GEMEENTE

BESTEMMINGSPLAN SLEEN

Status: Ontwerp

Bestemmingsplan Sleen

Code 124802.01 / 27-02-14

GEMEENTE COEVORDEN 124802.01 / 27-02-14 BESTEMMINGSPLAN SLEEN

TOELICHTING

Inhoudsopgave blz

HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Plangebied 1 1.3 Geldende bestemmingsplannen 2 1.4 Juridische vorm 3 1.5 Leeswijzer 3

HOOFDSTUK 2 HUIDIGE SITUATIE 4 2.1 Historische ontwikkeling 4 2.2 Huidige functies 5

HOOFDSTUK 3 BELEIDSKADER 9 3.1 Provinciaal beleid 9 3.2 Gemeentelijk beleid 10

HOOFDSTUK 4 PLANOLOGISCHE RANDVOORWAARDEN 13 4.1 Milieuzonering 13 4.2 Geluid 13 4.3 Externe veiligheid 14 4.4 Luchtkwaliteit 16 4.5 Bodem 17 4.6 Water 17 4.7 Archeologie en cultuurhistorie 18 4.8 Ecologie 20 4.9 Kabels en leidingen 22

HOOFDSTUK 5 JURIDISCHE TOELICHTING EN REGELS 23 5.1 Algemeen 23 5.2 Toelichting op de bestemmingen 23

HOOFDSTUK 6 UITVOERBAARHEID 31 6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 31 6.2 Economische uitvoerbaarheid 33

Bijlagen bij de toelichting Bijlage 1 Lijst karakteristieke panden en monumenten Bijlage 2 Vooroverlegreacties

REGELS

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 35 Artikel 1 Begrippen 35 Artikel 2 Wijze van meten 40

HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS 41 Artikel 3 Agrarisch 41 Artikel 4 Agrarisch met waarden - Landschap 43 Artikel 5 Bedrijf 44 Artikel 6 Bedrijf - Brandweerkazerne 46 Artikel 7 Bedrijf - Molen 47 Artikel 8 Bos 48 Artikel 9 Centrum 49 Artikel 10 Groen 51 Artikel 11 Maatschappelijk 52 Artikel 12 Maatschappelijk - Begraafplaats 54 Artikel 13 Sport 55 Artikel 14 Verkeer 56 Artikel 15 Wonen 57 Artikel 16 Woongebied 60 Artikel 17 Waarde - Archeologie 3 64 Artikel 18 Waarde - Archeologische verwachtingswaarde 67 Artikel 19 Waarde - Cultuurhistorie 70

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 71 Artikel 20 Anti-dubbeltelregel 71 Artikel 21 Algemene gebruiksregels 72 Artikel 22 Algemene aanduidingsregels 73 Artikel 23 Algemene afwijkingsregels 74 Artikel 24 Overige regels 79

HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS 80 Artikel 25 Overgangsrecht 80 Artikel 26 Slotregel 81

Bijlage bij de regels Bijlage 1 Staat van bedrijven

124802.01 blz 1

TOELICHTING

HOOFDSTUK 1 INLEIDING

1.1 Aanleiding

De gemeente Coevorden heeft in de afgelopen jaren haar bestemmingsplannenbestand geactualiseerd. Sleen was daarbij het eerste plan en moet daarom nu weer geactua- liseerd worden. Dit bestemmingsplan geeft een nieuwe actuele regeling voor het grootste deel van het dorp (hierna: het plangebied).

1.2 Plangebied

Het plangebied bestaat uit de dorpskern van Sleen. De begrenzing van het plangebied is gebaseerd op de plangrenzen van de geldende bestemmingsplannen en de begrenzing van recentelijk vastgestelde bestemmingsplannen rondom het plangebied. In onder- staande afbeelding is de ligging en begrenzing van het bestemmingsplan aangegeven.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 2 124802.01

De ligging en begrenzing bestemmingsplan Sleen

1.3 Geldende bestemmingsplannen

Voor het plangebied zijn de volgende bestemmingsplannen geldend:  bestemmingsplan Sleen Centrum 2000 (vastgesteld: 16 maart 2000; goedgekeurd: 11 juli 2000);  bestemmingsplan Sleen, De Schoel (vastgesteld: 14 oktober 2003; goedgekeurd: 11 mei 2004);  bestemmingsplan Sleen 2004 (vastgesteld: 14 oktober 2003; goedgekeurd: 16 maart 2004);  bestemmingsplan Sleen - Vijverbrinkenweg 1 (vastgesteld 10 februari 2009).

Daarnaast is voor verschillende kleinere en grotere ontwikkelingen een procedure doorlopen, waarbij is afgeweken van het geldende bestemmingsplan of het bestem- mingsplan is gewijzigd. Een voorbeeld hiervan is het wijzigingsplan voor de Banner- schultestraat 6-10. De (voorheen) geldende bestemmingsplannen geven daarom niet

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 3

altijd het meest actuele beeld van de werkelijke situatie. Dit nieuwe bestemmingsplan is bedoeld om een uniforme actuele regeling te geven voor het plangebied.

1.4 Juridische vorm

Met dit bestemmingsplan wordt tegemoetgekomen aan de wettelijke verplichting om bestemmingsplannen eenmaal in de tien jaar te herzien. Dit is gebaseerd op artikel 3.1, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening. In het algemeen in het bestemmingsplan conser- verend van aard, met uitzondering van een enkele nieuwbouwmogelijkheid. De juridische opzet van dit bestemmingsplan is flexibel waar het kan en gedetailleerd waar nodig. De regeling is gebaseerd op de (voorheen) geldende bestemmingsplannen voor het plangebied. Daarbij is uiteraard rekening gehouden met het Handboek Bestem- mingsplannen van de gemeente Coevorden.

1.5 Leeswijzer

Het bestemmingsplan is als volgt opgezet. In hoofdstuk 2 is een beschrijving gegeven van het plangebied en de aanwezige functies daarin. Vervolgens is in hoofdstuk 3 een beschrijving gemaakt van het Europese, rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid dat een relatie heeft met het plangebied. In hoofdstuk 4 wordt op de diverse omgevings- aspecten ingegaan. Deze vormen - naast de bestaande situatie - belangrijke uitgangs- punten voor de regeling van het bestemmingsplan. De juridische beschrijving van het plan staat in hoofdstuk 5. In dit hoofdstuk wordt onder andere ingegaan op de diverse bestemmingen. Tenslotte gaat hoofdstuk 6 in op de uitvoerbaarheid van het plan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoer- baarheid. Ook wordt er in dit hoofdstuk ingegaan op het aspect grondexploitatie.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 4 124802.01

HOOFDSTUK 2 HUIDIGE SITUATIE

In dit hoofdstuk staat een beschrijving van de huidige situatie en aanwezige functies in het gebied. De huidige situatie is een belangrijk uitgangspunt voor de regeling in dit bestemmingsplan.

2.1 Historische ontwikkeling

De historische ontwikkeling van een gebied en/of plaats is de basis voor de bestaande situatie in het plangebied. In het plangebied is de historische ontwikkeling terug te zien in bijvoorbeeld de stedenbouwkundig opbouw van het dorp en de bouwstijl van de bebouwing. In deze paragraaf wordt kort de historische ontwikkeling van het plangebied beschreven.

Sporen van vroege bewoning in Sleen zijn terug te brengen tot omstreeks 4500 jaar geleden. Hunebedden in de omgeving van het dorp zijn hier het bewijs van. Andere sporen zijn bodemvondsten uit de Galgenberg, uit o.a. grafvelden in het Kruidhaarsveld en uit andere locaties in de voormalige gemeente Sleen. Deze gebieden liggen buiten het plangebied. Ook zijn er sporen van vroege bewoning gevonden bij , Sleen en , die terug te brengen zijn tot de oudere Romeinse Keizertijd.

Sleen is een esdorp. Esdorpen hebben een aantal oorspronkelijke kenmerken, waar- onder een brink en een groepering van boerderijen in het dorp. De brink lag aan de rand van het dorp en werd gezamenlijk beheert. De bebouwing is veelal gegroepeerd, waarbij de boerderijen bij elkaar in het dorp staan. In latere perioden breidde het dorp uit langs de uitvalswegen en de (voormalige) brink. Aan de brink is bijvoorbeeld het gemeente- huis gebouwd, toen het dorp de hoofdplaats was van het dingspel Zuidenveld. Het gemeentehuis is één van de meerdere monumenten in het dorp.

De bebouwing in het oudere deel van het dorp heeft een individueel karakter. De plaatsing van de bebouwing op de percelen is per perceel verschillend en er is ook onderscheid in architectuur. De verdere uitbreidingen hebben vooral in zuidelijke richting plaatsgevonden. Daarbij gaat het om planmatig opgezette woonbuurten, waar- bij een grotere regelmaat in plaatsing, hoogten en vorm aanwezig is dan in het oudere deel.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 5

Luchtfoto Sleen

2.2 Huidige functies

De huidige functies van de bebouwing en de openbare ruimte zijn het belangrijkste uitgangspunt voor de bestemmingen die in dit plan worden gehanteerd. De hoofd- functies worden hierna beschreven. Daarbij wordt per functie ook ingegaan op ruimtelijke aspecten.

2.2.1 Wonen De hoofdfunctie in het plangebied is wonen. Het grootste deel van de bebouwing (en daarbij horende percelen) heeft dan ook deze functie, zoals ook te zien in de hiervoor opgenomen luchtfoto. In Sleen gaat het om verschillende typen grondgebonden woningen; van kleinere seniorenwoningen tot grote vrijstaande woningen. Daarnaast is sprake van enkele appartementengebouwen. Tot slot is in het dorp de woonzorg- voorziening De Schoel gevestigd, dit ouderensteunpunt heeft momenteel 16 woon- eenheden. De zorg en dienstverlening wordt hier verzorgd door Leveste Care. Een andere opvallende functie in Sleen is het woonwagenpark aan de westelijke zijde van het dorp.

De gebouwen met een woonfunctie in het dorp variëren in afmeting en architectuur. Dit heeft vooral te maken met de periode waarin de woningen zijn gebouwd. Het oudere deel van Sleen bevindt zich noordelijk in het plangebied onder meer langs de Brink en de Schaapstreek. Hier zijn de woningen per perceel verschillend. Zuidelijk daarvan liggen de planmatig aangelegde woonbuurten. Deze hebben een meer uniforme afmeting en architectuur. Een opvallend gebied is - naast de woonwagens - het woongebiedje aan de oostzijde van het dorp, waar bewust gekozen is voor lagere woningen.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 6 124802.01

Aan de Heirweg 26 is sprake van de mogelijkheid voor de bouw van 4 nieuwe woningen. Deze komen in plaats van de huidige (voormalige) boerderij. Deze mogelijkheden worden in dit bestemmingsplan overgenomen.

Bij sommige woningen is een aan huis verbonden beroep of bedrijf aanwezig. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om een kleinschalige kantoorfunctie als een administratiekantoor. Dit zijn vaak kleinschalige functies die ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie wonen.

Bij de meeste woningen is een tuin en/of erf aanwezig dat gebruikt wordt voor de woonfunctie (tuin, oprit, bijgebouwen). Afhankelijk van de bouwperiode van de woning of het gebouw varieert de tuin en/of het erf van afmeting.

Bij de woningen zijn vaak bijgebouwen aanwezig. Deze bijgebouwen zijn qua afmeting over het algemeen ondergeschikt aan de hoofdgebouwen. Functioneel horen ze nadrukkelijk bij de woonfunctie. In sommige gevallen wordt een bijgebouw gebruikt voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf.

Daarnaast zijn in sommige gevallen woningen bij andere functies aanwezig; de bedrijfs- woningen. Deze andere functies worden hierna besproken.

2.2.2 Bedrijven In Sleen is sprake van een bedrijventerrein en een op zichzelf staand bedrijf. Het op zichzelf staande bedrijf is gevestigd aan de Groningerweg 1a en betreft een bouwbedrijf. Het bedrijventerrein ligt zuidoostelijk in het dorp en valt buiten het plangebied. Dit is niet meegenomen in dit bestemmingsplan, omdat hiervoor het bestemmingsplan Lokale bedrijventerreinen in voorbereiding is.

Bij het bedrijf aan de Groningerweg is een bedrijfswoning aanwezig. De bedrijvigheid wordt uitgeoefend in de aangebouwde of vrijstaande bij- en/of bedrijfsgebouwen.

Met betrekking tot de afmeting en architectuur is het bedrijf grootschaliger in oppervlakte dan de omliggende andere bebouwing. De bedrijfsbebouwing is echter goed passend in het bebouwingsbeeld van de omgeving ervan, door onder meer de beperkte hoogte en inrichting van het erf.

2.2.3 Centrumfuncties In het plangebied is sprake van centrumfuncties, zoals detailhandel, horeca en (kleinschalige) kantoren. Deze functies liggen verspreid over het oudere deel van Sleen, maar vooral langs de Bannerschultestraat. Zo heeft het centrumgebied een supermarkt, kleinere winkels en een café. Een opvallende functie is het verkooppunt van motorbrandstoffen (zonder LPG) aan de Bannerschultestraat.

De bebouwing voor de genoemde functies in Sleen is vooral van oudsher zo gegroeid. De centrumfuncties liggen namelijk in het oudere deel van het dorp. In enkele gevallen is zelfs sprake van karakteristieke bebouwing (zie ook 4.7). Een deel van de bebouwing is specifiek voor de functie gerealiseerd. Het bebouwingsbeeld van is hierdoor per gebouw

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 7

uniek, maar past goed in het beeld van het oudere deel van het dorp. In sommige gevallen zijn bij deze bebouwing bedrijfswoningen aanwezig. Deze zijn vrijstaand bij de functies aanwezig, of geïntegreerd in de bebouwing.

2.2.4 Maatschappelijke voorzieningen Het plangebied heeft verschillende maatschappelijke voorzieningen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om kerken, scholen, een bibliotheek en een begraafplaats. Over het algemeen hebben de maatschappelijke voorzieningen hun eigen parkeerterrein op het eigen erf. Deze bieden voldoende parkeerruimte voor de hoofdfunctie. De maatschap- pelijke voorzieningen zijn verspreid over het plangebied aanwezig. Alleen bij de Brink is sprake van enige clustering. Deze is van oudsher ontstaan.

De bebouwing bij de voorzieningen is specifiek voor die voorziening gebouwd. De hoofdbebouwing en bijgebouwen hebben een nadrukkelijke functie voor de hoofdfunctie op het perceel. Bij deze voorzieningen komen geen bedrijfswoningen voor.

2.2.5 Sport en recreatie In Sleen is aan de Oldenhoffstraat een veldsportcomplex aanwezig. Daarbij gaat het om voetbalvelden en tennisvelden. Bij de velden is een sporthal aanwezig, waarin ook ruimte is voor kleedruimten en kantines. Op de velden zelf is sprake van bouwwerken die nodig zijn voor een goed functioneren ervan; bijvoorbeeld ballenvangers, hekwerken en verlichtingsmasten. Bij de sporthal is een parkeerterrein aanwezig, dat voldoende ruimte biedt voor parkeren tijdens bijvoorbeeld trainingen en voetbalwedstrijden.

De sporthal is maximaal 8,00 meter hoog, om ruimte te bieden aan de gewenste sportvoorzieningen. De overige bebouwing bij het veldsportcomplex is relatief kleinschalig en laag. Bij deze voorzieningen komen geen bedrijfswoningen voor.

Sleen en haar omgeving zijn interessante recreatieve gebieden. Dit heeft te maken met het landschap dat recreatief aantrekkelijk is en met de historie van het dorp. Een onderdeel van de historie van het dorp is de molen De Hoop. Deze voormalige korenmolen heeft nu nog een recreatieve functie. Eens in de zoveel tijd is de molen in werking, waarbij op vrijwillige basis graan wordt gemalen. De molen is dan opengesteld voor publiek.

2.2.6 Verkeer De meeste wegen in het plangebied hebben naast de verkeersfunctie een nadrukkelijke verblijfsfunctie. Op de wegen geldt dan ook een maximumsnelheid van 30 km/uur. Het betreft vooral woonstraten (erfontsluitingswegen) in en naar de woonwijken en de daarbij horende voetpaden, parkeerplaatsen, groenstructuren en speelvoorzieningen (speel- en trapveldjes). Op enkele wegen is echter 50 km/uur toegestaan, namelijk een deel van de Schaapstreek, een deel van de Menso Altingstraat, de Groningerweg, de Polweg, een deel van de Boelkenweg, een deel van de Bannerschultestraat en een deel van de Oldengaerde. Deze laatste is deels ook 80 km/uur. Oostelijk langs Sleen loopt de provinciale weg N376, waarop ter hoogte van het dorp een maximumsnelheid van 60 km/uur geldt.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 8 124802.01

De bebouwing in het openbare gebied bestaat bij wegen vooral uit verlichtingspalen en hekwerken. Ook hokjes voor nutsvoorzieningen zijn in het straatbeeld terug te vinden. Het gaat daarbij om kleinschalige bouwwerken.

