INHOUDSOPGAVE

PAGINA

1 Ligging, grenzen en omvang 2 2 Landschappelijke structuur 4 3 Infrastructuur 12 4 Nederzettingen 15 5 Bevolking 18 6 Middelen van bestaan 20 7 Sociale en culturele voorzieningen 30 8 Ontwikkeling 1850 - 1940 36

Bronnen 39 Bijlagen 41

HET OVERSTICHT Zwolle, mei 1990. 1 Ligging, grenzen en omvang

Haaksbergen vormt de meest zuidelijk gelegen gemeente van en is in twee opzichten een grensgemeente. In de eerste plaats ligt zij aan de rand van Nederland tegen de grens met de Duitse Bondsrepubliek aan. Ten tweede is er de grens tussen en Gelderland, of anders gezegd tussen Twente en de Achterhoek. In het noorden grenst de gemeente aan de gemeente Hengelo, in het noordoosten aan , in het oosten en zuiden aan Duitsland, in het zuidwesten aan de Gelderse gemeente Eibergen, in het westen aan de eveneens in Gelderland gelegen gemeente Neede en aan de gemeenten Diepenheim en Ambt Delden. Kaart 1 geeft de ligging van de gemeente Haaksbergen in Twente weer.

Het grondgebied van de gemeente Haaksbergen besloeg sinds de eerste helft van april 1811 aanvankelijk het voormalige Richterambt Haaksbergen, met uitzondering van het zuidelijke gedeelte van de buurschap Buurse, bestaande uit Braam en het Haaksbergerveen. Sinds 19 septem- ber 1814, toen het bovengenoemde ten zuiden van de Buurserbeek gelegen gebied, dat sinds 18 juli 1807 tot Neede behoorde, weer bij Haaksbergen werd gevoegd, beslaat de gemeente het gehele gebied van het Richterambt Haaksbergen. Belangrijke grenswijzigingen hebben zich na 1814 niet meer voorgedaan. Alleen in 1837 heeft er een kleine grenswijziging met Ambt Delden plaatsgevonden.

De hoofdplaats van de gemeente is Haaksbergen (Berg van Hako). Dit dorp is het bestuurlijk, economisch en administratief centrum van de gemeente, die verder bestaat uit de buurschappen Honesch (Hoge es), Eppenzolder (veedrenkplaats van Eppo, Holthuizen (houten huizen), Boekelo (niet te verwarren met het in de gemeente Enschede gelegen dorp Boekelo), Brammelo (weide in het Bramenbos), Langelo (het lange bos) en Buurse (kreupelhout). Daarnaast zijn er nog twee kleine plattelandskernen aan te wijzen, te weten St. Isidorushoeve.

Op 1 januari 1988 bedroeg het totale gemeentelijke grondgebied 105.50 km2, waarvan 0.27 km2 binnenwater breder dan zes meter. Het aantal inwoners bedroeg op die datum 22.462 personen en de woningvoorraad 7.217 eenheden. Dit komt neer op een bevolkingsdichtheid var* 213 en een woningdichtheid van 69 per km~ land. Ter vergelijking: het bevolkingsdichtheidscijfer in Twente op 1 januari 1988 als geheel bedroeg 400, het woningdichtheidscijfer 149. 2 Landschappelijke structuur

2.1. Geologie De bodem in de gemeente Haaksbergen is voor het grootste deel gevormd in de geologische periode van het Pleistoceen. Deze periode die 2 a 3 miljoen jaar geleden is begonnen, kenmerkte zich door het optreden van koude en warme perioden. Gedurende het Pleistoceen zijn er vier koude perioden geweest -glacialen of ijstijden genaamd- telkens weer gevolgd door een warme periode, de zogenaamde interglacialen. Met name de laatste twee ijstijden, het Saalien en het Weichselien (respectievelijk Riss- en Würmijstijd) zijn van grote invloed geweest op de bodemvorming in Oost-Nederland en dus ook in Haaksbergen.

Gedurende het Saalien was Haaksbergen grotendeels periodiek met landijs overdekt, dat zich voornamelijk in de vorm van ijslobben door de lager gelegen beekdalen een weg baande. De zich uitbreidende landijsmassa bracht veranderingen teweeg in ondermeer het aanwezige reliëf en de bodemsamenstelling. Door het gewicht van het landijs werd de bovenste bodemlaag opgestuwd, waardoor het reeds aanwezige reliëf werd versterkt (de ijstongen bevonden zich immers op de laagste delen). Daarnaast kwam de wijziging van de bodemsamenstelling tot stand, doordat uit noordelijke streken materiaal in en onder het landijs is meegevoerd en in Haaksbergen is afgezet. Dit materiaal (grondmorene) bestaat uit zand, grind en zwerfkeien en is in het algemeen als een zwak golvend tot vlakke afzetting achtergebleven. Plaatselijk zijn echter ook grondmoreneruggen gevormd, manifesteren zich in de vorm van ondermeer in de buurt van ruggen en koppen en komen onder Haaksbergen (dorp). meer voor langs de Buurserbeek, die zich in de dekzandafzettingen Vrijwel de gehele gemeente in de loop van de tijd heeft Haaksbergen is in het Pleistoceen ingesneden. bedolven onder een laag keileem, dat bestaat uit een mengsel van Een deel van de dekzanden in het door het ijsdek vermalen materiaal zuidoostelijke deel van de en in het ijs meegevoerd grof gemeente is afgezet op gronden, materiaal als grind en keien. Deze die aan een dusdanige sterke grondsoort, die in de gemeente op erosie hebben blootgestaan, dat de sterk wisselende diepten voorkomt, materialen daterend uit de periode is vanwege de geringe doorla- voorafgaand aan het Pleistoceen tendheid nog steeds van grote aan de oppervlakte waren komen te invloed op ondermeer de liggen. Deze gronden worden grondwaterhuishouding. aangeduid als vereffeningsresten. In dit gebied komen ook de Gedurende de laatste ijstijd zogenaamde uitblazingsbekkens bedekte het vanuit het noorden voor. Deze zijn ontstaan doordat oprukkende landijs Nederland niet, ter plaatse relatief grote maar was wel van zeer grote hoeveelheden zand zijn verwaaid. betekenis voor de verdere voltooiing van het Op het Pleistoceen volgde een geomorfologische landschap van periode die zich kenmerkte door Haaksbergen. Door de wind en de een aanzienlijk warmer klimaat. rivieren werd zand uit andere Deze periode, het Holoceen, is streken meegevoerd en hier, vooral ongeveer 10.000 jaar geleden in de (luwe) dalen, afgezet. Deze begonnen en duurt tot op heden zogenaamde dekzanden dekten als voort. Met name voor de het ware het grondmorenen- en geomorfologische structuur van de keileemlandschap toe en komen in lager gelegen gebieden in vrijwel de gehele gemeente voor, Haaksbergen is het Holoceen van veelal in een pakket dat dikker is groot belang geweest. Vooral in dan 125 cm. het begin was er sprake van een vochtig en warm klimaat. Dit waren Bij de dekzanden kan onderscheid ideale omstandigheden voor een gemaakt worden tussen "oude" en weelderige plantengroei en een "jonge" afzettingen. De oude niet te snelle afbraak van de dekzanden zijn gedurende een organische stof, zodat in de relatief koude periode van het laaggelegen vochtige gebieden Weichselien afgezet, met name door veenvorming optrad. In Haaksbergen beken en rivieren. Daardoor vormen heeft veenvorming vooral ze een zwak golvend dek. De jonge plaatsgevonden daar waar de dekzanden zijn gedurende een waterafvoer, als gevolg van een latere periode van het Weichselien keileem in de ondergrond, ernstig door de wind afgezet onder minder stagneerde. Het Haaksbergerveen en koude en vooral drogere omstan- het Buurserveen (tegenwoordig een digheden. De afzettingen natuurreservaat) is grotendeels onder invloed van regenwater gezamenlijk aanleggen van ontstaan en is voedselarm, dit in bouwlanden ontstonden er grote tegenstelling tot het veen in de bouwlandcomplexen zonder beekdalen (het broekveen), dat duidelijke perceelsscheidingen gevormd is onder invloed van het (essen). Eeuwenlange bemesting van voedselrijke beekwater. de van nature vrij onvruchtbare dekzandgronden op de gestuwde Als gevolg van de met het klimaat afzettingen met een mengsel van samenhangende hoge waterstanden bosstrooisel, heideplaggen en mest traden de beken en riviertjes uit de potstal zorgde voor het regelmatig buiten hun oevers. ontstaan van een meer dan 30 cm Hierbij werd op een vaak brede dik cultuurdek, de zogenaamde oeverstrook materiaal uit het enkeerdgronden. bovenstroomgebied afgezet. Dichtbij de stroom was dit het Eenmansessen werden vanaf ongeveer zwaardere grofzandige materiaal en het begin van de Middeleeuwen verder van de stroom verwijderd aangelegd, als gevolg van het het lichte klei-achtige materiaal. langzaam volraken van de esdorpen. Een en ander heeft tot gevolg Kleine boeren vestigden zich op de gehad, dat de beekdalen veelal een dekzandkoppen en richtten daar sterk wisselende indiv:dueel een bedrijfje op. Op bodemsamenstelling hebben. de koppen werden de zogenaamde akkerkampen aangelegd, terwijl de De hoger gelegen gronden zijn lagere delen soms deels woest gedurende het Holoceen vrijwel bleven en soms als graslandkamp alleen door erosieprocessen werden ingericht. Doordat elk kamp beïnvloed, met als gevolg dat er van een rondbegroeiing werd enigszins een nivellering in het voorzien, die als vee- en landschap plaatsvond. Kaart 2 wildkering moest fungeren, geeft een overzicht van de in de ontstond een sterk verbrokkeld en gemeente voorkomende geologische begroeid landschap. Dit werd nog formaties en de bijbehorende versterkt door het binnen de bodemsoorten. graslandkampen aanleggen van hagen en houtwallen, teneinde een 2.2. Bodemgesteldheid en landschap roulerende beweiding mogelijk te Het uitgesproken micro-relief van maken. Als gevolg van de met de het Haaksbergse grondgebied vormde bodem en het reliëf samenhangende de grondslag voor het gemengde ongeordend lijkende occupatie en agrarische bedrijf en de sterk het feit, dat deze uit een groot daarmee samenhangende genese van aantal individuele activiteiten het landschap zoals zich dat rond bestond, heeft het kampenlandschap het midden van de vorige eeuw een zeer gevarieerde structuur, voordeed. Op de hogere die zich onder meer door een sterk terreingedeelten legden de verspreide ligging van de landbouwers vanaf 5.000 jaar boerderijen kenmerkt. Het geleden bouwlanden aan. Om niets kampenlandschap wordt ook wel van de schaarse voor landbouw "hoevenzwermlandschap" genoemd. De geschikte hogere gronden verloren boerderijen werden landschappelijk te laten gaan en door het geaccentueerd doordat elk bedrijf op het erf een klein boscomplex de sterk uitgeloogde had ten behoeve van de veldpodzolgronden. Veen groeide in houtvoorziening. Ook op de kleine komvormige depressies met een hoge geïsoleerde dekzandkoppen grondwaterstand. ontwikkelden zich dikke vruchtbare cultuurdekken. Als gevolg van intensieve begrazing en afplagging van de In sommige gevallen werden in de heidevelden kon het gebeuren dat loop van de tijd ook in de lager de dekzandgronden weer los aan de gelegen delen van het grondgebied oppervlakte kwamen te liggen. Daar en op de heidevelden akkers waar de wind er vat op kreeg, aangelegd. Evenals dat bij de ontstonden zandverstuivingen. Het essen het geval was, werden deze natuurreservaat "Het Buurserzand" akkerkampen ter bescherming tegen ten oosten van Haaksbergen is een loslopend vee en andere dieren voorbeeld van een dergelijk omringd door een wal van zandverstuivingsgebied. akkermaalshout (maal = grens). Rond 1850 waren in de gemeente De (natuurlijke) wei- en Haaksbergen de bovengenoemde drie hooilanden kregen een plaats in de soorten gebruiksgronden, die elk laaggelegen vochtige een eigen landschappelijk karakter beekdalafzettingen die hiervoor hadden, nog duidelijk als zeer geschikt waren. De afzonderlijke ruimtelijke vruchtbaarheid van de uit fijn entiteiten te herkennen. De zand en klei bestaande bouwlandcomplexen met de beekkleigronden werd op vruchtbare enkeerdgronden lagen in natuurlijke wijze in stand het vroeger door de verschillende gehouden, doordat ze regelmatig beken doorsneden gebied: tussen de overstroomd en daardoor van een Buurserbeek en de Zoddebeek in het laag vruchtbaar slib voorzien oostelijke deel van het werden. Houtwallen om de gemeentelijke grondgebied en in aangelegde groenlandkampen het westelijke deel van de (broeken en maten) deden dienst gemeente hoofdzakelijk tussen de als perceelsafscheiding en als Buurserbeek en de Zeidzammerbeek. wildkering. De grootste essen waren die van het dorp Haaksbergen (de Honesch De derde belangrijke categorie en de Zienesch) en die van het gebruiksgronden voor het esdorp Buurse (de Buurseresch). uitoefenen van het gemengde, Bij onder meer Eppenzolder en hoofdzakelijk zelfverzorgende Brammelo overheersten de agrarische bedrijf waren de essenzwermen (concentraties van heidevelden en de veengronden. De kleine essen die slechts aan heidevelden strekten zich uit over enkele boeren genoeg bouwland de voor akkerbouw ongeschikte leverden). zandgronden met een laag grondwaterpeil die vanwege het Ook de natuurlijke wei- en afplaggen ten behoeve van de hooilanden, de verkavelde maten of bereiding van potstalmest nog eens meden en de niet verkavelde extra verschraalden. Zo ontstonden broeken lagen hoofdzakelijk in smalle stroken aan weerszijden van meeste gevallen goed te de verschillende beken. Zeer onderscheiden van oudere duidelijk was dit het gev.1 langs ontginningen door hun strakkere de Buurserbeek ten noorden van de verkavelingspatroon. De woeste es van Buurse. Verder lagen er gebieden in het gebied rond Buurse veel kleine wei- en hooilanden in bleven vooralsnog grotendeels de overal aanwezige laagten tussen onaangetast. Echter ook hier de bouwlanden. maakte het natuurlijke heidelandschap meer en meer plaats Het grootste deel van het voor rationeel verkavelde grondgebied van de gemeente groengronden. Haaksbergen werd rond het midden van de vorige eeuw in beslag De grootste landschappelijke genomen door uitgestrekte heide- wijzigingen dateren van na 1940. en veengebieden. Ruim de helft van Met uitzondering van enkele het grondgebied bestond uit (grote) gebieden ten oosten van dergelijke woeste gronden. Het het dorp Haaksbergen verdwenen de dorp Buurse werd er geheel door woeste gronden. Het voornamelijk omringd. Ten westen van het dorp in het westelijke deel van de Haaksbergen lagen voornamelijk gemeente voorkomende besloten kleinere oppervlakten niet in coulissenlandschap maakte plaats cultuur gebracht gronden. voor een veel opener landschap, waarin voor houtwallen, hagen en In het oude Middeleeuwse "grote" reliëfverschillen geen cultuurlandschap (de plaats meer was. De oude bouwlandcomplexen en de perceelsscheidingen verdwenen groenlanden) hebben zich tussen terwijl veel gronden geëgaliseerd 1850 en 1940 geen grote werden. Van de nog resterende landschappelijke wijzigingen heidevelden, veengebieden en voorgedaan. Wel trad er stuif zandgebieden werd een drietal plaatselijk een verdichting van de gebieden aangewezen als structuur in het toch al zo natuurreservaten: het Witteveen besloten coulissenlandschap op, aan de grens met Duitsland, het enerzijds door uitbreiding van het Buurserveen ten zuidoosten van de aantal groenlandkampen (met de kern Haaksbergen en het bijbehorende karakteristieke Buurserzand ten oosten van die houtwallen en hagen) anderzijds kern. door versnippering van het grondgebruik. Bijna alle woeste Een zeer markant landschappelijk gronden in het westelijke deel van element wordt gevormd door de de gemeente werden ontgonnen en Harrevelderschans, daterend uit omgezet in bouw- en grasland. Een het eind van de zestiende of het deel van de heidevelden ten begin van de zeventiende eeuw. aan zuidwesten van de kern de rand van het Buurserzand. Haaksbergen, het Langelosche Veld, Slechts het grachtenstelsel en de werd bebost. De tussen 1850 en omwalling zijn nog overgebleven 1940 in het westelijke deel van de van het vierhoekige gebastioneerde gemeente ontstane heide- militaire steunpunt. ontginningsgebieden zijn in de

