De Tungelroyse beek: een levend geschiedenisboek

D. Loos & J.A.M. Roymans 1

Colofon De Tungelroyse beek: een levend geschiedenisboek werd in opdracht van Waterschap Peel en Maasvallei geschreven door RAAP Archeologisch Adviesbureau BV naar aanleiding van de a rcheologische onderzoeken die RAAP bij de herinrichting van het beekdal van de Tungelroyse beek uitvoerde. Tekst: drs. D. (Daniël) Loos & drs. J.A.M. (Jan) Roymans Vormgeving: drs. D. (Daniël) Loos Beeldmateriaal: RAAP Archeologisch Adviesbureau BV en Waterschap Peel en Maasvallei, tenzij anders aangegeven. Druk: Rehms Druck GmbH © 2012, RAAP Archeologisch Adviesbureau BV 1. De Tungelroyse beek door de eeuwen heen

Door de gemeenten , en , een gebied met veel Nederland bedekt met het Scandinavische landijs. Ten zuiden hiervan was het landbouw, maar ook fraaie natuurgebieden, stroomt de Tungelroyse beek. Vlak zeer koud en droog, vergelijkbaar met de huidige toendra’s van Siberië, en werd over de Belgische grens, nabij Budel begint de beek en van daar stroomt het langzaam maar zeker een dik pakket zand door de wind afgezet. De bovenste door de kerkdorpen Stramproy, Ell, Heythuysen en tenslotte Neer, waar het dekzanden in zijn hier door zandstormen afgezet gedurende de laatste als Neerbeek uitmondt in de Maas. Het deel dat door het natuurgebied Leudal koude fase van het Weichselien (12.500-9700 voor Chr.), een periode die ook wel stroomt, heet ook wel Leubeek. Nog verder stroomopwaarts wordt de beek ook de laatste ijstijd wordt genoemd. Het zand werd aangevoerd vanuit de zandvlaktes wel Heythuyser beek en Molenbeek genoemd. ten noordwesten van het huidige Nederland, waar nu de Noordzee ligt. Tussen de opgeworpen dekzandruggen ontstonden stroomdalen, de basis van de Het landschap hier wordt gevormd door grote zandpakketten, die in de huidige beekdalstelsels. Zo is ook het landschap ten zuiden van Weert, Nederweert periode van ongeveer 10 miljoen tot 100.000 jaar geleden zijn afgezet (Midden en Neer gevormd, twee zuidwest-noordoost georiënteerde dekzandruggen van Pleistoceen). Tijdens de koudste fasen van deze periode was het noorden van ongeveer 6 meter hoog, met daartussen de Tungelroyse beek.

2 De Tungelroyse beek op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) (onder) en op de Brusselse Atlas van Christiaan Sgroten (1573) (pagina links). 3 2. De sanering van de Tungelroyse beek: In het geologische tijdvak waarin we nu leven, het Holoceen, hebben geen De beekdalstelsels vormen de bloedsomloop van de zandgebieden. Ze belangrijke natuurlijke wijzigingen van het reliëf meer plaatsgevonden. bepalen binnen het reliëf van het landschap de bewatering en ontwatering, van de nood een deugd gemaakt Het werd warmer en de open vegetatie, waar de wind nog vrij spel had, wat gunstige plaatsen zijn voor vestiging en/of landbouw en waar men door groeide dicht – eerst met berkenbossen en geleidelijk aan met bos van meer het landschap kon trekken. Overtollig water wordt door de beken afgevoerd, warmteminnende soorten, zoals dennen, wilgen, elzen en populieren. maar door de grillige vertakkingen wordt het vrij lang in het landschap De geschiedenis van de Tungelroyse beek geeft goed de veranderende inzichten landschap zaten te verwijderen werd in de loop van de jaren steeds sterker vastgehouden. in onze omgang met de natuur en met onze gezondheid weer. en uiteindelijk werd een grootschalige sanering van het Kempense landschap Het is in deze warmere periode dat de mens verschijnt in het beekdal. Het zijn Dat deze gestage maar trage afvoer van water een precair opgebouwd evenwicht De zinkfabriek, die sinds 1892 aan het begin van de beekloop staat (in uitgevoerd. jager-verzamelaars die voornamelijk leefden van de jacht, visvangst en het heeft bereikt, is wel gebleken in de vorige eeuw. Om meer gronden langs beken Budel-Dorplein), werd groot in een tijd dat men zich nog niet erg bewust was verzamelen van eetbare planten en vruchten. De mensen trokken van de ene geschikt te maken voor de landbouw, zijn de natuurlijke waterlopen op grote van de gevaren van zware metalen voor mens en natuur. Zoals in die tijd op veel Tussen 1999 en 2011 liet Waterschap Peel en Maasvallei de gehele beek kampplaats naar de andere. Een kampement bestond uit één of enkele tenten schaal gekanaliseerd. Ook de Tungelroyse beek is op veel plaatsen rechtgetrokken, plaatsen gebeurde, loosde de fabriek haar afval direct in de beek. De zinkassen, saneren, van de fabriek in Budel tot de uitmonding in de Maas, bij Neer. die gemaakt waren van dierenhuiden. De tijdelijke kampementen bevonden verdiept en verbreed. Alleen in het Leudal heeft de beek de natuurlijke loop een restproduct van de fabriek, werden voor praktische toepassingen in het Over een lengte van 35 kilometer is uiteindelijk 430.000 m 3 verontreinigde zich op de meest gunstige plaatsen in het landschap die dan ook herhaaldelijk behouden. Bij de overige delen is de meanderstructuur, die zich gedurende milieu gebracht, bijvoorbeeld in wegen en erven. grond afgevoerd. Dat zijn meer dan 22.000 vrachtwagens. Hiermee zijn vele werden bezocht. De zandruggen en -koppen langs de Tungelroyse beek waren duizenden jaren heeft gevormd, omwille van de landbouw weggenomen. Dit had duizenden kilo’s zink en cadmium aan het leefmilieu onttrokken. In totaal is

