Provincie Oost-Vlaanderen Arrondissement Aalst

Meerjarenplan 2014 – 2019

OCMW

1

Kattestraat 27 – 9500 GERAARDSBERGEN Tel. 054 43 20 00 [email protected]

Belfius: 091-0009389-09 Code nummer 41018

2

Inhoud 1 Voorwoord van de ocmw-voorzitter ...... 4 2 Meerjarenplan 2014 – 2019 OCMW Geraardsbergen ...... 6 2.1 Strategische nota ...... 6 2.1.1 Overzicht van de prioritaire beleidsdoelstellingen ...... 6 2.1.2 Strategische nota ...... 7 2.2 De financiële nota ...... 12 2.2.1 Het financiële doelstellingenplan – schema M1 ...... 12 2.2.2 De staat van het financieel evenwicht - schema M2 ...... 13 2.3 Toelichting bij het meerjarenplan ...... 15 2.3.1 Omgevingsanalyse ...... 15 2.3.2 Omschrijving van de financiële risico’s ...... 52 2.3.3 Overzicht van alle beleidsdoelstellingen ...... 53 2.3.4 De interne organisatie van het bestuur ...... 54 2.3.5 Overzicht van de budgethouders ...... 55 2.3.6 Overzicht per beleidsdomein van de beleidsvelden ...... 56 2.3.7 Overzicht v.d. entiteiten die opgenomen zijn onder de financiële vaste activa ... 58 2.3.8 Overzicht van de financiële schulden TM2 ...... 59

3

1 Voorwoord van de ocmw-voorzitter

Met trots stellen wij u vandaag het meerjarenplan 2014-2019 van het OCMW Geraardsbergen voor. Gedurende een volledig jaar heeft de administratie en de ocmw-raad, geconfronteerd met een zwakke groei van de welvaart, aan de opstelling van dit meerjarenplan gewerkt.

Ondanks de financiële moeilijke tijden zijn we binnen het OCMW Geraardsbergen erin geslaagd een meerjarenplan 2014- 2019 voor te leggen dat alle elementen bevat om onze missie en visie de komende jaren vorm te geven.

De huidige dienstverlening van alle ocmw-diensten zoals de ouderenvoorzieningen (woonzorgcentra, assistentiewoningen, dienstencentrum, dagcentrum,...) , het kinderdagverblijf, de sociale dienstverlening, de poetshulp, het sociaal huis, … worden via voorliggend meerjarenplan in de komende jaren gewaarborgd.

In dit meerjarenplan ligt het accent op 3 prioritaire strategische doelstellingen:  de strijd tegen kinderarmoede;  het opvangen van de gevolgen van de vergrijzinggolf;  het ocmw activeringsproject.

OCMW Geraardsbergen wil verder nog meer transparantie creëren in het zorgaanbod, de netwerken met de partners versterken en een dienstverlening op maat leveren voor al haar cliënten. Hiertoe werd één interne doelstelling toegevoegd. Het ocmw wil tot een nog meer klantgerichte dienstverlening komen door de werking van het ocmw en het stadsbestuur beter op elkaar af te stemmen.

Deze strategische doelstellingen zijn vertaald in actieplannen en in concrete acties.

Wat mogen we de komende zes jaar verwachten?

De kinderarmoede loopt in het centrum van Geraardsbergen op tot veertig procent. Daarom plannen we een gecoördineerde aanpak van deze kinderarmoede. De gezinsbegeleiding wordt uitgebreid en er komt een Huis van het Kind met onder andere een spelotheek. We willen een charter ondertekenen met alle partners en de kinderrechtenbarometer zal permanent worden opgevolgd en geëvalueerd. Ons uiteindelijk doel is dat alle kinderen gelijk aan de start komen wanneer ze naar de eerste kleuterklas gaan. Daarnaast willen we de gezinnen met pasgeborenen ondersteunen.

De tweede prioritaire doelstelling richt zich naar de senioren. Om de dienstverlening in de woonzorgcentra blijvend te garanderen, worden in het woonzorgcentrum Denderoord de nodige renovatiewerken uitgevoerd. Er wordt samengewerkt met de huisvestingsmaatschappij om bijkomende flats te realiseren op de site Maretak en we verankeren het dienstencentrum Maretak. Een primeur is de toekenning door het ocmw van een mantelzorgpremie vanaf 2014. Die premie moeten toelaten dat zorgbehoevende senioren langer in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen. Nieuw is ook de oprichting van een Oudereninformatiepunt dat ook via het internet toegankelijk wordt.

