PolicyPolicy ResearchResearch CorporationCorporation CONCRETE OPLOSSINGEN GEBASEERD OP WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK

DE ECONOMISCHE BETEKENIS VAN SPORT IN NEDERLAND

april 2008 © Policy Research Corporation Copyright 2008

Parklaan 40 3016 BC Rotterdam (Nederland) tel : +31 10 436 0 364 fax : +31 10 436 1 416 e-mail : [email protected] website : www.policyresearch.nl

Dit rapport, waarop het auteursrecht van toepassing is, is bestemd voor intern gebruik door de geadresseerde. Elke vorm van gebruik door derden van dit rapport of de inhoud ervan, volledig of gedeeltelijk, vergt een voorafgaande schriftelijke toestemming van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Ministerie van Economische Zaken.

april 2008 © Policy Research Corporation 2 VOORWOORD

Het doel van het onderhavig onderzoek is om de economische betekenis van sport in brede zin in beeld te brengen. De cijfers in dit rapport met betrekking tot de economische betekenis van sport in Nederland bouwen voort op bestaande studies en rapporten en zijn, waar nodig, aangevuld aan de hand van eenvoudige verdeelsleutels. De cijfers in dit rapport geven de grootteordes van de economische betekenis van sport weer, zonder uitspraken te doen over de causaliteit tussen de verschillende onderdelen van sport en economie.

Aan dit rapport is een management samenvatting gekoppeld waarin de voornaamste bevindingen en conclusies van het onderzoek worden toegelicht.

april 2008 © Policy Research Corporation 3 LEESWIJZER

In dit rapport worden achtereenvolgens de volgende onderdelen behandeld: • Definitie van sport & economie in Nederland • Belangrijkste spelers en de organisatie van sport & economie • Economische betekenis van sport in Nederland: directe en indirecte effecten van sport inzake: – Omzet, werkgelegenheid, bijdrage aan het Bruto Binnenlands Product en terugvloei naar de Nederlandse overheid • De financiële stromen tussen de vraag naar en het aanbod van sport in Nederland • De sector sport & economie in Nederland in perspectief geplaatst met andere sectoren in Nederland en sport & economie in het buitenland • Ontwikkelingen in en rondom sport in Nederland en overheidskansen die hieruit voortvloeien

april 2008 © Policy Research Corporation 4 INHOUDSOPGAVE

Definitie Sport & Economie p. 5 Spelers en organisatie p. 8 Economische betekenis van sport in Nederland p. 26 Financiële stromen van sport in Nederland p. 47 Sport & Economie in perspectief p. 82 Ontwikkelingen en kansen voor de overheid p. 91 Conclusies p. 106

april 2008 © Policy Research Corporation 5 DEFINITIE VAN SPORT EN ECONOMIE Spelers en organisatie van sport en economie Vraag naar sport Aanbod van sport

ConsumentenuitgavenConsumentenuitgaven SportbondenSportbonden enen -verenigingen-verenigingen •• Actieve Actieve sportbeoefeningsportbeoefening •• Betaald Betaald –– amateur amateur •• Passieve Passieve sportbeoefeningsportbeoefening •• Topsport Topsport –– breedtesport breedtesport

CommerciëleCommerciële activiteitenactiviteiten m.b.t.m.b.t. sportsport Financiële •• Particuliere Particuliere accommodatieaccommodatie Reclame en sponsoring •• Producenten Producenten vanvan sportmateriaalsportmateriaal e.d.e.d. Reclame en sponsoring stromen •• Handel Handel inin sportmateriaalsportmateriaal e.d.e.d. •Media•Media •• Gelieerde Gelieerde sectorensectoren (bvb.(bvb. vervoer)vervoer) Overheid en sport OverheidsuitgavenOverheidsuitgaven Overheid en sport •• Gezondheidszorg Gezondheidszorg •• Rijk Rijk •• Accommodaties Accommodaties gemeentengemeenten •• Provincies Provincies •• Gymleraren Gymleraren enen sportopleidingensportopleidingen •• Gemeenten Gemeenten •• Beleidsmedewerkers Beleidsmedewerkers sportsport

InkomstenbronnenInkomstenbronnenvoorvoor hethet BijdrageBijdrage aanaan hethet BrutoBruto BinnenlandsBinnenlands sportaanbodsportaanbod ProductProduct (BBP)(BBP)enen werkgelegenheidwerkgelegenheid

SportSport && economieeconomie betreftbetreft hethet samenspelsamenspel tussentussen overheid,overheid, bedrijfsleven,bedrijfsleven, sportbondensportbonden enen –verenigingen–verenigingen enen dede actieveactieve enen passievepassieve sportbeoefenaarsportbeoefenaar april 2008 © Policy Research Corporation 6 EEN ONDERSCHEID KAN WORDEN GEMAAKT TUSSEN EEN BINNEN- EN BUITENRING VAN SPORT

BinnenringBinnenring Overheidsgerelateerd of -ondersteund Commercieel vanvan sportsport Sport- Particuliere accommodatie, DeelsectorenDeelsectoren diedie verenigingen excl. fitnesscentra noodzakelijknoodzakelijk zijnzijn voorvoor actieveactieve Buitenring sportbeoefeningsportbeoefening Sportbonden Fitnesscentra BuitenringBuitenring vanvan sportsport Gemeentelijke Binnenring Handel in accommodatie sportmateriaal e.d. DeelsectorenDeelsectoren m.b.t.m.b.t. passievepassieve sportbeoefeningsportbeoefening ofof diedie faciliterendfaciliterend zijn zijn voorvoor dede actieveactieve Gymleraren en Productie van sportbeoefeningsportbeoefening sportopleidingen sportmateriaal e.d.

Gezondheidszorg m.b.t. Media m.b.t. sport sportblessures Intensief Beleidsmedewerkers Vervoer m.b.t. sport Extensief sport OnderscheidOnderscheid kankan gemaaktgemaakt wordenworden tussentussen sectsectorenoren diedie noodzakelijknoodzakelijk zijnzijn voorvoor actieveactieve enen passievepassieve sportbeoefeningsportbeoefening april 2008 © Policy Research Corporation 7 INHOUDSOPGAVE Definitie Sport & Economie p. 5 Spelers en organisatie p. 8 • Sportbonden en –clubs • Sportaccommodaties • Fitnessbranche • Sportevenementen • Bedrijfsleven voor sportuitrusting en –accommodaties •Media • Overheid: rijk, provincie, gemeente • Vrijwilligers Economische betekenis van sport in Nederland p. 26 Financiële stromen van sport in Nederland p. 47 Sport & Economie in perspectief p. 82 Ontwikkelingen en kansen voor de overheid p. 91 Conclusies p. 106 april 2008 © Policy Research Corporation 8 SPORTBONDEN EN –CLUBS: GESUBSIDIEERD VERSUS NIET OF SLECHTS BEPERKT GESUBSIDIEERD Niet of slechts beperkt Gesubsidieerd gesubsidieerd

NOC*NSF*

Buitengewone leden Niet aangesloten (commerciële) Sportbonden ** aangesloten bij NOC*NSF sportclubs • In 2006 in totaal 72 • In 2006 in totaal 16 organisaties waaronder Katholieke Sport- Fitnesscentra: Maneges: federatie, Culturele Sportbond en 2 041 in 2007*** 1 190 in 2003 Nederlands Christelijke Sport Unie Zeil- en Sportscholen: surfscholen: 1 970 in 2003 115 in 2003 *** Bron: Mulier Instituut Bij NOC*NSF aangesloten sportclubs in 2006: 27 249 Bron: CBS (SO’03; SW’03) en Fit!Vak in Rapportage sport 2006 * Een omschrijving van de taken van NOC*NSF is opgenomen in Bijlage 3 ** De buitengewone organisaties ontvangen geen (structurele) gelden van de NOC*NSF Bron: NOC*NSF, Ledental NOC*NSF 2006 ErEr kankan onderscheidonderscheid gemaaktgemaakt wordenworden tussentussen gesubsidieerdegesubsidieerde enen nietniet ofof slechtsslechts beperktbeperkt gesubsidieerdegesubsidieerde sportbondensportbonden enen -clubs;-clubs; ddezeeze laatstelaatste groepgroep isis nietniet bijbij dede NOC*NSFNOC*NSF aangeslotenaangesloten april 2008 © Policy Research Corporation 9 SPORTBONDEN EN -CLUBS: LIDMAATSCHAP VERSUS SPORTDEELNAME

Clubs, organisaties of scholen Evolutie ledenaantal alle bonden 10 000 Gemiddeld aantal leden per club, organisatie of school 500 9 000 450 5 000 +3% 8 000 400 4 500 4 686 4 544 7 000 350

4 000 6 000 300 saties of scholen 5 000 250 3 500 x 1 000 x 4 000 200 Aantal leden

3 000 3 000 150

2 000 100 2 500

Aantal clubs, organi 1 000 50

2 000 0 0 2003 2004 2005 2006 Tennis Maneges Zwemsport Hengelsport Veldvoetbal Paardensport Overige sportOverige -instructeurs Teamzaalsport Watersportclubs Sportscholen en Overige veldsport Overige Vechtsport/fitness Zeil- surfscholen en Individuele zaalsport Individuele

Leden van de top-5 bonden (2006) •• Sportverenigingen, Sportverenigingen, -scholen-scholen enen -organisaties-organisaties 1. Voetbalbond 1 089 000 hebbenhebben gemiddeldgemiddeld tussentussen dede 5050 enen dede 450450 ledenleden 2. Tennisbond 699 000 •• Team- Team- en en individueleindividuele zaazaalsportenlsporten hebbenhebben meestemeeste 3. Gymnastiek Unie 284 000 absolute verenigingen, en hengelsport en tennis 4. Golffederatie 269 000 absolute verenigingen, en hengelsport en tennis 5. Hippische federatie 189 000 hebbenhebben meestemeeste aantaantalal ledenleden perper clubclub Ledental top-15 bonden: zie Bijlage 4 Bron: CBS StatLine – Sportclubs en -scholen, 2003 ErEr zijnzijn eeneen aantalaantal sportensporten diedie doordoor eeneen grootgroot aantalaantal NederlandersNederlanders wordtwordt beoefendbeoefend zonderzonder datdat dede beoefenaarsbeoefenaars daarvoordaarvoor bijbij eeneen betreffendebetreffende sportbondsportbond zijn zijn aangesloten;aangesloten; ditdit geldtgeldt onderonder andereandere voorvoor fitness,fitness, wandelsport,wandelsport, trimmen,trimmen, toerfietsen/wielrennen,toerfietsen/wielrennen, etc.etc. (zie(zie BijlageBijlage 44)) april 2008 © Policy Research Corporation 10 IN 2003 WAREN ER CIRCA 7 750 SPORTACCOMMODATIES IN NEDERLAND Zwembaden Jachthavens* Openlucht Overdekt

Strand- of 501 ligplaatsen en 351-500 meer Sportzaal- natuurbaden Overige sport Overige overdekte 4% ligplaatsen 5% accommodaties Combibaden 15% accommodaties 5% 50 ligplaatsen of 20% 19% Voetbal 25% 201-350 minder Veldsport en 32% Overdekt ligplaatsen 26% overige sport zwembaden 14% 10% 45%

Tennishal- Sporthal- 101-200 Openlucht- 51-100 ligplaatsen accommodaties accommodaties ligplaatsen Combinaties van zwembaden 25% 12% 43% veldsporten Tennis 32% 25% 20% Eén soort andere 13% veldsport Totaal: 770 Totaal: 815 Totaal: 4 000 10% Totaal: 2 160, excl. fitnesscentra

Alle sportaccommodaties, excl. fitnesscentra

Totaal: 7 745 Totaal jachthavens Totaal zwembaden 11% 10%

Totaal overdekte sport- Totaal openlucht accommodaties sport- 28% accommodaties 51% * Jachthavens door gemeente of als nevenactiviteit geëxploiteerd zijn niet meegerekend Bron: CBS StatLine – Sportaccommodaties en Jachthavens naar capaciteit, 2003 MeerMeer dandan 60%60% vanvan dede accommodatiesaccommodaties zijnzijn inin openlucht,openlucht, daarnaastdaarnaast 10%10% zwembadenzwembaden enen bijnabijna 30%30% overigeoverige overdekteoverdekte accommodatiesaccommodaties april 2008 © Policy Research Corporation 11 DE FITNESSBRANCHE IN NEDERLAND KENT EEN ZEER STERKE GROEI SINDS MIDDEN JAREN ‘90 Fitnesscentra: • De fitnessbranche is de laatste jaren sterk in ontwikkeling: – Sinds de tweede helft van de jaren ‘90 is het aantal fitnesscentra zeer sterk gegroeid van 400 tot ruim 2 000 fitnesscentra – Bijna de helft van alle fitnesscentra is na 2000 geopend – In 2006 is het aantal fitnesscentra met 14% toegenomen • 85% van de centra is in eigendom van zelfstandige ondernemers; 86% hiervan (= 73% van het totaal) heeft één vestiging en 14% heeft tussen de 2 en 5 vestigingen • De overige 15% van de fitnesscentra zijn onderdeel van een keten of franchise; in 2007 zijn ongeveer 30 ketens in Nederland – Health City, High Five, Laco, Achmea Health, Fitness First, Curves en SVB Netwerk hebben meer dan 20 vestigingen

Bron: W.J.H. Mulier Instituut, De Fitnessbranche 2007, 2008 DeDe NederlandseNederlandse fitnessbranchefitnessbranche isis zeerzeer sterksterk ontwikkeld:ontwikkeld: hethet aantalaantal fitnessvestigingenfitnessvestigingen isis sindssinds middenmidden jarenjaren ‘90‘90 meermeer dandan vervijfvervijfvoudigdvoudigd waarvanwaarvan bijnabijna dede helfthelft nana 20002000 isis geopend;geopend; bovendienbovendien isis hethet aandeelaandeel vanvan ketensketens toegenomentoegenomen april 2008 © Policy Research Corporation 12 FITNESSBRANCHE IN NEDERLAND: BIJNA 2 MILJOEN NEDERLANDERS AANGESLOTEN BIJ EEN FITNESSCENTRUM Klantenbestand: • Het totale ledenbestand van Nederlandse fitnesscentra bedraagt 1.95 miljoen • Gemiddeld heeft een Nederlands fitnesscentrum 955 leden • De meeste fitnesscentra hebben een ledenaantal van 250-500 (22%) en 500-950 (23%) Verdeling klantenbestand bij fitnesscentra 9% 19%

13% Minder dan 250 Tussen de 250 en 500 Tussen de 500 en 950 Tussen de 950 en 1 500 14% 22% Tussen de 1 500 en 2 500 Meer dan 2 500

23% Bron: W.J.H. Mulier Instituut, De Fitnessbranche 2007, 2008 InIn totaaltotaal zijnzijn bijnabijna 22 miljoenmiljoen NederlandersNederlanders aangeslotenaangesloten bijbij eeneen fitnesscentrum;fitnesscentrum; datdat betekentbetekent datdat eeneen fitnesscentrumfitnesscentrum gemiddeldgemiddeld 955955 ledenleden heeft;heeft; echter,echter, 45%45% vanvan dede fitnesscentrafitnesscentra heeftheeft eeneen klantenbestandklantenbestand tussentussen dede 250250 enen 950950 ledenleden april 2008 © Policy Research Corporation 13 EENMALIGE EVENEMENTEN WORDEN GEORGANISEERD DOOR BONDEN EN STRUCTURELE DOOR STICHTINGEN

• Incidentele of Eenmalige evenementen* worden voornamelijk georganiseerd door bonden. In sommige gevallen wordt hiervoor een stichting opgericht waarbij de financiële gegevens veelal worden opgenomen in de jaarrekeningen van de sportbonden Bvb.: Stichtingen die Euro 2007 en Euro 2000 organiseerden, zijn opgenomen in geconsolideerde jaarrekeningen van KNVB

Bron: KNVB – Jaarverslag ’06-’07

• Structurele evenementen** zijn in handen van onafhankelijke stichtingen die zelfbedruipend zijn. Bijgevolg geven deze partijen meestal verantwoording aan hun financiële stromen in een afzonderlijke jaarrekening Bvb.: ABN AMRO World Tennis Tournament − Organisatie: Stichting o.l.v. toernooidirecteur Kraijcek in naam van Ahoy en in samenwerking met ABN AMRO − Jaarlijks budget bedraagt ca. € 5 miljoen, waarvan € 2.7 miljoen sponsoringbedrag van hoofdsponsors

* Lijst van incidentele of eenmalige evenementen door VWS gesubsidieerd tussen 2004 en 2006 kan geraadpleegd worden in Bijlage 5 ** Structurele evenementen zijn events die jaarlijks terugkeren; lijst van twintig grootste op vlak van aantal bezoekers is terug te vinden in Bijlage 6 Bron: Informatie uit gesprekken met Rotterdam Topsport en Bureau BenS FinanciëleFinanciële gegevensgegevens vanvan incidenteleincidentele evevenementenenementen zijnzijn meestalmeestal vervatvervat inin dede jaarrekeningjaarrekening vanvan dede organiserendeorganiserende bonden,bonden, terwijlterwijl stichtingenstichtingen diedie structurelestructurele eventsevents organiserenorganiseren zelfstandigzelfstandig verantwoordingverantwoording afleggenafleggen april 2008 © Policy Research Corporation 14 SPORTEVENEMENTEN: INCIDENTELE EVENEMENTEN GESUBSIDIEERD DOOR VWS Inkomsten van sportbonden voor eenmalige Uitsplitsing grootste evenementen qua inkomsten kampioenschappen in Nederland*, ** in Nederland tussen 2004 en 2006 + Euro 2000 25 opbrengst ticketing bijdrage atleten/ begeleiders 40 ∑ = € 22 mln. 35 *** bijdrage sponsoren bijdrage land. sportorg. 35 bijdrage lokale overheid bijdrage provinciale overheid 20 30 bijdrage rijksoverheid overige ∑ = € 17 mln. 25 15 20 ∑ = € 11 mln. 15

in € miljoenin € 9 10 10 in € miljoen 5 5 4 5 5 0 Euro 2000 FIFA WK WK Honkbal WK Atletiek Euro 2007 onder 23 (2005) (2005) voor 0 gehandicapten 2004 2005 2006 (2006)

• Totale inkomsten uit incidentele sportevenementen • Topevenementen in Nederland op vlak van inkomsten zijn bedroegen tussen 2004 en 2006 respectievelijk € 22 mln., drie kampioenschappen voetbal (∑= € 48 mln.), WK € 11 mln. en € 17 mln. Honkbal in 2005 (€ 5 mln.) en WK Atletiek voor • Overheid subsidieerde in 2004, 2005 en 2006, gehandicapten in 2006 (€ 5 mln.) respectievelijk, € 6 mln., € 3 mln. en € 5 mln.

* Lijst met alle door VWS gesubsidieerde evenementen is opgenomen in Bijlage 5 ** Verdeling over jaartallen van de evenementen heeft betrekking op jaar van uitreiking van subsidie door VWS *** Opbrengsten EURO 2000 zijn in totaal € 59 mln. en worden voor 60% toegewezen aan Nederland (bron: Oldenboom (2006) – Costs and benefits of major sports events) Bron: VWS o.b.v. cijfergegevens van stichtingen TotaleTotale inkomsteninkomsten vanvan incidenteleincidentele sportevenementensportevenementen voorvoor sportbondensportbonden bedroegenbedroegen €€ 17 17 miljoenmiljoen inin 2006,2006, waarvanwaarvan €€ 5 5 miljoenmiljoen gesubsidieerdgesubsidieerd doordoor overheidoverheid april 2008 © Policy Research Corporation 15 STRUCTUUR VAN HET NEDERLANDS BEDIJFSLEVEN VOOR SPORTUITRUSTING EN ACCOMMODATIE Sportaccommodatie Sportartikelen Sportkleding en -schoenen

Schaatsen: Nederlandse sportmerken: Kunstgrasvelden: Zandstra, Viking, Raps, Maple en Rucanor, Masita, Beltona, Nomad, Ten Cate Seves Protest, Brunotti, O’Neill en Gaastra Turntoestellen: Janssen-Fritsen Tijdelijke accommodatie: Hoofdzetel en distributiecentra De Boer Tenten Hippische sport: o.a. Brokx Sport internationale sportmerken in Bieman de Haas, Harry’s Horse en Nederland (zoals Nike, Adidas, Safetyle Reebok en K-Swiss)

Merendeel productie in lage Productie in Nederland Merendeel productie in Nederland loonlanden

Binnenlands verbruik Binnenlands verbruik Binnenlands verbruik Distributie Uitvoer Uitvoer Uitvoer

Structuur en economische kengetallen van Ten Cate, De Boer Tenten, Maple en Janssen en Fritsen zijn opgenomen in Bijlage 7 Bron: Federation of Sports and Play Associations, The European sports goods market, 2007 ProductieProductie vanvan accommodatieaccommodatie enen artikelenartikelen vanvan NederlandseNederlandse merkenmerken verlooptverloopt voornamelijkvoornamelijk inin binnenland,binnenland, terwijlterwijl kledingkleding enen –schoenen–schoenen inin lageloonlandenlageloonlanden geproduceerdgeproduceerd wordenworden april 2008 © Policy Research Corporation 16 PASSIEVE SPORTBEOEFENAARS: 35% VAN DE NEDERLANDSE BEVOLKING BEZOEKT JAARLIJKS SPORTWEDSTRIJDEN Bezoeken van bevolking aan sportwedstrijden Verhouding sporters - niet-sporters die naar frequentie* sportwedstrijden bezoeken nooit < 1 x per maand Aandeel sporters in bezoeken** 45% 1-3 x per maand ≥ 1 x per week Aandeel niet-sporters in bezoeken 40% 100% 9 8 7 6 6 6 7 -7% 35% 90% 10 9 9 9 11 11 10 80% 16 15 30% 18 17 19 70% 19 18 25% 28% 28% 60% 27% 30% 20% 25% 25% 50% 24% 40% 15% 69 71 63 65 68 65 30% 62 10% 20% 5% 11% 9% 8% 7% 10% 6% 6% 5% 0% 0% 1979 1983 1987 1991 1995 1999 2003 1979 1983 1987 1991 1995 1999 2003

• 35% van de bevolking bezoekt soms een sportwedstrijd • Sporters vertegenwoordigen het grootste deel van de • De verhouding tussen niet-bezoekers en bezoekers bezoekers schommelt is vrij constant • In 2003 waren 30% van de totale bevolking actieve • 15% gaat minstens één maal per maand naar een sporters die jaarlijks naar één of meer sportwedstrijden sportwedstrijd kijken gingen kijken • Tussen 1979 en 2003 daalde het aandeel van de sport- bezoekers met 7%, vnl. door daling in niet-sporters * Belangrijkste jaarlijkse sportevenementen: zie Bijlage 6 ** Sportdeelname in Nederland: zie Bijlage 4 Bron: SCP, Rapportage-Sport 2006 EenEen sportersporter isis eeneen persoonpersoon diedie actiefactief aanaan ssportport deelneemt,deelneemt, datdat wilwil zeggenzeggen iemandiemand diedie zelfstandigzelfstandig ofof inin teamverbandteamverband feitelijkfeitelijk eeneen sportsport beoefent.beoefent. InIn totaaltotaal isis 30%30% vanvan dede NederlandseNederlandse bevolkingbevolking eeneen actieveactieve sporsporterter diedie sportwedstrijdensportwedstrijden bezoektbezoekt april 2008 © Policy Research Corporation 17 MEDIA: SPORT NEEMT TOT MEER DAN 15% VAN TOTALE TV-KIJKTIJD IN BESLAG Bekijken van sport met televisie a.d.h.v. kijk- en zendtijd omroepstations, 2006

35 Totale kijktijd aan sport 100% 90% 30 Aandeel sport in zendtijd 80% Aandeel sport in kijktijd 25 70% 20 60% Uitzendrechten 50% 15 Ere divisie* 40% 10 30% 20% Minuten per dag per persoon 5 10% 0 0% Publieke RTL SBS Talpa Eurosport Totaal alle Omroep Nederland zenders**

Nederland 1 RTL 4 SBS6 De kijktijd naar sport op televisie is Nederland 2 RTL 5 Net5 Tien tussen 1991 en 2005 verdubbeld Nederland 3 RTL 6 Veronica (Rapportage Sport 2006) * Zender Tien en uitzendrechten voetbal overgenomen door RTL in juni 2007 ** Exclusief betaalzenders Bron: Stichting KijkOnderzoek-Jaarrapport 2006

SportSport wordtwordt relatiefrelatief geziengezien meermeer bekekenbekeken dandan uitgezondenuitgezonden april 2008 © Policy Research Corporation 18 MEDIA: SPORTTIJDSCHRIFTEN HEBBEN BETREKKING OP BONDSBLADEN* EN COMMERCIËLE SPORTTIJDSCHRIFTEN Kernoplage*** per uitgave van bondsbladen en Kernoplage*** per uitgave van commerciële sportbladen frequentie per jaar, 2006 en frequentie per jaar, 2006 ∑ (Gemiddelde kernoplage x frequentie per jaar) ∑ (Gemiddelde kernoplage x frequentie per jaar) 800 000 = 8.8 mln. bondsbladen per jaar 30 180 000 = 22.8 mln. commerciële sporttijdschriften per jaar 60

160 000 700 000 Totaal losse verkoop 25 50 Totaal abonnementen 140 000 600 000 Totaal losse verkoop Uitgave frequentie per jaar 20 120 000 Totaal abonnementen 40 500 000 Uitgave frequentie per jaar 100 000

400 000 15 30 80 000 300 000 10 60 000 20

200 000 40 000 5 10 100 000 20 000

0 0 0 0 Elf Fiets Bridge Motor Op Pad De Bal** Moto 73 Golf2day Autovisie Autoweek Sportweek FietsActief VI for Kids VI GolfNieuws Nummer 14Nummer Special Auto Review Ski Magazine RaceReport** GOLFjournaal Autokampioen Ajax Magazine Runner's World Waterkampioen Golfers Magazine Voetbal Magazine Hockey Magazine Hockey Magazine Hockey Sport International Sport Atletiek Magazine De Feyenoord De krant Auto Motor Klassiek Motor Auto Voetbal International FietsSport Magazine Snowboard Magazine Snowboard Bron: Het Oplage Instituut, 2006 Bron: Het Oplage Instituut, 2006 Formule 1Race Report * Aankoopprijs van bondsbladen is verrekend in lidgelden van de sportbond ** Cijfers hebben betrekking op het jaar 2005 *** Kernoplage is de gemiddelde oplage die per editie verspreid wordt voor alle tijdschriften in de categorie sport die door HOI opgenomen worden PerPer jaarjaar wordenworden meermeer dandan 2020 miljoenmiljoen exemexemplarenplaren vanvan commerciëlecommerciële sporttijdschriftensporttijdschriften verkochtverkocht april 2008 © Policy Research Corporation 19 MEDIA: KERNOPLAGE VAN DAGBLADEN NAAR AANKOOPWIJZE EN REDACTIONELE RUIMTE VOOR SPORT

Betaalde kernoplage top-15 dagbladen verdeeld naar abonnementen en losse verkoop, 2006

700 000

600 000

500 000 Totaal losse verkoop Totaal abonnementen 400 000

300 000

200 000 Gemiddelde oplageper dag 100 000

0

f r d raa AD em a uw g t o ourant Tr Noorden Dagblad C s De Stentor N/DeS er B d De Tele vens Dagbl De Volkskrant o De Gelderlander d De Limburge NRC Handelsblad a Brabants Dagblad agbl Eindh Leeuwar agblad vanNoordholland het D D entsche Courant Tubantia w T De

Gemiddelde redactionele ruimte voor sport in top-4 kranten: 15%

Bron: HOI en Sportredactie top-4 kranten 15%15% vanvan dede redactioneleredactionele ruimteruimte inin dede NederlandseNederlandse dagbladendagbladen wordtwordt ingevuld ingevuld doordoor sportsport april 2008 © Policy Research Corporation 20 IN TOTAAL ZIJN ZES MINISTERIES BETROKKEN ROND BELEID MET BETREKKING TOT SPORT VWS draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het sportbeleid; verschillende andere Ministeries zijn daarnaast betrokken Ministerie van Ministerie van Ministerie van Ministerie van Ministerie van Ministerie van VWS: EZ: OCW: VROM: Defensie: AZ: Departementale I.h.b. vanuit markt- O.a. lichamelijke Ruimtelijke Ondersteuning van Versterking van trekker op gebied werking (EZ voert opvoeding en ordening voor sport militaire topsporters sociale samenhang van ontwikkeling en geen sector- sportopleidingen en bewegen en binding in de uitvoering van specifiek beleid) samenleving nationaal sportbeleid

Doelstelling sportbeleid kabinet (Nota Tijd voor Sport): Een sportieve samenleving waarin zowel veel aan sport wordt gedaan als van sport wordt genoten • Mensen gaan meer sporten en bewegen voor hun gezondheid • Via de sport ontmoeten meer mensen elkaar en doen mee aan maatschappelijke activiteiten • Mensen gedragen zich sportief en respecteren (spel)regels • De topsport in Nederland wordt bevorderd als symbool voor ambitie, als bron van ontspanning en voor ons nationale imago in binnen- en buitenland

HetHet kabinetkabinet heeftheeft metmet betrekkingbetrekking tottot hethet sportbeleidsportbeleid alsals doelstellingdoelstelling eeneen samenlevingsamenleving tete realiserenrealiseren waarwaar veelveel aanaan sportsport wordtwordt gegedaandaan enen vanvan sportsport wordtwordt genoten;genoten; hethet beleidbeleid wordtwordt doordoor verschillendeverschillende MinisteriesMinisteries ontwikkeldontwikkeld enen uitgevoerduitgevoerd april 2008 © Policy Research Corporation 21 HET RIJK ONTWIKKELT PROGRAMMA’S ROND SPORT MET UITEENLOPENDE DOELEN De uitvoering van het nationale sportbeleid wordt vormgegeven door de ontwikkeling en implementatie van verschillende programma’s van de verantwoordelijke Ministeries: • Gezond door sport: – Voor een betere gezondheid dienen meer mensen te sporten en te bewegen; hiertoe worden twee programma’s ingezet: • Nationaal Actieplan Sport & Bewegen (VWS, OCW, VROM, LNV) • Gezonde Sportbeoefening (VWS) • Meedoen door sport: – Meer mensen ontmoeten elkaar via de sport en doen mee aan maatschappelijke activiteiten (met name ouderen, allochtone jeugd en mensen met beperkingen); hiertoe worden verschillende programma’s ingezet waaronder: • Opvoeden door sport en school (VWS, OCW) • Meedoen allochtone jeugd door sport (VWS, Justitie, BZK) • Sport aan de top: – Het kabinet steunt het streven van de sportsector om Nederland te laten behoren tot de Top-10 landenklassering: hiertoe worden topsportonderdelen waarin Nederland goed presteert of goed kan presteren ondersteund door middel van talentontwikkelingsprogramma’s, aanstelling van coaches en de organisatie van evenementen in Nederland

BelangrijkeBelangrijke programma’sprogramma’s vanvan hethet nationalenationale sportbeleidsportbeleid zijnzijn gerichtgericht opop dede bijdragebijdrage diedie sportsport heeftheeft opop gezondheidgezondheid enen integratieintegratie enen opop topsporttopsport april 2008 © Policy Research Corporation 22 DE PROVINCIES ZIJN BETROKKEN BIJ SPORT VIA SPORTRADEN EN SPORTSERVICEBUREAUS Sportraden • Elke provincie heeft een sportraad met als belangrijkste taken het adviseren, ondersteunen en begeleiden van de georganiseerde sport en overheden op het gebied van sport • De sportraad van elke provincie biedt ondersteuning aan sportverenigingen, - koepels en -bonden bij hun sporttakoverstijgende werkzaamheden – Met name gericht op personeelsbeleid en sponsorwerving – Ondersteuning wordt gegeven door middel van deskundigheidsbevordering, actieve probleemoplossing en het aanbieden van cursussen en informatiemateriaal • Daarnaast hebben de sportraden een uitvoerende taak in het organiseren van sportevenementen en –congressen