3 4 zeer geschikte locaties, waar optimaal gebruik kon worden gemaakt van de een versnelde afvoer van water tot gevolg, wat leidde tot verdroging van het land Maar tijden veranderen, steeds meer werd bekend hoe schadelijk zware metalen bij de gehele herinrichting 2.000.000 m grond op de schop gegaan. 5 diversiteit aan natuurlijke voedselbronnen, drinkwater en transportroutes. Vooral rondom de bovenloop, terwijl in de laaggelegen gebieden juist overstromingen zijn voor de gezondheid, er kwam begin jaren ‘70 een Wet verontreiniging in het Leudal zijn vele kampementen van jager-verzamelaars teruggevonden. De optraden. Toen begin jaren 90 van de vorige eeuw de Maas en andere rivieren oppervlaktewateren (WVO) en tegenwoordig worden kosten noch moeite invloed van de mens op het landschap was in deze periode zeer gering. te ver buiten hun oevers traden, werd het belang van de beekdalen voor de gespaard om deze schadelijke stoffen weer uit het milieu te krijgen. Erosie trad slechts nog beperkt op, langs de steilste beekflanken of daar waar waterberging steeds evidenter. Het pleidooi om de oude meanders van de beken Sinds 1973 is de Budelse zinkfabriek dankzij een nieuw productieproces het bos door overexploitatie door de mens verdween en zandverstuivingen te herstellen werd steeds sterker. Maar bij de Tungelroyse beek waren er meer aanzienlijk schoner gaan werken en sindsdien worden hier veel minder zware ontstonden. Nieuwe afzettingen bleven beperkt tot de laaggelegen delen waar redenen het landschap op de schop te nemen. metalen in het milieu gebracht. De roep om de schadelijke stoffen die al in het de waterafvoer stagneerde en veenvorming optrad.

De Tungelroyse beek nu. Impressie van jagers in Zuid Nederland (ca. 9000 v. Chr.)(tek. Bob Brobbel). Natuurlijke erosie bij de beek in het Leudal. De zinkfabriek in 1973. De zinkfabriek nu. Het saneren en verleggen van de beek. Kanalisatie van de Tungelroyse beek in 1962 (foto’s Piet Timmermans).

Het bijzondere van dit kolossale project is dat het veel meer was dan enkel een zorgen ervoor dat vissen en andere waterdieren hoogteverschillen kunnen De verrijking voor flora en fauna is tevens een verrijking voor de mensen sanering. Waterschap Peel en Maasvallei heeft samen met de projectpartners overbruggen. De zogenaamde steilranden, hier en daar aangebrachte steile die hier in de buurt wonen of op bezoek komen. Het waterschap had zich Een uniek samenwerkingsproject van de nood een deugd gemaakt en de sanering verbreed tot een grootschalig beekwanden, bieden een geschikte broedplaats voor de ijsvogel, die hier weer bij aanvang van het herinrichtingsproject ook duidelijk ten doel gesteld De sanering en herinrichting van de Tungelroyse beek, een unieke samenwerking tussen vele partijen: natuurontwikkelingsproject. Waar de beek in het verleden voor de landbouw is teruggekeerd. het gebied aantrekkelijker te maken voor natuurliefhebbers, wandelaars is rechtgetrokken, zijn de natuurlijke meanders hersteld. Waar landbouw en en fietsers. Recreatie en toerisme kunnen hier op de meeste plaatsen Waterschap Peel en Maasvallei Staatsbosbeheer natuur elkaar in de weg zaten, is door middel van kavelruil een nieuw evenwicht Met deze natuurontwikkeling over de gehele lengte van de Tungelroyse beek is prima samengaan met een goed florerende natuur. Nieuwe paden en Lokale heemkundekringen Natuurmonumenten tussen beide tot stand gebracht. Zo vormt het dal van de Tungelroyse beek nu de Ecologische Hoofdstructuur, de landelijke verbinding tussen natuurgebieden, wandelroutes nodigen iedereen uit de schoonheid, rust en het bijzondere Dorpsraden Stichting Limburgs Landschap zoveel mogelijk een aaneengesloten natuurgebied. hier goed gerealiseerd. De beekdalen vormen van nature een netwerk dat verleden van het beekdal te beleven. Provincie Limburg Stichting ARK 6 verschillende typen landschap met elkaar verbindt. Hiermee zijn het ideale 7 Rijksoverheden IVN Herstel van de meanders zorgt er samen met een verbreding van de bedding landschappen voor de Ecologische Hoofdstructuur, zoals ook hier blijkt: de van de beek voor dat het gebied nu veel meer water kan bergen en verdroging Tungelroyse beek vormt nu een goede natuurlijke verbinding tussen het Maasdal Actief Bodembeheer De Kempen Gebiedsbureau Nederweert-Weert-Leudal wordt tegengegaan. Flora en fauna hebben weer meer levenskansen gekregen. en de bos- en heidegebieden in het zuidoosten van Noord-Brabant. Gemeente Leudal Dienst Landelijk Gebied En specifieke maatregelen komen tal van bijzondere soorten ten goede, zoals Gemeente Nederweert RAAP Archeologisch Adviesbureau de grote en kleine modderkruiper, de moerassprinkhaan, de bever en de Gemeente Weert Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed otter. Vistrappen, die ter vervanging van de oude stuwen zijn aangebracht, Limburgse Land- en Tuinbouw Bond