2.2.7 Water Sleen is een esdorp en ontstaan op drogere zandgronden. In dit dorp zijn geen grote en/of van belang zijnde waterlopen en -partijen aanwezig.

2.2.8 Groen Het dorp is omgeven door een groen landschap. Sleen ligt in een kleinschalig slagenlandschap dat afwisselend bestaat uit akkers, weilanden en kleinere bospercelen. Het landschap komt op verschillende plaatsen binnen de grenzen van het dorp. Bijvoorbeeld in de vorm van de bebossing langs de Oldengaerde en Langakkerweg, maar ook via de weilanden langs de Mottenkampsteeg. Een belangrijke groenstructuur in het dorp is de (voormalige) brink, met gras en bomen. Daarnaast is sprake van laanbe- plantingen langs de (oudere) invalswegen, bijvoorbeeld langs de Menso Altingstraat.

Er zijn ook kleinere groenstructuren aanwezig. Daarbij gaat het onder meer om zichtgroen en trapveldjes. Deze zijn verspreid in het dorp aanwezig. In de groen- structuren is over het algemeen geen sprake van gebouwen. Wel kan sprake zijn van hekwerken en meubilair als (picknick)banken en verlichting.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 9

HOOFDSTUK 3 BELEIDSKADER

Dit hoofdstuk behandelt het beleid dat betrekking heeft op dit bestemmingsplan. Gezien het conserverende karakter van het bestemmingsplan, is het Europese en rijksbeleid hier niet van belang. In dit plan zijn daarom ook geen Europese en rijksbelangen in het geding. Daarom wordt alleen ingegaan op het provinciaal en gemeentelijk beleid dat een relatie heeft met het plangebied.

3.1 Provinciaal beleid

Vanuit de provincie is de Omgevingsverordening voor dit bestemmingsplan van belang. De omgevingsverordening geeft regels waar in een bestemmingsplan rekening mee gehouden moet worden. Deze regels zijn een vertaling van het beleid zoals dat opgenomen is in de Omgevingsvisie Drenthe, de opvolger van het Provinciaal omgevingsplan II.

3.1.1 Omgevingsvisie Drenthe Op 2 juni 2010 is door Provinciale Staten de Omgevingsvisie Drenthe vastgesteld. Deze beschrijft de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe tot 2020. De missie van de omgevingsvisie is het koesteren van de Drentse kernkwaliteiten en het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden passend bij deze kernkwaliteiten.

Het kernenbeleid uit het POP II ten aanzien van wonen, werken en voorzieningen is in grote lijnen voortgezet in de Omgevingsvisie. De provincie wil de leefkwaliteit van kernen op een hoog niveau houden. Behoud van voorzieningen wordt in dat verband van belang geacht. Ontwikkelingen voor het behoud van voorzieningen worden dan ook toegestaan.

Uitgangspunt voor ruimtelijke ontwikkelingen is de zogenaamde SER-ladder (zie kader). Het model stelt onder meer dat extra ruimte voor wonen en werken zo veel mogelijk moet worden gezocht in of aansluitend aan bestaand bebouwd gebied. Daarbij heeft de bundeling rond de nationale en regionale infrastructuur en de openbare vervoers- voorzieningen de voorkeur.

SER-ladder 1. Gebruik de ruimte die al beschikbaar is gesteld voor een bepaalde functie of door herstructurering beschikbaar kan worden gemaakt. 2. Maak optimaal gebruik van de mogelijkheden om door meervoudig ruimtegebruik de ruimteproductiviteit te verhogen. 3. Indien het voorgaande onvoldoende soelaas biedt, is de optie van uitbreiding van het ruimtegebruik aan de orde. Daarbij dienen de verschillende relevante waarden en belangen goed te worden afgewogen in een gebiedsgerichte aanpak. Door een zorgvuldige keuze van de locatie van 'rode' functies en door investeringen in kwaliteitsverbetering van de omliggende groene ruimte moet worden verzekerd dat het meerdere ruimtegebruik voor wonen, bedrijventerreinen of infrastructuur de kwaliteit van natuur en landschap respecteert en waar mogelijk versterkt.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 10 124802.01

Dit bestemmingsplan geeft bouwmogelijkheden die in een eerdere juridische regeling al mogelijk waren gemaakt. Daarnaast is een uitbreiding van mogelijkheden van toepassing. Dit zijn echter, ten opzichte van de geldende regelingen, slechts geringe mogelijkheden. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om enige verruiming van de bouwmogelijkheden op het achtererf. Daarmee voldoet het bestemmingsplan aan het beleid van de Omgevingsvisie. Dit bestemmingsplan geeft mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen die voldoen aan de SER-ladder. De ruimte die in het plangebied nog beschikbaar is voor de uitbreiding van het aantal woningen is al beschikbaar gesteld voor de (uitbreiding van de) woonfunctie.

3.1.2 Omgevingsverordening Met de omgevingsverordening vertaalt de provincie Drenthe zijn Omgevingsvisie Drenthe (deels) door naar een verordening voor zover het planologisch relevante aspecten betreft.

De verordening schrijft voor dat, wanneer bij een ruimtelijk plan kernkwaliteiten betrokken zijn, deze in het plan uiteengezet worden. Daarbij wordt aangegeven in welke mate het plan bijdraagt aan het behoud en de ontwikkeling van de betrokken kernkwaliteiten. De Omgevingsvisie en de uitwerkingen daarvan geven hiervoor aanwijzingen. Voor Sleen zijn geen kernkwaliteiten van toepassing.

Daarnaast moet bij een ruimtelijk plan altijd rekening worden gehouden met de milieu- en leefomgevingskwaliteit. Een toets aan milieu- en omgevingsaspecten, waaronder externe veiligheid, is daarbij van belang. In deze toelichting wordt daar in hoofdstuk 4 verder op ingegaan.

Dit bestemmingsplan is een vervanging van een bestaande juridische regeling. In de (on)mogelijkheden voor het gebied verandert niets. De bebouwing van het plangebied is in de omgevingsverordening voorzien; de bebouwing is volledig opgenomen binnen de grenzen van het bestaand stedelijk gebied.

3.2 Gemeentelijk beleid

Het bestemmingsplan gaat over een bestaand dorp, dat vooral bedoeld is om te wonen. Het van belang zijnde beleid - waaronder het woonbeleid - wordt hierna kort besproken.

3.2.1 Structuurvisie Coevorden 2012-2022 De Structuurvisie Coevorden 2012-2022 (ontwerp) geeft een strategische ruimtelijke visie op de ontwikkelingen van het grondgebied van de gemeente Coevorden voor de periode tot 2022. De gemeente geeft daarin onder meer aan waar nog ruimtelijke ontwikkelingen voorzien zijn. Een onderscheid wordt daarbij gemaakt in meer algemene uitgangspunten en specifieke aspecten.

Voor de grotere kernen is in de visie specifiek beleid geschreven. Hier hoort Sleen bij. Voor het dorp is in de structuurvisie aangegeven dat er kansen zijn voor woningbouw. Daarnaast staat het behoud en de versterking van de voorzieningen als uitgangspunt

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 11

opgenomen. Een laatste belangrijke uitgangspunt is de versterking van landschap en cultuurhistorie, waar in 4.7 verder op ingegaan wordt.

Voor de woningbouw en voorzieningen worden de voorheen geldende juridische rechten overgenomen. Het gaat daarbij om Heirweg 26.

3.2.2 Woonplan In het Woonplan II heeft de gemeente Coevorden het woonbeleid voor de periode 2005-2015 omschreven. In dit woonplan wordt het toekomstige woonbeleid en de ambities op het gebied van wonen, zorg en welzijn van de gemeente Coevorden verwoord. Het beleid van het rijk en de provincie zijn hierin meegenomen.

In het Woonplan wordt Coevorden als hoofdkern gekarakteriseerd. Dit is gebaseerd op het Provinciaal Omgevingsplan II van Drenthe. De hoofdkernen hebben voornamelijk een woonfunctie voor de eigen behoefte, in samenhang met de plaatselijke werkgelegenheid. Dergelijke kernen dienen als verzorgingsgebied voor omliggende kleine kernen en landelijk gebied. Het bieden van een pakket basisvoorzieningen is voor deze kernen van belang. De hoofdkernen binnen de gemeente Coevorden mogen tot 2015 uitgroeien tot een gezamenlijk aantal van 5.460 woningen.

In het Woonplan is een woningbouwprogramma opgenomen, die het hiervoor genoemde aantal verdeeld over de plaatsen van de gemeente. Sleen is in het Woonplan opgenomen als een grote kern. Het contingent voor het dorp is vastgelegd in de geldende regelingen. Voor de periode na 2005 is een contingent van 92 woningen genoemd. Daarvan is een gedeelte voor inbreiding en het grootste gedeelte voor uitbreiding in zowel de huur- als koopsector. De indicatie voor de verdelen huur-koop is 25% : 75%. Daarvan is een deel inmiddels gerealiseerd, bijvoorbeeld in het centrum. Een zestal woningen kunnen nog gerealiseerd worden op de plaats van een voormalig bedrijf (zie ook 2.2.1).

3.2.3 Woningbouwstrategie voor grote en kleine kernen van de gemeente Coevorden tot 2020 In verband met de nieuwste demografische ontwikkelingen en prognoses, heeft de gemeente Coevorden een nieuwe woningbouwstrategie ontwikkeld. Die strategie is verwoord in het beleid van de notitie "Woningbouwstrategie voor grote en kleine kernen van de gemeente Coevorden tot 2020". Deze notitie is vooral gericht op de kwantitatieve gevolgen van de demografische ontwikkeling. Voor Sleen wordt een daling in het aantal inwoners voorzien, maar nog een kleine groei in het aantal huishoudens. Het aantal personen per huishouden neemt af. Om te voorzien in de toename van het aantal huishoudens, is in Sleen nog een groei van het aantal woningen mogelijk. Daarvoor is een contingent opgenomen, waarbij naast reguliere woningen ook rekening is gehouden met zorgwoningen. In verband met de huidige demografische ontwikkelingen is het contingent voor de periode tot 2020 bijgesteld ten opzichte van de eerdere contingenten. Al bestaande nieuwbouwplannen in Sleen geven mogelijkheden om het nog mogelijke contingent in te vullen.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 12 124802.01

3.2.4 Doorontwikkeling woningbouwstrategie gemeente Coevorden In navolging van de notitie "Woningbouwstrategie voor grote en kleine kernen van de gemeente Coevorden tot 2020" is de notitie "Doorontwikkeling woningbouwstrategie gemeente Coevorden" door de gemeente op- en vastgesteld. Dit beleid geeft een concrete uitwerking van de strategie voor de resterende woningbouwopgave tot 2020. Sleen valt hierin binnen de overige kernen, waarvoor een actieplan is opgesteld. Voor de uitbreidingslocatie in Sleen is vanuit de woningbouwstrategie uitgegaan van maximaal 80 woningen. Vooralsnog gaat de exploitatieopzet uit van een uitgiftetempo van ongeveer 4 woningen per jaar, met een doorlooptijd van 2013-2033. Hierdoor worden 52 woningen uitgefaseerd na 2020. Tot 2020 wijzigt het contingent niet. Deze woningen worden (deels) voorzien in de bestaande uitbreidingsmogelijkheden in het dorp.

3.2.5 Mobiliteitsplan Coevorden Het mobiliteitsplan "Op weg naar duurzame mobiliteit" is vastgesteld en vervangt het Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan van 1999. Het mobiliteitsplan geeft de visie op verkeer en vervoer in de gemeente Coevorden weer. Daarnaast is het plan een vertaling van het rijks- en provinciale beleid. De gemeente zet daarbij in op verkeersveiligheid en het op een duurzame(re) manier van verplaatsen. In het mobiliteitsplan is niet alleen een visie opgenomen, maar zijn ook concrete maatregelen genoemd. Eén van de maatregelen is het instellen van 30 km-zones bij de scholen in de verschillende kernen, waaronder in Sleen. De voorgestelde maatregelen worden in dit bestemmingsplan in ieder geval mogelijk gemaakt.

3.2.6 Welstandsnota Voor het plangebied geldt de welstandsnota van de gemeente Coevorden. Naast de algemene welstandscriteria zijn de gebiedsgerichte criteria van verschillende gebieden op het plangebied van toepassing. Deze criteria hebben geen directe doorwerking op de regeling van dit bestemmingsplan, maar zijn van belang bij de vergunningverlening.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 13

HOOFDSTUK 4 PLANOLOGISCHE RANDVOORWAARDEN

Het uitgangspunt is dat - ook in de toekomst - een goede omgevingssituatie voor de te realiseren functies in en de bestaande functies rond het plangebied behouden blijft. In de volgende paragrafen worden de omgevingsaspecten behandeld. Wanneer sprake is van uitgangspunten en/of belemmeringen voor de ontwikkeling in het plangebied, dan zijn deze opgenomen bij de omgevingsaspecten.

4.1 Milieuzonering

Voor de milieuzonering is door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) het systeem “Bedrijven en milieuzonering” ontwikkeld. Het systeem heeft de vorm van een bedrijvenlijst, waarin de bedrijven zijn gecategoriseerd op hun milieueffecten. Afhankelijk van de mate waarin de in deze lijst opgenomen bedrijven milieuhinder (uitgaande van de gemiddelde bedrijfssituatie) kunnen veroorzaken, kent de lijst aan de bedrijven een milieucategorie toe. Naarmate de milieuhinder toeneemt, loopt de milieucategorie op van 1 t/m 6. Per categorie zijn richtlijnafstanden tot een “rustige woonwijk / rustig buitengebied” of een “gemengd gebied” aangegeven.

De verschillende functies in het dorp hebben hun eigen milieucategorie en daarmee mogelijke hinderzones. Door dit bestemmingsplan wijzigt deze situatie echter niet. Het bestemmingsplan geeft een nieuwe regeling voor bestaande mogelijkheden.

Rondom het plangebied kunnen functies voorkomen die een milieuzone hebben, bijvoorbeeld de zuiveringsinstallatie aan de Jongbloedvaart. De milieuvergunningen (of omgevingsvergunningen voor milieuactiviteiten) van de functies in de omgeving van het plangebied zijn afgestemd op de aanwezigheid van de woningen in het gebied. Hierdoor kunnen die functies op de huidige locaties blijven functioneren. Vanuit milieuzonering gelden er geen belemmeringen voor het plangebied.

Gevolgen voor het bestemmingsplan Voor het bestemmingsplan is vanuit milieuzonering het volgende van belang. In de woonwijk mogen geen nieuwe bedrijven mogelijk worden gemaakt anders dan een aan-huis-verbonden-beroep. Op die manier kan de 'rustige woonwijk' gehandhaafd blijven. Daarnaast behouden overige functies en voorzieningen met een milieucategorie hun huidige mogelijkheden.

4.2 Geluid

De Wet geluidhinder (Wgh) stelt eisen met betrekking tot de geluidbelasting van geluidgevoelige gebouwen en terreinen door drie verschillende geluidsbronnen: wegverkeer, spoorwegverkeer en industrie. Van spoorweg- en industrielawaai is in dit plangebied geen sprake door de afwezigheid van spoorwegen en gezoneerde industriegebieden. Hierna wordt verder ingegaan op wegverkeerslawaai.

In de Wgh is bepaald dat elke weg in principe een zone heeft, waar aandacht aan geluidhinder moet worden besteed. Wegen waar deze zone in principe niet geldt, zijn

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 14 124802.01

onder andere wegen waarvoor een maximumsnelheid geldt van 30 km/uur. Zoals ook aangegeven in Mobiliteitsplan Coevorden is in het plangebied sprake van wettelijke geluidzones rond wegen.

Het bestemmingsplan maakt, buiten het al geplande inbreidingsplan, geen nieuwe geluidgevoelige gebouwen mogelijk. In het overige deel van het plangebied blijft de bestaande situatie gehandhaafd. Hiermee wordt voldaan aan de Wgh.

Gevolgen voor het bestemmingsplan Het aspect geluid heeft geen gevolgen voor dit bestemmingsplan.

4.3 Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van risico's. Deze risico's kunnen ontstaan door de aanwezigheid van risicovolle inrichtingen en transportroutes voor gevaarlijke stoffen (ondergronds en bovengronds).

Risicovolle inrichtingen In onderstaande afbeelding staat een fragment van de risicokaart voor het plangebied (bron: risicokaart.nl) waarop risicovolle inrichtingen en transportroutes (onder- en bovengronds) staan aangegeven.

Vanaf de risicokaart lijkt het dorp geen risicovolle inrichtingen en transportroutes aanwezig zijn. Dit is echter niet geheel juist. Aan de Menso Altingstraat 4 is een vuurwerkbedrijf aanwezig. Een dergelijk bedrijf heeft geen vastgestelde risicocontouren, maar kan bij een calamiteit risico's voor de omgeving opleveren. Een dergelijk bedrijf is dan ook niet overal in het dorp toegestaan en wordt in dit bestemmingsplan specifiek geregeld.