Activiteiten sportservicebureaus: • Vanuit de sportraden zijn zogenoemde sportservicebureaus ontstaan (verenigd in Net-WERK in de SPORT) • Deze bureaus verzorgen voor amateursportclubs- en verenigingen onder andere de loon- en salarisadministratie van de werknemers van die organisaties indien de verenigingen zelf niet beschikken over voldoende deskundigheid • Sportservicebureau treedt dan op als formeel werkgever

DeDe provinciesprovincies vervullenvervullen binnenbinnen dede sportsport dede taaktaak vanvan hethet biedenbieden vanvan professioneleprofessionele ondersteuningondersteuning aanaan sportbondensportbonden enen –verenigingen–verenigingen april 2008 © Policy Research Corporation 23 GEMEENTES HEBBEN EEN BELANGRIJKE ROL MET BETREKKING TOT SPORTACCOMMODATIES Gemeentes en sport: • Gemeentes kunnen volledig autonoom en gericht op de eigen gemeente sportbeleid ontwikkelen en implementeren • Over het algemeen is een belangrijk deel van gemeentelijk sportbeleid gericht op sportaccommodaties: renovaties, vervanging, onderhoud, exploitatie • Aanzienlijke verschillen tussen het sportbeleid van gemeentes, bvb. i.f.v. demografie • Vanuit de nationale overheid zijn budgetten vrijgemaakt om op lokaal niveau sport te verbeteren; dit zijn onder andere: – Breedtesportimpuls: duurzaam versterken van lokaal sportaanbod en de sport inzetten voor het oplossen van sociale en maatschappelijke problemen – Buurt, Onderwijs en Sport (BOS-impuls): gemeenten kunnen via naschoolse (sport)activiteiten op lokaal niveau de achterstanden van jeugdigen aan pakken

GemeentesGemeentes richtenrichten opop autonomeautonome wijzewijze hunhun sportbeleidsportbeleid in;in; tevenstevens ontvangenontvangen gemeentesgemeentes rijkssubsidiesrijkssubsidies tenten behoevebehoeve vanvan dede lokalelokale sportontwikkelingsportontwikkeling april 2008 © Policy Research Corporation 24 VRIJWILLIGERSWERK: SPORT IS DE BELANGRIJKSTE VRIJWILLIGERSACTIVITEIT Verdeling aantal vrijwilligers naar activiteit, 2006 Evolutie aantal vrijwilligers in sport

70% 20 1 800 1 689 18% 1 635 18.6 1 589 1 611 1 596 1 581 18 1 600 16% 60% 58% 1 445 1 454 16.3 16 1 400 14% 50% 14.2 14 1 200 12% 13 12 40% 1 000 10% 10 800 8% 30% 8 600 6% 1 000 vrijwilligers % van bevolking van % 20% 6 12% uren Gemiddeld aantal 400 4% 4 Percentage van de bevolking 8% per maand vrijwilligerswerk 10% 7% 6% 200 2% 2 0 0% 0% 0 Geen Sport Kerk en levens- Recreatie Gezondheid 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 vrijwilligerswerk beschouwing en hobby

• In 2006 verrichtte 12% van de bevolking vrijwilligerswerk • In 2004 voerden ca. 1.6 miljoen mensen vrijwilligerswerk uit voor sport, waardoor het de grootste verschaffer van in de sportsector in Nederland vrijwillige werkgelegenheid in Nederland is • Tussen 1997 en 2004 schommelde het aandeel van de • 35% van alle Nederlandse vrijwilligers werkt op vrijwillige bevolking dat vrijwillig werk uitvoerde voor sport rond 13% basis voor meer dan 1 organisatie • Gemiddeld werkt een vrijwilliger in de sportsector 13 uur per maand Bron: Geven in Nederland 2007 Bron: SCP – Rapportage Sport 2006

InIn dede sportsectorsportsector werkenwerken circacirca 1.61.6 miljoenmiljoen NederlandersNederlanders gemiddeldgemiddeld 1313 uuruur perper maandmaand opop vrijwilligevrijwillige basisbasis april 2008 © Policy Research Corporation 25 INHOUDSOPGAVE

Definitie Sport & Economie p. 5 Spelers en organisatie p. 8 Economische betekenis van sport in Nederland p. 26 Financiële stromen van sport in Nederland p. 47 Sport & Economie in perspectief p. 82 Ontwikkelingen en kansen voor de overheid p. 91 Conclusies p.106

april 2008 © Policy Research Corporation 26 HET SPORTAANBOD VORMT DE BIJDRAGE VAN SPORT AAN DE NEDERLANDSE ECONOMIE Aanbod van sport

SportbondenSportbonden enen -verenigingen-verenigingen Vraag naar sport •• Betaald Betaald –– amateur amateur •• Topsport Topsport –– breedtesport breedtesport OverheidsuitgavenOverheidsuitgaven CommerciëleCommerciële activiteitenactiviteiten m.b.t.m.b.t. sportsport •• Particuliere Particuliere accommodatieaccommodatie ConsumentenuitgavenConsumentenuitgaven •• Handel Handel enen productieproductie vanvan sportmateriaalsportmateriaal e.d.e.d. •Media•Media •• Gelieerde Gelieerde sectorensectoren (bvb.(bvb. vervoer)vervoer) ReclameReclame enen sponsoringsponsoring OverheidOverheid enen sportsport •• Gezondheidszorg Gezondheidszorg •• Accommodaties Accommodaties gemeentengemeenten •• Gymleraren Gymleraren enen sportopleidingensportopleidingen •• Beleidsmedewerkers Beleidsmedewerkers sportsport

BijdrageBijdrage aanaan BrutoBruto BinnenlandsBinnenlands ProductProduct (BBP)(BBP)enen werkgelegenheidwerkgelegenheid

Omzet,Omzet, toegevoegdetoegevoegde waarde,waarde, werkgelegenheidwerkgelegenheid enen terugvloeiterugvloei naarnaar dede overheid overheid vanvan hethet aanbodaanbod vanvan sportsport inin NederlandNederland wordenworden inin kaartkaart gebrachtgebracht april 2008 © Policy Research Corporation 27 ZOWEL DE DIRECTE ALS DE INDIRECTE ECONOMISCHE EFFECTEN VAN SPORT WORDEN GEANALYSEERD Directe economische betekenis Indirecte economische betekenis

Intermediaire aankopen Intermediaire (Import) ... aankopen Arbeidskosten Indirecte Afschrijvingen toegevoegde Bedrijfsresultaat waarde (Import) Directe productie- Arbeidskosten waarde* ... Directe toegevoegde Afschrijvingen waarde

Bedrijfsresultaat

Directe terugvloei naar de overheid Indirecte terugvloei naar de overheid * De productiewaarde van een sector is in vele sectoren gelijk aan de omzet van die sector. Uitzonderingen bestaan bij onder andere handels-, commissie- en reparatieactiviteiten, waar bruto marges als productiemaatstaf gelden. Ook in geval van clustering van klanten en toeleveranciers dient een correctie voor dubbeltellingen te geschieden. DeDe directedirecte economischeeconomische betekenisbetekenis heeftheeft betrekkingbetrekking opop dede sportsectorsportsector zelfzelf (bvb.(bvb. eeneen fitnesscentrum);fitnesscentrum); dede indirecteindirecte economischeeconomische betekenisbetekenis heeftheeft betrekkingbetrekking opop dede aankopenaankopen vanvan dede sportsectorsportsector inin dede restrest vanvan dede NederlandseNederlandse economieeconomie (bvb.(bvb. aankopenaankopen vanvan fitnesstoestellenfitnesstoestellen doordoor eeneen fitnesscentrum)fitnesscentrum) april 2008 © Policy Research Corporation 28 DE DIRECTE PRODUCTIEWAARDE VAN DE VOLLEDIGE NEDERLANDSE SPORTSECTOR BEDRAAGT RUIM

5 000 € 8.6 MILJARD 4 681

4 500

4 000

3 500 ∑ = € 8 603 miljoen 3 000 (in miljoenen Euro's) miljoenen (in 2 500 2 225

2 000 1 697

1 500

1 000 Directe productiewaarde productiewaarde Directe

500

0 Sportbonden en -verenigingen Commerciële activiteiten m.b.t. sport* Overheid & sport

* Financiële stromen van sportvoeding en –drank zijn hier niet opgenomen voor zover de verkoop niet plaatsvindt in de sportclub of sportaccommodatie DeDe directedirecte productiewaardeproductiewaarde vanvan volledigevolledige NederlandseNederlandse sportsectorsportsector bedraagt bedraagt €€ 8.6 8.6 miljard;miljard; dede commerciëlecommerciële sportsectorsportsector isis memett €€ 4.7 4.7 miljardmiljard (54%)(54%) dede grootstegrootste deelsectordeelsector april 2008 © Policy Research Corporation 29 DE DIRECTE PRODUCTIEWAARDE VAN DE SPORTBONDEN EN –VERENIGINGEN BEDRAAGT BIJNA € 1.7 MILJARD

1 200

1 000 953 ∑ = € 1 697 miljoen

800

600

406 400

255

Directe productiewaarde (in Euro's) miljoenen productiewaarde Directe 200 83

0 Sportverenigingen en -clubs BVO's Sportbonden NOC*NSF Bron: SCP, Berenschot, CBS, Ecorys en De Lotto DeDe directedirecte productiewaardeproductiewaarde vanvan dede sportbondensportbonden enen -verenigingen-verenigingen bedraagtbedraagt €€ 1.7 1.7 miljard;miljard; €€ 953 953 miljoenmiljoen (56%)(56%) vanvan dede directedirecte productiewaardeproductiewaarde wordtwordt gecreëerdgecreëerd doordoor dede sportverenigingensportverenigingen enen –clubs,–clubs, €€ 338 338 miljoenmiljoen (20%)(20%) doordoor sportbonden/NOC*NSFsportbonden/NOC*NSF enen €€ 406 406 miljoenmiljoen (24%)(24%) doordoor dede BetaaldBetaald VoetbalVoetbal OrganisatiesOrganisaties april 2008 © Policy Research Corporation 30 DIRECTE PRODUCTIEWAARDE VAN DE COMMERCIËLE * 1 200 ACTIVITEITEN M.B.T. SPORT

1 044 986 1 000

785 800 ∑ = € 4 681 miljoen (in miljoenen Euro's) (in miljoenen 600 472

402 380 400 314

200 Directe productiewaarde productiewaarde Directe 112 97 46 26 12 5 0 Vervoer Fitnesscentra radiotoestellen fietsen Particuliere Handel in tv- en Televisie- en Handel in fietsen (aandeel sport) (aandeel en radio sportuitrusting sportaccommodaties kabelmaatschappijen Maneges, zeil- en Uitgevers dagbladen, Handel in sportuitrusting (Binnenlandse) productie (Binnenlandse) (Binnenlandse) productie (Binnenlandse) Handel in gedrukte media in gedrukte Handel surfscholen en sportscholen surfscholen tijdschriften en sportboeken (Binnenlandse) productie tv productie (Binnenlandse) * Omzet van Nederlandse handel in sportgames bedroeg € 101 miljoen in 2006. De berekeningswijze hiervan is opgenomen in Bijlage 8 Bron: CBS, HBD, HOI, Stichting Kijk en Luisteronderzoek, Bovag-Rai en PWC DeDe commerciëlecommerciële activiteitenactiviteiten rondomrondom ssportport leverenleveren eeneen jaarlijksejaarlijkse directedirecte productiewaardeproductiewaarde vanvan €€ 4.68 4.68 miljardmiljard april 2008 © Policy Research Corporation 31 DIRECTE PRODUCTIEWAARDE VAN OVERHEID & SPORT

1 000 928* 900 837 ∑ = € 2 225 miljoen 800

700

600 (in miljoenen Euro's) (in miljoenen 500

400

300 220 200 155 Directe productiewaarde productiewaarde Directe 100 68 17 0 Gymleraren Gemeentelijke Gezondheidszorg Sportopleidingen Beleidsmedewerkers Politie-inzet sportaccommodaties Sport (voetbalwedstrijden)

* De directe omzet van de gymleraren is berekend op basis van de loongegevens Bron: Consument en veiligheid, VWS, Hildebrandt, RIVM en SCP DeDe totaletotale directedirecte productiewaardeproductiewaarde vanvan overheidoverheid && sportsport bedraagtbedraagt meermeer dandan €€ 2.2 2.2 miljardmiljard april 2008 © Policy Research Corporation 32 DE DIRECTE WERKGELEGENHEID VAN DE VOLLEDIGE NEDERLANDSE SPORTSECTOR BEDRAAGT CIRCA 82 000 FTE

50 000 46 936

45 000

40 000 ∑ = 82 035 fte’s

35 000

30 000 27 184

25 000

20 000

15 000 Directe werkgelegenheid Directe werkgelegenheid (in fte's)

10 000 7 915

5 000

0 Sportbonden en -verenigingen Commerciële activiteiten m.b.t. sport Overheid & sport

DeDe directedirecte werkgelegenheidwerkgelegenheid vanvan dede volledigevolledige NederlandseNederlandse sportsectorsportsector bedraagtbedraagt circacirca 8282 000000 fte;fte; dede commerciëlecommerciële sportsectorsportsector isis dede grootstegrootste deelsectordeelsector metmet eeneen werkgelegenheidwerkgelegenheid vanvan bijnabijna 4747 000000 ftefte (57%) (57%) april 2008 © Policy Research Corporation 33 DIRECTE WERKGELEGENHEID VAN DE SPORTBONDEN EN -VERENIGINGEN 4 000

3 580 3 500 3 200

3 000

2 500 ∑ = 7 915 fte’s

2 000

1 500

1 000 Directe werkgelegenheid Directe werkgelegenheid (in fte's) 1 000

500 135

0 Sportverenigingen en -clubs BVO's Sportbonden NOC*NSF

DeDe totaletotale directedirecte werkgelegenheidwerkgelegenheid bijbij dede sportbondensportbonden enen verenigingenverenigingen bedraagtbedraagt bijnabijna 88 000000 fte’s;fte’s; sportverenigingensportverenigingen enen –clubs–clubs nemennemen metmet ruimruim 45%45% vanvan dede totaletotale werkgelegenheidwerkgelegenheid hethet grootstegrootste deeldeel voorvoor hunhun rekening;rekening; dede BVO’sBVO’s volgen volgen metmet ruimruim 40%40% enen dede sportbondensportbonden metmet bijnabijna 15%15% april 2008 © Policy Research Corporation 34 DIRECTE WERKGELEGENHEID VAN DE COMMERCIËLE ACTIVITEITEN M.B.T. SPORT 14 000

12 000 11 580 11 420

10 000 ∑ = 46 936 fte’s

8 000 7 188 7 040

6 000

4 000 Directe werkgelegenheid (in fte's) (in Directe werkgelegenheid 2 530 2 213 2 202 2 000 1 340 524 363 262 250 24 0 Vervoer Fitnesscentra radiotoestellen fietsen Particuliere Handel in tv- en Televisie- en Handel in fietsen (aandeel sport) (aandeel en radio sportuitrusting sportaccommodaties kabelmaatschappijen Maneges, zeil- en Uitgevers dagbladen, Handel in sportuitrusting (Binnenlandse) productie (Binnenlandse) (Binnenlandse) productie (Binnenlandse) Handel in gedrukte media in gedrukte Handel surfscholen en sportscholen surfscholen tijdschriften en sportboeken (Binnenlandse) productie tv productie (Binnenlandse)

DeDe commerciëlecommerciële activiteitenactiviteiten m.b.t.m.b.t. sporsportt biedenbieden werkgelegenheidwerkgelegenheid aanaan bijnabijna 4747 000000 fte’sfte’s april 2008 © Policy Research Corporation 35 DIRECTE WERKGELEGENHEID VAN OVERHEID & SPORT

14 000

12 300 12 000 ∑ = 27 184 fte’s

10 000 8 650

8 000

6 000

4 000 3 244 Directe werkgelegenheid (in fte's) (in Directe werkgelegenheid

1 775 2 000 1 035 180 0 Gymleraren Gemeentelijke Gezondheidszorg Sportopleidingen Beleidsmedewerkers Politie-inzet sportaccommodaties Sport (voetbalwedstrijden)

DeDe totaletotale directedirecte werkgelegenheidwerkgelegenheid vanvan dede overheidoverheid && sportsport bedraagtbedraagt meermeer dandan 2727 000000 fte’s;fte’s; gymlerarengymleraren nemennemen metmet 45%45% vanvan dede totaletotale werkgelegenheidwerkgelegenheid hethet grootstegrootste deeldeel voorvoor hunhun rekening;rekening; dede gemeentelijkegemeentelijke sportaccommodatiessportaccommodaties volgenvolgen metmet 32%32% april 2008 © Policy Research Corporation 36 KOSTENSTRUCTUREN DIE GEHANTEERD WORDEN VOOR DE DEELSECTOREN SPORT EN ECONOMIE

100% 9%

31% 27% 27% 30% 46.3% 75% 52% 48% 49% 64% 59% 73% 78% Toegevoegde Waarde

50% 100% 91% Intermediaire Aankopen

69% 73% 73% 70%

Percentage van de omzet 54% 25% 48% 52% 51% 36% 41% 27% 22%

0% Textiel Vervoer Onderwijs Detailhandel Sportbonden Organisaties Betaald Voetbal Gezondheidszorg Sportaccommodaties Audio-, video- en video- Audio-, Post-en telecommunicatie Beleidsmedewerkers Sport Uitgeverijen en drukkerijen Transportmiddelenindustrie Sportclubs en -verenigingen telecommunicatieapparatuur Bron: CPB Input-Output Tabel basis 2004; ECORYS, De waarde van voetbal; Diverse jaarverslagen van sportbonden, 2006; CBS StatLine BovenstaandeBovenstaande kostenstructurenkostenstructuren wordenworden gebrgebruiktuikt omom dede toegevoegdetoegevoegde waardewaarde vanvan dede verschillendeverschillende sportsectorensportsectoren inin kaartkaart tete brbrengen;engen; voorvoor dede berekeningberekening vanvan dede indirecteindirecte effecteneffecten wordtwordt daarnaastdaarnaast rekeningrekening gehoudengehouden metmet hethet aandeelaandeel vanvan dede intermediaireintermediaire aankopenaankopen inin hethet buitenlandbuitenland april 2008 © Policy Research Corporation 37 DE DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN DE VOLLEDIGE NEDERLANDSE SPORTSECTOR BEDRAAGT ± € 4.5 MILJARD

2 500 2 377 Bruto Binnenlands Product 2006: €534 miljard 2 000 Bron: CBS Statline ∑ = € 4 529 miljoen (ca. € 55 000/FTE*) 1 531 1 500

1 000

621

500 Directe toegevoegde waarde (in miljoenen waarde toegevoegde Euro's)Directe

0 Sportbonden en -verenigingen Commerciële activiteiten m.b.t. sport Overheid & sport

* Ter vergelijking: toegevoegde waarde per fte in de sectoren Chemische eindproductenindustrie, Textiel- en lederindustrie, Bankwezen en Gezondheids- en welzijnszorg en bedroeg in 2006 respectievelijk € 82 153, € 57 968, € 110 911 en € 49 963 (Bron: CBS, Nationale Rekeningen 2006) DeDe bijdragebijdrage vanvan dede NederlandseNederlandse sportsectorsportsector aanaan hethet BBPBBP isis ongeveerongeveer 0.85%;0.85%; dede commerciëlecommerciële sportsectorsportsector isis dede grootstegrootste deelsectordeelsector metmet eeneen toegevoegdetoegevoegde waardewaarde vanvan €€ 2.4 2.4 miljardmiljard april 2008 © Policy Research Corporation 38 DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN DE SPORTBONDEN EN -VERENIGINGEN 300

260 255 250

200 ∑ = € 621 miljoen

150

100 80

50 Directe toegevoegde waarde (in miljoenen toegevoegde Euro's)Directe 26

0 BVO's Sportverenigingen en -clubs Sportbonden NOC*NSF

DeDe directedirecte toegevoegdetoegevoegde waardewaarde afkomstigafkomstig vanvan dede sportbondensportbonden enen -verenigingen-verenigingen bedraagtbedraagt jaarlijksjaarlijks circacirca €€ 621 621 miljoen;miljoen; dede BVO’sBVO’s maken maken metmet €€ 260 260 miljoenmiljoen (42%)(42%) hethet grootstegrootste deeldeel hiervanhiervan uituit april 2008 © Policy Research Corporation 39 DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN DE COMMERCIËLE ACTIVITEITEN M.B.T. SPORT 600 539 512 500 ∑ = € 2 377 miljoen 389 400

300 281

194 200 176 161

100 58 Directe toegevoegde waarde (in miljoenen Euro's) miljoenen (in Directe toegevoegde waarde 31 15 14 7 0.4 0 Vervoer Fitnesscentra radiotoestellen fietsen Particuliere Handel in tv- en Televisie- en Handel in fietsen (aandeel sport) (aandeel en radio sportuitrusting sportaccommodaties kabelmaatschappijen Maneges, zeil- en Uitgevers dagbladen, Handel in sportuitrusting (Binnenlandse) productie (Binnenlandse) (Binnenlandse) productie (Binnenlandse) Handel in gedrukte media in gedrukte Handel surfscholen en sportscholen surfscholen tijdschriften en sportboeken (Binnenlandse) productie tv productie (Binnenlandse)

DeDe directedirecte toegevoegdetoegevoegde waardewaarde afkomstigafkomstig uituit dede commerciëlecommerciële activiteitenactiviteiten metmet betrekkingbetrekking tottot sportsport bedraagtbedraagt jaarlijksjaarlijks circacirca €€ 2.4 2.4 miljardmiljard april 2008 © Policy Research Corporation 40 DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN OVERHEID & SPORT

800 728

700 ∑ = € 1 531 miljoen

600

500 435

400

300

200 161 122

Directe toegevoegde waarde (in miljoenen Euro's) miljoenen (in Directe toegevoegde waarde 100 68 17 0 Gymleraren Gemeentelijke Gezondheidszorg Sportopleidingen Beleidsmedewerkers Politie-inzet sportaccommodaties Sport (voetbalwedstrijden)

DeDe directedirecte toegevoegdetoegevoegde waardewaarde afkomstigafkomstig vanvan dede overheidoverheid && sportsport bedraagtbedraagt jaarlijksjaarlijks circacirca €€ 1.5 1.5 miljard;miljard; dede gymlerarengymleraren enen gegemeentelijkemeentelijke sportaccommodatiessportaccommodaties makenmaken metmet €€ 728 728 miljoenmiljoen (48%)(48%) enen €€ 435 435 miljoenmiljoen (28%)(28%) hethet grootstegrootste deeldeel hiervanhiervan uituit april 2008 © Policy Research Corporation 41 DOOR AANKOPEN IN DE NEDERLANDSE ECONOMIE WORDEN OOK SIGNIFICANTE INDIRECTE EFFECTEN GEREALISEERD

Indirecte productiewaarde ∑ = totale productiewaarde Directe productiewaarde • Aandeel van indirecte productiewaarde in totale productiewaarde bedraagt 38% * Multiplicator : 1.62 • Indirecte productiewaarde van Sportbonden en – 8 000 ∑ = 7 586 verenigingen is relatief hoog (= 85% van directe Totale productiewaarde productiewaarde) door het hoog aandeel 7 000 = € 13 908 miljoen (binnenlandse) intermediaire aankopen • Lage indirecte productiewaarde bij Overheid & 6 000 2 905 sport (= 43% van directe productiewaarde) wordt verklaard door de relatief hoge directe toegevoegde waarde die deze sector genereert 5 000

4 000 * Multiplicator*: 1.85 Multiplicator : 1.43 ∑ = 3 147 ∑ = 3 175 3 000 950 1 450 4 681 2 000 Productiewaarde (in miljoenen Euro's)

1 000 2 225 1 697

0 Sportbonden en -verenigingen Commerciële activiteiten m.b.t. sport Overheid & sport * Multiplicator van productiewaarde wordt omschreven als het getal waarmee de directe productiewaarde wordt vermenigvuldigd om de totale productiewaarde te bekomen DeDe indirecteindirecte productiewaardeproductiewaarde vanvan sportsport inin NederlandNederland bedraagtbedraagt €€ 5.3 5.3 miljard;miljard; hiermeehiermee wordtwordt eeneen totaletotale productiewaardeproductiewaarde vanvan €€ 13.9 13.9 miljardmiljard gerealiseerdgerealiseerd april 2008 © Policy Research Corporation 42 DE INDIRECTE WERKGELEGENHEID VAN SPORT IN NEDERLAND BEDRAAGT CIRCA 36 000 FTE

Indirecte werkgelegenheid • Verhoudingen tussen indirecte en directe ∑ = totale werkgelegenheid werkgelegenheid vertonen sterke gelijkenissen Directe werkgelegenheid met dezelfde verhoudingen binnen de productiewaarde 70 000 Multiplicator: 1.38 ∑ = 64 773 • De hoogste indirecte werkgelegenheid wordt Totale werkgelegenheid gegenereerd door commerciële activiteiten 60 000 = 118 320 fte’s rondom sport (17 837 fte’s) • Sportbonden en –verenigingen realiseren een 17 837 hogere indirecte dan een directe werkgelegenheid 50 000 omwille van het relatief laag aandeel van directe toegevoegde waarde in de productiewaarde Multiplicator: 1.34 40 000 ∑ = 36 313

9 129 30 000

Werkgelegenheid (in fte's) Werkgelegenheid Multiplicator: 2.18 46 936 20 000 ∑ = 17 234

9 319 27 184 10 000

7 915 0 Sportbonden en -verenigingen Commerciële activiteiten m.b.t. sport Overheid & sport

SportSport inin NederlandNederland genereertgenereert eeneen totaletotale werkgelegenheidwerkgelegenheid vanvan circacirca 118118 000000 ftefte april 2008 © Policy Research Corporation 43 DE INDIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN SPORT IN NEDERLAND BEDRAAGT € 2.4 MILJARD

Indirecte toegevoegde waarde ∑ = totale toegevoegde waarde Directe toegevoegde waarde • In de totale toegevoegde waarde vertegenwoordigt de indirecte toegevoegde waarde een aandeel van 35% 4 000 Multiplicator: 1.56 ∑ = 3 712 • Indirecte toegevoegde waarde bedraagt circa 50% van de indirecte productiewaarde 3 500 Totale toegevoegde waarde • Het aandeel van de totale toegevoegde waarde in = € 6 933 miljoen het BBP (€ 534 miljard) vertegenwoordigt bijna 3 000 = ca. € 58 000/fte 1 335 1.30% = 1.30% van BBP 2 500 Multiplicator: 1.28 ∑ = 1 966 2 000 435 1 500 Multiplicator: 2.02 ∑ = 1 255 2 377 1 000 634 Toegevoegde waarde (in miljoenen Euro's) waarde (in miljoenen Toegevoegde 1 531 500 621

0 Sportbonden en -verenigingen Commerciële activiteiten m.b.t. sport Overheid & sport

SportSport inin NederlandNederland genereertgenereert eeneen totaletotale toegevoegdetoegevoegde waardewaarde vanvan €€ 6.9 6.9 miljardmiljard april 2008 © Policy Research Corporation 44 HET SPORTAANBOD IN NEDERLAND GENEREERT EEN TERUGVLOEI NAAR DE OVERHEID VAN € 1.94 MILJARD*

Componenten van terugvloei: Subsidies en bijdragen verstrekt door: • Sociale premie werkgever • Rijk • Inkomsten- en loonbelasting en sociale premie • Provincies werknemer • Gemeenten • Vennootschapsbelasting • Niet-productgebonden belastingen en subsidies

Totale terugvloei = € 1 944 miljoen Totale netto-overheidsuitgaven** = € 1 795 miljoen 2 000 2 000

1 800 1 800 Componenten

1 600 664 1 600 Beleidsmedewerkers Bonden en verenigingen: 16% Indirecte terugvloei Sportaccommodaties Gemeenten Commerciële activiteiten: 46% Sportbonden 1 400 1 400 Sportclubs 820 Overheid & sport: 38% 1 200 1 200

1 000 1 000 Idem gemeenten 16 Provincies 800 800 Idem gemeenten 600 1 280 600 Directe terugvloei + Sportopleidingen 959 400 +Gymleraren 400 +Openbare omroep Rijk Bonden en verenigingen: 26% + Politie-inzet 200 200 +’Overige’ Netto-overheidsuitgaven (in miljoenen Euro's)

Terugvloei naar overheid (in miljoenen Euro's) (in miljoenen Terugvloei naar overheid Commerciële activiteiten: 50% Overheid & sport: 24% 0 0 * Uitsplitsing naar componenten van terugvloei is opgenomen in Bijlage 9 ** Netto-overheidsuitgaven zijn het verschil tussen de bruto-overheidsuitgaven (€ 2 085 mln.) en de directe inkomsten die hieruit voortvloeien (€ 290 mln.) DeDe directedirecte enen indirecteindirecte terugvloeiterugvloei vanvan hehett sportaanbodsportaanbod naarnaar dede overheidoverheid bedraagtbedraagt respectievelijkrespectievelijk €€ 1 1 280280 miljoenmiljoen enen €€ 664 664 miljomiljoen,en, terwijlterwijl dede netto-overheidsuitgavennetto-overheidsuitgaven jaarlijksjaarlijks circacirca €€ 1 1 795795 miljoenmiljoen bedragenbedragen april 2008 © Policy Research Corporation 45 DE ECONOMISCHE BETEKENIS VAN SPORT IN NEDERLAND: CONCLUSIES

• De totale productiewaarde voor sport in Nederland bedraagt jaarlijks bijna € 14 miljard Productie- • Commerciële activiteiten rondom sport vertegenwoordigen het grootste aandeel (55%) waarde • De verhouding directe – indirecte productiewaarde is 62% – 38%

• In Nederland werken in totaal ca. 118 000 fte’s in de sportsector Werk- • Met 65 000 fte’s hebben de commerciële activiteiten m.b.t. sport een aandeel van 55% gelegenheid • De directe en indirecte werkgelegenheid bedraagt respectievelijk 70% en 30% van de totale werkgelegenheid in de sportsector

• De totale toegevoegde waarde in Nederland m.b.t. sport bedraagt jaarlijks € 6.9 miljard Toe- • Alle sportaccommodaties genereren samen een directe toegevoegde waarde van € 1.6 miljard gevoegde of 35% van de totale directe toegevoegde waarde waarde • De verhouding directe – indirecte toegevoegde waarde is 65% – 35%

• De totale terugvloei naar de overheid van de totale sportsector (direct en indirect) bedraagt Terugvloei jaarlijks € 1.9 miljard naar de • Hier tegenover staan netto-overheidsuitgaven van € 1.8 miljard overheid • De verhouding directe en indirecte terugvloei bedraagt 66% - 34%

april 2008 © Policy Research Corporation 46 INHOUDSOPGAVE

Definitie Sport & Economie p. 5 Spelers en organisatie p. 8 Economische betekenis van sport in Nederland p. 26 Financiële stromen van sport in Nederland p. 47 Sport & Economie in perspectief p. 82 Ontwikkelingen en kansen voor de overheid p. 91 Conclusies p. 106

april 2008 © Policy Research Corporation 47 OVERZICHT FINANCIËLE STROMEN M.B.T. SPORT & ECONOMIE IN NEDERLAND* SportbondenSportbonden enen -- ConsumentenuitgavenConsumentenuitgaven verenigingenverenigingen CommerciëleCommerciële ReclameReclame enen sponsoringsponsoring activiteitenactiviteiten m.b.t.m.b.t. sportsport

OverheidsuitgavenOverheidsuitgaven OverheidOverheid enen sportsport

NAAR Sportbonden en - Commerciële activiteiten in miljoen € verenigingen m.b.t. sport Overheid & sport

Consumentenuitgaven 897 4 788 237 Reclame en sponsoring 389 296 Overheidsuitgaven** 158 185 1 699 'Overige' 143 296 288 VAN Totaal netto stromen 1 587 5 565 2 224 Import (-) 884 Onderlinge bijdragen*** 109 Productiewaarde 1 696 4 681 2 224 * Financiële stromen in matrix zijn berekend op basis van slides 50-52, 61-62 en 76 en de waarden kunnen afwijken van de productiewaarden weergegeven op slides 29-32 door verschillen in afronding ** Overheidsuitgaven zijn bruto-uitgaven van overheid (excl. uitgaven aan ‘Overige’: € 43 miljoen.). Ze houden geen rekening met overheidsinkomsten die hieruit direct voortvloeien (= € 290 miljoen) en evenmin met geldstromen tussen Rijk, Provincies en Gemeenten onderling. *** Onderlinge bijdragen zijn financiële stromen van sportclubs naar sportbonden (73.5), binnen NOC*NSF (8.8) en van NOC*NSF naar sportbonden (26.4)

