Boude Bewoordingen

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Boude Bewoordingen Boude bewoordingen Hub Zwart Boude bewoordingen De historische fenomenologie (‘metabletica’) van Jan Hendrik van den Berg Uitgeverij Klement – Kampen Uitgeverij Pelckmans – Kapellen © 2002, Uitgeverij Klement, Kampen Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Omslagontwerp: Rob Lucas Portret op omslag: Sjef Drummen (1991) isbn 90 77070 26 5 (Nederland) isbn 90 289 3202 x (België) d/2002/0055/161 Inhoud Inleiding 11 § 1 Lezen en nog eens lezen 11 § 2 Parijse anekdotes 14 § 3 Wie is J.H. Van den Berg? 16 § 4 Critici en volgelingen 28 § 5 Opzet van de studie 36 Hoofdstuk 1 Een medisch-ethische bestseller 41 § 1 Inleiding 41 § 2 De uitgangssituatie 42 § 3 Eerbied voor het leven 46 § 4 Misnoegde artsen 49 § 5 Anomalieën van de macht 51 § 6 De discretie voorbij 56 § 7 Making the private public (Freud en Van den Berg) 58 Hoofdstuk 2 Wat is metabletica? 63 § 1 Een onderzoeksprogramma 63 § 2 Crisis in de psychologie 65 § 3 De crisis van de puberteit 67 § 4 De crisis van de neurose 74 § 5 Paradise lost 77 § 6 Wat is fenomenologie? 79 5 § 7 Wat is crisis? 83 § 8 De grondgedachte van de moderne fysica 88 § 9 Twee structuren (Husserl en Van den Berg) 92 Hoofdstuk 3 Harteneeuw 99 § 1 Terug naar het begin 99 § 2 De voorgeschiedenis van het begin 102 § 3 Synchronismen 104 § 4 Het open en het gesloten lichaam (een wetenschappelijk kunstwerk) 107 § 5 Separatie en visualisatie 109 § 6 Een verbazingwekkende synchronie 112 § 7 ‘Er valt een röntgenfoto in zee’ 115 § 8 Wat is discerneren? (Pascal, Freud en Van den Berg) 118 Hoofdstuk 4 Metabletica en psychologie 127 § 1 Twee genres 127 § 2 Van den Berg als fenomenoloog: De herontdekking van het object 128 § 3 De herontdekking van het object in de godsdienstpsychologie 132 § 4 Het einde van de dieptepsychologie 134 § 5 Van den Berg en Lacan 138 § 6 Wat is zien? 142 § 7 Van den Berg en Linschoten 144 § 8 Het veertigste levenjaar 152 Hoofdstuk 5 Staaltijd 157 § 1 De spinale mens 157 § 2 Darwin en Marx 166 § 3 Rebelleren tegen de rebellie 182 § 4 Transsubstantiatie 192 6 Hoofdstuk 6 Intellectuele ascese 197 § 1 De strijd tegen het wonderbaarlijke 197 § 2 De strijd tegen het ‘waartoe’ 205 § 3 De strijd tegen het gevoel 207 § 4 Elementaire verbeelding (het werk van Gaston Bachelard) 214 § 5 Alchemie en wetenschap 218 § 6 De wetenschapper als iconoclast 221 § 7 Bachelard en Van den Berg 224 § 8 Carl Gustav Jung: een verborgen referent? 228 Hoofdstuk 7 Dissipatie van de geest 233 § 1 Hoeken en lijnen 233 § 2 Het jaar 1740 235 § 3 Markers 237 § 4 Een korte geschiedenis van het binnen 239 § 5 Een korte geschiedenis van het buiten 244 § 6 Hoofse liefde en mariologie 247 § 7 Een onmogelijk einde 250 § 8 Twee omwentelingen 253 § 9 Geen belangstelling 257 § 10Democratische sentimenten 260 § 11De radarmens 261 § 12Mensen zijn ongelijk 263 § 13Muziek 266 § 14Op weg naar het einde 268 § 15Het einde van de toekomst 272 § 16Devote paren 274 § 17Luther in de Sint-Pieter 277 § 18Dissiperende mensheid 281 § 19Wachten op de Kehre (Heidegger en Van den Berg) 283 7 Hoofdstuk 8 Michel Foucault: mede-metableet of hooligan? 291 § 1 Antipathieën 291 § 2 Biografische parallellen 293 § 3 Geschiedenis van de waanzin 295 § 4 Geboorte van de kliniek 297 § 5 Een anti-fenomenologie 300 § 6 Foucault een hooligan? 