Daarnaast loopt ten zuiden van het plangebied een hoofdgastransportleiding van de Gasunie, waar aardgas doorheen gaat. Rond een dergelijke leiding gelden veiligheids- zones, uitgedrukt in een zone voor het plaatsgebonden risico en het invloedsgebied voor het groepsrisico. De plaatsgebonden risicocontour ligt op de leiding (0 meter), dit levert geen beperkingen op voor de (beperkt) kwetsbare objecten (woningen) in het plan- gebied. Rond de leiding is een invloedsgebied voor het groepsrisico aanwezig. Deze ligt echter niet over (beperkt) kwetsbare objecten heen en levert dus geen belemmeringen op voor dit plan. Een verdere toename van het groepsrisico is binnen het invloedsgebied niet mogelijk en een verantwoording ervan is daarom niet van belang.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 15

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 16 124802.01

Fragment risicokaart voor Sleen

Gevolgen voor het bestemmingsplan Voor het plangebied is het van belang dat de woningbouw niet dichter bij de risicovolle inrichtingen en routes gebouwd kan worden, dan in de huidige juridische regeling mogelijk is. Feitelijk wijzigt de situatie in het plangebied niet. In het plangebied is wel sprake van een nieuwe woningbouwontwikkeling, maar deze was in voorgaande juridische regeling ook al mogelijk. Vanuit het aspect externe veiligheid zijn dan ook geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.

4.4 Luchtkwaliteit

De Wet luchtkwaliteit is een deel van de Wet milieubeheer. In de wet zijn normen opgenomen voor de luchtkwaliteit. De luchtkwaliteitseisen vormen onder meer geen belemmering voor een ruimtelijke ontwikkeling wanneer geen sprake is van (1) een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde of (2) wanneer een project, al dan niet per saldo, niet leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. Op dit moment is in het plangebied geen sprake van een overschrijding van de luchtkwaliteitsnormen.

In het plangebied is geen sprake van een verslechtering van de luchtkwaliteit. Het betreft immers grotendeels een bestaande situatie waar geen overschrijding van de wettelijke luchtkwaliteitsnormen plaatsvindt. De nieuwbouw die nog mogelijk is valt onder de normen van de regeling Niet in betekenende mate, vanwege de lage aantallen

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 17

woningen die nog toegevoegd kunnen worden. Deze ontwikkeling draagt dus niet in betekenende mate bij aan de luchtkwaliteit.

Gevolgen voor het bestemmingsplan Luchtkwaliteit levert geen uitgangspunten en belemmeringen op voor het bestem- mingsplan.

4.5 Bodem

Voor het aspect bodem is onder meer de Wet bodembeheer van toepassing. Vooral bij nieuwe (woningbouw)ontwikkelingen moet aangetoond worden dat woningen op een bodem van voldoende kwaliteit worden gebouwd. Het grootste deel van het plangebied wijzigt niet.

Voor het perceel waar nog nieuwe woningen mogelijk zijn, is bekend dat er mogelijk verontreinigende activiteiten hebben plaatsgevonden. Het is dan ook van belang dat voorafgaand aan de verlening van de vergunning voor de bouw van de woningen bekend is of de bodem voldoende kwaliteit heeft voor de woningen. Het huidige gebruik van die gronden levert geen verslechtering op van de huidige kwaliteit. De verwachting is dat de bodemkwaliteit voldoende is voor de gewenste ontwikkeling.

Gevolgen voor het bestemmingsplan Het aspect bodem levert geen uitgangspunten en belemmeringen op voor het bestemmingsplan. Wel is het van belang bij de verlening van de omgevingsvergunning voor bouwen een (actueel) bodemonderzoek aangeleverd wordt.

4.6 Water

Het plangebied valt volledig onder het beheer van het waterschap Velt en Vecht. Dat waterschap zorgt voor de kwaliteit van het oppervlaktewater in het gebied en beheert de grotere boezemwateren en sloten, zoals geregeld in de Waterwet. Ook is het waterschap belast met het peilbeheer in het plangebied.

Zoals aangegeven liggen binnen Sleen vrijwel geen waterlopen en -partijen. Het is niet nodig een uitgebreide watertoets voor het beheersgebied uit te voeren. Het plan maakt geen nieuwe (grootschalige) ontwikkelingen mogelijk waardoor de waterhuishouding kan veranderen. Het bestemmingsplan is vooral gericht op de bestaande situatie, veranderingen in watergangen zijn niet mogelijk.

Gevolgen voor het bestemmingsplan Het aspect water geeft geen belemmeringen en uitgangspunten voor dit bestemmings- plan. Wel is in het plangebied sprake van een kleinschalige woningbouwontwikkeling. De mogelijkheden hiervoor zijn geborgd in het geldende bestemmingsplan dat ervoor geldt. Daarin is het aspect water meegewogen. De geldende mogelijkheden worden in dit bestemmingsplan overgenomen.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 18 124802.01

4.7 Archeologie en cultuurhistorie

In wet- en regelgeving, onder andere de Monumentenwet, is aangegeven dat rekening gehouden moet worden met bestaande archeologische en cultuurhistorische waarden.

4.7.1 Archeologie De gemeentelijke archeologische beleidsadvieskaart geeft duidelijkheid over mogelijk aanwezig archeologische waarden. Deze kaart maakt deel uit van de erfgoednota en is als dusdanig vastgesteld. Hierna is een fragment van de kaart weergegeven, waarbij het beleid is opgenomen.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 19

Fragment archeologische beleidskaart Sleen

Zoals uit bovenstaand figuur en het beleidskader blijkt zijn er in Sleen gebieden aanwezig waar archeologische waarden aanwezig kunnen zijn. Het gaat daarbij om gebieden die aangegeven zijn als 'kansrijk' voor het vinden van archeologische waarden (zalmroze) en 'historische kernen' (paars). Aangegeven is dat voor dit soort gebieden altijd eerste een bureauonderzoek nodig is. Het gaat bij de eerste gebieden om ontwikkelingen met een omvang van minimaal 500 m2 en dieper dan 0,30 meter onder het maaiveld. Bij de historische kernen ligt deze grens bij minimaal 100 m2 en dieper dan 0,30 meter. Ook voor de aangegeven buffer rond de historische kernen geldt deze regel. Uit het bureauonderzoek moet blijken of een vervolgonderzoek nodig is.

De rode lijn geeft de begrenzing van een AMK-terrein, essen en beekdalen aan. Hiervoor geldt dat de gemeente bij bodemingrepen altijd contact opneemt met de provincie.

De overige gebieden hebben een lage verwachting (wit). Hiervoor is bij ontwikkelingen geen onderzoek nodig.

Gevolgen voor het bestemmingsplan Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk gericht op het behoud van de bestaande situatie en staat slechts in geringe mate perceelsgebonden ontwikkelingen toe. In een klein deel van het plangebied is sprake van een woningbouwontwikkeling. Afhankelijk van de

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 20 124802.01

omvang van de ingreep is hierbij een archeologisch onderzoek noodzakelijk. Archeologie is daarbij een belangrijk toetsingskader, het hiervoor opgenomen beleid is daarom overgenomen in dit bestemmingsplan. Vanuit archeologie bestaan bij het behoud van de bestaande situatie geen belemmeringen voor het plangebied.

4.7.2 Cultuurhistorie In het plangebied zijn cultuurhistorische waarden in de vorm van rijksmonumenten aanwezig. Hiervoor geldt dat deze beschermd worden via de Monumentenwet. Daarnaast zijn in het plangebied andere karakteristieke gebouwen aanwezig. Deze hebben geen wettelijk beschermingskader. De gemeente heeft de karakteristieke panden en (gemeentelijke) monumenten geïnventariseerd, een lijst daarvan is opgenomen in de bijlagen bij deze toelichting.

Gevolgen voor het bestemmingsplan De rijksmonumenten worden in dit bestemmingsplan niet specifiek geregeld, omdat deze wettelijk al beschermd zijn. Voor de karakteristieke panden is nog geen beleid vastgesteld. In dit bestemmingsplan is daarom nog geen regeling voor sloop en herbouw opgenomen. Dit volgt mogelijk in een later stadium, in een facetbestemmingsplan.

4.8 Ecologie

Het beheersgebied is getoetst aan de ecologische aspecten. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming (Natuurbeschermingswet) en soortenbescherming (Flora- en faunawet).

Gebiedsbescherming Het plangebied ligt op ruime afstand (in ieder geval 3.000 meter) van Natura 2000-gebieden. Voor Natura 2000-gebieden gelden instandhoudingsdoelstellingen die niet geschaad mogen worden door activiteiten en ontwikkelingen in de omgeving ervan. Vanwege de ruime afstand van het beheersgebied ten opzichte van de dichtstbijzijnde Natura 2000-gebieden, zijn negatieve effecten door ontwikkelingen uit te sluiten.

Daarnaast zijn op ruime afstand rond het plangebied gebieden aanwezig die onder het regime van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) vallen. Deze EHS-gebieden worden echter niet beperkt door dit bestemmingsplan en de daarin opgenomen ontwikkelings- mogelijkheid voor woningbouw. Het plan is grotendeels gericht op het mogelijk houden van de bestaande situatie en toestaan van relatief geringe ontwikkelingen. Bovendien is de afstand tussen de plangrens en het dichtstbijzijnde EHS-gebied dusdanig groot dat geen invloed verwacht wordt op het natuurgebied. Een toetsing aan beschermde natuurgebieden is daarom niet noodzakelijk.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 21

Fragment provinciaal beleid EHS Sleen

Soortenbescherming Voor het plangebied wordt gesteld dat het vooral om een bestaande situatie gaat waarin geen nieuwe (grootschalige) ontwikkelingen worden toegestaan. Het is en blijft voornamelijk in gebruik als woongebied. Bovendien is in en in de directe omgeving van het plangebied geen sprake van Natura 2000-gebieden waarin instandhoudings- doelstellingen voor soorten zijn opgenomen. Wat betreft de soortenbescherming, zijn daarom geen belemmeringen te verwachten. Een verdere toetsing voor de te behouden situatie is niet nodig.

Bij de verlening van de omgevingsvergunning voor de nog mogelijke woningbouw in het plangebied kan een ecologisch onderzoek nodig zijn of kan het nodig zijn de bestaande onderzoeken te actualiseren. De ecologische situatie kan in dit gebied gewijzigd zijn ten opzichte van de periode dat het geldende bestemmingsplan is opgesteld. De aanwezigheid van beschermde soorten is in het plangebied bovendien niet op voorhand uit te sluiten.

Gevolgen voor het bestemmingsplan De verwachting is dat het aspect ecologie geen belemmeringen en uitgangspunten oplevert voor het bestemmingsplan.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 22 124802.01

4.9 Kabels en leidingen

In het plangebied zijn geen grote van belang zijnde kabels en leidingen aanwezig. Er is ook geen sprake van straalpaden of hoogspanningsverbindingen.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 23

HOOFDSTUK 5 JURIDISCHE TOELICHTING EN REGELS

Dit hoofdstuk beschrijft de juridische opzet van dit bestemmingsplan. Daarbij staat een korte algemene beschrijving op de bestemmingsplansystematiek en wordt vervolgens nader ingegaan op de bestemmingen. De in voorgaande hoofdstukken genoemde uitgangspunten zijn daarbij van belang.

5.1 Algemeen

Aan de systematiek van een bestemmingsplan zijn in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) eisen gesteld. Een van deze eisen is dat het bestemmingsplan voldoet aan de Regeling standaarden ruimtelijke ordening (Rsro), waar de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) en het Informatiemodel ruimtelijke ordening (IMRO) deel van uitmaken.

De SVBP maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op dezelfde manier worden verbeeld. De SVBP 2012 is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe bestemmingsplannen conform de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld volgens deze standaarden. Daarbij is uiteraard rekening gehouden met de aanpassingen ervan die voortvloeien uit de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) die op 1 oktober 2010 in werking is getreden.

Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsbepalingen van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden.

Het Bro bepaalt dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting. Deze toelichting heeft echter geen juridische status, maar is wel belangrijk als het gaat om de onderbouwing van hetgeen in het bestemmingsplan is geregeld.

5.2 Toelichting op de bestemmingen

In deze paragraaf wordt een korte toelichting gegeven op de bestemmingen en dubbelbestemmingen in dit bestemmingsplan. Daarnaast worden specifieke regelingen, waaronder aanduidingen, binnen de verschillende bestemmingen toegelicht.

5.2.1 Agrarisch Binnen het plangebied aanwezige agrarische bedrijven hebben de bestemming 'Agrarisch'. De bestemming is gericht op de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf en de daarbij horende erfinrichting. Een specifieke regeling is opgeno- men voor de aanwezige vuurwerkopslag. Deze functies is - in verband met de veiligheid - alleen toegestaan binnen het aangeduide gebied. Andere bij de hoofdfunctie aanwezige functies zijn binnen de bestemming toegestaan, om zo flexibiliteit te geven in gebruik van de gronden.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 24 124802.01

Voor gebouwen en overige bouwwerken zijn bouwregels opgenomen. Deze maken de aanwezige bebouwing, met geringe uitbreiding(en) daarvan mogelijk. Daarbij is in eerste instantie aangesloten bij de bestaande bouwmogelijkheden en - wanneer daarvan sprake is - op de nieuwe situatie die in de loop der tijd ontstaan is op een perceel.

Bij de bestemming zijn flexibiliteitsbepalingen opgenomen in de vorm van afwijkings- regels en een wijzigingsbevoegdheid. De afwijkingsregels maken het mogelijk af te wijken van de bouwregels voor een afwijkende goot- en/of bouwhoogte van een bedrijfswoning. De wijzigingsbevoegdheid geeft de mogelijkheid de bestemming 'Agrarisch' te wijzigen in de bestemming 'Wonen'. Afwijking en wijziging van het plan is alleen mogelijk wanneer voldaan is aan de daarbij opgenomen toetsingscriteria en/of voorwaarden.

5.2.2 Agrarisch met waarden - Landschap De bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' is bedoeld voor de uitoefening van de agrarische functie. Daarbij wordt vooral gericht op agrarische gronden. Daarnaast is de bestemming ook bedoeld voor de opbouw, het behoud en het herstel van de aan de gronden eigen landschappelijke en natuurlijke waarden. Daarbij horen functies als sloten, paden en de landschappelijke inpassing.

Binnen de bestemming zijn alleen bouwwerken (geen gebouwen en overkappingen) mogelijk gemaakt. Door het aantal, de oppervlakte en de hoogte hiervan te beperken, blijft de uitstraling van de gronden agrarisch. Overige bouwwerken, zoals hekwerken, zijn ook toegestaan, wanneer deze voor een goede uitoefening van de hoofdfuncties nodig zijn. De regeling voor deze bouwwerken is afgestemd op de voorheen geldende regelingen.

Voor het doel van opbouw, behoud en herstel van de waarden is een omgevings- vergunning voor werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden opgenomen. Daarbij is aangegeven dat bepaalde werken en werkzaamheden mogelijk zijn na verlening van een omgevingsvergunning. Voordat vergunning verleend wordt, moet voldaan zijn aan de bij de regels opgenomen toetsingscriteria. Een uitzondering hierop vormen bijvoorbeeld werkzaamheden die vanuit onderhoud noodzakelijk zijn. Dergelijke werkzaamheden mogen worden uitgevoerd, zonder dat vergunningverlening vooraf nodig is.

5.2.3 Bedrijf Het individuele bedrijf in het plangebied heeft de bestemming 'Bedrijf'. De bestemming is gericht op de uitoefening van bedrijven met een milieucategorie 1 en 2. Bij recht is daarnaast productiegebonden detailhandel toegestaan. Andere bij de hoofdfunctie aanwezige functies als verkeersvoorzieningen, nutsvoorzieningen en groenvoorzienin- gen, etc. zijn binnen de bestemming toegestaan, om zo flexibiliteit te geven in gebruik van de gronden.

Voor gebouwen is bepaald dat deze binnen het bouwvlak gebouwd mogen worden. Het gaat daarbij in eerste instantie om bedrijfsbebouwing. Zo blijft het huidige ruimtelijke

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 25

beeld gehandhaafd. Bij het bedrijf is ook een bedrijfswoning toegestaan. Hiervoor zijn specifieke bouwregels opgenomen. Deze regeling is afgestemd op het voorheen geldende bestemmingsplan.

Overige bouwwerken mogen buiten het bouwvlak worden gebouwd. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om erf- en terreinafscheidingen. De maximale afmetingen zijn in de regels opgenomen en afgestemd op de voorheen geldende regelingen en het Besluit omgevingsrecht.

Afwijking van de gebruiksregels is mogelijk voor andere bedrijven dan degene die zijn opgenomen in bijlage 1 bij de regels. Voor deze afwijking kan een omgevingsvergunning worden verleend, mits voldaan is aan de bij de afwijking opgenomen voorwaarden.

