PRUP ‘RWZI Sint-Denijs-Boekel’ Provincie Oost-Vlaanderen - Stad November 2013

Opdracht: PRUP ‘RWZI Sint-Denijs-Boekel’

Opdrachtgever: Opdrachthouder:

Provinciebestuur Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat 1 9000 Gent

Adoplan bvba

Vaartlaan 28 bus 1 9800

Tel: 09/241.53.70 Fax: 09/241.53.79

[email protected] www.adoplan.be

GEZIEN EN VOORLOPIG VASTGESTELD DOOR DE PROVINCIERAAD IN ZITTING VAN ………… OP BEVEL:

…………………. …………….. DE PROVINCIEGRIFFIER DE VOORZITTER

DE DEPUTATIE VERKLAART DAT ONDERHAVIG RUP VOOR IEDEREEN TER INZAGE HEEFT GELEGEN VAN: ……… TOT:………. OP BEVEL:

…………………. …………….. DE PROVINCIEGRIFFIER DE GEDEPUTEERDE

GEZIEN EN DEFINITIEF VASTGESTELD DOOR DE PROVINCIERAAD IN ZITTING VAN ……….. OP BEVEL:

…………………. …………….. DE PROVINCIEGRIFFIER DE VOORZITTER

GEZIEN EN GOEDGEKEURD DOOR DE MINISTER VAN RUIMTELIJKE ORDENING OP ………..

…………… DE MINISTER, VERANTWOORDELIJK VOOR RUIMTELIJKE ORDENING

VOOR STUDIEBUREAU ADOPLAN BVBA.

……………….. KOEN VANDEN BERGHE, RUIMTELIJK PLANNER

PRUP ‘RWZI Sint-Denijs-Boekel’ Toelichtingsnota Provincie Oost-Vlaanderen - Stad Oudenaarde November 2013

Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

INHOUD

1 Inleiding ...... 2 2 Locatiekeuze ...... 3 2.1 Parameters inzake locatiekeuze ...... 3 2.2 Omschrijving zoeklocaties ...... 4 2.3 Technische criteria ...... 6 2.4 Maatschappelijke criteria ...... 6 2.5 Ruimtelijke criteria ...... 7 2.6 Conclusie ...... 12 3 Beschrijving van het plangebied...... 13 3.1 Bestaande ruimtelijke structuur ...... 13 3.2 Juridische toestand...... 16 4 Planningscontext ...... 22 4.1 Op Vlaams niveau ...... 22 4.2 Op provinciaal niveau ...... 28 4.3 Op gemeentelijk niveau ...... 30 5 Sectorale beleidscontext ...... 35 5.1 Bekkenbeheerplan van het Bovenscheldebekken (d.d. 30 januari 2009)...... 35 5.2 Het deelbekkenbeheerplan (d.d. 30 januari 2009)...... 36 6 Toekomstige inrichting en ontwikkeling van het terrein ...... 37 7 Op te heffen voorschriften, ruimteboekhouding, planschade, planbaten ...... 39 7.1 Op te heffen voorschriften ...... 39 7.2 Ruimteboekhouding ...... 39 7.3 Planschade / Planbaten / compensatie ...... 40 8 Onderzoek tot MER en Watertoets ...... 41 8.1 Plan-Mer ...... 41 8.2 Watertoets ...... 41

1

Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

1 INLEIDING Onderhavig RUP wordt opgesteld voor een nieuw te bouwen rioolwaterzuiveringsinstallatie die gelegen is ter hoogte van Sint – Denijs – Boekel, op de grens van Oudenaarde en Zwalm. Deze locatie betreft een agrarisch gebied, deels herbevestigd. Deze RWZI zal afvalwater behandelen van Zwalm, en in beperkte mate van Brakel en Oudenaarde (blauwe zone op onderstaand kaartje). Het zuiveringsgebied omvat de deelgemeenten Sint-Denijs-Boekel (Zwalm), Sint-Blasius-Boekel (Zwalm), Sint- Kornelis-Horebeke (Horebeke) en Sint-Maria-Horebeke (Horebeke) en een heel beperkt deel van Brakel en Oudenaarde. Om de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren is het noodzakelijk dat zoveel mogelijk afvalwater wordt gezuiverd vooraleer het geloosd wordt in de waterloop. De RWZI wordt ontworpen om de vuilvracht van in totaal 2.880 inwonersequivalenten te zuiveren (op basis van 60 g BZV per dag per IE). De 2 collectoren, één met het afvalwater van Sint – Denijs – Boekel (Zwalm) en één met het afvalwater van Korsele (Horebeke) / Sint – Blasius – Boekel (Zwalm), zullen aansluiten ter hoogte van deze RWZI. Vervolgens wordt het gezuiverde water geloosd in de oostelijk gelegen Peerdestokbeek (2de categorie). Gezien het waterzuiveringsgebied verspreid ligt over verschillende gemeentes dient er in het kader van het subsidiariteitprincipe een Provinciaal RUP opgemaakt te worden.

Situering waterzuiveringsgebied 2

Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

2 LOCATIEKEUZE

2.1 PARAMETERS INZAKE LOCATIEKEUZE De locatie van een RZWI wordt in eerste instantie bepaald door technische factoren. Volgende factoren beïnvloeden de locatiekeuze:  Afbakening zuiveringsgebied: Door de afbakening van het zuiveringsgebied is bepaald dat het afvalwater van Sint-Denijs- Boekel, Sint-Blasius-Boekel, Sint-Kornelis-Horebeke, Sint-Maria-Horebeke en in beperkte mate een deel van Brakel en Oudenaarde gezamenlijk via een RWZI moet gezuiverd worden.  Reliëf: De RWZI wordt best op een lage locatie binnen het zuiveringsgebied ingeplant zodat het afvalwater zoveel mogelijk gravitair kan afvloeien naar het waterzuiveringsstation.  Aanwezigheid van waterlopen: Een waterloop is noodzakelijk om het gezuiverde afvalwater af te voeren. Na toepassing van deze drie factoren blijkt dat een locatie t.h.v. de Knokstraat in het grensgebied tussen Zwalm en Oudenaarde het meest geschikt is. Deze zone heeft een lage ligging binnen het zuiveringsgebied en bevindt zich nabij de Peerdestokbeek die kan ingezet worden om het gezuiverde water af te voeren. In de buurt van de Knokstraat werden 3 locaties geselecteerd. Ze worden afgewogen aan de hand van:  Technische criteria: hierbij wordt nagegaan op basis van technische criteria (helling terrein, hoogteligging t.o.v. Knokstraat, afstand waterloop, toegankelijkheid, grootte en vorm van terrein) welke locatie het meest geschikt is voor de inplanting van een RWZI.  Maatschappelijke criteria onderzoeken de mogelijke invloed op de woningen in de omgeving.  Ruimtelijke criteria toetsen de locaties aan de gewenste ruimtelijke structuur zoals vastgelegd in de AGNAS (Vlaams gewest), het PRS, als in de gemeentelijke structuurplannen van Oudenaarde en Zwalm.

3 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

2.2 OMSCHRIJVING ZOEKLOCATIES Locatie 1 Locatie 1 situeert zich op het kadastraal perceel 953a. Dit perceel ligt tussen de beek van 3e categorie (westzijde) en de Peerdestokbeek van 2e categorie (oostzijde). Toegang naar deze locatie is mogelijk via de huidige losweg vanuit Smarre. De collectoren kunnen ter hoogte van de losweg worden opgenomen en via een gezamenlijke collector onder de losweg naar deze locatie 1 worden gebracht. Het effluent kan vervolgens rechtstreeks in de Peerdestokbeek geloosd worden. Locatie 2a en locatie 2b Locatie 2a ligt kadastraal op de percelen 48s, 48r, 54g, 54h en 53a langsheen de Knokstraat, aansluitend aan de woonkern Dries te Latem (deze woonkern situeert zich ten noordoosten van de locatie). Deze locatie ligt in vogelvlucht 80 m verwijderd van de Peerdestokbeek. Toegang tot deze locatie is mogelijk via de Knokstraat. Locatie 2b is kadastraal aangeduid op de percelen 69a, 70a en 72a, en is eveneens langsheen de Knokstraat gesitueerd. Deze locatie leunt aan bij de Peerdestokbeek. Toegang tot deze locatie is mogelijk Situering zoeklocaties via de Knokstraat. Voor beide locaties kan de tak vanuit Dries te Latem gravitair aansluiten op deze inplantingsplaatsen. De tak van Sint-Denijs-Boekel / Sint-Blasius-Boekel zal waarschijnlijk via een onderdoorgang onder de beek dienen te gebeuren. Vermits locatie 2a verder van de Peerdestokbeek gelegen is, kan het afvalwater niet gravitair de locatie bereiken. Locatie 3 Locatie 3 ligt kadastraal op de percelen 923f, 924d, 924t en 900e langsheen Smarre ter hoogte van het kruispunt met Meerhem. Deze locatie is aan de oostzijde begrensd door de beek van 3de categorie waarin geloosd kan worden. De tak afkomstig van de Dries te Latem zal via een onderdoorgang onder de Peerdestokbeek kunnen aansluiten op deze locatie. De andere tak vanuit Sint-Blasius-Boekel kan gravitair aansluiten.

4 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

Motivatie waarom de onderzochte locaties niet aansluiten bij een kern in het buitengebied De RWZI sluit in alle onderzochte locaties niet aan bij een kern in het buitengebied. Doch, specifiek voor waterzuivering stelt het RSV dat de zuivering van huishoudelijk afvalwater ruimtelijk wél gebonden moet zijn aan de kernen. In onderhavig RUP wordt hiervan afgeweken, de RWZI situeert zich niet in een erkende kern van het buitengebied. Er werd hiervan afgeweken vanuit technisch oogpunt: Vanuit technisch oogpunt is de locatiekeuze voor een RWZI afhankelijk van gravitatieprincipes en van de nabijheid van een waterloop voor de lozing van het effluent.

Onderhavige zoeklocaties situeren zich op het laagste punt van het waterzuiveringsgebied.

Op de locatie van onderhavige RWZI dient het afvalwater van 2 collectoren gravitair aan te komen. De ene collector betreft een collector met het afvalwater van Sint – Denijs – Boekel en de andere collector betreft een collector met het afvalwater van Korsele en Sint-Blasius-Boekel.