307 Terugblik Denken aan de horizon 317 Biografische gegevens 323 Bibliografie Primaire literatuur 325 Secundaire literatuur 326 Overige literatuur 329 Register van namen 333 8 Jan Hendrik van den Berg: opzet voor een (Franstalig) filosofisch proefschrift. Beoogd promotor: Jean Wahl. Het eerste hoofdstuk draagt de titel Le mot et la chose. Inleiding § 1 Lezen en nog eens lezen Teksten kunnen op twee manieren worden gelezen: van buitenaf en van binnenuit. Om een voorbeeld te geven: ik herinner me nog hoe ik voor het eerst een tekst van Freud onder ogen kreeg. Ik liet een exemplaar van Die Traumdeutung op een willekeurige bladzijde openvallen en las de aan- grijpende droom van de vader wiens zoontje juist die avond was overle- den. Het kind staat naast het bed, pakt de dromer bij zijn arm en zegt: Va- ter, siehst du denn nicht, daß ich verbrenne? De vader ontwaakt, haast zich naar de kamer waar het zoontje ligt opgebaard en ontdekt dat een omgevallen kaars een brandwond op de arm van het lijkje heeft veroorzaakt. Deze droom laat zich gemakkelijk duiden, aldus Freud. Want zoals elke droom is ook deze droom een wensvervulling. Hoewel hij sliep, moet de vader een glimp hebben opgevangen van het schijnsel van de gevallen kaars – en nam de gelegenheid te baat zijn kind nog éénmaal tot leven te wekken. Deze duiding stelde mij teleur. Freud, meende ik, deed de droom geen recht. Eigenlijk is de duiding een teveel. De droom heeft aan zichzelf ge- noeg. En als hij dan toch geduid moet worden, ligt het dan – om maar iets te noemen – niet meer voor de hand in deze droom een kinderziel te zien die zijn schepper toeroept vanuit het vagevuur? Anders gezegd, een droom van literair gehalte, die zich voor meerdere interpretaties leende, en mis- schien helemaal niet geïnterpreteerd zou moeten worden, werd tot een mechanisch fenomeen, een wensvervulling gereduceerd, zo luidde mijn commentaar. Ik liet het boek weer dichtvallen en legde het op zijn plaats. Jaren zouden verstrijken voordat ik weer een tekst van Freud zou lezen. Een voorbeeld van een lectuur ‘van buitenaf’. Toen ik jaren later nogmaals Die Traumdeutung opensloeg, verliep mijn lectuur heel anders. Ditmaal begon ik niet halverwege, maar bij het begin, op pagina 1, waar Freud uiteenzet dat de droom ein sinnvolles psychisches Ge- bilde is dat zich niet wezenlijk van andere psychische fenomenen onder- 11 scheidt. Ik las de woorden nu heel langzaam – spelde ze als het ware. Het was het begin van een intellectueel avontuur, een intellectuele roes. In de maanden en jaren die volgden, heb ik alles van Freud gelezen, tot aan de tekstfragmenten van één of twee pagina’s toe, en sommige teksten, zoals Die Traumdeutung, las ik meerdere malen. Wat heet lezen? Ik heb zijn werk doorvorst. Ik ontdekte dat, wie Freud wil begrijpen, alles van Freud moet lezen. Bovendien bespeurde ik iets heel merkwaardigs. Als ik in die tijd teksten van andere auteurs las, dan las ik in feite Freud. Las ik een roman, dan kon ik het niet nalaten hem van A tot Z freudiaans te duiden. Sterker nog, ik kon me niet voorstellen dat er nog andere manieren waren om een roman te lezen. Zelfs wetenschappelijke teksten kon ik niet lezen zonder ze freudiaans te interpreteren. Mijn lectuur van Freud was een lectuur van binnenuit geworden. Ik las Freud zoals Luther de bijbel moet hebben gele- zen. Dat deed hij tweemaal per jaar, van voor tot achter, jaar in jaar uit. Buiten de bijbel las hij zo goed als niets. En als hij al iets anders las dan deed hij dat om de betreffende tekst vanuit de bijbel te beoordelen. Een enkele keer lees ik nog wel eens een tekst van Freud. Ik doe dat in de regel zorgvuldig, en met een zekere kennis van zaken, maar de intimi- teit is er niet meer. De lectuur van binnenuit heeft weer plaats gemaakt voor distantie, voor een lectuur van buitenaf. Ik lees Freud niet langer vanuit Freud. Ik vermoed dat Althusser en Balibar op dit onderscheid doelen wanneer ze in Lire Le Capital (1968) spreken over een onschuldige en een schuldige leeswijze – een lecture innocente en een lecture coupable. Hun boek vormt zèlf het verslag van een intensieve leeservaring, le protocol d’une lecture. In feite was hun studie van Marx een intellectuele ascese, een vorm van intellec- tuele onthouding. Marx vormde hun dagelijkse lectuur, de constante fac- tor in hun bestaan – daaraan werd al het andere opgeofferd. Als ze al een andere auteur of een ander genre zoals een dagblad lazen, dan lazen ze in