Cliëntervaringsonderzoek Jeugd

Gemeente

Rapport juli 2020

Projectnummer: PO012155 Correspondentienummer: DH-0307-0663 Partners in verbetering Classificatie: Vertrouwelijk

INHOUD

SAMENVATTING 1

HOOFDSTUK 1 INLEIDING 4

1.1 Aanleiding onderzoek 4

1.2 Doelgroep 4

1.3 Privacy 4

1.4 Steekproef en respons 5

1.5 Referentiegroep 5

1.6 Leeswijzer 5

HOOFDSTUK 2 TOEGANKELIJKHEID VAN VOORZIENINGEN 6

2.1 Bekendheid met toegang 6

2.2 Manier waarop hulp is gezocht en geregeld 7

2.3 Mening over het (keukentafel)gesprek 9

HOOFDSTUK 3 UITVOERING VAN DE HULP 12

3.1 De kwaliteit van de zorg 12

3.2 De kwaliteit van de hulpverleners 14

HOOFDSTUK 4 EFFECT VAN DE HULP 15

4.1 Opgroeien 15

4.2 Zelfstandigheid 16

4.3 Zelfredzaamheid 17

4.4 Meedoen in de eigen omgeving 18

HOOFDSTUK 5 WAT GAAT GOED EN WAT KAN BETER? 19

BIJLAGE 1 TABELLEN MET ONDERZOEKSRESULTATEN 20

Dit document is opgesteld door BMC en de (auteurs)rechten met betrekking tot de inhoud en het format van dit document berusten bij BMC. Dit document is uitsluitend bedoeld voor gebruik door de opdrachtgever en mag niet worden gepubliceerd of aan anderen ter beschikking worden gesteld zonder uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van BMC.

Samenvatting

Uw gemeente heeft deelgenomen aan het Cliëntervaringsonderzoek Jeugd. Een onderzoek naar de ervaringen van jeugdhulpcliënten is vanaf 2016 verplicht voor alle gemeenten in Nederland. De gemeente Oost Gelre heeft daarbij samen met de vijf andere Achterhoekse gemeenten (, , , en ) gekozen voor de modelvragenlijst aangevuld met eigen vragen.

Deze vragenlijst gaat in op thema’s als toegankelijkheid van voorzieningen, uitvoering van de zorg en effecten van de zorg op het opgroeien, de zelfstandigheid, de zelfredzaamheid en het meedoen in de eigen omgeving. De aanvullende vragen gaan dieper in op de ervaringen met de toegang en het (keukentafel)gesprek.

De resultaten van dit onderzoek geven inzicht in de ervaringen van jongeren en ouders die jeugdhulp ontvangen. De resultaten worden vergeleken met een referentiegroep van andere gemeenten die dezelfde vragen hebben gesteld. De zes Achterhoekse gemeenten hebben dezelfde vragenlijst gebruikt, waardoor de resultaten onderling met elkaar vergeleken kunnen worden. Omdat uw gemeente vorig jaar ook het Cliëntervaringsonderzoek Jeugd heeft laten uitvoeren door BMC, kunnen de resultaten met die van vorig jaar vergeleken worden. In de weergave van de resultaten zijn de antwoorden van jongeren en ouders samengenomen.

Toegankelijkheid van voorzieningen Jongeren en ouders is gevraagd naar de toegankelijkheid van de voorzieningen. Van de respondenten geeft 78% aan dat zij weten waar zij terechtkunnen als zij hulp of ondersteuning nodig hebben. Vorig jaar was dit 72%. In de referentiegroep en gemiddeld in de Achterhoekse gemeenten is dit 75%.

51% van de respondenten heeft zelf hulp gezocht, 49% heeft dat via of met iemand anders gedaan. Ten opzichte van vorig jaar zien we dat het aandeel respondenten dat zelf hulp heeft gezocht, is gedaald. In vergelijking met de regio zoeken respondenten in Oost Gelre gemiddeld iets minder vaak zelf hulp. Veruit het grootste deel van de respondenten heeft de hulp geregeld via het ondersteuningsteam of een jeugdconsulent van de gemeente (71%).

Het keukentafelgesprek 70% van de respondenten heeft een gesprek gevoerd met iemand van het ondersteuningsteam/een jeugdconsulent. Dat is meer dan vorig jaar (62%) en meer dan het gemiddelde in de Achterhoekse gemeenten (50%). 15% van de respondenten geeft aan dat het kind aanwezig is geweest bij het hele gesprek. Dat is minder dan vorig jaar (22%) en een lager percentage dan gemiddeld in de Achterhoekse gemeenten (31%).

Net als vorig jaar zijn respondenten het meest tevreden over de vriendelijkheid (99%) en de deskundigheid (96%) van de medewerker. Het minst tevreden zijn respondenten over de snelheid waarmee de gemeente een beslissing neemt (13% is van mening dat dat soms of nooit snel gebeurt) en over je mening kunnen geven tijdens het gesprek (14% kon dat soms of nooit).

1/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

In de gemeente Oost Gelre is 30% van de respondenten bekend met een onafhankelijke cliëntondersteuner, wat hoger is dan het gemiddelde in de regio (19%). Respondenten konden aangeven wie er naast henzelf (of ouders) nog meer betrokken is bij de hulpverlening. 43% van de respondenten geeft aan dat er geen betrokkenheid is van andere personen. Dit is minder dan vorig jaar en dan gemiddeld in de regio (52%).

Uitvoering van de zorg Respondenten is gevraagd hoe zij de zorg of hulp ervaren. Hierbij is ingegaan op de zorg in het algemeen en op de hulpverlener. Een meerderheid van de respondenten is overwegend positief over de zorg of hulp. Zo geeft 98% van de respondenten aan dat zij goed geholpen worden bij vragen en problemen.