8 2.3. Bodembeheer en ontginningen schrale heidegronden in de weg Vanaf ongeveer de Karolingische gestaan. De introductie van de Tijd kwam het grootste gedeelte kunstmest rond de eeuwwisseling van het grondgebied dat maakte aan dat probleem een einde. tegenwoordig tot de gemeente Op kaart 3 zijn de grenzen van de Haaksbergen behoort in handen van voormalige marken van Haaksbergen grootgrondbezitters die zich ingetekend. verdienstelijk hadden gemaakt voor de bisschop van Utrecht. In de marke Honesch lag de hof te Belangrijke grootgrondbezitters in Haaksbergen. Op de gronden van die Haaksbergen waren onder andere de hof, waar de boeren hun heren van Diepenheim (tot 1331) en pachtsommen in natura moesten de heren van Ahaus (tot 1449). In afleveren, is het kasteel de 1331 werd de bisschop van Utrecht Blankenborg gebouwd evenals de door aankoop van de bezittingen parochiekerk. Om het kasteel en de van de heren van Diepenheim de kerk ontstond een nederzetting grootste grondbezitter in waarvan de bewoners nog lange tijd Haaksbergen. gebruiksrechten in de marke Honesch bezaten. Om het afnemen van het areaal woeste gronden, die voor de Niet alleen de opheffing van de uitoefening van het marke-organisatie en de daarmee landbouwbedrijf van levensbelang gepaard gaande verdeling van de waren, tegen te gaan en het woeste gronden zorgde vanaf 1850 gebruik ervan te regelen werden voor een steeds grotere vanaf ongeveer 1300 marke- ontginningsijver. De steeds groter organisaties opgericht. Toen vanaf wordende behoefte aan brandstof ongeveer het midden van de (onder andere voor de Haaksbergse achttiende eeuw (het grondgebied textielfabrieken), de import van van de gemeente Haaksbergen Australische wol en commerciële bestond in 1885 nog voor 68% uit activiteiten van mensen als de niet ontgonnen woeste heidevelden Jordaans en de Van Heeks waren in en veengebieden) de marke- de gemeente Haaksbergen ook organisaties weer werden opgeheven belangrijke factoren. Veel (de marke Buurse in 1838, de marke heidevelden werden door de Boekelo in 1841, de marke genoemde fabrikantenfamilies Stepeloo, Eppenzolder en opgekocht en voor een deel Holthuizan in 1846, de marke herschapen in naaldbossen. Met de Brammeloo in 1849, de marke komst van de spoorwegen en de Honesch in 1854 en de marke uitbouw van de Limburgse mijnbouw Langeloo in 1862) werd in principe werd naaldhout een aantrekkelijk een grootschalige ontginning van handelsprodukt. Vooral tussen 1850 de woeste gronden mogelijk en 1940 is het gebied ten zuiden gemaakt. Het duurde echter tot van Langelo in het Langelose Veld omstreeks 1900 voordat daarmee en op de Langelose Zandhellen bos werkelijk een aanvang kon worden aangeplant. gemaakt. Tot dan had een nijpend tekort aan betaalbare (organische) 2.4. Waterbeheersing mest het vruchtbaar maken van de De afwatering van het grondgebied van de gemeente Haaksbergen vindt dat van de Regge en de Berkel. De plaats via een aantal beken, die Schipbeek kreeg in de winter water hun oorsprong vinden in het toegevoerd van de Berkel, de Regge gemeentelijk grondgebied, en wel van de Buurserbeek. In 1882 kreeg (van oost naar west) de ir. C. Lely, de latere minister Hagmolenbeek, ten oosten van het van verkeer en waterstaat en de Buurserzand overgaand in de grote stimulator van de latere Hegebeek, de Drekkersstrang (een Zuiderzeewerken, van het zijtakje van de Hagmolenbeek), de waterschapsbestuur opdracht een Bertelerbeek, de Bolscherbeek, de zodanig verbeteringsplan te Poelbeek en de zijtak van deze (de ontwerpen dat de beek bij de Markveldsche Beek) en een beek die bekende, allerhoogste waterstanden de gemeente van oost naar west zowel 's zomers als 's winters doorkruist, de Buurserbeek, met geen overstromingen zou ten oosten van Haaksbergen (dorp) veroorzaken. Het plan verdween daarin uitmondend de Zoddebeek. De aanvankelijk in de kast. De wet Bolscherbeek mondt uit in de van 29 oktober 1892, inzake de Regge. Met uitzondering van de verlening van rijksbijdragen in de Buurserbeek, die via de Schipbeek verbetering van Berkel, Schipbeek afwatert op de IJssel, zijn de en Regge, leidde voor de Schipbeek overige beken via het Twentekanaal tot een verbetering in de periode met deze rivier verbonden. Voor 1893-1907, echter aanvankelijk 1850 vormden de Schipbeek en de slechts met betrekking tot de Buurserbeek een water onder de zomerinundaties. In december 1929 naam Schipbeek. kwam een nieuw ontwerp gereed dat was gebaseerd op de afvoerfactoren In 1881 werd het waterschap De volgens het ontwerp van ir. C. Schipbeek opgericht met het oog op Lely. In de werkverschaffing van de leniging van de problemen, die de jaren dertig werd het plan waren ontstaan als gevolg van uitgevoerd. Tegelijkertijd werd tegenstrijdige belangen van met de aanleg van het Twentekanaal Schipbeek- en Reggeschippers begonnen, mede ten dienste van de enerzijds en die van de boeren verbetering van de afwatering van anderzijds. In tijden van geringe de Schipbeek op de Buurserbeek en waterafvoer wierpen de schippers de Regge. De beekjes die hun dammen op in het water. Deze beginpunt hadden in de noordelijke werden na het verkrijgen van de helft van de gemeente Haaksbergen voor de scheepvaart gewenste en tot 1930 in de Regge waterstand doorgestoken teneinde uitmondden, kregen een totaal de scheepjes weer wat verder te andere loop. Een uitzondering brengen. De niet volledig vormde de Bolscherbeek. De verwijderde dammen vormden in Schipbeek en de Buurserbeek bleven natte tijden een beletsel voor de hun oude loop volgen, mede dankzij afwatering en waren regelmatig een onderleider van de Schipbeek oorzaak van overstromingen. onder het Twentekanaal. Wel kreeg de Schipbeek een aflaatmogelijk- heid op het kanaal met een Een van de belangrijkste middelen capaciteit van 10 m 3/s. was het scheiden van het stroomgebied van de Schipbeek van

10 Doordat de Schipbeek verbeterd werd, moesten ook werkzaamheden aan de Buurserbeek ter hand worden genomen. De Oortjessluis te Buurse, die water afliet van de Buurserbeek naar de bovenloop van de Boekelerbeek, werd afgesloten. De afleiding van water van de Buurserbeek via de Diepenheimse watermolen bleef in stand met een maximum debiet van 1,5 m 3/s.

