Emission of Fumigants from Soil and Dispersion in Air
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
EMISSION OF FUMIGANTS FROM SOIL AND DISPERSION IN AIR CENTRALE LANDB OUW CAT ALO GU S 0000 0426 3394 Promotoren: dr. ir. L. Wartena, hoogleraar in de landbouwweerkunde en omgevingsnatuurkunde dr. E. H. Adema, hoogleraar in de luchthygiëne en -verontreiniging Co-promotor: dr. ir. M. Leistra, wetenschappelijk medewerker verbonden aan het Staring Centrum, Instituut voor Onderzoek van het Landelijk Gebied (SC-DLO) joiio] j iStc Pf F. van den Berg EMISSION OFFUMIGANT S FROM SOIL ANDDISPERSIO N IN AIR Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor in de landbouw- en milieuwetenschappen, op gezag van de rector magnificus, dr. H.C. van der Plas in het openbaar te verdedigen op dinsdag 8 december 1992 des namiddags te vier uur in de Aula van de Landbouwuniversiteit te Wageningen The studies presented in this thesis were performed at DLO The Winand Staring Centre for Integrated Land, Soil and Water Research (SC-DLO) Marijkeweg 11/22 P.O. Box 125,NL-670 0 AC Wageningen The Netherlands BIBLIOTHEEK UNDBOUWUNIVERSHEQI WAGENINGE8 Most of the studies in this thesis were financially supported by: Atochem AgriB V (the former Pennwalt Holland BV), Rotterdam; BASF Nederland BV, Arnhem; DowElancoBV ,Antwerp ;Scherin g AAgrunol BV,Haren ;Shel lNederlan d Chemie BV, Rotterdam; UCB NV, Brussels. gu Û^û1 . !St G Stellingen: 1. De aanname van een bodemsysteem met homogene lagen kan leiden tot een onderschatting van het transport van grondontsmettingsmiddelen in de bodem. Dit proefschrift. 2. Door uitbreiding van een computermodel voor de beschrijving van het gedrag van grondontsmettingsmiddelen in de bodem onder isotherme condities tot een model voorniet - isothermecondities ,krijg t menee n beteride eva nd emaxim ai nd ebronsterkt e bijd eemissi e van deze middelen naar de lucht. Dit proefschrift. 3. Het verloop in de tijd van de emissie van methylisothiocyanaat naar de lucht na injectie van metam-natrium in de bodem wordt beter beschreven met een gehalte-afhankelijke snelheids coëfficiënt voor de omzetting van methylisothiocyanaat in grond dan met een constante snelheidscoëfficiënt. Dit proefschrift. 4. Bijhe toptrede n vantemperatuur -e ndrukverschille n aanhe t bodemoppervlak kanconvectie f transport van grondontsmettingsmiddel met de gasfase met name in een droge, grofzandige dan wel in een losgewerkte bouwvoor invloed hebben op de mate van emissie van het grondontsmettingsmiddel naar de lucht. Dit proefschrift. 5. Deberekend ebronsterkt evoo rd eemissi eva nd egrondontsmettingsmiddele n vanuitd ebode m naar de lucht is te onzeker en dient daarom gecontroleerd te worden door metingen van de bronsterkte aan het grondoppervlak. Dit proefschrift. 6. De6-uur sgemiddeld econcentratie sva n1, 3-dichloorpropee n inluch tligge nove rhe talgemee n een factor 1 000 beneden de MAC-waarde voor de toepasser van deze stof, zodat een bedreiging vand egezondhei d vanbewoner sva ngebiede n waar 1,3-dichloorpropeenintensie f toegepast wordt niet waarschijnlijk is. Dit proefschrift. 7. Derichtlijne n vand eIS Ome tbetrekkin gto td einhoud ,vor me nstructuu r van bibliografische referenties in boeken en tijdschriften dienen beter nageleefd te worden. Documentation - Bibliographie references - Content, form and structure. International Organization for Standardization. 2nd. ed. No. 690. 1987. 11p . International Standards. Text in English. 8. Met politiek en emotioneel gemotiveerde beslissingen over de toelating van bestrijdingsmiddelen, dietechnisch-wetenschappelij k onvoldoendegegron d zijn, bewijstme n de maatschappij een slechte dienst. 9. Het aquatisch ecotoxicologisch onderzoek is veelal "bodemloos" en "oeverloos". 10. Het leggen van kwaliteitsnormen voor bestrijdingsmiddelen in drink- en grondwater opd e grens van wat analytisch aantoonbaar is, gaat voorbij aan de mogelijkheid van een toxicologische beoordeling van de risico's van de aanwezigheid van deze middelen in het drinkwater. 11. Inhe tkade rva nd erealisati eva nd edoelstellin gi nhe tMeerjarenpla n Gewasbeschermingo m degrondontsmettingsfrequenti e terugt e brengen naaruiteindelij k ééns ind e5 jaar , dientee n eenvoudigetoet sbeschikbaa r tekome nwaarme evoora f kanworde nnagegaa n ofhe tgekoze n nematicide niet te snel wordt omgezet in de bodem. 12. Modellen ter beschrijving van het gedrag van bestrijdingsmiddelen in de bodem dienen tenminste in enkele representatieve situaties te worden gevalideerd, vóórdat deze modellen gebruikt worden voor beleidsdoeleinden. 13. Het omvormen van DLO tot een marktgerichte organisatie geeft het risico van verlaging van de wetenschappelijke kwaliteit van het uit te voeren onderzoek. 