Het Zandeilandenrijk Van Overijssel
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
NAR 22 omslag 07-07-2006 16:56 Page 1 NAR 22 NAR 22 Het zandeilandenrijk van Overijssel onder redactie van B.J. Groenewoudt, R.M. van Heeringen en G.H. Scheepstra Het zandeilandenrijk van Overijssel ROB NAR • Nederlandse Archeologische Rapporten 22 Het zandeilandenrijk van Overijssel Het zandeilandenrijk van Overijssel Bundel verschenen ter gelegenheid van de pensionering van A.D.Verlinde als archeoloog in, voor en van Overijssel onder redactie van B. J. Groenewoudt, R.M. van Heeringen & G.H. Scheepstra Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Amersfoort 2006 National Service for Archaeological Heritage,Amersfoort 2006 Colofon Nederlandse Archeologische Rapporten 22 Het zandeilandenrijk van Overijssel Bundel verschenen ter gelegenheid van de pensionering van A.D.Verlinde als archeoloog in, voor en van Overijssel Redactie: B.J. Groenewoudt, R.M. van Heeringen en G.H. Scheepstra Auteurs: O. Brinkkemper, S. Cuijpers, J. Deeben, M. Erdrich,W.A. van Es, B.J. Groenewoudt, R.C.G.M. Lauwerier, R.R. Newell, J. Robb, E.M.Theunissen, J.E.M.Vanderheiden, A.D.Verlinde Afbeeldingen: I/O Graph en ROB Opmaak: E. van As Druk: Roto Smeets GrafiServices Eindhoven © ROB Amersfoort, 2006 ISBN 90-5799-082-2 Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek Postbus 1600 3800 BP Amersfoort www.archis.nl Inhoud Voorwoord 7 B.J. Groenewoudt Afkortingen/Abbrevations 9 Dr. A.D.Verlinde, archeoloog in, voor en van Overijssel, 1 maart 1969–1 mei 2002 11 W.A.van Es Overzicht van de opgravingen in Overijssel (mede) onder leiding van A.D.Verlinde 25 E.M.Theunissen Bibliografie A.D.Verlinde 1968-2001 29 J.E.M.Vanderheiden Een Federmesser-site van de Enterse Akkers (gemeente Wierden, Overijssel) 49 J. Deeben, O. Brinkkemper, B.J. Groenewoudt & R.C.G.M. Lauwerier A Multi-component Complex of Mesolithic Settlements with Late Mesolithic Grave Pits at Mariënberg in Overijssel 83 A.D.Verlinde & R.R. Newell Het Germaanse grafveld te Deventer-Colmschate, opgraving 1984 271 A.D.Verlinde & M. Erdrich Ad Verlinde op excursie in Markelo, 2001. Voorwoord Bert Groenewoudt Op 18 april 2002 nam A.D.(Ad) Verlinde afscheid van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB), waaraan hij sinds 1969 verbonden is geweest.Van deze bundel kreeg hij een ‘dummy’ aangeboden bij zijn afscheid. Daarmee kreeg hij een koekje van eigen deeg: de kern bestaat namelijk uit twee studies over opgravingen die door Ad Verlinde zelf zijn uitgevoerd en waarvan (mede) door Ad zelf verslag wordt gedaan. Daar zal hij zeker blij mee zijn, want hij had allang de moed opgegeven dat deze opgravingen nog eens integraal gepubliceerd zouden worden. Het zal hem hebben verbaasd dat daartoe ineens toch de mogelijkheid bleek te bestaan. Dat had natuurlijk te maken met zijn naderende afscheid en de ondersteuning van diverse collega’s – maar dat wist hij niet. Deze bundel is echter niet alleen verschenen om collega Verlinde een plezier te doen. Zowel Mariënberg als Colmschate zijn in hun soort belangrijke vindplaatsen. Mariënberg is een mesolithisch nederzettingsterrein, gelegen aan de rivier de Vecht in het noorden van de provincie Overijssel. Getuige een groot aantal 14C-dateringen van de vele haardkuilen, is het terrein gedurende een periode van ca. 2500 jaar (8620–6110 BP) als woonplaats gebruikt. Zowel van residential camps als extraction camps zijn sporen aange- troffen. Bijzonder is een zestal mesolithische begravingen. De vindplaats is in diverse campagnes tussen 1975 en 1993 opgegraven. De bijdrage over Colmschate (gemeente Deventer) handelt over een inheems-romeins grafveld uit de tweede en de derde (vierde?) eeuw, één van de zeer weinige die uit deze periode in Oost-Nederland bekend zijn, en in ieder geval het best gedocumenteerde. Het feit dat ook de bijbehorende nederzetting is opgegraven, vergroot de informatiewaarde van het in 1984 opgegraven grafveld. Afgezien van enkele korte vondstmeldingen, is over beide vindplaatsen nog niet eerder gepubliceerd. De bundel bevat ook de volledige bibliografie van Ad Verlinde, evenals een uitputtende lijst van alle grote en kleine opgravingen die sinds 1969 onder zijn altijd bezielende leiding zijn uitgevoerd. Kenmerkend voor zijn vele publicaties zijn niet alleen zijn veelzijdigheid en belangstelling voor landschap en bodem, maar ook zijn typologische benadering. In het besef dat archeologen het moeten doen met een fractie van (alleen) de materiële cultuur van samenlevingen uit het verleden, heeft hij zich zelden laten verleiden tot uitspraken die niet met archeologische gegevens onderbouwd kunnen worden. Grote theorieën over de sociale organisatie, belevingswereld en mentaliteit van mensen uit het verre verleden, zijn aan hem nooit besteed geweest. Een portret van Ad Verlinde als archeoloog, als