Er is veel grond verzet om de oude meanderstructuur van de Tungelroyse beek te herstellen. De beek en de beekoevers zijn weer een goede habitat voor bijzondere diersoorten geworden, zoals de kleine modderkruiper en de ijsvogel. 3. Het archeologisch belang van beekdalen

Tot voor kort werden beekdalen archeologisch gezien niet van groot belang Een aardige bijkomstigheid voor archeologen is dat de bewaaromstandigheden geacht. De archeologische wetenschap richtte zich eerder op de van oudsher voor organisch materiaal in de beekdalen vaak goed zijn. De natte veenachtige hogere en droge gebieden, de pleistocene zandgronden, die meer geschikt bodem vormt een zuurstofarme, afsluitende laag, waaronder hout en bot goed waren voor grootschalige bewoning en waar de hoeveelheid archeologische zijn geconserveerd. In de beekdalen kunnen dus puzzelstukjes van een verleden vondsten dus veel groter is. worden gevonden, die elders al zijn verdwenen. Grote nederzettingsterreinen of grafvelden zullen we niet snel in de beekdalen kunnen aantreffen, maar archeologisch onderzoek heeft de laatste jaren steeds Anders dan op de hogere pleistocene gronden, waar archeologische resten zich meer aangetoond dat de beekdalen in verscheidene perioden voor de toen- vaak over een groter oppervlak uitstrekken, gaat het in natte landschappen vaak malige bewoners een belangrijke functie vervulde. De beken zorgden voor de om geïsoleerde vindplaatsen van geringe omvang, zoals bruggen, visfuiken, afwatering van het cultuurland, leverden drinkwater, dreven watermolens aan kano’s, jachtattributen en offergaven. Deze zogenaamde puntlocaties zijn en vormden goede jacht- en visgronden. De dalen werden gebruikt als hooi- en lastig op te sporen. De meest geschikte manier om dergelijke puntlocaties op

8 weiland, om hout te sprokkelen, veen te steken en afval te dumpen. Door hun te sporen is het gericht zoeken: onderzoeken welke plekken in het landschap door Het beekdal van de Tungelroyse beek, een archeologische schatkamer 9 natuurlijke omstandig heden waren de beekdalen goed verdedigbaar, er waren bijzondere omstandigheden geschikt zullen zijn geweest voor bepaalde menselijke Door de grote hoeveelheid grond die bij de sanering en herinrichting van de goede plekken om je te verschansen wanneer dat nodig was. Beekdalen hebben activiteiten. Zo zal bijvoorbeeld een vernauwing in de beekloop deze plaats Tungelroyse beek is verzet, zijn vele archeologische vindplaatsen en vondsten daarnaast, net als rivieren en vennen, een duidelijke aantrekkingskracht gehad geschikt hebben gemaakt voor een beekovergang. Door deze werkwijze, die ook aan het licht gekomen. De werkzaamheden van het waterschap zijn begeleid op het rituele vlak: de meeste offergaven van uiteenlopende periodes zijn bij het onderzoek aan de Tungelroyse beek is toegepast, kon het archeologische door een team van archeologen, die zodra er iets bijzonders werd opgegraven gevonden in een waterrijke omgeving. veldwerk op een efficiënte en effectieve manier worden ingezet. de gelegenheid kregen voor nader onderzoek. En iets bijzonders is er zeker gevonden.