5.2.4 Bedrijf - Brandweerkazerne De bestaande brandweerkazerne heeft deze bestemming. Het is een speciale bedrijfs- vorm, niet op alle locaties wenselijk en heeft daarom een eigen bedrijfsbestemming gekregen. Naast de brandweerkazerne maakt de bestemming daarbij horende functies als water- en groenvoorzieningen en verhardingen mogelijk.

Voor gebouwen is bepaald dat deze binnen het bouwvlak gebouwd moeten worden. Het gaat daarbij in eerste instantie om bedrijfsbebouwing. Zo blijft het huidige ruimtelijke beeld gehandhaafd. Hiervoor zijn specifieke bouwregels opgenomen. Deze regeling is afgestemd op het voorheen geldende bestemmingsplan.

Overige bouwwerken mogen buiten het bouwvlak worden gebouwd. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om erf- en terreinafscheidingen. De maximale afmetingen zijn in de regels opgenomen en afgestemd op de voorheen geldende regelingen en het Besluit omge- vingsrecht.

5.2.5 Bos Op twee plaatsen - zuidelijk in het plangebied - is bebossing aanwezig die de bestemming 'Bos' heeft. Naast bebossing is de bestemming ook bedoeld voor onder meer recreatief medegebruik. In dat kader zijn bijvoorbeeld ook de daarbij behorende paden en speelvoorzieningen toegestaan binnen de bestemming.

Om het bos zo veel mogelijk te behouden zijn gebouwen niet toegestaan. Overige bouwwerken, zoals palen en masten en hekwerken, zijn wel mogelijk. Deze kunnen van belang zijn voor de veiligheid van de gebruikers van het bos. De regeling hiervoor is afgestemd op het Besluit omgevingsrecht en de voorheen geldende regelingen.

Voor het behoud van de bebossing is een omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden opgenomen. Daarbij is aangegeven dat bepaalde werken en werkzaamheden mogelijk zijn na verlening van een omgevingsvergunning. Voordat vergunning verleend wordt, moet voldaan zijn aan de bij de regels opgenomen toetsingscriteria. Een uitzondering hierop vormen bijvoorbeeld werkzaamheden die vanuit onderhoud noodzakelijk zijn.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 26 124802.01

Dergelijke werkzaamheden mogen worden uitgevoerd, zonder dat vergunningverlening vooraf nodig is.

5.2.6 Bedrijf - Molen De in het plangebied aanwezige voormalige korenmolen heeft de bestemming 'Bedrijf - Molen'. Deze bestemming maakt het bedrijfsmatige gebruik van de molen mogelijk. Het bedrijfsmatige gebruik is gericht op opslag en detailhandel. Daarbij horende voorzieningen, waaronder groen-, speel- en verkeersvoorzieningen zijn bij de bestem- ming toegestaan om zo een optimaal gebruik te garanderen. Via de specifieke gebruiksregels zijn bepaalde functies uitgesloten, waaronder verblijfsrecreatie en wonen. Zo blijft de hoofdfunctie van de molen gehandhaafd.

Voor een optimaal functioneren van de molen is rond de molen een 'vrijwaringszone - molenbiotoop' aangeduid. In de algemene aanduidingsregels staan de regels bij die aanduiding. Deze geven een aanvullende (bouw)regeling op de onderliggende bestemmingen, die ervoor zorgen dat de molen voldoende wind krijgt. Zo kan de molen ook in de toekomst blijven draaien.

De bestaande bebouwing van de molen is het belangrijkste uitgangspunt voor de bouwregels bij deze bestemming. Vanwege het historische karakter is het behoud van de bestaande bebouwing via de bouwregels mogelijk gemaakt.

Bij de molen kunnen overige bouwwerken worden gebouwd. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om masten en erfafscheidingen. Deze worden mogelijk gemaakt in deze bestemming. De bouwregels zijn afgestemd op de huidige situatie, op de mogelijkheden vanuit de voorheen geldende regelingen en het Besluit omgevingsrecht.

5.2.7 Centrum Deze bestemming ligt op functies die een centrumvoorziening betreffen. Hieronder vallen onder meer detailhandel en horeca. Deze functies worden dan ook mogelijk gemaakt. Uitwisseling van (enkele van) deze functies is niet altijd wenselijk, ook in verband met de milieuaspecten, verkeer en parkeren. Die functies zijn dan specifiek aangeduid, waarmee ze op de bestaande plek mogelijk blijven. Voorbeelden hiervan zijn de aanduidingen 'horeca', 'supermarkt' en 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg'. Bij de hoofdfunctie horende functies die van belang zijn voor de centrumvoorzieningen zijn binnen de bestemming toegestaan, bijvoorbeeld verkeers- en verblijfsvoorzieningen.

De bouw van gebouwen is mogelijk binnen het op de verbeelding opgenomen bouwvlak. In enkele gevallen is het bouwvlak strakker om de bebouwing heen gelegd, in andere gevallen is meer ruimte gecreëerd. Hierdoor bestaan er uitbreidingsmogelijkheden, zonder dat de milieusituatie verslechterd. Een maximum bebouwingspercentage is binnen de ruimere bouwvlakken opgenomen, om zo voldoende ruimte vrij te houden voor bijvoorbeeld de benodigde parkeervoorzieningen. Voor de centrumvoorzieningen nodige overige bouwwerken zijn ook toegestaan. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om vlaggenmasten. De regeling daarvoor is in de regels opgenomen en afgestemd op het Besluit omgevingsrecht en de voorheen geldende regelingen.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 27

Bij de bestemming zijn flexibiliteitsbepalingen opgenomen in de vorm van afwijkingsregels en een wijzigingsbevoegdheid. De afwijkingsregels maken het mogelijk af te wijken van de gebruiks- of de bouwregels. De wijzigingsbevoegdheid geeft de mogelijkheid aanduidingen voor specifieke functies te verwijderen, mits de betreffende functie ter plaatse beëindigd is. Ook afwijking van het plan is alleen mogelijk wanneer voldaan is aan de daarbij opgenomen toetsingscriteria en/of voorwaarden.

5.2.8 Groen De grotere groenstructuren in het plangebied hebben de bestemming 'Groen', vanwege het ruimtelijk en/of functionele belang ervan. De bestemming is gericht op het behoud van die groenstructuur. De volkstuinen zijn binnen deze bestemming door middel van een specifieke aanduiding mogelijk gemaakt. Daarnaast maakt deze bestemming bijvoorbeeld ook waterpartijen, wegen en paden mogelijk. Deze zijn in de huidige situatie aanwezig. Wanneer specifieke functies aanwezig zijn dan zijn deze aangeduid en voorzien van een eigen (bouw)regeling.

De bestemming sluit gebouwen uit vanwege het behoud van de groenstructuur. Overige bouwwerken zijn wel toegestaan, waar speelvoorzieningen onder vallen. Onder de overige bouwwerken vallen ook hekwerken, die nodig kunnen zijn voor de veiligheid van de gebruikers van het groen. De regeling is afgestemd op het Besluit omgevingsrecht en het voorheen geldende bestemmingsplan.

5.2.9 Maatschappelijk De bestemming 'Maatschappelijk' is bedoeld voor maatschappelijke voorzieningen en is daarom gelegd op bijvoorbeeld de scholen, kerken en de bibliotheek. Bij die voor- zieningen zijn ook andere functies aanwezig, zoals een peuterspeelzaal. Deze functies vallen onder maatschappelijke voorzieningen en zijn daarom mogelijk binnen de bestemming. Voor een goed functioneren van de maatschappelijke voorzieningen zijn naast de hoofdfunctie ook bijbehorende paden, parkeervoorzieningen, speeltoestellen en dergelijke nodig. Deze worden daarom binnen de bestemming ook mogelijk gemaakt.

De bebouwing moet binnen het bouwvlak worden gebouwd, dit geldt voor de bestaande bebouwing, maar ook voor eventuele uitbreidingen daaraan. Op deze manier blijft het bestaande ruimtelijke beeld behouden. Naast hoofdgebouwen zijn ook bijbehorende en overige bouwwerken toegestaan. De afmetingen van de bebouwing zijn in de regels opgenomen. Deze zijn gebaseerd op de bestaande situatie, de voorheen geldende regeling en het Besluit omgevingsrecht.

Bij de bestemming zijn flexibiliteitsbepalingen opgenomen in de vorm van afwijkings- regels. De afwijkingsregels maken het mogelijk af te wijken van de bouwregels. Afwijking van het plan is alleen mogelijk wanneer voldaan is aan de daarbij opgenomen toetsingscriteria en/of voorwaarden.

5.2.10 Maatschappelijk - Begraafplaats De bestaande begraafplaats en de daarbij horende functies (bijvoorbeeld parkeer- voorzieningen) worden mogelijk gemaakt in de bestemming 'Maatschappelijk - Begraaf-

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 28 124802.01

plaats'. Ook de op de begraafplaats aanwezige en bijbehorende andere functies als paden en nutsvoorzieningen zijn in de bestemming toegestaan.

Binnen het bouwvlak is een gebouw (bijvoorbeeld aula) mogelijk. De afmeting daarvan is opgenomen in de regels. De overige bebouwing is kleinschaliger van aard; het gaat bijvoorbeeld om schuurtjes met onderhoudsmateriaal voor de begraafplaats. De afmeting van de toegestane bebouwing is in de regels opgenomen. De voorheen geldende regeling, bestaande situatie en het Besluit omgevingsrecht zijn richtinggevend voor deze regels.

5.2.11 Sport Het veldsportcomplex aan de Oldenhoffstraat heeft de bestemming 'Sport'. De bestemming maakt dan ook de uitoefening van sport- en speelvoorzieningen met de daarbij horende bebouwing mogelijk. Daarnaast zijn bijbehorende functies als groenvoorzieningen en parkeervoorzieningen bij recht toegestaan binnen de bestem- ming. Deze zijn van belang voor het goede functioneren van het veldsportcomplex.

De daarbij horende bebouwing in de vorm van het gebouw voor de kantine en kleedruimten en dergelijke is in de regels mogelijk gemaakt. Het gebouw moet binnen het bouwvlak worden gebouwd. Overige bouwwerken, waaronder lichtmasten, ballenvangers, goals, hekwerken en dergelijke, zijn wenselijk voor een goed functioneren van de sportvoorzieningen. De afmeting van de toegestane bebouwing is in de regels opgenomen. De voorheen geldende regeling, de bestaande situatie en het Besluit omgevingsrecht zijn richtinggevend voor deze regels.

5.2.12 Verkeer Enkele wegen in het plangebied hebben vooral een ontsluitingsfunctie voor het dorp en het centrum daarvan. Daarnaast zijn in het gehele plangebied wegen en (woon)straten aanwezig, die naast de verkeersfunctie ook een nadrukkelijke verblijfsfunctie hebben. De belangrijkste wegen hebben de bestemming 'Verkeer'. De woonstraten in de planmatige woonbuurten zijn opgenomen in de bestemming 'Woongebied'. De bestemming 'Verkeer' is gericht op het behoud van de bestaande en de aanleg van nieuwe woonstraten en de functies die daarbij horen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om parkeervoorzieningen, voet- en fietspaden en dergelijke. In sommige gevallen kan een geringe verandering van een grens tussen verschillende functies nodig zijn, bijvoorbeeld door de uitbreiding van een groenstrook naast een weg. Om die reden zijn ook andere functies mogelijk binnen deze bestemming.

Voor de verkeersveiligheid kan het nodig zijn om langs straten bijvoorbeeld hekwerken en/of verlichtingsmasten te plaatsen. Deze en andere overige bouwwerken zijn daarom mogelijk gemaakt in deze bestemming. De afmetingen daarvoor zijn opgenomen in de regels en gebaseerd op de bestaande situatie, de voorheen geldende regeling en het Besluit omgevingsrecht.

5.2.13 Wonen De hoofdfunctie van het oudere deel van het plangebied is wonen, wat in dit

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 29

bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt binnen de bestemming 'Wonen'. In de oudere delen is sprake van meer individuele woonpercelen. Het ruimtelijke beeld hiervan is van belang voor de hoofdstructuur in het plangebied. De bestemming maakt de woonfunctie mogelijk en richt zich daarbij op grondgebonden woningen. Daarbij gaat het om vrijstaande en twee-onder-één-kapwoningen. Wanneer speciale woon- of aan het wonen gekoppelde functies aan de orde zijn, is hiervoor een specifieke regeling opgenomen die gekoppeld is aan een aanduiding.

Bij de woningen horende functies worden ook mogelijk gemaakt in dit bestem- mingsplan. Daarbij gaat het onder meer om tuinen en erven. Voor de aanpassing van percelen, bijvoorbeeld ten behoeve van een herstructurering van het openbare gebied, biedt het bestemmingsplan flexibiliteit. Dit uit zich in het binnen de bestemming mede mogelijk maken van bijvoorbeeld wegen, parkeervoorzieningen en water.

Een regeling is opgenomen om een aan-huis-verbonden-beroep mogelijk te maken. Hieraan zijn (standaard)regels verbonden waardoor verzekerd blijft dat de woonfunctie de belangrijkste functie in het gebouw blijft. Hierdoor wordt overlast voor de omgeving voorkomen.

De woningen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd, om het bestaande ruimtelijke beeld te kunnen handhaven. Daarnaast zijn bijbehorende en overige bouwwerken toegestaan. De afmeting van de woningen is in de regels opgenomen. Hierdoor is voor alle woningen dezelfde regeling van toepassing. Deze zijn gebaseerd op de bestaande situatie, de voorheen geldende regeling en het Besluit omgevingsrecht.

De bestemming kent regels voor het (met een omgevingsvergunning) afwijken van de bouwregels van de bestemming. Daarbij wordt onder meer ingegaan op de mogelijk- heden voor bouwen buiten het bouwvlak. Naast een afwijking is ook een wijzigings- bevoegdheid opgenomen. Deze maakt het verwijderen van een aanduiding voor een specifieke functie. Bij de verlening van een dergelijke omgevingsvergunning of wijziging van het bestemmingsplan moet getoetst en voldaan worden aan de bij de afwijkingsregels opgenomen voorwaarden.

5.2.14 Woongebied De overige woningen in het plangebied vallen onder deze bestemming. Dit zijn de woningen in de projectmatig gerealiseerd woonbuurten. De woningen zijn meer uniform in hoofdvorm en deze hoeft niet per perceel vastgelegd te worden. Deze bestemming kent een veelzijdigheid aan toegestane functies die bij een woongebied horen. Daarbij gaat het om onder meer straten, paden, groen, water en dergelijke. Wanneer sprake is van afwijkende woon- of aan het wonen gekoppelde functies, dan is hiervoor een specifieke regeling opgenomen. Deze is (vaak) gekoppeld aan een aanduiding.

Een regeling is opgenomen om een aan-huis-verbonden-beroep mogelijk te maken. Hieraan zijn (standaard)regels verbonden waardoor verzekerd blijft dat de woonfunctie de belangrijkste functie in het gebouw blijft. Hierdoor wordt overlast voor de omgeving voorkomen.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 30 124802.01

Voor de woningen is geen bouwvlak opgenomen, om zo flexibiliteit in de plaatsing ervan te creëren. Naast woningen zijn bijbehorende en overige bouwwerken toegestaan. De afmetingen van de bebouwing zijn in de regels opgenomen. Hiermee geldt een algemene regeling voor alle gebouwen in deze bestemming. Dit geeft de nodige flexibiliteit. Op een enkele plaats is sprake van een afwijkende bouwregeling, hiervoor is dan een aanduiding opgenomen. Deze zijn gebaseerd op de bestaande situatie, de voorheen geldende regeling en het Besluit omgevingsrecht. In een enkel geval is sprake van mogelijke nieuwbouw, daarbij is het maximum aantal te bouwen woningen opgenomen. De bouwregels zijn afgestemd op de voorheen geldende regelingen en de huidige situatie.

De bestemming kent regels voor het (met een omgevingsvergunning) afwijken van de gebruiksregels van de bestemming. Daarbij wordt onder meer ingegaan op de mogelijkheden voor bewoning van bijbehorende bouwwerken in relatie tot mantelzorg. Bij de verlening van een dergelijke omgevingsvergunning moet getoetst en voldaan worden aan de bij de afwijkingsregels opgenomen voorwaarden.

5.2.15 Waarde - Archeologie Dit bestemmingsplan kent twee dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 3' en 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde'. De bestemmingen liggen verspreid over het plangebied. De basis hiervoor ligt in het gemeentelijk archeologisch beleid dat is beschreven in 4.7.

De bestemmingen zijn bedoeld om bij grondwerkzaamheden voor werken, geen bouwwerken zijnde, en voor bouwwerken de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden te onderzoeken. Bij de bestemmingen zijn daarom bouwregels en regels voor een omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerken zijnde, opgenomen. De twee bestemmingen onderscheiden zich in de minimale oppervlakte-eis waarbij onderzoek noodzakelijk is.