De gemeente Haaksbergen ressorteert tegenwoordig onder de werkgebieden van twee waterschappen. Het grondgebied ten noorden van de Buurserbeek behoort tot het waterschap Regge en Dinkel, opgericht in 1883, dat een oppervlakte heeft van 134.700 hectare. Dit waterschap had voor de concentratie van de waterschappen in 1957 een oppervlakte van 114.000 hectare en werd daarna uitgebreid met het waterschap De Benedendinkel en het tot dan toe nog niet in waterschapsverband opgenomen Bovendinkelgebied. Het gebied ten zuiden van de Buurserbeek valt onder het werkgebied van het waterschap De Schipbeek. Dit waterschap, opgericht in 1881, werd in 1958 uitgebreid met het gebied van het eveneens in 1881 opgerichte waterschap De Dortherbeek en heeft tegenwoordig een oppervlakte van 24.400 hectare, vóór 1958 was het 18.400 hectare groot.

11 3 Infrastructuur

(zie kaart 4)

3.1. Waterwegen Waterwegen zijn er in de gemeente Haaksbergen niet meer. De Buurserbeek heeft tot omstreeks 1900 wel de functie van waterweg gehad, maar door de aanpassingen van de Schipbeek en de aanleg van het Twentekanaal heeft ze die functie volledig verloren. Via de Schipbeek, die aan het eind van de Middeleeuwen onder andere uit handelsoverwegingen door de stad Deventer was aangelegd, kon turf, hout en vis naar de grote handelssteden vervoerd worden. Net als de andere onderdelen van het Reggestelsel (een net van schipbeken) was de Buurserbeek meer een vlotbare dan een bevaarbare rivier. Tegenwoordig wordt de Buurserbeek in toenemende mate bevaren door kanovaarders.

3.2. Landwegen De gemeente Haaksbergen kent van oudsher een radiale hoofdwegenstructuur met als centrum het dorp Haaksbergen. Al in 1783 is dit hoofdwegennet zeer duidelijk aanwezig. Niet alleen lopen er wegen door het oude ontginningenlandschap (het kamphoevenlandschap) ten westen van de kern naar Eibergen, Neede, Goor en Hengelo, maar ook door de Hexeler en Buurser Venen en de Buurserzanden naar Enschede en via Buurse naar de Duits plaats Alstatte. Met uitzondering van enkele kleine regionale wegen, die in de loop der tijd aan het bestaande externe hoofdwegennet zijn toegevoegd en voor een verdichting van het radiale patroon hebben gezorgd, is de tegenwoordige hoofdwegenstructuur in grote lijnen nog dezelfde als die van 1783.

12 In 1850 doorkruiste slechts één Almelo - Hengelo - Salsbergen verharde weg het grondgebied van gerealiseerd waren, kreeg men ook de gemeente Haaksbergen, namelijk in Haaksbergen oog voor de die van Eibergen via het dorp voordelen van een dergelijke Haaksbergen naar Enschede. Daarna verbinding. De eerste lokale zijn ook de meeste andere spoorweg in Twente, hoofdwegen van regionaal belang Hengelo-Winterswijk werd aangelegd verhard. De genoemde door de Geldersch Overijsselsche natuurreservaten en enkele in 1850 Lokaal Spoorweg Maatschappij (de nog bestaande veengebieden als het G.O.L.S.). Op 14 oktober 1884 werd Nieuwkerkerveen en het Buurserveen het station van Haaksbergen aan in het noorden waren aan het begin deze lijn geopend. van de periode 1850-1940 nog Achtereenvolgens werd in 1899 de geheel vrij van wegen. linkerzijvleugel uitgebreid met een wachtkamer derde klas en werd Tot het huidige hoofdwegennet in 1915 een verdieping boven deze behoren de volgende provinciale wachtkamer gebouwd. secundaire wegen: 1. de weg vanuit de richtingen In 1885 kwam de lijn Boekeio- Eibergen en Neede langs Enschede gereed waardoor Haaksbergen naar Usselo, Enschede Haaksbergen ook een rechtstreekse (S25), de Eibergse-, verbinding met het centrum van de respectievelij k Enschedesestraat; textielnijverheid kreeg. De grote 2. de weg Goor-St. man achter de totstandkoming van Isidorushoeve-Haaksbergen (S21), het G.O.L.S.-spoorwegennet in de de Goorsestraat; periode 1884/85 is geweest de 3. de weg Hengelo-Haaksbcrgen Winterwijkse fabrikant J. Willink, (S22), de Hengelosestraat, aan de die de Gelderse Achterhoek uit westzijde aansluitend op de S25. zijn isolement wilde halen.

De radiale externe Tot 1930 verzorgden de treinen hoofdwegenstructuur wordt zowel het goederen- als het gecompleteerd door een in het personenvervoer. Daarna werd zuidoostelijke richting lopende vanwege een sanering van de provinciale tertiaire weg (de spoorwegennet het personenvervoer Buurserstraat), die zich vlak voor opgeheven. Het goederenvervoer Buurse splitst in een weg naar bleef vooralsnog gehandhaafd, maar Enschede-Zuid (T35), de in 1937 werd de spoorlijn ook van Broekheurnerweg, en een naar die functie ontheven. Met Alstatte (T34), de Alsteedseweg, uitzondering van de lijn en enkele regionale wegen, te Haaksbergen-Enschede werden alle weten de Oldenkotsdijk en de overige verbindingen van de Watermolenweg naar de ten zuiden G.O.L.S.-lijn voor 1950 van Haaksbergen gelegen Gelderse opgebroken. Het trajectgedeelte plaats Rekken. tussen Haaksbergen en Boekelo is tegenwoordig in gebruik bij het 3.3. Spoorwegen Museum Buurtspoorweg, dat tussen Nadat in 1865/1866 de spoorlijn Haaksbergen en Boekelo Arnhem-Zutphen-Hengelo en de lijn toeristische stoomtreinen laat

13 rijden. Het museum is in 1967 opgericht door een aantal enthousiaste spoorwegliefhebbers.

14 4 Nederzettingen

4.1. Kernen Het dorp Haaksbergen is zoals gezegd ontstaan bij het kasteel de Blankenborg rond de omstreeks het jaar 1000 gebouwde voorloper van de huidige Pancratiuskerk. Aanvankelijk was Haaksbergen een esnederzetting met een losse structuur, waarvan de huisplaats Kerken Lintel (te Lintelo), vermoedelijk gesticht door Karel de Grote vóór 800, een van de oudste erven was. In het goederenregister van Hendrik, Graaf van Dalen, Heer van Diepenheim uit 1188 worden nog meerdere erven genoemd. Nieuwe boerderijen concentreerden zich rond deze kerk evenals de woningen en bedrij fspandjes van de neringdoenden en de ambachtslieden.

Haaksbergen begon zich rond 1400 te ontwikkelen toen Deventer als belangrijke Hanzestad de Schipbeek en de Buurserbeek voor de scheepvaart beter begaanbaar maakte en een verbinding tussen beide beken liet graven. Haaksbergen ontwikkelde zich tot een handelsdorp, maar behield ook zijn vroegere functies. Het hoofdzakelijk agrarische dorp was in het begin van de zeventiende eeuw gegroeid tot ongeveer café Ottink en zo groot is het vele jaren gebleven.

In het midden van de achttiende eeuw begint de textielhandel op te komen, waaruit zich de bekende Twentse textielindustrie ontwikkelde. In 1850 is in de gebouwde omgeving van Haaksbergen nog niet veel te bespeuren van fabrieksactiviteiten en -vestigingen. Echter in 1862 kwam aan de Enschedesestraat de weverij

15 van Jordaan. De komst van deze jager en verzamelaar werd de mens fabriek en de aanleg van de voedselproducent. In 1969 is in spoorwegverbinding Ruurlo-Hengelo Buurse een vuurstenen mes of kling en Boekelo-Enschede, betekenen het uit deze tijd gevonden. Resten van begin van een proces van standvoetbekers (ca. 2000 jaar diversificering van de gebouwde voor Chr.) zijn aan de Zoddebeek omgeving van Haaksbergen en een gevonden. Uit de Romeinse tijd is expansie daarvan, die zich vooral een celtic field bekend na de Tweede Wereldoorlog in een (Meddelerweg). Een celtic field is ongekend hoog tempo voltrok. een kleine vierkante akker omgeven Echter in tegenstelling tot de door aarden wallen. Er was echter periode 1850-1940, waarin de nog geen sprake van een uitbreiding van Haaksbergen vooral nederzetting in de vorm van een een gevolg was van dorp. industrievestiging, is de groei van de nederzetting na 1940 met Het gebied waar nu de kern Buurse name veroorzaakt door de steeds ligt heeft altijd een onderdeel belangrijker wordende functie van uitgemaakt van de marke Buurse, Haaksbergen als woonplaats voor de die reeds in 1188 schriftelijk arbeiders van industrieën elders vermeld werd als Burse. Pas na in Twente. 1783 begon Buurse zich te ontwikkelen tot een echt esdorp, Tegenwoordig vervult Haaksbergen echter zonder dorpskern, maar wel de functie van woonplaats voor met een dorpsschool. zowel de eigen beroepsbevolking als voor werknemers van De groei van Buurse is niet industriële en andere bedrijven spectaculair geweest. Waren er in en/of instellingen buiten de 1300 17 erven aanwezig, in 1475 23 gemeentegrenzen. Daarnaast biedt erven, in 1600 33 erven; in 1748 Haaksbergen werkgelegenheid voor en 1830 waren deze aantallen de plaatselijke bevolking en heeft gegroeid tot respectievelijk 79 en zij voor het hele gemeentelijke 98. In 1844 bestond Buurse uit 108 grondgebied een verzorgende huizen. Per 1 januari 1987 bedroeg functie op het gebied van sociale, het totaal huizen in Buurse 328, economische en culturele waarvan er 122 tot de kern voorzieningen. behoorden en de rest tot het buitengebied. Aangenomen wordt dat de eerste bewoners van de streek, die Het dorp Buurse vervult een tegenwoordig de gemeente beperkte verzorgende functie ten Haaksbergen uitmaakt, zich vanwege opzichte van de omliggende de aanwezigheid van geschikte gebieden; voornamelijk verspreide gronden voor zowel akkerbouw als boerderijen en kleinere woningen veeteelt, in de omgeving van in het Buurserveen. Verder heeft Buurse hebben gevestigd. Omstreeks Buurse op het gebied van onderwijs 2500 voor Chr. maakte de mens zich en kerk een beperkte verzorgende hier de beginselen van de landbouw functie. eigen. Daardoor kon het zwervende bestaan worden opgegeven. Van De geschiedenis van de kern St.

16 Isidorushoeve is van vrij recente houtwallen en bospercelen. datum. Op de topografische kaart van 1850 staat het gebied dat tegenwoordig wordt ingenomen door de kern nog uit woeste grond, het Meyerink- en Kolderveld. Pas na 1972 is St. Isidorushoeve tot ontwikkeling gekomen en is uitgegroeid tot een langgerekt wegdorp met de nadruk op niet- agrarische bebouwing, voornamelijk bestaande uit woningen (109 stuks) en enkele winkels, horeca- en ambachtsbedrijven. Verder beschikt het dorp over een kerk, een school en een gemeenschapscentrum en vervult daardoor een verzorgende functie voor de plaatselijke bevolking in zowel de kern als het buitengebied.

4.2. Buurschappen De van oorsprong esnederzettingen Boekelo, Eppenzolder, Stepelo, Holthuizen, Brammelo en Honesch hebben sinds 1850 geen ingrijpende functionele veranderingen en ruimtelijke structuurwijzigingen ondergaan. Het zijn agrarische nederzettingen zonder echte dorpskernen gebleven. Stepelo vormt nog steeds een goed voorbeeld van een oorspronkelijke esnederzetting met rudimentaire omkransing, de overige genoemde buurschappen met verspreide bebouwing vormen voorbeelden van essenzwerm nederzet tingen.