Een greep uit de vele archeologische vondsten uit het beekdal van de Tungelroyse beek. 4. Hert in de pot

De gehele Tungelroyse beek is in de periode 1999-2011 in oude luister hersteld: vervuilde grond is afgevoerd en er zijn nieuwe meanders uitgegraven, zoveel mogelijk volgens de oude loop van voor de kanalisaties, zoals bekend van de negentiende eeuwse Tranchotkaarten. Ook is het profiel van de beken aange- past aan de nieuwe inzichten op gebied van water- en natuurbeheer.

In 2010 was het traject ten zuidoosten van het buurtschap Mildert, gelegen in de gemeente Nederweert, aan de beurt. Na het weggraven van een laag verontreinigde grond troffen de archeologen op het graafvlak een stuk van een gewei aan. Het bleek om de kroon van een geweistang van een edelhert te gaan. Op een plek 150 meter stroomafwaarts zijn onder een veenlaag nog 16 vrij de grond zijn gevonden. Het aardewerk is zowel handgevormd (waarschijnlijk Aangezien de vondst een vers breukvlak vertoonde, was het waarschijnlijk dat er grote botten gevonden. Het leek erop dat deze locatie rijk was aan botmateriaal uit de IJzertijd) als gedraaid (uit de Romeinse tijd). De stenen vondsten zijn

3 10 nog meer delen van het gewei zouden liggen. Er is een kleine opgraving verricht, en er werd besloten 300 m grond die al was afgegraven machinaal te zeven. in verband te brengen met jacht en slacht, zoals een pijlpunt, een schrabber 11 waarbij inderdaad nog meer skeletresten zijn gevonden (zie foto). De vondsten Hierbij zijn maar liefst 125 botfragmenten gevonden, zowel van wilde dieren, (gebruikt om vlees van de huid te schrapen) en meerdere klingen (gebruikt voor zijn gedateerd door middel van koolstofanalyse ( 14C-methode) en door een zoals edelhert, ree, oeros, wild zwijn en bever, als van vee, zoals huisrund en het slachten en het versnijden van vlees). Verder is nog een bijzonder werktuig specialist onderzocht. Het blijkt te gaan om de resten van twee edelherten, de varken. Soms was het niet duidelijk of het om wild ging of vee, zoals bij de van botmateriaal gevonden: een meer dan 5000 jaar oude beitel die is gemaakt kop en het voorste deel van de romp van de één en de onderkaak van de ander. paardenbotten. van het middelvoetsbeen van een oeros (zie onder). De vondst is ongeveer 11.000 jaar oud en stamt dus uit het Vroeg Mesolithicum. Dat de mens bij deze twee vindplaatsen bij Mildert actief is geweest, Het is een zeer opmerkelijke vondst, want organische resten uit de Midden blijkt behalve uit het voorkomen van landbouwhuisdieren ook uit Steentijd zijn uiterst zeldzaam. aardewerkfragmenten en vuurstenen werktuigen, die ook bij het zeven van

Opgraving en onderzoek van de edelhertbotten. Om de bijzondere vondstlocatie in het landschap te markeren hebben Waterschap Peel en Maasvallei, ARK, Natuurmonumenten, de gemeenten Nederweert en Leudal en RAAP Archeologisch Adviesbureau een kunstenaar uitgenodigd om samen met hen een groot metalen beeld voor deze plek te maken (community archeology). Dit beeld, een fraaie artistieke impressie van een jager-verzamelaar die zijn speer richt op een groot hert, is nu nabij de vindplaats van de botten geplaatst. Wie een treinreisje maakt tussen Weert en , kan het beeld in het landschap zien staan, vlakbij de plek waar de Tungelroyse beek onder het spoor door duikt. Een beter uithangbord kan de archeologie zich niet wensen.

Voor het feit dat juist bij het traject van de Tungelroyse beek nabij Mildert zoveel Jachtscene (Valltorta-rotsschildering, Oost-Spanje, 8000-3500 v. Chr.). Plaats van de gevonden botten in het geraamte. dierresten zijn gevonden is wel een verklaring te geven. Hiervoor is het goed eens een blik op de hoogtekaart van dit gebied te werpen (zie figuur onder). Hier valt op

12 Meer dan de helft van het op beide vindplaatsen bij Mildert gevonden dat de zandruggen aan weerszijden van de beek elkaar hier naderen. Van oudsher 13 botmateriaal is afkomstig van de edelherten. Het gaat hierbij waarschijnlijk om zal deze vernauwing van het dal een geschikte oversteekplaats voor dieren zijn restmateriaal van een slacht. Na het slachten van een dier werden de handzame geweest. En een geschikte oversteekplaats voor dieren is voor de mens een handige vleesrijke delen verdeeld en meegenomen. De minder vleesrijke delen (de kop en jachtlocatie: overstekend wild kon hier worden opgewacht en gedood. de voorzijde van de romp) werden ter plaatse achtergelaten. Op korte afstand van Een goede oversteekplaats voor dieren is dat ook voor mensen. Het is dus niet de skeletresten is ook een vuurstenen kling gevonden, dat mogelijk als werktuig vreemd dat bij eerdere werkzaamheden op deze locatie zes houten palen zijn bij de slacht is gebruikt. gevonden, die waarschijnlijk deel hebben uitgemaakt van een brugconstructie. Iets soortgelijks zien we op een andere locatie van de Tungelroyse beek.