5.2.16 Waarde - Cultuurhistorie Op een deel van de gronden in het plangebied ligt de bestemming "Waarde - Cultuurhistorie". Deze bestemming is bedoeld om de bestaande landschappelijke en cultuurhistorische waarden te behouden en/of versterken. Binnen deze bestemming wordt bebouwing niet uitgesloten, de mogelijkheden vanuit de onderliggende bestemmingen zijn richtinggevend voor bebouwing. Bepaalde werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden zijn toegestaan, maar hiervoor is een omgevingsvergunning nodig. Deze is gebonden aan voorwaarden, waaraan voldaan moet worden voordat de vergunning verleend kan worden. Bepaalde werken en werkzaamheden zijn hiervan uitgezonderd, bijvoorbeeld wanneer deze bedoeld zijn normaal onderhoud en beheer.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 31

HOOFDSTUK 6 UITVOERBAARHEID

Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. Daarnaast wordt er in dit hoofdstuk ingegaan op grondexploitatie.

6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan doorloopt de in de Wro vastgelegde bestemmingsplanprocedure. Tijdens deze procedure zijn er verschillende momenten waarop burgers en belanghebbenden hun zienswijze op het plan kenbaar kunnen maken. Hieronder volgt een nadere toelichting.

6.1.1 Vooroverleg Een concept van dit bestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg zoals bedoeld in artikel 3.1.1. Bro toegestuurd aan de vooroverlegpartners. Daarnaast is de belangenorganisatie 'Dorpsbelangen Sleen – Diphoorn' in de gelegenheid gesteld om te reageren op het concept-ontwerpbestemmingsplan. De binnengekomen reacties zijn hieronder samengevat en van een reactie voorzien. In de bijlagenbij deze toelichting zijn de vooroverlegreacties van de provincie en de veiligheidsregio opgenomen.

1. Provincie Drenthe Opmerking: De dubbelbestemming “Waarde - Archeologie 2” is niet overal conform de gemeentelijke beleidsadvieskaart weergegeven. Het bestemmingsplan dient op dit onderdeel aangepast te worden.

Reactie: Dit is aangepast in het ontwerpbestemmingsplan

2. Steunpunt Externe Veiligheid Drenthe Opmerking: In paragraaf 4.3 wordt gesteld dat de aardgasbuisleiding ten zuiden van het plangebied geen vastgelegde groepsrisicocontour heeft. Dit is niet geheel juist. De buisleiding heeft een invloedsgebied die gedeeltelijk over het in het zuiden liggende bosperceel ligt. Binnen dit bosperceel zijn echter geen ontwikkelingen mogelijk. De hoogte van het groepsrisico is derhalve nul en neemt niet toe. Verdere verantwoording is niet noodzakelijk

Reactie: De toelichting van het bestemmingsplan is op dit punt aangevuld/aangepast.

Opmerking: Aan de Menso Altingstraat 4 is een vuurwerkbedrijf gevestigd. Deze moet als zodanig aangeduid worden.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 32 124802.01

Reactie: Het bestemmingsplan is op dit punt aangepast.

3. Dorpsbelangen Sleen - Diphoorn Opmerking: Een aantal wijzigingen die in de afgelopen jaren zijn gerealiseerd zijn niet opgenomen in het plan. Voorbeelden zijn de nieuwe woningen rond Schaapstreek - Vijverbrinkenweg - Zetelveenweg en de nieuwe bestemming van het terrein aan de Mottenkampsteeg.

Reactie: De nieuwe ontwikkelingen waren abusievelijk niet opgenomen in het conceptbe- stemmingsplan. In het ontwerpbestemmingsplan zijn deze nieuwe ontwikkelingen alsnog opgenomen.

Opmerking: Enkele percelen zijn bestemd als agrarisch bedrijf, terwijl hier geen agrarische bedrijven meer gevestigd zijn.

Reactie: De bestemming van de percelen waar geen agrarisch bedrijf meer gevestigd is, is aangepast van “Agrarisch” in “Wonen”.

Opmerking: In paragraaf 2.2.1 staat dat De Schoel onderdeel is van Zorggroep Suydevelt. Dit is inmiddels Leveste Care.

Reactie: Het bestemmingsplan is op dit punt aangepast.

Opmerking: Voor de Heirweg 26 is de mogelijkheid opgenomen om hier een aantal woningen te realiseren ter vervanging van de boerderij. Het is de vraag of deze bouwmogelijkheid nog reëel is, zeker gelet op de recente ontwikkelingen rond de woningbouw bij de manege.

Reactie: Het is inderdaad de vraag of deze bouwmogelijkheid nog reëel is. Gelet op de rechtszekerheid ligt het niet in de rede om de bouwmogelijkheid weg te nemen. De gemeente ziet echter wel aanleiding om een wijzigingsbevoegdheid te koppelen aan dit perceel. Met deze wijzigingsbevoegdheid kan het college de bestemming van het perceel zo wijzigen dat de bouwmogelijkheid komt te vervallen. Hiermee behoudt de eigenaar van het perceel in eerste instantie de kans om de bouwmogelijkheid te benutten.

Opmerking: Paragraaf 3.2.3 gaat in op het GVVP. Inmiddels is het nieuwe Mobiliteitsplan vastgesteld.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 33

Het lijkt daarom logisch om hiernaar te verwijzen in deze paragraaf.

Reactie: Het bestemmingsplan is op dit punt aangepast.

Opmerking: De in de toelichting opgenomen risicokaart vraag om enige actualisatie.

Reactie: De risicokaart is een landelijke voorziening. De gemeente beschikt niet over de mogelijkheid om de risicokaart aan te passen. Dit heeft overigens geen gevolgen voor de inhoud van het bestemmingsplan.

6.1.2 Ontwerpbestemmingsplan De resultaten van overleg zijn verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan, zoals in voorgaande paragraaf aangegeven is. Het ontwerpbestemmingsplan wordt vervolgens zes weken ter inzage gelegd. In deze periode kan een ieder zijn zienswijze kenbaar maken.

6.1.3 Vaststelling bestemmingsplan Wanneer dit noodzakelijk is, wordt het bestemmingsplan aangepast aan de zienswijzen. Vervolgens wordt het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd vastgesteld. Na de vaststelling wordt het bestemmingsplan nogmaals zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode is het mogelijk beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

6.2 Economische uitvoerbaarheid

Bij het bestemmingsplan is het verplicht inzicht te geven in de economische uitvoerbaarheid ervan. Daarvoor zijn twee aspecten belangrijk, namelijk de financiële haalbaarheid en de grondexploitatie van het plan. Deze komen hierna aan bod.

6.2.1 Financiële haalbaarheid In het bestemmingsplan wordt een ontwikkeling voor woningbouw mogelijk gemaakt. De gemeente (het grondbedrijf) heeft de gronden hiervoor in eigendom, de gemeente maakt deze gronden bouwrijp. Hiervoor zijn middelen beschikbaar gesteld. Door middel van de verkoop van de kavels worden opbrengsten gegenereerd waarmee de kosten voor het bouwrijp maken worden gedekt.

6.2.2 Grondexploitatie Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) beschikken gemeenten over mogelijkheden voor kostenverhaal. Hierbij valt te denken aan kosten voor het bouw- en woonrijp maken en kosten voor het bestemmingsplan (plankosten). Daarnaast hebben gemeenten sturingsmogelijkheden, bijvoorbeeld waar het gaat om fasering.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 34 124802.01

Het bestemmingsplan betreft een actualisatie van bestaande (bouw)rechten. Nieuwe ontwikkelingen en (bouwplannen) worden niet voorzien. De grondexploitatieregeling is niet van toepassing; de vaststelling van een exploitatieplan bij dit bestemmingsplan is niet nodig.

===

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp

BIJLAGE 1

Sleen Boterakkersweg zn K1 begraafplaats ? Sleen Boterakkersweg zn K1 begraafplaats-Joodsebegr 1800-1900 Sleen Brink 1 RM overheidsgebouw-raadhuis 1920-1940 Sleen Brink 7 RM religie-kerk 1400-1500 Sleen Brink 7 RM religie-kerktoren 1400-1500 Sleen Brink 8 PM woonhuis 1900-1920 Sleen Brink 11 K2 woonhuis 1920-1940 Sleen Brink 12 K3 agrarisch-boerderij 1900-1920 Sleen Brink 15 K3 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen Brink 18 K1 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen Brink 22 K3 agrarisch-boerderij 1900-1920 Sleen Brink 23 K3 woon-winkel-kruidenier-bakkerij 1800-1900 Sleen Brink 24 K2 woonhuis 1920-1940 Sleen Brink 13-14 K3 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen Brink 9-9a K2 agrarisch-boerderij-horec 1800-1900,1920-1940 Sleen Brink zn K2 infrastructuur-pomp ? Sleen Broekveldstraat 10 K3 woonhuis-complex 1940-1970 Sleen Broekveldstraat 12 K3 woonhuis-complex 1940-1970 Sleen Broekveldstraat 14 K3 woonhuis-complex 1940-1970 Sleen Broekveldstraat 11-13 K3 woonhuis-complex 1940-1970 Sleen Broekveldstraat 15-17 K3 woonhuis-complex 1940-1970 Sleen Broekveldstraat 19-21 K3 woonhuis-complex 1940-1970 Sleen Broekveldstraat 23-25 K3 woonhuis-complex 1940-1970 Sleen DeKoepen 4 K3 sociaal-jeugdgebouw 1940-1970 Sleen DeKoepen 13 K3 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen DeKoepen 15 K3 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen DeKoepen 15 K2 agrarisch-stookhok 1900-1920 Sleen Drostenstraat 16 RM industrieel-korenmolen 1800-1900,1914 Sleen Drostenstraat 49 K3 woonhuis-complex 1940-1970 Sleen Drostenstraat 51 K3 woonhuis-complex 1940-1970 Sleen Drostenstraat 53-55 K3 woonhuis-complex 1940-1970 Sleen Groningerweg 1 K3 agrarisch-boerderij 1940-1970 Sleen Groningerweg 3 K3 agrarisch-boerderij 1900-1920 Sleen Groningerweg 10 K3 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen Heirweg 10 K3 woonhuis-complex 1940-1970 Sleen Heirweg 12 K3 woonhuis-complex 1940-1970 Sleen Heirweg 26 K2 agrarisch-boerderij 1940-1970 Sleen Heirweg 36 RM sociaal-armenwerkhuis 1800-1900 Sleen MensoAltingstraat 2 K3 agrarisch-boerderij 1900-1920 Sleen MensoAltingstraat 3 K2 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen MensoAltingstraat 4 K3 agrarisch-boerderij 1900-1920 Sleen MensoAltingstraat 5 K2 agrarisch-boerderij 1700-1800 Sleen MensoAltingstraat 6 K1 agrarisch-boerderij 1700-1800 Sleen MensoAltingstraat 8 K2 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen MensoAltingstraat 9 K1 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen MensoAltingstraat 13 K2 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen MensoAltingstraat 14 K2 woon-winkel 1900-1920 Sleen MensoAltingstraat 16 RM woon-winkel 1900-1920 Sleen MensoAltingstraat 19 K2 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen MensoAltingstraat 20 RM religie-kerk 1800-1900 Sleen MensoAltingstraat 21 RM woonhuis 1900-1920 Sleen MensoAltingstraat 22 K2 agrarisch-boerderij 1900-1920 Sleen MensoAltingstraat 24 K3 agrarisch-boerderin 1900-1920 Sleen MensoAltingstraat 34 K2 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen Mottenkampsteeg 4 K2 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen Polweg 2 K3 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen Polweg 4 K3 agrarisch-boerderij 1900-1920 Sleen Polweg 6 K3 agrarisch-boerderij ? Sleen Polweg 6 K2 agrarisch-schuur ? Sleen Schaapstreek 4 K2 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen Schaapstreek 5 K2 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen Schaapstreek 6 K2 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen Schaapstreek 7 K2 woonhuis 1920-1940 Sleen Schaapstreek 10 K2 agrarisch-boerderij 1700-1800 Sleen Schaapstreek 14 K3 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen Schaapstreek 17 K3 agrarisch-boerderij 1900-1920 Sleen Schaapstreek 34 K2 agrarisch-boerderij 1800-1900 Sleen Schaapstreek 34 K3 agrarisch-schuur 1940-1970 Sleen Schaapstreek 40 K3 agrarisch-boerderij 1900-1920 Sleen Vijverbrinkenweg 2 K3 agrarisch-boerderij 1900-1920 Sleen Zetelveenweg 4 K2 agrarisch-boerderij 1800-1900

BIJLAGE 2

Onderzoek Externe Veiligheid Bestemmingsplan “Sleen” Gemeente Coevorden

Steunpunt Externe Veiligheid Drenthe Provincie Drenthe Henk Zwiers 16 september 2013 Tel.: 06-11617942 Inleiding Het Steunpunt externe veiligheid Drenthe is gevraagd om te adviseren over het aspect externe veiligheid voor de actualisatie van het bestemmingsplan Sleen in de gemeente Coevorden. Het gaat hier om een advies in het kader van een vooroverleg.

De ligging van het plangebied is hieronder weergegeven.

Vuurwerk

Luchtfoto Plangebied Sleen

Paragraaf externe veiligheid In de concepttoelichting op het bestemmingsplan is een paragraaf externe veiligheid opgenomen in 4.3. In deze paragraaf wordt gesteld dat de aardgasbuisleiding die ten zuiden van het gebied aanwezig is geen vastgelegde groepsrisicocontour heeft en dat alleen een berekening van het groepsrisico noodzakelijk is wanneer nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk worden gemaakt in de buurt van de leiding.

Voorgaande stelling is niet geheel juist. Deze buisleiding heeft een invloedsgebied die gedeeltelijk over het in het zuiden liggende bosperceel ligt. Dit invloedsgebied is gebaseerd op buisleidingdata die zijn opgevraagd bij de Gasunie ten behoeve van het bestemmingsplan buitengebied. Binnen het invloedsgebied moet het groepsrisico worden verantwoord ook wanneer er sprake is van een actualisatie van het bestemmingsplan. Zie hiervoor het Besluit externe veiligheid buisleidingen. In bepaalde situaties kan wel worden volstaan met een beperkte verantwoording van het groepsrisico.

In onderhavige situatie is er geen sprake van een groepsrisico. Binnen de aanduiding bos zijn namelijk geen ontwikkelingen mogelijk waarbij objecten met personen kunnen worden gevestigd.

De hoogte van het groepsrisico binnen het plangebied is nul en neemt niet toe. Verdere verantwoording is niet noodzakelijk.

Ten oosten ligt de provinciale weg N376 waarover gevaarlijke stoffen getransporteerd kunnen worden. Echter de hoeveelheid transporten zijn zodanig laag dat er geen sprake is van overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico binnen het plangebied aanwezig is. Ook is er geen toename van het groepsrisico. Op grond van de Circulaire Risico Normering Vervoer Gevaarlijke Stoffen is geen verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk wanneer de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico vanwege het ruimtelijk plan niet wordt overschreden en het groepsrisico binnen het invloedsgebied van de weg niet toeneemt. Aan beide criteria wordt hier voldaan.

In het noorden van het plangebied is een opslag- en verkooplocatie voor consumentenvuurwerk aanwezig. Dit vuurwerkbedrijf is gevestigd aan de Menso Altingstraat 4. Het vuurwerkbedrijf valt onder de regels van het Vuurwerkbesluit. Vanaf de deur van de (buffer)bewaarplaats geldt een veiligheidsafstand van 8 meter. Deze 8 meter komt niet buiten de grens van de inrichting.

Het aspect externe veiligheid levert ten aanzien van het bestemmingsplan Sleen geen belemmeringen op.

Er zijn verder geen risicobronnen in de omgeving aanwezig die van invloed zijn op het plangebied.