DeDe financiëlefinanciële stromenstromen tussentussen elkelk vanvan dede blblokkenokken zijnzijn gedetailleerdgedetailleerd inin kaartkaart gebracht gebracht april 2008 © Policy Research Corporation 48 DE FINANCIËLE STROMEN TUSSEN VRAAG EN AANBOD VAN SPORT WERDEN GEDETAILLEERD IN KAART GEBRACHT Vraag naar sport Aanbod van sport

ConsumentenuitgavenConsumentenuitgaven SportbondenSportbonden enen -verenigingen-verenigingen •• Actieve Actieve sportbeoefeningsportbeoefening •• Betaald Betaald –– amateur amateur •• Passieve Passieve sportbeoefeningsportbeoefening •• Topsport Topsport –– breedtesport breedtesport

CommerciëleCommerciële activiteitenactiviteiten m.b.t.m.b.t. sportsport Financiële •• Particuliere Particuliere accommodatieaccommodatie Reclame en sponsoring •• Producenten Producenten vanvan sportmateriaalsportmateriaal e.d.e.d. Reclame en sponsoring stromen •• Handel Handel inin sportmateriaalsportmateriaal e.d.e.d. •Media•Media •• Gelieerde Gelieerde sectorensectoren (bvb.(bvb. vervoer)vervoer) Overheid en sport OverheidsuitgavenOverheidsuitgaven Overheid en sport •• Gezondheidszorg Gezondheidszorg •• Rijk Rijk •• Accommodaties Accommodaties gemeentengemeenten •• Provincies Provincies •• Gymleraren Gymleraren enen sportopleidingensportopleidingen •• Gemeenten Gemeenten •• Beleidsmedewerkers Beleidsmedewerkers sportsport

InkomstenbronnenInkomstenbronnenvoorvoor hethet sportaanbodsportaanbod

•• Financiële Financiële stromenstromen opop hoofdlijnhoofdlijn •• Financiële Financiële stromenstromen opop detailniveaudetailniveau metmet bronvermeldingbronvermelding april 2008 © Policy Research Corporation 49 Bonden & clubs OVERZICHT FINANCIËLE RELATIES*,** Sportbonden en –clubs: overheid en consumenten (in miljoen €) (1/3)

14.8 NOC*NSF € 8.8 aan eigen inkomsten Overheid 18 Rijk: € 43.1 naar overige 30.4 Sportbonden Provincie 30.7 89.2 73.5 Gemeente 102 Sportclubs en 4.8 -verenigingen 6 Consumenten 705.2 Actief Betaald Voetbal Organisaties Passief 102.8

* Voor de samenstelling van dit overzicht zijn de meest up-to-date financiële data gebruikt ** Bruto-overheidsuitgaven en consumentenbestedingen aan sportbonden en –clubs gefilterd voor dubbeltellingen bedragen respectievelijk € 158 miljoen en € 897 miljoen HetHet totaaltotaal vanvan dede nettonetto financiëlefinanciële stromenstromen uituit ‘Overheid’‘Overheid’ enen ‘Consumenten’‘Consumenten’ bedraagtbedraagt ca.ca. €€ 11 055055 miljoen;miljoen; dede productiewaardeproductiewaarde vavann sportbondensportbonden enen –clubs–clubs isis €€ 11 138138 miljoenmiljoen april 2008 © Policy Research Corporation 50 Bonden & clubs OVERZICHT FINANCIËLE RELATIES Sportbonden: sponsoring, de Lotto en media (in miljoen €) (2/3) 11.4 NOC*NSF Sponsoring

26.4

24.3 42.7 Sportbonden

De Lotto 0.4 1.2 Sportclubs en 95.3 - verenigingen

163.6 Betaald Voetbal Organisaties Media (tv rechten) 50.5

HetHet totaaltotaal vanvan dede nettonetto financiëlefinanciële stromenstromen bedraagtbedraagt circacirca €€ 389389 miljoen;miljoen; dede productiewaardeproductiewaarde uituit ‘Reclame‘Reclame enen sponsoring’sponsoring’ isis ongeveerongeveer €€ 415415 miljoenmiljoen april 2008 © Policy Research Corporation 51 Bonden & clubs OVERZICHT FINANCIËLE RELATIES Sportbonden en –clubs: ‘overige’ (in miljoen €) (3/3)

5.2 NOC*NSF

11.0 Sportbonden

‘Overige’ 38.1 Sportclubs en -verenigingen

88.6* Betaald Voetbal Organisaties

* De som van inkomstenpost ‘Overige’ (€ 80.9 mln.) en ‘Subsidies en giften’ (€ 7.7 mln.). Deze laatste baten kunnen eventueel afkomstig zijn van internationale voetbalbonden UEFA en FIFA, waardoor ze niet aanzien worden als subsidies van de Nederlandse overheid HetHet totaaltotaal vanvan dede financiëlefinanciële stromenstromen vanvan dede categoriecategorie ‘Overige’‘Overige’ bedraagtbedraagt circacirca €€ 143143 miljoen;miljoen; dede totaletotale productiewaardeproductiewaarde bedraagtbedraagt ongeveerongeveer €€ 11 696696 miljoenmiljoen april 2008 © Policy Research Corporation 52 Bonden & clubs SPORTINFRASTRUCTUUR Sportbonden: financiële relaties met de Lotto* in 2006 (in € miljoen) 16.7 De Lotto Charitas NOC*NSF Performance: Bestemd voor 0.7 (sponsorprogramma de eigen van NOC*NSF) organisatie Resultaat uit gewone 11.6 bedrijfsvoering: Fonds middelen opbouw***: (4 blijft 26.4****,***** € 61.0 miljoen 42.0 achter in fonds) 0.4** Sportbonden

1.2 Sportclubs en -verenigingen Bron: De Lotto, jaarverslag 2006; NOC*NSF, jaarrekening 2006 * Rol en financiële relaties van de Lotto met betrekking tot sport wordt verduidelijkt in Bijlage 10 ** Dit betreft gelden ten behoeve van de sportbonden die promotie-inspanningen verrichten voor de Lotto *** Fonds middelen opbouw is t.b.v. de toekomstige financiering van bestedingsplannen van sportbonden; dit fonds wordt door NOC*NSF beheerd **** De verdeling van deze gelden over de verschillende sportbonden vindt plaats op basis van besluitvorming door de Toekennings- en afrekencommissie Lottogelden (TAC); de TAC laat zich mede leiden door het advies van NOC*NSF; indien een deel van deze gelden niet door de sportbonden worden gebruikt worden deze terug overgemaakt (in 2006 bedroeg dit € 887 000) ***** NOC*NSF maakt daarbovenop € 1.1 miljoen geoormerkte gelden over aan de sportbonden; deze zijn afkomstig van de NOS DeDe LottoLotto maaktemaakte inin 20062006 €€ 44.344.3 miljoenmiljoen overover aanaan sport;sport; €€ 42.742.7 miljoenmiljoen hiervanhiervan komtkomt viavia dede NOC*NSFNOC*NSF (fonds(fonds middelenopbouwmiddelenopbouw enen performance)performance) bijbij dede sportsport terechtterecht enen €€ 1.61.6 miljoenmiljoen wordtwordt rechtstreeksrechtstreeks aanaan sportbondensportbonden enen –clubs–clubs overgemaaktovergemaakt april 2008 © Policy Research Corporation 53 Bonden & clubs SPORTINFRASTRUCTUUR NOC*NSF: financiële relaties in 2006 (in miljoen €) Inkomsten NOC*NSF • Eigen inkomsten: € 8.8 (opgemaakt uit dienstverlening à € 4.4 , verhuur à € 3.3 , contributies à € 0.8 en rente à € 0.3) • Lotto: € 42.7 € 82.9 • VWS: € 14.8 Inkomsten • Sponsoring: € 11.4 • Geoormerkte gelden voor derden: € 1.1 • Overige: € 4.1 NOC*NSF TOTAAL 15.5 38.0 25.8 1.1

Basisinfrastruc- Bestedings- Geoormerkte Projectkosten tuur NOC*NSF plannen gelden voor derden € 80.4 • Personeel: € 9.6 • Sportbonden: € • Performance 2008: € 11.4 • € 1.1 voor de • Huisvesting: € 3.2 26.4 • Topsport (ontw.): € 8.2 bonden, afkomstig Uitgaven • Organisatiekosten: • Eigen organisatie: • Breedtesport (ontw.): € van NOS € 1.8 € 11.6 2.8 • Afschrijvingen en • NSD: € 0.9 rente: € 0.9 • Cross Mediaal Platform: € 0.6 • Sport.nl: € 0.5 • Personeelskosten: € 0.6 • Overige: € 0.8 Bron: NOC*NSF jaarrekening 2006 april 2008 © Policy Research Corporation 54 Bonden & clubs SPORTINFRASTRUCTUUR Sportbonden: financiële relaties in 2006 (in miljoen €) Totaal Top 10

Totaal: € 255 Totaal: € 177.3

Eigen Overige Subsidies Sponsoring 126.4 30.8 14.4 5.7 Inkomsten inkomsten baten

162.7 57.0 24.3 11.0

Totaal Sportbonden Top 10 grootste sportbonden

159.5 92.6 0.1

Uitgaven Ondersteunende Maatschap- Kerntaken 106.9 63.2 0.1 taken pelijke taken Totaal: € 252.2 Totaal: € 170.2

Inkomsten en uitgaven van grootste sportbond KNVB: zie Bijlage 11 Bron: Berenschot, Onderzoek Sportinfrastructuur, 2007; diverse jaarverslagen van sportbonden, 2006 InIn 20062006 ontvangenontvangen allealle 7272 sportbondensportbonden ongeveerongeveer €€ 255255 miljoen,miljoen, waarvanwaarvan bijnabijna €€ 160160 miljoenmiljoen rechtstreeksrechtstreeks voorvoor dede sportsport bestemdbestemd isis april 2008 © Policy Research Corporation 55 Bonden & clubs SPORTINFRASTRUCTUUR Sportbonden en -clubs: financiële relaties met rijk in 2006 (in € miljoen)

30.7 Gemeentes

14.8 NOC*NSF Ministerie van Totaal Volksgezondheid, 119* Wetenschap en Sport 30.4 Sportbonden

43.1 Overige: Diverse instellingen zoals NebasNSg en NISB

* Daarnaast gaf het Ministerie van VWS in 2006 € 2.3 miljoen aan apparaatsuitgaven ten behoeve van sport uit Bron: VWS, definitieve realisatie 2006 DeDe totaletotale programma-uitgavenprogramma-uitgaven vanvan hethet MinisterieMinisterie vanvan VWSVWS bedroegbedroeg inin 20062006 €€ 119119 miljoen,miljoen, waarvanwaarvan ruimruim 26%26% naarnaar gemeentesgemeentes enen meermeer dandan 37%37% naarnaar dede NOC*NSFNOC*NSF enen dede sportbondensportbonden april 2008 © Policy Research Corporation 56 Bonden & clubs SPORTINFRASTRUCTUUR Sportbonden en -clubs: financiële relaties met overheid (provincie en gemeente) in 2005 (in € miljoen)

Overheid 6 Provincie 1 102 Sportbonden en -clubs Gemeente 17 108 (130 in 2000) TOTAAL 18

In Bijlage 12 is de evolutie van de financiële stromen tussen overheid en bonden en clubs voor de periode 1999-2005 opgenomen Bron: CBS StatLine - Overheid; uitgaven cultuur, sport en recreatie: sportclubs en –raden, 2005 VanuitVanuit dede provinciesprovincies enen gemeentengemeenten gaatgaat erer inin 20052005 totaaltotaal €€ 108108 miljoenmiljoen naarnaar dede sportbondensportbonden enen –clubs–clubs enen ontvangenontvangen zijzij €€ 1818 miljoen;miljoen; inin 20052005 wordtwordt dede grootstegrootste bijdragebijdrage aanaan sportbondensportbonden enen –clubs–clubs doordoor gemeentesgemeentes gegevengegeven april 2008 © Policy Research Corporation 57 Bonden & clubs SPORTINFRASTRUCTUUR Sportclubs: financiële relaties in 2003 (in € miljoen)* (1/3) Totaal: € 953

Contributie, les- Subsidies en Sponsoring en Kantineverkopen Overige baten Inkomsten en entreegelden bijdragen reclamegelden

457.4 114.4 95.3 247.8 38.1

Totaal Sportclubs

101.1 64.3193 73.5137.9 55.1 73.5 73.5 147.0

Loonkost Inkoop- Wedstrijd- Personeels Huis- Onder- Kapitaal- Bonds- Overige en niet- kosten en Uitgaven kosten vesting houd lasten contributies kosten personeel kantine reiskosten Totaal: € 919

* Meer gedetailleerde samenstelling inkomsten en uitgaven: zie Bijlage 13 Bron: CBS StatLine – Baten en lasten van sportclubs, 2003 DeDe grootstegrootste inkomstenbroninkomstenbron vanvan dede sportclubssportclubs inin 20032003 zijnzijn dede ‘eigen‘eigen inkomsten’inkomsten’ bestaandebestaande uituit contributie,contributie, les-les- en en entreegeentreegeldenlden àà €€ 457.4457.4 miljoenmiljoen enen kantineverkopenkantineverkopen àà €€ 247.8247.8 miljoen;miljoen; dede totaletotale inkomsteninkomsten bedragenbedragen ruimruim €€ 950950 miljoenmiljoen april 2008 © Policy Research Corporation 58 Bonden & clubs SPORTINFRASTRUCTUUR Sportclubs: financiële relaties BVO’s in seizoen 2003/04 (in € miljoen) Totaal inkomsten BVO’s: € 405.5 Consumenten Subsidies en Sponsoring Media Overige • Netto giften • Televisierechten wedstrijdbaten Inkomsten • Food & Beverage • Merchandising

102.8 7.7 163.650.5 80.9

Betaald Voetbal Organisaties (BVO) (Ere- en Eerste divisie) Totaal uitgaven BVO’s: € 428.0

Inkoop goederen en diensten: € 66.6 Factorkosten: € 361.4

Uitgaven • Wedstrijd/trainingskosten: € 26.0 • Personeelskosten: € 225.8 • Huisvestingskosten: € 26.6 • Afschrijvingen afkoopsommen: € 56.8 • Bureau- en bestuurskosten: € 14.0 • Mutatie afkoopsommen: € 21.5 • Overige: € 57.3 Bron: ECORYS, De waarde van voetbal, 2005 DeDe totaletotale inkomsteninkomsten vanvan allealle betaaldbetaald voetbalvoetbal organisatiesorganisaties gezamenlijkgezamenlijk bedraagtbedraagt voorvoor hethet seizoenseizoen 2003/042003/04 ruimruim €€ 400400 miljoen;miljoen; dede grgrootsteootste inkomstenposteninkomstenposten zijnzijn afkomstigafkomstig vanvan sponsoringsponsoring (€(€ 163.6163.6 miljoen)miljoen) enen consumentenconsumenten (€(€ 102.8102.8 miljoen)miljoen) april 2008 © Policy Research Corporation 59 SPELERS EN ORGANISATIE VAN SPORT EN ECONOMIE

Vraag naar sport Aanbod van sport

ConsumentenuitgavenConsumentenuitgaven SportbondenSportbonden enen -verenigingen-verenigingen •• Actieve Actieve sportbeoefeningsportbeoefening •• Betaald Betaald –– amateur amateur •• Passieve Passieve sportbeoefeningsportbeoefening •• Topsport Topsport –– breedtesport breedtesport

CommerciëleCommerciële activiteitenactiviteiten m.b.t.m.b.t. sportsport Financiële •• Particuliere Particuliere accommodatieaccommodatie Reclame en sponsoring •• Producenten Producenten vanvan sportmateriaalsportmateriaal e.d.e.d. Reclame en sponsoring stromen •• Handel Handel inin sportmateriaalsportmateriaal e.d.e.d. •Media•Media •• Gelieerde Gelieerde sectorensectoren (bvb.(bvb. vervoer)vervoer) Overheid en sport OverheidsuitgavenOverheidsuitgaven Overheid en sport •• Gezondheidszorg Gezondheidszorg •• Rijk Rijk •• Accommodaties Accommodaties gemeentengemeenten •• Provincies Provincies •• Gymleraren Gymleraren enen sportopleidingensportopleidingen •• Gemeenten Gemeenten •• Beleidsmedewerkers Beleidsmedewerkers sportsport

InkomstenbronnenInkomstenbronnenvoorvoor hethet sportaanbodsportaanbod

april 2008 © Policy Research Corporation 60 FINANCIËLE RELATIES MET BETREKKING TOT DE COMMERCIËLE ACTIVITEITEN M.B.T. SPORT*,** (in € miljoen)

Aankoop van sportuitrusting 1 243

Fitnessbranche 8 986

Autovervoer voor sport 785

Fietsen voor sportbeoefening Overheid 294 Maneges, sportscholen, zeil- en surfscholen 268 Aankoop TV- en 4 radiotoestellen voor sport 105 147

Particuliere sport- 19 616 accommodatie Consumenten 30*** (Actieve en passieve TV en radio Reclame en *** sportbeoefenaar) 277 95*** sponsoring Gedrukte media 214 178 * Voor de samenstelling van dit overzicht zijn de meest up-to-date financiële data gebruikt ** Financiële stromen met betrekking tot binnenlandse productie met het oog op export en cijfers over sportdranken en –voeding zijn hier niet opgenomen. De financiële stromen inzake sportgames zijn opgenomen in Bijlage 8. *** Cijfers hebben enkel betrekking op televisie JaarlijksJaarlijks bedragenbedragen dede nettonetto financiëlefinanciële stromenstromen uituit ‘Consumenten’,‘Consumenten’, ‘Overheid’‘Overheid’ en en ‘Reclame‘Reclame enen sponsoring’sponsoring’ circa circa €€ 5.2 5.2 miljardmiljard april 2008 © Policy Research Corporation 61 OVERZICHT FINANCIËLE RELATIES COMMERCIËLE ACTIVITEITEN M.B.T. SPORT Categorieën ‘Overige’ en Import (in miljoen €)

34 Sportscholen, maneges en zeil- en surfscholen ‘Overige’ 262 Particuliere sportaccommodaties

725 Aankoop van sportuitrusting

85 Fietsen voor Import sportbeoefening

74 Aankoop TV- en radiotoestellen voor sport

HetHet totaaltotaal vanvan allealle nettonetto financiëlefinanciële stromestromenn (incl.(incl. ‘Overige’)‘Overige’) bedraagtbedraagt €€ 5 5 565565 miljoen;miljoen; metmet verminderingvermindering vanvan dede importstromenimportstromen (€(€ 884 884 miljoen)miljoen) bedraagtbedraagt dede productiewaardeproductiewaarde vanvan dede commerciëlecommerciële activiteitenactiviteiten m.b.t.m.b.t. sportsport €€ 4 4 681681 miljoenmiljoen april 2008 © Policy Research Corporation 62 Handel & productie SPORTUITRUSTING Bestedingen consument verdeeld over handel en productie Eindgebruiker Bedrijfsniveau

100%100% 38%38% 62%62%

∑ = € 1 243 miljoen ∑ = € 472 miljoen ∑ = € 771 miljoen Bestedingen sportuitrusting** ∑ = € 725 miljoen 1 400 Handelaars 1 243 1 184 Ambulante handel, 1 200 1 105 postorder/internet *** en overige winkels Import 94% 1 000 928 24% Sportartikelen 800 Sport- Sportschoenen speciaalzaken Groothandel en 600 48%

€ miljoen Sportkleding beurzen 14% 400 Productie 6%*** 200 Warenhuizen Kledingwinkels 5% 0 9% 2003 2004 2005 2006* ∑ = € 46 miljoen

* Componenten van sportuitrusting worden samengenomen door andere methodiek en bestedingen aan paardensportartikelen (€ 192 miljoen) worden voor 2006 toegevoegd ** Exclusief artikelen voor hengelsport *** Verhouding import-productie van de volledige Nederlandse kledingindustrie is genomen als basis. Zie Bijlage 14 voor uitwerking hiervan. Bron: HBD, Sport- en kampeerzaken - Branches in detail 2004, 2005, 2006 en 2007 en HAS Den Bosch, Marktonderzoek Ruitersport, 2007

TotaleTotale bestedingenbestedingen aanaan sportuitrustingsportuitrusting bedroegenbedroegen €€ 1 1 243243 miljoenmiljoen inin 20062006

april 2008 © Policy Research Corporation 63 Handel & productie WAARDE VAN IMPORT EN EXPORT VAN SPORTUITRUSTING IN NEDERLAND*, 2006 Totaal geïmporteerde waarde: € 989 mln. (excl. vaartuigen € 835 mln.) Totaal geëxporteerde waarde: € 1 127 mln. (excl. vaartuigen € 568 mln.) 600 559 Top drie importlanden***: 473 500 invoer • •België uitvoer 400 • Duitsland 348

300 Top drie exportlanden***,

€miljoen excl. vaartuigen****: 195 • Duitsland 200 167 154 126 •België 94 • Frankrijk 100

0 Sportkleding** Sportschoenen** Sportvaartuigen** Sportartikelen, excl. vaartuigen** * Cijfers wijken af van importcijfer uit vorige slide door gebruik van verschillende definities en methodiek en ze liggen 5 tot 15% lager dan cijfers Eurostat ** Verdere onderverdeling van de verschillende klassen van sportuitrusting is opgenomen in Bijlage 15 *** Berekening van belangrijkste handelspartners voor Nederland o.b.v. Bijlage 16 **** Belangrijkste exportlanden voor vaartuigen zijn Caymaneilanden, Verenigd Koninkrijk en Bermuda Bron: CBS StatLine – Handel naar goederensoort en landen, 2006 DeDe totaletotale waardewaarde uituit exportexport voorvoor sportuitrustingsportuitrusting bedraagtbedraagt €€ 1 1 127127 miljoenmiljoen enen isis voorvoor circacirca 50%50% toetoe tete schrijvenschrijven aanaan dede exportexport vanvan vaartuigenvaartuigen april 2008 © Policy Research Corporation 64 Handel & productie ORGANISATIE VAN DE NEDERLANDSE KEY PLAYERS IN DE SPORTVOEDING- EN SPORTDRANKINDUSTRIE Belangrijkste producenten voor De markt voor sportdrank en –voeding is Nederlandse markt nog nooit gestructureerd in kaart gebracht. Bijkomend onderzoek is Extran aanbevolen indien dit inzicht gewenst is.

AA Drink Drank Aquarius** Nederlandse Export

*** producenten BornSport Handel

Voeding MDY Binnenlandse DSM* Toe- verbruik levering Sportscholen en Maxim –clubs en Buitenlandse verenigingen**** producenten Isostar

* DSM is toeleverancier van grondstoffen voor sportdrank en –voeding voor zowel Nederlandse als buitenlandse producenten ** Aquarius maakt deel uit van Coca-Cola Company dat in Nederland enkel produceert voor de binnenlandse markt *** Voeding omvat voornamelijk voedingssupplementen zoals nitraten en vitaminen ****De inkomsten van sportdranken en –voeding in sportscholen en –clubs en verenigingen zijn vervat in de inkomsten uit kantineverkopen DeDe NederlandseNederlandse marktmarkt voorvoor sportdranksportdrank enen –voeding–voeding wordtwordt voornamelijkvoornamelijk voorzienvoorzien doordoor binnenlandsebinnenlandse producentenproducenten diedie eveneenseveneens exporterenexporteren april 2008 © Policy Research Corporation 65 Fitnesscentra FITNESSBRANCHE IN NEDERLAND Omzet Contributies • Bijna 85% van de fitnesscentra vraagt inschrijfgeld aan nieuwe leden; deze eenmalige bijdrage is gemiddeld € 36 per nieuw lid • Het gemiddelde tarief voor de te betalen maandelijkse contributie is € 43 (€ 516 per jaar) – In sommige gevallen kunnen leden ook een gemiddelde jaarlijkse contributie à € 460 per jaar betalen hetgeen een korting van ongeveer 11% is (deze betaling dient in één keer te worden voldaan)

Omzet: • Met een gemiddeld klantenbestand van 955 leden is de jaarlijkse omzet uit contributies van een fitnesscentrum per jaar 955 x € 43 x 10* maanden = € 410 650 • Dat betekent dat de omzet vanuit contributies van de totale Nederlandse fitnessbranche € 410 650 x 2 041 fitnesscentra = € 838 miljoen • Ongeveer 85% van de totale inkomsten van fitnesscentra wordt uit contributies behaald: dat betekent dat de totale jaarlijkse omzet van fitnesscentra ruim € 986 miljoen bedraagt

* In de zomermaanden loopt het aantal ingeschrevenen bij fitnesscentra terug, zodat voor de berekening van de jaarlijkse omzet van 10 maanden contributiebetalingen in plaats van 12 maanden wordt uitgegaan Bron: W.J.H. Mulier Instituut, De Fitnessbranche 2007, 2008 DeDe NederlandseNederlandse fitnessbranchefitnessbranche heeftheeft eeneen totaletotale jaarlijksejaarlijkse omzetomzet vanvan bijnabijna €€ 11 miljardmiljard waarvanwaarvan ongeveerongeveer €€ 838838 miljoenmiljoen uituit contricontributiesbuties vanvan ledenleden wordtwordt behaald;behaald; eeneen gemiddeldgemiddeld fitnesscentrumfitnesscentrum heeftheeft eeneen omzetomzet vanvan ruimruim €€ 480480 000000 april 2008 © Policy Research Corporation 66 Part. accomm. FINANCIËLE RELATIES VOOR PARTICULIERE SPORTACCOMMODATIES*, 2003 Inkomstenbronnen Resultaat particuliere sportaccommodaties Uitgaven € 1 044 mln. € 67 mln. € 977 mln.

Sportbeoefenaars Zwembaden Entree- en € 616 mln. Personeel Sportbezoekers lesgelden Sportverenigingen Overdekte sport- Kapitaallasten en sportbonden Overige € 262 mln. accommodatie baten Huisvestings- kosten

Reclame en € 19 mln. Openlucht sport- Bedrijven Schoonmaak en sponsoring accommodatie onderhoud

Subsidies en € 147 mln. Overige lasten Overheid bijdragen Jachthavens * Zie Bijlage 17 voor definities en exploitatievorm Bron: CBS StatLine – Sportaccommodaties; exploitatie, 2003

TotaleTotale inkomsteninkomsten vanvan particuliereparticuliere accommodatiesaccommodaties bedroegenbedroegen €€ 11 044044 miljoenmiljoen inin 20032003

april 2008 © Policy Research Corporation 67 Part. accomm. FINANCIËLE RELATIES VOOR SPORTSCHOLEN, MANEGES EN ZEIL- EN SURFSCHOLEN, 2003 Inkomstenbronnen Resultaat Uitgaven ∑ = € 314 mln. ∑ = € 66 mln. ∑ = € 248 mln.

Abonnements- € 235 mln. Personeel en lesgelden Sportscholen Consumenten

Kantine- € 33 mln. Kapitaallasten verkopen Huisvestings- kosten € 34 mln. Overige baten Maneges Schoonmaak en onderhoud Reclame en €4 mln. Bedrijven sponsoring Inkoopkosten kantine Zeil- en Subsidies en €8 mln. Overheid Overige lasten bijdragen surfscholen

Bron: CBS StatLine – Maneges, sport-, zeil- en surfscholen, 2003 TotaleTotale inkomsteninkomsten vanvan sportscholen,sportscholen, manegesmaneges enen zeil-zeil- en en surfscholensurfscholen bedroegenbedroegen €€ 314314 miljoenmiljoen inin 20032003 april 2008 © Policy Research Corporation 68 Handel & productie NEDERLANDSE BESTEDINGEN AAN FIETSEN VOOR SPORT Tijdsbesteding gebruik fiets, 2005 Totale binnenlandse bestedingen aan

Andere fietsen voor sport 14% ∑ = € 294 mln. 320 Woon/werk en schoolverkeer 280 + 4% 45% 240 Recreatieve en 200 sportieve doelstellingen 160 41% €mln. 120 80 Totale bestedingen aan fietsen 40 750 0 625 2001 2002 2003* 2004 2005

500

375 €mln.

250 €€ 294 294 miljoenmiljoenbestedingenbestedingen aanaan fietsenfietsen voorvoor sport,sport, waarvan:waarvan: 125 •• Handel: Handel: €€ 9797 miljoenmiljoen 0 •• Binnenlandse Binnenlandse productie:productie: €€ 112112 miljoenmiljoen 2001 2002 2003* 2004 2005 •• Import: Import: €€ 8585 miljoenmiljoen * Daling in bestedingen door trendbreuk n.a.v. nieuwe onderzoeksmethoden Bron: Bovag-Rai, Mobiliteit in cijfers 2006 en HBD, Rijwielhandel - Branches in detail, 2006 TotaleTotale consumentenbestedingenconsumentenbestedingen vanvan fietsenfietsen inin functiefunctie vanvan hethet gebruikgebruik voorvoor sportsport bedroegenbedroegen bijnabijna €€ 300300 miljoenmiljoen inin 20052005 april 2008 © Policy Research Corporation 69 Media JAARLIJKS REALISEREN DAGBLADEN, TIJDSCHRIFTEN EN BOEKEN CIRCA € 392 MILJOEN AAN OMZET M.B.T. SPORT

OMZET UIT VERKOOP EN ADVERTENTIES VOOR DAGBLADEN EN SPORTTIJDSCHRIFTEN

Dagbladen Sporttijdschriften Sportboeken

Totaal € 885 mln. € 65 mln.* € 1 624 mln. Omzet uit verkoop Aandeel sport € 133 mln. (15%) € 65 mln. (100%) € 16 mln. (1%)

Totaal € 708 mln. € 72 mln. Omzet uit advertenties Aandeel sport € 106 mln. (15%) € 72 mln. (100%)

Totaal € 1 593 mln. € 137 mln. € 1 624 mln.

Aandeel sport € 239 mln. € 137 mln. € 16 mln. ∑= € 392 miljoen

Handel Productie € 12 mln. € 380 mln.

* Voor de omzet uit verkoop van sporttijdschriften worden bondsbladen niet meegerekend daar de bestedingen hiervan verrekend zijn in het lidgeld Berekeningen: zie Bijlage 18 InkomstenInkomsten voorvoor dagbladen,dagbladen, sporttijdschriftensporttijdschriften enen sportboekensportboeken bedragenbedragen respectievelijkrespectievelijk €€ 239 239 miljoen,miljoen, €€ 137 137 miljoenmiljoen enen €€ 16 16 miljoenmiljoen april 2008 © Policy Research Corporation 70 Media FINANCIËLE RELATIES VOOR BEKIJKEN TELEVISIE OP VLAK VAN SPORTUITZENDINGEN, 2006 Belangrijkste inkomstenbronnen ∑ = € 402 mln.

€ 30 mln.* Commerciële Reclame- televisie- opbrengsten maatschappijen € 65 mln.* Publieke Bijdragen televisie- overheid ** € 30 mln. maatschappijen

Consumenten- € 41 mln.*** Betaalzender bestedingen Sport 1 80%80% margemarge € 189 mln.

€ 236 mln. Kabelmaat- € 47 mln. schappijen**** * Cijfers voor 2001 (berekening: zie Bijlage 19) ** Cijfers voor 2006 (berekening: zie Bijlage 19) *** Cijfers voor 2006 o.b.v. ca. 265 000 abonnees tegen gemiddeld maandelijks abonnementsgeld van €12.95 a.d.h.v. cijfergegevens van Sport 1 **** Cijfers 2006 (berekening: zie Bijlage 20)

TotaleTotale inkomsteninkomsten uituit sportuitzendingensportuitzendingen bedragenbedragen jaarlijksjaarlijks circacirca €€ 402402 miljoenmiljoen

april 2008 © Policy Research Corporation 71 Media SCHATTING VAN DE BELANGRIJKSTE UITZENDRECHTEN VOOR SPORT OP TELEVISIE, RADIO EN INTERNET, 2006 Ere en eerste divisie (live en samenvattingen ’07-’08): € 70 miljoen KNVB-beker: € 8 miljoen Uitzendrechten EK 2004: € 10 miljoen WK 2006: € 20 miljoen Voetbal Champions League ’07-’08: € 26 miljoen Eredivisie C.V. krijgt inkomsten uit zendrechten van Nederlandse competities. Hiervan Bestemming wordt een deel doorgestort naar de clubs. Voor internatonale wedstrijden blijft het merendeel van de zendrechten bij de FIFA of UEFA.