Een belangrijk onderdeel daarvan is dat jongeren en ouders medezeggenschap ervaren. Een meerderheid van de respondenten ervaart dit ook. Zo zegt 91% dat beslissingen over de hulp samen met hen genomen worden. Jongeren en ouders oordelen daar wel verschillend over: 79% van de jongeren is van mening dat beslissingen over de hulp vaak of altijd samen worden genomen, ten opzichte van 96% van de ouders. Goede samenwerking tussen verschillende (hulpverlenende) organisaties is ook een belangrijke voorwaarde voor goede jeugdhulp. Van de respondenten geeft 89% aan dat de verschillende organisaties goed samenwerken.

Respondenten oordelen veel positiever over het goed geholpen zijn ten opzichte van vorig jaar. De resultaten zijn positiever dan het gemiddelde in de regio.

Een ruime meerderheid van de respondenten spreekt zich heel positief uit over de hulpverleners. Het gaat hierbij om zeer veel verschillende soorten hulpverlening. De kennis van medewerkers is goed (94% is hier tevreden over), men heeft het idee serieus te worden genomen (98%) en de behandeling is volgens vrijwel alle respondenten respectvol (99%). De resultaten zijn beter dan het gemiddelde in de referentiegroep. In vergelijking met de regio scoort Oost Gelre ook beter.

Effect van de hulp Door de hulp voelt de jongere zich beter (86%), is het gedrag volgens ouders en jongeren verbeterd (75%) en gaat het thuis beter (75%). Ten opzichte van voorgaande meting zien we dat het effect op het gevoel in sterkere mate wordt ervaren. Het effect op de thuissituatie wordt juist in mindere mate ervaren. In vergelijking met de referentiegroep worden de effecten in vergelijkbare mate ervaren. Alleen het effect op het gedrag wordt in de gemeente Oost Gelre in mindere mate ervaren dan in de referentiegroep (79%) en dan in de Achterhoekse gemeenten (79%).

Het grootste effect van de hulp voor jongeren lijkt te zijn bereikt op het gebied van zelfredzaamheid en zelfstandigheid. Op het gebied van zelfstandigheid weet 85% van de respondenten een beetje of veel beter wat hij of zij wil dankzij de hulp. Ook zegt 79% vaker te zeggen wat hij of zij nodig heeft dankzij de hulp. 77% ervaart dat er beter of veel beter naar hen geluisterd wordt door de hulp. Jongeren en ouders oordelen verschillend over het effect van de hulp op de zelfstandigheid. Vooral het hele grote verschil tussen jongeren die ervaren dat er (veel) beter naar hen geluisterd wordt (55%) en ouders die dit ervaren (85%), valt op. In vergelijking met de Achterhoekse gemeenten scoort Oost Gelre vrijwel gelijk op alle aspecten.

2/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

85% van de respondenten ziet als effect dat zij door de hulp beter hun problemen kunnen oplossen en 77% kan beter voor zichzelf opkomen dankzij de hulp. In de referentiegroep is dit 67%. Hierin verschillen jongeren en ouders van mening: 69% van de jongeren kan (veel) beter voor zichzelf opkomen, ten opzichte van 80% van de ouders. 79% heeft door de hulp meer vertrouwen in de toekomst. Onder jongeren is dit 72%, onder ouders 81%. Ten opzichte van vorig jaar is het aandeel respondenten dat een verbetering ervaart gestegen. In vergelijking met de regio scoort uw gemeente hoger.

85% van de respondenten geeft aan dat het door de hulp een beetje of veel beter gaat (met het kind) op school, werk of dagbesteding. Vorig jaar was 75% van de respondenten deze mening toebedeeld. Jongeren (77%) vinden relatief minder vaak dan ouders (87%) dat het (veel) beter gaat op school. Volgens 57% besteedt het kind zijn of haar vrije tijd een beetje of veel beter dankzij de hulp. Dit was vorig jaar 49%. 65% van de respondenten ervaart dat de relatie van het kind met vrienden en anderen een beetje of veel beter is geworden door de hulp. Dit wordt wel verschillend beoordeeld door ouders en jongeren: 71% van de ouders vindt dat het beter gaat met de relaties, maar slechts 46% van de jongeren ervaart dit. In vergelijking met de referentiegroep en de Achterhoekse gemeenten worden de positieve effecten in sterkere mate ervaren.

3/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding onderzoek Vanaf 2016 zijn gemeenten vanuit de Jeugdwet verplicht om een cliëntervaringsonderzoek te (laten) uitvoeren onder jeugdhulpcliënten. De Jeugdwet verwijst voor de grondslag hiervan naar de Wmo. In de Regeling Jeugdwet zijn de eisen verder uitgewerkt. Er is gekoerst op een beperkt aantal vragen, rekening houdend met de verschillende doelgroepen, verschillende hulpvormen en de wettelijke eisen, die vastliggen in paragraaf 3 van de Regeling Jeugdwet. Met de uitvoering van dit onderzoek, gebruikmakend van de Modelvragenlijst Cliëntervaring Jongeren en Ouders (MCJO), voldoet u aan deze verplichting.1

Met dit onderzoek wordt de cliëntervaring met betrekking tot de uitvoering van de jeugdhulp in beeld gebracht en wordt gevraagd in hoeverre gestelde resultaten en effecten van de jeugdhulp behaald worden in de ogen van de cliënt (jongere of ouder/verzorger). Het onderzoek gaat in op thema’s als toegankelijkheid van voorzieningen, uitvoering van de zorg en effecten van de zorg op het opgroeien, de zelfstandigheid, de zelfredzaamheid en het meedoen in de eigen omgeving.

We benadrukken dat het gaat om de cliëntervaring. Deze kan afwijken van het beeld dat een hulpverlener heeft of wat in zorgplannen of verslagen wordt weergegeven. Het oordeel van de cliënt zelf is echter van groot belang voor het beleid, de doorontwikkeling en de uitvoering van het beleid.