OCMW Geraardsbergen zal in de komende jaren, via concrete acties, werk maken van de ‘transparantie’, het versterken van de ‘netwerken’ en ‘participatie’. De mobiele dienstverlening in het kader van het ‘Sociaal Huis aan huis’ en, na onderzoek, de uitbouw van een minder-mobielencentrale zijn hiervan voorbeelden.

4

Het ocmw gaat voluit voor de activering van een groter aantal ocmw-cliënten. Zij zullen prioritair ingezet worden in de deelgemeenten om o.a. de netheid en andere behoeften binnen de deelgemeenten te realiseren. Daarenboven gaat het ocmw van Geraardsbergen intensief samenwerken met externe partners zoals het CAW, Leerpunt en de Kringloopwinkel ’t Vierkant. Op die manier draagt het ocmw haar steentje bij tot het project Concordia 2020 van de Stad dat tot doel heeft de tewerkstelling in Geraardsbergen te verhogen.

Last, but not least staan er organisatorische veranderingen op til. Het stadsbestuur en het ocmw zullen de komende jaren hun dienstverlening beter op elkaar afstemmen en de diensten zoveel mogelijk op elkaar afstemmen en waar mogelijk samen huisvesten. Er komt een eenvormig beleid voor ondersteunende diensten. Deze integratie moet toelaten om zowel meer doelmatig als kostenbesparend te werken.

Tot slot wil ik iedereen van harte bedanken die zijn steentje heeft bijgedragen om deze gigantische opdracht tot een goed einde te brengen en wens ik alle ocmw-raadsleden te bedanken voor hun gewaardeerde inbreng.

Dit meerjarenplan 2014-2019 van het OCMW Geraardsbergen beschikt over de nodige budgetten om van Geraardsbergen in de komende jaren een eigentijdse sociale stad te maken.

Daar gaan we met volle inzet samen werk van maken.

David Larmuseau ocmw-voorzitter

9 december 2013

5

2 Meerjarenplan 2014 – 2019 OCMW Geraardsbergen

2.1 Strategische nota

Deze strategische nota maakt deel uit van het meerjarenplan 2014-2019 en beschrijft: 1. de prioritaire beleidsdoelstellingen; 2. per prioritaire beleidsdoelstelling de raming van de ontvangsten en uitgaven voor 2014-2019; 3. per prioritaire beleidsdoelstelling de actieplannen die we zullen uitvoeren voor de realisatie ervan.

2.1.1 Overzicht van de prioritaire beleidsdoelstellingen

1. OCMW Geraardsbergen voert een gecoördineerde strijd tegen kinderarmoede. 2. OCMW Geraardsbergen anticipeert met haar dienstverlening op de vergrijzingsgolf. 3. OCMW Geraardsbergen zet in op activering.

6

2.1.2 Strategische nota

Onze missie Inwoners van Geraardsbergen en vooral de meest kwetsbaren kunnen rekenen op het ocmw, waar in een sfeer van vertrouwen, kansen worden geboden die duurzaam bijdragen tot zelfredzaamheid en verbondenheid.

Onze visie Samen in actie voor een resultaat op maat.

Prioritair beleid

Exploitatie Investeringen Andere Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 375.250,00 0,00 -375.250,00 495.000,00 0,00 -495.000,00 0,00 0,00 0,00 2015 378.000,00 0,00 -378.000,00 67.000,00 0,00 -67.000,00 0,00 0,00 0,00 2016 411.250,00 0,00 -411.250,00 45.000,00 0,00 -45.000,00 0,00 0,00 0,00 2017 426.500,00 0,00 -426.500,00 35.000,00 0,00 -35.000,00 0,00 0,00 0,00 2018 427.250,00 0,00 -427.250,00 35.000,00 0,00 -35.000,00 0,00 0,00 0,00 2019 410.250,00 0,00 -410.250,00 35.000,00 0,00 -35.000,00 0,00 0,00 0,00

Beleidsdoelstelling: OCMW Geraardsbergen voert een gecoördineerde strijd tegen kinderarmoede

Exploitatie Investeringen Andere Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 129.750,00 0,00 -129.750,00 20.000,00 0,00 -20.000,00 0,00 0,00 0,00 2015 121.500,00 0,00 -121.500,00 12.000,00 0,00 -12.000,00 0,00 0,00 0,00 2016 121.250,00 0,00 -121.250,00 10.000,00 0,00 -10.000,00 0,00 0,00 0,00 2017 121.500,00 0,00 -121.500,00 10.000,00 0,00 -10.000,00 0,00 0,00 0,00 2018 122.250,00 0,00 -122.250,00 10.000,00 0,00 -10.000,00 0,00 0,00 0,00 2019 120.250,00 0,00 -120.250,00 10.000,00 0,00 -10.000,00 0,00 0,00 0,00

Actieplan: OCMW Geraardsbergen streeft naar het creëren van een gemeenschappelijke visie omtrent kinderarmoede.