EK Schaatsen 2008: € 18.5 miljoen Uitzendrechten Schaatsseizoen: € 4 miljoen Schaatsen Het geld blijft voornamelijk ter beschikking bij de International Skating Union voor Bestemming internationale wedstrijden of de KNSB voor binnenlandse wedstrijden

Zomerspelen 2004: € 14 miljoen Uitzendrechten Olympische Winterspelen 2006: € 4 miljoen Spelen Uitzendrechten voor Olympische Spelen gaan naar organiserende partijen, die via een Bestemming verdeelsleutel het geld doorstorten naar de nationale bonden.

Formule 1 (’03-’04): € 4.5 miljoen Uitzendrechten Grand Slam tennis toernooien: € 2.1 miljoen Andere Tour de : € 1 miljoen events Bestemming is afhankelijk van de organiserende partij. Voor binnenlandse events wordt het Bestemming geld meestal geherinvesteerd. (bvb.: KNLHB gebruikt inkomsten uit uitzendrechten voor inzet van extra videocamera’s) Bron: Van den Wall Bake Consult bv en Van den Heuvel (2003) – Sport op televisie in Nederland DeDe zendrechtenzendrechten voorvoor voetbalvoetbal enen -schaatswedstrijden-schaatswedstrijden betreffenbetreffen dede grootstegrootste bedragenbedragen diedie dede mediamedia inin NederlandNederland jaarlijksjaarlijks betalenbetalen voorvoor hethet uitzendenuitzenden vanvan sportsport april 2008 © Policy Research Corporation 72 Handel & productie BESTEDINGEN M.B.T. SPORT AAN RADIO- EN TELEVISIE- TOESTELLEN ZIJN MEER DAN € 100 MILJOEN PER JAAR*

Totale bestedingen in Bestedingen m.b.t. Nederland per jaar sport aan radio en TV- toestellen TV TV toestellen € 676 mln. toestellen € 101 mln. (15%) Radio Radio toestellen € 106 mln. toestellen €4 mln. (4%)

∑ = € 782 mln. ∑ = € 105 mln.

Binnenlandse Handel (ca. 25%) Productie (ca. 75%) productie €5 mln. € 26 mln. € 79 mln. Buitenlandse € 74 mln. * Voor meer gedetailleerde berekeningen zie Bijlage 21 productie Bron: HBD, CBS en Stichting Kijk- en luisteronderzoek InIn 20062006 werdwerd inin NederlandNederland €€ 105 105 miljoenmiljoen besteedbesteed aanaan radio-radio- en en televisietoestellentelevisietoestellen metmet betrekkingbetrekking tottot sport,sport, waarvanwaarvan 25%25% voorvoor rekeningrekening vanvan handelhandel enen 75%75% voorvoor productieproductie april 2008 © Policy Research Corporation 73 Gelieerde sectoren TOTALE CONSUMENTENBESTEDINGEN GERELATEERD AAN AUTOVERVOER VOOR SPORT (2004) Totale bestedingen ∑ = € 785 mln.

€ 298 mln. Aankoop wagens

Verzekering en € 164 mln. Vaste kosten heffingen* € 477 mln.

Bijdrage aan € 15 mln. werkgever

€ 225 mln. Brandstofkosten Variabele kosten € 308 mln. Onderhoud en € 83 mln. accessoires

* Voertuigverzekering en overdrachten i.v.m. auto Berekeningen: zie Bijlage 22 TotaleTotale bestedingenbestedingen vanvan consumentconsument voorvoor autovervoerautovervoer vanvan enen naarnaar sportfaciliteitensportfaciliteiten bedroegenbedroegen €€ 785 785 mln.mln. inin 20042004 april 2008 © Policy Research Corporation 74 SPELERS EN ORGANISATIE VAN SPORT EN ECONOMIE

Vraag naar sport Aanbod van sport

ConsumentenuitgavenConsumentenuitgaven SportbondenSportbonden enen -verenigingen-verenigingen •• Actieve Actieve sportbeoefeningsportbeoefening •• Betaald Betaald –– amateur amateur •• Passieve Passieve sportbeoefeningsportbeoefening •• Topsport Topsport –– breedtesport breedtesport

CommerciëleCommerciële activiteitenactiviteiten m.b.t.m.b.t. sportsport Financiële •• Particuliere Particuliere accommodatieaccommodatie Reclame en sponsoring •• Producenten Producenten vanvan sportmateriaalsportmateriaal e.d.e.d. Reclame en sponsoring stromen •• Handel Handel inin sportmateriaalsportmateriaal e.d.e.d. •Media•Media •• Gelieerde Gelieerde sectorensectoren (bvb.(bvb. vervoer)vervoer) Overheid en sport OverheidsuitgavenOverheidsuitgaven Overheid en sport •• Gezondheidszorg Gezondheidszorg •• Rijk Rijk •• Accommodaties Accommodaties gemeentengemeenten •• Provincies Provincies •• Gymleraren Gymleraren enen sportopleidingensportopleidingen •• Gemeenten Gemeenten •• Beleidsmedewerkers Beleidsmedewerkers sportsport

InkomstenbronnenInkomstenbronnenvoorvoor hethet sportaanbodsportaanbod

april 2008 © Policy Research Corporation 75 OVERZICHT FINANCIËLE RELATIES* Overheid en sport (in miljoen €)

Rijk 640 Gymleraren + 288 van ‘Overige’** 138 Provincie Sportopleidingen

837 Gemeentelijke Gemeente accommodaties

Overheid 2.6 Rijk 16.6 9.8 Provincies 272 55 Gemeentes Beleidsmedewerkers sport 17 Consumenten Politie bij voetbalwedstrijden Actief Passief 220 Gezondheidszorg***

* Voor de samenstelling van dit overzicht zijn de meest up-to-date financiële data gebruikt ** De gemiddelde loonkost in de sectoren Primair, Secundair en Tertiair onderwijs vertegenwoordigt een aandeel van 69% van de totale productiewaarde (Bron: CPB, Input-Output Tabel basis 2004). De loonkost (640) wordt m.a.w opgehoogd (288) tot een totale productiewaarde van € 928 miljoen. *** De kosten m.b.t. gezondheidszorg hebben enkel betrekking op de directe medische kosten, niet op de indirecte kosten a.g.v. arbeidsverzuim DeDe nettonetto financiëlefinanciële stromenstromen enen dede productieproductiewaardewaarde vanvan OverheidOverheid enen sportsport bedragenbedragen beidebeide ongeveerongeveer €€ 22 224224 miljoenmiljoen april 2008 © Policy Research Corporation 76 GYMLERAREN & SPORTOPLEIDINGEN

Aantal fte Loonkost

Primair onderwijs 7 950 fte € 400 miljoen (regulier + speciaal)

Voortgezet onderwijs 4 350 fte € 240 miljoen (VWO, HAVO en VMBO)

€ 155 miljoen Sportopleidingen 1 775 fte (dit betreft totale omzet van sportopleidingen waarvan loonkost een onderdeel is) TOTAAL 14 075 fte € 795 miljoen

Berekeningen: zie Bijlage 23 InIn totaaltotaal zijnzijn meermeer dandan 1414 000000 ftefte actief actief inin hethet sportonderwijssportonderwijs metmet eeneen totaletotale loonkostloonkost vanvan ongeveerongeveer €€ 800800 miljoenmiljoen perper jaarjaar april 2008 © Policy Research Corporation 77 Gemeente sport- accommodaties SPORTINFRASTRUCTUUR Gemeente sportaccommodaties: financiële relaties met overheid in 2005 (in € miljoen) Overheid 7 Rijk 0 1 Provincie 0 Sportaccommodaties 829 Gemeente 272 837 TOTAAL 272

Op gemeentelijk niveau zijn op het gebied van sport personen ingehuurd voor de uitvoering van sportactiviteiten in gemeentelijke sportaccommodaties (o.a. onderhoud); op landelijk niveau zijn dit ongeveer 8 650 fte’s Bron: CBS StatLine - Overheid; uitgaven cultuur, sport en recreatie: sportaccommodaties, 2003 VanuitVanuit dede overheidoverheid gaatgaat erer inin 20052005 inin totaaltotaal €€ 837837 miljoenmiljoen naarnaar sportaccommodatiessportaccommodaties enen dede overheidoverheid ontvangtontvangt €€ 272272 miljoen;miljoen; quasiquasi 100%100% vanvan dede bijdragenbijdragen aanaan sportaccommodatiessportaccommodaties wordenworden doordoor gemeentesgemeentes gegevengegeven april 2008 © Policy Research Corporation 78 POLITIE-INZET BIJ VOETBALWEDSTRIJDEN Financiële relaties politie-inzet in 2003/04 (in € miljoen) en werkgelegenheid

• In voetbalseizoen 2003/04 is de totale politie-inzet ten behoeve van de veiligheid bij en rondom voetbalwedstrijden ongeveer 331 000 manuren • Bij een uurtarief van € 50* (materieel en personeel) bedraagt de omzet van de totale politie-inzet € 50 x 331 000 = € 16 550 000 • Uitgaande van een 40-urige werkweek en 46 werkweken per jaar per fte is het aantal fte dat door de politie wordt ingezet voor voetbalwedstrijden: 331 000 / (40 x 46) = 180 fte

16.6 Politie bij Rijk voetbalwedstrijden

Bron: ECORYS, De waarde van voetbal *Bron: Nederlands Politie Instituut InIn totaaltotaal isis dede jaarlijksejaarlijkse omzetomzet (zowel(zowel matemateriëleriële alsals personelepersonele kosten)kosten) diedie gepaardgepaard gaatgaat metmet dede inzetinzet vanvan politiepolitie tenten behoevebehoeve vanvan dede veiligheidveiligheid bijbij voetbalwedstrijdenvoetbalwedstrijden ongeveerongeveer €€ 17 17 miljoen;miljoen; dezedeze politie-inzetpolitie-inzet levertlevert 180180 ftefte aan aan werkgelegenheidwerkgelegenheid opop april 2008 © Policy Research Corporation 79 BELEIDSMEDEWERKERS SPORT Rijk, Provincie, Gemeente

Aantal fte Loonkost

Rijk 35 fte € 2.6 miljoen

Provincie 150 fte € 9.8 miljoen

Gemeente 850 fte € 55.3 miljoen

TOTAAL 1 035 fte € 67.7 miljoen

Berekeningen: zie Bijlage 24 InIn totaaltotaal zijnzijn meermeer dandan 11 000000 ftefte aan aan beleidsmedewerkersbeleidsmedewerkers opop dede verschillendeverschillende overheidsniveausoverheidsniveaus actiefactief inin dede sport;sport; ditdit leidtleidt tottot eeneen totaletotale jaarlijksejaarlijkse loonkostloonkost vanvan ongeveerongeveer €€ 6868 miljoenmiljoen april 2008 © Policy Research Corporation 80 SPORT EN GEZONDHEID* Cijfers Kosten die gereduceerd kunnen Kosten van sportblessures*** Kosten van niet meer sporten***** worden door meer sport******

Directe (medische) kosten (2005): Kosten voor het bedrijfsleven (verhoogd 6% van de sterfgevallen (140 000 €220 miljoen/jaar**** arbeidsverzuim; 1997): personen/jaar) ontstaat door onvoldoende ca. €550 miljoen lichaamsbeweging Indirecte (arbeidsverzuim) kosten: €380 miljoen/jaar Kosten voor de maatschappij Medische kosten a.g.v. ongezond gedrag, (bewegingsapparaat; hart- en overgewicht en hoge bloeddruk liggen ⇒Totale jaarlijkse kosten a.g.v. vaatziekten; psychische aandoeningen; tussen de €2.8 à €5.1 miljard sportblessures bedragen ca. €600 overige aandoeningen; 1997): miljoen ca. 180 miljoen 5% van de totale jaarlijkse sterfte in Ù verkeersongevallen = €680 miljoen; ongevallen in privé-sfeer = €1 700 miljoen Nederland ontstaat door overgewicht: ⇒Totale kosten van niet meer sporten • Directe kosten: €0.5 miljard/jaar bedragen meer dan €700 miljoen/jaar1 • Indirecte kosten2: €2 miljard/jaar

Daling van medisch behandelde sportblessures met 1% d.m.v. preventie 1 Dit cijfer houdt rekening met de daling van 2 Ziekteverzuim, productieverlies, kan tot ca. € 6 miljoen besparingen in kosten van sportblessures uitkeringslasten, maatschappelijke kosten de gezondheidszorg opleveren** * Algemene feiten m.b.t. sport en gezondheid opgenomen in Bijlage 25 ** Doelstelling van de overheid is dat in 2010 de kans op een blessure is gedaald met 10% *** Bron: Letsellastmodel 2005, Consument en Veiligheid i.s.m. Erasmus Medisch Centrum Rotterdam **** Onderverdeling van de directe medische kosten van sportblessures voor het jaar 2000 is opgenomen in Bijlage 25 ***** Bron: Sportieve werknemer is economisch aantrekkelijk voor bedrijf, V. Hildebrandt et al, 1997 ****** Bronnen: VWS, Tijd voor sport en RIVM, Kosteneffectiviteit en gezondheidswinst van behalen beleidsdoelen bewegen en overgewicht VoorVoor hethet inin kaartkaart brengenbrengen vanvan dede financiëlefinanciële stromenstromen wordenworden enkelenkel de de directedirecte medischemedische kostenkosten –– € € 220220 miljoenmiljoen perper jaarjaar –– meegerekend meegerekend april 2008 © Policy Research Corporation 81 INHOUDSOPGAVE

Definitie Sport & Economie p. 5 Spelers en organisatie p. 8 Economische betekenis van sport in Nederland p. 26 Financiële stromen van sport in Nederland p. 47 Sport & Economie in perspectief p. 82 Ontwikkelingen en kansen voor de overheid p. 91 Conclusies p. 106

april 2008 © Policy Research Corporation 82 ECONOMIE EN SPORT IN PERSPECTIEF

In de voorgaande onderdelen van dit rapport zijn de economische betekenis van sport en de hiermee gepaard gaande financiële stromen in kaart gebracht

In dit onderdeel wordt de economische betekenis van sport vergeleken met andere sectoren in Nederland en met de sportsector in het buitenland

Het doel van deze vergelijking is van illustratieve aard en dient ertoe meer duiding te geven aan de grootteorders van de economische betekenis en financiële stromen van de sportsector in Nederland

Uit deze vergelijking is het niet mogelijk om (beleidsmatige) conclusies te trekken met betrekking tot het belang van de Nederlandse sportsector

InIn dede komendekomende slidesslides wordt wordt eeneen cijfermatigecijfermatige vergelijkingvergelijking gemaaktgemaakt vanvan dede NederlandseNederlandse sportsectorsportsector metmet andereandere sectorensectoren enen dede buitenlandsebuitenlandse sportsectorsportsector april 2008 © Policy Research Corporation 83 TOP-10 OVERHEIDSUITGAVEN PER CAPITA VAN EUROPESE LANDEN AAN SPORT, RECREATIE, CULTUUR EN MEDIA, 2005

Luxemburg 1 403 Denemarken 618 Noorwegen 574 Nederland 444 (waarvan € 76 specifiek voor sport) Frankrijk 407 België 367 361 Zweden 347 Spanje 299 Oostenrijk 283

0 200 400 600 800 1 000 1 200 1 400 1 600 € per hoofd in 2005

Bron: Eurostat – Government expenditure by function (COFOG), 2005 NederlandNederland scoortscoort hogerhoger dandan hethet EuropeseEuropese gemiddeldegemiddelde opop dede overheidsuitgavenoverheidsuitgaven perper capitacapita voorvoor sport,sport, cultuur,cultuur, recreatierecreatie enen mediamedia april 2008 © Policy Research Corporation 84 NEDERLAND SCOORT RELATIEF HOOG IN EUROPA OP HET VLAK VAN OVERHEIDSUITGAVEN* VOOR SPORT PER HOOFD 90

80 Nederland 76 70 70 68

60 60 Spanje

50

40 € hoofd per 32 30 Griekenland

20 18 Polen

10 9 Litouwen

0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005

* Overheidsuitgaven hebben voornamelijk betrekking op bruto-uitgaven voor sportaccommodaties en sportclubs en –raden. De landen die hier vergeleken worden, zijn diegene waarvoor Eurostat gedetailleerde gegevens ter beschikking stelt over de overheidsuitgaven voor sport en recreatie. Bron: Eurostat – Government expenditure by function (COFOG), 2005 en CBS StatLine – Overheid; uitgaven cultuur, sport en recreatie, 2005

OverheidsuitgavenOverheidsuitgaven voorvoor sportsport inin NederlandNederland bedroegenbedroegen €€ 76 76 perper capitacapita inin 20052005

april 2008 © Policy Research Corporation 85 NEDERLANDSE HUISHOUDENS GAVEN IN 2003 MEER UIT AAN SPORTUITRUSTING DAN BELGISCHE

Totale bestedingen in Nederland: € 929 miljoen (€ 57 per hoofd) Totale bestedingen in België: € 401 miljoen (€ 39 per hoofd) 140 131

120 Nederland België 100 92

80

60 51 43

€ per huishouden € per 35 37 40 31 26 20

0 Sportkleding Sportschoenen Sportartikelen Totaal

Bron: HBD – Branches in detail: Sport- en kampeerzaken, 2004 en Statbel – Huishoudbudgetonderzoek 2003

NederlandersNederlanders gevengeven jaarlijksjaarlijks €€ 18 18 perper persoonpersoon meermeer uituit aanaan sportuitrustingsportuitrusting dandan BelgenBelgen

april 2008 © Policy Research Corporation 86 CREATIEVE SECTOR IS OP HET GEBIED VAN WERKGELEGEN- HEID (IN FTE) GROTER DAN SPORTSECTOR IN NEDERLAND Werkgelegenheid in creatieve industrie* Architecten- en technische ontwerp- en adviesbureaus voor burgerlijke en utiliteitsbouw 25 977 Reclame-, reclameontwerp- en -adviesbureaus 19 603 Dienstverlening voor kunstbeoefening en organisatie van culturele evenementen 7 351 Technisch ontwerp en advies voor stedenbouw-, verkeers-, tuin- en landschapskunde, ruimtelijke ordening en planologie 7 334 Recreatiecentra 5 738 Werkgelegenheid in sportindustrie Beoefening van scheppende kunst 4 599 Musea 4 331 Fotografie 4 012 Gymleraren 12 300 Productie van (video)films (geen televisiefilms) 3 829 Fitnesscentra 11 580 Interieur-, modeontwerpers, e.d. 3 623 Beoefening van podiumkunst 3 482 Particuliere sportaccommodaties 11 420 Organiseren van beurzen, tentoonstellingen en braderieën 1 599 Gemeentelijke sportaccommodaties 8 650 ‘Enge’ definitie: Productie van radio- en televisieprogramma's 1 433 Handel in sportuitrusting 7 188 ‘Enge’ definitie: Overig amusement n.e.g. 1 327 Vervoer 7 040 Ondersteunende activiteiten voor de productie van (video)films 1 102 AlleAlle branchesbranches diedie Sportverenigingen en -clubs 3 580 Vervaardiging van sieraden e.d. (geen imitatiesieraden) 1 068 zichzich bezigbezig houdenhouden Kunstgalerieën en -expositieruimten 1 006 Gezondheidszorg 3 244 metmet dede initiëleinitiële creatiecreatie Vervaardiging van spellen en speelgoed 719 BVO's 3 200 Totaal eng 72 156 Maneges, zeil- en surfscholen en sportscholen 2 530 Openbare bibliotheken 7 909 Uitgevers dagbladen, tijdschriften en sportboeken 2 213 Uitgeverijen van boeken e.d. 5 439 Televisie- en kabelmaatschappijen (aandeel sport) 2 202 Winkels in boeken tijdschriften en kranten 5 388 Omroeporganisaties 5 052 Sportopleidingen 1 775 Theaters schouwburgen en concertgebouwen 4 381 Handel in fietsen 1 340 Videotheken 2 543 Beleidsmedewerkers Sport 1 035 Overige culturele uitleencentra en openbare archieven 2 486 Sportbonden 1 000 Groothandel in boeken tijdschriften en ander drukwerk 2 484 Handel in tv- en radiotoestellen 524 Winkels in geluidsdragers 2 426 (Binnenlandse) productie fietsen 363 Overige uitgeverijen 2 285 Drukkerijen van boeken e.d. 2 218 (Binnenlandse) productie sportuitrusting 262 Vertoning van films 2 006 Handel in gedrukte media 250 Pers- en nieuwsbureaus; journalisten 1 922 Politie-inzet (voetbalwedstrijden) 180 Ondersteunende activiteiten voor radio en televisie 1 773 NOC*NSF 135 ‘Ruime’ definitie: Winkels in schilderijen, lijsten, prenten, kunstvoorwerpen en religieuze artikelen 1 759 ‘Ruime’ definitie: (Binnenlandse) productie tv- en radiotoestellen 24 Alle bedrijven (incl. Producenten van podiumkunst 1 471 Alle bedrijven (incl. Uitgeverijen van geluidsopnamen 1 450 Totaal ruim 82 035 productie,productie, distributiedistributie Groothandel in beeld- en geluidsdragers 1 337 en handel) die direct Evenementenhallen 385 en handel) die direct Veilingen van huisraad, kunst, antiek, machines e.d. roerende goederen 371 afhankelijkafhankelijk zijnzijn vanvan Kunstuitleencentra 240 de creativiteit aan het Reproductie van geluidsopnamen 226 de creativiteit aan het Distributie van (video)films 141 beginbegin vanvan dede ketenketen Reproductie van video-opnamen 121 Totaal ruim 153 948 * Werkgelegenheid is omgerekend van aantal banen naar FTE op basis van het gemiddeld aantal FTE’s per baan in de sector Cultuur, sport en recreatie o.b.v. Nationale Rekeningen (= 1.55 FTE/baan) Bron: SEO, Cultuur en creativiteit naar waarde schat, 2005 DeDe werkgelegenheidwerkgelegenheid inin dede creatievecreatieve industindustrierie bedraagtbedraagt circacirca 154154 000000 FTEFTE inin ruimeruime enen 7272 000000 FTEFTE inin engeenge zin,zin, terwijlterwijl inin dede sportsectorsportsector ongeveerongeveer 8282 000000 FTEFTE actiefactief zijnzijn april 2008 © Policy Research Corporation 87 VERGELIJKING VAN OVERHEIDSUITGAVEN VOOR SPORT MET (ANDERE) RECREATIEVE SECTOREN Jaarlijkse bruto-overheidsuitgaven Evolutie overheidsuitgaven aan cultuur, sport en kunst per type accommodatie, 2005 3 000 1.60 1.59 + 24% 1.40 2 500 Cultuurbeheer en 1.20 verspreiding* 2 000 1.00

Kunsten* 0.80 1 500 + 45%

€ miljoen 0.60 Sport* 0.53 1 000 + 40% 0.40 ** 0.33 € miljoen per accommodatie per € miljoen 500 0.20 *** 0.13 0.00 0 Bibliotheken Musea Archieven Sportaccommodaties 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 # = 351 # = 775 # = 329 # = 7 750

• De overheidsuitgaven aan Sport zijn tussen 1999 en 2005 • De overheid geeft per sportaccommodatie (excl. fitnesscentra) gestegen met 40%, voor Cultuurbeheer & verspreiding en jaarlijks € 130 000 uit Kunsten bedroeg stijging respectievelijk 45% en 24% • Bibliotheken ontvangen gemiddeld de meeste • De totale uitgaven van de overheid aan sport in 2005 overheidsgelden, namelijk € 1.59 mln., musea en archieven bedroegen € 1.24 miljard waarvan € 992 miljoen voor respectievelijk € 0.53 en € 0.33 mln. sportaccommodaties, € 167 miljoen voor sportclubs en -raden en € 83 miljoen voor overige sportondersteuning * Cultuurbeheer & verspreiding bevat musea, monumenten, bibliotheken en archieven. Kunsten omvatten kunstaccommodaties, muzische en culturele vorming, beroepsuitvoerende- , amateur-, scheppende- en overige kunst. Sport bevat accommodaties, sportclubs en –raden en overige ondersteuning ** Cijfers voor 2000 *** Cijfers voor 2003 Bron: CBS StatLine – Overheid; uitgaven cultuur, sport en recreatie, 1999-2005 SportfaciliteitenSportfaciliteiten ontvangenontvangen minderminder overheidsoverheidsgeldgeld inin vergelijkingvergelijking met met bibliotheken,bibliotheken, museamusea enen archieven,archieven, zowelzowel inin absoluutabsoluut totaaltotaal bedragbedrag alsals relatiefrelatief per per accommodatieaccommodatie april 2008 © Policy Research Corporation 88 SPORTACCOMMODATIES HEBBEN EEN VRIJ HOGE DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE (PER FTE), 2003

600 539 500 400 286 300 259 waarde

€ miljoen 200

Directe toegevoegde 100 44 0 Archieven* Openbare Particuliere Musea bibliotheken sportaccommodaties

1 191 6 860 11 420 5 837 Aantal FTE’s 47 200 50 000 44 400 41 700 40 000 37 100

30 000 in € 20 000

waarde per FTE waarde 10 000 Directe toegevoegde 0 Archieven* Openbare Particuliere Musea bibliotheken sportaccommodaties * Cijfers voor 2000 Bron: CBS StatLine – Kerncijfers musea, openbare bibliotheken, archiefbewaarplaatsen en sportaccommodaties, 2003

DirecteDirecte toegevoegdetoegevoegde waardewaarde perper FTEFTE inin sportaccommodatiessportaccommodaties bedroegbedroeg € € 47 47 200200 april 2008 © Policy Research Corporation 89 TOTALE BATEN VAN SPORTACCOMMODATIES EN CLUBS STEGEN STERKER DAN HET BBP TUSSEN 1988 EN 2003* 1 800 1 800 Totaal baten sportaccommodaties 1 600 1 600 Totaal baten sportclubs en -scholen +206% 1 400 1 400 BBP 1 200 1 200 +280% 1 000 1 000 800 800

600 600 BBP in € miljard

Totale baten in € miljoen 400 +119% 400 200 200 0 0 1988 1991 1994 1997 2000 2003 * Empirisch onderzoek naar de sportconsumptie heeft uitgewezen dat de inkomenselasticiteit van actieve sportbeoefening zich voor de meeste sporten situeert tussen 0.5 en 1. Dit wil zeggen dat wanneer het inkomen stijgt met € 1, dan zullen de uitgaven m.b.t. actieve sportbeoefening eveneens stijgen met € 0.5 tot € 1. Hieruit blijkt dat sportbeoefening meer en meer evolueert van een luxegoed naar een levensnoodzakelijk goed (Bron: Késenne, Sport en economie, 2000) Bron: CBS StatLine – Sportaccommodatie-exploitatie en Sportclubs en –scholen, 2003 DeDe totaletotale batenbaten vanvan sportaccommodatiessportaccommodaties enen sportclubssportclubs stegenstegen tussentussen ’88’88 enen ’03’03 metmet respectievelijkrespectievelijk 280%280% enen 206%,206%, terwijlterwijl hethet BBPBBP steegsteeg metmet 119%119% april 2008 © Policy Research Corporation 90 INHOUDSOPGAVE

Definitie Sport & Economie p. 5 Spelers en organisatie p. 8 Economische betekenis van sport in Nederland p. 26 Financiële stromen van sport in Nederland p. 47 Sport & Economie in perspectief p. 82 Ontwikkelingen en kansen voor de overheid p. 91 • Maatschappelijke ontwikkelingen rond sport • Sport en innovatie • Europese regelgeving rond sport • Sportsponsoring • Ruimtelijke Ordening en sport • Combinatiefuncties • Impact topsportprestaties • Kansen voor de overheid Conclusies p. 106 april 2008 © Policy Research Corporation 91 1. Maatschappelijke ontwikkelingen MAATSCHAPPELIJKE EN ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN (1/2)

• In de jaren na 2001 is de koopkracht gedaald tot het niveau van het jaar 2000 Maatschap-Maatschap- • Aandeel van mensen met overgewicht is toegenomen tot 45% en het aandeel van mensen met pelijk ernstig overgewicht (obesitas) tot 11% pelijk • Toenemende druk op ruimte door onder meer klimaatverandering, bodemdaling en woningbouw

• Momenteel doet 64% van de bevolking van 18-79 jaar aan sport in de vrije tijd • Sporten die duidelijk populairder zijn geworden de afgelopen jaren zijn hockey, golf en Sport-Sport- hardlopen deelname • Onder de vrouwen ligt het aandeel sporters niet lager dan onder de mannen; wel domineren deelname mannen nog in teamsporten en in de wedstrijdsport • De sportdeelname onder ouderen is de afgelopen decennia indrukwekkend gestegen

Betrokken-Betrokken- • De deelname aan vrijwilligerswerk in de sport is de afgelopen jaren relatief stabiel gebleven; de heidheid sport is de maatschappelijke sector met de grootse aandelen verenigingsleden en –vrijwilligers

• In Nederland is 0.8% van de ruimte (31 000 hectare) in gebruik ten behoeve van sportterreinen • Vooral in de Randstadprovincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht is per inwoner weinig ruimte voor sport beschikbaar Sport,Sport, tijdtijd enen • In de vier grote steden (G4) is er per saldo sprake van een achteruitgang in de voor sport ruimte beschikbare ruimte, terwijl vlak buiten de gemeentegrenzen van de G4 het sportareaal toenam ruimte • Gemeten aan de omvang van de bevolking zijn de centrale delen van het land het karigst bedeeld met sportvoorzieningen; alleen fitnesscentra zijn oververtegenwoordigd in de centra van de grote steden

Bron: SCP, Rapportage sport 2006

april 2008 © Policy Research Corporation 92 1. Maatschappelijke ontwikkelingen MAATSCHAPPELIJKE EN ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN (2/2) • Slechts 40% van de basisscholen heeft een vakleerkracht lichamelijke opvoeding in dienst • Alle scholen voor voortgezet onderwijs werken met vakleerkrachten • Naar schatting vijftig scholen voor voortgezet onderwijs bieden leerlingen in een sportklas een programma met veel aandacht voor sport en lichamelijke opvoeding • Het aandeel basisscholen dat schoolzwemmen aanbiedt, is de afgelopen decennia gedaald en SportSport enen bedraagt thans 57% onderwijs • Het aantal deelnemers aan sportopleidingen op mbo-niveau is de afgelopen tien jaar gegroeid, onderwijs van een kleine 3 000 in 1995 naar ruim 10 000 in 2004 • Het aantal studenten aan de academie voor lichamelijke opvoeding (hbo-niveau) is de laatste jaren toegenomen tot 3700in 2004 • Het arbeidsmarktperspectief van gediplomeerden van de mbo- en hbo-sportopleidingen is nog altijd goed; het enige minpunt is de vaak geringe omvang van hun aanstelling

• Olympische cyclus naar Sydney 2000: €95 miljoen investeringen aan topsport uit collectieve middelen • Olympische cyclus naar Athene 2004: €150 miljoen investeringen • Nederland: grote spreiding van het geïnvesteerde geld over een groot aantal sportbonden en – TopsportTopsport disciplines is in 2003 aangepast: beter presterende bonden kunnen nu aanspraak maken op een hogere subsidie • Nederlandse topsporters behalen thans betere resultaten dan voorheen => de laatste jaren neemt Nederland tussen de achtste en de achttiende plaats in in de internationale sportwereld

• Sportbeoefening en het lidmaatschap van sportverenigingen liggen bij Turken, Marokkanen, VerschillenVerschillen Surinamers en Antillianen lager dan bij autochtonen • Onder tweedegeneratie-allochtonen ligt de sportdeelname hoger dan onder de eerste generatie inin sport-sport- • Ondanks toegenomen drukte besteden Nederlanders eind jaren negentig meer tijd aan sport en deelnamedeelname bewegen dan eind jaren zeventig • Hoe sportiever de ouders, hoe groter de kans dat ook de kinderen aan sport doen

