Van Abélard Tot Zoroaster. Literaire En Historische Figuren Vanaf De Renaissance in Literatuur, Muziek, Beeldende Kunst En Theater
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Van Abélard tot Zoroaster. Literaire en historische figuren vanaf de renaissance in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater Léon Stapper, Peter Altena en Michel Uyen bron Léon Stapper, Peter Altena en Michel Uyen, Van Abélard tot Zoroaster. Literaire en historische figuren vanaf de renaissance in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater. SUN, Nijmegen 1994 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/stap019vana01_01/colofon.php © 2017 dbnl / Léon Stapper / Peter Altena / Michel Uyen 5 Verantwoording Dit boek is een logisch vervolg op de voorafgaande delen van de Van-A-tot-Z-reeks. Na de wereld van de klassieke oudheid, de bijbel, de heiligenlevens en de middeleeuwen gaat het nu om de wereld van de ‘moderne’ mens en is het zaak de mythologie van deze periode te inventariseren en te representeren. Alle personages - in brede zin historisch of letterkundig van oorsprong - die in dit deel zijn opgenomen, hebben vanaf de renaissance een bepalende rol gespeeld in de westerse letterkunde, muziek, beeldende kunsten en de film. De term mythologie veronderstelt een min of meer samenhangende constellatie van helden en heldinnen, die bovendien tot de vinding van een bepaalde periode - in dit geval de westerse cultuurgeschiedenis vanaf de renaissance - kan worden gerekend. De verscheidenheid van materiaal en de schatplichtigheid aan figuren van oudere datum lijken echter te verhinderen dat van een dergelijk coherent cultuurhistorisch universum kan worden gesproken. Onze moderne cultuurgeschiedenis is echter ondenkbaar zonder kernfiguren als Don Juan, Don Quijote, Faust en Hamlet. Zij verbeelden de zekerheden en vooral onzekerheden van de moderne mens. Ook andere figuren, zoals Ahasverus, Blauwbaard, Elckerlyc, Lear, Macbeth, Schlemihl en Werther, vertegenwoordigen onszelf en ons wereldbeeld, misschien op minder fundamentele en aangrijpende wijze, maar in ieder geval met een trefzekerheid die hen onmisbaar maakt in dit overzicht. Ook al lijken ze in sommige gevallen afscheidingen van de genoemde kernfiguren (zoals Casanova van Don Juan), hun Nachleben is breed en autonoom genoeg om hun prominente aanwezigheid te rechtvaardigen. Voor de historische personages in dit boek - zoals Luther, Byron, Casanova, Napoleon of Wilhelm Tell - geldt dat zij een stempel hebben weten te drukken op de westerse cultuur in het algemeen en op de Stoffgeschichte in het bijzonder. Zo is Byron, méér dan zijn tijdgenoten Goethe, Victor Hugo of Sir Walter Scott, komen te staan voor het type van de romantische kunstenaar. Met andere woorden, doorslaggevend voor opneming is geweest in hoeverre de artistieke beeldvorming een belangrijke plaats is gaan innemen naast en los van de concrete faits et gestes van het personage. In alle gevallen treedt de opgenomen figuur, los van het oorspronkelijke en vaak beeldbepalende literaire werk, op als onmiskenbare hoeksteen van het collectieve artistieke geheugen, een rol die enigszins vergelijkbaar is met de positie van de centrale figuren in de klassieke mythologie en de middeleeuwse epiek. Eenieder die literair- en cultuurhistorisch geïnteresseerd is zal Léon Stapper, Peter Altena en Michel Uyen, Van Abélard tot Zoroaster. Literaire en historische figuren vanaf de renaissance in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater 6 beamen dat het hier verzamelde gezelschap kan worden gezien als de kern van een westerse, post-middeleeuwse mythologie, ook al kan de aan- of afwezigheid van bepaalde personen worden betreurd of juist verrassend zijn. Van Abélard tot Zoroaster bevat 54 lemmata; ongeveer een derde van het oorspronkelijke aantal op de ‘groslijst’ waarmee de auteurs zijn begonnen. De samenstelling van deze lijst vond plaats op basis van bestaande naslagwerken die een overzicht bieden van Stoffgeschichte en Nachleben op literair en kunsthistorisch terrein, zoals in de bibliografie aangegeven onder algemene werken. Een selectie bleek noodzakelijk, al was het maar op grond van de wetten van omvang en overzichtelijkheid die gelden voor ieder naslagwerk. De selectie vond plaats aan de hand van criteria als de bekendheid van de figuur in meerdere taalgebieden, de frequentie van zijn of haar optreden in de literatuur en de andere kunsten, en de mate waarin een personage in het voortleven op eigen benen is komen te staan. Op die gronden vielen lemmata als Accoromboni, de doge Falieri, Magelone, Struensee en Zrinyi af, alsook Frederik Barbarossa, Erik XIV van Zweden, Ulrich von Hutten en Franz Liszt, en - op basis van het niet-zelfstandig voortleven - Bach, Beethoven, Columbus, Galilei en Savonarola. In enkele gevallen waarin de figuur al vóór de renaissance in de cultuurgeschiedenis kon worden waargenomen (zoals Beatrijs, Fortunatus, Elckerlyc en Zoroaster) is bepalend geweest in hoeverre de stof een neerslag vond in een latere literaire schepping die het beeld zou vastleggen, dan wel zich gaandeweg heeft losgemaakt van de aanvankelijke bepalende literaire creatie of neerslag. Over de verantwoording van de aanwezigheid van de historische personages is hierboven reeds gesproken. De lemmata beginnen met een verhalend gedeelte, gevolgd door een chronologisch verslag van de verwerking van de stof in de letterkunde, muziek, beeldende kunsten en film. In de meeste gevallen is aan deze scheiding betreffende de kunstvormen vastgehouden, alhoewel in een enkel geval het voortleven in met name de beeldende kunsten of de muziek zo summier is of zozeer verweven blijkt met andere kunstvormen, dat voor een meer geïntegreerde aanpak is gekozen. Daarnaast is zoveel mogelijk de voorkeur gegeven aan een brede, verhalende werkwijze. Grotendeels als gevolg van de hoeveelheid gevonden materiaal - waarvan ook het omvangrijke auteurs- en kunstenaarsregister getuigt - moest in een aantal gevallen worden volstaan met een summiere karakterisering van een werk. Uitputtende volledigheid is niet nagestreefd, maar wel een overzichtelijke vermelding van de voor de verwerking van de stof Léon Stapper, Peter Altena en Michel Uyen, Van Abélard tot Zoroaster. Literaire en historische figuren vanaf de renaissance in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater 7 belangrijke kunstenaars en kunstwerken. Ook hier geldt echter dat enige soepelheid is betracht, of dat juist streng geselecteerd moest worden, zoals in het geval van de kernfiguren: het lemma over Faust bijvoorbeeld is het langste van dit boek, maar had met gemak nog eens zo lang kunnen zijn. Verwijzingen naar andere lemmata in dit boek zijn met het teken » aangegeven. Via de secundaire literatuur onder ieder lemma ligt uitgebreide en aanvullende informatie binnen ieders handbereik. De vermelding van auteurs en kunstenaars is beperkt tot de achternamen: in alle gevallen is de volledige naam terug te vinden via het register op auteurs en kunstenaars. Uitzonderingen op deze regel van verkorte vermelding zijn de gevallen waarin verwarring zou kunnen ontstaan (zoals bij Corneille, Müller, David), of wanneer het personen betreft die traditioneel zowel voor- als achternaam worden aangeduid (zoals de schilderes Angelica Kauffmann of de popmuzikant Bryan Adams). In een tweede register zijn verhaalfiguren en historische personages terug te vinden met een verwijzing naar het lemma waarin ze optreden of naar de naamsvariant waaronder ze moeten worden gezocht. De bibliografie is gesplitst in twee gedeelten. In het algemene deel staan de naslagwerken en monografieën genoemd die voor meerdere lemmata van belang zijn geweest, variërend van een niet onaanzienlijke groep werken die voor de Shakespeare-figuren van belang waren, tot werken die voor vrijwel alle lemmata werden gebruikt, zoals Frenzel en Heinzel. In het tweede deel staan de monografieën en artikelen die voor de afzonderlijke lemmata van essentieel belang zijn. Een boek als het onderhavige kan niet worden geschreven zonder de directe en indirecte medewerking van velen. In de eerste plaats moet onze dank uitgaan naar Wilfried Uitterhoeve, die zich bereid toonde de lemmata Belisarius, Don Juan, Dracula, Mazeppa en Wilhelm Tell te schrijven, en naar W. Bronzwaer, die de auteur is van het Hamlet-lemma. De overige lemmata komen voor rekening van telkens één der drie ondergetekenden. Uit het feit dat gekozen is voor het onvermeld laten van de auteursnaam onder ieder lemma mag worden afgeleid dat gestreefd is naar eenheid, zowel in strategisch als in stilistische opzicht. Binnen de uitgeverij zijn enkele mensen onmisbaar geweest bij het tot stand brengen van dit boek. Opnieuw moet hier Wilfried Uitterhoeve worden genoemd, ditmaal als redacteur van deze reeks, die ons op innemende wijze heeft weten te sturen en te motiveren, Léon Stapper, Peter Altena en Michel Uyen, Van Abélard tot Zoroaster. Literaire en historische figuren vanaf de renaissance in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater 8 daarbij gesteund door zijn ruime ervaring met de voorafgaande delen uit de reeks. Lucy Klaassen nam de heroïsche taak op zich om de gehele tekst persklaar te maken. Buiten de uitgeverij werd een zeer gewaardeerde bijdrage geleverd door de neerlandicus Michel Beer, die in samenspraak met Léon Stapper de teksten zó redigeerde dat een zo uniform mogelijk geheel tot stand kwam, zonder het idiosyncratische taalgebruik van iedere auteur te kort te doen. Onze dank gaat voorts uit naar Christel Cornelissen voor haar geduldige speurwerk in de Koninklijke Bibliotheek van Brussel. W. Bronzwaer voorzag aan groot aantal teksten van aanvullende gegevens en opmerkingen. Onze dank gaat ook uit naar al diegenen die hun belangstelling toonden en ons op het spoor zetten