Het zeven van de grond. Vers uit het veld: een neolithische bladspits (5000-2000 voor Chr.) Hoogtekaart met de locaties waar de edelhertbotten zijn gevonden. Boven: kunstwerk bij het spoor nabij Mildert. | Onder: vuursteenvondsten die nabij de edelhertbotten zijn gedaan.daan. 5. De Romeinse brug bij Stramproy

Archeologen hielden zich tot voor kort niet veel bezig met de wegen en Dit was het geval bij de Tungelroyse beek iets ten noorden van Stramproy. De brug was groot genoeg om bewoners en reizigers het hele jaar door, ook bij routes die ooit door het landschap moeten hebben gelopen. Wegen waren Hier zijn in 2005 de restanten van een houten brugconstructie gevonden. hoge waterstanden, doorgang door het dal te verlenen. tot ver in de nieuwe tijd zandwegen, met uitzondering van de Romeinse Er was al bekend dat hier in de buurt bij graafwerkzaamheden in 1942 enige heerbanen. Zodra de onverharde zandwegen in onbruik raakten, zijn ze voor palen waren gevonden en daarom is ervoor gekozen de archeologische De palen zijn door middel van dendrochronologisch onderzoek gedateerd, het merendeel door agrarische landbewerking in het landschap verdwenen. begeleiding van de werkzaamheden van het waterschap hier te intensiveren. een dateringsmethode die gebruik maakt van het verschil in dikte van De informatie over deze wegen werd als verloren beschouwd. Toch zijn er opeenvolgende jaarringen. De brug bleek te stammen uit de eerste helft van hier en daar aanknopingspunten om de oude wegstructuren weer te kunnen De vondsten omvatten een dubbele rij van in totaal 117 eikenhouten palen de eerste eeuw na Chr. Eén paal kon nauwkeurig worden gedateerd in het jaar herleiden. en zes liggende stukken hout. De palenrijen staan haaks op de beek en 27 na Chr. Het gaat hier dus om een brug uit de vroeg-Romeinse tijd. Een zeer Waar de wegen door laaggelegen, natte gebieden als de beekdalen liepen staan ongeveer 2 meter uit elkaar. Net als het hert bij Mildert is deze brug bijzondere vondst, want het is voor het eerst dat in Nederland een Romeinse was het nodig voorzieningen aan te brengen om de waterstromen te kunnen aangetroffen bij een vernauwing van het beekdal, een plek waar de pleistocene brug over een beek is gevonden en onderzocht. De brug geeft aan dat een voor passeren. In de drassige grond werden stukken hout of stenen aangebracht dekzandverhogingen aan weerszijden van de beek elkaar dicht naderen die tijd belangrijke weg hier door het beekdal moet hebben gelopen.

14 om een plek doorwaadbaar en eventueel begaanbaar voor karren te maken. (zie hoogtekaart pagina 15). De palenrijen verbinden over een afstand van Boven: impressie van een voorde. | Onder: drie Romeinse mantelspelden (1e eeuw na Chr.). 15 Zo’n plek wordt wel een voorde genoemd, waarschijnlijk afgeleid van het ongeveer 50 meter beide hoogtes. Van de constructie valt af te leiden dat de Tussen de houten resten van de brug is ook met de metaaldetector gezocht, Oudnederfrankische woord ‘faran’, dat gaan of trekken betekent (zie impressie palenrijen deel hebben uitgemaakt van een opgehoogd talud, dat zal hebben waarbij onder andere een fraaie Keltische munt (een zogenaamde regenboog- pagina 15). Dergelijke voorden werden tot begin negentiende eeuw gebruikt. bestaan uit zand en plaggen, bijeen gehouden door een bekisting van planken schotel), een Romeinse munt (een niet-determineerbare bronzen Sestertius) Wanneer een voorde zich tot een belangrijk knooppunt ontwikkelde, dan werd en balkjes en misschien gevlochten wilgentakken, die tussen de palen waren en drie fibulae (mantelspelden) zijn gevonden. Het zijn allemaal vondsten uit er soms ook een brug aangelegd. verankerd. Aan de bovenzijde zullen stammetjes of planken hebben gelegen. dezelfde tijd als de brug. Het zou dus kunnen dat deze waardevolle vondsten als bouwoffer bij de brug zijn achtergelaten.

Onder: dwarsdoorsnede van de profieldam met paalresten. Boven: een hier gevonden Keltische munt van ongeveer 30-15 voor Chr. (regenboogschotel). Enkele van de gevonden palen en planken. De vernauwing van het beekdal op de hoogtekaart . In 1942 waren bij Stramproy al palen aangetroffen. De Romeinse brug als inspiratie voor carnaval. 358000 357500

Tungelroyse Beek

De Vloed

M

a

a

s

e

i k

e

r w

e

g 357000 Linker pagina: getekende impressie van hoe de Romeinse brug er ongeveer uit zal hebben gezien. | Boven: de gereconstrueerde Romeinse brug.

