Zwarte Specht Drycopus Martius
Drentse vogel van het jaar
Remco Drewes Hans Olk & Harold Steendam
De Zwarte is de leverancier van holen in de Specht enige grote
Nederlandse bossen; holendie regelmatig gebruikt worden doorandere
soorten zoals Kauw, Holenduif, Boommarter en recent in Drenthe
ook Manen al. De Ruigpootuil (van et 2009). meeste paren gebruiken
verschillende clusters holen broeden. Het mede van om te slapen ente is
hierdoor dat de soort lastig is te inventariseren. In het verleden zijn
aantallen Drenthe Nederland fors de in en te hoog ingeschat. Aan het
Drenthe Al eind van de vorige eeuw hepen de aantallen in terug. met
al. voldoenderedenenhet voorkomen de van soortnog eens opnieuw in
kaart te brengen.
De bezoekers de WAD-avond in in Assen van november 2007 wezen de Zwarte Specht aan
als Drentse van het Jaar 2008. De Vogel verschijning, het geluidenrepertoire en de leefwijze
deze Nederland voorkomende van grootste in specht spreekt blijkbaar tot de verbeelding
veel De Zwarte heeft de beschermde van mensen. Specht vandaag dag een status op basis
in van eeuw van de Vogelrichtlijn. Tot de dertiger jaren de vorige werd de soort vervolgd -
vermeende schade aan de bosbouw. Zwarte geschoten- vanwege Spechten zijn standvogel en
de volwassen veelal in hun territorium. Voor hun holen vogels blijven zijn ze aangewezen op
oudere voldoende in bomen van dikte, Drenthe worden meestal Beuken gebruikt. De Zwarte
hakt in de Specht loop van zijn leven vaak meerdere holen uit, waardoor er clusters van holen
kunnen Holen worden ontstaan. soms jaren achtereen gebruikt.Tegenwoordig is er voldoende
oud bos en daarmee is factor broedgelegenheid; gebrek aan nestplaatsen geen beperkende
in het voorkomen eventuele verdere deze meer en verspreiding van specht.
Het doel het onderzoek in het kader de belangrijkste bij van Drentse Vogel van het Jaar
2008 het vaststellen de actuele aantallen de de Zwarte was van en broedvogelverspreiding van
in Drenthe. Daarnaast zouden verder over en worden Specht gegevens biotoop nestplaats
verzameld.
88 Drentse Vogels 23 (2009) Opzet en werkwijze
de Zwarte zich Als bosvogel bij uitstek beperkt het leefgebied van Specht tot bos van enige
voldoende ouderdom. In de Drentse veenkoloniën in met omvang en en agrarisch gebied
houtwallen hoeven we Zwarte te verwachten. De bossen in.Alle geen Spechten moesten we
potentieel geschikte gebiedenwerden geselecteerd: de Drentse boswachterijen en een aantal
mogelijk geschikte kleinere bossen, het liefst metbeukenopstand. Ook de gebiedenwaar in het
verleden Zwarte voorkwamen werden de selectie van de Spechten daarbij meegenomen. Bij
gebiedenzijn zowel de diverse atlassen als het recente bestand van waarneming.nl gebruikt.
Zwarte Spechten kunnen luidruchtig zijn en zich via het uitgebreide geluidenrepertoire flink
kenbaar maken. Territoria zijn echter door de hoge mate van mobiliteit, de grootte en de
de te stellen. Alles tezamen kan overlap van leefgebieden lastig vast genomen er gemakkelijk
overtelling optreden.
De tellers werd gevraagd vanaf begin maart de geselecteerde gebieden 4-5 maal dekkend
aandacht holenclusters te onderzoeken. Speciale moest daarbij uitgaan naar het zoeken van
in oude en (bezette) nesten geschikt gebied (voldoende bomen, met name beukenpercelen
en laanbeplanting) en naar alle nestindicatieve geluiden (roffelen, lachen, contactroepjes).
Van het “kru-kru-kru”en het “kliuuu” werd als vaakgehoorde klagende aangegeven ze niet
nestindicatief beschouwen. Verder werd informatie keuze te gegeven over van nestboom,
de actieradius werd benadrukt. De kaarten worden nestgat en grote waarnemingenmoestenop
welke het Wanneer ingetekend, na afloop van broedseizoen, zijn geïnterpreteerd. geen nesten
werden gevonden ging de interpretatievolgens Van Dijk (2004). Met het kaartmateriaal en
een telformulier werd eenhandleiding naar de tellers meegestuurd.
mits Losse meldingen van Zwarte Spechten konden worden doorgegeven, gedocumenteerd.
nestvondsten Vooral waren daarbij bruikbaar.
kwaliteit Dekking en
Het deel de de 2008 overgrote van potentieel geschikte gebieden in provincie is in geteld.
