Oplegging Gedoogplicht
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
VW Oplegging gedoogplicht Beschikking ingevolge de 8. de Ned. Herv. Kerk Sexbierum te – de overgelegde stukken en de inge- Belemmeringenwet Privaatrecht, hou- Sexbierum, rechthebbende op de komen ambtsberichten; dende oplegging van de plicht tot het onroerende zaken, kadastraal bekend – het advies van de minister van gedogen van de aanleg en instand- gemeente Sexbierum, sectie F, nrs. Economische Zaken van 23 septem- houding van twee transportleidingen, 364, 524 en 525, en sectie G, nr. 811; ber 2005, kenmerk E/EP/5030878; een signaalkabel en drie elektriciteits- 9. mts. J. Visser te Oosterbierum, Gehoord Gedeputeerde Staten van kabels ten behoeve van de winning rechthebbende op de onroerende Fryslân, dat zij op dringend verzoek van steenzout door Frisia Zout B.V. zaken, kadastraal bekend gemeente van Provinciale Staten afzien van een te Harlingen. Sexbierum, sectie G, nrs. 800, 801, inhoudelijk advies (brief van 22 april 813, 814 en 1248; 2005, kenmerk 588439); Nummer DNN 2005/4797 10. mevr. D. Visser-van Dijk te Overwegende dat: Oosterbierum, rechthebbende op de – voor de werken concessie is ver- De Minister van Verkeer en Water- onroerende zaken, kadastraal bekend leend bij Koninklijk Besluit van staat; gemeente Sexbierum, sectie G, nrs. 2 september 2005, nr. 05.003128; 800, 801, 813, 814 en 1248; – het openbaar belang van de werken Gezien het verzoek van Frisia Zout 11. dhr. J.G. Wijngaarden te is erkend bij Koninklijk Besluit van B.V., gevestigd te Harlingen, van Sexbierum, rechthebbende op de 29 oktober 2004, nr. 040004037; 8 november 2004, kenmerk onroerende zaken, kadastraal bekend – weliswaar tegen het Koninklijk brief\RWS128, aangevuld bij brief gemeente Sexbierum, sectie F, nrs. Besluit tot erkenning van het open- van 17 november 2004, referentie 992 en 993; baar belang bezwaren zijn ingediend, Directie/Directoraat-Generaal 12. mevr. W. Wijngaarden-Zijlstra te maar dat dit als zodanig geen beletsel Rijkswaterstaat 17.11.2004, teneinde Oosterbierum, rechthebbende op de vormt tot het nemen van de gevraag- A. ingevolge artikel 2, vijfde lid, van onroerende zaken, kadastraal bekend de beslissingen, omdat de werking de Belemmeringenwet Privaatrecht te gemeente Sexbierum, sectie G, nrs. van het besluit niet wordt geschorst beslissen dat: 720, 722, 737, 738, 740 en 1151; door het indienen van bezwaar; 1. dhr. A. Aukes te Pietersbierum, 13. mevr. T. de Wind-Bonnema te – daarnaast de verwachting is rechthebbende op de onroerende Leeuwarden, rechthebbende op de gerechtvaardigd dat de ingebrachte zaak, kadastraal bekend gemeente onroerende zaken, kadastraal bekend bezwaren ongegrond zullen worden Sexbierum, sectie F, nr. 525; gemeente Sexbierum, sectie F, nrs. verklaard, gelet op het inmiddels in 2. dhr. F. Bakker te Sexbierum, 992 en 993, en sectie G, nrs. 871 en deze zaak uitgebrachte advies; rechthebbende op de onroerende 872; – Frisia Zout B.V. inmiddels overeen- zaken, kadastraal bekend gemeente met wie voor de aanleg en instand- stemming heeft bereikt met de recht- Sexbierum, sectie G, nrs. 871 en 872; houding van twee transportleidingen, hebbenden genoemd onder 6 (mevr. 3. dhr. E.J. Bonnema te Groningen, een signaalkabel en drie elektriciteits- A.M.M. Faassen-van Rens te rechthebbende op de onroerende kabels ten behoeve van de winning Klooster Lidlum) en 12 (mevr. W. zaken, kadastraal bekend gemeente van steenzout in de gemeente Wijngaarden-Zijlstra te Sexbierum, sectie F, nrs. 992 en 993, Franekeradeel, met bijbehorende wer- Oosterbierum); en sectie G, nrs. 871 en 872; ken geen overeenstemming is bereikt – dat Frisia Zout B.V. er niet in is 4. dhr. S. Bootsma te Pietersbierum, ter zake van het gebruik van deze geslaagd met de andere hierboven rechthebbende op de onroerende onroerende zaken, behoudens recht genoemde rechthebbenden omtrent zaak, kadastraal bekend gemeente op schadevergoeding, verplicht zijn de het gebruik van de onroerende zaken Sexbierum, sectie F, nr. 388; aanleg en instandhouding van die tot overeenstemming te geraken; 5. dhr. P.Dijkstra te Klooster Lidlum, werken te gedogen overeenkomstig de Uit het proces-verbaal van de inge- rechthebbende op de onroerende stukken, die ter inzage hebben gele- volge artikel 2, vierde lid, van de zaken, kadastraal bekend gemeente gen ter secretarie van de gemeente Belemmeringenwet Privaatrecht op Tzummarum, sectie F, nrs. 243, 244 Franekeradeel; 24 januari 2005 in de gemeente en321; B. ingevolge artikel 4, zesde lid, van Franekeradeel gehouden zitting blijkt 6. mevr. A.M.M. Faassen-van Rens de Belemmeringenwet Privaatrecht te dat bezwaren zijn ingediend dan wel te Klooster Lidlum, rechthebbende beslissen dat met de uitvoering van de zijn verwoord door op de onroerende zaken, kadastraal werken niet kan worden gewacht, tot- a. Mr. K. Jurriëns te Noordwijk, bekend gemeente Sexbierum, sectie dat de in het eerste lid van dat artikel namens de hiervoor onder 1 t/m 5, 7 G, nrs. 732 en 734; genoemde termijn is verstreken of op t/m 11 en 13 genoemde rechthebben- 7. dhr. P.S Hollenga te Sexbierum, het in dat lid bedoelde verzoekschrift den; rechthebbende op de onroerende is beslist; b. mevr. W. Gelderblom te zaak, kadastraal bekend gemeente Gezien: Tzummarum, die geen rechthebbende Sexbierum, sectie G, nr. 811; is op één van de genoemde onroeren- Uit: Staatscourant 27 oktober 2005, nr. 209 / pag. 11 1 de zaken, maar wel eigenaresse is van De wet schrijft voor (art. 2, 4e lid) legde correspondentie en de terzake een woning in het gebied waar dat er een zitting moet worden bijgehouden registratie van contacten bodemdaling optreedt als gevolg van gehouden, waar bezwaren kunnen met de rechthebbenden niet is geble- de zoutwinning aldaar; worden ingediend en overleg kan ken dat verzoeker in onvoldoende c. de heer F. Bakker, zijnde de hier- worden gepleegd met de verzoeker, mate heeft getracht met de diverse voor onder 2 genoemde rechthebben- onder leiding van een lid van rechthebbenden tot overeenstemming de; Gedeputeerde Staten, door dat te komen. Ook voorafgaand aan de d. de heer A. Aukes, zijnde de hier- College aangewezen. In dit geval is de onderhavige procedure is door aan- voor onder 1 genoemde rechthebben- hoorzitting geleid door gedeputeerde vraagster opnieuw een schriftelijk de; T. Baas, die daarvoor is aangewezen voorstel (brief van 28 oktober 2004) e. Mr. G. van der Spek, eveneens door het College van Gedeputeerde aan alle rechthebbenden gedaan, namens de hiervoor onder 1 t/m 5, 7 Staten. Daarmee is aan de eisen van waarbij een vergoeding op basis van t/m 11 en 13 genoemde rechthebben- de wet voldaan. de LTO-Gasunieregeling (tarief 2004) den. Het is niet juist dat de wet aangeeft is aangeboden. Bijgevoegd was een dat er tijdens de zitting onderhandeld bijlage die bij