Gezien het belang van deze unieke vondst is het natuurontwikkelingsplan hier vertaald naar de huidige brug, in enkele maanden gebouwd door een groep 17 aangepast en de geplande meander verlegd. De houten restanten zijn weer met locale, enthousiaste vrijwilligers. Vlakbij de resten van de oude brug kan men aarde afgedekt, zodat ze ter plaatse duurzaam in de grond worden bewaard. nu de Tungelroyse beek oversteken, zoals een Romeinse soldaat, een Bataafse wolverkoper of een boer dat deed in de eerste eeuw van onze jaartelling. Om de vondst in het landschap te markeren, is door de Dorpsraad van De brug maakt onderdeel uit van een Ommetje. In 2009 werd het initiatief Tungelroy, RAAP Archeologische Adviesbureau en het waterschap besloten beloond met de landelijke Ym van der Werff-prijs voor archeologische de brug te reconstrueren. In 2008 is de archeologische kennis over de brug monumentenzorg.

De vrijgegraven palenrijen stonden haaks op de beek. De gereconstrueerde Romeinse brug in het landschap. De otter is weer gespot bij de beek (foto T. Longley). 6. De kracht van water: watermolens aan de Tungelroyse beek

De Tungelroyse beek is voor een beek tamelijk groot – je zou het ook een kleine molens in de lakenproductie worden gebruikt, voor het ‘vollen’ van de rivier kunnen noemen. Het kent ook een behoorlijk groot verval. Dit heeft het lakenstof: het weefsel werd met hamers beklopt om het dichter, steviger en door de eeuwen heen geschikt gemaakt voor door water aangedreven molens. meer isolerend te maken. Watermolens werden vanaf de twaalfde en dertiende eeuw in Zuid-Nederland vrij algemeen gebruikt. Er zijn ook wel oudere bekend, zoals de Loondermolen De molens waren een belangrijk element in de economie, het land- en bij Waalre, die uit de achtste eeuw stamt, maar dat zijn zeldzame uitzonderingen. waterbeheer van de middeleeuwen tot in de negentiende eeuw. Zij waren Door de groei van de steden in de middeleeuwen werd de vraag naar meel tot de Napoleontische tijd in bezit van adellijke families of kloosters die deze steeds groter. Boeren gingen meer voor de markt produceren dan voor de lokale verpachtten aan molenaars. behoefte. De handmolens, die al vanaf ongeveer 5000 voor Chr. werden gebruikt,

18 voldeden niet om aan deze vraag te kunnen voldoen. Er werden steeds grotere en Bijna alle watermolens die door de Tungelroyse beek zijn aangedreven zijn betere maalstenen gebruikt die vanuit de Eifel werden aangeleverd. Deze konden verdwenen. De kracht van het water die de molens deed draaien, zorgde worden aangedreven door paarden (rosmolens), wind of water. er ook voor dat de molens snel vervielen wanneer ze in onbruik raakten. De molens werden niet alleen ingezet voor het malen van meel. Ook werd Wel zijn bij het archeologisch onderzoek van het beekdal veel resten van eikenschors vermalen om er looizuur uit te winnen, dat voor het looien van watermolens gevonden. Het gaat dan om enkele molenstenen of delen huiden werd gebruikt. Zaagmolens werden toegepast voor de houtverwerking daarvan, de resten van de eikenhouten funderingspalen van de molens en en oliemolens voor het persen van olie uit lijn- en raapzaad. Ook konden resten van beschoeiingen, stuwen en overlaten.

De houtzagerij van Nijs in Neer in bedrijf. De herstelde stuw van de Friedesse molen in Neer. Op de kadastrale Minuut van ongeveer 1830 is de oude molenkolk nog te zien.

De St. Ursulamolen in het Leudal. Het lot van de Friedesse Molen. Foto’s gemaakt of verzameld door Piet Timmermans. Boven de situatie vóór 1962, met op foto 2 Alfons van Stekelenburg, de laatste eigenaar-molenaar. De kanalisatie in 1962: de stuwen werden verwijderd en de molenboomgaard ontgonnen.