1.2 Doelgroep De doelgroep van dit onderzoek zijn jongeren (12-23 jaar) en ouders met kinderen (van ongeboren tot 18 jaar) die in het kader van de Jeugdwet gebruikmaken van hulp in uw gemeente. Zoals in de Jeugdwet omschreven kan het hierbij gaan om individuele voorzieningen, overige voorzieningen, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclasseringsmaatregelen.

De gestelde vragen in dit onderzoek zijn voor jongeren en ouders hetzelfde. De vragenlijsten verschillen enkel in taalgebruik. Dit rapport geeft de resultaten voor jongeren en ouders samen weer. De tabellenbijlage toont de resultaten voor jongeren en ouders apart.

Voor de leeftijdscategorie 12-18 jaar zijn zowel jongeren als ouders aangeschreven. Dat betekent niet dat de jongere en ouder uit hetzelfde huishouden altijd beide hebben deelgenomen aan dit onderzoek. De cliëntervaring van ouders en jongeren kan dan ook niet één-op-één vergeleken worden.

1.3 Privacy De privacy van jeugdhulpcliënten is een belangrijk aandachtspunt in dit onderzoek. Er zijn meerdere maatregelen genomen om de privacy van respondenten te waarborgen en te voldoen aan de eisen van de AVG.

1 De Modelvragenlijst Cliëntervaring Jongeren en Ouders (MCJO) is op verzoek van de VNG ontwikkeld door Stichting Alexander in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam, met medewerking van de gemeenten Alkmaar, Enschede, ’s-Hertogenbosch, Hoorn, Maastricht, Tilburg en Utrecht, de landelijke cliëntenorganisaties vertegenwoordigd in de ‘Landelijke Werkgroep Cliëntenparticipatie’ en de ‘Landelijke Werkgroep Kwaliteit en Toezicht’.

4/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

In alle communicatie is benadrukt dat het onderzoek anoniem is, dat de resultaten niet herleid worden naar individuele personen en dat de gegeven antwoorden geen consequenties hebben voor de hulp die men ontvangt. Voor de uitvoering van het onderzoek heeft de gemeente Oost Gelre met BMC een verwerkersovereenkomst afgesloten.

1.4 Steekproef en respons Op aanwijzing van BMC heeft de gemeente alle inwoners die jeugdhulp ontvangen aangeschreven. In totaal zijn 352 ouders van kinderen van ongeboren tot 18 jaar aangeschreven. Daarnaast zijn 165 jongeren tussen de 12 en 23 jaar aangeschreven.

Jongeren Ouders Totaal Verzonden vragenlijsten 165 352 517 Respons papieren vragenlijsten 32 75 107 Respons online vragenlijsten 5 26 31 Totale respons 37 101 138 Responspercentage 22,4% 28,7% 26,7% Betrouwbaarheidsniveau en foutmarge 82,8% en 5%

In uw gemeente hebben in totaal 101 ouders en 37 jongeren deelgenomen aan dit onderzoek door een (online) vragenlijst in te vullen. Dat is een responspercentage van 26,7%. Vorig jaar was dit 21,6%. De resultaten van uw gemeente zijn op basis van deze respons indicatief met een betrouwbaarheidsniveau van 82,8% en een foutmarge van 5%. Een betrouwbaarheidsniveau van 82,8% met een foutmarge van 5% betekent dat als het onderzoek 100 keer wordt uitgevoerd, de resultaten in 82,8 van de 100 gevallen 5% of minder van elkaar afwijken. We spreken van betrouwbare resultaten bij een betrouwbaarheidsniveau van 95%.

1.5 Referentiegroep In bijlage 1 is een tabellenoverzicht opgenomen met daarin de totale uitkomsten, de uitkomsten voor jongeren en ouders apart en de uitkomsten van de referentiegroep. De referentiegroep betreft het gemiddelde van alle cliënten in gemeenten die hetzelfde onderzoek hebben laten uitvoeren door BMC. De referentiegroep bestaat uit veertien gemeenten.2 In de figuren worden de resultaten van uw gemeente weergegeven in kleur. De resultaten van de referentiegroep worden met bruintinten weergegeven. Daarnaast vergelijken we de resultaten met het gemiddelde van de zes Achterhoekse gemeenten.

1.6 Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat in op de ervaringen van respondenten met de toegankelijkheid van voorzieningen, gevolgd door hoofdstuk 3 over de uitvoering van zorg. Hoofdstuk 4 laat het effect van de hulp zien. In hoofdstuk 5 staat beschreven wat goed gaat en wat beter kan. In bijlage 1 staan de tabellen met onderzoeksresultaten. Een tabellenbijlage met een uitsplitsing van de resultaten van de zes Achterhoekse gemeenten wordt na goedkeuring van alle gemeenten separaat toegestuurd.

2 De referentiegemeenten zijn: Smallingerland, Aalten, , Doetinchem, Duiven, , , Winterswijk, Best, Lelystad, Oost Gelre, Bronckhorst, Zuidplas en Montferland.

5/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

Hoofdstuk 2 Toegankelijkheid van voorzieningen

In dit hoofdstuk komt aan bod hoe de respondenten de toegang tot de jeugdhulpvoorzieningen hebben ervaren. Weten ze waar zij terechtkunnen, zijn ze snel geholpen en is passende hulp beschikbaar?

Er zijn verschillende verwijzers die kinderen toegang kunnen bieden tot jeugdhulp. Dit zijn huisartsen, jeugdartsen, gespecialiseerde artsen, Gecertificeerde Instellingen en gemeenten, bijvoorbeeld via een Centrum voor Jeugd en Gezin of een sociaal (wijk)team. Ook hebben maatschappelijke organisaties die ouders en kinderen kunnen verwijzen naar het juiste kanaal hier een belangrijke rol. Denk aan scholen, vrijwilligersorganisaties, welzijnsorganisaties en andere zorgprofessionals of aanbieders.