Het reliëfrijke landschap en het onregelmatige en bochtige wegen- en verkavelingspatroon vormen de belangrijkste structurele kenmerken van de buurschappen. Dat schijnbaar willekeurige, afwisselende karakter wordt nog versterkt door de verspreid liggende erven met de gevarieerde erfbeplanting en de bijbehorende

17 5 Bevolking

5.1. Loop van de bevolking De bevolkingsaanwas van de gemeente Haaksbergen is in de negentiende eeuw ver achtergebleven bij die van de meeste andere Twentse gemeenten. Haaksbergen had zijn sterkste groei vóór 1850.

De geringe bevolkingstoename van Haaksbergen in de negentiende eeuw is sterk bepaald door sociaal-economische factoren, zoals het laat op gang komen van ontginningen, het nagestreefde anerberecht, waarbij alleen de oudste zoon de boerderij erfde en het bedrijf dus niet werd opgedeeld, de beperkte werkgelegenheid in de nijverheidssector en de lage lonen in de Haaksbergse textielnijverheid.

In 1795 telde de gemeente Haaksbergen 3.660 inwoners. De bevolking nam in de periode 1776-1830 per jaar gemiddeld met 0.52% toe, terwijl in dezelfde periode het overige platteland van Twente, Twente (totaal), Overijssel en Nederland een gemiddelde jaarlijkse bevolkingstoename hadden van respectievelijk 0.63, 0.61, 0.92 en 0.73 procent.

In 1850 telde de gemeente 4.686 inwoners en in 1851 4.938, waarvan er 2.433 tot het mannelijke en 2.260 tot het vrouwelijke geslacht behoorden. Het resterende deel van de bevolking bestond uit 58 "onwettige" personen en 187 tijdelijk afwezigen.

Na 1850 nam het inwonertal toe tot 4.985 in 1895 en 10.047 in 1940. Dit betekende in beide perioden

18 van 45 jaar respectievelijk een Isidorushoeve woonde per 1 januari bevolkingstoename van 6.3% en 1988 respectievelijk 1,8% en 1,7% 102%. Hieruit blijkt overduidelijk van de totale bevolking van de dat, in tegenstelling tot de gemeente Haaksbergen. periode 1850-1895, in de periode tussen 1895 en de Tweede Een en ander betekent dat er in de Wereldoorlog de bevolking van periode 1850-1988 een relatief Haaksbergen sterk is toegenomen. sterke afname van de verspreid De sterke bevolkingsgroei na 1895 wonende bevolking heeft is vooral een gevolg van de plaatsgevonden en een toename van groeiende werkgelegenheid in de de in kernen wonende bevolking. In Twentse textielindustrie, waarvan de tabellen 2, 3 en 4 zijn de ook Haaksbergen de vruchten spreidingen van de bevolking en de plukte. woningvoorraad over de verschillende onderdelen van de Na 1940 zet zich de groeitendens gemeente opgenomen voor de jaren van de bevolking voort, maar deze 1849, 1947 en 1988. is echter niet zozeer een gevolg van de uitbreiding van de industriële en andere werkgelegenheid in de gemeente Haaksbergen, als wel van de steeds belangrijker wordende regionale woonfunctie van Haaksbergen, met name voor mensen die werkzaam zijn in Enschede. Tabel 1 geeft een overzicht van de bevolkingsontwikkeling in de gemeente Haaksbergen tussen 1850 en 1940.

5.2. Ruimtelijke spreiding Van de in 1850 in de gemeente Haaksbergen woonachtige personen woonde 30% in de kern Haaksbergen, namelijk 1.383 personen. De rest van de bevolking woonde in de kleinere kern Buurse en verspreid in de overige delen (de marken en buurschappen) van de gemeente.

Per 1 januari 1988 woonde 77,7% van de inwoners in de bebouwde kom van het dorp Haaksbergen, namelijk 17.450 personen. In de oude kern van het dorp woonden toen ongeveer 6.311 personen of 28,2% van de totale gemeentelijke bevolking. In de kernen Buurse en St.

19 6 Middelen van bestaan

6.1. Landbouw De geschiedenis van de huidige sociaal-economische structuur van de gemeente Haaksbergen begint omstreeks 1400 toen Deventer de reeds genoemde verbinding liet graven tussen de Buurserbeek en de Schipbeek. Tot die tijd werd de economie van Haaksbergen gekenmerkt door zelfvoorzienende landbouw. Daarna bleef tot omstreeks 1900 de landbouw verreweg de belangrijkste bestaansbron, zij het dat de produktie voor de markt langzaam maar zeker toenam.

Volgens de volkstelling van 1795 werkte 52% van de beroepsbevolking van Haaksbergen in de landbouw. Men moet hierbij echter bedenken dat in veel gevallen de landbouw een nevenfunctie was. In 1850 was een nog groter aandeel van de beroepsbevolking werkzaam in de landbouw, namelijk 65%. Daarna nam het aandeel landbouwers af tot 46.3% in 1930 en 37.8% in 1947. Op 1 januari 1985 was nog 20% van de Haaksbergse beroepsbevolking werkzaam in de agrarische sector.

Ofschoon de akkerbouw hoofdzaak was in de Haaksbergse landbouw was er in bijna elk bedrijf toch sprake van enige veehouderij. Dit hield verband met de onontbeerlijke mestproduktie voor het op peil houden van de bodemvruchtbaarheid van de cultuurgronden. In 1817 bestond de totale oppervlakte van de gemeente uit 18.1% bouwland, 9.1% weidegronden, 0.6% bossen en 72.2% heide en veen. De belangrijkste gewassen in die tijd waren rogge, boekweit, aardappelen en vlaszaad. In de loop van de negentiende eeuw zouden hier onder invloed van

20 nieuwe gewassen en nieuwe methoden bebouwing. verschuivingen in het teeltplan optreden. Vanaf 1842 waren rogge In Haaksbergen vormen in de eerste en aardappelen de twee plaats de boerderijen, waarvan er belangrijkste gewassen. Tot in de verschillende op de jaren vijftig van deze eeuw bleef rijksmonumentenlijst voorkomen, de zogenaamde eeuwige roggeteelt belangrijke visuele objecten in de belangrijkste vorm van het landschap. Tot de monumentale akkerbouw. boerderijen en erven behoren onder andere erve De Wilder aan de Toen aan het eind van de Laarveldweg 19, waarvan de negentiende eeuw de introductie geschiedenis teruggaat tot 1188, van kunstmest de noodzaak tot het De Bommelas in het Buurserzand aan behoud van de woeste gronden had het Bommelaspad (1860), het Assink doen afnemen, werd veel woeste in het Assinkbos (1808), erve grond omgezet in cultuurgrond, Steenberg aan de Haaksbergerstraat vooral weidegronden. Enerzijds was 13 (1707), erve Vrijjer de dominantie van de weidegronden (waarschijnlijk uit de zeventiende een gevolg van natuurlijke eeuw stammend en belangrijk als omstandigheden, maar anderzijds voorbeeld van een boerderij met vooral van een verschuiving in het weefkamer), erve Erummelhuis, anno voedingspatroon van de mensen. 1475 (löshoes), erve Groot of Oud Lankheet aan de Lankheterweg 4 Met het toenemen van de welvaart (1325), Nieuw of Klein Lankheet nam ook de behoefte aan vlees- en aan de Lankheterweg 3 (1700), erve melkprodukten toe. In 1890 was de Molenbeld aan de Hasseltweg 19 uit verdeling van het grondgebruik nog 1735, erve Kleinsman aan de als volgt: bouwland 2.381 ha, wei- Aaftinksweg 17, de kotterplaats de en hooiland 860 ha, tuin, Koelboer, daterend uit het begin moestuin, boomgaard, bloemisterij van de zeventiende eeuw aan de en boomkwekerij 22 ha, hakhout en Alsteedsestraat CO, boerderij De bos (opgaande bomen) 394 ha, Haar aan de Eibergsestraat uit de heide, veengrond, duin en zand achttiende eeuw, erve Nijenhuis 6.207 ha, veld en spoorwegen 55 aan de Zendvelderweg, boerderij De ha, erven van gebouwen en van Top aan de Watermolenweg 4 lustplaatsen 65 ha, dennebos 175 (ongeveer 150 jaar oud), boerderij ha en vergraven grond, moeras, 'n Boeskool aan de Morssinkhofweg strand en water 0.88 ha. 34, de uit Lonneker overgebrachte woonboerderij Het Koortskotten aan Op 1 januari 1987 bestond 56% van de Veddersweg 15 (oorspronkelijk het totale grondoppervlak van gebouwd in 1752) en boerderij Haaksbergen uit cultuurgrond, Keunekamp aan de Boekeloseweg 115 waarvan 27% akkeWand. (ruim 150 jaar oud). Het landbouwbedrijf heeft niet alleen direct door de Molens vormen de tweede categorie verschillende soorten bodemgebruik bouwwerken, die nauw verbonden gezorgd voor het ontstaan van het zijn met het landbouwbedrijf, met typisch agrarische landschap, maar name de akkerbouw. De oudste molen ook door de erbij behorende in de gemeente Haaksbergen is de

21 uit 1548 daterende door water deze molen door blikseminslag aangedreven dubbele koren- en getroffen. De houten bovenbouw oliemolen op de Buurserbeek. Hij brandde geheel af. Enkele jaren werd gesticht door de Heren van werd de malerij nog met Ahaus, die de molen lieten bouwen motorkracht voortgezet, maar al op gronden van het erve Oostendorp spoedig werden de activiteiten in de marke Langelo. Aan de geheel gestaakt. Fazantstraat staat de achtkantige bovenkruier De Korenbloem, een Een derde categorie van de met beltmolen met doorrit daterend uit landbouw samenhangende bebouwing 1798. Een derde molen heeft van vormen de gebouwen van de 1921-1974 in het Buurserzand verschillende gestaan. Tot 1921 had de landbouwverenigingen. In 1878 werd stenderkast of standaardmolen, er in Haaksbergen een afdeling van genaamd De Wissinksmolen, in de Gelderse Landbouw Maatschappij Usselo (gemeente Enschede) gesticht onder de naam gestaan, waar hij in 1802 was Dorpsvereniging Haaksbergen van de gebouwd in opdracht van de G.L.M., in Haaksbergen echter plaatselijke agrariërs, die er hun bekend onder de naam koren lieten mSlen. Aan het begin Dorpslandbouwvereniging D.L.V.. In van deze eeuw verkeerde de molen 1890 werd, na een onderbreking van in een dusdanige staat van verval dertien jaar, weer subsidie dat tot afbraak besloten werd. verleend aan de Twentse Landbouw Echter Bernard Jan van Heek trok Maatschappij (T.L.M.), waarvan de zich het lot van de molen aan en naam in 1898 werd veranderd in liet hem na aankoop overbrengen Overijsselse Landbouw Maatschappij naar het Buurserzand. In 1974 is (O.L.M.). de molen ten behoeve van restauratiewerkzaamheden uit Zowel de D.L.V. als de O.L.M, elkaar genomen en later weer hadden loodsen nodig voor de opgebouwd in Usselo. Ook in de opslag van zaaigoed en kunstmest. kern Buurse heeft een windmolen De D.L.V. begon in 1904 met een gestaan en wel van 1851 tot 1921. eenvoudig pakhuisje op het In laatstgenoemde jaar werd de spoorwegemplacement, dat in 1908 molen door de Aartsdiocesane naar de overzijde van de Boeren en Tuinders Bond (A.B.T.B.) Stationsstraat bij de toenmalige overgenomen. Deze bond kreeg op 29 boterfabriek verplaatst werd. In december 1921 gemeentelijke 1902 werd de D.L.V. opgeheven in vergunning voor de bouw van een verband met de oprichting van een nieuwe malerij met pakhuis te plaatselijke afdeling van de Buurse. De windmolen werd toen A.B.T.B. in 1919. afgebroken. Na de Tweede Wereldoorlog werd ook in St. In 1913 was door leden van de Isidorushoeve een malerij met O.L.M, de coöperatieve pakhuis opgericht op de plaats Landbouwvereniging waar tussen 1866 en 1952 de Hazen- Landbouwersbelang opgericht. Ook mölle of Koldeveldsmölle had deze bouwde eerst een loods bij gestaan. Stepelo had in 1857 zijn het station, maar reeds in 1915 windmolen gekregen. In 1917 werd werd het nog bestaande pakhuis aan