Bron: SCP, Rapportage sport 2006

april 2008 © Policy Research Corporation 93 2. Sport en innovatie INNOVATIE IN SPORT: ONDERWERPEN EN SPELERS

OnderwerpenOnderwerpen SpelersSpelers

SportmaterialenSportmaterialen enen sportuitrustingsportuitrusting : : aërodynamica,aërodynamica, WaarWaar vindtvindt innovatieinnovatie inin sportsport plaats?plaats? • Universiteiten: lichtgewichtlichtgewicht sportuitrusting,sportuitrusting, meetapparatuur,meetapparatuur, • Universiteiten: −− faculteitenfaculteiten bewegingswetenschappenbewegingswetenschappen persoonlijkepersoonlijke beschermingsmiddelenbeschermingsmiddelen (bvb.(bvb. helm),helm), −− TechnischeTechnische universiteiten:universiteiten: Delft,Delft, Eindhoven,Eindhoven, EnschedeEnschede highhigh performanceperformance schoeiselschoeisel enen kledingkleding •• NOC*NSF NOC*NSF enen bondenbonden SportstimuleringSportstimulering •• Bedrijfsleven: Bedrijfsleven: TenTen Cate,Cate, DeDe BoerBoer Tenten,Tenten, MapleMaple en en Janssen-Janssen- SportmanagementSportmanagement techniekentechnieken Fritsen,Fritsen, etc.etc. TrainingsmethodenTrainingsmethoden enen trainingstechnischetrainingstechnische WieWie draagtdraagt bijbij aanaan organisatieorganisatie vanvan innovatieinnovatie inin sport?sport? hulpmiddelenhulpmiddelen •• Innosport Innosport •• Sports Sports & & TechnologyTechnology SportvoedingSportvoeding •• Syntens Syntens Sportaccommodaties en ondergrond Sportaccommodaties en ondergrond •• TNO TNO HealthHealth && sportsport BenaderingswijzenBenaderingswijzen opop hethet gebiedgebied vanvan •• Telematica Telematica InsituutInsituut sportstimuleringsportstimulering

RuimRuim 300300 bedrijvenbedrijven enen kennisinstellingenkennisinstellingen zizijnjn actiefactief opop hethet gebiedgebied vanvan onderzoekonderzoek naarnaar technologischetechnologische innovatiesinnovaties m.b.t.m.b.t. sport,sport, gepaardgepaard gaangaan metmet ruimruim €€ 3.53.5 miljoenmiljoenaanaan R&D-loonkostenR&D-loonkosten (SenterNovem,(SenterNovem, 2007)2007)

Een overzicht met betrekking tot een aantal knelpunten rond sport en innovatie is opgenomen in Bijlage 26 MotievenMotieven voorvoor hethet ontwikkelenontwikkelen vanvan innovatieinnovatie inin sportsport zijnzijn zowelzowel economischeconomisch alsals gerichtgericht opop hethet verstevigenverstevigen vanvan dede kennisbasiskennisbasis ((ÙÙ concurrentiepositie)concurrentiepositie) april 2008 © Policy Research Corporation 94 3. Europese regelgeving IMPACT EU-REGELGEVING*

Tot op heden: • Impact EU-regelgeving op sport is in Nederland beperkt door de beperkte regelgeving ter zake; enkel ‘case-by-case’ benadering

Ontwikkelingen op EU-niveau: • Witboek Sport 2007 tracht op Europees niveau een eerste omvattende benadering van sportgerelateerde kwesties te geven (zie Bijlage 27)

Toekomst: • Meest waarschijnlijk dat enkel voor welbepaalde kwesties aanvullend kader vanuit de EC meerwaarde biedt

* Sportdeelname en sportclubs in vergelijking met alle Europese landen: zie Bijlage 28 en 29 ImpactImpact EU-regelgevingEU-regelgeving opop sportsport inin NederlaNederlandnd isis tottot nunu toetoe beperktbeperkt doordoor dede beperktebeperkte regelgevingregelgeving terter zake;zake; echter,echter, hethet WitboekWitboek SportSport 20072007 trachttracht hiervoorhiervoor eeneen eersteeerste benaderingbenadering opop EuropeesEuropees niveauniveau tete gevengeven april 2008 © Policy Research Corporation 95 4. Sportsponsoring SPORT MAAKT 45% UIT VAN DE TOTALE SPONSORINGUITGAVEN VAN BEDRIJVEN

Sponsoring* van bedrijven naar doel, 2005 Belangrijkste sponsoringcontracten

Internationale hulp 8% Overige Totaal: € 1 103 miljoen • ING: Formule 1 Milieu 5% 3% • Rabobank (zie Bijlage 30 m.b.t. Wielerplan): Kerk 3% Wielerploeg en verschillende sportbonden (KNWU, Gezondheid Sport en recreatie 4% 45% KNHB en KNHS) Maatschappijle en sociale doelen • Heineken/Amstel: Amstel Gold Race, Champions 10% League en diverse evenementen Onderwijs 11% Cultuur • ABN AMRO: Ajax, ABN AMRO Tennis Tournament 11%

Belangrijkste bedrijven die sport sponsoren Belangrijkste redenen om sport te sponsoren in Nederland, 2007 95 100 • Onderscheiding ten opzichte van concurrerende 80 60 30 bedrijven 40 19 € mln. 15 12 20 8 7.5 7 6.5 6 • Naambekendheid en zichtbaarheid 0

k s s B • Associatie met sponsoringobject (bvb.: n tel lips S ba ida D o erland d Forti /Ams Phi A Aegon Rab n talentontwikkeling of topprestaties) ING Groep ABN eAmro Ned ineke ik N He • Company Pride

* Totaal bedrag van sponsoring wijkt af van bedrag dat elders in deze studie wordt berekend door verschillen in methodiek en definities m.b.t. sponsoring Bron: Geven in Nederland 2007 en Van den Wall Bake Consult bv CommerciëleCommerciële doelstellingendoelstellingen zoalszoals naambekennaambekendheiddheid enen zichtbaarheidzichtbaarheid zijnzijn voornaamstevoornaamste redenenredenen voorvoor onderonder andereandere ING,ING, RabobankRabobank enen HeinekenHeineken omom sportsport tete sponsorensponsoren april 2008 © Policy Research Corporation 96 5. R.O. en Sport BEHOEFTE AAN RUIMTE* VOOR BUITENSPORT IN NEDERLAND IN 2020 TEN OPZICHTE VAN 2005 Veldsporten Andere buitensporten

8 000 Totale extra benodigde ruimte in 2020 = -640 ha 16 000 Totale extra benodigde ruimte in 2020 = 9 385 ha

7 000 14 000 + 128 golfterreinen 6 000 12 000 Huidig ruimtegebruik (ha) Huidig ruimtegebruik (ha) 5 000 Ruimte behoefte totaal (ha) 10 000 Ruimte behoefte totaal (ha) 4 000 Ha

Ha 8 000

3 000 + 255 maneges en 100 regionale 6 000 concoursterreinen 2 000 4 000 + 43 motorcircuits 1 000 + 18 buitenschietbanen 2 000 + 50 wieler- 0 parcours Voetbal Base- en Tennis Hockey Korfbal Atletiek Rugby Handbal Petanque 0 softbal Golf Paardrijden Schaatsen Motorrijden Sportschieten Wielrennen

• Toename van aantal kunstgrasvelden noodzaakt minder • Sterke toename van het aantal golfers veroorzaakt enorme ruimte voor voetbal stijging in ruimtebehoefte in 2020 (128 extra • Andere veldsporten (vnl. tennis, hockey en korfbal) golfterreinen) kunnen van vrijgemaakte ruimte gebruik maken om uit te • Aantal motorrijders en ruiters zal eveneens toenemen breiden • Totale ruimtebehoefte in 2020 voor buitensporten • Voor veldsporten is er een overschot van 640 ha in 2020 bedraagt 17 193 ha of 9 385 ha extra ruimte t.o.v. 2005

* Schatting op basis van toekomstige sportdeelname en benodigde ruimte per sporter. Deelname is geschat op basis van gegevens over trends in ledentallen van sportbonden, demografische ontwikkelingen, ambities van verschillende sportbonden en AVO-cijfers van SCP. Ruimtegebruik per sporter is gebaseerd op sporttechnische normen, cijfers over het huidige aanbod aan sportaccommodaties en planningsnormen Bron: NOC*NSF, Ruimte voor sport in Nederland tot 2020, 2005 InIn totaaltotaal schatschat NOC*NSFNOC*NSF datdat 88 745745 haha extraextra ruimteruimte nodignodig isis voorvoor hethet beoefenenbeoefenen vanvan buitensportenbuitensporten inin NederlandNederland inin 2020,2020, voornamelijkvoornamelijk voorvoor golfgolf april 2008 © Policy Research Corporation 97 5. R.O. en Sport BEHOEFTE AAN RUIMTE* VOOR BINNENSPORT IN NEDERLAND IN 2020 TEN OPZICHTE VAN 2005 Zaalsporten Andere binnensporten Totale extra benodigde ruimte in 2020 Totale extra benodigde ruimte in 2020 = 91 ha 60 = 13 ha 180 + 125 turnhallen = 425 extra sporthallen 160 + 49 schietbanen Huidig ruimtegebruik (ha) 50 140 Ruimte behoefte totaal (ha) Huidig ruimtegebruik (ha) 120 + 43 tennishallen 40 Ruimte behoefte totaal (ha) 100 + 35 zwembaden Ha 80 + 251 fitnesscentra 30 + 3 sneeuwbanen Ha 60 + 4 kunstijsbanen 40 20 20 + 1 772 petanquebanen

0 10 k e is do n u Skiën J gsport Tennis Fitness Squash r Bridg Petanque be Zwemmen Schaatsen Gymnastie Tafelten 0 Sportschieten

Futsal Volleybal Badminton Basketbal Hockey Korfbal Handbal Klim- en

• Aantal zaalsporters blijft constant tot 2020 waardoor • De totale benodigde ruimte voor binnensporten bedraagt beperkt aantal ha extra ruimte nodig is tegen 2020 715 ha in 2020, tegen een huidig aanbod van 624 ha • In totaal zijn 425 nieuwe sporthallen nodig om alle • Extra ruimte van 91 ha wordt veroorzaakt door stijging in sporters te voorzien van voldoende sportfaciliteiten en om benodigde accommodatie voor onder andere gymnastiek, het huidige tekort van 360 sporthallen op te vangen sportschieten, tennis, en fitness

* Zie vorige slide voor methodiek en berekeningswijze van het onderzoek Bron: NOC*NSF, Ruimte voor sport in Nederland tot 2020, 2005 DeDe totaletotale extraextra benodigdebenodigde ruimteruimte inin 20202020 t.o.v.t.o.v. 20052005 voorvoor binnensportenbinnensporten bedraagtbedraagt meermeer dandan 100100 haha april 2008 © Policy Research Corporation 98 5. R.O. en Sport OORZAKEN, KANSEN EN BEDREIGINGEN VAN VERSCHUIVING VAN SPORTACCOMMODATIES NAAR DE RAND VAN DE STAD

Voornaamste oorzaken van verschuiving: • Beperkt economisch rendement: – Schaarste aan ruimte voor winstgevende activiteiten zoals woning- en kantoorbouw, waardoor laagrenderende sportaccommodatie moet wijken om hoogrenderende ruimtebehoefte in te vullen – Accommodaties renderen relatief beter op goedkope grond en deze is nauwelijks te vinden in de stad • Verplaatsbaarheid in bouwtermen: sportgronden zijn eenvoudig bouwrijp te maken en investeren in nieuwe sportaccommodatie is relatief goedkoop*

Ruimtelijke kansen voor sport: • ‘Rood voor groen’ (i.e. een specifieke vorm van publiekprivate samenwerking die gericht is op het behoud van groen bij de realisatie van bebouwing) Î medegebruik van de openbare ruimte: i.e. sportief gebruik van niet voor sport bestemde groene ruimte • Meervoudig gebruik van sportruimte: – Gebiedsniveau (bvb.: woon-golf-accommodatie zoals onder andere in gemeente Dronten) – Verenigingsniveau (bvb.: sportvoorzieningen delen tussen verschillende clubs) – Multifunctioneel gebruik van sportaccommodaties (bvb.: Omni Sport Centrum in Apeldoorn voor wielrennen, atletiek en volleybal)

Bedreigingen van verschuiving van sportaccommodaties: • Beschikbaarheid van sportaanbod neemt af naarmate de woningdichtheid toeneemt • Verhoging vervoerstijd van en naar sportaccommodatie door minder goede bereikbaarheid en grotere afstand Î Risico op vermindering aantal sporters in accommodaties die naar de randstad verschuiven

* Afhankelijk van doel en type accommodatie: aanleg outdoor atletiekbaan (8 banen) kost ca. € 1.5 mln. in vergelijking met ca. € 60 mln. voor bouw multifunctioneel Omni Sport Centrum in Apeldoorn (bron: Van Haperen - KNAU) Bron: Van der Poel (2001) – Bewegingsruimte, Verkenning van de relatie sport en ruimte DeDe voornaamstevoornaamste bedreigingbedreiging vanvan verschuivingverschuiving vanvan dede sportaccommodatiesportaccommodatie naarnaar dede randrand vanvan dede stadstad isis dede verminderingvermindering vanvan hethet aantalaantal sporterssporters april 2008 © Policy Research Corporation 99 6. Combinatiefuncties COMBINATIEFUNCTIES Inzet van meer combinatiefuncties ter bevordering van sportdeelname: • Mogelijkheid om meer samenwerking tussen sectoren te krijgen: tussen bijvoorbeeld onderwijs en georganiseerde sport • Combinatiefunctie: één functie ingevuld door één persoon die een combinatie van taken uitvoert (duale taakstelling) – Bijvoorbeeld: het geven van bewegingsonderwijs in combinatie met het organiseren van naschoolse sportactiviteiten • Om een adequate invulling te geven aan de creatie van 2 500 combinatiefuncties (tussen (brede) scholen, sportverenigingen en culturele instellingen) heeft het Ministerie van VWS en OCW de overeenkomst ‘Impuls brede school’ getekend – Andere ondertekenaars zijn de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, bestuurlijke onderwijsorganisaties, sportkoepel NOC*NSF en de cultuurformatie • Het doel van deze overeenkomst is tweeledig: – Groter aanbod van sport- en beweegaanbod voor leerlingen, zowel op school als de sportvereniging – Sterkere en professionelere sportverenigingen: deze zijn beter in staat maatschappelijke taken uit te voeren en de samenwerking aan te gaan met het onderwijs, de naschoolse opvang of de wijk

DeDe inzetinzet vanvan meermeer combinatiefunctiescombinatiefuncties leidtleidt tottot eeneen grotergroter sportaanbodsportaanbod voorvoor leerlingenleerlingen enen sterkeresterkere enen professionelereprofessionelere sportverenigingensportverenigingen april 2008 © Policy Research Corporation 100 7. Impact topsportprestaties ECONOMISCHE IMPACT TOPSPORTPRESTATIES OP EEN LAND Country Pride Country Branding Percentage bevolking dat zeer trots is op Nederland Promoten van het land door de sportprestaties van naar vijf redenen, 2005: bepaalde Nederlandse personen en teams: 85 80 75

in % in • Toptrainers 70 65 • Nationale voetbalteam • Olympische en wereldkampioenen sociale systeem zekerheids- het land kunst- en prestaties sportprestaties cultuurprestaties en technologie- geschiedenis van wetenschappelijke

Potentiële impact van country pride en country branding Primaire gevolgen Secundaire gevolgen Tertiaire gevolgen Verhoging betrokkenheid van Meer Nederlanders met sportbestedingen Meer stimulering sport Verhoging toerisme topsportbeleid Naambekendheid van overheid Nederland Verhoging investeringen Bron: SCP- Rapportage sport 2006 CountryCountry pridepride en en brandingbranding alsals gevolggevolg vanvan topsportprestatiestopsportprestaties kunnenkunnen economischeeconomische gevolgengevolgen hebbenhebben opop Nederland,Nederland, hoewelhoewel dede preciezeprecieze economischeeconomische impactimpact moeilijkmoeilijk kwantificeerbaarkwantificeerbaar isis april 2008 © Policy Research Corporation 101 8. Kansen voor overheid OVERHEIDSDOELSTELLINGEN EN COMMERCIËLE BELANGEN IN FUNCTIE VAN BREEDTE- EN TOPSPORT

Doel v/d Programma’s Economische/commerciële overheid v/d overheid belangen

Club en/of sporter kan commercieel • Talentontwikkelings- belangrijk worden: marktwaarde is • Presteren programma’s TOP- afhankelijk van regels, tijd, plaats en SPORT entertainmentwaarde

• Bewegen • Basisinfrastructuur bonden en verenigin- Vooral commerciële belangen van → gezondheid gen ondersteunen toeleveranciers, o.a.: • sportuitrusting • Deelnemen • Bevolking aanmoedi- gen om te bewegen • sportaccommodatie → cohesie in de samenleving • Steun voor accommo- datie die commercieel te weinig rendabel zijn

• Moeilijk bereikbare DOORSTROOM groepen betrekken bij sport BREEDTESPORT • Voorkomen sport- blessures

INSTROOM BREEDTESPORT

PiramidalePiramidale structuurstructuur vanvan sportsport hangthangt nauwnauw samensamen metmet diversiteitdiversiteit vanvan publiekepublieke enen privateprivate doelstellingendoelstellingen enen belangenbelangen april 2008 © Policy Research Corporation 102 8. Kansen voor overheid OVERHEIDSDOELSTELLINGEN HEBBEN SLECHTS BEPERKT BETREKKING OP COMMERCIËLE SPORTACTIVITEITEN

Elementen waarop het huidige overheidsbeleid betrekking heeft Commerciële activi- Doelstelling Bonden & Clubs Overheid & Sport teiten m.b.t. sport

• Gezond door sport Topsport & breedtesport Gezondheid, Sport- p.m. (algemeen • Meedoen door sport Rijk (basisinfrastructuur) onderwijs en -opleiding overheidsbeleid) • Sport aan de top • (Administratief) ondersteunend O.a. spreidingsbeleid Provincie en adviserend voor de georganiseerde sport accommodaties • Sportaccommodatiebeleid Ondersteunend en Gemeente • Ondersteuning lokale Accommodatie* sportverenigingen organiserend

Overheidsbeleid Beperkt of geen overheidsbeleid Niet (of slechts beperkt) gesubsidieerd Gesubsidieerd sportaanbod sportaanbod Vnl. georganiseerde (top- en breedte) Vnl. gericht op individuele sporten en sport, basisdienstverlening en hoogkwalitatieve dienstverlening accommodaties die duur zijn in onderhoud (bvb.: zwembaden)

* De gemeenten verlenen hoofdzakelijk ondersteuning voor gemeentelijke sportaccommodaties alhoewel ze daarnaast ook subsidies verstrekken aan commerciële sportaccommodaties van € 155 miljoen HetHet huidigehuidige sportbeleidsportbeleid vanvan dede overheidoverheid heeftheeft vooralvooral betrekkingbetrekking opop georganiseerdegeorganiseerde sport,sport, basisdienstverleningbasisdienstverlening enen hethet faciliterenfaciliteren vanvan weinigweinig rendabelerendabele accommodatieaccommodatie april 2008 © Policy Research Corporation 103 8. Kansen voor overheid KANSEN VOOR DE OVERHEID M.B.T. SPORT (1/2)

Commerciële activiteiten m.b.t. Sportbonden en -verenigingen Overheid & Sport sport Verdere versterking van (basis) infrastructuur Verdere kostefficiënte initiatieven ter preventie Behoud en verdere uitbouw in Nederland van van bonden en verenigingen en sportblessures productie van niches in sportaccommodaties, - kennisuitwisseling van best practices artikelen en -voeding (uithangbord) Piramidale structuur en kritische massa voor Voortzetting van kostefficiënte initiatieven om Goede randvoorwaarden creëren voor het behoud georganiseerde (groeps-) sport vereisen een solide sportblessures te voorkomen, zal arbeidsverzuim van key players op de wereldmarkt zoals onder basisinfrastructuur en continue instroom van nieuwe verlagen en productiviteit verhogen en de (in) meer Ten Cate, De Boer Tenten, DSM en Maple sporters directe (medische) kosten doen dalen

Monitoring van effecten combinatiefuncties en Bijkomende afstemming en benchmarking best Behoud en verdere uitbouw in Nederland van eventueel versterking van dit beleid practices sportbeleid tussen gemeentes (strategie distributiefunctie van sportkledij en -schoenen in rekening houdend met verschillen in ruimtelijke Europa ordening en demografie) Het actief bevorderen van combinatiefuncties biedt Afstemming van best practices op vlak van Europese distributiecentra van vooraanstaande de overheid de kans om op efficiënte wijze het sportbeleid tussen verschillende gemeenten kan een sportmerken zijn in Nederland gevestigd omwille bewegingsonderwijs te combineren met (sportieve) belangrijke bijdrage leveren aan de effectiviteit en van de centrale ligging en goede infrastuctuur naschoolse opvang; de lokale sportverenigingen efficiëntie van de maatregelen binnen een regio met grote koopkracht bieden hiertoe middels hun organisationele en accommodatiefaciliteiten de benodigde infrastructuur en het geeft sportverenigingen toegang tot een groter aanbod van trainers en begeleiders: versteviging van infrastructuur van sportverenigingen; daarnaast geeft het de overheid de kans om mensen reeds op jonge leeftijd met sport in contact te laten komen

Kansen

Reden voor kans

april 2008 © Policy Research Corporation 104 8. Kansen voor overheid KANSEN VOOR DE OVERHEID M.B.T. SPORT (2/2)

Commerciële activiteiten m.b.t. Sportbonden en -verenigingen Overheid & Sport sport Vrijwilligerswerk ook in de toekomst faciliteren PPS-structuren voor sportprojecten in Organisatie van innovatie in sport verder gemeentes stroomlijnen en know-how versterken

Vrijwilligers zijn hoeksteen bij de ontwikkeling en PPS-projecten ter vervanging van zuivere Veelvoud aan instellingen die zich bezig houden instandhouding van sportverenigingen, subsidiëring verlaagt de overheidsuitgaven met met innovatie (voor sport), waardoor een duidelijke accommodaties en evenementen behoud van beslissingsbevoegdheid voortrekker ontbreekt Monitoren dat subsidies aan gemeentelijk Nagaan: optimaal beheer accommodaties in sportaanbod geen negatieve impact hebben op 'Nederlandse (data)bank voor sportterreinen' ontwikkeling commerciële activiteiten m.b.t. (hypotheekwaarde, relatie met R.O., koppeling sport (cfr. verstoren marktwerking) aan (mogelijke) organisatie grote evenementen) Fitnesscentra en particuliere sportaccommodaties Sportaccommodaties bezitten een inherente waarde ontvangen relatief weinig subsidies van de overheid die gebruikt kan worden om andere projecten te in vergelijking met gemeentelijke financieren; door een (data)bank op te zetten sportaccommodaties (oppassen voor verstoring kunnen al deze accommodaties met bijbehorende marktwerking) krediet-mogelijkheden geraadpleegd en ingezet worden

Kansen

Reden voor kans

april 2008 © Policy Research Corporation 105 INHOUDSOPGAVE

Definitie Sport & Economie p. 5 Spelers en organisatie p. 8 Economische betekenis van sport in Nederland p. 26 Financiële stromen van sport in Nederland p. 47 Sport & Economie in perspectief p. 82 Ontwikkelingen en kansen voor de overheid p. 91 Conclusies p. 106

april 2008 © Policy Research Corporation 106 SPORT EN ECONOMIE IN NEDERLAND: CONCLUSIES

Sport & economie betreft het samenspel tussen overheid, sportbonden en –verenigingen, bedrijfsleven met commerciële activiteiten rondom sport en de actieve en passieve sportbeoefenaar De directe bijdrage van de Nederlandse sportsector aan het BBP is ongeveer 0.85%; de deelsector van commerciële activiteiten m.b.t. sport is de grootste deelsector met een toegevoegde waarde van € 2.4 miljard; sport in Nederland genereert een totale toegevoegde waarde van € 7 miljard (1.3% van het BBP) De directe werkgelegenheid van de volledige Nederlandse sportsector bedraagt circa 82 000 fte; de commerciële sportsector is de grootste deelsector met een werkgelegenheid van 47 000 fte; sport in Nederland genereert een totale werkgelegenheid van meer dan 118 000 fte In de sportsector werken daarnaast circa 1.6 miljoen vrijwilligers gemiddeld 13 uur per maand De directe en indirecte terugvloei van het sportaanbod naar de overheid bedraagt respectievelijk € 1 280 miljoen en € 664 miljoen, terwijl de netto-overheidsuitgaven jaarlijks circa € 1 795 miljoen bedragen Top-3 van de grootste financiële stromen m.b.t. sport & economie in Nederland: • € 4.8 miljard consumentenuitgaven aan commerciële activiteiten m.b.t. sport • € 1.7 miljard overheidsuitgaven aan overheidsgerelateerde sport, i.h.b. accommodaties en sportonderwijs • € 0.9 miljard consumentenuitgaven aan sportbonden en -clubs Kansen voor de overheid inzake sportbeleid hebben onder meer betrekking op: verdere versteviging van de basisstructuur, delen van best practices tussen bonden/clubs en provincies/gemeentes, het monitoren van de effecten van beleidsmaatregelen en het behoud en verder faciliteren van de commerciële activiteiten m.b.t sport april 2008 © Policy Research Corporation 107 BIJLAGEN

april 2008 © Policy Research Corporation 108 BIJLAGEN

Bijlage 1: Gecontacteerde personen Bijlage 2: Referenties Bijlage 3: Taken van NOC*NSF Bijlage 4: Sportdeelname en ledentallen van sportbonden in Nederland Bijlage 5: Incidentele of eenmalige evenementen gesubsidieerd door VWS Bijlage 6: Bezoekers van jaarlijkse sportevenementen en betaald voetbal Bijlage 7: Belangrijkste Nederlandse sport exportmarkten Bijlage 8: Financiële relaties voor sportgames m.b.t. sport Bijlage 9: Berekeningswijze voor directe en indirecte terugvloei naar overheid Bijlage 10: Rol Lotto in sport Bijlage 11: Inkomsten en uitgaven KNVB Bijlage 12: Financiële relaties tussen sportbonden en –clubs en de overheid in 1999-2005 Bijlage 13: Sportclubs: inkomsten en uitgaven in 2003 (in € miljoen) Bijlage 14: Verhouding productie en import van Nederlandse kledingindustrie Bijlage 15: Import- en exportwaarde sportuitrusting naar klasse Bijlage 16: Voornaamste import- en exportlanden voor sportuitrusting Bijlage 17: Exploitatie van gemeentelijke en particuliere accommodaties Bijlage 18: Financiële stromen gedrukte media Bijlage 19: Baten omroeporganisaties televisie die gepaard gaan met sportuitzendingen Bijlage 20: Bestedingen aan sport door huishoudens aan aansluiting voor televisie Bijlage 21: Berekeningswijze bestedingen aan radio- en televisietoestellen Bijlage 22: Berekening kosten gerelateerd aan autovervoer voor actieve of passieve sportbeoefening Bijlage 23: Financiële stromen en economische kengetallen m.b.t. gymleraren en sportopleidingen Bijlage 24: Berekeningen beleidsmedewerkers voor sport Bijlage 25: Algemene feiten m.b.t. sport en gezondheid en directe medische kosten die hiermee gepaard gaan Bijlage 26: Knelpunten m.b.t. innovatie in sport Bijlage 27: Sleutelmomenten op EU-vlak omtrent sport Bijlage 28: Sportdeelname in de EU Bijlage 29: Aantal sportclubs in de EU Bijlage 30: Rabo Wielerplan als voorbeeld voor sportsponsoring april 2008 © Policy Research Corporation 109 BIJLAGE 1: GECONTACTEERDE PERSONEN

• Ramona van den Bosch-Bakker, secretaris Toerisme, Recreatie, Cultuur en Sport, MKB Nederland • Koen Breedveld, adjunct-directeur Mulier Instituut • Berry Eijgendaal, Ministerie van Economische Zaken • Ron Francis, financieel directeur KNVB • Rien van Haperen, directeur Atletiekunie • Vincent Hildebrandt, senior-onderzoeker en teammanager Bewegen & Arbeid, TNO Kwaliteit van Leven • Evert-Jan Hulshof, KNLTB • André de Jeu, Vereniging Sport en gemeenten • Saskia Kloet, Consument en veiligheid • Ruud Koning, Hoogleraar Sporteconomie, Rijksuniversiteit Groningen • Jasper Kraaijeveld, Ministerie van Economische Zaken • Wouter Pont, Ministerie van Economische Zaken • Wouter Schaaf, Ministerie van Economische Zaken • Theo Schuyt, VUA, faculteit sociale wetenschappen, werkgroep filantropie • Hidde Toet, Consument en veiligheid • Nelly Voogd, KNWU • Gerard van der Houten, Vereniging Sport en gemeenten • Ingrid Vriend, Consument en veiligheid • Johan Wakkie, directeur KNHB • René Wijlens, TNO • Jan Willem van der Wal, directeur Innosport • Dirk Vinken, directeur brancheorganisatie van sportleveranciers FGHS • Rob de Vries, programmamanager Rijksoverheid, Olympisch Plan 2028 • Bart Zijlstra, Ministerie VWS, plaatsvervangend directeur Sport • Luuk Klomp, Ministerie Economische Zaken, clusterleider DG Ondernemen en Innovatie • Maarten Koornneef, Ministerie VWS • Dorien Höppener, Ministerie VWS • Han Haitsma, Ministerie VWS • Rob Goossens, CBS • Heiko van Staveren, Hoogleraar Sportrecht, Vrije Universiteit Amsterdam • Ruud Ververs, Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) • Villaume Kal, DSM • Hans Zoethoutmaar, Rotterdam Topsport • Henny Smorenburg, Bureau BenS • Frank van den Wall Bake, van den Wall Bake Consult b.v. april 2008 © Policy Research Corporation 110 BIJLAGE 2: REFERENTIES

• Berenschot, Onderzoek Sportinfrastructuur, 2007 • Bovag-Rai, Mobiliteit in cijfers, 2006 •CBS StatLine • CBS, Nationale Rekeningen 2006 • Consument en Veiligheid, Letsellastmodel 2005 • CPB Input-Output Tabel basis 2004 • De Lotto, diverse jaarverslagen • Diverse jaarverslagen bonden, 2006 • Ecorys, De waarde van voetbal, 2005 • Eurostat, Government expenditures by function (COFOG), 2005 • Federation of Sports and Play Association, The European sports goods market, 2007 • HAS Den Bosch, Marktonderzoek ruitersport, 2007 • Het Oplage Instituut, Oplagecijfers 2006 • Hildebrandt et al., Sportieve werknemer is aantrekkelijk voor het bedrijf, 1997 • Hoofdbedrijfschap Detailhandel, Branches in Detail • Késenne, Sport en economie, 2000 • KNVB, jaarverslag 06/07 • NOC*NSF, Ledental NOC*NSF en jaarrekening 2006 • NOC*NSF, Ruimte voor Sport in Nederland tot 2020, 2005 • Oldenboom, Cost and benefits of major sports events, 2006 • PWC, Entertainment and Media outlook towards 2011, 2006 • RIVM, Kosteneffectiviteit en gezondheidswinst van behalen beleidsdoelen bewegen en overgewicht, 2005 • Schuyt, Gouwenberg, et al., Geven in Nederland 2007 • SCP, Rapportage Sport 2006 • SEO, Cultuur en creativiteit naar waarde geschat, 2005 • Statbel, Huishoudbudgetonderzoek 2003 • Stichting KijkOnderzoek – Jaarrapport 2006 • Van den Heuvel, Sport op televisie in Nederland, 2003 • Van der Poel, Bewegingsruimte – Verkenning van de relatie sport en ruimte, 2001 • VWS, Tijd voor sport, 2005 • VWS, Definitieve realisatie, 2006 • W.J.H. Mulier Instituut, De Fitnessbranche 2007, 2008

april 2008 © Policy Research Corporation 111 BIJLAGE 3: TAKEN VAN NOC*NSF

Taken van NOC*NSF: • NOC*NSF is de landelijke koepelorganisatie van de sportbonden; actief op internationaal en nationaal niveau • De taken die door NOC*NSF kunnen worden verricht hebben betrekking op: – Belangenbehartiging op (inter)nationaal en regionaal niveau: van sport in het algemeen tot de behartiging van belangen van de diverse leden in het bijzonder – Dienstverlening: op basis van vraag en behoefte van de aangesloten sportbonden wordt onder andere advies verleend, ondersteuning geboden, regels en protocollen doorgevoerd – Organisatie van (gemeenschappelijke) projecten/programma’s: onder andere uitzenden van nationale teams, organiseren van competities en kampioenschappen

april 2008 © Policy Research Corporation 112 BIJLAGE 4: SPORTDEELNAME IN NEDERLAND