124802.01 blz 35

REGELS

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan: het bestemmingsplan Sleen met identificatienummer NL.IMRO.0109.003BP00001-0002 van de gemeente Coevorden;

1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;

1.3 aan huis gebonden beroep en bedrijf: een dienstverlenend beroep of bedrijf dat op kleine schaal in een woning en/of daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroeps- of bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;

1.4 aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.7 bed en breakfast voorziening: een kleinschalige aan de woonfunctie ondergeschikte accommodatie voor uitsluitend logies en ontbijt met maximaal 6 kamers en maximaal 10 personen, die in beginsel deel uitmaakt van het hoofdgebouw en geen zelfstandige eenheid mag zijn of kan verworden tot een zelfstandige (woon)eenheid;

1.8 bestaand: a. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen; b. het onder a bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan of de beheers- verordening, of een andere planologische toestemming;

1.9 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak;

1.10 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 36 124802.01

1.11 bijbehorend bouwwerk uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevinden hoofdgebouw verbonden, daar al niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;

1.12 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.13 bouwgrens: de grens van een bouwvlak;

1.14 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.15 bouwperceelgrens: een grens van een bouwperceel;

1.16 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.17 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.18 chalet: een gebouw met een oppervlakte van ten hoogste 70 m², bestaande uit een lichte constructie, dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning;

1.19 cultuurhistorische waarden: de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals is omschreven in paragraaf 4.7.2 van de toelichting;

1.20 dak: iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

1.21 detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 37

1.22 dienstverlenend bedrijf: een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;

1.23 erf: een aaneengesloten terrein dat direct aansluit bij het hoofdgebouw;

1.24 gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.25 gebruiken: het gebruiken, doen gebruiken en/of laten gebruiken;

1.26 grondgebonden agrarisch bedrijf: een agrarisch bedrijf, waarbij hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond;

1.27 hoofdgebouw: een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.28 horecabedrijf: een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel of dranken en/of het exploiteren van een zaalaccommodatie, met uitzondering van een discotheek en partycentrum;

1.29 kampeermiddel: a. een tent, een tentwagen, een camper, een kampeerauto of caravan; b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde; dat geheel of ten dele blijvend kan worden gebruikt voor recreatief dag- en/of nachtverblijf;

1.30 kleinschalig kamperen: verblijfsrecreatie met een kleinschalig karakter op een agrarisch bouwperceel of op een woonperceel van ten minste 5000 m², in de vorm van een kampeerterrein van maximaal 25 kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans;

1.31 landschappelijke waarde: de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied, zoals is omschreven in hoofdstuk 2 van de toelichting;

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 38 124802.01

1.32 mantelzorg: het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;

1.33 natuurlijke waarde: de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfo- logische, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied;

1.34 natweer onderkomen: een gebouw bestemd voor het realiseren van een kleinschalige voorziening voor uitsluitend de gasten van de minicamping, niet zijnde een op de horeca gerichte voorziening als in de Drank- en Horecawet;

1.35 nutsvoorzieningen: een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;

1.36 overig bouwwerk: een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.37 overkapping: elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder, dan wel met ten hoogste één wand;

1.38 pand de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;

1.39 peil: a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de bouwhoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de bouwhoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

1.40 productiegebonden detailhandel: detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;

1.41 recreatief medegebruik: een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 39

1.42 seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.43 stacaravan: een caravan die gedurende langere tijd op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan;

1.44 trekkershut: een kleinschalig gebouw bestaande uit een lichte constructie, dat naar de aard en inrichting voor recreatief dag- en nachtverblijf is bedoeld;

1.45 voorgevel: de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een gebouw met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door Burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;

1.46 vuurwerkbedrijf: een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;

1.47 woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.48 woonhuis: een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijnings- vorm als een eenheid beschouwd kan worden.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 40 124802.01

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.2 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.3 de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; Voor zover in de regels een dakhelling is voorgeschreven, is deze niet van toepassing op de horizontale gedeelten van afgeknotte daken, de bovenste dakvlakken van mansarde kappen en op dakvlakken welke niet evenwijdig aan de noklijn zijn gelegen.

2.4 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.5 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.6 de afstand tot de grens van een bouwperceel: De kortste afstand vanaf enig punt van een bouwwerk tot de grens van een bouwperceel;

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen, worden ondergeschikte bouwdelen als: 1. Plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en uitbouwen met een oppervlakte van 2 m² of kleiner; 2. Overstekende daken; 3. Luifels als geïntegreerd onderdeel van een uitbouw; buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m ten opzichte van de bouwgrens of bestemmingsgrens bedraagt.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 41

HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf; b. opslag en verkoop van consumentenvuurwerk, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag en verkoop van vuurwerk'; c. waterlossing; d. nutsvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen bedragen ten hoogste respectievelijk 4,5 m en 8 m, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze hoger zijn; c. per bedrijf is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, waarvan de goot- en bouwhoogte ten hoogste respectievelijk 3,5 m en 8 m mogen bedragen, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze hoger zijn.

3.2.2 Overige bouwwerken Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weggekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m zal bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken zal ten hoogste 7,50 m bedragen.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

3.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, met een omgevingsvergunning afwijken van:

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 42 124802.01

 het bepaalde in lid 3.2.1 onder b in die zin dat de goot- en/of bouwhoogte van een bedrijfswoning wordt vergroot tot ten hoogste respectievelijk 6,00 m en 10,50 m, met dien verstande dat bij de aanvraag een erfinrichtingsplan wordt overlegd.

3.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:  het gebruik of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor een niet-grondgebonden agrarische bedrijfstak.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:  de bestemming 'Agrarisch' na bedrijfsbeëindiging van het grondgebonden agrarisch bedrijf, wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen', waarbij de regels van artikel 15 van overeenkomstige toepassing zijn, mits: 1. dit niet leidt tot uitbreiding van het aantal woningen; 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bedrijfsvoering en de ontwik- kelingsmogelijkheden van nabijgelegen (agrarische) bedrijven en woningen.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 43

Artikel 4 Agrarisch met waarden - Landschap

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de bedrijfsmatige bewerking en/of beweiding van cultuurgrond; b. de opbouw, het behoud en herstel van de aan de gronden eigen landschappelijke en natuurlijke waarden; c. sloten, bermen en beplanting; d. paden; e. landschappelijke inpassing.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Gebouwen en overkappingen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, geldt de volgende regel:  de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 5,5 m.

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

4.3.1 Vergunningplicht Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het ophogen of afgraven van gronden; b. het beplanten van gronden met bomen en andere opgaande houtige gewassen; c. het aanbrengen van verhardingen.

4.3.2 Uitzondering De in lid 4.3.1 bedoelde vergunning is niet vereist voor werkzaamheden die: a. noodzakelijk zijn in verband met de gebruikelijke onderhoudswerkzaamheden, dan wel van ondergeschikte aard zijn en reeds in uitvoering zijn op het moment van verkrijgen van rechtskracht van het plan; b. noodzakelijk zijn voor de realisatie en instandhouding van het landschappelijk inpassingsplan.

4.3.3 Toetsingscriteria De in lid 4.3.1 bedoelde vergunning wordt niet verleend indien door het verlenen van de vergunning onevenredige afbreuk zou worden gedaan aan de in lid 4.1 genoemde waarden van de gronden.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 44 124802.01

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorie 1 en 2, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerk- bedrijven; b. productiegebonden detailhandel; met de daarbijbehorende: c. verkeers- en verblijfsvoorzieningen; d. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen; e. groenvoorzieningen; f. tuinen, erven en verhardingen; g. nutsvoorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. een gebouw zal binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen zullen ten hoogste respectievelijk 6,00 m en 9,00 m bedragen, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze meer bedragen; c. per bedrijf is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, waarvan de goot- en bouwhoogte ten hoogste respectievelijk 3,50 m en 8,00 m zal bedragen, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze meer bedragen.

5.2.2 Overige bouwwerken Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weggekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m zal bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken zal ten hoogste 8,00 m bedragen.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 45

 het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan de bedrijven genoemd in bijlage 1 onder categorieën 1 en 2.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, met een omgevingsvergunning afwijken van:  het bepaalde in lid 5.4 in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, mits: 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd, of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben; 2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 46 124802.01

Artikel 6 Bedrijf - Brandweerkazerne

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Brandweerkazerne' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. een brandweerkazerne; met de daarbijbehorende: b. verkeers- en verblijfsvoorzieningen; c. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen; d. groenvoorzieningen; e. tuinen, erven en verhardingen; f. nutsvoorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. als gebouw mogen uitsluitend bedrijfsgebouwen worden gebouwd; b. een gebouw zal binnen het bouwvlak worden gebouwd; c. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen zullen ten hoogste respectievelijk 5,50 m en 11,00 m bedragen.

6.2.2 Overige bouwwerken Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weggekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m zal bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken zal ten hoogste 8,00 m bedragen.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 47

Artikel 7 Bedrijf - Molen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Molen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. een molen, waarbij het gebruik van de molen als opslagruimte van de te verhandelen producten alsmede detailhandel zijn inbegrepen; met de daarbij behorende: b. verkeer- en verblijfsvoorzieningen; c. groenvoorzieningen; d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; e. nutsvoorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. een gebouw zal binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de bestaande uitwendige hoofdvorm, blijkend uit goot- en bouwhoogte en dakhelling, dient te worden gehandhaafd.

7.2.2 Overige bouwwerken Voor het bouwen van overige bouwwerken geldt de volgende regels  de bouwhoogte van overige bouwwerken zal ten hoogste 3,50 m bedragen.

7.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van het wonen; c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel en een horeca anders dan ondergeschikt aan en ten behoeve van de in lid 7.1 onder a. genoemde doeleinden.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 48 124802.01

Artikel 8 Bos

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bos; b. de opbouw, het behoud en herstel van aan de gronden eigen landschappelijke en natuurlijke waarden; c. recreatief medegebruik; met de daarbijbehorende: d. groenvoorzieningen; e. paden; f. speelvoorzieningen; g. kleinschalige waterlopen en -partijen; h. nutsvoorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.2.1 Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

8.2.2 Overige bouwwerken Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels: a. op of in deze gronden mogen geen erf- en terreinafscheidingen worden gebouwd; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken zal ten hoogste 5,50 m bedragen.

8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

8.3.1 Vergunningplicht Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het vellen en rooien van houtgewas; b. het ophogen of afgraven van gronden; c. het beplanten van gronden met bomen en andere opgaande houtige gewassen; d. het egaliseren van gronden.

8.3.2 Uitzondering Het bepaalde in lid 8.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die noodzakelijk zijn in verband met de gebruikelijke onderhoudswerkzaamheden, dan wel die van ondergeschikte aard zijn.

8.3.3 Toetsingscriteria De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 49

Artikel 9 Centrum

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorie 1 en 2, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven; b. detailhandel, met dien verstande dat een supermarkt uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt'; c. een hotel, café, restaurant en/of cafetaria, ter plaatse van de aanduiding 'horeca'; d. een verkooppunt van motorbrandstoffen zonder LPG, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg'; e. wonen, uitsluitend overeenkomstig de bestaande situatie; f. aan huis gebonden beroep of bedrijf; g. (sociaal-)medische, sociaal-culturele en bestuurlijke voorzieningen; met de daarbij behorende: h. paden; i. verkeers- en verblijfsvoorzieningen; j. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen; k. groen- en speelvoorzieningen; l. tuinen, erven en verhardingen; m. nutsvoorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. de gebouwen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen zal ten hoogste respectievelijk 4,50 m en 8,00 m bedragen, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze meer bedragen.

9.2.2 Overige bouwwerken Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weggekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m zal bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken zal ten hoogste 5,50 m bedragen.

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 50 124802.01

9.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, met een omgevingsvergunning afwijken van:  het bepaalde in lid 9.2.1 onder b in die zin dat de goot- en/of bouwhoogte wordt vergroot tot ten hoogste 6,00 respectievelijk 10,50 m.

9.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:  het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan de bedrijven genoemd in bijlage 1 onder categorieën 1 en 2.

9.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, met een omgevingsvergunning afwijken van:  het bepaalde in lid 9.5 onder a in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven, genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, mits: 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd, of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben; 2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft.

9.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat :  de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg', 'horeca' of 'supermarkt' wordt verwijderd, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 51

Artikel 10 Groen

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen; b. speelvoorzieningen; c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; d. volkstuinen, ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin'; met de daarbijbehorende: e. verkeers- en verblijfsvoorzieningen; f. nutsvoorzieningen; g. kunstobjecten.

10.2 Bouwregels

10.2.1 Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

10.2.2 Overige bouwwerken Voor het bouwen van overige bouwwerken geldt de volgende regel:  de bouwhoogte van overige bouwwerken zal ten hoogste 2,00 m bedragen.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 52 124802.01

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. religieuze, educatieve, sociaal-culturele en medische voorzieningen; met de daarbijbehorende: b. groen- en speelvoorzieningen; c. verkeers- en verblijfsvoorzieningen; d. nutsvoorzieningen; e. tuinen, erven en verhardingen; f. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen.

11.2 Bouwregels

11.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. een gebouw zal binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen zullen ten hoogste respectievelijk 6,00 m en 9,00 m bedragen, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze meer bedragen; c. per instelling is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, waarvan de goot- en bouwhoogte ten hoogste respectievelijk 3,50 m en 8,00 m zal bedragen, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze meer bedragen.

11.2.2 Overige bouwwerken Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weggekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m zal bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken zal ten hoogste 5,50 m bedragen.

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

11.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, met een omgevingsvergunning afwijken van:

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 53

 het bepaalde in lid 11.2.1 in die zin dat de goot- en/of bouwhoogte van een bedrijfswoning wordt vergroot tot ten hoogste respectievelijk 6,00 m en 10,50 m.

11.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:  het gebruik van de gronden voor een woonzorgcomplex en/of woonzorgwoningen.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 54 124802.01

Artikel 12 Maatschappelijk - Begraafplaats

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. een begraafplaats; met de daarbijbehorende: b. groenvoorzieningen; c. paden; d. verkeers- en verblijfsdoeleinden; e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; f. nutsvoorzieningen.

12.2 Bouwregels

12.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. een gebouw zal binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 6,00 m bedragen.

12.2.2 Overige bouwwerken Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken zal ten hoogste 5,50 m bedragen.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 55

Artikel 13 Sport

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. sport- en speelvelden; b. gebouwen en overkappingen ten behoeve van: 1. sportdoeleinden; 2. een kantine; 3. kleedruimtes; 4. onderhoud en beheer; met de daarbijbehorende: c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; d. groenvoorzieningen; e. paden en verhardingen; f. parkeervoorzieningen; g. verkeer- en verblijfsvoorzieningen; h. nutsvoorzieningen.

13.2 Bouwregels

13.2.1 Gebouwen Voor het bouwen gebouwen gelden de volgende regels: a. een gebouw zal binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 8,00 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte, indien deze hoger is.

13.2.2 Overige bouwwerken Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van lichtmasten zal ten hoogste 18,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken zal ten hoogste 12,00 m bedragen.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 56 124802.01

Artikel 14 Verkeer

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen en straten; b. voet- en fietspaden; c. parkeervoorzieningen; met de daarbijbehorende: d. toegangswegen, in- en uitritten; e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; f. groenvoorzieningen; g. speelvoorzieningen; h. nutsvoorzieningen; i. bruggen, dammen en/of duikers, en naar de aard daarmee gelijk te stellen kunstwerken.

14.2 Bouwregels

14.2.1 Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

14.2.2 Overige bouwwerken Voor het bouwen van overige bouwwerken geldt de volgende regel:  de bouwhoogte van overige bouwwerken zal ten hoogste 8,00 m bedragen.

14.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:  het gebruik van de gronden voor wegen met meer dan twee rijstroken.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 57

Artikel 15 Wonen

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis gebonden beroep en/of bedrijf; b. een rietdekkersbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rietdekkersbedrijf'; met de daarbijbehorende: c. groenvoorzieningen; d. parkeervoorzieningen; e. speelvoorzieningen; f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; g. verkeer- en verblijfsdoeleinden; h. nutsvoorzieningen; i. tuinen , erven en verhardingen.

15.2 Bouwregels

15.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. de gebouwen zullen binnen het bouwvlak, dan wel ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd, waarbij de woning uitsluitend binnen het bouwvlak zal worden gebouwd; b. het aantal woningen per bouwperceel bedraagt niet meer dan het bestaande aantal, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' in welk geval het in de aanduiding aangegeven aantal het maximum is; c. de goot- en bouwhoogte van de woning zullen ten hoogste respectievelijk 3,50 m en 8,00 m bedragen, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze meer bedragen; d. in afwijking van het bepaalde onder c zal ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' de goot- en bouwhoogte van de woningen ten hoogste respectievelijk 5,50 m en 7,00 m bedragen; e. de dakhelling van de woning zal ten minste 45° bedragen, dan wel ten minste de bestaande dakhelling indien deze kleiner is; f. ten hoogste 50% van het bouwperceel zal met gebouwen worden bebouwd, tot een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 200 m² indien het bouwperceel niet groter is dan 500 m². Bij een bouwperceelgrootte van meer dan 500 m², maar niet meer dan 1.000 m² zal de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 300 m² bedragen en bij een bouwperceelgrootte van meer dan 1.000 m² zal de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 400 m² bedragen; g. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen" zullen de goot- en bouwhoogte van de gebouwen ten hoogste respectievelijk 3,00 m en 6,00 m bedragen;

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 58 124802.01

h. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen" zal de afstand van de gebouwen tot de perceelgrens ten minste 1 m bedragen, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd.

15.2.2 Overige bouwwerken Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weggekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m zal bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken zal ten hoogste 5,50 m bedragen.

15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

15.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, met een omgevingsvergunning afwijken van: a. het bepaalde in lid 15.2.1 onder a in die zin dat een woning gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits: 1. de zijdelingse en achterste bouwgrens ten hoogste 5,00 m wordt overschreden; 2. de afstand tot de perceelgrens ten minste 3,00 m bedraagt; b. het bepaalde in lid 15.2.1 onder c in die zin dat de goot- en/of bouwhoogte van een woning wordt vergroot tot ten hoogste respectievelijk 6,00 m en 10,50 m.