Figuur 1 Toegankelijkheid van voorzieningen (N = 123) Altijd Vaak Soms Nooit

Ik weet waar ik terechtkan als ik hulp nodig heb

2.1 Bekendheid met toegang 78% van de respondenten weet vaak of altijd waar ze terechtkunnen als er hulp nodig is. In de referentiegroep en het gemiddelde van de Achterhoekse gemeenten is dit 75%. Ouders weten doorgaans beter waar zij terechtkunnen voor hulp dan jongeren.3 In uw gemeente zien we hierin inderdaad een verschil: 82% van de ouders en 68% van de jongeren weet waar zij terechtkunnen.

Waar we vorig jaar nog constateerden dat minder respondenten de toegang konden vinden, zien we dat deze dalende trend zich dit jaar niet heeft doorgezet.

Figuur 2 Ik weet waar ik terechtkan als ik hulp nodig heb (% altijd/vaak)

3 Bron: MCJO-onderzoek BMC

6/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

2.2 Manier waarop hulp is gezocht en geregeld De gemeente Oost Gelre heeft extra vragen toegevoegd aan de modelvragenlijst. De eerste vraag was of de cliënten zelf hulp hadden gezocht of dat iemand anders dit voor ze had gedaan.

Figuur 3 Heeft u/heb jij zelf hulp gezocht? Of heeft iemand anders dit voor u gedaan/hulp voor jou gezocht of met jou gezocht? (N=134)

51% van de respondenten heeft zelf hulp gezocht, 49% heeft dat via of met iemand anders gedaan. Ten opzichte van vorig jaar zien we dat het aandeel respondenten dat zelf hulp zoekt, daalt. In vergelijking met de regio zoeken respondenten in Oost Gelre gemiddeld iets minder vaak zelf hulp.

7/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

Veruit het grootste deel van de respondenten heeft de hulp geregeld via het ondersteuningsteam of een jeugdconsulent van de gemeente (71%). Dat is fors meer dan vorig jaar (55%) en gemiddeld in de regio (43%). 29% van de respondenten heeft de hulp geregeld via school. We zien een daling in het aandeel respondenten dat de hulp regelt via de huisarts: vorig jaar was dit 35%, dit jaar 14%. Ook in vergelijking met het gemiddelde in de regio (45%) regelen minder respondenten uit Oost Gelre hulp via de huisarts.

Figuur 4 Hoe is de hulp die uw kind/je krijgt geregeld? (N=70)4

4 Respondenten konden meerdere antwoorden aankruisen, waardoor het geheel optelt tot meer dan 100%.

8/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

2.3 Mening over het (keukentafel)gesprek 70% van de respondenten heeft een gesprek gevoerd met iemand van het ondersteuningsteam/een jeugdconsulent. Dat is meer dan vorig jaar (62%) en meer dan het gemiddelde in de Achterhoekse gemeenten (50%).

Figuur 5 Is er een gesprek geweest met iemand van het ondersteuningsteam/jeugdconsulent over welke hulp er nodig is geweest/je nodig hebt? (N=134)

15% van de respondenten geeft aan dat het kind aanwezig is geweest bij het hele gesprek. Dat is een daling ten opzichte van vorig jaar (22%) en een lager percentage dan gemiddeld in de Achterhoekse gemeenten (31%). Relatief meer respondenten geven aan dat het kind een deel van het gesprek heeft meegemaakt (27% ten opzichte van 16% vorig jaar), maar een kleiner aandeel geeft aan dat het kind niet bij het gesprek aanwezig is geweest (58% ten opzichte van 62% vorig jaar). In vergelijking met de regio (47%) zijn in Oost Gelre relatief minder kinderen bij het gesprek aanwezig.

Figuur 6 Was uw kind/je bij het gesprek aanwezig? (N=85)

9/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

Net als vorig jaar zijn respondenten het meest tevreden over de vriendelijkheid (99%) en de deskundigheid (96%) van de medewerker. Het minst tevreden zijn respondenten over de snelheid waarmee de gemeente een beslissing neemt (13% is van mening dat dat soms of nooit snel gebeurt) en over je mening kunnen geven tijdens het gesprek (14% kon dat soms of nooit).

Ten opzichte van vorig jaar zijn respondenten minder positief over het kunnen geven van je mening tijdens het gesprek: 86% kon dit vaak of altijd, ten opzichte van 92% vorig jaar. Ook voelen respondenten zich iets minder vaak serieus genomen (93% ten opzichte van 95% vorig jaar). Op alle andere aspecten scoort de gemeente Oost Gelre vergelijkbaar positief.

In vergelijking met het gemiddelde van de Achterhoekse gemeenten scoort de gemeente Oost Gelre vergelijkbaar of positiever. Voornamelijk de snelheid waarmee de gemeente een beslissing neemt, wordt hoger beoordeeld: 87% van de respondenten is hierover tevreden, in vergelijking met 80% in de regio. Ook de deskundigheid van de medewerker wordt positiever gewaardeerd (96% in vergelijking met 91% in de regio). Relatief meer respondenten zijn vaak of altijd samen met de medewerker tot een oplossing gekomen: 94% in vergelijking met gemiddeld 90% in de regio.