Exploitatie Investeringen Andere Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 2.000,00 0,00 -2.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2015 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2016 1.000,00 0,00 -1.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2017 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2018 1.000,00 0,00 -1.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2019 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

7

Actieplan: In het Huis van het Kind gebeurt de structurele verankering en de coördinatie van de strijd tegen kinderarmoede.

Exploitatie Investeringen Andere Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 51.000,00 0,00 -51.000,00 20.000,00 0,00 -20.000,00 0,00 0,00 0,00 2015 51.000,00 0,00 -51.000,00 10.000,00 0,00 -10.000,00 0,00 0,00 0,00 2016 51.250,00 0,00 -51.250,00 10.000,00 0,00 -10.000,00 0,00 0,00 0,00 2017 51.250,00 0,00 -51.250,00 10.000,00 0,00 -10.000,00 0,00 0,00 0,00 2018 51.250,00 0,00 -51.250,00 10.000,00 0,00 -10.000,00 0,00 0,00 0,00 2019 51.250,00 0,00 -51.250,00 10.000,00 0,00 -10.000,00 0,00 0,00 0,00

Actieplan: OCMW Geraardsbergen stimuleert de cognitieve en emotionele ontwikkeling van kinderen.

Exploitatie Investeringen Andere Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 25.000,00 0,00 -25.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2015 27.000,00 0,00 -27.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2016 25.500,00 0,00 -25.500,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2017 25.500,00 0,00 -25.500,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2018 25.500,00 0,00 -25.500,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2019 25.500,00 0,00 -25.500,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Actieplan: OCMW Geraardsbergen verzorgt een kindvriendelijke dienstverlening.

Exploitatie Investeringen Andere Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 5.000,00 0,00 -5.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2015 0,00 0,00 0,00 2.000,00 0,00 -2.000,00 0,00 0,00 0,00 2016 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2017 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2018 1.000,00 0,00 -1.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2019 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Actieplan: OCMW Geraardsbergen biedt gezinsondersteuning om kinderrechten te garanderen.

Exploitatie Investeringen Andere Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 19.750,00 0,00 -19.750,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2015 17.500,00 0,00 -17.500,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2016 17.500,00 0,00 -17.500,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2017 18.750,00 0,00 -18.750,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2018 17.500,00 0,00 -17.500,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2019 17.500,00 0,00 -17.500,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

8

Actieplan: OCMW Geraardsbergen zet in op vroegdetectie.

Exploitatie Investeringen Andere Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 26.000,00 0,00 -26.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2015 25.000,00 0,00 -25.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2016 25.000,00 0,00 -25.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2017 25.000,00 0,00 -25.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2018 25.000,00 0,00 -25.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2019 25.000,00 0,00 -25.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Actieplan: OCMW Geraardsbergen betrekt ouders in de strijd tegen kinderarmoede.

Exploitatie Investeringen Andere Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 1.000,00 0,00 -1.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2015 1.000,00 0,00 -1.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2016 1.000,00 0,00 -1.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2017 1.000,00 0,00 -1.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2018 1.000,00 0,00 -1.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2019 1.000,00 0,00 -1.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Beleidsdoelstelling: OCMW Geraardsbergen anticipeert met haar dienstverlening op de vergrijzingsgolf.

Exploitatie Investeringen Andere Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 94.500,00 0,00 -94.500,00 475.000,00 0,00 -475.000,00 0,00 0,00 0,00 2015 108.500,00 0,00 -108.500,00 55.000,00 0,00 -55.000,00 0,00 0,00 0,00 2016 142.000,00 0,00 -142.000,00 35.000,00 0,00 -35.000,00 0,00 0,00 0,00 2017 157.000,00 0,00 -157.000,00 25.000,00 0,00 -25.000,00 0,00 0,00 0,00 2018 157.000,00 0,00 -157.000,00 25.000,00 0,00 -25.000,00 0,00 0,00 0,00 2019 142.000,00 0,00 -142.000,00 25.000,00 0,00 -25.000,00 0,00 0,00 0,00

Actieplan: OCMW Geraardsbergen neemt de trekkersrol op om van Geraardsbergen een seniorvriendelijke stad te maken.

Exploitatie Investeringen Andere Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 67.500,00 0,00 -67.500,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2015 75.000,00 0,00 -75.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2016 111.000,00 0,00 -111.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2017 111.000,00 0,00 -111.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2018 111.000,00 0,00 -111.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2019 111.000,00 0,00 -111.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

9

Actieplan: OCMW Geraardsbergen bouwt een oudereninformatiepunt uit.