feite Marx. Uiteindelijk begrepen ze Marx beter dan hij zichzelf begrepen had. Een schuldige lectuur is in de eerste plaats een geïnvolveerde lectuur die zich in dienst stelt van, zich medeplichtig maakt aan het project van de au- teur. Maar het is ook, zoals Althusser en Balibar benadrukken, een bij uit- stek filosofische leeswijze, die zich niet tevredenstelt met één tekst, één the- se, één gedachte, één formule – maar die het te doen is om het werk van de betreffende auteur in zijn geheel. Wie Freud bestudeert om iets over dro- men aan de weet te komen, leest hem van buitenaf. Wie Freud van binnen uit leest, is niet zozeer in dromen geïnteresseerd als wel in Freud zelf, als auteur, in diens werk als zodanig, als project, als oeuvre. De droom is dan maar één mogelijke toegang tot datgene waar het Freud – en met hem de ‘schuldige’ lezer – om te doen is, het eigenlijke object, dat tevens de struc- tuur van het betreffende oeuvre uitmaakt, het onbewuste. 12 In de geschiedenis van de filosofie is de lectuur van binnenuit van groot belang geweest. Augustinus en Paulus, Thomas en Aristoteles, Althusser en Marx, Lacan en Freud, Foucault en Nietzsche, het zijn discursieve paren die een lectuur van binnenuit exemplificeren en het belang van deze lees- wijze onderstrepen. De opsomming geeft aan dat het een misverstand zou zijn te denken dat de lectuur van binnenuit per definitie onkritisch, con- formistisch of behoudend zou zijn. Intellectuele doorbraken, momenten van radicale vernieuwing, werden niet zelden ingeluid door een terugkeer naar, door een intensieve lectuur van een werk uit het verleden dat ten onrechte in vergetelheid was geraakt, of bedolven onder sedimenten van inadequate, stagnerende, verhullende of verlammende lectuurtradities die het directe contact met de tekst verhinderden.
Recommended publications
  • 1 Curriculum Vitae Name Lotte Eilskov Jensen Date Of
    Curriculum Vitae Name Lotte Eilskov Jensen Date of birth 13 January 1972 Place of birth Hillerød (Denmark) Nationality Danish E-mail [email protected] Homepage http://www.lottejensen.nl Education 1997-2001 PhD, University of Amsterdam. Title dissertation: ‘Bij uitsluiting voor de vrouwelijke sekse geschikt’. Vrouwentijdschriften en journalistes in Nederland in de achttiende en negentiende eeuw. Doctoral supervisor: Prof. dr. W. van den Berg, co-supervisor: Dr. S. van Dijk (Degree 22 Nov 2001) 1992-1997 Philosophy, Utrecht University 1991-1996 Dutch Language and Culture, Utrecht University, Cum Laude 1984-1990 Stedelijk Gymnasium, Leiden Work experience since completing PhD Maternity leave: March-Aug 2006 (birth 18-03-2006), May-Sept 2008 (birth 09-06-2008) 2017-present Full Professor Dutch Cultural and Literary History, Faculty of Arts, Radboud University Nijmegen 2016, 2018 Two periods Visiting Professor, Universität Zürich, Switzerland 2011-2017 Associate Professor of Dutch Historical Literature, Faculty of Arts, Radboud University Nijmegen 2010-2011 Visiting Professor of Dutch Literature, Faculty of Arts and Philosophy, Ghent University, Belgium 2007-2011 Assistant Professor of Dutch Historical Literature, Faculty of Arts, Radboud University Nijmegen 2005-2008 Postdoc Modern Dutch Literature, University of Amsterdam, Faculty of Humanities 2004-2005 Junior Lecturer Genderstudies, Faculty of Arts, Utrecht University 2003-2005 Junior Lecturer Cultural Studies, Faculty of Arts, Utrecht University 2003-2005 Assistant Professor Liberal Arts & Sciences, Faculty of Philosophy, Utrecht University 2003 Policy Officer, Faculty of Arts, Utrecht University 2001-2003 Policy Officer, Faculty of Philosophy, Utrecht University 2001-2002 Teacher Dutch as a Second Language, James Boswell Institute, Utrecht University Awards / Grants / Prizes 2019: with Marguerite Corporaal (PI) & Ingrid Zwarte: Nationale Wetenschapsagenda NWO (€ 1.800.000) 2019: KNAW symposium grant € 1000 2018: Aspasia Grant NWO (€ 100.000) 1 2017: VICI, NWO (€ 1,500,000) 2015: (with A.