw samen te werken op het gebied van armoede. Dit heeft geresulteerd in deze eerste editie van de Armoedemonitor, die als gezamenlijk product van de beide instellingen wordt gepubliceerd. De ontwikkeling van de Armoedemonitor sluit aan bij een politieke wens, geuit in de nota De andere kant van Nederland, die het kabinet in 1995 uitbracht. Hierin werd aangegeven dat “voortdurend kennis nodig is over armoede en de achter- liggende oorzaken”. Op basis hiervan kan worden vastgesteld “wat de beste vormen van (armoede)bestrijding zijn en welke resultaten het beleid oplevert”. Inhoudelijk zou deze monitor volgens de nota moeten bestaan uit een meting van armoede (huishoudens onder de armoedegrens, met name het beleidsmatige criterium van de bijstandswet; armoedebeleving; armoededuur; bestedingspatronen) en van de oorzaken en gevolgen van armoede, zoals niet-gebruik van voorzieningen, hoge woonlasten, financiële problemen, schulden en sociaal isolement. Ook dient aandacht te worden besteed aan het in kaart brengen van de ruimtelijke concen- tratie (wijken waar de kans op armoede en uitsluiting onevenredig hoog blijkt). De meeste van deze thema’s worden in de Armoedemonitor 1997 behandeld. Toch blijkt uit deze publicatie ook - men raadplege de hoofdstukken 9 en 10 - dat er nog lacunes in de informatievoorziening zijn, waardoor sommige thema’s niet vol- doende uitgediept kunnen worden. In overleg met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal worden bezien op welke wijze dit in de toekomst kan worden verbeterd. De Armoedemonitor is niet de enige bron van informatie op dit terrein. Met name kan worden gewezen op het Jaarboek armoede en sociale uitsluiting, dat een overzicht biedt van wetenschappelijk onderzoek naar armoede dat aan universi- teiten en andere instellingen wordt verricht. Het is de bedoeling de Armoede- monitor ieder jaar voorafgaand aan het Jaarboek te publiceren, zodat de informatie uit de monitor daarin kan worden verwerkt. Overigens hebben beide boeken wel een verschillend karakter. In de Armoedemonitor ligt het accent op representatieve landelijke informatie op basis van grootschalig onderzoek, en er vindt slechts in 7 algemene zin beleidsevaluatie plaats. In de jaarboeken is ook ruimte voor lokaal en kwalitatief onderzoek, alsmede voor de evaluatie van specifieke beleidsmaat- regelen. Bij het samenstellen van deze monitor is gewerkt met gescheiden verantwoordelijk- heden van beide Bureaus. Weliswaar is er sprake van technische en redactionele afstemming, maar de verantwoordelijkheid voor de conclusies en aanbevelingen in de afzonderlijke hoofdstukken en paragrafen ligt uitsluitend bij het Bureau dat het hoofdstuk of de paragraaf heeft bijgedragen. Bij het begin van elk hoofdstuk wordt aangegeven welk Bureau verantwoordelijk is. Aan deze publicatie heeft een groot aantal medewerkers van SCP en CBS bijge- dragen. De coördinatie bij het SCP berustte bij drs. J.C. Vrooman, die ook de inleiding, het hoofdstuk over ruimtelijke concentratie en de slotbeschouwing voor zijn rekening nam. Mw. dr. S.J.M. Hoff, mw. drs. J.M. van Leeuwen, drs. E.J. Pommer en drs. J.M. Wildeboer Schut leverden namens het SCP een bijdrage als auteur. Bij het CBS heeft drs. J.W. Altena de coördinatietaak vervuld. Als auteurs zijn namens het CBS opgetreden drs. W. Bos, drs. H.J. Dirven, ir. B.H.G.M. Grubben, drs. P. van der Laan, G.J.H. Linden en B. Mikulic. Bij de hoofdstukken is de precieze onderlinge taakverdeling aangegeven. Wij hebben deze coproductie van SCP en CBS ervaren als een nuttige samen- werking, waarbij de specifieke deskundigheid van beide instellingen de nodige synergie heeft bewerkstelligd. prof. drs. A.J. van der Staay prof. dr. A.P.J. Abrahamse (directeur SCP) (directeur-generaal voor de statistiek) 8 1 INLEIDING * De laatste jaren is er sprake van een opmerkelijke armoederenaissance.