22 de Parallelweg geopend, dat steeds belangrijkere plaats ging sindsdien regelmatig werd innemen in de Twentse en ook vergroot. Haaksbergse samenleving, kwam voort uit de al eeuwenlang o? het De Haaksbergse afdeling van de boerenbedrijf uitgeoefende A.B.T.B. onder de naam linnenweverij. De vervaardiging Coöperatieve Aan- en van linnen leidde in de achttiende Verkoopvereniging bouwde in 1920 eeuw in veel gevallen tot een loods op het stationsterrein. katoenbewerking, waarbij de steeds In 1929 werd een nieuw pakhuis goedkoper wordende katoen geopend aan de Parallelweg, hoek tenslotte het linnen verdrong. De Goorsestraat. In 1972 fuseerde men geweven linnenproducten werden met de C.A.V.V. Zuid-Twente. opgekocht door de zogenaamde linnenreders of fabriqueurs, die In 1898 stichtte de Haaksbergse zelfstandige handelaren waren. In afdeling van de O.L.M, een 1776 was er in Haaksbergen al een coöperatieve landbouwersbank voor zestal linnenreders; waarvan een de behartiging van de geldzaken aantal de voorlopers van de latere der leden. Hetzelfde deed D.L.V. textielfabrikanten Jordaan, in 1902. De C.A.V.V. stichtte in Schartman, Schuiten en Ten Hoopen. 1919 de Boerenleenbank in Haaksbergen. Op 1 maart 1976 Om de linnenstof te bleken had men fuseerden de Raiffaisenbank en de in 1745 aan de Buurserbeek een Boerenleenbank tot Rabobank, die dorpsbleek ingericht. In 1764 is gevestigd werd in de in 1971 er een bleekhuisje gebouwd. gebouwde Boerenleenbank aan de Spoorstraat. Bij het weven van katoengarens werd aanvankelijk nog gebruik De eerste roomboterfabriek in gemaakt van linnen kettinggarens. Haaksbergen werd in 1894 gebouwd Deze zogenaamde aan de Spoorstraat. In 1907 bombazijnnijverheid zorgde voor besloten de D.L.V. en de O.L.M, een verbreding van het samen een coöperatie te stichten productiepakket van de ter voortzetting van de bestaande katoenspinnerijen, waarvan in boterfabriek. Spoedig werd het Haaksbergen de eerste is opgericht fabriekje te klein, waardoor men in 1781 door Jan Hendrik Jordaan. besloot een nieuwe stoomzuivelfabriek, geopend in Ondanks de introductie van nieuwe 1908, te bouwen tegenover het en snellere methoden om katoen te station. De zuivelfabriek werd na vervaardigen, onder andere door een fusie in 1970 met de Lonneker middel van de schietspoel, bleef Coöperatieve Melkinrichting en de textielindustrie tot ongeveer Zuivelfabriek te Enschede in 1978 1835 een huisindustrie. Daarna stilgelegd en daarna afgebroken. werden geleidelijk aan in verschillende plaatsen van Twente 6.2. Ambacht, industrie en calicotfabrieken (calicot is de diensten met de schietspoel vervaardigde De katoennijverheid, die in de katoenenstof) opgericht. Om de loop van de negentiende eeuw een arbeiders te trainen in de nieuwe

23 technieken werd in onder andere in er bovendien één van de twee Haaksbergen (in 1835) een speciale plaatselijke blauwververijen was weefschool gevestigd. gesloten, was er aan het einde van de jaren vijftig nauwelijks meer In Haaksbergen werd de eerste sprake van fabrieksmatige arbeid. calicotweverij en -spinnerij in De genoemde blauwververij was 1835 opgericht door de uit gehuisvest in een van de drie Duitsland afkomstige textielreder bleekhuisjes aan de Buurserbeek. J.F.M. Schuiten. Johan F.W. Het huisje, waarin de Schuiten stichtte in die tijd ook blauwververij was ondergebracht, een steenbakkerij, zoals er meer staat nog steeds op De Bleek. ontstonden in de negentiende eeuw. Ook Derk Jordaan bouwde een De grote ommekeer in de steenbakkerij met kalkbranderij en textielindustrie kwam met de wel in het Twistveld bij het invoering van de stoommachines, Niekerke. Hier werd in 1844 wat gepaard ging met een overgang eveneens de steenbakkerij, van huisnijverheid naar pannenbakkerij en kalkbranderij fabrieksarbeid. De eerste van Dievelaar gevestigd. Hendrik stoomweverij begon in 1853 te Jan Smits kreeg op 30 december draaien in Nij verdal. In 1860 1847 vergunning tot het stichten waren er in Twente al tien van een steenbakkerij en stoomweverijen. De handweverij kalkbranderij aan de Buurserbeek bleef slechts een middel van en in 1853 richtte Andries ten bestaan voor de oudere wevers, die Kotte een steenbakkerij en de verandering in de produktie kalkoven in achter de Harmölle niet meer konden of wilden volgen. nabij de Duitse grens. De kalkbranderij van Jordaan werd in In Haaksbergen voltrok zich de 1873 stilgelegd, de steenoven in overgang iets later. Hier werd de 1890. eerste stoomweverij gestart door D. Jordaan in 1861 aan de Tot omstreeks 1840 ging het goed Enschedesestraat. Al eerder, in met de Haaksbergse 1858, was in een van de textielindustrie, ondermeer als bleekhuisjes aan de Buurserbeek gevolg van de export naar het een tweedehands stoomketel voormalig Nederlands Indië. In geplaatst, maar deze werd alleen 1843 echter werd in Haaksbergen, gebruikt voor het koken en drogen waar toen twee katoenspinnerijen van linnen stukgoederen om het (Schuiten en Greve) en twee natuurlijke bleekproces te calicotfabrieken (Smits en versnellen. Op de plek waar de Franssen) stonden, de toestand in eerste stoomweverij van de weefnijverheid hoogst ongunstig Haaksbergen was opgericht, staat genoemd. Zo werd de thans de openbare basisschool. katoenspinnerij van Greve in 1850 stopgezet, waarna in 1855 en 1856 Kort na 1861 ging ook Jordaan zich de stopzetting volgde van de twee meer toeleggen op de verwerking Haaksbergse calicotfabrieken. De van katoen, waartoe in 1870 de spinnerij en weverij van Schuiten stoomblekerij werd uitgebreid. In sloot haar poorten in 1859. Daar 1883 werd de weverij uitgebreid en

24 in 1892 werd op de plaats van de de firma uitgebreid met een huidige Algemene Bank Nederland weverij, die bij de blekerij en een kolenbergplaats gebouwd. Op ververij werd opgesteld. Op 30 woensdag 4 mei 1898 brandde de juni 1898 kreeg de firma weverij aan de Enschedesestraat gemeentelijke vergunning tot het volledig af. Na de produktie van bouwen van een stoomfabriek met katoenen stoffen een tijdlang in schoorsteen en bijbehorende een noodweverij, die in de gebouwen, magazijnen, kantoren en blekerij aan de Buurserbeek was werkplaatsen aan de oostzijde van ingericht, te hebben voortgezet, de Stationsstraat. In 1920 werd de kon ir 1899 de nieuwe weverij op weverij uitgebreid door de bouw een terrein tegenover het station van een verdieping. Aan de weverij in gebruik worden genomen. Bij de werd in 1932, het finish- en fabriek bouwde men een moderne bleekbedrijf van de Honesch linnenblekerij, waarna de oude toegevoegd. In 1975 is het complex bleek aan de Buurserbeek van de in 1898 gebouwde stilgelegd kon worden. Deze werd stoomweverij afgebroken. grotendeels afgebroken. Tussen de twee wereldoorlogen werd De derde textielfabriek te het produktieassortiment sterk Haaksbergen werd in 1885 gesticht uitgebreid. Mede in verband door Salomon Frankenhuis. Deze daarmee werden er in de jaren bouwde een magazijn bij het twintig van deze eeuw magazijnen spoorwegemplacement, waarbij aan het fabriekscomplex toegevoegd regelmatig uitbreidingen en werd er aan De Boerenmaat een plaatsvonden: een pakhuis in 1892, koeltoren gebouwd. een nieuw magazijn in 1895, een machinekamer met ketelhuis en In 1890 werden als gevolg van schoorsteen in 1896, een magazijn klachten over de lage lonen 39 en kantoor in 1899, magazijnen in arbeiders van Jordaan ontslagen. 1902 en een stofloods in 1923. Van Mede als gevolg hiervan werd in de uitbreiding in 1892 getuigt nog 1895 met behulp van de r.k. het gebouw aan de Spoorstraat. In geestelijke Alphons Ariens de 1929 werden het oude pakhuis en de coöperatieve weverij De Eendracht monsterkamer door brand verwoest. opgericht, waar de ontslagen Datzelfde lot trof in 1933 de arbeiders hun werkzaamheden konden ververij en het willowlokaal met hervatten. Deze coöperatieve zijn reinigingsmachines en in 1953 weverij heeft de concurrentie met de grote magazijnen. Nieuwbouw van andere fabrieken tot 1902 het oude complex vond plaats in volgehouden. 1955 op een terrein dat aansloot bij het terrein ten zuiden van de Behalve de fabriek van Jordaan Spoorstraat. zijn er tussen 1850 en 1940 nog twee andere textielfabrieken Niet alleen de zo belangrijke gevestigd. In de jaren vijftig van textielindustrie heeft zich tussen de vorige eeuw richtte de Needse 1850 en 1940 ontwikkeld, ook firma A.J. ten Hoopen & zoon een andere, vaak gerelateerde natuurbleek in aan de Buurserbeek industrieën, zijn in die periode in de marke Honesch. In 1891 werd ontstaan zoals:

25 - het Haaksbergse gelijknamige timmerfabriek een elektriciteitsbedrijf van Bouwhuis textieldrukkerij en weverij. In aan de Blankenburgerstraat in 1968 hield de weverij op te 1897; bestaan en in 1975/76 verhuisde de - de Twentsche Wollenstoffen drukkerij naar het industrieter- Fabriek. Deze fabriek met rein; ketelhuis werd in 1917 opgericht - de Eerste Haaksbergse door Ten Brink, Enneking en Confectiefabriek, opgericht in Eijsink. In 1922 werd het bedrijf 1930 aan de Enschedesestraat (KLM echter al weer opgeheven. Het kledingbedrijven EHCO B.V.). fabrieksgebouw heeft nog enkele - de Roomboterfabriek van de jaren daarna (tot 1930) Dorpslandbouwvereniging aan de dienstgedaan als katoenspinnerij Spoorstraat, daterend uit 1894. en -weverij. Op 15 februari 1930 werd het gebouw verkocht aan de Van de totale mannelijke Twentsche Kabelfabriek N.V., die beroepsbevolking was in 1795 37% er aanvankelijk alleen laag- en werkzaam in de nijverheids- en hoogspanningskabels, maar na 1932 ambachtssector. In 1830 was dat ook telefoon- en signaalkabels 33%, in 1850 30% en in 1900 41%. fabriceerde. Van de mensen werkzaam in deze - de Twentsche Electrotechnische sectoren was in de genoemde jaren Industrie Odink en Koenderink, respectievelijk 56, 69, 71 en 56% opgericht in 1920 aan de werkzaam in de textielindustrie. Molenstraat, waaruit de fabriek In 1947 was 44,7% van de totale van schakelmateriaal Odink & beroepsbevolking werkzaam in de Koenderink B.V., aan de nijverheid, per 1.1.1985 was dit Parallelweg is voortgekomen. In de 47%. dertiger jaren, in 1955 en in 1968/1969 hebben belangrijke Naast de fabrieken vormen de in de uitbreidingen plaatsgevonden. loop der tijd gebouwde huizen van - de Textielmaatschappij de Haaksbergse "textielbaronnen" Haaksbergen N.V., opgericht door de fysieke uitdrukking van de H. Ribbels Jzn. in 1937. In industriële ontwikkeling. In gebouwen van de firma DJ. ten Haaksbergen staan een aantal van Hoopen & zoon stichtte hij een deze woningen. De oudste is het in viltfabriek, toen de enige in 1885 gebouwde woonhuis van D.J. Nederland. In 1948/49 werd een ten Hoopen aan de Von Heydenstraat nieuwe moderne fabriek gebouwd ten (vroeger Oostenstraat). In 1887 zuiden van de Goorsestraat. werd de villa van D.B.H. Jordaan - een werkplaats voor machinale aan de Spoorstraat gebouwd en in houtbewerking aan de Parallelweg, 1888 de villa van J.G. Jordaan aan gebouwd in 1920 door de firma de Ruisschenborghstraat. De oude Overbeek & Ter Huurne. In 1927 markebleek aan de Buurserbeek kwam een einde aan de samenwerking werd, nadat het van 1912 tot 1924 en ontstonden er twee dienst had gedaan als boerderij, timmerfabrieken: J.Th. ter Huurne omgebouwd tot villa De Bleek van aan de Buurserstraat en A.J. de familie Jordaan. Overbeek aan de Parallelweg. In 1949 startte H. Overbeek in de

26 6.3. Handel 5.7 en 7.4% van de totale Door de realisering van de beroepsbevolking werkzaam in deze rechtstreekse waterverbinding sector. Tegenwoordig is 16% van de tussen Deventer en het Munsterland beroepsbevolking werkzaam in de rond 1400 werd Haaksbergen de sector handel en verkeer. mogelijkheid geboden om zich te ontwikkelen tot een Nog in 1890 bestond in Haaksbergen handelscentrum. Vooral de de zogenaamde gedwongen "kromhouten" (voor de scheepsbouw) winkelnering. Werknemers van een waren een gewild artikel. Dit bedrijf moesten hun levensmiddelen alles leidde ertoe, dat men in en dergelijke kopen in een winkel Haaksbergen en omgeving ijverig van hetzelfde bedrijf. De winkel aan het kappen en handelen ging, van de firma Jordaan was gevestigd naar geleidelijk raakte het in het Witte Paard. Om aan deze houtreservoir leeg en dit had zijn voor de arbeidende bevolking weerslag op de economische positie ongewenste toestand een einde te van Haaksbergen. Door de terugloop maken werd in 1891 door 58 van de houthandel werd men werknemers van Jordaan de gedwongen om naar iets anders uit Coöperatieve Winkelvereniging te kijken. Volksbelang opgericht. De winkel werd aanvankelijk gevestigd in één In 1850 beperkte zich de van de zogenaamde Brevinkhuizen buitenlandse handel tot afval van aan de Molenstraat. Op 21 maart vlas en eieren. De invoer van 1894 kreeg men vergunning om het koloniale produkten was voor eigen huis te verbouwen tot winkelpand. consumptie. De binnenlandse handel Hier kwam de coöperatieve winkel. was van aanzienlijk grotere In 1908 kocht de vereniging een betekenis. Deze bestond schuur aan de Spoorstraat, waar voornamelijk uit handel in garen, een brandstoffenhandel gevestigd turf, houtskolen, eiken run, werd. Op 9 augustus 1921 gaf het schelhout, eieren, linnen, gemeentebestuur vergunning om het servetgoed, diemet, bombazijn, pand naast de kolenhandel te pilou, marseilles, calicot, verbouwen tot winkel en bakkerij chelasse, pellen, katoen, wollen- mits het oude pand van M. en linnengarens en stukhak (afval Schartman weer tot woonhuis van vlas). ingericht werd. Veranderde koopgewoonten en concurrentie van Tussen 1850 en 1940 is het grootwinkelbedrijven hebben na handelspakket uitgebreid met 1956 geleid tot het opheffen van produkten van de coöperatieve winkel. metaalwarenfabrieken, timmer- fabrieken, een weefspoelfabriek, 6.4. Overige een kabelfabriek en een Op 8 februari 1897 vroeg R.W.H. zuivelfabriek. Van de mannelijke Hofstede Crull ondermeer aan het beroepsbevolking van Haaksbergen gemeentebestuur van Haaksbergen was in 1795 8%, in 1830 4%, in vergunning tot het leggen en 1850 3% en in 1900 1% werkzaam in hebben van elektrische kabels in de handels- en verkeerssector. In openbare wegen vanuit een centraal respectievelijk 1930 en 1947 was punt in diverse gemeenten in

27 Oost-Gelderland en Overijssel. Te werkzaamheden werd het aantal Haaksbergen maakte hij echter geen bestellers tussen 1850 en 1890 gebruik van de verleende uitgebreid tot vier man, die sinds vergunning, waarop het het gereedkomen van het station te gemeentebestuur op 16 juni 1899 Haaksbergen daar hun post haalden aan Jan Bouwhuis uit Vasse en bezorgden. Op 31 oktober werd concessie gaf voor het oprichten van rijkswege voorgesteld om te van het Haaksbergse Haaksbergen een hoofdpostkantoor elektriciteitsbedrijf. Het bedrijf met telegraafkantoor te vestigen. kreeg een plaats aan de De gemeente aarzelde en een Blankenburgerstraat. Stroom werd telegraafkantoor achtte men niet geleverd aan de gemeente voor nodig omdat men in het station van straatverlichting, aan bedrijven de GOLS kon telegraferen. Over voor elektromotoren en verlichting telefoon werd niet gesproken, en aan particulieren voor hoewel deze wel bekend was in woningverlichting en Haaksbergen. Op 25 juni 1884 had huishoudelijke apparatuur. Toen in Jordaan vergunning gekregen om een latere jaren de vraag naar stroom telefoonleiding aan te leggen van toenam, waren er ook grote zijn stoomweverij aan de bedrijven die hun elektriciteit Enschedesestraat naar de blekerij rechtstreeks van het Twentsch bij de Morsinkhofsbrug op de Centraal Station voor Electrische Honesch en op 2 september 1884 Stroomlevering (T.C.S.) te Hengelo voor een leiding langs de grindweg betrokken. In 1932 werd het naar Enschede ter verbinding met Gemeentelijke Electrici- het daar in oprichting zijnde teitsbedrijf van Haaksbergen telefoonbureau. Een opgericht. Ook dit bedrijf kreeg hoofdpostkantoor kwam er wel, zijn stroom van T.C.S. en later namelijk in 1892 op de plaats van van de IJsselcentrale. Het bedrijf het oude hulppostkantoor. Naast van Bouwhuis hield toen op te het postkantoor werd een bestaan. directeurswoning gebouwd.

Tot 1812, toen de Rijkspost werd Inmiddels was er te Buurse door de ingesteld, was het overbrengen van gemeente een hulptelegraaf- en brieven en het vervoer van telefoonkantoor met spreekcel passagiers een particuliere ingericht, die op 1 januari 1902 onderneming. Te Haaksbergen was door de gemeente kosteloos aan het geen punt vanwaar postwagens op rijk werd overgedragen. bepaalde uren vertrokken of waar deze passeerden. Het In het Haaksbergse postkantoor dichtstbijzijnde poststation was werd op 10 december 1906 een Goor, waar de gemeentebode van rijkstelefoon- en telegraafkantoor Haaksbergen de poststukken geopend. Aan het verzenden en driemaal per week naar toe bracht. ontvangen van telegrammen in het In 1850 werd een hulppostkantoor station kwam toen een einde. Ten gevestigd op de hoek Spoorstraat/- behoeve van het publiek werd in de Poststeeg (nu Hibbertsstraat). wachtkamer een spreekcel gebouwd. Op 1 januari 1921 kwam een lokaal In verband met toenemende rijkstelefoonnet in bedrijf. Het

28 automatische telefoonnet kwam gereed op 22 september 1936.

Uit bezuinigingsoverwegingen werd in 1934 het hoofdpostkantoor veranderd in een zogenaamd ongeclassificeerd hulppost- en telegraafkantoor, maar met ingang van 1 mei 1947 verkreeg het kantoor weer zijn oude status. In 1964 kwam het nieuwe postkantoor aan de Von Heydenstraat gereed.

Nog tot 1930 haalden de inwoners van Haaksbergen hun water uit putten en uit pompen. Door de groei van de Haaksbergse textielfabrieken werd veel water aan de bodem onttrokken, waardoor het waterpeil in de verschillende putten sterk daalde. In de droge maanden hadden verscheidene putten, die in het algemeen geen weiwaterputten waren, onvoldoende en slecht water. In tonnen werd drinkwater, bijvoorbeeld van de marktpompen, gehaald, maar zelfs hier moest men soms een soort distributiesysteem invoeren. Na overleg met het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening te Den Haag besloot de gemeente op 1 april 1930 mee te werken aan de oprichting van een drinkwaterleiding door de gemeenten Eibergen, , Haaksbergen en Neede. Op 15 januari 1934 werd de N.V. Waterleiding Maatschappij Oostelijk Gelderland te Eibergen opgericht. Nog in hetzelfde jaar werd met de bouw van het pompstation in Olden (Eibergen) begonnen. De watertoren werd daarna gebouwd op de Mallemse es. Op 7 november 1935 werd het waterleidingbedrijf met een buizennet van 55 km geopend.

29 7 Sociale en culturele voorzieningen

7.1. Kerken en begraafplaatsen Het eerste, vermoedelijk houten kerkje van Haaksbergen werd tussen 900 en 1000 na Chr. gebouwd. Bij opgravingen tijdens een restauratie van de Pancratiuskerk in de jaren 1975-1976 werden de funderingsresten van een kleine Romaanse kerk uit de twaalfde eeuw blootgelegd. Aan de hand van overige voormalige funderingen konden de uitbreidingen van de kerk tot op heden worden vastgesteld. De belangrijkste en tevens laatste uitbreiding werd verricht in 1887-1888 toen een geheel nieuwe noordbeuk aan de kerk werd toegevoegd. Daarmee kreeg de Pancratiuskerk zijn huidige vorm.

Op 8 december 1632 werd de overeenkomst tussen protestanten en katholieken door de ridderschap en steden van Overijssel opgezegd, waarna ook in Twente de katholieken vervolgd werden en de Nederlands Hervormde kerk (toen Gereformeerde kerk geheten), de erkende staatskerk werd. De katholieke kerken kwamen in handen van de Nederlands Hervormde gemeente.

Veertig jaar later werden door Bernard van Galen (Bommen Berend) de kerken weer teruggegeven aan de katholieken, maar lang duurde dat niet. Reeds in 1674 werden ze weer aan de Hervormden toegewezen.