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    Het Bilderdijk-museum. Jaargang 26 bron Het Bilderdijk-museum. Jaargang 26. Vereniging ‘Het Bilderdijk-Museum’, Amstelveen 2009 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_bil002200901_01/colofon.php © 2012 dbnl 1 Bij Bilderdijk aan tafel Een uniek ooggetuigenverslag van Robert Southey uit 18251. Willem Bilderdijk wordt, in de woorden van Johan Huizinga, vaak aangeduid als de ‘groote Ongenietbare’.2. In het artikel ‘Een beminnelijke Izegrim? Bilderdijk van verschillende zijden belicht’,3. waarin enkele tijdgenoten aan het woord werden gelaten, heeft Peter van Zonneveld dit beeld enigszins bijgesteld en laten zien dat de dichter ook een vriendelijke, huiselijke kant had. In zijn stuk citeerde hij onder meer uit de brieven van de Engelse dichter Robert Southey (1774-1843). Tijdens mijn onderzoek stuitte ik op unieke documenten, die een kijkje bij Bilderdijk thuis geven. Het gaat om een serie brieven die Southey vanuit Leiden aan zijn vrouw en kinderen stuurde. Ze werden postuum uitgegeven door zijn zoon Charles Cuthbert (1819-1888) in: The life and correspondence of Robert Southey (New York 1855). Daarin is één hoofdstuk gewijd aan de ontmoeting met Bilderdijk. Omdat het werk in geen Nederlandse openbare bibliotheek voorhanden is, werd dit bijzondere ooggetuigenverslag tot op heden onvoldoende opgemerkt.4. Ook het werk Selections from the letters of Robert Southey (4 dln, London 1856) bevat relevante brieven. Deze documenten vormen een waardevolle aanvulling op het door Van Zonneveld geschetste beeld van de ‘beminnelijke Izegrim’. De aanloop naar de ontmoeting tussen beide dichters is goeddeels bekend. Toen Southey in 1825 een reis naar Nederland maakte, bracht hij ook een bezoek aan Bilderdijk.5.
    [Show full text]
  • The Romantic Landscape Garden in Holland: Gijsbert Van Laar (1767–1820) and the Magazijn Van Tuin-Sieraaden Or Storehouse of Garden Ornaments
    The Romantic Landscape Garden in Holland: Gijsbert Van Laar (1767–1820) and the Magazijn Van Tuin-Sieraaden or Storehouse of Garden Ornaments Vanessa Bezemer Sellers Introduction ijsbert van Laar’s Magazijn van Tuin-sieraaden or Storehouse of Garden Orna- ments is a unique document for those seeking a deeper understanding of the Gdevelopment of the landscape garden in the Netherlands around the year 1800. No other work of this kind was published at the time in Holland, and no pub- lication gives a better visual overview of what was a crucial and complex transitional moment in Dutch garden history. It was precisely at this moment that Dutch gardens underwent major changes, with traditional formal gardens being replaced gradually by informal landscape gardens.1 Gardens laid out in this period – from roughly 1760 to 1820 – belong to what is de- fined as the Early Landscape Garden period in the Netherlands. Irregular features characteristic of the English landscape garden – undulating grounds with artifi- cial hills and valleys; winding paths; curvilinear bodies of water; ponds with little rounded islands; and wooded areas densely planted with a combination of trees, shrubs, and exotic flowers – were adopted only hesitatingly in Holland; as a result, the Early Landscape Garden is a transitional style drawing from both the formal and informal garden-design traditions. Initially, only basic landscape-garden elements were introduced, such as winding paths and rounded ponds. These were applied to the geometrical grid of formal, seventeenth-century layouts, with most gardens retaining their rectilinear framework of canals and their symmetrical inner ar- rangements. In the first decade of the nineteenth century, as the principles of land- scape gardening came to be more widely understood, a reaction against the partial rigidity of the Early Landscape Garden is noticeable.