De omliggende woonkernen van Sint-denijs-Boekel, Sint-Blasius-Boekel en Korsele situeren zich op hoger gelegen gronden zodat een inplanting van de RWZI in deze woonkernen technisch onhaalbaar wordt.

Een locatie in een kern verder stroomafwaarts de onderzochte zoeklocaties is niet wenselijk gezien de te Situering zoeklocaties op het digitaal hoogtemodel overbruggen afstand van het afvalwater vanaf de 2 collectoren te groot wordt en de locatie zich dan buiten het zuiveringsgebied situeert.

Tevens werd bij het onderzoek naar een geschikte locatiekeuze rekening gehouden met een aantal randvoorwaarden: - De locatie van de RWZI gaat uit van het principe van een gedeconcentreerde bundeling waarbij de verenigbaarheid qua reuk-, lawaai- en visuele hinder met de woonfunctie maximaal is; - De schaal van de RWZI moet aansluiten bij het landschap; - De omvang van de RWZI tast de structuur en de functie van de structuurbepalende functies van het buitengebied niet aan.

Cfr. het GRS Zwalm sluiten alle locaties aan bij een ‘woonlint als uitloper van de dorpskern’ (de Knokstraat werd hierbij geselecteerd). Een ‘woonlint als uitloper van de dorpskern’ betreft een middelgrote tot grote (min. 10 woningen), lintvormige woongroepering die nog een ruimtelijk-functionele relatie heeft met de dorpskern. In de vrij dense en geordende bebouwing dagen hier en daar reeds ambachtelijke activiteiten en activiteiten van commerciële aard op.

5 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

2.3 TECHNISCHE CRITERIA In dit deel worden de verschillende locaties afgetoetst aan de geschikte ruimtelijke kenmerken van het terrein. De ruimtelijke kenmerken van het terrein moeten toelaten een optimale inrichting van de RWZI mogelijk te maken. Bij een optimale inrichting en met weinig verstoring is het mogelijk om het zorgvuldig ruimtegebruik maximaal door te voeren. Locatie 1 betreft een redelijk vlak terrein, is gemakkelijk bereikbaar en situeert zich dichtbij de beek om het effluent in te lozen. Het terrein is rechthoekig en voldoende ruim om aldaar de bouw van een RWZI mogelijk te maken. Een compact ruimtegebruik is op deze locatie mogelijk. Locatie 2a en 2b zijn eveneens goed bereikbaar, maar beide terreinen zijn licht hellend. Locatie 2a bevindt zich bovendien verder van de waterloop en deze locatie situeert zich hoger dan de waterloop. Gezien de hogere ligging wordt het moeilijker om alle afvalwater gravitair tot locatie 2a te brengen. Beide terreinen zijn rechthoekig en voldoende ruim om aldaar de bouw van een RWZI mogelijk te maken. Locatie 3 betreft een vlak terrein maar bevindt zich verder van de Peerdestokbeek dan locatie 1. Het terrein is rechthoekig en smal. Een compact ruimtegebruik op deze locatie is moeilijk. Concluderend blijkt locatie 1 omwille van bovenvernoemde technische redenen de beste locatiekeuze. 2.4 MAATSCHAPPELIJKE CRITERIA In dit deel wordt voor de verschillende locaties onderzocht welke impact de oprichting van een RWZI zal hebben op de woonomgeving. De principes van het RSV en het PRS gaan uit van een locatie aansluitend op een geselecteerde kern. Dit geeft aanleiding tot een verweving van functies, voornamelijk bij een locatie aansluitend op de woonkern. Locatie 1 ligt volledig buiten het zicht van de huizen te Smarre, Knokstraat en Meerhem, maar sluit anderzijds vrij goed aan bij de bestaande woningrij. Toegang tot deze locatie is mogelijk via de bestaande losweg. Indien het kadastraal perceel 954A niet dient te worden aangesneden door de RWZI, zal recht van doorgang dienen te worden bewerkstelligd naar dit achterliggende perceel. Locatie 2a ligt langsheen de bestaande woonkern van de Dries te Latem, terwijl locatie 2b naast de Peerdestokbeek ligt. Ruimtelijk gezien sluit locatie 2b minder goed aan bij de bestaande woonkern/rij dan locatie 2a. Vanop de rijweg liggen deze locaties meer in het zicht van de voorbijgangers dan locatie 1. Een aantal woningen aan de overzijde kijken uit op locatie 2a en 2b. De woningen aan de overzijde van de straat en ter hoogte van het kruispunt kijken uit op locatie 3. Locatie 3 is net zoals locatie 2a en 2b minder goed visueel te onttrekken aan de omgeving dan locatie 1. Wat het geluid betreft zal de RWZI op alle locaties zodanig ontworpen worden (technologiekeuze, inplanting constructies t.o.v. bestaande woningen e.d.) dat de vigerende milieuwetgeving gerespecteerd blijft.

6 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

Cfr. de Vlaremwetgeving zal de geluidsproductie van de RWZI t.h.v. de nabijgelegen woningen (op minder dan 500m gelegen van de RWZI) moeten voldoen aan maximaal 40 db (A). Gezien de continue werking van de installatie werd hierbij rekening gehouden met de strengste norm, zijnde de nachtelijke geluidsnorm van 45db (A) voor gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, verminderd met 5db(A) cfr. bijlage 4.5.6.1 bij titel II van Vlarem.

Concluderend blijkt locatie 1 omwille van bovenvernoemde maatschappelijke redenen de beste locatiekeuze. 2.5 RUIMTELIJKE CRITERIA In dit deel worden de verschillende locaties afgetoetst aan de minimale aantasting van de open ruimte en de goede inpassing in de omgeving. Er wordt binnen de aftoetsing nagegaan in welke mate de inplanting van een RWZI een impact zal hebben op de openheid van het buitengebied en het functioneren ervan.

De verschillende locaties worden hierbij afgetoetst aan referentiedocumenten (m.b.t. natuur-, landbouw- en erfgoedwaarden) en de gewenste ruimtelijke structuur zoals vastgelegd in de AGNAS (Vlaams gewest) als in de gemeentelijke structuurplannen van Oudenaarde en Zwalm. 2.5.1 Aftoetsing aan referentiedocumenten Biologische waarderingskaart versie 2.2 – toestand 2010 Cfr. de biologische waarderingskaart situeert locatie 1 zich binnen complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen. Het betreft een soortenarm permanent cultuurgrasland met houtkanten bestaande uit gewone es, meidoorn, populier en wilg langsheen de waterlopen (terreinbezoek karteerder: augustus en september 2002). Uit het terreinbezoek i.f.v. onderhavig RUP bleek locatie 1 een akkerland (en geen soortenarm permanent cultuurgrasland) omgeven door houtkanten. Bij een eventuele inplanting van de RWZI op locatie 1 kunnen de waardevolle houtkanten behouden blijven en creëren deze houtkanten reeds een bufferende functie naar de omgeving toe. Locatie 2a, 2b en 3 betreffen biologisch minder waardevolle gebieden. Locatie 3 grenst aan een biologisch waardevol populierenbos op vochtige grond.

Tenslotte bevinden locatie 1 en locatie 2b zich tevens binnen een faunistisch voornaam gebied. Situering zoeklocaties op de biologische waarderingskaart

7 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

Landbouwtyperingskaart Cfr. de landbouwtyperingskaart betreffen locatie 1 en locatie 3 landbouwgebieden met een zeer hoge waardering. Ook de het agrarisch grondgebruik van locatie 2a en locatie 2b kregen cfr. de landbouwtyperingskaart een hoge waardering. Alle locaties zijn op heden in gebruik als akkerland.

Situering zoeklocaties op de landbouwtyperingskaart Erfgoedwaarden Cfr. de landschapsatlas bevinden alle locaties zich binnen de relictzone ‘Zwalmstreek’. Een relictzone betreft een representatief en gaaf gebleven gedeelte van een cultuurhistorisch landschap (traditioneel landschap). Door specifieke cultuurhistorische kenmerken zoals perceelsrandbegroeiing of perceleringspatroon geven ze als het waren een ‘venster’ op het verleden. Voor het traditoneel landschap Zwalmstreek met de bijhorende relictzone ‘Zwalmstreek’ staan volgende ontwikkelingsperspectieven voorop: - Vermijden van lintbebouwing en groeperen van nieuwbouw bij bestaande kernen; - Vrijwaren van de kwaliteit van de open ruimte (visuele vervuiling; - Bestrijden van bodemerosie; - Herstellen en intact houden van de kleine landschapselementen en het bocagekarakter in de valleien. Het voorzien van een RWZI op locatie 2a en locatie 2b betreft een verdere verlinting van de bebouwing aldaar en brengt een verstoring van de zichtrelatie richting heuvelrug ‘Molenberg’ met zich mee. Locatie 3 situeert zich volledig geïsoleerd. Het voorzien van bebouwing op locatie 3 zorgt voor een visuele vervuiling Situering zoeklocaties op de landschapsatlas van de open ruimte. Locatie 1 heeft als voordeel op de andere locaties dat zij niet zorgt voor een verdere verlinting en dat de RWZI ingeplant kan worden tussen bestaande houtkanten waardoor de kleine landschapselementen en het bocagekarakter aldaar intact gehouden wordt.

8 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

Binnen en grenzend aan de locaties komen er geen beschermde monumenten, dorpsgezichten en landschappen voor. De locaties liggen evenmin een belangrijke zicht locatie tot een monument. Binnen en grenzend aan de locaties komen geen ankerplaatsen voor. De meest nabije elementen uit de atlas van het bouwkundig erfgoed betreffen het Hof te Meerhem en de Moldergemhoeve.

2.5.2 Aftoetsing AGNAS Volgens het afbakeningsproces landbouw, natuur en bos regio Vlaamse Ardennen is het plangebied gelegen binnen de deelruimte 1 ‘Zwalm’.

De locaties zijn allen gelegen binnen het concept van de benedenloop van de Perlinckbeek (Peerdestokbeek – Molenbeek – Boekelbeek); ‘Behoud en versterking van gevarieerde (open / halfopen) valleien inclusief hun flanken met ruimte voor een natuurlijk overstromingsregime’.