15.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca; c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis- verbonden beroep, indien: 1. het bebouwingspercentage ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep meer bedraagt dan 30% van de totale op het bouwperceel toegestane bebouwde oppervlakte; 2. de woonfunctie onevenredig wordt aangetast; 3. er detailhandel plaatsvindt die geen verband houdt met het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf; 4. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, geen bewoner van de woning is; 5. de activiteiten meldingsplichtig of vergunningsplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer;

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 59

6. de verkeers- en parkeerdruk in de naaste omgeving onevenredig toeneemt; d. het gebruiken van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning.

15.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, met een omgevingsvergunning afwijken van:  het bepaalde in 16.5 onder d, in die zin dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt gebruikt voor bewoning, mits: 1. de bewoning van een bijbehorend bouwwerk uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg; 2. de oppervlakte van de woonruimte per hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 50 m²; 3. na beëindiging van de mantelzorg, het vrijstaande bijbehorend bouwwerk niet meer wordt gebruikt voor bewoning.

15.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rietdekkersbedrijf' wordt verwijderd, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 60 124802.01

Artikel 16 Woongebied

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen; b. wonen in combinatie met detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel'; c. wonen in combinatie met zorg, ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling'; d. aan huis gebonden beroep of bedrijf; e. volkstuinen, ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin'; f. woonwagenstandplaatsen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonwagen- standplaats'; met de daarbijbehorende: g. groenvoorzieningen; h. parkeervoorzieningen; i. speelvoorzieningen; j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; k. wegen en paden; l. nutsvoorzieningen; m. tuinen , erven en verhardingen.

16.2 Bouwregels

16.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. de voorgevel van de woning en het verlengde ervan dient als de bouwgrens te worden beschouwd, welke niet door het oprichten van gebouwen mag worden overschreden; b. indien geen naar de weg gekeerde gevel van een woning aanwezig is, stelt het college van Burgemeester en wethouders een bouwgrens, passend in het bebouwingsbeeld, vast; c. indien meerdere naar de weg gekeerde gevels van een woning aanwezig zijn, bepaalt het college van Burgemeester en wethouders welke gevel de voorgevel is, passend in het bebouwingsbeeld; d. het aantal woningen zal niet meer dan het bestaande aantal bedragen, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' waar ten hoogste het aangegeven aantal woningen is toegestaan; e. indien de zijdelingse perceelsgrens grenst aan een weg, mogen geen gebouwen worden opgericht binnen een afstand van 5 m van de weg; f. in het gebied binnen een afstand van 3 m uit de zijdelingse perceelgrens van de niet-aangebouwde zijgevel van de woning zullen de gebouwen ten minste 3 m achter de voorgevel en het verlengde ervan van de woning te worden gebouwd;

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 61

g. in het gebied binnen een afstand van 3,00 m ten opzichte van de zijdelingse perceelgrens van de niet-aangebouwde zijgevel van de woning en/of in het gebied binnen een afstand van 8,00 m ten opzichte van de achterperceelgrens zullen de goot- en bouwhoogte ten hoogste respectievelijk 3,00 m en 6,00 m bedragen; h. in het gebied op een afstand van meer dan 3,00 m ten opzichte van de zijdelingse perceelgrens van de niet-aangebouwde zijgevel van de woning en/of in een gebied op een afstand van meer dan 8,00 m ten opzichte van de achterperceelgrens zullen de goot- en bouwhoogte ten hoogste respectievelijk 6,00 m en 10,50 m bedragen, i. in afwijking van het bepaalde onder h zal ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - lage bebouwing' de goot- en bouwhoogte van de woningen hoogste respectievelijk 3,5 m en 8,00 m bedragen; j. in afwijking van het bepaalde onder h zal ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' de goot- en bouwhoogte van de woningen hoogste respectievelijk 5,50 m en 7,00 m bedragen; k. ten hoogste 50% van het bouwperceel zal worden bebouwd en tot een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 200 m², indien het bouwperceel niet groter is dan 500 m². Bij een bouwperceelgrootte van meer dan 500 m², maar niet meer dan 1.000 m² zal de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 300 m² bedragen en bij een bouwperceelgrootte van meer dan 1.000 m² zal de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 400 m² bedragen; l. in het onder g bedoelde gebied zal de afstand van de gebouwen tot de perceelgrens ten minste 1,00 m bedragen, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd.

16.2.2 Standplaatsen voor woonwagens Voor het plaatsen van woonwagens gelden de volgende regels: a. woonwagens mogen uitsluitend worden geplaatst ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats'; b. er mogen ten hoogste 5 woonwagens worden geplaatst; c. de bouwhoogte van een woonwagen mag ten hoogste 3,50 m bedragen.

16.2.3 Overige bouwwerken Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weggekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m zal bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken zal ten hoogste 5,50 m bedragen.

16.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 62 124802.01

16.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, met een omgevingsvergunning afwijken van:  het bepaalde in lid 16.2.1 onder f voor het bouwen tot (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van de woning, dan wel tot 3 m voor deze gevel.

16.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden voor meer dan 5 woonwagenstandplaatsen, ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats'; b. het gebruik van de gronden voor woonwagens hoger dan 3,50 m, ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats'; c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel; d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca; e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis- verbonden beroep, indien: 1. het bebouwingspercentage ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep meer bedraagt dan 30% van de totale op het bouwperceel toegestane bebouwde oppervlakte; 2. de woonfunctie onevenredig wordt aangetast; 3. er detailhandel plaatsvindt die geen verband houdt met het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf; 4. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, geen bewoner van de woning is; 5. de activiteiten meldingsplichtig of vergunningsplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer; 6. de verkeers- en parkeerdruk in de naaste omgeving onevenredig toeneemt; f. het gebruiken van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning.

16.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, met een omgevingsvergunning afwijken van:  het bepaalde in 16.5 onder f, in die zin dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt gebruikt voor bewoning, mits: 1. de bewoning van een bijbehorend bouwwerk uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg; 2. de oppervlakte van de woonruimte per hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 50 m²; 3. na beëindiging van de mantelzorg, het vrijstaande bijbehorend bouwwerk niet meer wordt gebruikt voor bewoning.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 63

16.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:  de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' wordt verwijderd, indien de bouwmogelijkheid voor de woningen niet binnen 2 jaar na ter inzage legging van het ontwerp bestemmingsplan is benut.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 64 124802.01

Artikel 17 Waarde - Archeologie 3

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden, zoals deze blijken uit de aanwezigheid van historische kernen, waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van andere daar voorkomende bestemmingen van primaire betekenis is.

17.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels: a. er mogen bouwwerken uitsluitend worden gebouwd, mits de aanvrager een bureau-onderzoeksrapport heeft overgelegd van een daartoe bevoegd archeolo- gisch bureau dat werkt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en Burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat vervolgonderzoek niet noodzakelijk is; b. in afwijking van het bepaalde onder a dienen ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van waarde - archeologische begeleiding" de werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring te worden begeleid door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.

17.3 Afwijken van de bouwregels

17.3.1 Afwijken Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 17.2 en kan worden toegestaan dat bouwwerken ten dienste van en conform een andere daar voorkomende bestemming worden gebouwd met een diepte van meer dan 0,3 m, mits de aanvrager een onderzoeksrapport heeft overgelegd van een daartoe bevoegd archeologisch bureau dat werkt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van Burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.

17.3.2 Afwijkingskader Een in 17.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend, indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat. Indien uit het in 17.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het toestaan van de afwijking zullen worden verstoord, kunnen aan de omgevings- vergunning voor het bouwen een of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeolo- gische waarden in de bodem kunnen worden behouden; b. de verplichting tot het doen van opgravingen;

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 65

c. de verplichting de activiteit die tot de bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan bij de vergunning te stellen kwalificaties.

17.3.3 Overleg Provinciaal archeoloog Alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen, voeren Burgemeester en wethouders overleg met de provinciaal archeoloog, indien sprake is van een gebied van provinciaal belang, zoals op Archeologische beleidskaart aangegeven bij Provinciaal Belang Archeologie.

17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

17.4.1 Vergunningplicht Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen, een omgevingsvergunning vereist: a. het aanplanten van bomen of een houtig gewas, voor zover het gaat om planten waarvan zeker is dat bij de oogst van de plant, dan wel het verwijderen van de gehele plant, de bodem dieper dan 0,3 m zal worden geroerd; b. het aanbrengen van drainage, diepploegen en mengwoelen dieper dan 0,3 m beneden maaiveld, afgraven dieper dan 0,3 m beneden maaiveld, egaliseren van natuurlijk reliëf, ontginnen en het aanleggen of vergraven van veldsloten.

17.4.2 Uitzondering Het bepaalde in lid 17.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden: a. in het kader van archeologisch onderzoek en opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige op basis van een door Burgemeester en wethouders goedgekeurd programma van eisen; b. die het normale onderhoud en/of gebruik betreffen. Hiertoe behoren bij landbouwkundig gebruik: grondbewerkingen tot een diepte van 0,3 m onder maaiveld; niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het oplossen van een verdichte bodemstructuur (woelen) tot maximaal 0,1 m onder de bouwvoor en het aanbrengen van drainage. Hiertoe behoren niet: diepploegen en mengwoelen dieper dan 0,3 m beneden maaiveld, afgraven dieper dan 0,3 m beneden maaiveld, egaliseren van natuurlijk reliëf, ontginnen, aanleggen of vergraven van sloten en het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; c. die reeds in uitvoering zijn danwel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan; d. waarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingswet; e. die de archeologische waarde niet onevenredig aantasten, hetgeen is gebleken uit een door aanvrager overgelegd, door Burgemeester en wethouders goedgekeurd bureau-onderzoeksrapport van een daartoe bevoegd archeologisch bureau dat werkt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en Burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat vervolgonderzoek niet noodzakelijk is.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 66 124802.01

17.4.3 Overleg provinciaal Archeoloog Alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen, voeren Burgemeester en wethouders overleg met de provinciaal archeoloog, indien sprake is van een gebied van provinciaal belang, zoals op de Archeologische beleidskaart aangegeven bij Provinciaal Belang Archeologie.

17.5 Strijd met de bestemming

Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) een onevenredige aantasting kan plaatsvinden van het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

17.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' verwijderen indien de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 67

Artikel 18 Waarde - Archeologische verwachtingswaarde

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de (verwachte) archeologische waarden, waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van andere daar voorkomende bestemmingen van primaire betekenis is.

18.2 Bouwregels

Op de voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. bouwwerken met een oppervlakte van minder dan 500 m²; b. bouwwerken met een oppervlakte van meer dan 500 m² en een diepte van meer dan 0,3 m, mits de aanvrager een bureau-onderzoeksrapport heeft overgelegd van een daartoe bevoegd archeologisch bureau dat werkt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en Burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat vervolgonderzoek niet noodzakelijk is.

18.3 Afwijken van de bouwregels

18.3.1 Afwijken Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 18.2 en kan worden toegestaan dat bouwwerken ten dienste van en conform een andere daar voorkomende bestemming worden gebouwd met een oppervlakte van meer dan 500 m² en een diepte van meer dan 0,3 m, mits de aanvrager een onderzoeksrapport heeft overgelegd van een daartoe bevoegd archeologisch bureau dat werkt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van Burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.

18.3.2 Afwijkingskader Een in 18.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend, indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat. Indien uit het in 18.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het toestaan van de afwijking zullen worden verstoord, kunnen aan de omgevingsvergunning voor het bouwen een of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeolo- gische waarden in de bodem kunnen worden behouden; b. de verplichting tot het doen van opgravingen; c. de verplichting de activiteit die tot de bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan bij de vergunning te stellen kwalificaties.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 68 124802.01

18.3.3 Overleg Provinciaal Archeoloog Alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen, voeren Burgemeester en wet- houders overleg met de provinciaal archeoloog, indien sprake is van een gebied van provinciaal belang, zoals op de Archeologische beleidskaart aangegeven bij Provinciaal Belang Archeologie.

18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

18.4.1 Vergunningplicht Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen, een omgevingsvergunning vereist: a. grondbewerkingen met een oppervlakte van meer dan 500 m2 en een diepte van meer dan 0,3 m; b. het afgraven, ophogen, vergraven, egaliseren, kilveren van grond; c. het aanplanten van bomen of een houtig gewas voor zover het gaat om planten waar bij de oogst van de plant, dan wel het verwijderen van de gehele plant, de bodem dieper dan 0,3 m zal worden geroerd; d. het aanbrengen van drainage in gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap'.

18.4.2 Uitzondering Het bepaalde in 18.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden: a. in het kader van archeologisch onderzoek en opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige op basis van een door Burgemeester en wethouders goedgekeurd programma van eisen; b. die het normale onderhoud en/of gebruik betreffen; hiertoe behoren bij landbouwkundig gebruik: grondbewerkingen tot een diepte van 0,3 m onder maaiveld; niet-bodemkerende werkzaamheden ten behoeve van het oplossen van een verdichte bodemstructuur (woelen) tot maximaal 0,1 m onder de bouwvoor en het aanbrengen van drainage; hiertoe behoren niet: diepploegen en mengwoelen dieper dan 0,3 m beneden maaiveld, afgraven dieper dan 0,3 m beneden maaiveld, egaliseren van natuurlijk reliëf, ontginnen, aanleggen of vergraven van sloten en het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; c. die reeds in uitvoering zijn danwel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan; d. waarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingswet; e. die de archeologische waarde niet onevenredig aantasten, hetgeen is gebleken uit een door aanvrager overgelegd, door Burgemeester en wethouders goedgekeurd bureau-onderzoeksrapport van een daartoe bevoegd archeologisch bureau dat werkt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en Burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat vervolgonderzoek niet noodzakelijk is.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 69

18.4.3 Overleg Provinciaal Archeoloog Alvorens over de omgevingsvergunning te beslissen, voeren Burgemeester en wethouders overleg met de provinciaal archeoloog, indien sprake is van een gebied van provinciaal belang, zoals op de Archeologische beleidskaart aangegeven bij Provinciaal Belang Archeologie.

18.5 Strijd met de bestemming

Uitvoering van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor (direct of indirect) een onevenredige aantasting kan plaatsvinden van het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

18.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming ' Waarde - Archeologische verwachtingswaarde' verwijderen indien de geconstateerde aanwezig- heid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 70 124802.01

Artikel 19 Waarde - Cultuurhistorie

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: a. de opbouw, het behoud en het herstel en waar mogelijk versterking van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden.

19.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

19.2.1 Vergunningplicht Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen, verbreden en dempen van waterpartijen; b. het aanbrengen, verleggen en verbreden van paden en wegen; c. het aanplanten en verwijderen van houtopstanden.

19.2.2 Uitzondering Het bepaalde in lid 19.2.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die: a. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die normaal onderhoud en beheer betreffen, dan wel van ondergeschikte aard zijn; b. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

19.2.3 Toetsingscriteria De omgevingsvergunning mag uitsluitend worden verleend indien is gebleken dat de onder 19.2.1 genoemde werken en werkzaamheden, dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 71

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS

Artikel 20 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 72 124802.01

Artikel 21 Algemene gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting; b. het gebruik van de gronden voor vrij kamperen, kleinschalig kamperen of een andere vorm van kleinschalige verblijfsrecreatie; c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een bed and break- fastvoorziening; d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken en vrijstaande bedrijfsge- bouwen voor bewoning.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 73

Artikel 22 Algemene aanduidingsregels

22.1 vrijwaringszone - molenbiotoop

22.1.1 Bouwregels In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen gelden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' dat niet hoger mag worden gebouwd dan: a. binnen een afstand van 100 m van de molen: 1. de bouwhoogte die gelijk is aan de hoogte van de onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen; b. buiten een afstand vanaf 100 m van de molen: 1. de bouwhoogte genoemd onder a vermeerderd met 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en de molen. Deze regels gelden niet voor bestaande bouwwerken.

22.1.2 Afwijken van de bouwregels Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 22.1.1 sub a. in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' de in de daar voorkomende bestemming(en) genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits: a. vooraf advies wordt ingewonnen van de beheerder van de molen.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 74 124802.01

Artikel 23 Algemene afwijkingsregels

23.1 Algemeen

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van: a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages; b. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; c. het bepaalde in het plan voor een geringe aanpassing van het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven; d. het bepaalde in het plan voor het bouwen van openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes, mits de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m³ bedraagt; e. het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennemasten tot een hoogte van niet meer dan 30 m; f. het bepaalde in het plan voor het realiseren van (ondergrondse) rioleringswerken, zoals rioolputten en bergbezinkbassins tot maximaal 500 m².