    [Show full text]
  • PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
    PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/107193 Please be advised that this information was generated on 2017-12-06 and may be subject to change. PIETER NIEUWLAND EN HET EVENWICHT DOOR G. Α. STEFFENS Ν. V. UITGEVERSMAATSCHAPPIJ W. E. J. TJEENK WILLINT ZWOLLE PIETER NIEUWLAND EN HET EVENWICHT Promotor: PROF. DR. W. J. M. A. ASSELBERGS ab. P. NIEUWLAND A. L. M. et Philos. Doct. Phys. Math. Sublim. Architecture Civilis Militaris et Hydraul. ut et Astron. Prof. Ord. 28 Sept. 1793. Natus 5 Nov. 1764. Ob. 15 Nov. 1794. Lith. de L. Springer à Leide. Topografische Atlas. Gem. Archiefdienst, Amsterdam. PIETER NIEUWLAND EN HET EVENWICHT PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOGTOR IN DE LETTEREN AAN DE KATHOLIEKE UNIVER­ SITEIT TE NIJMEGEN, OP GEZAG VAN DE RECTOR MAGNIFICUS T. A. BIRRELL, HOOGLERAAR IN DE FACULTEIT DER LETTEREN, VOLGENS HET BESLUIT VAN DE SENAAT IN HET OPENBAAR TE VERDEDIGEN OP 3 JULI I964 DES NAMIDDAGS TE 2 UUR DOOR GERRIT ANTONIUS STEFFENS GEBOREN TE OLDENZAAL N.V. UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ W. E. J. TJEENK WILLINK ZWOLLE, I964 Aan mijn ouders Aan mijn medebroeders INHOUDSOPGAVE Verantwoording 1 Hoofdstuk 1 : Levensschets 3 Hoofdstuk 2 : Over Pieter Nieuwlands karakter en per­ soonlijkheid 49 Hoofdstuk 3 : Beslissende keus 88 Hoofdstuk 4 : Een voorlopige schets van de aard en ont­ wikkeling van Nieuwlands dichterschap . 131 Hoofdstuk 5: Zekerheid 201 Hoofdstuk 6 : Verhouding tussen wiskunde en andere wetenschappen 234 Hoofdstuk?: Equatie 268 Hoofdstuk 8: Orde 287 Bijlagen 319 Personenregister 323 VERANTWOORDING Pieter Nieuwland maakt de indruk een zeer bijzonder mens te zijn geweest.
    [Show full text]
  • The Parentage of Nationalism: an Inquiry Into the Origins of Dutch Intellectual Nationalists
    The parentage of nationalism: an inquiry into the origins of Dutch intellectual nationalists. Guus Wieman, 3795780 Burgemeester van Tuyllkade 76-bis [email protected] Bachelor thesis history, OS III Nationalisme en de vorming van nationale identiteiten. June 12th 2015 C. Creyghton MA. 9708 words. 2 Table of contents: Introduction! 3 Part 1: Historiography and historical context! 5 1.1 Historiography: modernism and cultural dominance! 5 1.2: Historical context: the Dutch Enlightenment.! 9 1.3: Historical context: political turmoil! 12 Part 2 programme and implementation! 14 2.1 The research programme! 15 2.2 Results! 18 2.3 Interpreting the data! 27 Conclusion! 30 Appendix 1:! 32 Literature:! 47 3 Introduction Although nationalism was perceived as all but gone during the last decade of the 20th century, few could argue that nationalism is not omnipresent in today. The annexation of the Crimean peninsula by the Russian Federation and the separatist war in eastern Ukraine, the Scottish referendum on independence from Great-Britain, the Catalonian independence movement in Spain and the struggle between Flanders and Wallonia in Belgium are just a few of these nationalist themes and conflicts. Moreover, in Europe almost every country has seen the rise of new popular nationalist parties: the Golden Dawn party in Greece, the Jobbik party in Hungary, but also less militant movements such as: UKIP in Great-Britain, the Freedom party in the Netherlands, the Danish Folk party, True Finns and the Front National in France. The rise nationalist sentiment these past decades, has made the study of nationalism and its origins more relevant than ever.