Voor die niet of is recente in gebieden onvolledig zijn geteld teruggegrepen op karteringen
deze bossen. Het Schoonloo gaat om Boswachterij (Ottens 2002), Gees, Mepperdennen
en Witteveen (Hasper &c Jager 2008), Sleenerzand (Ottens 2002). De Wijk (Landgoed
Oosterhesselen, niet in Dickninge, De Klencke Hollandscheveld en Oosterbos zijn geteld
2008 recente Voor deze is en er zijn geen karteringen uitgevoerd. gebieden gebruik gemaakt
de van losse waarnemingen en website waarnemingen.nl.
Resultaten
Aantallen en verspreiding
Uit aantal wel losse deze of een gebieden zijn waarnemingen beschikbaar, maar zijn
onvoldoende of solitaire onvoldoende gedocumenteerd, wijzen op rondvliegende vogels en zijn
territorium kunnen Dit betreft De om een op te voeren. Assen/Rolde, Hijkerveld/Smilde,
Wijk/Dickninge en Wildenberg/Zuidwolde.
Van de losse noch overige gebieden zijn geen waarnemingen binnengekomen, zijn
We veronderstellen daarom dat ook waarnemingen aangetroffen op www.waarneming.nl.
daar broeden geen paren tot zijn gekomen.
Drentse Vogels 23 (2009) 89 Tabel Aantal territoria dichtheid Zwarte met dan 100 ha bos in 1. en van Spechtper gebied meer
* 2008. is gebaseerd op literatuurbron (zie werkwijze). A= aaneengesloten, F= gefragmenteerd,
N=nesten zoeken, T= territoriumkartering, W= www.waarneming.nl. Breeding numbers and
density ofBlack Woodpecker in areas that contain more than 100ha of woodlandin the Province
of Drenthe in 2008. A= continuous woodland, F= fragmented woodland. N= nest searching, 7=
territorymapping. W- website for observations.
Gebied Bos (ha) Fragmen- Werkwijze Territoria N/1000 ha
tatie
Area Woodland Fragmented Method Territories N/1000 ha (ha)
Smilde/Berkenheuvel 2700 A N 6 2,2
Gieten/Borger 2200 A N 5 2,3
Exloo/Odoorn 1600 A N 6 3,8
Dwingeloo/Anserdennen 1400 A I 14 10,0
Schoonloo* 1250 A N 3 2,4
Sleenerzand* 1100 A N 3 2,7
Hooghalen 1000 A N 3 3,0
Grolloo 950 A N 2 2,1
Ruinen 750 A N 2 2,7
Boschoord 700 A T 9 12,9
Valtherbos/Emmerdennen 600 A N 2 3,3
Gees* 600 A N 3 5,0
Oosterbos 400 A W 0 0,0
Boswachterij Anloo 250 A N 1 4.0
Noordbargerbosch 200 A N 1 5,0
Spaarbanckbos 100 A N 0 0,0
Veenhuizen 900 F N 3 3,3
Uffelte/Havelte 800 F I 10 12,5
Norg/Peest 600 F N 1 1,7
Schipborg/Zeegse 400 F N 1 2,5
Assen/Rolde 400 F N 0 0,0
Roden/Steenbergen 350 F N 1 2,9
Vledder/Frederiksoord 300 F I 1 3,3
Hijkerveld/Smilde 250 F N 0 0,0
Mepperdennen/Witteveen* 250 F N 0 0,0
Hollandsche veld 250 F W 0 0,0
Zuidwolde 200 F W 0 0,0
Westerbork 150 F N 0 0,0
90 Drentse Vogels 23 (2009) Figuur 1. Verspreiding Zwarte Specht in provincie Drenthe 2008. Bos is grijs, het gebiedwaar de
nadruk lag op territuriumkarteringin plaats van nesten zoeken is gearceerd. Distribution of Black
Woodpecker in Drenthe in 2008. Woodland is grey, the area where data are based on territory
mapping instead of searching nests is hatched
in 200 in De Zwarte Specht komt voor aaneengeslotenbossen vanaf ha en gefragmenteerde
min bosgebieden die ofmeereen eenheid vormen vanaf300 ha. In de gefragmenteerdebossen
ook de is niet alleen de oppervlakte van het bos belangrijk, maar mate van fragmentatie,
niet is het de die we overigens verder hebben gekwantificeerd. Opvallend op eerste gezicht
de in het Oosterbos Emmen Dit bos is afwezigheid van soort aaneengesloten bij (400 ha).
echter aanmerkelijkjonger dan de andere Drentse bossen en mogelijk dus tejongvoor Zwarte
Spechten om tebroeden.
