VORMING IN DE CONTEXT SAMENLEVINGSVORMEN Maatschappijwetenschappen Voorbeeld havo lesmateriaal SLO Piet Heinstraat 12 7511 JE Enschede Postbus 2041 7500 CA Enschede T 053 484 08 40 E
[email protected] www.slo.nl 2178_Cover_Mw_HAVO_Vorming.indd 1 20-01-14 08:50 VORMING IN DE CONTEXT SAMENLEVINGS- VORMEN Maatschappijwetenschappen havo Verantwoording 2013 SLO (nationaal expertisecentrum ©leerplanontwikkeling), Enschede Auteurs Durk van der Veen, Marco Veldman en Yolande Vonhoff Eindredactie Lieke Meijs en Han Noordink Vormgeving Digitale Klerken, Utrecht Illustratie cover elroyklee.com Fotografie Gerard Boeijen In opdracht Dit voorbeeldlesmateriaal is ontwikkeld in de pilot Maatschappijwetenschappen, die in opdracht van het Ministerie van OCW is uitgevoerd. Informatie SLO Afdeling: Tweede Fase Postbus 2041, 7500 CA Enschede Telefoon (053) 4840 661 Internet: www.slo.nl E-mail:
[email protected] Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever deze uitgave geheel of gedeeltelijk te kopiëren dan wel op andere wijze te verveelvoudigen. 2 INHOUD INLEIDING ................................................................... 4 1. SOCIALISATIE IN DE CONTEXT VAN HET GEZIN ......... 6 1.1 Gezinsvorming in de afgelopen eeuw ............................. 7 1.2. De veranderende invloed van socialisatoren ..................... 13 1.3 Socialisatie binnen de eigen samenlevingsvorm ................ 16 1.4 Socialisatie via de media en op school ............................ 21 1.5 Wat is de invloed van al de veranderingen op de sociale cohesie? ................................................24 2. CULTUUR KLEURT ELKE SAMENLEVING .....................30 2.1 Een kwestie van delen en overleveren ............................. 31 2.2 Cultuurkenmerken en cultuurdragers ............................. 33 2.3 Cultuur: voor iedereen hetzelfde? ..................................34 2.4 De opkomst van jeugdculturen .....................................36 2.5 Hoe vergelijk je culturen met elkaar? ..............................39 3.