    [Show full text]
  • Tussen Twee Werelden. Rhijnvis Feith Als Dichter Van 'Het Graf'
    Tussen twee werelden. Rhijnvis Feith als dichter van 'Het graf' P.J. Buijnsters bron P.J. Buijnsters, Tussen twee werelden. Rhijnvis Feith als dichter van 'Het graf'. Van Gorcum & Comp. / Dr. H.J. Prakke & H.M.G. Prakke, Assen 1963 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/buij001tuss01_01/colofon.php © 2011 dbnl / P.J. Buijnsters t.o. π3 P.J. Buijnsters, Tussen twee werelden. Rhijnvis Feith als dichter van 'Het graf' I Verantwoording Hoewel de grote historische betekenis van Rhijnvis Feith door niemand ooit in twijfel getrokken werd, is het oordeel omtrent de kwalitatieve waarde van zijn werk in de loop der jaren aan heftige schommelingen onderhevig geweest. Eenmaal als de prins van onze dichters gevierd1, naderhand gedoodverfd als de zwakke navolger van een literaire aberratie, geldt hij sedert enkele decennia weer als een authentiek kunstenaar. Intussen valt er in de Feith-waardering nòg een merkwaardige verschuiving op te merken. De Zwollenaar werd na 1850 door de literatuurhistorici geheel vastgenageld op zijn twee romans Julia en Ferdinand en Constantia. J.C. Brandt Corstius heeft enkele jaren geleden nog in een artikel in de Nieuwe Taalgids (jrg. L, 1957, p. 241-247) gewezen op deze eenzijdige benadering, waarbij Feith vrijwel uitsluitend wordt gezien als de auteur van enkele hypersentimentele gedichten en prozageschriften uit zijn beginperiode. Voor de tijdgenoot was hij, aldus Brandt Corstius, ook en vooral beoefenaar van klassieke dichtgenres: oden, treurspelen en leerdichten - alle godsdienstig-wijsgerig van aard. Deze exclusieve aandacht voor het oudste werk heeft ook het onderzoek van zijn latere gedichten in de weg gestaan, hoewel Feiths poëzie omstreeks 1788 toch merkbaar van gedaante verandert.
    [Show full text]
  • 16191835.Pdf
    PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/107387 Please be advised that this information was generated on 2017-12-06 and may be subject to change. DE GEZANGEN VAN OSSIAN IN NEDERLAND Q. W. J. DAAS DE GEZANGEN VAN OSSIAN IN NEDERLAND PROMOTOR : Prof. Dr. W. J. Μ. Α. ASSELBERGS DE GEZANGEN VAN OSSIAN IN NEDERLAND ACADEMISCH PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR IN DE LETTEREN AAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT TE NIJMEGEN OP GEZAG VAN DE RECTOR MAGNIFICUS MAG. DR. J. P. M. VAN DER PLOEG O.P.. HOOGLERAAR IN DE FACULTEIT DER GODGELEERDHEID, VOLGENS BESLUIT VAN DE SENAAT IN HET OPENBAAR TE VERDEDIGEN OP 26 MEI 1961 'S MIDDAGS OM 2 UUR DOOR QUIRINUS WILHELMUS JOHANNES DAAS GEBOREN TE OUDENBOSCH DRUKKERIJ GEBR. JANSSEN N.V. • NIJMEGEN . 1961 Aan mijn vadee, mijn moeder en mijn vrouw INHOUD I INLEIDING A De Romantiek in het algemeen 1 В James Macpherson en de Songs of Ossian 8 II DE BETEKENIS VAN OSSIAN VOOR DE NEDERLANDSE LETTERKUNDE A De introductie 29 В Ossian van bekend naar geliefd 44 С Twijfel en verminderende belangstelling ... 104 III SUMMARY 123 IV BIBLIOGRAFIE VAN DE VOORNAAMSTE WERKEN VOOR DE NEDERLANDSE LITERATUUR MET BETREKKING TOT OSSIAN 126 V BIJLAGEN A De voornaamste buitenlandse en alle Nederlandse vertalin­ gen van enige beroemde stukjes uit Ossian ter staving en vergelijking 129 В Ontwerp eener Nederduitsche Dichtmatige Vertaling van de gezangen van Ossiaan, den zoon van Fingal, door W.
    [Show full text]