De locaties bevinden zich binnen dit concept op de benedenloop van de Perlinckbeekvallei alwaar een verweving van landbouw en natuur nagestreefd wordt. Op steile gedeelten en in de overstromingszone van de waterloop wordt graslandgebruik nagestreefd of is bosontwikkeling mogelijk rond de bestaande boskernen.

Locatie 2A bevindt zich tevens nabij een markante steilrand. Hierbij is het de bedoeling deze markante steilrand te vrijwaren. Behoud en herstel via stimulerende maatregelen van kleine landschapselementen is er wenselijk.

Een ruime groenbuffer rondheen de locaties kan via de inrichting als een soort ‘bosgebied’ bijdragen tot de natuurontwikkeling aldaar en zo de visie van het AGNAS volgen. De groenbuffer kan verder een rol spelen als klein landschapselement in het gebied met meerdere kleine landschapselementen.

Ruimtelijke visie landbouw, natuur en bos regio Vlaamse Ardennen

9 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

Op basis van de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos heeft de Vlaamse overheid grote delen van de gewestplanbestemming ‘agrarisch gebied’ herbevestigd. Zo bevindt locatie 3 zich volledig binnen dit herbevestigd agrarisch gebied, bevindt locatie 1 zich deels binnen dit herbevestigd agrarisch gebied en bevinden locatie 2A en 2B zich volledig buiten dit herbevestigd agrarisch gebied. De ministeriële omzendbrief RO/2010/01 laat binnen het HAG wel nog een bepaalde beleidsmarge om ruimtelijke uitvoeringsplannen op te maken, dit in uitvoering van het ruimtelijk structuurplan.

Concluderend kunnen we stellen dat op basis van de visie van het AGNAS locatie 1 en 2 de meest geschikte locaties betreffen.

Herbevestigde agrarische gebieden 2.5.3 Aftoetsing Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Alle onderhavige locaties bevinden zich nabij de Boekelbeek (Peerdestokbeek) die geselecteerd werd op provinciaal niveau als een ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang. De ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang betreft de smalle landschapselementen die een belangrijke verbindingsfunctie hebben tussen de diverse VEN gebieden. Deze smalle landschapselementen zijn te beperkt om tot het VEN of natuurverbindingsgebied te behoren. De ecologische infrastructuur bestaat uit kleine landschapselementen zoals taluds, houtkanten, bomenrijen, rietkragen,.. Alle locaties ondersteunen het beleid uit het PRS. In eerste instantie dragen ze bij tot een betere waterkwaliteit in de waterloop. Dit komt de fauna en flora en de biodiversiteit in en om de ecologische infrastructuur ten goede. Daarnaast kan het voorzien van een ruime groenbuffer ondersteunend werken ten aanzien van het bestaande netwerk van kleine landschapselementen.

10 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

2.5.4 Aftoetsing Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Oudenaarde (locatie 1 en 3) Locatie 1 en 3 situeren zich binnen Oudenaarde. Deze beide locaties zijn niet in strijd met de opties van het GRS en kunnen door een gepaste inrichting het gebied ondersteunen. Beide locaties situeren zich volgens het GRS Oudenaarde zich in een ‘gebied met landbouw en natuur als evenwaardige ruimte (natuurverwevingsgebied)’. Voor deze gebieden wordt uitgegaan van een behoud van de bestaande natuurwaarden. Voor onderhavige locaties zijn dit vooral de uitgestrekte wei- en akkerlanden. Tevens situeren beide locaties zich binnen een valleigebied. De locaties bevinden zich binnen een kleinschalig cultuurlandlandschap met verspreid voorkomend enkele bosgebiedjes. Een ruime groenbuffer rondom de locaties kan via de inrichting als een soort ‘bosgebied’ bijdragen tot de natuurontwikkeling en zo de visie van het GRS volgen. De groenbuffer kan verder een rol spelen als klein landschapselement in het gebied met meerdere kleine landschapselementen. GRS Oudenaarde: Gewenste Openruimtestructuur

2.5.5 Aftoetsing Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zwalm (locatie 2A en 2B)

Locatie 2A en 2B situeren zich binnen Zwalm. Deze beide locaties zijn niet in strijd met de opties van het GRS en kunnen door een gepaste inrichting het gebied ondersteunen. Beide locaties situeren zich volgens het GRS Zwalm in een ‘beekvallei’. De gewenste ontwikkelingen in deze beekvalleien is volgens het GRS van Zwalm als volgt: 1. Behoud en versterking van de bestaande natuurcomplexen binnen een netwerk; 2. Verweving van landbouw en natuur; 3. Behoud en versterken van valleistructuren voor natuurlijk overstromingsregime.

Een ruime groenbuffer rondom de locaties kan via de inrichting als een soort ‘bosgebied’ bijdragen tot de natuurontwikkeling en zo de visie van het GRS volgen. De groenbuffer kan verder een rol spelen als klein landschapselement in het gebied met meerdere kleine landschapselementen. 2.5.6 Eigen waarnemingen op terrein Het grondgebruik is binnen alle locaties gelijk. Het betreft een agrarisch gebruik. De verschillen tussen de locaties manifesteren zich o.a. in de aanwezige begroeiing en de ligging t.o.v. de kernen en de omgevende open ruimte. GRS Zwalm: Gewenste Openruimtestructuur Locatie 1 scoort het best. Het betreft een perceel die ingesloten zit tussen 2 waterlopen. Het gaat om een restperceel binnen de agrarische structuur en het maakt het geen deel uit van een aaneengesloten

11 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

landbouwgebied. Beide waterlopen hebben houtkanten/bomenrijen op hun oevers. Dit biedt het voordeel dat de locatie slechts beperkt zichtbaar is vanuit het open landschap en vanuit de woonomgeving. Bovendien kunnen de houtkanten door de aanleg van groenbuffers verstrekt en verbonden worden. Locaties 2a en 2b sluiten meer aan bij een woonlint. De ruimtelijke inpassing is echter minder goed doordat beide locaties zich situeren op de overgang beekvallei-steilrand. Hierdoor hebben ze een aanzienlijke impact op het landschap. Het RWZI zal aanvankelijk ook visueel domineren doordat de buffer aangeplant moet worden met jonge plantjes. Dit heeft een hinderlijke invloed voor de woonomgeving en voor de landschapswaarden. Locatie 3 ligt het meest geïsoleerd. Het maakt deel uit van een samenhangend landbouwgebied. Het leidt tot een verdere versnippering van de agrarische structuur. Ook hier dient de buffer aangeplant te worden. Hierdoor zullen de jonge plantjes de eerste jaren de visuele impact van een RWZI niet kunnen remediëren. 2.5.7 Conclusie ruimtelijke criteria Locatie 1 kan als meest geschikte locatie naar voren geschoven worden omdat de impact op zowel de woonomgeving, het landschap en de agrarische structuur het meest beperkt is.

2.6 CONCLUSIE Uit de technische, maatschappelijke en ruimtelijke afweging kan men concluderen dat het wenselijk is dat er een RWZI opgericht wordt waarbij locatie 1 als beste locatiekeuze naar voorkomt.

SAMENVATTENDE TABEL Locatie 1 Locatie 2a Locatie 2b Locatie 3

Technische afweging + - - 0

Maatschappelijke afweging + - - -

Ruimtelijke afweging + + + -

ALGEMEEN TOTAAL + - - -

Uit de afweging van de verschillende scenario’s kan men concluderen dat zowel technisch, maatschappelijk als ruimtelijk locatie 1 de beste locatiekeuze is. Locatie 1 wordt bijgevolg verder uitgewerkt in dit RUP.

12 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

3 BESCHRIJVING VAN HET PLANGEBIED

3.1 BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR Het plangebied situeert zich binnen Oudenaarde, op de grens met Zwalm. Het plangebied is gelegen in het oosten van Oudenaarde binnen de deelgemeente Mater, op de grens met Zwalm. Het oosten van Oudenaarde betreft een leemstreek en de streek wordt gekenmerkt door afwisselend open ruggen en gesloten beekdepressies. Het terrein situeert zich tussen 2 waterlopen. Enerzijds hebben we westwaarts een naamloze waterloop van 3de categorie en anderzijds situeert er zich oostwaarts een beek van 2de categorie, de Peerdestokbeek. De voorgestelde inplantingplaats is gelegen ten westen van de Knokstraat / Smarre, op de linkeroever van de Peerdestokbeek (2de categorie) en op de rechteroever van een naamloze beek van 3de categorie.

Situering op de topografische kaart 1/10.000 Situering op het digitaal hoogtemodel

13 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

Het plangebied en zijn omgeving betreft een landbouwgebied. Door de aanwezigheid van bomenrijen en kleine landschapselementen op de perceelsgrenzen en op de oevers van de waterloop heeft het gebied een gesloten karakter. Volgens de biologische waarderingskaart bestaat het perceel uit een complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen. Het betreffen voornamelijk houtkanten met dominantie van Gewone Es, meidoorn, populier en wilg. Het terrein zelf is momenteel in gebruik als akkerland. Ook de omliggende percelen bestaan overwegend uit akkerland. Het plangebied grenst in het noordoosten aan een diepe tuin van een woning langsheen de Knokstraat.

Moldergem

Knokstraat

Smarre

Meerhem

Bestaande feitelijke toestand: situering op luchtfoto

14 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

Foto’s van het plangebied

Aangrenzende lokale weg (Knokstraat) Zuidelijk aangrenzende woning Onverhard toegangspad tot het plangebied

Onverhard toegangspad + zuidelijk aangrenzende woning De Peerdestokbeek (waterloop v 2e categorie) Het plangebied (op heden een maïsveld)

15 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

3.2 JURIDISCHE TOESTAND

Type plan Binnen het plangebied Aangrenzend aan het plangebied

Gewestplan(nen) Oudenaarde (K.B. 24.02.1977) Oudenaarde (K.B. 24.02.1977) Het terrein is op het gewestplan volledig gelegen in Grenzend aan agrarisch gebied. agrarisch gebied.

Herbevestigde agrarische gebieden Het westelijk deel van het plangebied bevindt zich Ten westen van het plangebied: herbevestigd binnen het herbevestigd agrarisch gebied (HAG) van agrarisch gebied. de gemeente Oudenaarde. Op bijgevoegde figuur is

het herbevestigd agrarisch gebied aangeduid door de grijs gearceerde zone. Het agrarisch gebied in het Ten oosten van het plangebied: niet oostelijk deel van het plangebied werd niet herbevestigd agrarisch gebied. herbevestigd.