Aantal sportbeoefenaars ten opzichte van totale bevolking per sport (2005)

25%

20%

15%

10%

5%

0% en n n y ort ten e e p nnis a rn golf te ltennis overig n/surf squash hock atletiek korfbalhandbal ë fe volleybal l/honkbal otorsport zwemmen badminto ta schaatsen basketbal m wandels veldvoetbal zaalvoetbal paardrijden -/ en/wielrennen rimmen/joggen fitness/aerobicst skeeleren/sk softba auto gymnastiek/tu erfiets to en verdedigingssporten zeilen/roeien/kano vecht-

Bron: Richtlijn Sportdeelname Onderzoek i.o.v. SCP en NOC*NSF, 200 5 in SCP, Rapportage-Sport 2006 Zwemmen,Zwemmen, fitness,fitness, wielrennen,wielrennen, wandelen,wandelen, joggenjoggen enen toerfietsentoerfietsen wordenworden hethet meestmeest beoefendbeoefend inin Nederland,Nederland, vaakvaak zonderzonder aansluitingaansluiting bijbij eeneen sportbondsportbond april 2008 © Policy Research Corporation 113 BIJLAGE 4: BIJ DE SPORTBONDEN ZIJN BIJNA 5 MILJOEN LEDEN AANGESLOTEN Positie 2006 Ledenaantal top 15 sportbonden x 1 000 2003 2004 2005 2006 2006: % 1 KNL Voetbalbond 1 048 1 061 1 077 1 089 23.2% 2 KNL Lawn Tennis Bond 711 719 709 699 14.9% 3 KNL Gymnastiek Unie 295 292 293 284 6.1% 4 NL Golf Federatie 209 228 247 269 5.7% 5 KNL Hippische Sportfederatie 143 160 180 189 4.0% 6 KNL Hockey Bond 162 172 185 187 4.0% 7 KNL Schaatsenrijders Bond 171 164 162 152 3.2% 8 KNL Zwembond 152 152 149 150 3.2% 9 NL Volleybal Bond 127 128 129 128 2.7% 10 KNL Atletiek Unie 98 103 109 123 2.6% 11 NL Ski Vereniging 141 133 127 119 2.5% 12 NL Bridge Bond 116 115 115 116 2.5% 13 KNL Watersport Verbond 111 115 110 114 2.4% 14 KNL Korfbal Verband 97 98 99 95 2.0% 15 NL Badminton Bond 57 69 67 66 1.4% Subtotaal top 15 3 638 3 709 3 758 3 780 80.7% Totaal overige sportbonden 906 888 883 906 19.3% TOTAAL 4 544 4 597 4 641 4 686 100% Bron: NOC*NSF, Ledental NOC*NSF, diverse jaargangen DeDe KNVBKNVB isis metmet ruimruim 11 miljoenmiljoen ledenleden (23%)(23%) dede grootstegrootste NederlandseNederlandse sportbond;sportbond; hethet totaletotale ledentalledental vanvan allealle sportbondensportbonden isis tussentussen 20032003 enen 20062006 metmet 3%3% toegenomentoegenomen april 2008 © Policy Research Corporation 114 BIJLAGE 4: SPORTINFRASTRUCTUUR Sportbonden: ledenaantallen

Ledenaantal top 5 Positie buitengewone leden 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2006 NOC*NSF NL Katholieke 1 389 189 401 179 404 799 406 828 406 208 419 015 Sportfederatie NL Culturele 2 245 254 225 575 244 038 237 596 230 110 209 557 Sportbond NL Christelijke Sport 3 209 685 164 691 164 849 164 945 156 077 143 600 Unie NL Studenten 4 70 300 66 6671 X 70 000 93 900 93 900 Sportstichting

5 NL Politie Sportbond 5 574 5 574 X 5 500 5 500 60 000

Bron: NOC*NSF, Ledental NOC*NSF, diverse jaargangen DeDe NederlandseNederlandse KatholiekeKatholieke SportfederatSportfederatieie isis dede grootstegrootste organisatieorganisatie vanvan dede buitengewonebuitengewone ledenleden vanvan dede NOC*NSF;NOC*NSF; dede ledeledenn vanvan dezedeze koepelskoepels zijnzijn veelalveelal ookook lidlid vanvan eeneen ‘reguliere’‘reguliere’ sportbondsportbond april 2008 © Policy Research Corporation 115 BIJLAGE 4: SPORTINFRASTRUCTUUR (Aantal) lidmaatschappen van sportverenigingen

In procenten (%) 1999 2003

Bevolking 34 36 Lidmaatschap sportvereniging Sportende bevolking 55 53

0 66 64

1 26 27 Aantal lidmaatschappen: 2 7 8

>= 3 1 1

Bron: SCP (AVO’79-’03), Rapportage sport 2006 HetHet aandeelaandeel vanvan dede sportendesportende bevolkingbevolking datdat eeneen lidmaatschaplidmaatschap bijbij eeneen sportverenigingsportvereniging heeftheeft daaltdaalt lichtlicht terwijlterwijl ditdit voorvoor dede gehelegehele bevolkingbevolking lichtlicht stijgtstijgt april 2008 © Policy Research Corporation 116 BIJLAGE 4: SPORTINFRASTRUCTUUR Sportdeelname: naar sekse Deelname 2003 (%) Mannen Vrouwen Deelname 2003 (%) Mannen Vrouwen Solosporten Duosporten Atletiek 1.6 1.4 Badminton 6.8 7.1 Auto-/ 3.1 0.6 Squash 5.1 2.0 Fitness/aerobics 13.5 20.8 Tafeltennis 7.6 3.5 Golf 3.8 1.9 Tennis 13.1 9.3 Gymnastiek/turnen 2.9 8.3 Vecht- en verdedigingssporten 3.9 1.9 Paardrijden 1.8 6.0 Teamsporten Schaatsen 9.6 8.1 Basketbal 4.0 2.1 Skeeleren/skaten 8.9 11.9 Handbal 1.0 1.3 Toerfietsen/wielrennen 23.3 16.1 Hockey 2.5 2.3 Trimmen/joggen 14.7 9.9 Korfbal 1.3 1.3 Wandelsport 13.0 16.2 Softbal/honkbal 1.6 1.2 Zeilen/roeien/ kanoën/surfen 9.1 6.5 Veldvoetbal 19.5 3.4 Zwemmen 33.5 42.1 Volleybal 4.8 4.1 Zaalvoetbal 9.4 1.3 Bron: SCP (AVO’79-’03), Rapportage sport 2006 ErEr zijnzijn eeneen aantalaantal sportensporten diedie doordoor eeneen grootgroot aantalaantal NederlandersNederlanders wordtwordt beoefendbeoefend zonderzonder datdat dede beoefenaarsbeoefenaars daarvoordaarvoor bijbij eeneen betreffendebetreffende sportbondsportbond zijn zijn aangesloten;aangesloten; ditdit geldtgeldt onderonder andereandere voorvoor fitness,fitness, wandelsport,wandelsport, trimmen,trimmen, toerfietsen/wielrennen,toerfietsen/wielrennen, etc.etc. april 2008 © Policy Research Corporation 117 BIJLAGE 5: INCIDENTELE OF EENMALIGE EVENEMENTEN GESUBSIDIEERD DOOR VWS 2004 2005 2006 Haalbaarheidsstudie Haalbaarheidsstudie Haalbaarheidsstudie • EK Atletiek 2010 • WK Tripletten 2007 • EK Atletiek indoor 2011 • WK Driebanden • Universiade • Olympisch Plan 2028 • WK Handbal dames 2007 • WK Jiu Jitsu 2006 • WK Judo 2009 • EJK Squash Bidprocedure Bidprocedure Bidprocedure • EJK Badminton 2005 • EJK Atletiek 2007 • WK Roeien 2010 • EK Badminton 2006 landenteams • WK Judo 2009 • Europees Jeugd Olympisch Festival • WK Badminton • EK Triathlon 2006 • WK Driebanden • EK Zwemmen 2008 • WK Roeien 2009 • Grand départ Tour de France 2008 • EJK Squash • Tour etappes 2006 • WK Zeilen 2007 • Tour etappes 2006 • WK Wielrennen op de weg 2008/2009 Organisatie Organisatie Organisatie • NEC Wheelchair Masters 2004 • WK atletiek voor gehandicapten 2006 • NEC Wheelchair masters 2006 • EK Meerkamp 2004 (m/v) • World Team Cup Wheelchair tennis • EK Rally Hellendoorn • FBK Games • WK Zitvolleybal 2006 • EK Cricket voor dames onder 21 • Golden Tulip Rally • NEC Wheelchair masters • WJK Dammen • EK Superkarts/rizla racing days • EK Cross • ELTK meisjes 2006 • EJK Badminton 2005 • Golden Tulip Rally • EK Turnen 2007 • WK Honkbal 2005 • EK Badminton 2006 • EK Acrogym 2007 • WK Driebanden • EK Softball 2005 • Dressage 2006 • World Tenpin Team • WK Roelstoelbasketbal 2006 • WK Mennen met een beperking • EK Cricket (heren) • EK Pool • EK Hockey indoor • EK Cricket indoor • WK Dammen • WK Judo 2009 • WK Trampoline 2005 • FBK Games • WK Touwtrekken outdoor • EK Zaal hockey (dames) • EK Visually Impaired • EK Midgetgolf • WK Kanopolo 2006 • WK Jiu Jitsu 2006 • WK Endurance • WK des Nations (solo) • WK Endurance • WK MX 1 en MX 2 • WJK Roeien 2006 • WK Superbike • EK Powerman • WK onder 23 2005 • WK Junioren • EK Lange afstand Almere 2006 • Rolschaats-, Bandy en Skeeler Fed. • OKT Short Track • Euro 2007 • EK Skeeleren • EK Teams 2005 • EK Beach Volleybal • WK teams dames • EK Powerman Duathlon • EK Yngling • EK Powerman Duathlon (Venray) 2004 • WK Veldrijden 2006 • EK Optimist 2006 • WK Voetbal junioren 2005 • EK aangepast wielrennen • EK Fietscross indoor • EK Yngling • WK Goju Kai Karate Do • EK Cyclo Cross • WK Fietscross • EK Zwemmen (kosten 2006) • Valkenburg aan de Geul • Aankomst 3e etappe Tour de France • EK Wielrennen o.d. weg beloften 2006 • FBK Games april 2008 © Policy Research Corporation 118 BIJLAGE 6: BEZOEKERS VAN JAARLIJKSE SPORTEVENEMENTEN EN BETAALD VOETBAL Top 20 jaarlijkse evenementen* op vlak van Toeschouwers eredivisie en eerste divisie (x 1 000) bezoekers (x 1 000)

1 000 6 000 900 eredivisie eerste divisie 800 2000 2001 2002 2003 2004 2005 5 000 700 677 671 774 599 647 764 652 600 805 + 23% 780 500 4 000 897 400 300 200 3 000 100 0 4 498 4 325 4 427 4 448 4 340 4 362 4 369 2 000 3 988 3 554 3 784 Air Race Sneekweek 1 000 Olympia's Tour Olympia's Dutch TT Assen Leiden Marathon Leiden Rally Roosendaal Rally Amstel Gold Race Dam tot Dam Loop Dam tot Dam Enschede Marathon City-Pier-City Loop City-Pier-City Marathon Rotterdam Monaco aan de Maas Marathon Eindhoven 4 Mijl van Groningen Amsterdam Marathon

World Tennis Tournament Tennis World 0 Ultimate HellendoornUltimate Rally

EnecoBelgië Nederland, Tour, '95/'96 '96/'97 '97/'98 '98/'99 '99/'00 '00/'01 '01/'02 '02/'03 '03/'04 '04/'05 Youth Friendship Games Holland Youth Friendship Games Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen

• Gemiddeld bezoek top-20 jaarlijkse evenementen in 2000- • Bezoekers van eredivisie stegen tussen 1995 en 2005 met 23% 2005 bedraagt 243 000 bezoekers tot 4 369 000 • Vooral loop-, wandel- en wielerevenementen worden vaak • Eerste divisie haalt jaarlijks tussen 897 000 (’95/’96) en bezocht 652 000 (’04/’05) bezoekers

* Uitzonderlijke evenementen zoals EURO 2000 zijn niet inbegrepen Bron: SCP, Rapportage-Sport 2006 JaarlijkseJaarlijkse publiekepublieke sportevenementensportevenementen wordenworden inin verhoudingverhouding hethet meestmeest bezocht,bezocht, maarmaar voetbalwedstrijdenvoetbalwedstrijden trekkentrekken jaarlijksjaarlijks absoluutabsoluut veelveel meermeer bezoekersbezoekers april 2008 © Policy Research Corporation 119 BIJLAGE 7: BELANGRIJKE NEDERLANDSE SPORT EXPORTMARKTEN De Boer Tenten BV: • De Boer Tenten BV is in 1924 opgericht: wereldmarktleider op gebied van tijdelijke (op maat gemaakte) accommodaties voor zowel (sport)evenementen als zakelijke accommodaties (tijdelijke bedrijfsruimtes, etc.) • De Boer Tenten heeft het hoofdkantoor in Nederland met ook buitenlandse vestigingen in onder andere het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, China, Duitsland en Frankrijk – Wereldwijd werken er meer dan 350 mensen (gedurende hoogseizoen 150 extra tijdelijke medewerkers) • De Boer Tenten richt zich op breed spectrum van tijdelijke accommodaties waaronder sportevenementen en ijsbanen: – Sportevenementen: bestaande sportlocaties uitbouwen tot accommodaties van topniveau (onder andere ‘tented villages’, promodorpen, dubbeldekkertenten en VIP-lounges, zoals het Holland Heineken House) • Golf: onder andere PGA World tour, PGA Ryder Cup in Ierland, KLM Open in Nederland • Tennis: onder andere US Open in Verenigde Staten en Wimbledon in Engeland • Auto- en motorsport: onder andere 24 race van Le Mans in Frankrijk • Overige sportevenementen: onder andere WK Voetbal in Duitsland, Olympische Spelen, Volvo Ocean Race – IJsbanen: inclusief aanvullende diensten zoals verlichting, verwarming, koeling en interieur DeDe BoerBoer TentenTenten BVBV isis wereldmarktleiderwereldmarktleider opop hethet gebiedgebied vanvan tijdelijketijdelijke accommodaties;accommodaties; eeneen belangrijkbelangrijk onderdeelonderdeel vanvan dede activiteitenactiviteiten vanvan dede BoerBoer TentenTenten heeftheeft betrekkingbetrekking opop sportevenementensportevenementen enen ijsbanenijsbanen april 2008 © Policy Research Corporation 120 BIJLAGE 7: BELANGRIJKE NEDERLANDSE SPORT EXPORTMARKTEN Ten Cate Thiolon: • TenCate Thiolon is een multinationale onderneming die textieltechnologie combineert met chemische processen; het hoofdkantoor is gevestigd in Nederland en heeft buitenlandse vestigingen in onder andere de Verenigde Staten en China •Een belangrijke marktgroep van Ten Cate Thiolon betreft de Grass afdeling: de Ten Cate Grass group produceert hoogwaardige componenten voor sportveldtoepassingen – TenCate is wereldmarktleider op het gebied van kunstgrasvezels en dragende weefsels (backings) •De omzet over 2006 voor de afdeling Geosynthetics & Grass bedroeg bijna € 400 miljoen met een bedrijfsresultaat van bijna € 30 miljoen – Het totaal aan investeringen is met 175% gestegen tot bijna € 30 miljoen • De omzet van Ten Cate op kunstgrasgebied wordt voor ruim 40% behaald in Europa en ruim 35% in de Verenigde Staten; de verwachting is dat de wereldmarkt voor kunstgrasvezels jaarlijks met 15% groeit • Ten Cate Thiolon en Oranjewoud hebben een ‘letter of intent’ getekend ten aanzien van de overname van Edel Grass; de transactie zal naar verwachting na de gebruikelijke goedkeuringsprocedures en een afrondend onderzoek begin 2008 worden afgesloten TenTen CateCate ThiolonThiolon is is wereldmarktleiderwereldmarktleider opop hethet gebiedgebied vanvan productieproductie enen handelhandel inin (componenten(componenten voor)voor) kunstgrasvelden;kunstgrasvelden; inin 20062006 waswas dede omzetomzet vanvan dede afdelingafdeling GeosyntheticsGeosynthetics & & GrassGrass bijna bijna €€ 400 400 miljoenmiljoen april 2008 © Policy Research Corporation 121 BIJLAGE 7: BELANGRIJKE NEDERLANDSE SPORT EXPORTMARKTEN Maple Skate BV: • Maple Skate BV is opgericht in 1990 en heeft ongeveer 15 werkzame personen in dienst (12 fte) • Maple Skate richt zich voor de verkoop van haar schaatsen met name op schaatsers van hoog recreatieniveau en wedstrijdschaatsers; zeer hoge kwaliteit schaatsen die in Nederland geproduceerd worden (handgemaakt) – Shorttrack-, lange baan- en marathonschaatsen • Maple Skate is wereldmarktleider met ongeveer 95% marktaandeel voor shorttrack- schaatsen •De binnenlandse markt beslaat tussen de 30% en 40% van de omzet; het overige deel wordt geëxporteerd naar onder andere Korea, en de Verenigde Staten • Tussen de 20% en 30% van de jaarlijkse omzet wordt besteed aan R&D; deze R&D activiteiten worden allemaal intern uitgevoerd • Binnenlandse concurrenten zijn onder andere Viking, Zandstra en Raps; buitenlandse concurrent is onder andere het Amerikaanse Bont •De markt voor artikelen voor de schaatssport is groeiende: – Nationaal: de toenemende vergrijzing leidt tot een relatief grotere groep oude mensen met meer vrije tijd die in toenemende mate gaat schaatsen en hiervoor de benodigde producten aanschaft – Internationaal: de internationale schaatssport is groeiende (onder andere bouw van nieuwe schaatshallen in Rusland) hetgeen er tevens toe leidt dat de afzetmarkt voor producten groeit

MapleMaple Skate Skate BV BV isis eeneen zeerzeer belangrijkebelangrijke NedeNederlandserlandse wereldspelerwereldspeler opop hethet gebiedgebied vanvan dede schaatssportschaatssport waarbijwaarbij eeneen hogehoge matemate vanvan innovativiteitinnovativiteit vanvan grootgroot belangbelang isis omom dede (internationale)(internationale) concurrentieconcurrentie aanaan tete kunnenkunnen gaangaan april 2008 © Policy Research Corporation 122 BIJLAGE 7: BELANGRIJKE NEDERLANDSE SPORT EXPORTMARKTEN Janssen-Fritsen: • Janssen-Fritsen heeft hoofdkantoor in Nederland en heeft ook vestigingen in diverse Europese landen • Janssen-Fritsen richt zich op bewegingsonderwijs, wedstrijdturnen en de inrichting van sporthallen en gymzalen; Janssen-Fritsen is marktleider en specialist op het gebied van materialen voor het bewegingsonderwijs, de turnsport en de sportzaalinrichting • R&D activiteiten worden allemaal intern uitgevoerd, de productie wordt op onderdelen uitbesteed bij gespecialiseerde toeleveranciers en de assemblage in functie van klantenspecificaties wordt intern uitgevoerd

april 2008 © Policy Research Corporation 123 BIJLAGE 8: SPORT-GAMES* GENEREREN EEN OMZET VAN MEER DAN €150 MILJOEN PER JAAR Type drager Type game verdeeld naar omzet, 2006 Spelconsole Games voor consoles Sony: Playstation Springen en lopen Totaal: € 157 mln. 5% Rollenspel Microsoft: X Box 360 Racen en rally Arcade 3% 19% Nintendo: Wii 2% ∑ sport = 50 % = ca. €80 miljoen Draagbare spelconsole Avontuur en actie 33% Andere sport 18% Sony: PSP Oorlog en strategie Combat en gevecht Denken 4% 13% Nintendo: GameBoy en Nintendo DS 3%

Computer Games voor computer en telefonie Compilatie PC Games 1% Springen en lopen Totaal: € 212 mln. 2% Arcade Online Games Rollenspel 2% 4% Racen en rally Avontuur en actie 16% 24% Wireless ∑ sport = 34 % = ca. €72 miljoen Andere sport Oorlog en strategie 5% 18% Wireless Games Combat en gevecht Denken 13% 15% * Gamen is nog niet erkend als sport bij NOC*NSF, dus economische stromen uit games voor sport zijn niet meegenomen in de totale economische betekenis van sport in Nederland Bron: PWC, Entertainment and Media outlook towards 2011, 2006 OmzetOmzet vanvan gamesgames voorvoor sportsport gespeeldgespeeld viavia cconsolesonsoles enen viavia computerscomputers enen telefonietelefonie bedroegenbedroegen respectievelijkrespectievelijk 50%50% enen 34%34% vanvan dede totaletotale omzetomzet vanvan gamesgames inin 20062006 april 2008 © Policy Research Corporation 124 BIJLAGE 8: OMZET VAN DE GAME-INDUSTRIE VOOR VERKOOP VAN SPORTGERELATEERDE GAMES, 2006 Eindgebruiker Bedrijfsniveau ∑ = € 315 mln. Aandeel sportgames in € 79 mln. aankoopkosten 33% console 33% handelsmargehandelsmarge Games voor € 80 mln. console € 76 mln.

€ 19 mln. Handel in Games voor pc consolegames € 214 mln. € 44 mln. Online Games Producenten van games 30% 30% en €9 mln. handelsmargehandelsmarge Games voor GSM* consoles/computers € 25 mln.

Aandeel € 84 mln. Handel in sportgames in aankoopkost pc computer * Aandeel sportspellen in aankoopkost GSM wordt niet meegenomen, daar sportspellen op GSM slechts door 2.04% van bevolking gespeeld worden. Aangezien telefoon voornamelijk gebruikt wordt om te converseren, bedraagt aandeel voor gebruik sportspellen in aankoopkost minder dan 0.1%. Bron: HBD, Branches in Detail – Computershops, 2007 DeDe totaletotale omzetomzet vanvan dede game-industriegame-industrie voorvoor hethet gebruikgebruik vanvan sportspellensportspellen inin NederlandNederland bedroegbedroeg €€ 315 315 mln.mln. inin 20062006 april 2008 © Policy Research Corporation 125 BIJLAGE 8: AANDEEL SPORTGAMES IN BESTEDINGEN VAN GAMES, 2006

Bestedingen spelconsoles (2006)

200 160 150

100 80 €mln. 50

0 Alle games Sportgames

• Omzet consoles kan voor 50% worden toegewezen aan sportgames • Totale bestedingen aan consoles bedroeg € 160 mln. in 2006 • Aandeel van sportgames in spelconsoles bedraagt €80 miljoen/jaar

Bron: PWC, Entertainment and Media outlook towards 2011, 2006

BestedingenBestedingen aanaan spelconsolesspelconsoles voorvoor sportgamessportgames bedroegbedroeg €€ 8080 miljoenmiljoen inin 20062006 april 2008 © Policy Research Corporation 126 BIJLAGE 8: AANDEEL SPORTGAMES IN AANKOOPKOST COMPUTER, 2006

Tijdsbesteding in gebruik computer Bestedingen aan computers

Chatten 1 200 Gericht overige info zoeken 1 015 Games 1 000 E-mailen Zomaar wat surfen 800 24% Telebankieren/-shoppen Nieuws/kranten lezen 600

Streaming video/audio €mln. Games 400 Tekstverwerken 247 34% Overig 200 OfflineMuziek luisteren Online (cd, mp3) 84 Film/dvd kijken 0 0 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7 0.8 Omzet computermarkt in Omzet computer voor Omzet computer voor Nederland games sportgames Uren per dag

• Aandeel games in de totale tijdsbesteding voor het • Totale bestedingen aan computers bedroeg in 2006 offline en online gebruik van de computer, bedraagt € 1 015 mln. respectievelijk 13.5% en 10.8% • Gebruik van games in computergebruik bedroeg • In totaal wordt door de +12 jarigen dagelijks 0.9u 24% (0.9u/3.7u), waardoor aandeel in bestedingen aan het spelen van games besteed op een totaal € 247 mln. was computergebruik van 3.7u per dag • € 84 mln. kwam voor rekening van sportgames (34% van €247 miljoen)

Bron: SCP, Tijdsbestedingonderzoek (TBO) en HBD, Branches in detail – Computershops, 2006 AandeelAandeel vanvan bestedingenbestedingen inin aankoopkostaankoopkost vanvan computerscomputers bedroegbedroeg ca.ca. € € 8484 mln.mln. inin 20062006 april 2008 © Policy Research Corporation 127 BIJLAGE 9: BEREKENINGSWIJZE VOOR DIRECTE EN INDIRECTE TERUGVLOEI NAAR DE OVERHEID

1 400 ∑= € 1 280 miljoen 6 1 200 149

1 000 446 Niet-productgebonden belastingen en subsidies 800 ∑= € 664 miljoen Vennootschapsbelasting 10 600 123

Inkomsten- en loonbelasting 400 243 en sociale premies werknemer 679 Sociale premies werkgevers 200 Terugvloei naarTerugvloei (in miljoenen overheid Euro's) 288

0 Direct Indirect

DeDe directedirecte enen indirecteindirecte terugvloeiterugvloei naarnaar dede overheidoverheid bedraagtbedraagt jaarlijksjaarlijks respectievelijkrespectievelijk €€ 1.281.28 miljardmiljard enen €€ 0.660.66 miljardmiljard april 2008 © Policy Research Corporation 128 BIJLAGE 10: ROL LOTTO IN SPORT

• De Lotto krijgt opbrengsten via de verkoop van loten in drie verschillende loterijen zijnde de Lotto, de Toto en Krasloten • De Lotto is in origine opgericht ten behoeve van sponsoring van voetbalverenigingen; in de loop der tijd is dit verbreed naar de gehele Nederlandse sport en worden tevens donaties gemaakt ten behoeve van de Nederlandse cultuur, het maatschappelijk welzijn en de volksgezondheid in het algemeen • De Lotto gebruikt hiertoe de jaarlijkse netto-opbrengsten van de Lotto, Toto en Krasloten • Ten behoeve van de breedte- en topsport ontvangt de NOC*NSF jaarlijks ongeveer 75% van de netto-opbrengsten van de Lotto; de gelden worden besteed aan dienstverlening aan bonden, verenigingen en leden, topsporttrainings- en wedstrijdprogramma’s, accommodaties en ondersteuning van topsporters • Charitatieve instellingen waaraan de Lotto gelden overmaakt zijn onder andere het AIDS fonds, KWF, Astma Fonds, Nederlandse Hartstichting, Prins Bernhard Cultuurfonds, etc.