Figuur 7 Hoe tevreden ben je over… (N=79, 69, 36, 85, 85, 84, 87) Altijd Vaak Soms Nooit

Er is goed naar mij (en mijn kind) geluisterd

Mijn kind werd/ik voelde mij serieus genomen

Mijn kind/ik kon zijn/haar/mijn mening geven tijdens het gesprek

De medewerker was vriendelijk

De medewerker is deskundig

De gemeente heeft snel een beslissing genomen over de hulp voor mijn kind/mijn hulp

Wij zijn samen tot een oplossing gekomen

10/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

Ook is gevraagd of jeugdhulpcliënten wisten dat ze gebruik konden maken van een onafhankelijke cliëntondersteuner tijdens het gesprek. In de gemeente Oost Gelre was 30% hiervan op de hoogte, wat hoger is dan het gemiddelde in de regio (19%) en meer dan vorig jaar (20%).

Figuur 8 Wist u/je dat u/je gebruik kon maken van een onafhankelijke cliëntondersteuner? (N=134)

Cliënten konden aangeven wie er naast henzelf (of ouders) nog meer betrokken was bij de hulpverlening. 43% van de respondenten geeft aan dat er geen betrokkenheid is van andere personen. Dit is minder dan vorig jaar (52%) en minder dan gemiddeld in de regio (52%). Bij 18% van de respondenten is een opa en/of oma betrokken bij de hulp. Dat is een iets kleiner aandeel dan vorig jaar (20%). 42% heeft de optie ‘anders’ aangekruist, een opvallende stijging ten opzichte van vorig jaar (29%) en meer dan in de regio (35%).

Figuur 9 Wie zijn er naast de/je ouders nog meer betrokken bij de hulp die uw kind/je krijgt? (N=132)

11/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

Hoofdstuk 3 Uitvoering van de hulp

In dit hoofdstuk komen de cliëntervaringen met de uitvoering van de hulp aan bod. Worden jeugdhulpcliënten goed geholpen, krijgen ze voldoende informatie over de hulp, worden beslissingen over de hulp in gezamenlijkheid genomen, werken de verschillende organisaties goed samen en wat vinden respondenten van de kwaliteit van de hulpverleners?

3.1 De kwaliteit van de zorg Gemeenten hebben met de gecontracteerde aanbieders afspraken gemaakt over een goede kwaliteit van zorg. Aanbieders moeten voldoen aan minimale standaarden om de gestelde doelen, zoals vastgelegd in de Jeugdwet, te kunnen behalen en ervoor te zorgen dat de hulp het afgesproken beoogde effect oplevert voor kinderen en ouders. Hieronder volgen de uitkomsten van enkele vragen die over de kwaliteit van zorg gaan.

Figuur 10 Uitvoering - kwaliteit van de zorg (N = 124, 128, 129, 107) Altijd Vaak Soms Nooit

Ik word goed geholpen bij mijn vragen en problemen

Ik krijg voldoende informatie over de hulp

Beslissingen over de hulp worden samen met mij genomen

De verschillende organisaties werken goed samen om mij/en mijn kind te helpen

Bovenstaande figuur toont de ervaringen van respondenten met betrekking tot de hulp die zij krijgen bij hun vragen en problemen. 97% van de respondenten vindt dat ze vaak of altijd goed worden geholpen bij hun vragen of problemen. Dat is een flinke stijging ten opzichte van vorig jaar, toen dit 91% was. In de volgende trendfiguur is te zien dat de afgelopen jaren het aandeel respondenten dat van mening is dat zij goed geholpen zijn, is gestegen. Ook scoort de gemeente Oost Gelre hoger dan gemiddeld in de regio (91%) en dan in de referentiegroep (85%).

12/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

Figuur 11 Ik word goed geholpen bij mijn vragen en problemen (% altijd/vaak)

Informatievoorziening over de hulp is heel belangrijk. Zo weten jongeren en ouders wat zij van de hulp kunnen verwachten. 90% van de respondenten krijgt voldoende informatie over de hulp. Dat is vergelijkbaar met het resultaat van vorig jaar en meer dan in de referentiegroep (81%) en de Achterhoek (86%). Ouders (94%) zijn veel vaker van mening dat zij vaak of altijd voldoende informatie krijgen dan jongeren (79%).

Vervolgens is gevraagd of jongeren en ouders ervaren dat beslissingen over de hulp samen met hen worden genomen. 91% van de respondenten ervaart dat beslissingen over de hulp vaak of altijd samen met hen worden genomen. Jongeren willen graag dat de hulpverlener één-op-één met hen in gesprek gaat over hun voorkeuren en keuzen.5 Toch ervaren relatief weinig jongeren (79%) dat beslissingen over de hulp samen met hen genomen worden, in vergelijking met 96% van de ouders.

Indien er verschillende organisaties betrokken zijn bij de hulp voor een jongere of een kind is het van belang dat zij samenwerken om hem of haar goed te kunnen helpen. In het verleden kwam het voor dat verschillende professionals bij een kind of gezin betrokken waren, zonder dat zij daar van elkaar van op de hoogte waren. Dat heeft geleid tot onwenselijke situaties waarin niemand de regie had over de situatie. Hulpvragen werden daardoor niet integraal opgepakt, waardoor de effectiviteit soms te wensen overliet. Het doel is nu om te werken volgens het principe één gezin, één plan, één regisseur.

89% van de respondenten die van verschillende organisaties hulp ontvangen, ervaart dat deze goed samenwerken om hem of haar te helpen. Dat is veel hoger dan gemiddeld in de referentiegroep (72%) en hoger dan gemiddeld in de regio (84%). Ten opzichte van vorig jaar scoort de gemeente Oost Gelre op dit aspect vergelijkbaar.

5 Bron: ZonMw, Eerste evaluatie Jeugdwet 2018

13/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

3.2 De kwaliteit van de hulpverleners De kwaliteit van en de klik met de hulpverlener bepaalt in hoge mate het effect van de hulp. Wat vinden de jongeren en ouders van de hulpverleners die hen ondersteunen?