16 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen geen geen

Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen geen geen

Algemene plannen van aanleg geen geen

Bijzondere plannen van aanleg geen geen

Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen geen geen

Verkavelingsvergunningen geen geen

Ruilverkaveling/landinrichting Het plangebied is in de ruilverkaveling ‘Mater’ De omgeving van het plangebied situeert zich gelegen in de ruilverkaveling ‘Mater’

Beschermde monumenten geen geen

Beschermde dorpsgezichten geen geen

Beschermde landschappen geen geen

Vogelrichtlijngebieden Geen impact Geen impact

17 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

Habitatrichtlijngebieden Geen impact Geen impact

Gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), decreet Natuurbehoud Situeert zich niet in een GEN/GENO Op ca. 1,7 km ten noordoosten van het plangebied bevindt zich het GEN gebied ‘De Midden- en Benedenloop van de Zwalm’ (d.d. 31/10/2003).

Natuurreservaten Geen Op ca. 1,8 km ten noordwesten van het plangebied bevindt zich het Vlaams Natuurreservaat ‘Weiput’ (d.d. 14.08.1999).

Bosreservaten Geen Geen

18 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

Bevaarbare waterlopen Geen De Schelde situeert zich op ca. 3km.

Onbevaarbare waterlopen (categorieën) Geen Het terrein situeert zich tussen 2 onbevaarbare waterlopen. Enerzijds hebben we westwaarts een naamloze waterloop van 3de categorie en anderzijds situeert er zich oostwaarts een waterloop van 2de categorie, de Peerdestokbeek.

Kadastrale percelen Het plangebied omvat het volgend volledig Volgende kadastrale percelen grenzen aan het kadastraal perceel: plangebied:  Oudenaarde, 11e afdeling/Mater sectie C deel Oudenaarde, 11e afdeling/Mater sectie C van perceelnummer 953A. perceelnummer 951V; Oudenaarde, 11e afdeling/Mater sectie C perceelnummer 959G; Het plangebied omvat een deel van volgend kadastraal perceel: Oudenaarde, 11e afdeling/Mater sectie C perceelnummer 959F;  Oudenaarde, 11e afdeling/Mater sectie C deel van perceelnummer 951W. Oudenaarde, 11e afdeling/Mater sectie C perceelnummer 959D; Oudenaarde, 11e afdeling/Mater sectie C perceelnummer 954A.

19 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

Voet- en buurtwegen (openbare wegen) Dwars doorheen het plangebied loopt van zuid naar De buurtweg 181 (Oudenaarde) takt oostwaarts noord de buurtweg nr. 181. aan op de buurtweg nr. 15 (Zwalm). Volgens de atlas der buurtwegen heeft deze buurtweg binnen het plangebied een breedte van 3m. De buurtweg nr. 181 is niet meer zichtbaar op het terrein. De buurtweg 181 takt oostwaarts aan op de buurtweg nr. 15. Ten zuiden van het plangebied vond er een lichte wijziging plaats waarbij de buurtweg 181 ten zuiden van het plangebied richting de buurtweg 15 afdraait. Doch de bestaande buurtweg nr. 181 die door het plangebied loopt werd niet afgeschaft. Het afschaffen of verleggen van deze buurtweg i.f.v. de verwezenlijking van onderhavig plan vereist een machtiging van de deputatie.

Hiervoor dient een aparte en geëigende procedure gevolgd te worden. Dit RUP kan geen beslissing nemen met betrekking tot het verleggen van de buurtweg 181.

Biologische waarderingskaart 2 Versie 2.2 - Toestand 2010 Het plangebied werd geklasseerd als een complex van De percelen grenzend aan het plangebied zijn biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle biologisch minder waardevol. elementen. Volgens de biologische waarderingskaart bestaat het perceel uit een complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen. Het betreffen voornamelijk houtkanten met dominantie van Gewone Es, meidoorn, populier en wilg. Het plangebied ligt in een faunistisch belangrijk gebied. Het perceel is momenteel in gebruik als akkerland.

Erfgoed Binnen het plangebied komen er geen beschermde Grenzend aan het plangebied komen er geen monumenten, dorpsgezichten en landschappen voor. beschermde monumenten, dorpsgezichten en landschappen voor. De RWZI ligt evenmin in een belangrijke zichtrelatie

20 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

tot een monument. De RWZI ligt evenmin in een belangrijke zichtrelatie tot een monument. Het plangebied situeert zich niet in een ankerplaats. De omgeving van het plangebied situeert zich Het plangebied bevindt zich in de relictzone niet in een ankerplaats. ‘Zwalmstreek’. De omgeving van het plangebied zich in de Het plangebied is gelegen binnen het traditioneel relictzone ‘Zwalmstreek’. landschap ‘Zwalmstreek’. De omgeving van het plangebied is gelegen binnen het traditioneel landschap ‘Zwalmstreek’.

Gebieden met recht van voorkoop Geen Geen

Rooilijnen Geen Geen

Beschermingszones grondwaterwinningen Geen Geen

Bekkenbeheersplan Gelegen in het deelbekken Zwalm. Gelegen in het deelbekken Zwalm.

Gebieden van het duinendecreet Niet van toepassing Niet van toepassing

21

Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

4 PLANNINGSCONTEXT

4.1 OP VLAAMS NIVEAU 4.1.1 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen Oudenaarde wordt in het RSV geselecteerd als een kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau. Doch onderhavig plangebied situeert zich buiten de afbakening van dit kleinstedelijk gebied (PRUP afbakening kleinstedelijk gebied Oudenaarde d.d. 20/03/2009). Oudenaarde werd tevens geselecteerd als een economisch knooppunt. Het plangebied situeert zich in het buitengebied. Het buitengebied betreft het gebied waar de open en onbebouwde ruimte overweegt. Het RSV wil het bestaande buitengebied behouden en waar mogelijk versterken. Elementen van bebouwing en infrastructuur die in functionele samenhang zijn met de niet-bebouwde ruimte maken er onderdeel van uit en kunnen plaatselijk overwegen. Buitengebied is aldus een beleidsmatig begrip. Ontwikkelingsperspectieven voor gemeenschaps- en nutsvoorzieningen in het buitengebied De aan het wonen gekoppelde gemeenschaps- en nutsvoorzieningen worden geconcentreerd in de kernen van het buitengebied. Het niveau en de reikwijdte van de voorzieningen wordt in overeenstemming gebracht met het belang van de kern. Er wordt gestreefd naar de verweving van de verschillende activiteiten (onderwijs, huisvesting, cultuur, welzijnszorg). De bereikbaarheid van de mobiliteitsgenererende activiteiten (scholen, ziekenhuizen, culturele infrastructuur,…) wordt door een locatie- en mobiliteitsbeleid gegarandeerd en versterkt. De niet aan het wonen gekoppelde gemeenschaps- en nutsvoorzieningen moeten voldoen aan de volgende ruimtelijke voorwaarden:  De schaal van de voorziening sluit aan bij de schaal van het landschap,  De omvang van de voorziening tast de structuur en de functie van de structuurbepalende functies van het buitengebied niet aan. Strikte voorwaarden voor de ontwikkeling en uitbreiding van afvalwaterzuiveringinfrastructuur De zuivering van huishoudelijk afvalwater is ruimtelijk gebonden aan de kernen. De overheidssector maakt een ruimtelijk afgedwongen gebiedsgerichte visie op per hydrografische bekken waarin de reële behoefte aan bijkomende rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s) wordt aangetoond en waarin de locaties in overleg met alle betrokken overheidssectoren worden gekaderd in het ruimtelijk beleid voor het gebied.

22 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

Vanuit technisch oogpunt is de locatiekeuze voor een RWZI afhankelijk van gravitatieprincipes en van de nabijheid van een waterloop voor de lozing van het effluent. Daarnaast kunnen een aantal ruimtelijke voorwaarden worden gesteld aan de locatiekeuze van nieuwe RWZI’s.  De locatie van een RWZI gaat uit van het principe van de gedeconcentreerde bundeling waarbij de verenigbaarheid qua reuk-, lawaai- en visuele hinder met de woonfunctie maximaal is;  De schaal van het RWZI sluit aan bij de schaal van het landschap;  De omvang van het RWZI tast de structuur en de functie van de structuurbepalende functies van het buitengebied niet aan. Een gebiedsgericht ruimtelijk beleid voor de gebieden van de natuurlijke structuur Het plangebied bevindt zich in de beekvallei Benedenloop Perlinckbeek (Peerdestokbeek – Molenbeek – Boekelbeek - Moldergembeek). Voor de natuurlijke structuur wordt een gebiedsgericht beleid gevoerd dat streeft naar de aanduiding van een samenhangend en georganiseerd geheel van gebieden. In deze gebieden van de natuurlijke structuur wordt het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuur gestimuleerd rekening houdend met de specifieke biologische waarde, de toekomstmogelijkheden, de bestaande gebruiksvormen en de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen. ‘Ontwikkeling van beken en rivieren in relatie met de omgevende vallei’ is een belangrijk accent in dit gebiedsgericht beleid. Structuurbepalend voor het buitengebied zijn de riviervalleien en het sterk vertakt netwerk van beekvalleien. Het ruimtelijk beleid van rivieren en beken moet worden ontwikkeld in relatie tot de omgevende valleien. Dit betekent dat er ruimtelijke voorwaarden worden gecreëerd die het integraal waterbeheer ondersteunen en die de relaties tussen de waterloop en de omgevende vallei versterken. 4.1.2 Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur A) Ruimtelijke visie Volgens het afbakeningsproces landbouw, natuur en bos regio Vlaamse Ardennen is het plangebied gelegen binnen de deelruimte 1 ‘Zwalm’. Het plangebied is gelegen binnen het concept van de benedenloop van de Perlinckbeek (Peerdenstokbeek – Molenbeek – Boekelbeek), namelijk binnen het concept ‘Behoud en versterking van gevarieerde (open / halfopen) valleien inclusief hun flanken met ruimte voor een natuurlijk overstromingsregime’.