In de de dichtheid in het tussen2 4 grotere bosgebieden (>1000 ha) ligt algemeen en paren
1000 ha. vormt met 10 1000 ha. Dit is het per Uitzondering Dwingeloo paar per tegelijkertijd
territoria werden zonder uit te van nestindicatieve enigegrote bosgebied waar gekarteerd gaan
waarnemingen. Ook in kleinere (Boschoord) of gefragmenteerde bossen (Uffeltc/Havelte)
een de dichtheid vier keer als in blijkt bij dergelijke werkwijze ongeveer zo hoog vergelijkbare
de nadruk sterk nesten en nestindicatieve gebiedenwaar lag op waarnemingen.
Nesten
totaal 45 holen De tellers hebben tijdens het broedseizoen gevonden die als nest van de
Zwarte Specht zijn aangemerkt. Bij 11 nesten is broedsucces vastgesteld doordat de teller
in of het nest heeft In de Exloo is één nestboom jongen bij waargenomen. boswachterij
de In het drie beklommen voor het ringen van jongen (J. Santing). nest zatenvier jongen,
Drentse Vogels 23 (2009) 91 Figuur2. Expositie van de nestopening van 27 Drentse nesten
van Zwarte Specht in 2008. Exposure of entrances of27 nest
holes ofBlack Woodpecker in Drenthe in 2008.
is eieren vrouwtjes en 1 mannetje.Uit de meetgegevens van de jongen berekend dat de begin
mei Van aantal nestholen is bekend dat in de zijn uitgekomen. een ze afrondingsfase zijn
door andere of dat overgenomen soorten (Holenduifen Boomklever) ze om onduidelijke
redenen verlaten. Overname door Boommarter is niet zijn van nesten gebleken.
De nesten zijn in vijf verschillende boomsoorten aangetroffen, te weten Beuk (32), Grove
Den (2), Zilverspar (1), Lariks (1) en Amerikaanse eik (9). Het nest bevond zich gemiddeld
boven het maaiveld Het 14 op een hoogte van 7,2 meter (n=28 nesten). hoogste nest zat op
meter en het 4. Van 27 nesten de van de door de tellers laagste op is richting nestopening
genoteerd (Figuur 2). Uit de variatie lijkt dat het de specht niet uit maakt in welke richting
de nestopeningwordt gemaakt.
Discussie en conclusie
Verleden
Bewoners Drenthe hebben de de Zwarte kunnen van niet altijd van aanwezigheid van Specht
genieten. Nadat in 1913 de eerste geregistreerde broedpoging voor Nederland in Limburg
plaatsvond (o.a. Hustings et al 2006) en in 1915 het eerste geslaagde broedgeval in Twente
werd gevonden (Haverschmidt 1942), vond waarschijnlijk rond 1929 het eerstebroedgeval in
de provincie Drenthe plaats (Van Dijk 6c Van Os 1982). Bij Dwingeloo en Oosterhesselen
werden de eerste, kenmerkende grote, “hoogovaal vormige” nestgaten van de Zwarte Specht
die in Drenthe deze - gevonden. In jaren was er nog maar weinig,voor specht, geschikt oud
- bos genoeg aanwezig.