collega en als mens, is verzorgd door Wim van Es, voormalig directeur van de ROB. Dat had Ad onmogelijk zelf kunnen doen, aangezien hij daar veel te bescheiden voor is. Wim van Es gaat ook in op de veelzijdigheid van Ad. Deze veelzijdigheid blijkt ook uit de onderwerpen van de artikelen in deze bundel.Weinigen zijn in staat zowel over mesolithische bewoningssporen te publiceren als over een grafveld uit de Romeinse Tijd. Het had ook over iets middeleeuws kunnen gaan, depotvondsten uit venen, of de Overijsselse urnenvelden uit de late Bronstijd tot en met vroege de IJzertijd, die het onderwerp vormden van zijn in 1987 verschenen proefschrift. Het maakt hem blijkbaar niet uit. 7 Het zandeilandenrijk van Overijssel is een passende titel.Voorzover hij zich niet op kantoor in Amersfoort bevond, was Ad altijd ‘over de IJssel,’ in de provincie Overijssel in Oost-Nederland.Tot 1997 was Ad provinciaal- archeoloog van Overijssel.Van zowel het landschap, de archeologie als de topografie van dit gebied weet Ad zo ongeveer alles wat er van te weten valt. In zijn bijdrage heeft van Es het dan ook over het ‘Kenniscentrum Verlinde.’ Overijssel was overigens niet alleen zijn werkgebied maar ook zijn referentie- kader. Komt Ad iets niet bekend voor dan volgt de gevleugelde uitspraak: dat kennen we niet uit Overijssel. Passend is ook de term zandeilandenrijk, wat inderdaad Overijssel in feite is, en uiteraard was het Ad die ons daarop attent maakte. In het pleistocene landschap van Oost-Nederland worden zandeilanden in de vorm van dek- zandruggen en stuwallen afgewisseld door uitgestrekte laaggelegen vlaktes, die in het verleden veelal te nat voor bewoning waren. De structuur van dit landschap komt duidelijk tot uitdrukking in de verspreiding van archeolo- gische vindplaatsen. Aangezien Ad een degelijke fysisch-geografische achter- grond heeft, had hij dat al snel in de gaten. Eigenlijk zou de titel moeten luiden: Het zandeilandenrijk van Ad Verlinde, want in dat zandeilandenrijk was Ad lange tijd de enige die er de archeo- logische belangen behartigde. Hoewel hij het hardnekkig bleef proberen, wilde het maar niet lukken universitaire collega’s naar de overzijde van de IJssel te lokken – naar de goede kant van de IJssel volgens sommigen. Gelukkig neemt de archeologische belangstelling voor ‘zijn’ provincie de laatste jaren toe en wordt de achterstand aan kennis geleidelijk ingelopen. Dat is maar goed ook, aangezien het er naar uit ziet dat Oost-Nederland, als multifunctionele oostflank van de Dutch Delta Metropolis, in de komende decennia grote veranderingen zal ondergaan, veranderingen die vermoedelijk gepaard zullen gaan met grootschalige ingrepen in de bodem. Mijn eerste ontmoeting met Ad Verlinde vond – naar ik meen – in 1971 plaats, toen hij al bezig was met het inventariseren van archeologische vindplaatsen in Overijssel. Ik had net mijn eerste schreden gezet op het pad van de amateur-archeologie.Talloze keren nam hij de tijd – alle tijd – om nieuwe vondsten te bekijken. Bij verschillende van die gelegenheden heeft hij getracht me ervan te weerhouden beroeps-archeoloog te worden, want in de archeologie zou vast geen droog brood te verdienen zijn. Gelukkig is hij er niet in geslaagd me te overtuigen en zijn we uiteindelijk collega’s geworden. Onlangs vroeg hij of ik zijn opgravingsuitrusting wou over nemen. Natuurlijk, graag zelfs, maar ik hoop wel dat het niet betekent dat hij zijn schop definitief aan de wilgen hangt. Hij mag hem zo weer komen ophalen. 8 Afkortingen/Abbreviations AAI Aanvullende Archeologische Inventarisatie AAO Aanvullend Archeologisch Onderzoek AJPA American Journal of Physical Anthropology AMK Archeologische Monumentenkaart AMZ Archeologische Monumentenzorg ARC Archaeological Research & Consultancy BV, Groningen ARCHIS Archeologisch Informatie Systeem ROB, Amersfoort AWN Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland, ’s-Gravenhage BAAC Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur en Cultuurhistorie BV, Onderzoeks- en adviesbureau voor, ’s-Hertogenbosch BAI Biologisch-Archeologisch Instituut, Groningen (heden: GIA) BAR British Archaeological Reports BIAX Biologische Archeologie en landschapsreconstructie, Onderzoek- en adviesbureau voor, (BIAX Consult), Amsterdam BROB Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek CAA Centraal Archeologisch Archief CBA Council for British Archaeology,York CRFB Corpus der römischen Funde im europäischen Barbaricum CRM Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk, Ministerie van (toenmalig ministerie) DLO DLO-Staring Centrum, Instituut voor Onderzoek van het Landelijk Gebied,Wageningen (voorheen: STIBOKA) ERAUL Etudes et Recherches Archéologiques de l’Université de Liège FMRN Fundmünzen der Römischen Zeit in den Niederlanden GIA Groninger Instituut voor Archeologie (voorheen: BAI) IPP Instituut voor