23 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

Dit concept omvat volgende visie - elementen: 1) Deze beekvalleien vormen een uitgebreid systeem van beken met aanliggende steilranden, in het landschap aanwezig via een overwegend graslandgebruik van de landbouwgronden en via een aaneenschakeling van (kleinere) natuur- en bosgebieden, (kasteel) parken en kleine landschapselementen in de vallei en op de steilrand. Kenmerkend is het kleinschalige karakter van deze valleien en hun flanken met nog een intacte structuur van natuur-, bos- en landschapselementen. 2) Deze gebieden worden gedifferentieerd als natuurverwevingsgebied. Landbouw, bos en natuur zijn nevengeschikte functies. Delen van het valleilandschap kunnen een hoofdfunctie natuur, bos of landbouw hebben. Deze gebieden creëren samen met de waardevolste natuurkernen een structureel samenhangend geheel. 3) De structuur van deze beekvalleien met inbegrip van de valleiflanken, de bronamfitheaters en de hellingbossen wordt versterkt en geaccentueerd als drager van belangrijke natuurwaarden. De samenhang tussen de waterloop, de vallei en de hogere overgangen enerzijds en tussen de deelgebieden anderzijds wordt versterkt of hersteld. Talrijke barrières in deze deelruimte worden zoveel mogelijk opgeheven of hun effecten gemilderd. 4) Er wordt ruimte geboden aan de watersystemen voor het natuurlijk functioneren, van hun structuurbepalende processen zoals natuurlijke overstromingen, meanderingsprocessen, erosie-sedimentatie, kwel,… De valleien slingeren zich als continue blauwgroene linten door het landschap. Barrières worden zoveel mogelijk opgeheven of hun effecten gemilderd. Bijzondere aandacht gaat er naar de ontwikkeling van vochtige tot natte, halfnatuurlijke hooilanden en graasweiden en herstel van moerassen of broekbossen op plaatsen met een bijzondere potentie. Ruimtelijke visie landbouw, natuur en bos regio Vlaamse Ardennen 5) In de van nature overstroombare gebieden en risicogebieden voor overstroming worden de aanwezige landbouw-, natuur- of bosfuncties en de waterbeheerfunctie zoveel mogelijk op elkaar afgestemd zodat de waterbergingsfunctie van de valleigebieden bewaard blijft en waar nodig hersteld kan worden. Een belangrijke randvoorwaarde is het herstel van een goede waterkwaliteit. 6) Vanuit het ruimtelijk beleid worden deze gebieden minstens gevrijwaard van verdere bebouwing.1 7) De landbouwfunctie blijft behouden voor de grondgebonden landbouw waarbij deze via stimulerende maatregelen zo veel mogelijk wordt afgestemd op de natuurlijke en landschappelijke waarden en de mogelijkheden voor overstromingsregime. Behoud en versterking van het graslandgebruik is hierbij een belangrijk uitgangspunt. Beheersovereenkomsten behoren tot de mogelijkheden voor afstemming tussen landbouwfunctie en natuurwaarden.

1 Het voorzien van een RWZI in een beekvallei is noodzakelijk om de waterkwaliteit van de waterloop te kunnen verbeteren. Een sterke verbetering van de waterkwaliteit is een voorwaarde om de algemene principes van de gewenste natuurlijke en agrarische structuur te kunnen realiseren.

24 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

8) De benedenloop van de Perlinckbeekvallei (waar onderhavig PRUP zich situeert) loopt doorheen een matig vlak landschap. Voor de benedenloop wordt een verweving nagestreefd. Op de steile gedeelten en in de overstromingszone van de waterloop wordt graslandgebruik nagestreefd of is bosontwikkeling mogelijk rond de bestaande boskernen en/of de bronnenzone.

B) Herbevestigd Agrarisch Gebied (HAG)

Op basis van de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos heeft de Vlaamse overheid grote delen van de gewestplanbestemming ‘agrarisch gebied’ herbevestigd. Ook het agrarisch gebied waarbinnen het plangebied zich bevindt is deels herbevestigd. Het plangebied betreft een totale oppervlakte van ongeveer 0,8 ha, hiervan bevindt er zich ongeveer 0,38 ha binnen herbevestigd agrarisch gebied.

Herbevestigde agrarische gebieden C) Motivatie inname herbevestigd agrarisch gebied Vermits het plangebied gedeeltelijk tot een herbevestigd agrarisch gebied behoort, dienen de richtlijnen uit de ministeriële omzendbrief RO/2010/01 toegepast worden. Deze omzendbrief laat binnen het HAG wel nog een bepaalde beleidsmarge om ruimtelijke uitvoeringsplannen op te maken, dit in uitvoering van het ruimtelijk structuurplan. Als algemeen uitgangspunt geldt hierbij dat de overheid die een planningsinitiatief neemt om de bestemming van een HAG te wijzigen in de mate van het mogelijke en bij voorkeur binnen hetzelfde planningsinitiatief, de nodige acties opneemt om het planologisch evenwicht te herstellen. Planningsinitiatieven dienen steeds getoetst te worden aan de ruimtelijke doelstellingen voor het HAG op Vlaams niveau en een verantwoording of motivering moet een wezenlijk deel uitmaken van (de toelichting van) het ruimtelijk uitvoeringsplan. Deze verantwoording behandelt een onderzoek naar alternatieve locaties, onderzoek naar de impact op de ruimtelijk – functionele samenhang van de agrarische structuur en het onderzoek naar de mogelijke flankerende maatregelen voor landbouwelementen.

25 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

Onderzoek naar alternatieve locaties Op basis van de afbakening van het zuiveringsgebied, het reliëf in het zuiveringsgebied en de ligging t.o.v. de waterloop is een locatie t.h.v. de Knokstraat het meest geschikt.

T.h.v. de Knokstraat werden 3 locaties geselecteerd. Deze werden afgewogen op basis van technische, maatschappelijke en ruimtelijke criteria. Uit de afweging van de verschillende scenario’s kan men concluderen dat zowel maatschappelijk, technisch als ruimtelijk locatie 1 de beste locatiekeuze is. (zie ook: ‘2. Locatiekeuze’)

Onderzoek naar de impact van de het waterzuiveringsstation op de ruimtelijk - functionele samenhang van de agrarische structuur Voor de aanleg van het waterzuiveringstation wordt ongeveer 0,80 ha landbouwgrond (waarvan ongeveer 0,38 ha herbevestigd agrarisch gebied) omgezet van akkerland naar een zone voor waterzuivering. Op de landbouwtyperingskaart wordt het plangebied als zeer waardevol getypeerd. De landbouwgronden waar de waterzuivering voorzien wordt zullen permanent gebruikt worden waardoor de agrarische functie verdwijnt. De locatie is volledig ingesloten door 2 waterlopen. Ook landschappelijk is het perceel ingesloten, Situering zoeklocaties waardoor het plangebied geen deel uitmaakt van een ruimtelijk samenhangend landbouwgebied en waardoor geen verdere versnippering optreedt. Bovendien hoort de kavel bij een bedrijf dat gelegen is in Brakel. Door het volledige gebruiksperceel in te richten en geen delen van percelen op te nemen voor waterzuivering, ontstaan geen restpercelen of delen die niet/moeilijk toegankelijk zijn of minder rendabel. De ontsluiting van de omliggende landbouwgronden komt niet in het gedrang omdat ze via de Knokstraat en Meerhem ontsloten worden. Voor de achterliggende landbouwgrond op perceel 954A wordt een recht van doorgang voorzien in onderhavig PRUP.

Onderzoek naar de flankerende maatregelen Financiële vergoeding De gronden zullen verworven worden door Aquafin waardoor de landbouwers financieel vergoed zullen worden voor het verlies van hun gronden. Toegankelijkheid noordelijk landbouwperceel Om de toegankelijkheid van het noordelijk gelegen landbouwperceel niet te hypothekeren wordt in de stedenbouwkundige voorschriften opgenomen dat de aanleg van een toegang voor landbouwvoertuigen

26 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

langs de Peerdestokbeek mogelijk moet zijn indien dit noodzakelijk is voor de ontsluiting van bovenliggend landbouwperceel. Deze noodzaak vloeit voort uit het feit dat er geen andere ontsluitingsmogelijkheden voor de landbouwer aanwezig zijn. Opvang regenwater De afvloei van het regenwater die ontstaat door de verhardingen en gebouwen wordt op eigen terrein opgevangen en wordt niet afgewenteld in het aanpalende agrarisch gebied.

Algemene conclusie Het betreffende PRUP ‘RWZI Sint-Denijs-Boekel’ neemt een deel van het HAG in en er is geen compensatie voor het verlies aan landbouwgronden mogelijk in de ruime omgeving. Uit het locatieonderzoek blijkt eveneens dat een inname van HAG onvermijdbaar is.

27 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

4.2 OP PROVINCIAAL NIVEAU 4.2.1 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen Het PRS werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 18 februari 2004. Oudenaarde ligt in de deelruimte ‘het zuidelijk openruimtegebied’. In deze ruimte worden volgende ruimtelijke principes gehanteerd:  het fysisch systeem als kapstok voor de landschapsvormende functies bos, natuur en landbouw, het zandig Leie-Schelde- interfluvium wordt beschouwd als overgang naar het Oost-Vlaams Kerngebied. De verstedelijking moet gebufferd worden, het coulissen-meersen landschap moet hersteld worden en de resterende openruimtecorridors tussen de verstedelijkte dorpen moeten behouden blijven, in dit gebied dient een economisch leefbare landbouw voldoende ontwikkelingskansen te krijgen;  behoud en versterking van het hiërarchisch spreidingspatroon en de cultuurhistorische waarde van de nederzettingen;  de kleine steden als ontwikkelingspolen in de regio;  een ontsluitingssysteem gericht op de leefbaarheid van de stedelijk-economische structuur en op het vrijwaren van het rustig karakter van het buitengebied.