14. Het afwisselend werken aan meerdere projecten, waarbij aan elk van de projecten slechts een beperkte tijd kan worden besteed, vertoont overeenkomsten met de act van de circusartiest die meerdere schoteltjes op de uiteinden van dunne metalen staafjes draaiende probeert te houden; bij een toename in het aantal wordt de kans op een mislukking groter. 15. Het nemen van een beslissing over de toelating van een bestrijdingsmiddel zonder zich rekenschap tegeve n van de hiaten in de beschikbare informatie en van degemaakt e aannamen bij het schatten van de toxicologische risico's, is niet verantwoord. „The beginning of an acquaintance whether with persons or things is to get a definite outline for our ignorance" - George Eliot in Daniel Deronda. 16. De huidige ontwikkeling van het steeds beter afstemmen van de produktie op de behoefte van de consument heeft een negatieve invloed opd e creativiteit van de consument. „A mind lively and at ease, can do with seeing nothing, and can see nothing that does not answer". Jane Austen in Emma. 17. In het kader van het werken aan het Europese Huis dient er in het voortgezet onderwijs in tenminste één taal uit elk van de drie grootste talengroepen in Europa, te weten de germaanse, de romaanse en de Slavische talengroep, te worden onderwezen. De meest voor de hand liggende keuze om dit te verwezenlijken zou zijn om het Duits te vervangen door het Russisch. 18. Het gebrek aan waardering en aandacht voor de traditionele Nederlandse volksmuziek en volksdansen duidt op een betreurenswaardige veronachtzaming van de eigen cultuur. Stellingen behorend bij het proefschrift van F. van den Berg: Emission of fumigants from soil and dispersion in air. Wageningen, 8 december 1992. VOORWOORD Nu hetproefschrif t hier voormi j ligt,wi l ik graag iedereen bedanken die mij bijd e totstandkoming daarvan behulpzaam is geweest. In de eerste plaats zijn dit mijn ouders,di e mijd egelegenhei d hebben geboden omaa n deLandbouwuniversitei t te studeren en die tijdens mijn werk aan het proefschrift een grote morele steun zijn geweest. Heti smi jverde r eengenoege n omd evolgend epersone n eninstantie s te bedanken: Mijn promotorprofesso r dr.ir .L .Warten avoo rd eopbouwend ekritie ko pmij n werk metd edaarbijbehorend e inhoudelijke discussies,wa tonde rmee rheef t geleidto tee n meeruitgebreid e enmee r fundamentele beschouwing van deprocesse n en factoren, die het gedrag van grondontsmettingsmiddelen beïnvloeden; Mijnpromoto rprofesso r dr.E.H .Adem avoo rd egrondig ediscussie s overd einhou d van het proefschrift en de daarbij verstrekte waardevolle suggesties; Mijn co-promotor, dr.ir . M.Leistra ,wi li k inhe t bijzonder bedanken voorzij n vele goede suggesties met betrekking tot de inhoud van de concept-manuscripten en concept-rapportendi eopgenome n zijn indi tproefschrif t envoo rzij n aanmoediging en ondersteuning omhe t inhe tkade r vanhe t luchtemissie-project totstandgekomen onderzoek af te ronden met het samenstellen van een proefschrift; Dehere n A.H .Roo se nir .L.G.M.Th .Tuinstr ava nhe tRijks-Kwaliteitsinstituu t voor Land-e nTuinbouwprodukte n end eoud-medewerker s vanda t instituut,t ewete nd e heren W. van Brakel en Th.C.H. van Neer voor de vele analyses die zij uitgevoerd hebben en de prettige samenwerking daarbij; Dehere n E.A.H. Ebbers,W .Kloe k enW .Teunisse n voorhu n assistentie gedurende demaande n dathe tmeetprogramm a inNoordoost-Nederlan d uitgevoerd werde nd e goede samenwerking daarbij; Dehee r ing.J.H . Smelt en mevrouw ing. A.E.Groe n van het Staring Centrum voor hunbereidhei d gegevenst everstrekke n overexperimente n betreffende deomzettin g van grondontsmettingsmiddelen in de bodem; De directie van het Staring Centrum voor de facilitaire steun door het Staring Centrum tijdens het werken aan dit proefschrift; De heer dr. ir. A.M. van Doorn voor zijn steun bij de realisatie van het luchtemissieproject in de tijd dat ik werkte voor het voormalige Instituut voor Onderzoek van Bestrijdingsmiddelen, waarvan hij directeur was; De werkgroep van toelatingshouders van grondontsmettingsmiddelen voor hun belangstelling voor dit onderzoek en voor het beschikbaar stellen van mede financiering voor het grootste deel ervan; Dehee ring .B .te n Cate vand eAfdelin g Wetenschappelijke Informatie Overdracht van het Staring Centrum voor zijn vele nuttige redactionele suggesties; De heer M. Jansen van de Afdeling Kartografie en Visuele Technieken van het Staring Centrum voor het ontwerp van de omslag en zijn enthousiaste hulp bij het totstandkomen daarvane nd ehere nJ .Aries ee nM.C .va nSo nva ndezelfd e Afdeling voor het maken van de foto voor de omslag; Demedewerker sva nhe tdistrictskantoo rva nd ePlanteziektenkundig e Dienstt e Exloo voorhu nhul pbi jhe traadplege nva nd ebestande nme tinformati e overd euitgevoerd e ontsmettingen; De bedrijfsleider van deproefboerderi j 't Kompast e Valthermond,d e heerAlberts , voor de facilitaire steun ten tijde