Figuur 12 Uitvoering – kwaliteit van de hulpverleners (N = 126, 127, 128) Altijd Vaak Soms Nooit

De hulpverleners weten genoeg om mij/en mijn kind te kunnen helpen

Ik voel mij serieus genomen door de hulpverleners

Ik word met respect behandeld door de hulpverleners

Allereerst is naar de kennis van de hulpverlener gevraagd. De figuur toont hoe respondenten dit ervaren. 94% van de respondenten vindt dat de hulpverleners vaak of altijd genoeg kennis hebben om hen te kunnen helpen. Dat is een hoger aandeel dan vorig jaar, toen 86% van de respondenten vond dat hulpverleners genoeg wisten. Het is ook hoger dan gemiddeld in de referentiegroep (84%) en in de Achterhoek (90%).

Vervolgens is gevraagd of ze zich serieus genomen voelen door de hulpverleners. 99% van de respondenten voelt zich vaak of altijd serieus genomen door de hulpverleners. Ook dat is een veel hoger percentage dan in de referentiegroep, waar 89% zich vaak of altijd serieus genomen voelt. In de regio voelt gemiddeld 93% van de respondenten zich serieus genomen.

Tot slot is gevraagd of jongeren en ouders zich met respect behandeld voelen door de hulpverleners. 99% van de respondenten voelt zich vaak of altijd met respect behandeld door de hulpverleners. Maar liefst 100% van de jongeren (33 respondenten) is van mening dat zij met respect behandeld worden. 99% van de ouders ervaart respectvol behandeld te worden.

14/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

Hoofdstuk 4 Effect van de hulp

In dit hoofdstuk komen de effecten van de jeugdhulp op het opgroeien, de zelfstandigheid, de zelfredzaamheid en het meedoen aan de eigen omgeving aan bod. Worden met de doelen van de Jeugdwet, zoals naar vermogen mee kunnen doen, één gezin, één plan, één regisseur en hulp op maat, de gewenste effecten bij de kinderen en jongeren bereikt?

4.1 Opgroeien Aan jongeren en ouders is gevraagd wat het effect van de jeugdhulp is op het opgroeien. In de modelvragenlijst zijn deze effecten opgesplitst in diverse enquêtevragen.

Figuur 13 Effect van de hulp op het opgroeien (N = 121, 105, 106, 0) Veel beter Beetje beter Hetzelfde gebleven Beetje slechter Veel slechter

Door de hulp voel(t) ik mij/mijn kind zich beter

Door de hulp gaat het beter met mijn gedrag/het gedrag van mijn kind

Door de hulp gaat het thuis beter

Het door respondenten meest ervaren effect van de hulp bij het opgroeien is een beter gevoel: 86% ervaart dit effect. Het effect op de verbetering van het gedrag en de thuissituatie worden ook door veel respondenten ervaren (beide 75%).

Jongeren en ouders verschillen van mening over de effecten van de hulp op het opgroeien. Zo voelt 82% van de jongeren zich beter en ervaart 88% van de ouders dat hun kind zich beter voelt. 65% van de jongeren vindt dat het beter gaat met hun gedrag, ten opzichte van 78% van de ouders. 68% van de jongeren is van mening dat het thuis beter gaat, terwijl 78% van de ouders dit ervaart.

Ten opzichte van voorgaande meting zien we dat het effect op het gevoel in sterkere mate wordt ervaren. Het effect op de thuissituatie wordt juist in mindere mate ervaren. In vergelijking met de referentiegroep worden de effecten in vergelijkbare mate ervaren. Alleen het effect op het gedrag wordt in de gemeente Oost Gelre (75%) in mindere mate ervaren dan in de referentiegroep (79%). Ook in vergelijking met de gemeenten in de Achterhoek (79%) scoort uw gemeente lager.

15/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

4.2 Zelfstandigheid De volgende figuur toont in welke mate respondenten ervaren dat de hulp effect heeft op hun zelfstandigheid/de zelfstandigheid van hun kind.

Figuur 14 Effect van de hulp op de zelfstandigheid (N = 111, 110, 104) Veel beter Beetje beter Hetzelfde gebleven Beetje slechter Veel slechter

Door de hulp weet ik beter wat ik wil/mijn kind wat hij/zij wil

Door de hulp zeg ik vaker wat ik nodig heb/zegt mijn kind vaker wat hij/zij nodig heeft

Door de hulp wordt er beter naar mij geluisterd/voelt mijn kind zich beter gehoord

85% van de respondenten weet een beetje of veel beter wat hij of zij wil dankzij de hulp. Ook zegt 79% vaker te zeggen wat hij of zij nodig heeft dankzij de hulp. 77% ervaart dat er beter of veel beter naar hen geluisterd wordt door de hulp.

Opnieuw verschillen jongeren en ouders van mening over de ervaren effecten van de hulp op de zelfstandigheid. Daarin valt het hele grote verschil op tussen jongeren die ervaren dat er (veel) beter naar hen geluisterd wordt (55%) en ouders die dit ervaren (85%).

Ten opzichte van de vorige meting worden de ervaren effecten van de hulp op de zelfstandigheid in verschillende mate ingeschat. Zo zien we dat relatief meer respondenten (veel) beter weten wat zij willen (85% ten opzichte van 79% vorig jaar), maar dat relatief minder respondenten vinden dat er (veel) beter naar hen geluisterd wordt (77% ten opzichte van 85% vorig jaar).

In vergelijking met de referentiegroep zijn de respondenten positiever gestemd over de effecten van de hulp op de zelfstandigheid. Voornamelijk het weten wat ze willen wordt positiever gewaardeerd (74% in de referentiegroep). In vergelijking met de Achterhoekse gemeenten scoort Oost Gelre vrijwel gelijk op alle aspecten.

16/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

4.3 Zelfredzaamheid Jongeren en ouders is gevraagd naar het effect van de hulp op hun eigen zelfredzaamheid. De volgende figuur toont de ervaringen van respondenten op de diverse enquêtevragen die samen zelfredzaamheid meten.