In functie van onderhavig PRUP zijn volgende selecties in het PRS van belang:  Het plangebied bevindt zich binnen de deelgemeente Mater, Mater werd in het PRS als woonkern geselecteerd. Sint-Denijs- Boekel; de aanpalende deelgemeente van Zwalm, werd in het PRS tevens als woonkern geselecteerd.  Binnen het PRS werd het gebied rond de Moldergembeek geselecteerd als natuuraandachtszone ‘Moldergembeek – Boekelbeek’. Het volledige plangebied situeert zich binnen deze natuuraandachtszone.  Tevens lokaliseert het plangebied zich binnen de in het PRS geselecteerde relictzone ‘Zwalmstreek’. De meest nabije ankerplaats betreft de ankerplaats ‘Zwalmvallei tussen Munkzwalm en Nederzwalm’ die zich op ca. 850 m ten noorden van het plangebied bevindt. Voor relictzones en ankerplaatsen wordt geopteerd voor het volgende beleid binnen het PRS: a. Behoud van landschapsrelicten; vele ervan zijn al beschermd als monument of als landschap; b. Voor ankerplaatsen en historische bakens dient rekening gehouden te worden met de omgeving en context waarin ankerplaatsen en bakens tot stand kwamen.  Verder werd in het PRS de Peerdestokbeek ten noorden van het plangebied (= stroomafwaarts van het plangebied) geselecteerd als een ecologische structuur.

28 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

In het PRS werd betreffende het integraal waterbeleid het volgende gesteld: ‘Het watersysteem wordt beschouwd als een samenhangend en functioneel geheel van oppervlaktewater, grondwater, onderwaterbodems, oevers, technische infrastructuur met inbegrip van de daarin voorkomende ecotopen en alle bijbehorende fysische, chemische en biologische kenmerken en processen. De objectieven van dit integraal waterbeleid zijn slechts te realiseren via de integratie van milieubeleid, ruimtelijk beleid en het beheer van de waterlopen. Bij de opmaak van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen en op de redactie van stedenbouwkundige verordeningen zal de provincie stedenbouwkundige voorschriften opstellen, die een uitwerking inhouden van de principes van het integraal waterbeleid. Deze stedenbouwkundige voorschriften kunnen betrekking hebben op: het beperken van de verharde oppervlakten, het bevorderen van de infiltratie van het regenwater, het ondersteunen van het behoud van de waterberging van beken en rivieren, het hanteren van een bouwverbod in valleigebieden, de aanleg van bufferstroken langs de waterlopen.’ Conclusie De voorgestelde locatie is niet in strijd met de opties van het PRS en kan deze door een gepaste inrichting van het gebied zelfs ondersteunen. a) Oudenaarde situeert zich binnen de deelruimte ‘het zuidelijk openruimtegebied’. Het plangebied is gelegen in een coulissen-meersen landschap. De bestaande groenschermen (bomenrijen) blijven behouden doordat het RWZI binnen een ‘kamer’ van het coulisselandschap voorzien wordt. De groenbuffer vormt een uitbreiding van de houtkanten en groenstructuren. Op die manier wordt de RWZI geïntegreerd in het landschap. b) Het plangebied zelf ligt binnen de in het PRS geselecteerde relictzone ‘Zwalmstreek’ en binnen de natuuraandachtszone ‘Moldergembeek – Boekelbeek’. De RWZI wordt landschappelijk geïntegreerd in zijn omgeving via de aanleg van een ruime buffer en het beperken van de bouwhoogte. Door de lage ligging ligt de RWZI niet binnen zichtrelaties. c) Verder werd in het PRS de Peerdestokbeek stroomafwaarts geselecteerd als een ecologische structuur. Gezien het afvalwater afkomstig van de dorpskernen gezuiverd zal worden zal stroomafwaarts de RWZI het water een goede kwaliteit hebben.

29 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

4.3 OP GEMEENTELIJK NIVEAU 4.3.1 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Oudenaarde Het GRS werd goedgekeurd op 23 juni 2005. In het bindend deel werden geen acties opgenomen m.b.t. het plangebied. In het richtinggevend deel wordt er evenmin iets specifiek vermeld m.b.t. waterzuivering. Volgende elementen uit het richtinggevend deel zijn echter wel relevant voor het plangebied: A) Gewenste open ruimte structuur Het plangebied bevindt zich volgens het GRS in ‘een gebied met natuur als evenwaardige functie’, zijnde het potentieel natuurverwevingsgebied (te selecteren op bovenlokaal niveau) ‘Pinker –Meerhem’. De gewenste ontwikkelingsrichting volgens het GRS is hier als volgt: ‘Het betreft hier een gebied waar natuur hand in hand gaat met een andere openruimtefunctie (meestal landbouw). De gebieden hebben reeds een bepaalde natuurwaarde waardoor ze specifieke mogelijkheden hebben voor verweving. Naast de instrumenten erfbeplanting en onderhoud van kleine landschapselementen, kunnen stimulerende maatregelen genomen worden om de verweving met de natuurfunctie in de hand te werken. Deze gebieden moeten hun onbebouwd karakter behouden omwille van het in stand houden of te ontwikkelen ruimtelijke en/of landschappelijke kwaliteiten. Vooral vanuit de natuur worden hoge eisen gesteld aan de kwaliteit van het milieu (bodem, water, lucht).’ De gebiedsgerichte opties aldaar betreffen: a. Behoud van de stiltefunctie van de open ruimte. Dit betekent het weren van harde en/of luidruchtige activiteiten; b. Weren van elke vorm van niet-agrarische bebouwing; c. Nieuwe agrarische bedrijfszetels zijn niet toegestaan, behoudens verplaatsingen van bestaande bedrijfszetels uit de prioritaire gebieden voor natuur; d. Enkel bestaande agrarische inplantingen mogen beperkt uitbreiden op voorwaarde dat de uitbreiding sterk geïntegreerd is in het landschap; e. Zachte extensieve recreatie is wenselijk; f. Landbouw als beheerder van de open ruimte; g. Agrarisch natuurbeheer stimuleren.

30 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

GRS Oudenaarde: Gewenste openruimtestructuur Oudenaarde

31 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

B) Gewenste verkeers- en vervoersstructuur De RWZI is gelegen langsheen Smarre / Knokstraat, een lokale weg type III. Lokale wegen zijn wegen waar het verzamelen en toegang geven de belangrijkste functie is en zijn aldus niet van gewestelijk belang. Zij kennen in principe geen doorgaande functie en zorgen uitsluitend voor de plaatselijke ontsluiting van de kern en woonstraten. Op de lokale wegen gaan de verkeersveiligheid en de verkeersleefbaarheid boven de afwikkelsnelheid. De inrichting is een 2*1 weg met gemengde verkeersafwikkeling met eventueel fietspaden buiten de bebouwde kom.

4.3.2 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zwalm Het GRS werd goedgekeurd op 23 mei 2013. In het bindend deel werden geen acties opgenomen m.b.t. het plangebied. In het richtinggevend deel wordt er evenmin iets specifiek vermeld m.b.t. waterzuivering. Volgende elementen uit het richtinggevend deel zijn echter wel relevant voor het plangebied: A) Gewenste open ruimte structuur Het plangebied bevindt zich volgens het GRS binnen een ‘Beekvallei’. De gewenste ontwikkeling volgens het GRS is hier als volgt: 1. Behoud en versterking van de bestaande natuurcomplexen binnen een Netwerk. De vallei van de Peerdestokbeek is structurerend voor zijn omgeving. De vallei wordt ecologisch opgewaardeerd, samen met de aanzet van de zijbeken. Grote samenhangende delen van de Peerdestokbeek vormen een belangrijk onderdeel van het Vlaams Ecologisch Netwerk. De interne samenhang en het functioneren van de grote aaneengesloten natuurcomplexen in de beekvalleien van het Zwalmbekken moet worden versterkt. Ecologisch verantwoorde bosuitbreiding en kleinere natuurwaarden verweven in het agrarisch cultuurlandschap kunnen daarbij een rol spelen. Bossen in de valleien hebben een grote waarde en zijn gebonden aan de structurerende elementen van de vallei zoals overstromingen, hoge grondwaterstand en kwel. 2. Verweving van landbouw en natuur. In de lagere, nattere valleigronden kan de landbouw in synergie samengaan met natuurontwikkeling. Het voorzien van graasland, hoogstamboomgaarden,… tussen de verschillende natuurcomplexen geeft aanleiding tot het gevarieerd doch samenhangend landschap dat typerend is voor de Zwalmstreek. De hoger gelegen drogere gronden worden zodoende gevrijwaard voor grote aaneengesloten akkers.

32 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

3. Behoud en versterken van valleistructuren voor natuurlijk overstromingsregime Om de natuurlijke relatie tussen waterloop en vallei te behouden, is er voldoende aandacht nodig voor het overstromingsregime in de vallei en de natuurlijke structuur van de waterloop. Belangrijke doelstellingen van het integrale waterbeheer zijn het herstel van de sponsfunctie, bufferfunctie en ecologische kwaliteit. Voor de overstromingsgebieden wordt gestreefd naar verweving van het overstromingsregiem met andere functies. Het landbouwgebruik en recreatief medegebruik in rivier en beekvalleien moet de natuurlijke dynamiek van het watersysteem respecteren. Nieuwe bebouwing en intensieve activiteiten in overstromingsgevoelige gebieden moeten geweerd worden. Op die manier kunnen overstromingen maximaal gespreid worden over alle overstroombare delen van de vallei, kan de overstromingsdynamiek een ecologische meerwaarde betekenen in natuurgebieden en blijft de waterschade in landbouwgebieden beperkt. Er moet worden gestreefd naar natuurlijke overstromingsregimes met overstromingswater van een goede kwaliteit. B) Gewenste verkeers- en vervoersstructuur De RWZI is gelegen langsheen Smarre / Knokstraat, een lokale weg type III. Lokale wegen zijn wegen waar het verzamelen en toegang geven de belangrijkste functie is en zijn aldus niet van gewestelijk belang. Zij kennen in principe geen doorgaande functie en zorgen uitsluitend voor de plaatselijke ontsluiting van de kern en woonstraten. Op de lokale wegen gaan de verkeersveiligheid en de verkeersleefbaarheid boven de afwikkelsnelheid. De inrichting is een 2*1 weg met gemengde verkeersafwikkeling met eventueel fietspaden buiten de bebouwde kom.