Het zal dan ook dat de van de Zwarte niet toevallig zijn geweest eerste vestigingen Specht
in Drenthe plaatsvonden in al wel oudere bossen, behorend bij landgoederen.In de loop der
is niet voorzien jaren Drenthe alleen van flinke, en ondertussen ook al ouder gewordenbossen,
deze vinden verder maar hebben Zwarte Spechten bossen ook wetente en gekoloniseerd. Voor
toen schaars al wel voldoende 1960, geschikte nestgelegenheidnog aanwezig was, terwijl er
kwam uit 25 6c foerageermogelijkhedenwaren, een schatting op ten minste paar (Van Dijk
Van Os De bossen werden ouder de stormvlakten die ontstonden 1982). vervolgens en in
de rottende stobben jaren 1972 en 1973 gaven vermoedelijk een extra impuls vanwege met
boktorlarven die is mieren (Van Manen 1998). en jonge aanplant rijk aan
Halverwege de tachtigerjaren van de vorige eeuw heeft de soort in Drenthe zijn voorlopige
de stand daalde. het huisden 100 aantalspiek bereikt, waarna Op hoogtepunt er ruim paar
in door de provincie. Dit aantal betreft een berekening van Willem van Manen beschreven
in in (Van 1998). het artikel ‘Aantalverloop van de Zwarte Specht Drenthe’ Manen In dit
artikel is ook de vestigingin Drenthe, met de daarop volgende uitbreiding, nader beschreven.
Van Manen vond tevens dat de aantalschattingen in beide Drentse avifauna's (Van Dijk 6c
Van Os 1982; Van den Brink et al. 1996) te hoog waren uitgekomen. Door de gebruikte
territoriumkarteringen en de wijze van interpreteren daarbij, zouden de aantallen van
255 voor 1975-79 300-350 de 1987-95 veel te De paar en paar voor periode hoog liggen.
92 Drentse Vogels 23 (2009) de Zwarte Drenthe 184 in Van den Brink al. verspreidingskaart van Specht in (Figuur et
dan ook beeld. 1996) geeft een te rooskleurig
De laatste dateert 2002. basis de de 1998-2000 voor de schatting uit Op van gegevens uit jaren
Atlas van de Nederlandse Broedvogels (SOVON 2002) kwam de schatting voor de provincie
uit 79 113 (van 2003). De in atlas laat op tot paar Dijk veranderingskaart laatstgenoemde
het noorden Nederland deel het verdwijnen uit veel atlasblokken in van (Drenthe en een van
Friesland) zien. In Drenthe raakten 28 blokken blok de soort leeg, terwijl er geen was waar
nieuw verscheen ten opzichte van de Nederlandse broedvogelatlas uit 1979 (Teixeira 1979).
Deze atlas besloeg de periode 1973-77.
De leegloop kan enigszins overtrokken zijn, omdat enkele blokken in 1998-2000 slecht
zijn onderzocht. De leegloop is niet een gevolg geweest van bijvoorbeeld een te losse
van de atlas. Ook nu in waar al interpretatie ten tijde eerste nog zijn gebieden jaren geen
de oude holenclusters zichtbaar. Voorbeelden daarvan spechten meer broeden, soms nog zijn:
Noordsche Veld bij Donderen (kilometerhokl223-41),Peelinckbos (1242-45) en Asserbos
(1243-44) bij Assen, Tumulibos bij Balloo (1244-43), Landarbeid Wateren (1617-35),
Sterren-AVesterbeekbos Frederiksoord twee clusters (1626-54, 1636-14),Adelhof Vledder
(1626-55),Schietbaanbos Wilhelminaoord (1626-43/44),Rustoord Wilhelminaoord (1626-
Meeuwenveen-Uffelterbinnenveld Havelte Havelte 42), (1647-34),Overcinge (1647-42) en
Rheebruggen Uffelte (1648-22),
Recente jaren (2002-2008)
inventarisatie Tijdens de zijn de meestebelangrijke gebiedenonderzocht. In de voorbereidingsfase
uit is een bewuste keuze gemaakt om gebiedenals grote teleenheden bij waarnemers te zetten
en daarnaast de te attenderen de valkuilen het inventariseren Zwarte waarnemers op bij van
Er is flink het feit dat Zwarte territoria hebben dat Spechten. gehamerd op Spechten grote en
nestvondst de voorkeur heeft boven territorium enkele een een gebaseerd op waarnemingen.
We hebben zoveel Een zo gepoogd om overschatting mogelijk te beperken. te voorzichtige
dichtheden kan echter leiden zekere interpretatie in gebieden met hoge tot een ondertelling
(Bocca et al. 2007). Dit probleem doet zich waarschijnlijk in Drenthe niet voor, omdat in de
meeste regio's de dichtheden relatief laag zijn. Bovendien komen de door de waarnemers
gevonden aantallen sterk ofexact overeenmet de dichtheden in gebieden waar al jaren intensief
wordt gezocht naar nesten(Smilde,Gieten, Borger).
in territoria Sterk afwijkend zijn de dichtheden gebieden waar werden gekarteerd, waarbij
vereist. is niet noodzakelijkerwijs nestindicatieve waarnemingen waren In deze gebieden de
dichtheid een factor vier De zich wie er heeft, gevonden ongeveer hoger. vraag dringt op gelijk
Zwarte is niet zouden dus wanthet zoeken van het nest van een Specht beslist makkelijk en er
kunnen paren zijn gemist.