Figuur 15 Effect van de hulp op de zelfredzaamheid (N = 113, 103, 112) Veel beter Beetje beter Hetzelfde gebleven Beetje slechter Veel slechter

Door de hulp kan ik beter mijn problemen oplossen

Door de hulp kan ik beter voor mezelf opkomen

Door de hulp heb ik meer vertrouwen in de toekomst

85% van de respondenten zegt door de hulp een beetje of veel beter problemen te kunnen oplossen. Ook kan 77% beter voor zichzelf opkomen dankzij de hulp. 79% heeft een beetje of veel meer vertrouwen in de toekomst door de hulp.

Ouders (80%) zijn vaker van mening dat ze door de hulp (veel) beter voor zichzelf kunnen opkomen dan jongeren (69%). Ook hebben relatief meer ouders (81%) dan jongeren (72%) meer vertrouwen in de toekomst.

Ten opzichte van voorgaande meting valt op dat alle ervaren effecten op de zelfredzaamheid positiever worden gewaardeerd. Voornamelijk het kunnen oplossen van problemen wordt door relatief meer ouders en jongeren ervaren (85% ten opzichte van 73% vorig jaar).

In vergelijking met de referentiegroep worden alle effecten met betrekking tot de zelfredzaamheid in (veel) sterkere mate ervaren. Ook hier valt het verschil in het aspect oplossen van problemen op: in de referentiegroep antwoordt gemiddeld 76% dat het daarmee (veel) beter gaat. Ook het kunnen opkomen voor zichzelf wordt in Oost Gelre sterker ervaren dan gemiddeld in de referentiegroep (68%).

Als we de resultaten vergelijken met die van de regio Achterhoek, zien we dat Oost Gelre vergelijkbaar of iets hoger scoort op de aspecten die het effect van de hulp op de zelfredzaamheid meten.

17/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

4.4 Meedoen in de eigen omgeving Hulp kan er ook aan bijdragen dat kinderen beter kunnen meedoen in de eigen omgeving. In dit onderzoek is ook naar de effecten van de hulp hierop gevraagd.

Figuur 16 Effect van de hulp op meedoen in de eigen omgeving (N = 117, 96, 101) Veel beter Beetje beter Hetzelfde gebleven Beetje slechter Veel slechter

Door de hulp gaat het beter (met mijn kind) op school, werk of dagbesteding

Door de hulp besteed ik mijn/besteedt mijn kind zijn/haar vrije tijd beter

Door de hulp is mijn relatie/de relatie van mijn kind met vrienden en anderen beter geworden

84% van de respondenten geeft aan dat het door de hulp een beetje of veel beter gaat op school, werk of dagbesteding. 57% besteedt zijn of haar vrije tijd een beetje of veel beter dankzij de hulp. Voor 65% is de relatie met vrienden en anderen een beetje of veel beter geworden door de hulp.

Opnieuw zien we verschillen in de ervaringen van jongeren en ouders met de effecten van de hulp op ditmaal het meedoen in de eigen omgeving. Relatief veel meer ouders (71%) vinden dat door de hulp de relatie van hun kind met vrienden en anderen (veel) beter is geworden, ten opzichte van 46% van de jongeren. En een hoger aandeel ouders (87%) dan jongeren (77%) ervaart dat het beter gaat op school, werk of dagbesteding.

Ten opzichte van de vorige meting worden de positieve effecten van de hulp op het meedoen in de eigen omgeving op twee van de drie aspecten in sterkere mate ervaren. Dit geldt dan voor hoe het gaat op school, werk of dagbesteding (75% vorig jaar) en de vrijetijdsbesteding (50% vorig jaar).

In vergelijking met de referentiegroep en de Achterhoekse gemeenten worden de positieve effecten in sterkere mate ervaren. Zo ervaart gemiddeld 77% van de respondenten in de referentiegroep en 78% van de Achterhoekse respondenten dat het beter gaat op school, werk of dagbesteding.

18/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

Hoofdstuk 5 Wat gaat goed en wat kan beter?

Aan het einde van de vragenlijst is aan respondenten gevraagd aan te geven wat zij vinden dat op dit moment goed gaat bij de hulp en begeleiding die ze ontvangen en wat zij vinden dat beter kan. We hebben deze opmerkingen per onderdeel in een top 3 gezet.

Tabel 1 Wat gaat goed? Opmerking 1 Luisteren, serieus genomen en gehoord voelen 2 Algemene tevredenheid/alles is goed 3 Ondersteuning is op maat, past bij de hulpvraag

Tabel 2 Wat kan beter? Opmerking 1 Niets, alles gaat goed 2 Duur van de aanvraag/wachtlijsten 3 Communicatie met en samenwerking tussen hulpverleners

19/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

Bijlage 1 Tabellen met onderzoeksresultaten

In de zesde kolom staan de totalen van de uitkomsten van jongeren en ouders gezamenlijk. In de tweede kolom staan de uitkomsten van jongeren apart, gevolgd door de uitkomsten van ouders in de vierde kolom. In de een na laatste kolom is het gemiddelde over alle gemeenten die het onderzoek door BMC hebben laten uitvoeren, weergegeven. In de tabellen zijn de stellingen zoals geformuleerd in de vragenlijst voor jongeren opgenomen. Voor ouders gaan deze stellingen over hun kind.