33 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

GRS Zwalm: Gewenste openruimtestructuur Zwalm

34

Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

5 SECTORALE BELEIDSCONTEXT

5.1 BEKKENBEHEERPLAN VAN HET BOVENSCHELDEBEKKEN (D.D. 30 JANUARI 2009). Het plangebied behoort tot het Bovenscheldebekken. Het bekkenbeheerplan (BBP) van de Bovenschelde omvat gegevens over de fysisische, juridische, ruimtelijke en sectorgebonden aspecten van het bekken en geeft een overzicht van de knelpunten en potenties. Het BBP geeft weer welke concrete acties zullen uitgevoerd of opgestart worden in de komende planperiode om de vooropgestelde doelstellingen te bereiken. Het BBP van de Bovenschelde steunt op de volgende 5 krachtlijnen:  Krachtlijn 1: water voor de mens;  Krachtlijn 2: terugdringen van risico’s die de veiligheid aantasten, het voorkomen, herstellen en waar mogelijk ongedaan maken van watertekort;  Krachtlijn 3: de kwaliteit van het water beheren;  Krachtlijn 4: duurzaam omgaan met water;  Krachtlijn 5: voeren van een meer geïntegreerd waterbeleid. Het RUP vormt de uitwerking van actie nr. 50 binnen het optimalisatieprogramma 2008 – 2010 van het bekkenbeheerplan. Deze actie wordt als volgt omschreven: ‘Gezien de nog lage zuiveringsgraad van het Bovenscheldebekken zullen nog heel wat saneringsprojecten uitgevoerd moeten worden. Voor elk zuiveringsgebied dient het riolerings- en collectorenstelsel verder te worden uitgebouwd. Binnen het Bovenscheldebekken is een uitbreiding (2de fase of nutriëntverwijdering) van de RWZI’s Zwalm en gepland en de bouw van één bijkomende RWZI te Nederzwalm. Daarnaast staan nog heel wat bovengemeentelijke KWZI’s op het programma: Oudenhove, Schorisse, -, Wannegem-Lede, Lozer, Kruishoutem-Marolle, Ouwegem, Dikkelvenne, Brakel- Michelbeke, Brakel-Zegelsem, – Sint-Maria-Oudenhove, Zwalm – Rozebeke, Zwalm – Dries-Te-Latem, Zwalm – St.-Blasius- Boekel, Zwalm – Sint-Denijs-Boekel. De bestaande rietvelden van Kruishoutem en Huise zullen volledig geoptimaliseerd worden tot een volwaardige KWZI.’ De aanleg van de RWZI betreft de uitvoering van bovenstaande actie uit het bekkenbeheerplan van het Bovenscheldebekken.

35 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

5.2 HET DEELBEKKENBEHEERPLAN ZWALM (D.D. 30 JANUARI 2009). Het deelbekkenbeheerplan Zwalm werd op 30 januari 2009 vastgesteld door de Vlaamse regering. In dit deelbekkenbeheerplan werd i.v.m. de sanering van afvalwater het volgende gemeld: ‘Binnen het deelbekken Zwalm moet er in de nabije toekomst nog grondig geïnvesteerd worden in bijkomende waterzuiveringsinfrastructuur. De bestaande rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) van Brakel en Zwalm worden vervoegd door twee nieuwe RWZI’s. Er komt een RWZI te Sint-Blasius- Boekel en één te Nederzwalm. Door de verspreide bebouwing en het reliëfrijke landschap is het niet steeds evident om afvalwater over grote afstanden via collectorbuizen te vertransporteren. Er wordt dan ook naar andere mogelijkheden gezocht om afvalwater lokaal te gaan zuiveren. Kleinschalige waterzuiveringsinstallaties (KWZI) vormen dan een mogelijke oplossing; ze zijn het kleiner formaat van de RWZI’s. In Dries-te-Latem en Sint-Denijs-Boekel is de bouw van een KWZI gepland. De collectoren en rioleringen die het afvalwater naar de installaties moeten brengen, zullen vaak ook nog aangelegd moet worden. Een aantal woningen liggen in deze landelijke regio te ver weg van een RWZI om er op aangesloten te worden. Hier zal het afvalwater individueel per woning moeten aangepakt worden.’ Het RUP volgt de visie van het deelbekkenbeheerplan Zwalm.

Situering van het plangebied binnen het deelbekkenbeheerplan ‘Zwalm’

36 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

6 TOEKOMSTIGE INRICHTING EN ONTWIKKELING VAN HET TERREIN

De RWZI Sint-Denijs-Boekel zal voorzien worden voor ongeveer 2880 IE (op basis van 60g BZV) en zal het afvalwater van Zwalm, Horebeke en in beperkte mate van Brakel en Oudenaarde behandelen. Voor de collectering van de vuilvracht moeten tevens 2 collectoren aangelegd te worden. Het effluent zal in de Peerdestokbeek geloosd worden. De installatie zal het afvalwater zuiveren waarbij drie processen te onderscheiden zijn: mechanische zuivering, biologische zuivering en slibverwerking. De primaire zuivering gebeurt mechanisch. Het afvalwater wordt doorheen een automatisch fijnrooster gestuurd, zodat het ontdaan wordt van de grove bestanddelen. De biologische zuivering gebeurt via volgende installaties: een selectortank om influent intensief met retourslib te mengen, een beluchtingsbekken voor biologische stikstofverwijdering en een nabezinktank. Het zuiveringsslib gaat via een indikker naar een slibbuffertank. Er dient een stockageruimte van 14 dagen te worden voorzien. Het slib wordt vloeibaar afgevoerd vanuit de slibbuffertank. Er dient voldoende verharde oppervlakte te worden voorzien om het slib door middel van tankwagens vloeibaar te kunnen afvoeren. Op het terrein wordt nog ruimte voorzien voor een eventuele tertiaire zuivering in de toekomst. Er komt eveneens een dienstgebouwtje bestaande uit 1 bouwlaag met plat dak. De hoogste constructie op het terrein is de slibbuffer (4m boven maaiveld, incl. reling 5,5 m boven maaiveld). Voor verhardingen zullen zoveel mogelijk waterdoorlatende materialen worden gebruikt. Ondoorlatende verhardingen kunnen toegelaten worden ter hoogte van de overslag van slib naar de vrachtwagens (om bodemverontreiniging tegen te gaan) en in functie van de manoeuvreerruimte en draagkracht voor vrachtwagens. De ontsluiting van de installatie voor de afvoer van slib zal gebeuren via de een toegangsweg die aansluit op de Knokstraat. Gezien deze aansluitingsweg op de Knokstraat extra zal belast worden is het wenselijk deze weg te asfalteren. De afvoer van het slib gebeurt ca 1 à 2 maal per maand. Er wordt een gedifferentieerde groenbuffer aangelegd. De groenbuffer naar het noorden en het westen bedraagt 5m en vormt een dicht groenscherm. Het geeft een visuele afscherming van de installaties. Om de woningen ten zuiden en ten oosten van het plangebied van mogelijke hinder te vrijwaren wordt de groenbuffer er verbreed tot 10m. De westelijke en oostelijke bufferzones worden verder nog eens met 5m verbreed om in ruimte voor het onderhoud van de langslopende waterlopen te voorzien (erfdienstbaarheid). De onderhoudsstrook van de oostelijke bufferzone kan bovendien gebruikt worden als toegangsweg naar het noordelijk gelegen landbouwperceel.

37 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

Kaart: Preliminair inplantingsplan

38 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

7 OP TE HEFFEN VOORSCHRIFTEN, RUIMTEBOEKHOUDING, PLANSCHADE, PLANBATEN

7.1 OP TE HEFFEN VOORSCHRIFTEN De voorschriften van het van toepassing zijnde gewestplan, namelijk agrarisch gebied, worden opgeheven.

7.2 RUIMTEBOEKHOUDING De totale oppervlakte van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan bedraagt 7.953 m²

Bestemming Gewestplan m² Bestemming PRUP m²

Agrarisch gebied 7.953 Zone voor openbaar nut 4.640

Zone voor buffer 2.953

Zone voor toegangsweg 360

39 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

7.3 PLANSCHADE / PLANBATEN / COMPENSATIE 7.3.1 Inleiding Via dit Provinciaal RUP wordt er een ‘zone voor agrarisch gebied’ (7.953 m²) omgezet naar een ‘zone voor gemeenschaps- en nutsvoorzieningen’ (7.953 m²). Volgens art. 2.2.2 van de Codex Ruimtelijke Ordening dient in een RUP een register te worden opgenomen, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in art. 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of 3 van het decreet betreffende het grond- en pandenbeleid. De regeling over de planschade is te vinden in artikel 2.6.1 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; De regeling over de planbatenheffing is te vinden in artikel 2.6.4 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; De regeling over de kapitaalschadecompensatie is te vinden in artikel 6.2.1 en volgende van het decreet betreffende het grond- en pandenbeleid; De regeling over de gebruikerscompensatie is te vinden in het decreet houdende vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut. De opname van percelen in dit register houdt niet in dat sowieso een heffing zal worden opgelegd of dat een vergoeding kan worden verkregen. Voor elk van de regelingen gelden voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden die per individueel geval beoordeeld worden. Het register kan dus geen uitsluitsel geven over de toepassing van die voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden. 7.3.2 Planbaten Er worden geen bestemmingswijzigingen doorgevoerd die ertoe kunnen leiden dat een planbatenheffing verschuldigd is. 7.3.3 Planschade Geen enkel deel van het plangebied kan mogelijks aanleiding geven tot planschade. 7.3.4 Compensatie Er worden geen bestemmingswijzigingen of overdrukken doorgevoerd die ertoe kunnen leiden dat een gebruikerscompensatie verschuldigd is.

40 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

8 ONDERZOEK TOT MER EN WATERTOETS

8.1 PLAN-MER Het Plan-MER-decreet van 27 april 2007 en het Plan-MER-besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2008 voorziet een integratiespoor voor een plan-MER bij het RUP. Binnen het kader is volgens de geëigende procedure een milieuscreening ingediend aan het departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid. Op 14 juni 2013 werd door de dienst MER beslist dat het plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is. 8.2 WATERTOETS Het plangebied ligt in het Boven Scheldebekken, in een niet overstromingsgevoelig gebied. In het westen en het oosten grenst het plangebied aan een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. In het westen grenst aan het plangebied een naamloze waterloop van 3e categorie en in het oosten wordt het plangebied afgegrensd door de Peerdestokbeek (2e categorie). Gezien de beperkte oppervlakte van de verhardingen en gebouwen is er slechts een geringe invloed te verwachten op de waterhuishouding. Bij de inrichting van de RWZI zullen de voorwaarden opgelegd door de gewestelijk stedenbouwkundige verordening strikt worden opgevolgd. Het regenwater van daken en verhardingen zal binnen de grenzen van de ‘zone voor openbaar nut’ en de ‘zone voor buffer’ gebufferd worden en zo traag mogelijk afgevoerd worden.