Aan de hand de dichtheid de bossen een Zwarte de van in grote zou paar Spechten bij
nestenzoekmethode 200-400 ha bos hebben de 75- ongeveer nodig en bij karteringsmethode
100. Als vanuit dat beide methodes vooral verschil aantal weer gaan tussen een in optreedt, maar
ze invloed heeft het vaststellen de soort in dan het dat Zwarte geen op van een gebied, lijkt erop
Spechten niet voorkomen in bosgebieden kleiner dan 200 ha of gefragmenteerde bosgebieden
met minder dan 300 ha Dit dat de dichtheden bosoppervlak. wijst erop bij karteringen gevonden
toch wel factor kunnen uitsluiten. te hoog zijn, waarbij we een vier niet
Voorzichtig afromen van de aantallen territoria in de gebieden met territoriumkartering zou
in in in leiden tot 5 paren Dwingenloo, 3 Boschoord, 3 Uflelte/Havelte en (gelijkblijvend) 1
in Vledder/Frederiksoord. Voor de hele daarmee provincie zou het aantal paren op 55 paren
komen.
Drentse Vogels 23 (2009) 93 Reconstructie Drentse aantallen
De de aantallen die wordt doordat vergelijking van hedendaagse met van vroeger bemoeilijkt
territoriumkarteringen inhet verleden veelal hebben geleid totaanzienlijke overschattingen(Van
Manen, 1998). Van Manen vermoedde dat het aantal Zwarte Spechten tijdens de aantalspiek
halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw met een factor drie tot vier is overschat en
meer dan honderd heeft Na de kelderde het aantal hooguit iets paar bedragen. aantalspiek
62 eind Het vervolgens in rap tempo tot ongeveer paar jaren negentig (van Manen, 1998).
aantal 55 sluit daar vooral omdat Manen huidige van paar grofweggenomen op aan, van uitging
van enkele in de Midden- die ook paren gefragmenteerde bosgebiedenvan en Zuid-Drenthe, er
hebben toenwaarschijnlijk niet gezeten..
Daarmee de stand het laatste decennium dat is niet de hele lijkt stabiel, maar waarschijnlijk
waarheid. In 2002 werden bijvoorbeeld ondanks goed zoeken in Gieten/Borger slechts drie
Manen in 2008 5 territoria gevonden (van 2002) tegen vijf (dit onderzoek) en zes (waaronder
nesten) in 2009 (van Manen 2009). In Odoorn/Exloo trof Jannes Santing in 2002 slechts één
2008. In zich voor het sinds 2007 territorium tegen zes in Hooghalen vestigde eerst jaren in
derde W. bestand weer een paar (gegevens van Manen) na een jarenlang van twee broedparen.
Hoewel de territoriumkartering bij de lage dichtheden in Drenthe waarschijnlijk nogal snel
leidt tot is ze wel voor en anders werd dit aantalsoverschatting, geschikt monitoring, nergens
in Zuidwest-Drenthe door Arend zo getrouw en over zo’n groot gebied gedaan als van Dijk
Deze die voortduurt het eind de (Figuur 3). tellingen tonen aanvankelijk een toename, tot van
snelle afname Zo het eind de stabiliseerde jarentachtig, waarna een volgt. aan van jaren negentig
de bleef het aantal of neergang en min meer gelijk.
Foto 1. Vier-legsel van
Zwarte Specht in een
meerdere jaren gebruikte
holte in een beuk. 22
april 2004, Boswachterij
Appelscha vak 56 (Willem
van Manen). Clutch of Black
Woodpeckerin a beech-hole
used several that was years.
94 Drentse Vogels 23 (2009) 3. Zwarte in Zuidwest-Drenthe 000 in de Figuur Aantalsverloop van de Specht-territoria (20 ha)
periode 1968-2008. Bron: Arend van Dijk. Number of Black Woodpecker territories in Southwest
Drenthe (20000 ha) in 1968-2008.