Tabel 3 Toegankelijkheid van voorzieningen (% vaak/altijd)

Jongeren N Jongeren Jongeren Referentiegroep N Jongeren Ouders en ouders (samen) en ouders en ouders Referentiegroep Referentiegroep jongeren en (samen) 2019 N 2019 N 2019 2019 2018 2017 jongeren 2019 ouders 2019 ouders 2019 2019

Ik weet waar ik terechtkan als ik hulp 68% 31 82% 92 78% 123 72% 81% 76% 76% 76% 2.803 nodig heb

20/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

Tabel 4 Uitvoering van de kwaliteit van zorg (% vaak/altijd)

Jongeren N Jongeren Jongeren Referentiegroep N Jongeren Ouders en ouders (samen) en ouders en ouders Referentiegroep Referentiegroep jongeren en (samen) 2019 N 2019 N 2019 2019 2018 2017 jongeren 2019 ouders 2019 ouders 2019 2019

Ik word goed geholpen bij mijn vragen en 97% 34 98% 90 98% 124 91% 83% 86% 85% 85% 2.852 problemen

De verschillende organisaties werken 91% 22 88% 85 89% 107 91% 78% 75% 72% 73% 2.452 goed samen om mij/mij en mijn kind te helpen

Ik krijg voldoende 79% 33 94% 95 90% 128 89% 82% 81% 81% 81% 2.838 informatie over de hulp

Beslissingen over de

hulp worden samen met 79% 34 96% 95 91% 129 90% 90% 84% 91% 89% 2.829 mij genomen

21/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

Tabel 5 Uitvoering van de kwaliteit van hulpverleners (% vaak/altijd)

Jongeren N Jongeren Jongeren Referentiegroep N Jongeren Ouders en ouders (samen) en ouders en ouders Referentiegroep Referentiegroep jongeren en (samen) 2019 N 2019 N 2019 2019 2018 2017 jongeren 2019 ouders 2019 ouders 2019 2019

De hulpverleners weten genoeg om mij/mij en 97% 33 94% 93 94% 126 87% 82% 85% 85% 85% 2.859 mijn kind te kunnen

helpen

Ik voel mij serieus

genomen door de 100% 32 98% 95 98% 127 97% 91% 90% 89% 90% 2.885 hulpverleners

Ik word met respect

behandeld door de 100% 33 99% 95 99% 128 97% 96% 96% 95% 95% 2.900 hulpverleners

Tabel 6 Effect van de hulp bij het opgroeien (% een beetje/veel beter geworden)

Jongeren N Jongeren Jongeren Referentiegroep N Jongeren Ouders en ouders (samen) en ouders en ouders Referentiegroep Referentiegroep jongeren en (samen)

2019 N 2019 N 2019 2019 2018 2017 jongeren 2019 ouders 2019 ouders 2019 2019

Door de hulp voel(t) ik 82% 33 88% 88 86% 121 80% 87% 84% 85% 85% 2.726 mij/mijn kind zich beter

Door de hulp gaat het beter met mijn 65% 26 78% 79 75% 105 74% 83% 75% 81% 79% 2.496 gedrag/het gedrag van

mijn kind

Door de hulp gaat het 68% 28 78% 78 75% 106 80% 80% 71% 80% 78% 2.450 thuis beter

22/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

Tabel 7 Effect van de hulp op de zelfstandigheid (% een beetje/veel beter geworden)

Jongeren N Jongeren Jongeren Referentiegroep N Jongeren Ouders en ouders (samen) en ouders en ouders Referentiegroep Referentiegroep jongeren en (samen)

2019 N 2019 N 2019 2019 2018 2017 jongeren 2019 ouders 2019 ouders 2019 2019

Door de hulp weet ik beter wat ik wil/mijn 75% 32 89% 79 85% 111 80% 73% 70% 75% 74% 2.443 kind wat hij/zij wil

Door de hulp zeg ik vaker wat ik nodig

heb/zegt mijn kind 74% 31 81% 79 79% 110 81% 73% 72% 77% 75% 2.499 vaker wat hij/zij nodig heeft

Door de hulp wordt er beter naar mij 55% 29 85% 75 77% 104 86% 72% 66% 80% 76% 2.421 geluisterd/voelt mijn

kind zich beter gehoord

23/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

Tabel 8 Effect van de hulp op de zelfredzaamheid (% een beetje/veel beter geworden)

Jongeren N Jongeren Jongeren Referentiegroep N Jongeren Ouders en ouders (samen) en ouders en ouders Referentiegroep Referentiegroep jongeren en (samen)

2019 N 2019 N 2019 2019 2018 2017 jongeren 2019 ouders 2019 ouders 2019 2019

Door de hulp kan ik beter mijn problemen 84% 32 86% 81 86% 113 73% 75% 77% 76% 77% 2.330 oplossen

Door de hulp kan ik beter voor mezelf 69% 29 80% 74 77% 103 73% 76% 67% 68% 67% 2.091

opkomen

Door de hulp heb ik meer vertrouwen in de 72% 32 81% 80 79% 112 75% 78% 70% 75% 73% 2.325

toekomst

24/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

Tabel 9 Effect van de hulp op meedoen in de eigen omgeving (% een beetje/veel beter geworden)

Jongeren N Jongeren Jongeren Referentiegroep N Jongeren Ouders en ouders (samen) en ouders en ouders Referentiegroep Referentiegroep jongeren en (samen) 2019 N 2019 N 2019 2019 2018 2017 jongeren 2019 ouders 2019 ouders 2019 2019

Door de hulp gaat het beter (met mijn kind) 77% 31 87% 86 85% 117 75% 81% 73% 78% 77% 2.629 op school, werk of

dagbesteding

Door de hulp besteed ik

mijn/besteedt mijn kind 57% 28 57% 68 57% 96 49% 60% 51% 56% 55% 2.284 zijn/haar vrije tijd beter

Door de hulp is mijn

relatie/de relatie van mijn kind met vrienden 46% 28 71% 73 64% 101 63% 62% 56% 60% 58% 2.320 en anderen beter

geworden

25/25 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2020 – gemeente Oost Gelre

BMC Onderzoek Postbus 10242 2501 HE DEN HAAG

070 – 310 38 00 [email protected] www.bmc.nl