41 Toelichtingsnota Provinciaal RUP ‘RWZI Sint – Denijs - Boekel’ te Oudenaarde

Watertoetskaart

42

PRUP ‘RWZI Sint-Denijs-Boekel’ Kaartenbundel Provincie Oost-Vlaanderen - Stad Oudenaarde November 2013

Provinciaal RUP RWZI Sint-Denijs-Boekel te Oudenaarde

Grafisch plan

Legende

Perimeter PRUP

Artikel 1: zone voor openbaar nut

Artikel 2: zone voor buffer

De Boekelbeek Artikel 3: zone voor toegangsweg

5 m Overdruk: onderhoudszone

50E

10 m

953A 51E beek 5 m

15 m

5 m

52E

beek

7 m

10 m10 Knokstraat

52D

959D 7 m

951W

Smarre datum: januari 2013 952B 951V schaal: 1:1.000 05 10 20 30 40 50 959F SmarreDuisbeke 945V 959G Meter 951R Meulebeke ±

PRUP ‘RWZI Sint-Denijs-Boekel’ Stedenbouwkundige voorschriften Provincie Oost-Vlaanderen - Stad Oudenaarde November 2013

Stedenbouwkundige voorschriften Provinciaal RUP ‘RWZI Sint-Denijs-Boekel’ te Oudenaarde STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

BIJKOMENDE TOELICHTING EN VERDUIDELIJKING VAN VERORDENENDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ALGEMENE BEPALINGEN a. Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieu-technische ingrepen - Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieu - technische ingrepen kunnen in alle zones toegelaten worden, voor zover de schaal en de bouwkarakteristieken (inplanting, gabariet en materiaalgebruik) ervan geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de betreffende bestemmingszone.

b. Overdruk: onderhoudszone - In functie van de toegankelijkheid van de gecategoriseerde waterlopen moet een zone van 5 meter, parallel aan de waterloop, vrij blijven van: elke constructie, ondergrondse constructies zoals brandstoftanks, water- en rioolputten, houtstapelplaatsen e.a., beplantingen en vaste afsluitingen die de bereikbaarheid van de waterloop belemmeren. Beperkte overrijdbare constructies zijn toegelaten. Bomen langs de waterloop moeten op een tussenafstand van minstens 10 meter worden beplant. - De onderhoudszone langsheen de Peerdestokbeek kan gebruikt worden als doorgang naar het achterliggende perceel (zie art. 2)

1

Stedenbouwkundige voorschriften Provinciaal RUP ‘RWZI Sint-Denijs-Boekel’ te Oudenaarde

BIJKOMENDE TOELICHTING EN VERDUIDELIJKING VAN VERORDENENDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ART. 1.: ZONE VOOR OPENBAAR NUT – CATEGORIE GEMEENSCHAPS- EN NUTSVOORZIENINGEN Bestemming De zone voor de inplanting van de RWZI wordt bestemd als Deze zone is bestemd voor de inrichting van een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Alle gebouwen, wegen, paden, groen, een zone voor openbaar nut, specifiek voor de zuivering van constructies en installaties noodzakelijk voor de goede werking van de zuiveringsinstallatie zijn toegelaten. afvalwater.

Hierbij worden geen bebouwing- en of verhardingpercentages opgelegd zodat er steeds kan ingespeeld worden op wijzigende wetgevingen. De bouwhoogte wordt wel beperkt tot 5 m. Inrichting De maximale bouwhoogte wordt beperkt tot 5,00 m. De maximale bouwhoogte voor eventueel noodzakelijke relingen, verluchtingskanalen en antennes gekoppeld aan de rioolwaterzuivering bedraagt 15 m, voor zover deze maximum 2% van de totale bebouwde oppervlakte beslaan. Ondergrondse constructies die noodzakelijk zijn voor de goede werking van de rioolwaterzuivering worden toegelaten.

De gebruikte materialen zoals gevelmaterialen, dakbedekking, schrijnwerkerij, beglazing en buitenschilderwerk dienen esthetisch verantwoord te zijn.

Verhardingen kunnen enkel voorzien worden indien dit noodzakelijk blijkt voor de goede werking van de zuiveringsinstallatie. De verhardingen dienen uitgevoerd te worden in waterdoorlatende materialen. Verhardingen kunnen enkel omwille van volgende redenen in niet-waterdoorlatende materialen aangelegd worden:  Voor zwaar vervoer in functie van de exploitatie en de toegang tot de RWZI;  Om vervuiling van de bodem bij overlag van het slib tegen te gaan. De niet bebouwde of verharde oppervlakten worden beplant of ingezaaid.

Het plaatsen van een draadafsluiting is toegelaten. Deze afsluiting heeft tot doel de toegang tot de zone voor onbevoegden te verhinderen en heeft een maximale hoogte van 2,50m.

Beheer Het hemelwater van dakoppervlakten en verharde Het hemelwater van dakoppervlakten en verhardingen wordt opgevangen en gebufferd binnen de contouren van de oppervlakten zal opgevangen en gebufferd worden binnen het zone voor openbaar nut en de zone voor buffer. plangebied en zo traag mogelijk afgevoerd worden naar de waterloop. Voor verhardingen dient zoveel mogelijk gebruik gemaakt te worden van waterdoorlatende materialen.

2

Stedenbouwkundige voorschriften Provinciaal RUP ‘RWZI Sint-Denijs-Boekel’ te Oudenaarde

BIJKOMENDE TOELICHTING EN VERDUIDELIJKING VAN VERORDENENDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ART. 2.: ZONE VOOR BUFFER – CATEGORIE GEMEENSCHAPS- EN NUTSVOORZIENINGEN Bestemming De zone voor buffer moet zorgen voor een duidelijke Deze zone is bestemd voor de aanplant van een groene buffer en de aanleg van een landbouwtoegangsweg langsheen de ruimtelijke integratie van de installatie in zijn omgeving. Peerdestokbeek.

Inrichting De bufferzone heeft een esthetische en visueel afschermende functie.

Ondergrondse leidingen en constructies zijn toegelaten. Beperkte bovengrondse constructies zijn slechts toegelaten voor zover ze geen afbreuk doen aan de bufferende functie.

Hoewel het hier niet om een bedrijventerrein gaat kan men de Om de afschermende functie te kunnen vervullen moet de beplanting een dichte structuur hebben, is de buffer permanent ‘maatregelen voor landschappelijke integratie van storende en gelaagd. De buffer is gelaagd in die zin dat er verschillende lagen in onderscheiden worden die overgaan in elkaar: een elementen’ die voor bestaande en nieuwe bedrijventerreinen bodembedekkende kruidlaag, heestermassieven en hoogstammig groen. worden voorzien, toepassen. Om zo snel mogelijk resultaat te krijgen van de buffer, zal het De buffering en inkleding gebeuren door middel van de aanplanting van streekeigen en standplaats gebonden soorten in principe van wijkers en blijvers worden toegepast. Op deze een systeem van wijkers en blijvers. manier wordt snel een groene aanblik gecreëerd. Wanneer de langzaam groeiende soorten beginnen op te schieten kunnen de overdadige snelgroeiers gerooid of kort gesnoeid worden.

Gedurende de eerste jaren volgend op de aanplanting moet jonge aanplant vrijgesteld worden tegen concurrerende kruidachtigen en moeten de afgestorven planten vervangen worden. Deze beheersmaatregelen zijn noodzakelijk voor de gelijkmatige ontwikkeling tot een gesloten groenbuffer. In functie van de ontsluiting van de percelen die ten noorden van plangebied gelegen zijn, kan er in de buffer parallel aan de Peerdestokbeek een landbouwtoegangsweg met een maximale breedte van 5 m aangelegd worden. Indien het noodzakelijk blijkt dat voor de goede ontsluiting van deze achterliggende percelen verhardingen nodig zijn, dan dienen deze uitgevoerd te worden in waterdoorlatende materialen. Deze landbouwtoegangsweg kan zich volledig binnen de zone voor overdruk ‘onderhoudszone’ situeren.

Beheer De opmaak van een beplantingsplan moet deel uitmaken van het dossier van de stedenbouwkundige vergunningen zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de bevoegde diensten.

Enkel normale snoeiingen, onderhoud en vervanging zijn toegelaten.

De zone voor buffer dient beplant te zijn uiterlijk het tweede plantseizoen na de bouw van de RWZI.

3

Stedenbouwkundige voorschriften Provinciaal RUP ‘RWZI Sint-Denijs-Boekel’ te Oudenaarde

BIJKOMENDE TOELICHTING EN VERDUIDELIJKING VAN VERORDENENDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ART. 3.: ZONE VOOR TOEGANGSWEG – CATEGORIE GEMEENSCHAPS- EN NUTSVOORZIENINGEN Bestemming Dit gebied is bestemd voor een toegangsweg tot de installatie.

Inrichting In dit gebied zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van de wegenis en hun aanhorigheden. Ook ondergrondse constructies in het kader van de afvalwatervervoer en – zuivering zijn toegelaten. Voor zwaar vervoer in functie van de toegang tot de RWZI kunnen de verhardingen in niet-waterdoorlatende materialen worden aangelegd.

4

PRUP ‘RWZI Sint-Denijs-Boekel’ Bijlagen Provincie Oost-Vlaanderen - Stad Oudenaarde November 2013

B i j l a g e n Provinciaal R U P ‘ R W Z I S i n t - D e n i j s - B o e k e l ’ t e O u d e n a a r d e

BIJLAGE 1; ONTHEFFING VAN DE PLANMER-PLICHT

1

B i j l a g e n Provinciaal R U P ‘ R W Z I S i n t - D e n i j s - B o e k e l ’ t e O u d e n a a r d e

BIJLAGE 2; ONTHEFFING VAN OPMAAK RUIMTELIJK VEILIGHEIDSRAPPORT

2