Oorzaak voor aantalsveranderingen
afnam Van Manen (1998) suggereert dat de Zwarte Specht in de jaren negentig in aantal
in door toenemende predatiedrukdoor Havik, Buizerd en marters, een afname de hoeveelheid
beschikbaar voedsel ofeencombinatie van beide. Afname van de beschikbaarheid van voedsel
veroorzaakt door het de stormvlaktes die zou kunnen zijn dichtgroeien van waren ontstaan
in 1972 1973 (Van Manen 1998). oudere data en Jammer genoeg zijn geen over reproductie
niet minder voorhanden,maar tussen 1995 en 2007 produceerden Drentse Zwarte Spechten
dan de Nederland 50 in rest van (2,28 jong in nesten tegen 2,34jongenin 92 nesten(gegevens
W. van Manen).
De invloed door andere holenbewoners de stand de Zwarte van nestplaatsconcurrentie op van
onbekend. hierover Specht is Gegevens zijn fragmentarisch en erg lastig te kwantificeren, maar
de eerder dan het competitie is waarschijnlijk afgenomen toegenomen vanwege verdwijnen
de Kauw de bossen in Drenthe. Voorheen huisden kleine kolonies Kauwen in van uit grotere
vrijwel elke holencluster van Zwarte Specht.
Blik in de toekomst
min Tussen eindjaren negentigennu lijkt een of meer stabiele populatie van 60-70 paar met
vlak de het millennium reëel. Van de door Van Manen mogelijk een dip na wisseling van twee
(1998) beschreven scenario's lijkt daarvan scenario A te zijn uitgekomen (aantalsafname
vanaf de de aantallen rond het niveau van 1970). Scenario tachtiger jaren en stagnatie van
B,waarbij de aantallen verder zullen afnemen tot een zeer laag niveau of mogelijk zelfs het
verdwijnen van de soort uit Drenthe, kan voorlopig in de ijskast.
Nawoord
in Met de Zwarte Specht als 'Drentse Vogel van het jaar' is 2008 gepoogd om een goede
provinciale aantalschatting van deze soort te krijgen. Tijdens de inventarisatie waaraan
15 deelnemers hebben de waarnemers bewust van de ongeveer meegewerkt zijn gemaakt
valkuilen van het inventariseren van Zwarte Spechten.
Drentse Vogels 23 (2009) 95 Dankwoord
De is in het veld. De hebben de grootste inspanning geleverd volgende personen bij Sander der Drewes, Grotenhuis, inventarisatie geholpen: van Bor, Arend vanDijk, Remco Jan
Willem Aswin Hans Simon Jac Hamers, Joop Kleine,TinusKnegt, van Manen, Mulder, Olk,
Gerrit Aaldrik Harold Sterken Olk, Oost, Pot, Jannes Santing, Steendam,Tonnie en Martijn
van Swieten. Bertil Zoer heeft uit de ontbrekende gebieden van het Drents Landschap
aanvullende informatie verstrekt. Eelke wordt bedankt het beschikbaar Scheppers vanwege
stellen van losse waarnemingen van de website waarnemingen.nl. Willem van Manen heeft
eerdere uitgebreid commentaar geleverd op concepten.
Summary:Count ofbreeding Black Woodpecker in the Province ofDrenthe in 2008.. In 2008
in territories birdwatchers Drenthe were asked to locate all ofBlack Woodpecker.We asked them to
observations since the be vocal in home and asked them interpret carefully species may a large range,
to search for nests. Largest part ofthe woodland was covered systematically and for uncovered areas
additional information used from recent and website where was publications a everyone can dump
his observation. Results in Table 1 and l.The found in all are presented Fig. species was breeding
with than 200 ha of continuouswoodland ofsufficient and in most areas with areas more more age
over 300 ha fragmented woodland (dependingondegree of fragmentation). Striking differences in
are method method 4 density probably explained by (mainly mapping resultingin up to times higher
in is densities (in Table 1 and shaded area in Fig 1). Assuming that the high density these areas an
artefact ofmethod, we estimate the total for the Province at 56 pairs. This is close to the estimated
in in number 1998 (62 pairs). This means that after the first breeding Drenthe around 1929 and a
increase steady to about 100 pairs in 1985 and a sharp decline until 1998, the population from then
remained confirmed the numbers in SW-Drenthe 3). onprobably stable, as is by (Fig.