De Friedesse molen bij Neer is als molen in onbruik geraakt bij de kanalisatie echter niet tot bovenloopse overstromingen leidden, waar de overlaat tegen is van eind achttiende eeuw, maar er was hier al een watermolen in de dertiende van de beek in 1962. De molen met het bijbehorende molenaarshuis is begin moest beschermen. Een voorbeeld van een dergelijke molenbeek is te zien bij het klooster eeuw. Het is opmerkelijk dat hier de gehele middeleeuwse molenbiotoop nog achttiende eeuw te dateren, maar er is bekend dat op deze plek al sinds 1343 De eigenaar en daarmee de pachter bezat het water- of stuwrecht. Dit recht St. Elisabeth. Met de stichting van dit klooster begon in de dertiende eeuw goeded is te zien.zien. DeDe historischehistorische zandpaden zandpaden zijn zijn er, er, de de bij bi jde de molen molen behorende behorende een molen functioneerde. Sinds de desastreuze gevolgen van de kanalisatie heeft eeuwenlang tot veel conflicten geleid, zoals blijkt uit vele archiefstukken de ontginning van het Leudal. Bij de molen hier werd het opgestuwde water boerderijerderij en het bijpassendebijpassende landgebruik:landgebruik: eeneen boomgaardboomgaard metmet hoogstamfruit,hoogstamfruit, is de roep om herstel van de molen steeds sterker geworden. Na jarenlange over geschillen tussen boeren en molenaars in waterpeilkwesties. Het teveel gebruikt om de landerijen van het klooster te bevloeien door middel van hooi-oi- en weiweidelanddeland en dede teeltteelt van van populieren. populieren. inspanning van de inwoners van Neer en anderen is het daar eind van de opstuwen van water kon bovenloops leiden tot wateroverlast, waardoor een vloeiweidensysteem. De molen is thans een ruïne; in de herfst van 1944 St. Ursula,Ursula, patronespatrones van de molenaars van watermolens, is de naar haar vorige eeuw van gekomen. In 2002 is de restauratie afgerond. Zelfs de stuw is oogsten verloren konden gaan, terwijl benedenloops het land juist kon is het door de terugtrekkende Duitse troepen opgeblazen. Bij de aanleg van vernoemdernoemde molenmolen gunstiggunstig gezindgezind geweest.geweest. hersteld, zodat er, na het aanbrengen van een nieuw rad, weer graan gemalen verdrogen. vistrappen in 1998 zijn hier een Duitse en een Engelse helm gevonden.

20 kan worden. De problemen konden ten dele worden opgelost door een molenbeek aan te Het huidige gebouw van het St. Elisabethsklooster is van de achttiende 2121 leggen: een aftakking stroomopwaarts waarin het water door een geringer eeuw. Van het middeleeuwse klooster resteert enkel nog de toren van de De stuwen en overlaten en ook de al dan niet beschoeide molenkolken waren verval hoger werd gehouden. Door middel van een stuw in de natuurlijke kloosterkapel uit de vijftiende eeuw en het grachtenstelsel. middelen die de molenaars gebruikten om de watertoevoer te reguleren. Het beek werd de watertoevoer naar de molenbeek geregeld. Omdat de water werd zoveel mogelijk opgestuwd en vastgehouden in molenvijvers, zodat natuurlijke beek bleef functioneren, werd waterschade voor het omliggende Een van de weinige nu nog gave watermolens bij de Tungelroyse beek (hier de molen zo lang mogelijk van het waterverval gebruik kon maken. Het mocht land beperkt. meestal Leubeek genoemd) is de St. Ursula- of Leumolen. Het huidige gebouw

De huidige situatie van de Frie desse Molen (foto Lymantria). Luchtfoto van Neer met de Friedesse Molen. Stuw en rad van de St. Ursulamolen. St. Ursula op en in de muur van de watermolen. 7. De Eller schans: bescherming Veel schansen zijn op historische kaarten gedocumenteerd. Zo was bekend dat plunderpraktijken en raakten de schansen in onbruik. De wallen werden na verloop tegen soldaten en bandieten tussen Ell en Swartbroek, vlakbij de oever van de Tungelroyse beek, een schans van tijd afgebroken, de grachten gedempt en het terrein ontgonnen. Soms werden heeft gelegen. Bij de archeologische begeleiding van de hermeandering van de de locaties gebruikt voor nieuwe gebouwen, zoals een kerk of een school. beek is ter plaatse inderdaad een rechthoekige grondstructuur aangetroffen. Voor het kiezen van een plek voor langdurige vestiging was het allereerst Een andere belangrijke functie van de beekdalen blijkt in tijden van strijd: Hier zal de plaatselijke bevolking zich dus met lijf en goed hebben verschanst, Zo verdwenen geleidelijk aan alle schansen uit het landschap – tot de weder- van belang droge voeten te houden, zeker in een waterrijk land als zodra een streek werd belaagd, kon men zich in de beekdalen terugtrekken. wanneer Spaanse soldaten, huurlingen of roversbendes langstrokken. Om oprichting van de Eller schans. Nu kunnen de das, de karekiet en de wielewaal Nederland en zeker in een tijd dat het water nog niet zo door droogmaling Deze zijn van nature goed verdedigbaar en bewoners van de streek die er goed ook dit stukje geschiedenis en de verdedigingsfunctie van het beekdal in het zich in dit gebied v erschansen. En door de aanleg van de gracht heeft de en dijken was beteugeld zoals nu. In de bewoningsgeschiedenis van de bekend waren hadden een strategisch voordeel ten opzichte van hun belagers. landschap zichtbaar te maken heeft het waterschap besloten ongeveer honderd Tungelroyse beek extra leefruimte voor bijvoorbeeld padden gekregen. Nederland speelt de stevige ondergrond van het pleistocene zand daarom Dit bleek bijvoorbeeld tijdens de Tachtigjarige oorlog (1568-1648), toen vele meter verderop een reconstructie van de Eller schans te realiseren. Deze is op een belangrijke rol. In de natte laagtes zoals de beekdalen ging men niet vluchtschansen werden gebouwd om de dorpsbewoners te beschermen tegen 29 april 2007 feestelijk onthuld. Voetbrug naar de Eller schans. wonen, maar wel waren ze belangrijk als hooi- en weidegebied en als rondtrekkende plunderende bendes. jachtgebied. In Noord- en Midden-Limburg zijn ongeveer 35 schansen bekend. Waarschijnlijk Vluchtschansen, ook wel boeren- of veeschansen genoemd, zijn eenvoudige zijn vanuit Weert voor alle omliggende dorpen schansen gebouwd. Behalve