Bij Koninklijk Besluit van 14 maart 1809 moest de Pancratiuskerk weer aan de katholieken worden afgestaan, omdat zij de grootste kerkelijke groepering vormden. De Hervormden kregen geld voor een nieuwe kerk, die in 1811 werd gebouw aan de Oostenstraat (nu Von

30 Heydenstraat) naast het In 1850 telde de gemeente richtershuis. Oorspronkelijk was Haaksbergen 1.000 hervormden, dit huis door Jan Janssen van der 3.500 rooms-katholieken en 30 Sluys, één van de richters van het joden. Het aantal gerichtsambt Haaksbergen, in 1720 rooms-katholieken bedroeg derhalve gebouwd als ambtswoning. Na de 77%. Per 1 januari 1987 was 68% dood van Van der Sluys in 1738 van de totale bevolking kwam het in bezit van de diaconie rooms-katholiek oftewel 15.185 van de Hervormde gemeente. De personen. Verder waren er 2.901 grote brand van 16 augustus 1851, hervormden en 376 gereformeerden. die een groot aantal gebouwen en Tot de overige kerkgenootschappen woningen in de as legde, vernielde en niet tot een kerkgenootschap ook het kerkgebouw van de behoorden respectievelijk 816 en Hervormde gemeente. Op de plaats 3.128 personen. van de afgebrande kerk werd in 1854 een kopie van de vorige Rondom de St. Pancratiuskerk in gebouwd. het dorp Haaksbergen lag vroeger het kerkhof. De eerste De Joodse gemeente van Haaksbergen afzonderlijke begraafplaats werd kreeg in 1828 een synagoge aan de in 1828 aangelegd aan de huidige Ruisschenborghstraat, die Enschedesestraat. De begraafplaats tot de ringsynagoge van Oldenzaal werd onderverdeeld in een behoorde. Het gebouw wordt katholiek en een protestants deel. tegenwoordig gebruikt door de Daar waar de aanwezige beukenhaag Liberaal Joodse Gemeente. rondom het kerkhof lager dan twee meter was, werd door Gedeputeerde De Gereformeerde kerk van Staten uit esthetisch oogpunt een Haaksbergen bestaat sinds 1899. hoge muur voorgesteld. In 1901 is Voorheen had men een kerkje aan de aan deze begraafplaats een Zeedijk, sinds 1954 staat de kerk rooms-katholiek deel toegevoegd. en pastorie aan de Het lijkenhuisje dateert uit 1873, Enschedesestraat. het kruis uit 1863.

Buurse was al vroeg een In 1830 werd door Derk Jordaan aan zelfstandige parochie. Op eerste de Spoorstraat een particuliere kerstdag 1852 werd er de eerste begraafplaats aangelegd met rondom Heilige Mis opgedragen in een een twee meter hoge muur. Ook hier loods. Twee jaar later was er het was een tweedeling aangebracht: kerkgebouw, dat tijdens een onweer links van het middenpad de op 4 juli 1883 grondig werd katholieken en rechts ervan de verwoest. De kerk werd in 1885 protestanten. weer volledig opgebouwd. In 1939 heeft deze plaats gemaakt voor de Een Israëlitische begraafplaats huidige kerk. De Nederlands ligt op de hoek van de Hervormde gemeente in Buurse, die Goorsestraat en de A. van in 1885 zelfstandig werd, kreeg in Nesstraat. Het ijzeren toegangshek 1857 haar kerk. De parochiekerk dat werd geschonken door S. van St. Isidorushoeve werd in 1926 Frankenhuis is van 1889. Het gebouwd. lijkenhuisje dateert uit 1920. De

31 begraafplaats wordt omgeven door werd in Haaksbergen op het een hoge Iigusterhaag. bestaande schoolterrein een nieuwe school gebouwd. In 1836 kwam die In 1934 werd het kerkhof bij de school gereed. Reeds enkele jaren Bonifatiuskerk in de Veldmaat later was deze school al weer te aangelegd. Na de Tweede klein geworden, waardoor in 1862 Wereldoorlog zijn aan de de bouw van een nieuwe, grotere Buursestraat in het Buurserzand school aan de Markt werd een algemene en een Nederlands aanbesteed. Op 27 februari 1864 Hervormde begraafplaats ingericht. werd de nieuwe school opgeleverd. Beide zijn gesitueerd in het bos aan de westkant van het Inmiddels was er in ! ;t dorp (in stuifzandgebied. De begraafplaats 1863) een bijzondere school van Buurse aan de Alsteedseweg opgericht, die reeds in 1868 in dateert uit 1910. Een lage Haaksbergen ophield te bestaan als meidoornhaag met ijzeren hek gevolg van een verplaatsing naar omringt het terrein. elders.

7.2. Scholen Het aantal leerlingen in de Het eerste schoolgebouw in gemeente bleef sterker groeien dan Haaksbergen was het schoolhuis aan het aantal schoolbanken. Ondanks de Oostenstraat, thans het pand op het gereedkomen van openbare de hoek van de Von lagere scholen in Honesch (1900) Heydenstraat/Schoolstraat. In 1723 en de Veldmaat (1903), waarheen werd een nieuw schoolhuis gebouwd een gedeelte van de op de plaats van het oude dorpsleerlingen werd schoolhuis. overgeplaatst, bleef ruimtegebrek Nadat tot 1798 het schoolwezen het grote probleem voor de achtereenvolgens door de dorpsschool. Dientengevolge werd katholieke kerk en de Nederlands besloten tot de bouw van een Hervormde Kerk was bepaald, werd tweede vierklassige openbare de schooltaak geplaatst onder de dorpsschool aan de Zeedijk. De "agent van nationale opvoeding". school(een dependance van de Op 15 juni 1801 kwam de eerste school op de Markt) werd in 1920 Nederlandse schoolwet tot stand en in gebruik genomen. in 1806 de tweede, volgens welke, naast openbare, ook bijzondere Door de onderwijswet van 1 januari scholen werden toegestaan. Het 1921 werd openbaar en bijzonder aantal scholen breidde zich onderwijs financieel dientengevolge sterk uit. gelijkgesteld. Naar aanleiding hiervan verzochten als eersten de In Haaksbergen waren in 1833 vier rooms-katholieke kerkbesturen van zogenaamde plattelandsscholen of Haaksbergen en Buurse gemeentescholen aanwezig, namelijk gemeentelijke medewerking bij het één in Haaksbergen, één in oprichten van twee bijzondere Boekelo, één in Brammelo en één in scholen. Als reactie daar weer op Buurse. ; wilde de Nederlands Hervormde gemeente een bijzondere neutrale Wegens een tekort aan schoolruimte school voor lager- en uitgebreid

32 lager- en vervolgonderwijs. De tijd door katholieke onderwijzers gemeenteraad besloot nog in 1921 gerund. Onderwijs werd mee te werken aan het aanvankelijk genoten in een totstandkomen van een boerderij. In Buurse werd in 1858 rooms-katholieke lagere school te aan de weg van Haaksbergen naar Buurse, een rooms-katholieke Alstatte een nieuwe openbare lagere en uitgebreid lagere school lagere school gebouwd. Dit was te Haaksbergen, waartoe de school overigens niet het eerste aan de Zeedijk vergroot zou schoolgebouw voor lager onderwijs worden, de openbare lagere school dat hier tot stand kwam. te Buurse uit te breiden en te Haaksbergen een nieuwe openbare Ook Buurse kreeg in 1921 met de lagere school te bouwen. Haaksbergse schoolstrijd te maken. De openbare lagere school werd in De neutrale schoolvereniging 1922 vergroot en overgedragen aan besloot af te zien van zijn de Neutrale Schoolvereniging. In plannen, die zouden hebben 1921 was er reeds een geresulteerd in drie lagere rooms-katholieke bijzondere school scholen. Wel werd van deze gebouwd aan de Broekheurnerweg. vereniging door de gemeente een bouwplan voor een nieuwe school, Tot 1934 stond op de grens van de van de hand van architect De Wijs marken Langelo en Brammelo een uit Enschede, overgenomen. De oude buurtschapschool, de gemeente besloot tot het bouwen Brammelerschool of de openbare van de nieuwe dorpsschool aan de school van Langelo en Brammelo. toenmalige Enschedesestraat. In Nog tot 1752 was de schoolmeester 1924 werd de nieuwe school in rooms-katholiek. In dat jaar werd gebruik genomen. een 'Gereformeerde' schoolmeester aangesteld en werd de school Een school voor Uitgebreid Lager verplaatst naar Overijssels Onderwijs werd gesticht in 1922. grondgebied. De school kwam te De leerlingen van deze school staan op de grens van Langelo en kregen aanvankelijk les in de Brammelo. In 1846 werd er een catechismuskamer van de nieuwe school gebouwd. Deze school Pancratiuskerk, maar vanaf 1 april was in 1918 zo bouwvallig 1923 in de oude school op de geworden, dat er een houten Markt. Op 5 november 1923 was 48% noodgebouw werd gebouwd, dat in van het aantal leerlingen van de 1924, na de opheffing van de U.L.O. rooms-katholiek. Dit vormde openbare lagere school in voor het rooms-katholieke Brammelo, verplaatst werd naar de kerkbestuur een reden om te Veldmaat. De oude Brammelerschool ijveren voor een eigen U.L.O, maar werd in 1934 afgebroken. ze kregen die toen nog niet. Op het kadastrale minuutplan van In tegenstelling tot de scholen in 1832 staat aan de Beckumerweg, het dorp Haaksbergen werden de waar de marken Boekelo, Holthuizen scholen in de marken (de marke- of en Eppenzolder bij elkaar kwamen, buurtscholen) in sommige gevallen een school vermeld. Deze school ook na de Hervorming nog lange was bestemd voor de leerlingen uit

33 de drie genoemde marken. In 1857 1903 toestemming aan de pas kwam er een nieuwe school gereed, opgerichte voetbalvereniging die in 1928 op zijn beurt Exelsior, de voorloper van v.v. vervangen werd door een nieuwe Haaksbergen, om een weide te vierklassige openbare school. In voetballen. In 1920 werd op het hetzelfde jaar werd deze school op Scholtenhagen het eerste officiële verzoek van het rooms-katholieke voetbalveld van Haaksbergen in kerkbestuur van St. Isidorushoeve gebruik genomen. De aanleg van omgezet in een rooms-katholieke voetbal- en andere sportvelden bijzondere lagere school. Er kwam ging daarna door. In 1927 werd een toen een einde aan het openbare veld aangelegd voor de onderwijs aldaar. voetbalvereniging H.A.C., in 1932 één voor de Nederlandse Arbeiders De openbare lagere scholen van de Sportbond, in 1936 een tweede Veldmaat en Honesch werden terrein voor H.A.C.. respectievelijk in 1924 en 1938 omgezet in rooms-katholieke Na de Tweede Wereldoorlog is het bijzondere lagere scholen. De naar Scholtenhagen uitgegroeid tot een de Veldmaat overgeplaatste houten groot en gevarieerd noodschool van Brammelo heeft tot recreatiegebied met onder andere 1928 dienst gedaan toen de nieuwe een camping (in 1967 in gebruik openbare lagere school aan de genomen), een kinderboerderij met Geukerdijk gereed kwam. hertenplaats (1975), een boerderij annex café en een zwembad. Tevens Op 1 januari 1986 telde de zijn tegenwoordig in het landgoed gemeente Haaksbergen 17 scholen een twintigtal sportvelden, voor basisonderwijs en een zestal waaronder voetbal-, tennis- en scholen voor voortgezet- en hockeyvelden. beroepsonderwijs, variërend van een Lagere Technische School tot Behalve het Scholtenhagen telt de een scholengemeenschap voor gemeente nog een aantal andere Atheneum en Havo. landgoederen, waarvan de meeste opengesteld zijn voor recreatieve 7.3. Overige doeleinden. De belangrijkste Op één van de oudste huisplaatsen hiertoe behorende gebieden zijn van Haaksbergen (Scholtenhagen) het Buurserzand, dat in 1929 heeft in 1887 W.H. Jordaan een geschonken werd aan de Vereniging 83,5 hectare groot park aangelegd, tot Behoud van Natuurmonumenten in waar de Haaksbergse ingezetenen Nederland door de weduwe van Jan vrije wandeling hadden. Na de dood Bernard van Heek, en de vier van W.H. Jordaan werd het bezit in Staatsnatuurreservaten: het een stichting ondergebracht, die Veldsnijdersveen, de tot doel had het vestigen van een Snakenburgerheide, het gelegenheid voor de inwoners van Haaksbergerveen en het Witte Veen. de gemeente Haaksbergen ter ontspanning en ondersteuning van In 1894 werd te Haaksbergen een hulpbehoevende oude werklieden van afdeling van de Roomskatholieke de firma D. Jordaan & Zoon. Het Werkliedenvereniging opgericht. Na bestuur van deze stichting gaf in aanvankelijk onderdak gevonden te