Foto 2. Circa 10 dagen oude
jongen in nieuwe holte in
dode fijnspar. 13 mei 2004,
Boswachterij Smilde vak
229 (Willem van Manen).
About 10 days old chicks
of Black in Woodpecker a
newly excavated hole in
dead Norway spruce.
96 Elss| c9s ;. Literatuur
Bocca M., Carisio L. & RolandoA. 2007. Habitat Van Dijk A.J, BoeleA., Hustings F.. Koffijberg
use, home ranges and census techniques in the K. & Plate C.L. 2008. Broedvogels in Nederland in
Black Woodpecker Dryocopus martius in the Alps. 2006. SOVON-monitoringproject 2008/01. SOVON
Ardea95: 17-29. Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
Bijlsma R.G. 1993. Ecologische atlas van de Hasper H. & Jager K. 2008. Broedvogels
Nederlandseroofvogels. Schuyt & Co, Haarlem. van Boswachterij Gees in 2007. SOVON-
Bijlsma R.G., Hustings F. & Camphuysen C.J. inventarisatierapport 2008/02. SOVON, Beek-
2001. Algemene en schaarsevogels van Nederland. Ubbergen.
van Nederland GMB KNNV (Avifauna 2). Uitgeverij. Van Manen W. 1998.Aantalsveiioop van de
Uitgeverij, Haarlem/Utrecht. Zwarte Specht Dryocopus martius in Drenthe.
Haverschmidt F. 1942. Faunistisch overzicht van Drentse Vogels 11: 43-49.
de Nederlandsche broedvogels. Brill, Leiden. Van Manen W. 2008. Enkele broedbiologische
Hustings F., van derCoelen J., van Noorden B., aspecten van deZwarte Specht in Nederland.
Schols R. & Voskamp P. 2006. Avifauna van Limburg. Broednieuws 21: 3-7.
Stichting Natuurpublicaties Limburg, Maastricht. Van Manen W., PotA.. Ottens G. & Jonker M.
Kleine J. 2005. Fauna-inventarisatie 2009. Broedende Ruigpootuilen in Drenthe in 2008.
Dwingelderveld en omgeving 2004. Rapport in eigen Limosa 82:49-51.
beheer, Dwingeloo. Ottens H.J. 2002. Broedvogels van Boswachterij
Kleine J. 2009. Fauna-inventarisatie Nationaal Schoonloo in 2002. SOVON-inventarisatierapport
en Park Dwingelderveld omgeving 2008. Rapportin 2002/07. SOVON, Beek-Ubbergen.
2001. eigen beheer. Dwingeloo. Ottens H.J. Broedvogels van Boswachterij
Newton I. 1998. Population limitationin birds. Sleenerzand in 2004. SOVON-inventarisatierapport
Academie Press Limited, London. 2001/24. SOVON. Beek-Ubbergen.
SOVON, 1987.Atlas van de Nederlandse vogels. Verborg, P. 2008. Zwarte Specht. In: Vogels van
SOVON, Arnhem. de Veluwezoom. Vogelwerkgroep Arnhem e.o.,
SOVON 2002.Atlas van de Nederlandse Arnhem.
Broedvogels 1998-2000.Nederlandse Fauna 5. Vermeersch G., Anselin A.. Devos K., Herremans
Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV M., Stevens J., Gabriels J. & van der KriekenB.
Uitgeverij, European InvertebrateSurvey Nederland, 2004. Atlas van de Vlaamse broedvogels 2000-2002.
Leiden. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud
Van den Brink H, van Dijk A., van Os B. & Venema 23. Brussel.
P. 1996. Broedvogels van Drenthe. Van Gorcum,
Assen.
Van Dijk A.J. & van Os B.L.J. 1982. Vogels van Adressen:
Drenthe. Van Gorcum, Assen Remco Drewes, De Hilde 44. 9472WG Zuidlaren,
Van Dijk A.J. 2003. Aantalschattingen van [email protected]
broedvogels in Drenthe in 1998-2000. Drentse Hans Olk, Doevenkamp 32, 9401 MD Assen,
Vogels 17:1-14. [email protected]
Van Dijk A.J. 2004. HandleidingBroedvogel Harold Steendam, Ronkelskamp 21,
Monitoring Project. SOVON Vogelonderzoek 9468 EM Annen, [email protected]
Nederland, Beek-Ubbergen.
Drentse Vogels 23 (2009) 97