22 Reconstructie van de schans van Ell. constructies, aangelegd en betaald door de dorpelingen zelf. De schans bestond de resten van de vluchtschansen die her en der in het dal van de Tungelroyse 23 uit een stuk land van meestal 1 a 2 ha, omgeven door een 2 tot 3 meter hoge beek zijn aangetroffen, zijn ook enkele vondsten gedaan die met het verleden wal, beplant met wilgen of doornstruiken. Rond de wal was meestal een gracht van strijd en verdediging te maken hebben, zoals de vele bij de schans van Ell gegraven. De aarde die voor de gracht was uitgegraven, werd gebruikt voor de wal. gevonden musketkogels. Een ophaalbrug en een poort verhinderden de toegang. Binnen de wal stond een aantal houten huisjes. Als een bende in aantocht was, kon de bevolking zich met het Behalve de schans bij Ell zijn er nog schansen bekend bij Swartbroek, Altweert, vee terugtrekken in de schans, onder bescherming van de schutterij. Stramproy, Tungelroy, Leveroy en Neer. Ze ondergingen allemaal een soortgelijk lot als die van Ell. Halverwege de negentiende eeuw kwam een einde aan de

De strijd tegen Spaanse soldaten in de Tachtigjarige oorlog (tekening J.C. Wendel, 1574). ‘Grote historische provinciale atlas van Limburg, 1837-1844’ met nog de schansen van Swartbroek en Ell. 8. Tot slot: oude en nieuwe rijkdom

Wie twintig jaar geleden door het beekdal van de Tungelroyse beek liep, deed besef versterken elkaar. De vervuiling met zware metalen is weggenomen, het dit door een vaak moeilijk toegankelijk, versnipperd en vervuild randgebied. waterbeheer is sterk verbeterd, de natuurwaarden zijn versterkt en langs de Wie er nu loopt, bewandelt een levend geschiedenisboek. Dankzij de recente oevers is een aantrekkelijk wandelgebied ontstaan. ingrepen van het waterschap is het landschap veranderd in een sprankelend natuurgebied. Doordat de ingrepen zijn begeleid door een team van archeologen zijn veel vermoede en onvermoede sporen van het verleden aan het licht gekomen De sanering en herinrichting van de Tungelroyse beek vormt een van de en die kennis is weer ingezet om het verhaal van de vroegere omwonenden grootste ecologische herontwikkelingsprojecten van Nederland. Het project is van het beekdal in het landschap zichtbaar te maken. Zo is van oude rijkdom een toonbeeld van een integrale benadering. De verschillende doelstellingen, nieuwe rijkdom gemaakt. zoals gezondheid, waterberging, natuurontwikkeling, recreatie en historisch

24

Tungelroyse beek overige waterlopen bos- en natuurgebied weide- en akkerland wegen en bebouwing

Romeinse brug van Stramproy Schansen van Ell, Swartbroek en Neer Skeletresten edelhert Watermolens van Neer en Leudal Waar in of nabij beken gegraven wordt, zijn tegenwoordig ook archeologen Het unieke van dit project is dat er verschillende archeologische vindplaatsen actief. Zo ook bij de herinrichting van het beekdal van de Tungelroyse beek zijn benut als impuls en inspiratiebron voor het verbeteren van de kwaliteit van door Waterschap Peel en Maasvallei. De resultaten van het archeologisch de leefomgeving. Waterschap Peel en Maasvallei heeft het mogelijk gemaakt onderzoek mogen er zijn. De aangetroffen vondsten hebben, allereerst, dat deze vindplaatsen op een boeiende wijze zichtbaar zijn gemaakt in het een belangrijke bijdrage geleverd aan de archeologische wetenschap. landschap. Met reconstructies en kunstwerken is het verleden op markante In deze brochure worden de meest opzienbare vindplaatsen beschreven. plekken in het landschap herrezen. Zo wordt een wandeling langs de oevers Archeologie is echter niet alleen het domein van de wetenschap. van de Tungelroyse beek tot een tocht door een levend geschiedenisboek.