DeDe LottoLotto doneertdoneert haarhaar jaarlijksejaarlijkse netto-opbrnetto-opbrengstenengsten uituit dede verschillendeverschillende loterijenloterijen diedie zijzij organiseertorganiseert aanaan dede NOC*NSFNOC*NSF tenten behoevebehoeve vanvan dede sportsport enen aanaan charitatievecharitatieve instellingeninstellingen april 2008 © Policy Research Corporation 129 BIJLAGE 10: DE LOTTO: FINANCIËLE RELATIES MET SPORT (IN € MILJOEN)

In € miljoen 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006

Resultaat De Lotto uit gewone 46.7 52.7 56.5 59.5 61.6 63.4 61.0 bedrijfsvoering

Charitas 13.6 14.7 15.8 16.5 17.3 17.5 16.7 Resultaat is besteed aan: NOC*NSF 33.1 38.0 40.7 43.0 44.3 45.9 44.3

Bron: De Lotto, diverse jaarverslagen; SCP, Rapportage sport 2006, 2006 DeDe LottoLotto maaktmaakt jaarlijksjaarlijks meermeer dandan €€ 4040 miljoenmiljoen aanaan dede NOC*NSFNOC*NSF overover tenten behoevebehoeve vanvan dede NederlandseNederlandse sportsport (dit(dit isis jaarlijksjaarlijks ruimruim 70%70% vanvan hethet resultaatresultaat vanvan dede LottoLotto uituit gewonegewone bedrijfsvoering)bedrijfsvoering) april 2008 © Policy Research Corporation 130 BIJLAGE 11: INKOMSTEN EN UITGAVEN VAN DE KNVB IN HET SEIZOEN 2006/2007 Inkomsten KNVB

• Contributies: € 7.2 • Subsidies: € 6.5 • Wedstrijdgelden: € 4.7 • Commerciële baten: € 16.3 Inkomsten • Tuchtzaken en heffingen: € 6.9 • Koepelfinanciering (NOC*NSF): € 1.8 • Vertegenwoordigend voetbal (nationale • Overige baten € 23.1 teams): € 27.8 € 94.2 KNVB € 90.1

Uitgaven KNVB Uitgaven • Personeelskosten: € 22.3 • Cursussen: € 2.1 • Afschrijvingen: € 1.6 • Communicatie: € 1.6 • Huisvestingskosten: € 1.7 • Bijdragen en subsidies: € 0.8 • Bureaukosten: € 2.0 • Vertegenwoordigend voetbal: € 24.0 • Informatisering/automatisering: € 2.2 • Commerciële lasten: € 5.6 • Besturen en commissies: € 1.5 • Tijd voor Sport: € 3.0 • Voetbaltechnische zaken: € 8.5 • Overige kosten: € 13.0

Bron: KNVB jaarverslag 06/07 DeDe grootstegrootste NederlandseNederlandse sportbondsportbond isis dede KNVB;KNVB; dezedeze genereerdegenereerde inin het het voetbalseizoenvoetbalseizoen 2006/072006/07 eeneen totaletotale inkomsteinkomstenstroomnstroom vanvan ruimruim €€ 9494 miljoen;miljoen; ditdit isis ruimruim eeneen derdederde deeldeel vanvan dede totaletotale batenbaten vanvan allealle NederlandseNederlandse sportbondensportbonden bijbij elkaarelkaar april 2008 © Policy Research Corporation 131 BIJLAGE 12: FINANCIËLE RELATIES TUSSEN SPORTBONDEN EN –CLUBS EN DE OVERHEID IN 1999-2005

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 In € miljoen

Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten

Rijk 28 0 55 0 56 0 62 8 65 1 66 1 59 1

Provincie 4 0 4 0 5 0 6 0 6 1 5 1 6 1

Gemeente 44 8 71 8 67 10 84 14 90 16 87 15 102 17

TOTAAL 76 8 130 8 127 10 152 23 161 18 158 17 167 19

Bron: CBS Statline - Overheid; uitgaven cultuur, sport en recreatie: sportclubs en -raden DeDe totaletotale uitgavenuitgaven vanvan dede NederlandseNederlandse overheidoverheid aanaan sportbondensportbonden enen –clubs–clubs isis overover dede periodeperiode 1999-20051999-2005 gestegengestegen metmet 120%120% (van(van €€ 7676 miljoenmiljoen naarnaar €€ 167167 miljoen)miljoen) april 2008 © Policy Research Corporation 132 BIJLAGE 13: SPORTCLUBS: INKOMSTEN IN 2003 (IN € MILJOEN)

Contributie, les- Subsidies en Sponsoring en Kantine- INKOMSTEN in miljoen € Overige baten Totaal en entreegelden bijdragen reclamegelden verkopen Kracht- en vechtsport 14.6 1.8 0.4 0.9 0.4 18 Individuele zaalsport 45.3 9.3 1.9 4.3 1.2 62 Binnen- Teamzaalsport 29.6 7.7 8.2 4.6 1.0 51 sporten Zwem- en duiksport 24.1 6.3 1.0 1.0 0.7 33 Overige binnensport 21.4 3.7 1.4 5.8 1.7 34 Atletiek 7.8 1.8 0.8 2.1 0.5 13 Golf 62.3 4.2 5.8 4.2 6.6 83 Hengelsport 8.3 0.9 0.1 0.3 0.4 10 Paardensport 14.8 5.6 2.0 3.6 2.0 28 Buiten- Tennis 85.8 10.4 7.4 37.0 7.4 148 sporten Veldsport 43.7 11.4 13.5 30.2 5.2 104 Veldvoetbal (enkel amateur) 72.5 33.2 39.3 145.0 12.1 302 Wielersport 2.8 1.8 1.5 0.6 0.4 7 Overige buitensport 27.6 10.8 7.8 10.8 3.0 60 Totaal sportclubs 457.4 114.4 95.3 247.8 38.1 953 Maneges 72.6 4.8 2.4 20.6 20.6 121 Sportscholen 150.5 3.5 1.8 8.8 10.5 175 Zeil- en surfscholen 11.2 0 0 3.6 3.2 18

Totaal 691.7 122.7 99.5 280.7 72.4 1 267

Bron: CBS StatLine – Sportclubs, 203 april 2008 © Policy Research Corporation 133 BIJLAGE 13: SPORTCLUBS: UITGAVEN IN 2003 (IN € MILJOEN) Loonkosten Inkoop- Wedstrijd- Personeels- Kapitaal- Bonds- Overige UITGAVEN in miljoen € niet- Huisvesting Onderhoud kosten en Totaal kosten lasten contributies kosten personeel kantine reiskosten Kracht- en vechtsport 2.2 1.9 5.3 0.7 0.5 0.7 0.5 1.5 3.7 17 Individuele zaalsport 9.6 10.2 21.0 0.6 2.4 1.2 4.8 3.0 7.2 60 Binnen- Teamzaalsport 2.0 7.0 18.0 1.0 2.5 1.0 8.5 4.0 6.0 50 sporten Zwem- en duiksport 0.3 2.2 17.3 0.6 0.6 0.3 3.5 2.9 4.2 32 Overige binnensport 0.6 1.3 9.6 1.3 3.5 1.3 4.2 3.8 6.4 32 Atletiek 0.8 2.1 2.5 0.7 1.2 1.0 1.4 1.0 2.3 13 Golf 16.4 2.3 17.9 14.8 1.6 10.9 1.6 2.3 10.1 78 Hengelsport 0.3 0.2 0.6 0.3 0.1 0.1 2.9 1.5 3.1 9 Paardensport 3.2 3.2 4.3 1.6 2.2 1.4 2.4 4.1 4.6 27 Buiten- Tennis 18.5 8.5 28.4 15.6 21.3 17.0 8.5 7.1 17.0 142 sporten Veldsport 9.1 7.1 21.2 7.1 17.2 8.1 10.1 7.1 14.1 101 Veldvoetbal (enkel 38.4 14.8 44.3 20.7 73.8 11.8 17.7 26.6 47.2 295 amateur) Wielersport 0.0 0.2 0.4 0.2 0.4 0.1 0.9 1.9 2.9 7 Overige buitensport 2.2 2.8 9.5 5.0 6.2 2.8 3.4 10.6 13.4 56 Totaal sportclubs 101.1 64.3 193.0 73.5 137.9 55.1 73.5 73.5 147.0 919 Maneges 20.1 1.1 17.0 6.4 10.6 15.9 X X 35.0 106 Sportscholen 39.4 2.5 25.4 5.1 5.1 14.0 X X 35.6 127 Zeil- en surfscholen 3.0 0.9 1.4 0.9 1.7 2.7 X X 4.5 15

Totaal 163.6 68.8 236.7 85.9 155.2 87.7 73.5 73.5 222.1 1 167

Bron: CBS StatLine – Sportclubs, 203 april 2008 © Policy Research Corporation 134 BIJLAGE 14: VERHOUDING BINNENLANDSE PRODUCTIE EN IMPORT VAN DE NEDERLANDSE KLEDINGINDUSTRIE, 2005 In € miljoen

5 610 2 034 94%94% Importwaarde Binnenlandse kleinhandel

Binnenlands 189* aanbod aan sportuitrusting

Binnenlandse Exportwaarde 6%6% 3 960 productie 384

* Intermediaire aankopen uit import van producerende bedrijven Bron: CBS StatLine – Productie industrie, financiële en algemene gegevens, alle bedrijven (Vervaardiging van kleding) en CBS StatLine – Internationale handel, volgens SITC-indeling naar landen(groepen) (Kleding en toebehoren) DeDe NederlandseNederlandse productieproductie vanvan kledingkleding maaktmaakt 6%6% uituit vanvan dede totaletotale omzetomzet bestemdbestemd voorvoor dede binnenlandsebinnenlandse marktmarkt enen exportexport april 2008 © Policy Research Corporation 135 BIJLAGE 15: IMPORTWAARDE VAN SPORTUITRUSTING VERDEELD NAAR VERSCHILLENDE KLASSEN, 2006 Biljartartikelen 6 Sneeuwsporten 9 Schaatsen 10 Watersportartikelen * 17 Ruitersport 17 Sportartikelen Golfartikelen 38 Totaal = € 473 mln. Racketsporten 52 Hengelsport 58 Gymnastiek en fitness 119 Teamsporten (incl. ballen) 147

Opblaasbare boten 6 Roeiboten en kano's 12 Totaal = € 154 mln. Sportvaartuigen Zeilschepen 53 Motorboten 83

Skischoenen 2 Sportschoenen Totaal = € 195 mln. Sportschoenen 193

Skikledij 3 Sporthandschoenen 7 Sportkledij Trainingspakken 31 Totaal = € 167 mln. Zwemkledij 57 Speciale kledij 69

0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 € miljoen

* Onder watersportartikelen vallen zeilplanken, surfplanken, waterski’s en ander materiaal voor watersporten, m.u.v. vaartuigen Bron: CBS StatLine – Handel naar goederensoort en landen, 2006 DeDe invoerinvoer vanvan sportschoenensportschoenen enen sportartikelensportartikelen voorvoor teamsportenteamsporten vertegenwoordigenvertegenwoordigen hethet grootstegrootste aandeelaandeel inin dede totaletotale invoerwaardeinvoerwaarde vanvan sportuitrustingsportuitrusting april 2008 © Policy Research Corporation 136 BIJLAGE 15: EXPORTWAARDE VAN SPORTUITRUSTING VERDEELD NAAR VERSCHILLENDE KLASSEN, 2006

Sneeuwsporten 2 Schaatsen 2 Biljartartikelen 9 Ruitersport 9 Sportartikelen Racketsporten 34 Totaal = € 348 mln. Golfartikelen 40 Hengelsport 42 Teamsporten (incl. ballen) 56 Gymnastiek en fitness 65 Watersportartikelen * 89

Opblaasbare boten 4 Roeiboten en kano's Totaal = € 559 mln. Sportvaartuigen 7 Zeilschepen 106 Motorboten 442

Sportschoenen Skischoenen 1 Totaal = € 94 mln. Sportschoenen 93

Skikledij 1 Sporthandschoenen 4 Sportkledij Trainingspakken 21 Totaal = € 126 mln. Zwemkledij 30 Speciale kledij 70

0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 € miljoen * Onder watersportartikelen vallen zeilplanken, surfplanken, waterski’s en ander materiaal voor watersporten, m.u.v. vaartuigen Bron: CBS StatLine – Handel naar goederensoort en landen, 2006 NaastNaast vaartuigenvaartuigen wordenworden voornamelijkvoornamelijk sportschoenen,sportschoenen, watersportartikelenwatersportartikelen enen specialespeciale kledijkledij voorvoor tete sportensporten geëxporteerdgeëxporteerd april 2008 © Policy Research Corporation 137 BIJLAGE 16: VOORNAAMSTE IMPORT- EN EXPORTLANDEN VOOR SPORTKLEDING EN -SCHOENEN, 2006 Import Export

Overige Overige Totaal = € 167 mln.26% Totaal = € 126 mln. 29% Duitsland 35%

China 49% Spanje 4% Turkije 3% Italië Verenigd Koninkrijk Sportkleding 3% 8% België 5% Frankrijk België Duitsland 9% 18% 11%

Overige 10% Duitsland Indonesië Overige 24% 6% Totaal = € 195 mln. 26% Totaal = € 94 mln. België Vietnam 39% 8%

Duitsland Spanje 12% 6% België 16%

Frankrijk Sportschoenen 13% China Verenigd Koninkrijk 25% 15% Bron: CBS StatLine – Handel naar goederensoort en landen, 2006 België,België, DuitslandDuitsland enen ChinaChina zijnzijn voornaamstevoornaamste handelspartnershandelspartners opop hethet vlakvlak vanvan sportkledingsportkleding enen sportschoenen;sportschoenen; ChinaChina neemtneemt vooraanstaandevooraanstaande rolrol inin import import april 2008 © Policy Research Corporation 138 BIJLAGE 16: VOORNAAMSTE IMPORT- EN EXPORTLANDEN VOOR SPORTARTIKELEN, 2006 Import Export

Totaal = € 473 mln. Totaal = € 348 mln. Overige Duitsland 28% Overige 26% China 30% 34%

Italië 5% Italië Taiwan 4% België 5% 14% Spanje Sportartikelen, excl. vaartuigen Duitsland België 5% 7% 11% Verenigd Koninkrijk Frankrijk Verenigde Staten van 10% 11% Amerika 10% Verenigde Staten van Amerika Overige 18% 21% Overige 27% Totaal = € 154 mln. Totaal = € 559 mln. Caymaneilanden 37%

Britse Maagdeneilanden 4% Duitsland 17% Verenigd Koninkrijk Duitsland 6% 6%

Zweden Gibraltar 6% 6% Sportvaartuigen Frankrijk Italië 10% 16% Bermuda Verenigd Koninkrijk 11% 15%

Bron: CBS StatLine – Handel naar goederensoort en landen, 2006 UitUit ChinaChina isis 34%34% vanvan dede importwaardeimportwaarde vanvan sportartikelensportartikelen afkomstig,afkomstig, dede andereandere handelspartnershandelspartners inin sportartikelensportartikelen enen vavaartuigenartuigen zijnzijn voornamelijkvoornamelijk WesterseWesterse landenlanden april 2008 © Policy Research Corporation 139 BIJLAGE 17: CLUBS BINNEN-/BUITENSPORTEN EN ZWEMBADEN Verdeling eigendom accommodatie naar sport, 2003

Eigendom van clubs in buitensport Eigendom van clubs in binnensport en in zwembad

gehuurde accommodatie accommodatie in eigendom beschikt niet over accommodatie gehuurde accommodatie accommodatie in eigendom beschikt niet over accommodatie

120% 120%

100% 100%

80% 80%

60% 60%

40% 40%

20% 20%

0% 0% atletiek golf hengel-sport paarden- tennis veldsport veldvoetbal wielersport overige kracht- en vechtsport individuele zaalsport teamzaalsport zwem- en duiksport overige binnensport sport (excl. buitensport voetbal)

Bron: CBS StatLine – Sportclubs, 2003 ClubsClubs inin binnen-binnen- en en buitensportenbuitensporten diedie eeneen vastevaste locatielocatie voorvoor hunhun accommodatieaccommodatie noodzaken,noodzaken, hurenhuren voornamelijkvoornamelijk april 2008 © Policy Research Corporation 140 BIJLAGE 17: EXPLOITATIE OVERDEKTE SPORTACCOMMODATIE Soorten en evolutie van exploitatie, 2003

Soorten Verhouding particuliere-gemeentelijke exploitatie

• Sportzaal: 2 500 Open multifunctionele ruimte voor uitoefenen van sporten zonder sporthal 2 000

56% 54% • Sporthal: 49% 54% 1 500 42% Grotere multifunctionele ruimte voor verschillende 38% sporten die onderverdeeld kan worden, eventueel met sportzalen 1 000

500 62% 58% 51% 46% 44% 46% • Tennishal

0 • Overige accommodaties: 1988 1991 1994 1997 2000 2003 Ruimte voor specifieke sporten zonder sporthal, sportzaal of tennishal (bvb.: fitness, squash en Gemeente Particulier bowling)

Bron: CBS StatLine, Sportaccommodaties, 2003 PrivatiseringsfasePrivatiseringsfase sindssinds hethet beginbegin vanvan dede jarenjaren ’90’90 enen blijvendeblijvende groei groei vanvan overdekteoverdekte sportaccommodatiessportaccommodaties leidenleiden tottot dalenddalend aandeelaandeel vanvan dede gemeentengemeenten april 2008 © Policy Research Corporation 141 BIJLAGE 17: EXPLOITATIE OPENLUCHTSPORTACCOMMODATIE Soorten en evolutie van exploitatie, 2003 Soorten Verhouding particuliere-gemeentelijke exploitatie

• Voetbal 4 500 4 000 • Tennis 13% 15% 19% 18% 21% 22% 3 500 • Eén soort andere veldsport 3 000 (bvb.: hockey, korfbal en softbal) 2 500 2 000 • Combinaties van veldsporten 87% 85% 81% 82% 79% 78% (bvb.: voetbal en tennis) 1 500 1 000 • Overige sporten 500 (bvb.: atletiek, golf, schaatsen, wielrennen, trimmen, 0 jeu de boules e.d.) 1988 1991 1994 1997 2000 2003

• Veldsporten en overige sporten Gemeente Particulier (bvb.: voetbal en atletiek)

Bron: CBS StatLine, Sportaccommodaties, 2003 ToenemendToenemend aandeelaandeel vanvan particulierenparticulieren inin exploitatieexploitatie vanvan openluchtaccommodaties;openluchtaccommodaties; gemeentengemeenten blijvenblijven meestalmeestal welwel eigenaareigenaar vanvan dede accommodatiesaccommodaties april 2008 © Policy Research Corporation 142 BIJLAGE 17: EXPLOITATIE ZWEMBADEN Soorten en evolutie van exploitatie, 2003

Soorten Verhouding particuliere-gemeentelijke exploitatie

• Overdekte zwembaden 800

700 36% • Openluchtzwembaden 600 39% 45% 55% 58% 64% 500

400 • Combibaden 300 Complex met openlucht en overdekte zwembaden 64% 61% 200 55% 45% 42% 36% 100 • Strand- en natuurbaden 0 1988 1991 1994 1997 2000 2003

Gemeente Particulier

Bron: CBS StatLine, Sportaccommodaties, 2003 SterkSterk toenemendtoenemend aandeelaandeel vanvan particulierenparticulieren inin exploitatieexploitatie vanvan zwembaden;zwembaden; gemeentengemeenten blijvenblijven meestalmeestal welwel eigenaareigenaar vanvan dede zwzwembadenembaden enen subsidiërensubsidiëren dede uitbatinguitbating april 2008 © Policy Research Corporation Bron: CBS 143 BIJLAGE 17: EXPLOITATIE JACHTHAVENS Soorten en evolutie van exploitatie, 2003

Soorten Verhouding exploitatie particulier-watersportclub Jachthavens zijn sportaccommodaties gebruikt voor het beoefenen van andere watersporten dan in zwembaden 900 800 Bijvoorbeeld: zeilen , roeien en waterskiën 700 51% 600 54% 53% Opmerking: Aantal jachthavens uitgebaat door 500 gemeente of als nevenactiviteit is nihil 400 300 200 49% 46% 47% 100 0 1997 2000 2003

Exploitant jachthaven Watersportclub

Bron: CBS StatLine, Sportaccommodaties, 2003 AantalAantal jachthavensjachthavens enen verhoudingverhouding tussentussen uitbatinguitbating doordoor particulierenparticulieren enen doordoor watersportclubswatersportclubs blijftblijft gelijkgelijk tussentussen 19971997 enen 20032003 april 2008 © Policy Research Corporation 144 BIJLAGE 18: FINANCIËLE RELATIES VOOR KRANTEN IN FUNCTIE VAN REDACTIONELE RUIMTE VOOR SPORT (15%), 2006 Eindgebruiker Bedrijfsniveau ∑ = € 239 mln. (15% van € 1 593 mln.)

€ 106 mln. Nationale en Bedrijven Advertenties regionale dagbladen € 106 mln. € 124 mln.

5%5% handelsmargehandelsmarge €7 mln. 95% abonnementen € 126 mln. Abonnementen Distributeurs

28%28% handelsmargehandelsmarge Consumenten €2 mln. € 133 mln. 5% losse verkoop €5 mln. €7 mln. Losse verkoop Handelaars

Bron: HBD, Branches in detail – Boekhandel, 2007 TotaleTotale bestedingenbestedingen vanvan consumentenconsumenten enen bedrijvenbedrijven aanaan sportsport inin dagbladendagbladen bedroegbedroeg €€ 239 239 miljoenmiljoen inin 20062006 april 2008 © Policy Research Corporation 145 BIJLAGE 18: INKOMSTENBRONNEN NEDERLANDSE DAGBLADEN

∑ = € 1 593 mln. 1 800 Advertenties Verkoop

1 600 -9% € 885 mln. 1 400

1 200 52% 55% 56% 56% 56% 1 000

€ mln. 800

600 € 708 mln.

400 48% 45% 44% 44% 44% 200

0 2002 2003 2004 2005 2006

Bron: PWC, Entertainment and Media outlook towards 2011, 2006 TotaleTotale inkomsteninkomsten uituit advertentiesadvertenties enen verkopenverkopen vanvan dagbladendagbladen bedroegbedroeg €€ 11 593593 miljoenmiljoen inin 20062006 april 2008 © Policy Research Corporation 146 BIJLAGE 18: FINANCIËLE STROMEN VOOR SPORTTIJDSCHRIFTEN, 2006 Eindgebruiker Bedrijfsniveau

∑ = € 137 mln.

€ 72 mln. Uitgevers Bedrijven Advertenties tijdschriften

€ 56 mln.

5%5% handelsmargehandelsmarge €3 mln.

€ 43 mln. Abonnementen Distributeurs

28%28% handelsmargehandelsmarge Consumenten €6 mln. € 16 mln. € 22 mln. Losse verkoop Handelaars

Bron: HBD, Branches in detail – Boekhandel, 2007 TotaleTotale bestedingenbestedingen doordoor consumentenconsumenten enen bedrijvenbedrijven aanaan sporttijdschriftensporttijdschriften bedroegbedroeg €€ 137137 miljoenmiljoen inin 20062006 april 2008 © Policy Research Corporation 147 BIJLAGE 18: INKOMSTEN UIT DE VERKOOP VAN COMMERCIËLE SPORTTIJDSCHRIFTEN, 2006 Omzet uit losse verkopen en uit abonnementen naar soort sportmagazine

30

25 Omzet uit losse verkoop Omzet uit abonnementen 20

15

€ mln. Totaal = € 65 mln. 10

5

0 Voetbal Autosport Algemeen Lopen en Watersport Fietsen Golf wandelen

Totale consumentenbestedingen aan commerciële sporttijdschriften

Omzet uit losse verkoop € 22 mln. Uitgeverijen, handelaars en distributeurs € 43 mln. Omzet uit sporttijdschriften abonnementen

Bron: HOI InIn totaaltotaal wordtwordt €€ 6565 miljoenmiljoen uitgegevenuitgegeven doordoor dede passievepassieve sportbeoefenaarsportbeoefenaar aanaan sporttijdschriftensporttijdschriften voornamelijkvoornamelijk voorvoor voetbalvoetbal enen autosportautosport april 2008 © Policy Research Corporation 148 BIJLAGE 18: INKOMSTEN UIT ADVERTENTIES VAN COMMERCIËLE SPORTTIJDSCHRIFTEN EN BONDSBLADEN, 2006

Advertentiebestedingen van sportbladen

160 ∑ = € 137 mln. 140

120 Omzet uit 100 advertenties 72 80 € mln. 60 Factor = 1.1* 40 Omzet uit verkoop 20 65 0 Sportbladen

Totale bedrijfsbestedingen aan sporttijdschriften

Inkomsten uit € 72 mln. Uitgeverijen advertenties sporttijdschriften

* Factor 1.1 is zelfde factor als bestedingen aan advertenties in voetbalbladen ten opzichte van de verkopen ervan (o.b.v. Ecorys, Voetbal gewaardeerd) InIn totaaltotaal wordtwordt €€ 7272 miljoenmiljoen uitgegevenuitgegeven doordoor dede bedrijvenbedrijven omom tete adverterenadverteren inin sportbladensportbladen april 2008 © Policy Research Corporation 149 BIJLAGE 18: FINANCIËLE RELATIES UIT DE VERKOOP VAN SPORTBOEKEN, 2006

Eindgebruiker Bedrijfsniveau

100%100% 28%28% 72%72%

∑ = € 16 mln. ∑ = € 4mln. ∑ = € 12 mln.

Totale bestedingen boeken: € 1 624 mln.

Aandeel sportboeken 1%*

Totale bestedingen sportboeken: Handelaars Uitgevers boeken € 16 mln.

* Indicatief percentage o.b.v. informatie verscheidene uitgevers Bron: HBD, Branches in detail – Boekhandel, 2006

InIn 20062006 werdwerd inin totaaltotaal €€ 16 16 miljoenmiljoen aanaan sportboekensportboeken besteedbesteed inin NederlandNederland april 2008 © Policy Research Corporation 150 BIJLAGE 19: BATEN OMROEPORGANISATIES TELEVISIE DIE GEPAARD GAAN MET SPORTUITZENDINGEN Absolute overheidsbijdragen aan publieke Bruto reclame-inkomsten voor, na en tijdens omroep en aandeel bijdrage in functie van sportuitzendingen aantal zenduren sport in zendtijd * 120 000 ∑ = €119 mln. Totale overheidsbijdrage 6 676 Aandeel overheidsbijdrage gerelateerd aan sport * 100 000 15 119 ∑ = €95 mln. Aandeel sport in totale zendtijd 3 585 7 514 500 455 460 453 16% 11 188 442 424 80 000 * SBS 6 450 ∑ = € 75 mln. 21 582 400 RTL 5 -7% 12% 7 947 RTL 4 350 60 000 6 270 13 198 Nederland 3

€ 1 000 300 11 863 Nederland 2 250 8% 40 000 80 476 Nederland 1 € miljoen 200 150 51 543 4% 20 000 42 772 100 34 34 39 30 50 28 -13% 0 0 0% 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006

• Reclame-inkomsten gepaard met sportuitzendingen • Overheid gaf in 2006 een bijdrage aan de publieke bedroegen tussen 1999 en 2001, respectievelijk € 75 omroep van € 424 mln. mln., € 119 mln. en € 95 mln. • Tussen 2002 en 2006 schommelde het aandeel sport • Stijging tussen 1999 en 2000 kan verklaard worden rond 8% in de totale zendtijd van de publieke door de sportuitzendingen rond de Olympische Spelen omroepen en EURO 2000. • Overheidsbijdrage in functie van aandeel sport in • Nederland 2 ontving de meeste inkomsten uit reclame totale zendtijd daalde van € 34 mln. naar € 30 mln., rond sportuitzendingen als gevolg van de daling in de totale overheidsbijdrage

* De reclame-inkomsten van Yorin, Fox, Net5 en V8 worden ook meegenomen Bron: Van den Heuvel, Sport op televisie in Nederland-Trendrapportage in het totaalbedrag, maar hun aandeel is te klein om zichtbaar te zijn in de figuur 1990-2002, Stichting Kijk-en Luisteronderzoek en Jaarrekeningen NPO ReclamebestedingenReclamebestedingen rondrond sportsport bedroegebedroegenn inin 20012001 circacirca €€ 9595 miljoen,miljoen, terwijlterwijl dede overheidsbijdrageoverheidsbijdrage voorvoor sportuitzendingsportuitzendingenen jaarlijksjaarlijks schommeltschommelt rondrond €€ 3030 miljoenmiljoen april 2008 © Policy Research Corporation 151 BIJLAGE 20: TOTALE BESTEDINGEN DOOR HUISHOUDENS AAN AANSLUITING VOOR TELEVISIE

Consumenten bestedingen aan aansluiting Soort aansluiting televisie naar huishoudens media Totaal in 2006 = 7.04 mln. huishoudens 1 800 1 576 Kabel Satelliet 1 600 1 424 1 400 +52% Digtitale televisie Interactieve televisie 1 268 1 200 1 127 7.2 1 034 +8% 1 000 6 800

€ mln. per jaar 600 4.8 400 200 3.6 0 2.4 2002 2003 2004 2005 2006 15% Miljoen huishoudens 1.2 sport*

0 Bestedingen voor sport op televisie: 2002 2003 2004 2005 2006 € 236 miljoen

* Kijktijd naar sport o.b.v. slide 18 DeDe consumentenbestedingenconsumentenbestedingen voorvoor aansluitingaansluiting vanvan televisie,televisie, voornamelijkvoornamelijk viavia kabel,kabel, voorvoor hethet bekijkenbekijken vanvan sportsport bedragenbedragen €€ 236236 miljoenmiljoen inin 20062006 april 2008 © Policy Research Corporation 152 BIJLAGE 21: BEREKENINGSWIJZE BESTEDINGEN AAN RADIO- EN TELEVISIETOESTELLEN

Totale bestedingen aan audiovisuele apparatuur: € 2 112 mln.*

Gegevens CBS Gegevens HBD

• Aandeel bestedingen in audiovisuele • Aandeel bestedingen in audiovisuele apparatuur**: apparatuur***: − Televisietoestellen: 27% − Televisietoestellen: 37% − Radio’s en versterkers: 7% − Klassieke radio’s: 3%

Î Totale bestedingen: Î Totale bestedingen: − Televisietoestellen: € 570 mln. − Televisietoestellen: € 781 mln. − Radio’s en versterkers: € 148 mln. − Klassieke radio’s: € 63 mln.

Gemiddeld aandeel in bestedingen audiovisuele apparatuur en bestedingen per jaar Aandeel televisie: 32% Totale bestedingen televisie: € 676 mln.

Aandeel radio: 5% Totale bestedingen radio: € 106 mln.

* Op basis van gegevens van HBD, Branches in detail – Wit- en bruingoedzaken, 2007 ** Op basis van CBS StatLine - Bestedingen uitgebreide indeling naar huishoudenkenmerken, 2004 *** Indicatieve percentages aangeleverd door HBD DeDe totaletotale bestedingenbestedingen voorvoor dede aankoopaankoop vanvan televisietelevisie enen radioradio wordenworden geraamdgeraamd op,op, respectievelijk,respectievelijk, €€ 676676 miljoenmiljoen enen €€ 106106 miljoenmiljoen april 2008 © Policy Research Corporation 153 BIJLAGE 21: HANDEL IN TELEVISIETOESTELLEN VOOR SPORT Bestedingen consument verdeeld over handel en productie, 2006 Eindgebruiker Bedrijfsniveau

100%100% 25%25% 75%75% ∑ = € 101 mln. ∑ = € 25 mln. ∑ = € 76 mln. Totale bestedingen televisie

Bestedingen audiovisuele apparatuur: Handelaars postorder/ ∑ = € 71 miljoen € 2 112 mln. internetwinkels, computershops ambulante handel en 4% overige winkels 32% * supermarkten 10% Import 94% 2% Bestedingen voor televisie: huishoudelijke- artikelenzaken € 676 mln. 3%

15 % sportkijktijd niet-detailhandel 9% Productie 6%* wit- en Aandeel sportbestedingen televisie bruingoedzaken 73% ∑ = € 5 miljoen Totaal: € 101 mln.

* Verhouding import-productie van de Nederlandse sector voor vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur is als basis genomen. Zie Slide 156 voor uitwerking hiervan. Bron: HBD, Stichting Kijk- en luisteronderzoek en CBS InIn 20062006 werdwerd €€ 101 101 miljoenmiljoen besteedbesteed aanaan dede aankoopaankoop vanvan televisietoestellentelevisietoestellen voorvoor het het bekijkenbekijken vanvan sportsport april 2008 © Policy Research Corporation 154 BIJLAGE 21: HANDEL IN RADIOTOESTELLEN VOOR SPORT Bestedingen consument verdeeld over handel en productie, 2006 Eindgebruiker Bedrijfsniveau

100%100% 25%25% 75%75% ∑ = € 4 mln. ∑ = € 1 mln. ∑ = € 3 mln. Totale bestedingen radio

Bestedingen audiovisuele apparatuur: Handelaars postorder/ ∑ = € 2.8 miljoen € 2 112 mln. internetwinkels, computershops ambulante handel en 4% overige winkels ** 5% supermarkten 10% Import 94% 2% Bestedingen voor televisie: huishoudelijke- artikelenzaken € 106 mln. 3%

4 % sportzendtijd* niet-detailhandel 9% Productie 6%** wit- en Aandeel sportbestedingen radio bruingoedzaken 73% ∑ = € 0.2 miljoen Totaal: € 4 mln.

* Op basis van SEO-onderzoek uit 1996, bevestigd door Ecorys n.a.v. studie over economische betekenis van voetbal ** Verhouding import-productie van de Nederlandse sector voor vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur is als basis genomen. Zie Slide 156 voor uitwerking hiervan. Bron: HBD en CBS TotaleTotale bestedingenbestedingen aanaan radio’sradio’s inin functiefunctie vanvan dede zendtijdzendtijd voorvoor sportsport bedraagtbedraagt ca.ca. €€ 4 4 miljoenmiljoen perper jaarjaar april 2008 © Policy Research Corporation 155 BIJLAGE 21: VERHOUDING BINNENLANDSE PRODUCTIE EN IMPORT VAN DE NEDERLANDSE SECTOR VOOR VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO- EN TELECOMMUNICATIEAPPARATUUR, 2003 In € miljoen

16 322 2 279** 94%94% Importwaarde Consumptieve bestedingen

Binnenlands aanbod aan audio-, video en * 525 telecommunicatie- apparatuur

Binnenlandse Exportwaarde 6%6% 15 047 productie 1 004

* Intermediaire aankopen uit import van producerende bedrijven ** Consumptieve bestedingen bedragen meer dan bestedingen aan audiovisuele apparatuur op slides 154 en 155 door gebruik van andere definitie Bron: CBS Nationale rekeningen – Productie, consumptieve bestedingen, invoer en uitvoer van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur, 2003 DeDe NederlandseNederlandse productieproductie vanvan audio,audio, video-video- en en telecommunicatieapparatuurtelecommunicatieapparatuur maaktmaakt 6%6% uituit vanvan dede totaletotale omzetomzet bestemdbestemd voorvoor dede binnenlandsebinnenlandse marktmarkt enen export export april 2008 © Policy Research Corporation 156 BIJLAGE 22: AFGELEGDE AUTOKILOMETERS VOOR ACTIEVE EN PASSIEVE SPORTBEOEFENING, 2004 Afgelegde afstand voor sport (actief & passief) Assumpties Totaal: 1.1 km per persoon per dag Lopen Openbaar 2% Overige vervoer 2% Bevolking 16.3 mln. 3%

Fiets Dagen 365 14% Gemiddeld aantal 1.85 personen

Auto passagiers per auto 79%

Aantal autokilometers naar categorie Totaal: 92 215 mln. km Overige sport 17% recreatie 3% 3% Ca. 2 800 mln. km Winkelen horeca 10% 1% Vrije tijd cultuur 39% 1%

overige sociale contacten 10% 20% Woon-werk 35% Bron: SCP o.b.v. MON’04 VoorVoor actieveactieve ofof passievepassieve sportbeoefeningsportbeoefening wordtwordt 22 800800 mln.mln. kmkm afgelegdafgelegd metmet dede autoauto ofof 3%3% vanvan hethet totaaltotaal aantalaantal autokilometersautokilometers april 2008 © Policy Research Corporation 157 BIJLAGE 22: BRANDSTOFKOSTEN VOOR VERVOER VAN EN NAAR EEN SPORTFACILITEIT, 2004

Type Aandeel auto’s Gemiddelde Gemiddeld ver- brandstof per brandstof prijs bruik/100km Verbruik aan brandstof

Benzine 81% 1.25 €/l 7 l €199 mln.

Diesel 15% 0.89 €/l 6 l €22 mln.

LPG 4% 0.46 €/l 7 l €4 mln.

Σ = € 225 mln.