34 hebben in de oude pastorie aan De burgemeester. In 1920 kocht de Braak kreeg de toenmalige gemeente daartoe panden aan de rooms-katholieke Oostenstraat, namelijk een dubbele fabrieksarbeidersvereniging, St. woning, die stond op de plaats van Joseph geheten, in 1899 vergunning het huidige postkantoor, en een om aan de Hibbertsstraat een nieuw aan de overkant van de straat verenigingslokaal te bouwen. In liggend vrijstaand huis met 1923 werd er achter het bestaande garage. De verhuizing vond in gebouw een toneel gebouwd, waar augustus en september 1921 plaats. door de toneelvereniging vele De raad was echter niet voorstellingen gegeven werden. In enthousiast over het nieuwe 1961 brandde het gebouw af. gemeentehuis; het was niet representatief genoeg en lag wat Voor de bouw van een ver uit het centrum. Het gevolg bejaardentehuis werd in 1911 een was dat reeds vóór 1940 plannen bouwterrein aan De Braak gekocht. werden gemaakt om het gemeentehuis Al op de bestektekening werd weer te verplaatsen naar de oude echter het te stichten gebouw een stee aan de Markt. In 1941 werd ziekenhuis genoemd. Het door het nieuwe gemeentehuis, dat op de architect Te Riele ontworpen percelen van het oude gemeentehuis ziekenhuis kwam in 1913 gereed en de vroegere burgemeesterswoning onder de naam St. gebouwd was, opgeleverd. Antoniusgesticht. In 1931 werd er een kleine uitbreiding gerealiseerd. Na de Tweede Wereldoorlog rijn in de gemeente respectievelijk in 1965 en in 1980 een bejaardentehuis aan de Klaashuisstraat (het Saalmerink) en een verpleeghuis voor langdurig zieken (het Wiedenbroek) in gebruik genomen.

In 1830 werden twee woningen aan de Markt aangekocht door de gemeente en respectievelijk ingericht als burgemeesterswoning en gemeentehuis. Op de plaats van het eerste gemeentehuis werd in 1881 een nieuw gemeentehuis gebouwd. Het burgemeestershuis heeft toen ook een ander aanzien gekregen.

Nadat in de Eerste Wereldoorlog militairen in het gemeentehuis gelegerd waren, begon men te denken aan een nieuwe huisvesting voor secretarie, gemeenteraad en

35 8 Ontwikkeling 1850 - 1940

Typering: Kernesdorp.

Functie: In 1850 is Haaksbergen een agrarisch dorp met enkele voorzieningen. Tussen 1850 en 1940 ontwikkeld het dorp zich als verzorgings- en industriekern.

Ruimtelijke ontwikkeling: De ruimtelijke structuur wordt in 1850 bepaald door aaneengesloten bebouwing rond het marktplein met de St. Pancratiuskerk en bebouwing langs de uitvalswegen. Na de vestiging van de weverij (1862) en de aanleg van de spoorlijn Hengelo-Winterswijk (1884) vond, naast de verdichting van de kern een uitbreiding plaats tussen de kern en de spoorlijn. Het industriegebied was geconcentreerd in de vorm van een wig, lopend van het zuidwesten naar het noordoosten langs de spoorlijn tot het centrum. De ruimtelijke uitbreiding van Haaksbergen tijdens de periode 1850-1940 bleef beperkt van omvang en vond in hoofdzaak plaats langs het vanouds bestaande wegenpatroon; een planmatige uitleg komt pas na 1945 tot stand.

36 Stedebouwkundige ontwikkeling Haaksbergen

Boven: kaart ca. 1850 Onder kaart ca. 1900

• 9

Kalkt*

37 Kaart ca. 1940

Schaal : ca. 1:15000 Bron : Topografische kaarten van Nederland Kaart ca. 1850, verkend 1848 Kaart ca. 1900, verkend 1881/1882, herzien 1901 Kaart ca. 1940, verkend 1933

38 oc 00

ft

HAAKSBERGEN

>

•*".

V:

'•**••?•• Bronnen

Literatuur Haaksbergen en regio: *Asbroek, W.E. ten, Haaksbergen voor en na 1188. Haaksbergen, 1987. •Caspersz, G., Haaksbergen, een geografische scriptie van het fysieke milieu van de gemeente. Amsterdam, 1981. *Haaksbergen. Schets van een plattelands- en industriegemeente. Zwolle, 1958. *Historie der kerken van Haaksbergen. Haaksbergen, 1973. •Historie van Haaksbergen. Deel 1, Historische Kring Haaksbergen, Haaksbergen, 1975. •Historie van Haaksbergen. Deel 2, Historische Kring Haaksbergen, Haaksbergen, 1977. •Historie van Haaksbergen. Deel 3, Historische Kring Haaksbergen, Haaksbergen, 1978. •Historie van Haaksbergen. Deel 4, Veldnamen in Haaksbergen. Historische Kring Haaksbergen, Haaksbergen, 1982. *Konings, J., De ontwikkeling van de bevolking van Haaksbergen in de negentiende eeuw, een historisch- demografisch en sociaal-economisch onderzoek. Lent, 1980. •Schuiten, G.M., Monumenten van Haaksbergen. Haaksbergen, 1980. •Structuurplan 1987. kernen Haaksbergen. Gemeente Haaksbergen, 1987. •Temmink, A.J. en J.B.A. Leusink, Haaksbergen vroeger en nu. Enschede, 1971.

Kaarten: •Bodemkaart van Nederland. Stiboka, Wageningen, 1985. •Kadastrale minuutkaart 1832, Rijksarchief Overijssel, Zwolle. •Topografische kaart van Nederland, ca. 1850, 1900, 1935, 1950, 1960, 1976 en 1985. Topografische Dienst Delft/Emmen.

39 Archieven: *Databank Universiteit van Amsterdam, Vakgroep Sociale geografie, 1988. «•Gemeenteverslagen 1850-1940, Rijksarchief Overijssel, Zwolle *Verslagen van Gedeputeerde Staten 1850-1940, Rijksarchief Overijssel, Zwolle.

40 Tabellen

Tabel 1 Loop van de bevolking in de gemeente Haaksbergen tussen 1850 en 1940.

Jaar1) Aantal inwoners Index(1850=100)

1850 4.686 100 1860 4.729 101 1870 4.718 101 1880 4.856 104 1890 4.891 104 1900 5.151 110 1910 5.680 121 1920 6.652 142 1930 8.427 180 1940 10.047 214

1) Cijfers per 31 december

Bron: Databank Universiteit van Amsterdam, vakgroep Sociale Geografie, 1988.

Tabel 2 Aantal inwoners en woningvoorraad per onderdeel van de gemeente Haaksbergen in 1849.

Onderdeel Aantal inwoners ' Woningvoorraad1)

Haaksbergen 1.383 230 Honesch 467 78 Eppenzolder/Stepelo 485 81 Holthuizen 406 68 Boekelo 420 70 Brammelo 246 41 Langelo 210 35 Buurse 745 124

Gemeente Haaksbergen 4.362 727

1) Cijfers bij benadering; woningvoorraad gebaseerd op een gemiddelde woningbezetting van 6.

Bron: Steden en dorpen in Overijssel, 1980.

41 Tabel 3 Aantal inwoners en woningvoorraad per onderdeel van de gemeente Haaksbergen op 31 mei 1947.

Onderdeel Aantal inwoners Woningvoorraad

Wijk Haaksbergen 4.785 Wijk Buurse 820 Verspreide huizen 5.659 Woonwagens 15

Gemeente Haaksbergen 11.279 1.848(682) L>

1) (682) = aantal boerderijen en/of tuinderswoningen.

Bron: Enkele sociaal-economische vraagstukken in de gemeente Haaksbergen; 1942 en Uitkomsten van de volks- en beroepstelling van 31 mei 1947.

Tabel 4 Aantal inwoners en woningvoorraad per onderdeel van de gemeente Haaksbergen op 1 januari 1988.

Onderdeel Aantal inwoners1* Woningvoorraad1)

Kern Haaksbergen 17.450 5.885 Buitengebied Haaksbergen 2.252 539 Kern St. Isidorushoeve 385 109 Buitengebied St. Isidorushoeve 779 158 Kern Buurse 415 133 Buitengebied Buurse 781 203 Verspreide huizen Beckum 210 46 Verspreide huizen Hengevelde 189 35

Gemeente Haaksbergen 22.461 7.108

1) De genoemde aantallen zijn gemeentelijke opgaven; ze kunnen daardoor afwijken van de C.B.S.-cijfers.

Bron: Statistieken R.O.I., Aantal inwoners en woningvoorraad per onderdeel van de gemeenten van Overijssel, 1988.

42 Kaart 1

DE LIGGING VAN DE GEMEENTE IN TWENTE

H«^g*o

10 km

Grenzen van Twente Gemeentegrenzen

Bron: Atlas van Nederland, deel 1, 1984.

43 Kaart 2

BODEMGESTELDHEID EN GEOLOGIE

4Km

I I Enkeerdgronden met een cultuurdek van tenminste 30 cm |^H Kleine geïsoleerde zandkop met cultuurdek van meer dan 30 cm F::::::x:::l Stuifzanden |::::: :| Schrale zandgronden met veel terreindepressies als dobben II I I I II Overige zandgronden I | Verschillende soorten beekeerdgronden E;£;:|:|£H Keileemlagen onder andere afzettingen, beginnend tussen 40 en 120 cm |%%%vj Veengronden •• — — Smalle geul, erosiedal II) 1111| Bebouwde kom

Bron: Bodemkaart van Nederland, 1985.

44 Kaart 3

MARKEN

•-.. MARKE BOEKELO

EPPENZOLDEf\ en

HOLTHUIZEN

BRAMMELO0 < V BRAMM^LERBROEK ARKE BUURSE

LANGELOO

H

0 1 2 3 4km

Huidige gemeentegrens Markegrens Riviertjes en beken

Bron: Geschiedkundige Atlas van Nederland, 1924.

45 Kaart 4

INFRASTRUCTUUR

N

4km

Straatweg in 1850 Tussen 1850 en 1933 aangelegde of verharde wegen Opgeheven en opgebroken spoorlijn Spoorlijn van Museum Buurtspoorweg Grenskantoor Bebouwde kommen in 1984

Bron: Topografische kaarten van Nederland, 1850, 1935 en 1988.

46 Kaart 5

GEMEENTE HAAKSBERGEN OMSTREEKS 1865

HE X G E* L O il B T I) t. L D E X

L O X X fa. K E R

r Jtrnuimrlo "^. _^» ^ ... #:--^* ^•.^t~*\JF+i*: '•' " " -* ; ^f.

• .-:i»*r#-.'-V;.--.i^.

üirgavc »*n ffu^o Saringir [e Leeuwarden fOUTf Bundt^s. 17SO

N

Bron: Gemeente-atlas van Nederland, 1971.

47 Kaart 6

GEMEENTE HAAKSBERGEN OMSTREEKS 1972

4km

Bron: Topografische kaart van Nederland, 1974.

48