23.2 Voormalige agrarische bedrijfsbebouwing

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het gebruiken van voormalige agrarische bedrijfsbebouwing voor de functies wonen, bedrijf, recreatie en zorg, mits: a. de functie/activiteiten worden uitgeoefend uitsluitend in combinatie met de woonfunctie; b. de functie/activiteiten plaatsvinden binnen de (bestaande) gebouwen; c. er voldoende parkeercapaciteit op het erf aanwezig zijn. Ook moet dit niet tot gevolg hebben dat hierdoor een onevenredige toename van het aantal verkeers- bewegingen plaatsvindt of hierdoor dusdanig zwaar verkeer wordt aangetrokken waarop de bestaande (toeleidende) wegen niet zijn berekend; d. de nieuwe functie/activiteiten niet conflicteert met de in de Omgevingsvisie Drenthe genoemde kernkwaliteiten van natuur, landschap, stilte en duisternis, aardkundig waardevol gebied, archeologie, cultuurhistorie en milieu- en leefomgevingskwaliteit; e. alleen ambachtelijke en dienstverlenende bedrijven zoals omschreven in de categorieën 1 en 2 van de in bijlage 1 worden uitgeoefend; f. het onbebouwde erf niet voor opslag van goederen en materialen en/of het stallen van voertuigen/machines wordt gebruikt.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 75

23.3 Woonruimte in bestaande bebouwing

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het verwezenlijken van woonruimte in bestaande bebouwing, mits: a. er voldoende parkeercapaciteit op het erf aanwezig is. Ook moet dit niet tot gevolg hebben dat hierdoor een onevenredige toename van het aantal verkeers- bewegingen plaatsvindt of hierdoor dusdanig zwaar verkeer wordt aangetrokken waarop de bestaande (toeleidende) wegen niet zijn berekend; b. het onbebouwde erf niet voor opslag van goederen en materialen en/of het stallen van voertuigen/machines wordt gebruikt.

23.4 Vernieuwen, veranderen of uitbreiden van bestaande gebouwen

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het geheel of gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of uitbreiden van alle bij recht bestaande gebouwen binnen de bebouwde kom, mits: a. de vernieuwing, verandering of uitbreiding passend is binnen de bestaande stedenbouwkundige structuur; b. er een erfinrichtingsplan wordt overlegd voorzover dit ruimtelijk relevant is; c. er voldoende parkeercapaciteit op het erf aanwezig is. Ook moet dit niet tot gevolg hebben dat hierdoor een onevenredige toename van het aantal verkeers- bewegingen plaatsvindt of hierdoor dusdanig zwaar verkeer wordt aangetrokken waarop de bestaande (toeleidende) wegen niet zijn berekend.

23.5 Herbouwen of verbouwen van een woning

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het herbouwen of verbouwen van een woning, waarbij binnen het bestaande bouwlichaam maximaal twee wooneenheden worden gecreëerd, mits: a. er een erfinrichtingsplan wordt overlegd voorzover dit ruimtelijk relevant is; b. wanneer er sprake is van waardevolle bebouwing, de hoofdvorm behouden blijft; c. er voldoende parkeercapaciteit op het erf aanwezig is. Ook moet dit niet tot gevolg hebben dat hierdoor een onevenredige toename van het aantal verkeers- bewegingen plaatsvindt of hierdoor dusdanig zwaar verkeer wordt aangetrokken waarop de bestaande (toeleidende) wegen niet zijn berekend.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 76 124802.01

23.6 Gebruik van gronden

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het gebruik van gronden, dat het direct gevolg is van een voor een bepaalde bouwkundige situatie te verlenen omgevingsvergunning voor afwijking van de bouwregels.

23.7 Onderzoeksverplichting a. Het bevoegd gezag kan bepalen dat een aanvraag voor een omgevingsvergunning bij een afwijking als bedoeld in artikel 23.2 tot en met 23.6 gepaard gaat met een door het bevoegd gezag nader te bepalen, door belanghebbende uit te voeren onderzoeken, die de ruimtelijke kwaliteit van het (bouw)project waarborgen. b. Het bevoegd gezag beslist, op basis van de resultaten van de onder lid a genoemde onderzoeken, over de wenselijkheid van de te verlenen omgevingsvergunning.

23.8 Kleinschalig kamperen

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21 onder a voor het gebruik van gronden ten behoeve van kleinschalig kamperen, met dien verstande dat: a. de afstand van het kleinschalig kampeerterrein tot het dichtstbijzijnde kampeer- terrein of terrein voor kleinschalig kamperen in beginsel ten minste 500 m bedraagt; b. de afstand van het kleinschalig kampeerterrein tot de naastgelegen woning ten minste 50 m bedraagt; c. de gronden van het kleinschalig kampeerterrein direct aansluiten aan het erf van de woning van de aanvrager; d. het kleinschalig kampeerterrein in gebruik is in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober en wordt aangetoond dat buiten deze periode het terrein leeg van kampeermiddelen zal zijn; e. het terrein op een goede wijze landschappelijk wordt ingepast, afgestemd op het gebiedseigen karakter; f. geen onevenredige afbreuk plaatsvindt van: 1. de natuurlijke en landschappelijke waarden van het gebied en de directe omgeving daarvan; 2. de waardevolle essen in het gebied en de directe omgeving daarvan; 3. de stedenbouwkundige structuur van de bebouwing en omgeving; g. de te realiseren voorzieningen alleen worden bestemd voor een natweeronder- komen en uitsluitend voor eigen gasten; h. de te realiseren voorzieningen in bestaande gebouwen worden verwezenlijkt en niet meer dan 100 m² bedragen; i. het parkeren van komende en gaande bezoekers van het kleinschalig kampeer- terrein op eigen terrein plaatsvindt.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 77

23.9 Tijdelijk groepskamperen

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21 onder a voor het gebruik van gronden ten behoeve van tijdelijk groepskamperen, met dien verstande dat: a. het tijdelijk groepskamperen plaatsvindt in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober en wordt aangetoond dat buiten deze periode het terrein leeg zal zijn; b. het aantal dagen per geval van tijdelijk groepskamperen ten hoogste 10 bedraagt; c. op de betreffende gronden geen trekkershutten, chalets of stacaravans worden geplaatst; d. het terrein op een goede wijze landschappelijk wordt ingepast, afgestemd op het gebiedseigen karakter.

23.10 Gebouwen ten behoeve van een kampeerterrein

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van een kampeerterrein, in afwijking van de aan de grond gegeven bestemming, met dien verstande dat: a. er een omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 23.8 ten behoeve van het gebruik van de betreffende gronden voor verblijfsrecreatie in de vorm van kleinschalig kamperen; b. voldoende is aangetoond dat de bestaande gebouwen op het perceel, waarin de voorzieningen voor het kleinschalig kamperen kunnen worden gerealiseerd, minder dan 50 m² bedragen; c. de oppervlakte van de nieuw te bouwen gebouwen niet meer dan 50 m² per kampeerterrein bedraagt; d. de goot- en bouwhoogten aansluiten bij de bestaande bebouwing; e. geen onevenredige afbreuk plaatsvindt van: 1. de natuurlijke en landschappelijke waarden van het gebied en de directe omgeving daarvan; 2. de waardevolle essen in het gebied en de directe omgeving daarvan; 3. de stedenbouwkundige structuur van de bebouwing en omgeving.

23.11 Bed and breakfastvoorziening

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21 lid c voor het realiseren van een bed and breakfastvoorziening waarbij aan de volgende voorwaarden moet worden voldaan:

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 78 124802.01

a. de hoofdfunctie van het gebouw waarin een bed and breakfastvoorziening wordt gevestigd, moet voor ‘wonen’ zijn bestemd, waartoe ook een bedrijfswoning is te rekenen. Ook moet deze voorziening ondergeschikt zijn aan de woonbestemming en moet de initiatiefnemer zelf de hoofdbewoner van de woning zijn; b. de bed and breakfastvoorziening dient in beginsel in het hoofdgebouw te worden gerealiseerd. Dit neemt niet weg dat onder omstandigheden een bed and breakfastvoorziening ook in een bijgebouw mogelijk moet zijn zonder dat sprake is van een permanente woonsituatie. Dit betekent dat uit de bouwkundige inrichting van het bijgebouw, zo mogelijk af te lezen uit een hierop gebaseerde (inrichtings)- tekening, expliciet moet blijken dat sprake is van een bed and breakfastvoorziening; c. ten behoeve van de bed and breakfastvoorziening moet op eigen terrein worden geparkeerd; d. bij het realiseren van een bed and breakfastvoorziening moet aan de brandveilig- heidseisen zoals die in de bouwverordening en het Bouwbesluit zijn opgenomen, worden voldaan.

23.12 Milieuaspecten

Een omgevingsvergunning wordt niet verleend wanneer bedrijven door de afwijking als bedoeld in artikel 23.2 tot en met 23.6 en 23.11, op basis van de milieuaspecten bodem, geluid, stof, geur en hindercirkels van nabijgelegen bedrijven, in hun bedrijfsvoering worden beperkt en/of belemmerd.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 79

Artikel 24 Overige regels

24.1 Bouwverordening

De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen; b. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; c. de ruimte tussen bouwwerken.

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp blz 80 124802.01

HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 25 Overgangsrecht

25.1 Overgangsrecht bouwwerken a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%. c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

25.2 Overgangsrecht gebruik a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerking- treding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Sleen Status: Ontwerp 124802.01 blz 81

Artikel 26 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Sleen', van de gemeente Coevorden.

Behorend bij het besluit van ......

===

Bestemmingsplan Sleen Rho Adviseurs B.V. Status: Ontwerp

BIJLAGE 1

Bijlage 1. Staat van bedrijven

SBI- SBI- OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS 1993 2008

- - nummer GEUR STOF GELUID GEVAAR GROOTSTE AFSTAND CATEGORIE LANDBOUW EN DIENSTVERLE- 01 01 - NING T.B.V. DE LANDBOUW - plantsoenendiensten en hove- 014 016 4 niersbedrijven: b.o. <= 500 m² 30 10 30 10 30 2 VERVAARDIGING VAN VOE- 15 10, 11 - DINGSMIDDELEN EN DRANKEN Broodfabrieken, brood- en 1581 1071 0 banketbakkerijen: - v.c. < 7.500 kg meel/week, bij 1581 1071 1 gebruik van charge-ovens 30 10 30 C 10 30 2 1593 1102 t/m t/m Vervaardiging van wijn, cider 1595 1104 e.d. 10 0 30 C 0 30 2 VERVAARDIGING VAN KLEDING; 18 14 - BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging van kleding en - 182 141 toebehoren (excl. van leer) 10 10 30 10 30 2 HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDI- GING ARTIKELEN VAN HOUT, 20 16 - RIET, KURK E.D. Kurkwaren-, riet- en vlecht- 205 162902 werkfabrieken 10 10 30 0 30 2 UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN 22 58 - MEDIA 221 581 Uitgeverijen (kantoren) 0 0 10 0 10 1 Kleine drukkerijen en kopieerin- 2222.6 18129 richtingen 10 0 30 0 30 2 2223 1814 A Grafische afwerking 0 0 10 0 10 1 2223 1814 B Binderijen 30 0 30 0 30 2 2224 1813 Grafische reproduktie en zetten 30 0 10 10 30 2 2225 1814 Overige grafische aktiviteiten 30 0 30 10 30 D 2 Reproduktiebedrijven opgeno- 223 182 men media 0 0 10 0 10 1 VERVAARDIGING VAN CHEMI- 24 20 - SCHE PRODUKTEN Farmaceutische produktenfa- 2442 2120 0 brieken: 2442 2120 2 - verbandmiddelenfabrieken 10 10 30 10 30 2 VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- 26 23 - EN GIPSPRODUKTEN 262, 263 232, 234 0 Aardewerkfabrieken: 262, - vermogen elektrische ovens 263 232, 234 1 totaal < 40 kW 10 10 30 10 30 2

SBI- SBI- OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS 1993 2008

- - nummer GEUR STOF GELUID GEVAAR GROOTSTE AFSTAND CATEGORIE 26, 28, VERVAARDIGING VAN KAN- 30 33 - TOORMACHINES EN COMPUTERS 26, 28, Kantoormachines- en computer- 30 33 A fabrieken incl. reparatie 30 10 30 10 30 2 VERVAARDIGING VAN OVER. 26, 27, ELEKTR. MACHINES, APPARATEN 31 33 - EN BENODIGDH. Elektrotechnische industrie 316 293 n.e.g. 30 10 30 10 30 2 VERVAARDIGING VAN MEDISCHE 26, 32, EN OPTISCHE APPARATEN EN 33 33 - INSTRUMENTEN Fabrieken voor medische en 26, 32, optische apparaten en instru- 33 33 A menten e.d. incl. reparatie 30 0 30 0 30 2 VERVAARDIGING VAN MEUBELS 36 31 - EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. Meubelstoffeerderijen b.o. < 361 9524 2 200 m2 0 10 10 0 10 1 Fabricage van munten, sieraden 362 321 e.d. 30 10 10 10 30 2 363 322 Muziekinstrumentenfabrieken 30 10 30 10 30 2 41, 42, 45 43 - BOUWNIJVERHEID 41, 42, - aannemersbedrijven met 45 43 3 werkplaats: b.o.< 1.000 m² 0 10 30 10 30 2 HANDEL/REPARATIE VAN AUTO - S, MOTORFIETSEN; BENZINESER- 50 45, 47 - VICESTATIONS 501, Handel in auto's en motorfiet- 502, 451, sen, reparatie- en servicebe- 504 452, 454 drijven 10 0 30 10 30 2 5020.4 45204 B Autobeklederijen 0 0 10 10 10 1 5020.5 45205 Autowasserijen 10 0 30 0 30 2 503, Handel in auto- en motorfiets- 504 453 onderdelen en -accessoires 0 0 30 10 30 2 505 473 0 Benzineservisestations: 505 473 3 - zonder LPG 30 0 30 10 30 2 GROOTHANDEL EN HANDELSBE- 51 46 - MIDDELING 511 461 Handelsbemiddeling (kantoren) 0 0 10 0 10 1 5122 4622 Grth in bloemen en planten 10 10 30 0 30 2 5134 4634 Grth in dranken 0 0 30 0 30 2 5135 4635 Grth in tabaksprodukten 10 0 30 0 30 2 Grth in suiker, chocolade en 5136 4636 suikerwerk 10 10 30 0 30 2 Grth in koffie, thee, cacao en 5137 4637 specerijen 30 10 30 0 30 2

SBI- SBI- OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS 1993 2008

- - nummer GEUR STOF GELUID GEVAAR GROOTSTE AFSTAND CATEGORIE 5138, 4638, Grth in overige voedings- en 5139 4639 genotmiddelen 10 10 30 10 30 2 464, Grth in overige consumentenar- 514 46733 tikelen 10 10 30 10 30 2 Grth in overige intermediaire 5156 4676 goederen 10 10 30 10 30 2 Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden 519 466, 469 e.d. 0 0 30 0 30 2 DETAILHANDEL EN REPARATIE 52 47 - T.B.V. PARTICULIEREN Reparatie t.b.v. particulieren 527 952 (excl. auto's en motorfietsen) 0 0 10 10 10 1 64 53 - POST EN TELECOMMUNICATIE

641 531, 532 Post- en koeriersdiensten 0 0 30 C 0 30 2 642 61 A Telecommunicatiebedrijven 0 0 10 C 0 10 1 Verhuur van en handel in onroe- 70 41, 68 A rend goed 0 0 10 0 10 1 VERHUUR VAN TRANSPORTMID- DELEN, MACHINES, ANDERE 71 77 - ROERENDE GOEDEREN 711 7711 Personenautoverhuurbedrijven 10 0 30 10 30 2 Verhuurbedrijven voor roerende 714 772 goederen n.e.g. 10 10 30 10 30 D 2 COMPUTERSERVICE- EN INFOR- 72 62 - MATIETECHNOLOGIE Computerservice- en informa- 72 62 A tietechnologie-bureau's e.d. 0 0 10 0 10 1 SPEUR- EN ONTWIKKELINGS- 73 72 - WERK Natuurwetenschappelijk speur- 731 721 en ontwikkelingswerk 30 10 30 30 R 30 2 Maatschappij- en geestesweten- 732 722 schappelijk onderzoek 0 0 10 0 10 1 63, 69 t/m71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVER- 74 82 - LENING 63, 69 t/m 71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m Overige zakelijke dienstverle- 74 82 A ning: kantoren 0 0 10 0 10 D 1 7481.3 74203 Foto- en filmontwikkelcentrales 10 0 30 C 10 30 2 7484.4 82992 Veilingen voor huisraad, kunst 0 0 10 0 10 1

SBI- SBI- OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS 1993 2008

- - nummer GEUR STOF GELUID GEVAAR GROOTSTE AFSTAND CATEGORIE e.d. 37, 38, 90 39 - MILIEUDIENSTVERLENING 9002.2 382 A0 Afvalverwerkingsbedrijven: - verwerking fotochemisch en 9002.2 382 A7 galvano-afval 10 10 30 30 R 30 2 93 96 - OVERIGE DIENSTVERLENING Chemische wasserijen en verve- 9301.2 96012 rijen 30 0 30 30 R 30 2 9301.3 96013 A Wasverzendinrichtingen 0 0 30 0 30 2 Bron: VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering, editie 2009