Bron: SCP o.b.v. MON’04 en CBS StatLine – Motorvoertuigen, 2004 TotaleTotale bestedingenbestedingen aanaan brandstofverbruikbrandstofverbruik voorvoor hethet actiefactief ofof passiefpassief beoefenenbeoefenen vanvan sportsport bedroegbedroeg €€ 225225 mln.mln. inin 20042004 april 2008 © Policy Research Corporation 158 BIJLAGE 22: AUTOBESTEDINGEN GERELATEERD AAN SPORT, EXCLUSIEF BRANDSTOFKOSTEN, 2004

Bestedingen aan auto’s Bestedingen aan auto’s voor sport

7 000 200 175 5 742 6 000 Σ = ca. 18.4 miljard 180 ∑ = € 560 miljoen 160 5 000 4 038 140 123 4 000 3 315 120 101 2 728 100 83 3 000 2 083 80 63 € mln. € mln. 2 000 3.04% 60 40 1 000 501 15 20 0 0 auto's auto's auto's auto's de auto* de auto* Onderhoud en Onderhoud en Onderhoud aan werkgever aan werkgever Gekochte nieuwe accessoires auto's Gekochte nieuwe Gekochte accessoires auto's Overdrachten ivm Overdrachten ivm Bijdrage voor auto Bijdrage voor Bijdrage voor auto Gekochte 2e-hands Gekochte 2e-hands Gekochte Voertuigverzekering Voertuigverzekering

* Motorrijtuigenbelasting, rijbewijs en kentekenbewijs Bron: CBS StatLine – Bestedingen huishoudens, 2004 TotaleTotale inkomsteninkomsten vanvan automobielindustrie,automobielindustrie, exclusiefexclusief brandstofkosten,brandstofkosten, gerelateerdgerelateerd aanaan actieveactieve ofof passievepassieve sportbeoefeningsportbeoefening bedroegenbedroegen €€ 560560 mln.mln. inin 20042004 april 2008 © Policy Research Corporation 159 BIJLAGE 23: BEWEGINGSONDERWIJS Primair onderwijs (1/2)

Kerndoelen bewegingsonderwijs in het basisonderwijs: • Lichamelijke opvoeding dient overal gegeven te worden – Door bevoegde groepsleerkracht of vakleerkracht • Geen voorschriften voor aantal uren te besteden (ook niet van andere vakken) • Richtlijn: – Groep 1&2: dagelijks 45 minuten – Groep 3 tot en met 8: 2 keer per week 45 minuten – Groep 3 tot en met 8 speciaal onderwijs: 3 keer per week 45 minuten

Feitelijk bewegingsonderwijs primair onderwijs: • In schooljaar 2004/05 waren er 6 986 reguliere basisscholen en 652 scholen voor speciaal onderwijs • 1.55 miljoen kinderen volgden regulier basisschoolonderwijs en 0.1 miljoen kinderen volgden speciaal onderwijs • Leraren in basisonderwijs in fte’s in 2006: – Regulier basisonderwijs: 106 000 – Speciaal basisonderwijs: 8 000 • Wekelijkse tijd (van totaal van 25 lesuren) besteed aan bewegingsonderwijs in 2002/03 (bron: NWO/ITS/SCO – Kohnstamm Instituut (Prima’02/’03), Rapportage Sport 2006) – Regulier basisonderwijs: 104 minuten – Speciaal basisonderwijs: 114 minuten

april 2008 © Policy Research Corporation 160 BIJLAGE 23: BEWEGINGSONDERWIJS Primair onderwijs (2/2) Aantal fte’s besteed aan bewegingsonderwijs op primair onderwijs: • Aanname: gemiddeld aantal uren bewegingsonderwijs is sinds schooljaar 2002/03 niet veranderd • Regulier basisonderwijs: – 104 / (25 x 60 minuten) x 100% = 6.9% van de lestijd wordt besteed aan bewegingsonderwijs; 6.9% van 106 000 fte’s = 7 350 fte’s per jaar aan bewegingsonderwijs – 60% wordt door een groepsleerkracht gegeven = 4 410 fte’s – 40% wordt door een vakleerkracht gegeven = 2 940 fte’s • Speciaal basisonderwijs: – 114 / (25 x 60 minuten) x 100% = 7.6% van de lestijd wordt besteed aan bewegingsonderwijs; % van 8 000 fte’s = 600 fte’s per jaar aan bewegingsonderwijs – 13% wordt door een groepsleerkracht gegeven = 78 fte’s – 87% wordt door een vakleerkracht gegeven = 530 fte’s

InIn totaaltotaal zijnzijn bijnabijna 88 000000 fte’sfte’s actief actief inin hethet bewegingsonderwijsbewegingsonderwijs opop primairprimair onderwijsniveauonderwijsniveau april 2008 © Policy Research Corporation 161 BIJLAGE 23: BEWEGINGSONDERWIJS Voortgezet onderwijs (1/2)

Kerndoelen bewegingsonderwijs op voortgezet onderwijs: • Bewegingsonderwijs is verplicht onderdeel van lesaanbod • Inrichtingsbesluit voortgezet onderwijs: (gemiddeld 2 lesuren per week) – VWO: 12 lessen per week over 6 jaar (480 uur totaal) – HAVO: 10 lessen per week over 5 jaar (440 uur totaal) – VMBO: 10 lessen per week over 4 jaar (400 uur totaal)

Feitelijk bewegingsonderwijs op voortgezet onderwijs: • In schooljaar 2004/05 waren er 668 middelbare scholen • 938 000 jongeren volgden voortgezet onderwijs • Leraren in voortgezet onderwijs in fte’s in 2006: 62 200 • Wekelijkse tijd (van totaal van 35 lesuren) besteed aan bewegingsonderwijs in 2002/03 (bron: NWO/ITS/SCO – Kohnstamm Instituut (Prima’02/’03), Rapportage Sport 2006) – HAVO/VWO: 156 minuten –VMBO: 144 minuten

april 2008 © Policy Research Corporation 162 BIJLAGE 23: BEWEGINGSONDERWIJS Voortgezet onderwijs (2/2)

Aantal fte’s besteed aan bewegingsonderwijs op voortgezet onderwijs: • Aanname: gemiddeld aantal uren bewegingsonderwijs is sinds schooljaar 2002/03 niet veranderd • Aanname: gelijke verdeling van aantal leerlingen over VMBO, HAVO en VWO • Voortgezet onderwijs: – HAVO/VWO: 144 / (35 x 60 minuten) x 100% = 6.9 % van de lestijd wordt besteed aan bewegingsonderwijs – VMBO: 156 / (35 x 60 minuten) x 100% = 7.4% van de lestijd wordt besteed aan bewegingsonderwijs – 7% van de 62 200 fte’s = 4 350 fte’s per jaar aan bewegingsonderwijs

InIn totaaltotaal zijnzijn circacirca 44 350350 fte’sfte’s actief actief inin hethet bewegingsonderwijsbewegingsonderwijs opop primairprimair onderwijsniveauonderwijsniveau april 2008 © Policy Research Corporation 163 BIJLAGE 23: BEWEGINGSONDERWIJS Financiële stromen (in € miljoen) Arbeidskosten leraar primair onderwijs (bron: www.werkeninhetonderwijs.nl): • € 40 000* + werkgeverslasten (= 25% van € 40 000 = € 10 000) = € 50 000 per jaar • 7 950 fte’s * € 50 000 = ± € 400 miljoen per jaar aan totale arbeidskosten voor bewegingsonderwijs op primair onderwijs

Arbeidskosten voortgezet onderwijs (bron: www.werkeninhetonderwijs.nl): • € 44 000** + werkgeverslasten (= 25% van € 44 000 = € 11 000 = € 55 000 per jaar • 4 350 fte’s * € 55 000 = ± € 240 miljoen per jaar aan totale arbeidskosten voor bewegingsonderwijs op voortgezet onderwijs

€400 miljoen Leraren primair onderwijs De rijksoverheid €240 miljoen Leraren voortgezet onderwijs

* Gebaseerd op een gemiddelde van begin- en eindsalaris van leraar in salarisschaal LB inclusief vakantiegeld en 13e maand ** Gebaseerd op een gemiddelde van begin- en eindsalaris van leraar in salarisschaal LC inclusief vakantiegeld en 13e maand VanuitVanuit dede rijksoverheidrijksoverheid gaatgaat jaarlijksjaarlijks ongeongeveerveer €€ 640640 miljoenmiljoen naarnaar lerarenleraren diedie actiefactief zijnzijn inin hethet bewegingsonderwijs;bewegingsonderwijs; hiervanhiervan gaatgaat €€ 400400 miljoenmiljoen naarnaar lerarenleraren uituit hethet primairprimair onderwijsonderwijs enen €€ 240240 miljoenmiljoen naarnaar lerarenleraren uituit hethet voortgezetvoortgezet onderwijsonderwijs april 2008 © Policy Research Corporation 164 BIJLAGE 23: ONDERWIJSINSTELLINGEN Sportopleidingen: feiten en werkgelegenheid Totaal aantal ingeschreven studenten studiejaar 2006/07 en deel daarvan dat een sportopleiding volgt (in 2005) (bron: Ministerie OCW, www.ocw.nl; W.J.H. Mulier Instituut, Arbeidsmonitor Sport, 2006): • MBO: 476 900 totaal ingeschreven; 12 720 (2.5%) volgt een sportopleiding • HBO: 353 100 totaal ingeschreven; 10 970 (3%) volgt een sportopleiding • WO: 201 800 totaal ingeschreven; 409 (0.2%) volgt een sportopleiding

Werkgelegenheid (bron: Ministerie OCW, www.ocw.nl , Vereniging van USNU, www.vsnu.nl): • MBO: 2.5% van 37 000 fte’s werkzaam in Bve onderwijs = ± 1 000 fte’s • HBO: 3% van 23 000 fte’s werkzaam in HBO onderwijs = ± 700 fte’s • WO: 0.2% van 36 500 fte’s werkzaam in WO onderwijs = ± 75 fte’s

Rijksbijdragen aan onderwijsinstellingen (bron: Ministerie OCW, www.ocw.nl , Vereniging van USNU, www.vsnu.nl): • MBO*: 2005: € 3.0 miljard; gemiddelde jaarlijks onderwijsbudget per scholier bedraagt € 3 miljard / 476 900 = € 6 300 • HBO: gemiddelde jaarlijkse bijdrage van € 5 100 per student • WO: 2005: gemiddelde jaarlijks onderwijsbudget per student bedraagt € 5 000

* Er wordt hierbij geen rekening gehouden met mogelijke verschillen in het aantal ingeschreven studenten over de verschillende jaren VanVan alle alle MBO,MBO, HBOHBO enen WOWO studentenstudenten volgtvolgt respectievelijkrespectievelijk ongeveerongeveer 2.5%,2.5%, 3%3% enen 0.2%0.2% eeneen sportopleidingsportopleiding april 2008 © Policy Research Corporation 165 BIJLAGE 23: ONDERWIJSINSTELLINGEN Jaarlijkse financiële stromen m.b.t. sportopleidingen: rijk en collegegelden (in miljoen €) Rijksbijdragen

Bijdragen aan onderwijsinstellingen voor studenten die een sportopleiding volgen

• MBO: € 6 300 x 12 720 studenten = € 80 miljoen • HBO: € 5 100 x 10 970 studenten = € 56 miljoen • WO: € 5 000 x 409 studenten = € 2 miljoen € 138

Inkomsten onderwijsinstellingen rijk + collegegelden: € 155 miljoen

€17 Collegegelden* van studenten die een sportopleiding volgen

• HBO: € 1 500 x 10 970 = € 16.5 miljoen • WO: € 1 500 x 409 = € 0.6 miljoen Collegegelden

* Bij de berekening van de collegegelden wordt aangenomen dat het jaarlijkse gemiddelde collegegeld € 1 500 per student bedraagt DeDe onderwijsinstellingenonderwijsinstellingen diedie sportopleidingensportopleidingen aanbiedenaanbieden ontvangenontvangen vanuitvanuit hethet rijkrijk jaarlijksjaarlijks ongeveerongeveer €€ 138138 miljoenmiljoen enen uituit collegegeldencollegegelden €€ 1717 miljoenmiljoen april 2008 © Policy Research Corporation 166 BIJLAGE 24: BEREKENINGEN BELEIDSMEDEWERKERS SPORT Rijk en Provincie Rijk: • Vanuit het rijk is (op structurele basis) voornamelijk het Ministerie van VWS actief op het gebied van sport • VWS heeft hiertoe ongeveer 35 fte’s aan beleidsmedewerkers in dienst • De gemiddelde jaarlijkse arbeidskosten per beleidsmedewerker bedraagt ongeveer € 75 000 • De totale jaarlijkse uitgaven voor beleidsmedewerkers op rijksniveau actief op sportgebied bedragen ongeveer 35 fte x € 75 000 = € 2.6 miljoen

Provincie (schattingen op basis van expert opinion vanuit diverse sportraden en sportservicebureaus): • Vanuit de provincie zelf is in totaal ongeveer 15 fte actief met sport • De provinciale sportraden en sportservicebureaus hebben afhankelijk van de grootte van de provincie ook beleidsmedewerkers sport in dienst: – Kleinere provincies (Friesland, Groningen, Drenthe, Flevoland, Overijssel, Limburg en Zeeland): 8 fte x 7 provincies = 56 fte – Middelgrote provincies (Gelderland en Noord-Brabant): 12 fte x 2 = 24 fte – Grote provincies (Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht) 20 fte x 3 = 60 fte • Op provinciaal niveau is ongeveer 150 fte actief op gebied van sport • De totale jaarlijkse uitgaven voor beleidsmedewerkers op provinciaal niveau actief op sportgebied bedragen ongeveer 150 fte x € 65 000 = € 9.75 miljoen Bron: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, gesprekken met diverse provinciale sportraden en sportservicebureaus OpOp rijksniveaurijksniveau zijnzijn ongeveerongeveer 3535 fte’sfte’s aan aan beleidsmedewerkersbeleidsmedewerkers actiefactief opop sportgebiedsportgebied enen opop provinciaalprovinciaal niveauniveau 150;150; ditdit impliceertimpliceert eeneen totaletotale jaarlijksejaarlijkse loonkostloonkost vanvan €€ 2.6 2.6 miljoenmiljoen opop rijksniveaurijksniveau enen €€ 9.8 9.8 miljoenmiljoen opop provinciaalprovinciaal niveauniveau april 2008 © Policy Research Corporation 167 BIJLAGE 24: BEREKENINGEN BELEIDSMEDEWERKERS SPORT Gemeente

Gemeente: • Op gemeentelijk niveau zijn beleidsmedewerkers actief op het gebied van sport; het aantal is met name afhankelijk van de grootte van de gemeente: – Gemeentes met minder dan 50 000 inwoners hebben voor sportbeleid gemiddeld 1.4 fte in dienst – Gemeentes met een inwoneraantal tussen de 50 000 en 100 000 hebben voor sportbeleid gemiddeld 3.0 fte in dienst – Gemeentes met meer dan 100 000 inwoners hebben voor sportbeleid gemiddeld 7.8 fte in dienst • Dit betekent dat in Nederland op gemeentelijk niveau ongeveer 850 fte’s beleidsmedewerkers sport actief zijn en 8 650 fte’s actief in de uitvoering • De gemiddelde jaarlijkse arbeidskosten per fte bedragen gemiddeld € 65 000 • Dit betekent dat de totale jaarlijkse uitgaven voor gemeentelijk personeel actief op sportgebied 850 fte x € 65 000 = € 55.25 miljoen bedragen

Bron: Vereniging Sport en Gemeenten; Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport OpOp gemeentelijkgemeentelijk niveauniveau zijnzijn ongeveerongeveer 850850 fte’sfte’s aan aan beleidsmedewerkersbeleidsmedewerkers actiefactief opop sportgebied;sportgebied; ditdit leidtleidt tottot totaletotale jaarlijksejaarlijkse loonkostenloonkosten vanvan ruimruim € € 5555 miljoenmiljoen

april 2008 © Policy Research Corporation 168 BIJLAGE 25: ALGEMENE FEITEN M.B.T. SPORT EN GEZONDHEID

Belangrijkste relaties tussen sport en gezondheid: • Positief: verhoogde productiviteit en verminderd arbeidsverzuim • Negatief: directe (medische) en indirecte (arbeidsverzuim) kosten verbonden aan sportblessures

Algemeen: • In de periode 2000-2005 vonden jaarlijks gemiddeld 1.5 miljoen sportblessures plaats, waarvan er 760 000 medisch werden behandeld • Sporters verzuimen iets vaker, maar herstellen vooral sneller dan niet-sporters (a) • Over vier jaar gezien verzuimen sporters gemiddeld ruim 20 dagen minder (a) • De positieve effecten van sport blijken sterker bij werknemers met veel zittend werk (a) • Het stimuleren van matige activiteit als fietsen en wandelen levert een gunstiger kosten-baten analyse op dan het stimuleren van intensievere activiteiten (b) • Uit onderzoek binnen het MKB blijkt dat het probleem van sportblessures eigenlijk alleen speelt bij de groep van werknemers die frequent verzuimt wegens sportblessures en dat is maar een kleine groep (c)

UitgevoerdeUitgevoerde studiesstudies gevengeven aanaan datdat dede positievepositieve effecteneffecten vanvan sportensporten opop dede gezondheidgezondheid grotergroter zijnzijn dandan dede negatievenegatieve april 2008 © Policy Research Corporation 169 BIJLAGE 25: ONDERVERDELING VAN VERSCHILLENDE DIRECTE MEDISCHE KOSTEN VAN SPORTBLESSURES, 2000 Therapeutische verrichting Andere 3% 6% Totale directe medische kosten = € 170 miljoen Ambulance 3% Huisarts 7% Fysiotherapeut 32%

Ziekenhuisopname 10%

SEH-afdeling 19% Specialist/Polikliniek 20%

Bron: Consument en Veiligheid, Kosten van sportblessures in Nederland, 2005 Fysiotherapeuten,Fysiotherapeuten, specialisten/polikliniekspecialisten/polikliniek enen SEH-afdelingSEH-afdeling zijn zijn voornaamstevoornaamste partijenpartijen diedie inkomsteninkomsten ontvangenontvangen uituit behandelingbehandeling vanvan sportblessuressportblessures april 2008 © Policy Research Corporation 170 BIJLAGE 26: KNELPUNTEN MET BETREKKING TOT INNOVATIE IN SPORT Ondernemers krijgen hun plannen vaak niet gefinancierd door een reguliere bank wegens: • het ontbreken van ondersteunend wetenschappelijk onderzoek dat nog moet worden uitgevoerd en dus ook gefinancierd • het feit dat vaak reglementen dienen te worden aangepast vooraleer een innovatie wordt toegestaan en dus op bredere schaal kan worden vermarkt Ondernemer hebben geen/beperkte toegang tot de sportwereld Dilemma’s met betrekking tot sport & innovatie: • kennismonopolie: universiteit wil/moet publiceren over het wetenschappelijk onderzoek, terwijl de (top)sporter dat niet wil vanuit economische, psychologische en trainingsredenen • de ondernemer die de innovatie heeft uitgewerkt, wil bij voorkeur vóór een evenement publiciteit/reclame voor zijn product maken, terwijl de sporter dat liever niet heeft • Intellectual Property Rights: de overheid ‘dwingt’ universiteiten om met hun onderzoek geld te verdienen op derde markten, wat ondernemers tegenhoudt om met universiteiten in zee te gaan • Topatleet is een imitator, geen innovator Een aantal onderzoeken die relevant zijn voor sport, zullen niet of slechts op zeer lange termijn economische waarde generen voor sport. Er is geen centrale database voor innovatie in sport; de meeste informatie is beschikbaar via de universiteiten Innovatie in sport is onvoldoende duidelijk georganiseerd in Nederland => nood aan een centraal en onafhankelijk aanspreekpunt

RolRol voorvoor dede overheidoverheid situeertsitueert zichzich vooralvooral inin hethet faciliterenfaciliteren vanvan innovatie innovatie inin sportsport enen hethet ondersteunenondersteunen vanvan onderzoekenonderzoeken metmet effecteneffecten opop langerelangere termijntermijn april 2008 © Policy Research Corporation 171 BIJLAGE 27: SLEUTELMOMENTEN OP EU-VLAK MET BETREKKING TOT SPORT

19951997 1999 2000 2007

Verdrag van Helsinki-rapport Verklaring van Bosmanarrest Witboek sport Amsterdam van de EC Nice Afschaffing van de • Benadrukking van Suggesties voor Aantal paragrafen Brede benadering van transfersom na afloop maatschappelijke concrete stappen om over sport en sportgerelateerde van een betekenis van sport een stabielere gemeenschaps- kwesties spelerscontract bij smeden van juridische omgeving wetgeving Focus op: identiteit en te creëren => Niet juridisch • Maatschappelijke saamhorigheid Onderwerp: strijd bindend rol van sport • EU-organen dienen tegen doping •Economische gehoor te geven aan => Er werden geen dimensie van sport sportorganisaties maatregelen genomen m.b.t. belangrijke • Organisatie van vraagstukken waar sport sport aan de orde is • Follow-up (o.a. amateursport) SportSport isis onderworpenonderworpen aanaan EUEU regelgeving:regelgeving: inin dede huidigehuidige situatiesituatie ontwikkeltontwikkelt dede wijzewijze waaropwaarop sportsport inin hethet communautairecommunautaire rechtrecht wordtwordt beoordeeldbeoordeeld zichzich opop basis basis vanvan eeneen ‘case-by-case’‘case-by-case’ benadering.benadering. Echter,Echter, inin hethet HervormingsverdragHervormingsverdrag isis eeneen ‘sportartikel’‘sportartikel’ voorzienvoorzien april 2008 © Policy Research Corporation 172 BIJLAGE 27: ER BESTAAN EEN AANTAL VOORSTELLEN OM SPORT EEN BETERE JURIDISCHE BASIS TE BIEDEN •• Sport Sport impliceertimpliceert bepaaldebepaalde vormenvormen vanvan discriminatiediscriminatie UitgangspuntenUitgangspunten •• Sportcompetitie Sportcompetitie isis nietniet hetzelhetzelfdefde alsals economischeeconomische competitiecompetitie

MogelijkeMogelijke juridischejuridische instrumenteninstrumenten omom meermeer zekerheidzekerheid aanaan sportsport tete bieden bieden

•• Positie Positie spelersmakelaars:spelersmakelaars: licentieslicenties voorvoor uitoefenenuitoefenen vanvan •• Verordening Verordening inzakeinzake groepsvrijstellinggroepsvrijstelling beroepberoep –– Bvb. Bvb. maximalemaximale lengtelengte vavann eeneen contractcontract voorvoor dede •• Zekerstelling Zekerstelling vanvan sportfinanciering:sportfinanciering: solidesolide licentiestelstellicentiestelstel centralecentrale marketimarketingng vanvan mediarechtenmediarechten metmet gemeenschappelijkegemeenschappelijke finafinanciëlenciële basisregelsbasisregels voorvoor •• Richtlijnen Richtlijnen metmet betrekkingbetrekking tottot dede toepassingtoepassing vanvan dede profclubsprofclubs opop nationaalnationaal enen EuropeesEuropees niveauniveau (good(good concurrentiewetgevingconcurrentiewetgeving vanvan dede EUEU opop sportsport governance)governance) –– Bvb. Bvb. regelsregels mbtmbt het het trtrainenainen vanvan jongejonge atletenatleten •• Mediarechten: Mediarechten: collectievecollectieve verkoopverkoop vanvan uitzendrechtenuitzendrechten •• Instrumenten Instrumenten terter toepassingtoepassing vavann dede fundamentelefundamentele vrijhedenvrijheden (solidariteit)(solidariteit) opop sportsport •• Teamsamenstellingen: Teamsamenstellingen: samenssamenstellingtelling vanvan nationalenationale teamsteams –– Bvb. Bvb. richtlijnenrichtlijnen voorvoor dede regeregelsls vanvan hethet vrijevrije verkeerverkeer moetenmoeten vanvan zozo hooghoog mogelijkmogelijk niveauniveau kunnenkunnen zijn)zijn) toepassentoepassen opop sportsport •• Opleiding Opleiding vanvan talenten:talenten: sporsportopleidingtopleiding combinerencombineren metmet •• Andere Andere EUEU instrumenteninstrumenten ‘reguliere’‘reguliere’ opleidingopleiding t.b.v.t.b.v. periodeperiode nana beëindigingbeëindiging –– Bvb. Bvb. richtlijnrichtlijn m.b.t.m.b.t. agenten/makelaarsagenten/makelaars inin sportsport sportcarrièresportcarrière

Bron: Memorandum van Staatssecretaris voor Europese Zaken; Independent European Sport Review 2006 DeDe beschikbaarheidbeschikbaarheid vanvan eeneen aantalaantal juridischejuridische instrumenteninstrumenten omom meermeer zekerheidzekerheid tete biedenbieden aanaan sportsport impliceertimpliceert nietniet datdat hierhier rreedseeds draagvlakdraagvlak voorvoor bestaatbestaat ofof concreteconcrete actieactie toetoe wordtwordt ondernomenondernomen april 2008 © Policy Research Corporation 173 BIJLAGE 27: IN 2007 PUBLICEERDE DE EC HET WITBOEK SPORT EC:EC: “Verantwoordelijkheid“Verantwoordelijkheid opop sportgebiedsportgebied ligtligt inin dede eersteeerste plaatsplaats bijbij dede sportorganisatiessportorganisaties enen dede lidstaten,lidstaten, metmet eeneen centralecentrale rolrol voorvoor dede sportfederaties”sportfederaties”

In het witboek wordt belang gehecht aan:

MaatschappelijkeMaatschappelijke rolrol vanvan EconomischeEconomische OrganisatieOrganisatie vanvan Follow-upFollow-up sportsport betekenisbetekenis vanvan sportsport sportsport Lichaamsbeweging voor een betere NaarNaar eeneen empirischempirisch ErkenningErkenning vanvan hethet specifiekespecifieke GestructureerdeGestructureerde Lichaamsbeweging voor een betere onderbouwd sportbeleid karakter van sport dialoog volksgezondheidvolksgezondheid onderbouwd sportbeleid karakter van sport dialoog krachtenkrachten bundelenbundelen omom dopingdoping tete OverheidssteunOverheidssteun voorvoor sportsport VrijVrij verkeerverkeer enen nationaliteitnationaliteit SamenwerkingSamenwerking metmet veiligstellen de lidstaten bestrijdenbestrijden veiligstellen TransfersTransfers de lidstaten Sociale dialoog MeerMeer aandachtaandacht voorvoor sportsport inin onderwijsonderwijs SpelersmakelaarsSpelersmakelaars Sociale dialoog enen opleidingopleiding BeschermingBescherming vanvan Vrijwilligerswerk en actief burgerschap Vrijwilligerswerk en actief burgerschap minderjarigenminderjarigen bevorderenbevorderen doordoor sportsport CorruptieCorruptie enen fraudefraude SportSport enen socialesociale inclusie,inclusie, integratieintegratie enen gelijkegelijke kansenkansen LicentiesystemenLicentiesystemen voorvoor clubsclubs DeDe preventiepreventie enen bestrijdingbestrijding vanvan racismeracisme MediaMedia enen geweldgeweld aanscherpenaanscherpen OnzeOnze waardenwaarden delendelen metmet dede restrest vanvan dede wereldwereld DuurzameDuurzame ontwikkelingontwikkeling ondersteunenondersteunen

WanneerWanneer eeneen witboekwitboek positiefpositief wordtwordt onthaald,onthaald, kankan hethet wordenworden omgezetomgezet inin eeneen concreetconcreet actieprogrammaactieprogramma april 2008 © Policy Research Corporation 174 BIJLAGE 27: REACTIE VAN HET NEDERLAND KABINET OP HET WITBOEK SPORT

Algemeen: Sportbeleid is in eerste instantie een bevoegdheid van de lidstaten en de Europese Unie slechts in bepaalde gevallen aanvullend moet optreden wanneer daar meerwaarde op Europees niveau ligt

+ VoorVoor hethet eersteerst eeneen allesomvattendeallesomvattende benaderingbenaderingvanvan sportgerelateerdesportgerelateerde kwestieskwesties

““VanVan gevalgeval tottot geval-benaderinggeval-benadering”” draagtdraagt nietniet voldoendevoldoende bijbij aanaan dede gewenstegewenste rechtszekerheidrechtszekerheid enen brengtbrengt sportorganisatiesportorganisaties,s, sportverenigingensportverenigingen enen sporterssporters inin eeneen − achterstandspositieachterstandspositie

Bron: Brief van de Staatssecretaris van volksgezondheid, welzijn en sport dd 16/10/07 BeperktBeperkt enthousiasmeenthousiasme bijbij dede NederlandseNederlandse overheidoverheid metmet betrekkingbetrekking tottot hethet WitboekWitboek SportSport april 2008 © Policy Research Corporation 175 BIJLAGE 28: IN DE NOORDELIJKE EU-LANDEN WORDEN GEMIDDELD MEER GESPORT DAN IN HET ZUIDEN

Tenminste eenmaal per week sportbeoefening 80%

70%

60%

50%

40%

30%

% van totale bevolking 20%

10%

0% FIN S DK IRL NL UK L EU15 A B D E F I P GR

Bron: Les citoyens de l'union Européenne et le sport

OpOp hethet vlakvlak vanvan sportdeelnamesportdeelname scoortscoort NederlandNederland vrijvrij goedgoed binnenbinnen EuropaEuropa april 2008 © Policy Research Corporation 176 BIJLAGE 29: ER ZIJN MEER DAN 700 000 SPORTCLUBS IN DE EU

Aantal sportclubs per land 180 000

160 000

140 000

120 000

100 000

80 000

60 000 Aantal sportclubs per land 40 000

20 000

0 a e d t d j nd ijk a lgië r Mal Polen e tslan Italië emburg Ierlan B Spanje Letland x Estland Slovenië Finl Portugal TsjechiëZweden Litouwen Slovakije Hongari Oostenrijk Nederland Dui Frank Lu Griekenland Denemarken igd Koninkrijk n Vere Bron: Améliorer l’emploi dans le domaine du sport en Europe par la formation professionnelle, 2003 NederlandNederland betrektbetrekt dede 7e7e plaatsplaats inin EuropaEuropa memett betrekkingbetrekking tottot hethet aantalaantal sportclubssportclubs perper landland april 2008 © Policy Research Corporation 177 BIJLAGE 30: VOORBEELD SPONSORING Rabo Wielerplan Rabo Wielerplan: • In 1996 is het Rabo Wielerplan van start gegaan: jaarlijks gaat vanuit de Rabobank € 11 miljoen naar het wielerplan (totale Rabobank sponsorbudget is € 37 miljoen) • Sponsoring vanuit Rabo Wielerplan is gericht op recreatief fietsen, de KNWU en de Rabo wielerploeg • Door langjarige gegarandeerde steun is het voor Nederlandse wielerwereld (waaronder KNWU) mogelijk beleid te voeren gericht op de lange termijn – Dit leidt onder andere tot meer investeringen in de opleiding van wielertalent • Rabobank gebruikt het sponsorschap als een volwaardig ‘tool’ in de marketingmix; sterke integratie in het marketingcommunicatiebeleid van de Rabobank • Met het Rabo Wielerplan wordt getracht de volgende doelstellingen (voor de Rabobank) te behalen: verbetering van merkwaarde: ‘betrokken’, ‘dichtbij’, ‘toonaangevend’, company pride, grotere zichtbaarheid in (massa)media, associatie met talentontwikkeling en topprestatie, inhaakmogelijkheden voor lokale Rabobanken •De exposure voor de Rabobank is groot: in 2005 heeft ruim 10.5 miljoen Nederlanders meer dan vijf minuten gekeken naar Tour de France HetHet RaboRabo Wielerplan Wielerplan isis voorvoor dede RabobankRabobank eeneen belangrijkbelangrijk marketingcommunicatie-marketingcommunicatie- middelmiddel waarbij waarbij dede wielrensportwielrensport eeneen langdurigelangdurige enen voorvoor dede langelange termijntermijn een een impulsimpuls krijgtkrijgt middelsmiddels eeneen actiefactief sponsorbeleidsponsorbeleid april 2008 © Policy Research Corporation 178