akkoordbevinding kon Overwegende ten aanzien van de moet worden. Zoals hiervoor is weer- worden ondertekend en teruggezon- ingediende bezwaren: gegeven moet er (naast het indienen den. Tevens was aangegeven met wie van bezwaren) overleg kunnen wor- men contact kon opnemen bij vragen 1. De van de gemeente Franekeradeel den gepleegd met verzoekster, i.c. of opmerkingen. ontvangen stukken waren niet com- Frisia Zout B.V. Een eventueel over- De wens om tijdens de onderhande- pleet. (Mr. Jurriëns) leg vindt plaats tijdens de hoorzitting lingen ook te spreken over andere Zoals blijkt uit het verslag van de en dus onder voorzitterschap van de schades, zoals waardevermindering, is hoorzitting van 24 januari 2005 is daartoe aangewezen Gedeputeerde, begrijpelijk, maar kan niet leiden tot met de heer Jurriëns afgesproken dat maar het is en blijft een overleg tus- afwijzing van het verzoek van Frisia de ontbrekende stukken alsnog zullen sen een rechthebbende en de aan- Zout B.V. Enerzijds dient ten aanzien worden toegestuurd en dat hij een vraagster. De voorzitter heeft daarop hiervan te worden opgemerkt dat op termijn van 2 weken krijgt om daar geen directe invloed en dient zich te grond van de bepalingen van de win- schriftelijk op te reageren. Deze reac- beperken tot het leiden van het ningsvergunning schade aan eigen- tie zal bij het proces-verbaal van de gesprek. dommen van derden niet rechtstreeks zitting worden gevoegd. De heer Gelet op het vorenstaande vormt het door Frisia Zout B.V. kan worden Jurriëns heeft gereageerd bij brief van feit dat de voorzittende Gedeputeerde vergoed, maar dient te worden ver- 6 februari 2005. Deze brief is over- dan wel het college van Gedeputeerde goed uit een door een stichting te eenkomstig de afspraak bij het pro- Staten bepaalde standpunten over de beheren schadefonds. Anderzijds zijn ces-verbaal gevoegd. Het gestelde in economische effecten van de zoutwin- voor de onderhavige procedure deze brief zal in deze overwegingen ning als zodanig naar buiten hebben slechts relevant de onderhandelingen worden meegenomen als ware het ter gebracht, geen reden het verzoek van met betrekking tot de schade als hoorzitting naar voren gebracht. Frisia B.V. wegens procedurele gevolg van het leggen van de leidin- Derhalve kan worden vastgesteld, dat onjuistheden af te wijzen. Een nieuwe gen c.a. belanghebbenden niet in hun belan- hoorzitting is dan evenmin aan de 4. Frisia Zout B.V.had niet in haar gen zijn geschaad. Volledigheidshalve orde. Daarbij kan nog worden aange- verzoek om toepassing van de wordt nog opgemerkt, dat van de z.g. tekend dat: Belemmeringen wet Privaatrecht moe- voortoetsing door de hoofdingenieur- a. Gedeputeerde Staten van Fryslân ten worden ontvangen, c.q. het ver- directeur van de betrokken zich verder in deze procedure wel van zoek had moeten worden afgewezen. Rijkswaterstaatsdirectie geen rapport een standpunt hebben onthouden (Mr. Jurriëns). pleegt te worden gemaakt. Het feit door af te zien van het geven van Ten aanzien hiervan stelt Mr. dat de procedure in gang is gezet, advies; Jurriëns dat nu de beschikking van betekent reeds dat die voortoetsing b. door Mr. Jurriëns niet concreet is 19 april 2004 nog vigeert, er geen positief is verlopen. De brief van de gesteld noch aangetoond dat terzake reden is voor een nieuwe beschikking hoofdingenieur-directeur aan de belangen van zijn cliënten zijn als door Frisia gevraagd.