Exploitatie Investeringen Andere Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 27.000,00 0,00 -27.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2015 31.000,00 0,00 -31.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2016 31.000,00 0,00 -31.000,00 10.000,00 0,00 -10.000,00 0,00 0,00 0,00 2017 31.000,00 0,00 -31.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2018 31.000,00 0,00 -31.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2019 31.000,00 0,00 -31.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Actieplan: OCMW Geraardsbergen geeft innovatieve woon- en zorgvormen de kans om in Geraardsbergen ingebed te raken.

Exploitatie Investeringen Andere Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 0,00 0,00 0,00 475.000,00 0,00 -475.000,00 0,00 0,00 0,00 2015 2.500,00 0,00 -2.500,00 55.000,00 0,00 -55.000,00 0,00 0,00 0,00 2016 0,00 0,00 0,00 25.000,00 0,00 -25.000,00 0,00 0,00 0,00 2017 15.000,00 0,00 -15.000,00 25.000,00 0,00 -25.000,00 0,00 0,00 0,00 2018 15.000,00 0,00 -15.000,00 25.000,00 0,00 -25.000,00 0,00 0,00 0,00 2019 0,00 0,00 0,00 25.000,00 0,00 -25.000,00 0,00 0,00 0,00

Beleidsdoelstelling: OCMW Geraardsbergen zet in op activering

Exploitatie Investeringen Andere Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 151.000,00 0,00 -151.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2015 148.000,00 0,00 -148.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2016 148.000,00 0,00 -148.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2017 148.000,00 0,00 -148.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2018 148.000,00 0,00 -148.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2019 148.000,00 0,00 -148.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Actieplan: OCMW Geraardsbergen stimuleert activering in functie van deelgemeenten

Exploitatie Investeringen Andere Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 50.000,00 0,00 -50.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2015 50.000,00 0,00 -50.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2016 50.000,00 0,00 -50.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2017 50.000,00 0,00 -50.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2018 50.000,00 0,00 -50.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2019 50.000,00 0,00 -50.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

10

Actieplan: OCMW Geraardsbergen stimuleert partners om in te zetten op activering

Exploitatie Investeringen Andere Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo Uitgave Ontvangst Saldo 2014 101.000,00 0,00 -101.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2015 98.000,00 0,00 -98.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2016 98.000,00 0,00 -98.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2017 98.000,00 0,00 -98.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2018 98.000,00 0,00 -98.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 2019 98.000,00 0,00 -98.000,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

11

2.2 De financiële nota

2.2.1 Het financiële doelstellingenplan – schema M1

Jaar 2014 Jaar 2015 Jaar 2016 Jaar 2017 Jaar 2018 Jaar 2019 Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Beleidsdomein ALGFIN 1.628.830 7.161.098 5.532.268 1.436.618 7.330.682 5.894.064 1.430.058 7.513.729 6.083.672 1.422.699 7.676.201 6.253.502 1.288.987 7.843.002 6.554.015 1.276.034 8.014.252 6.738.218 Prioritaire beleidsdoelstellingen Exploitatie Investeringen Andere Overig beleid 1.628.830 7.161.098 5.532.268 1.436.618 7.330.682 5.894.064 1.430.058 7.513.729 6.083.672 1.422.699 7.676.201 6.253.502 1.288.987 7.843.002 6.554.015 1.276.034 8.014.252 6.738.218 Exploitatie 534.068 6.653.755 6.119.687 507.710 6.831.465 6.323.755 481.957 7.014.512 6.532.555 453.359 7.176.983 6.723.624 426.525 7.343.784 6.917.260 399.986 7.515.035 7.115.048 Investeringen 185.200 507.342 322.142 499.217 499.217 499.217 499.217 499.217 499.217 499.217 499.217 499.217 499.217 Andere 909.562 -909.562 928.908 -928.908 948.101 -948.101 969.340 -969.340 862.462 -862.462 876.048 -876.048 Beleidsdomein ZORG 13.361.407 12.520.537 -840.870 12.594.262 12.680.355 86.093 12.581.685 12.842.571 260.887 12.684.332 13.007.220 322.888 12.888.611 13.174.339 285.728 13.090.947 13.343.964 253.017 Prioritaire beleidsdoelstellin 564.500 -564.500 155.500 -155.500 167.000 -167.000 172.000 -172.000 172.000 -172.000 157.000 -157.000 Exploitatie 89.500 -89.500 100.500 -100.500 132.000 -132.000 147.000 -147.000 147.000 -147.000 132.000 -132.000 Investeringen 475.000 -475.000 55.000 -55.000 35.000 -35.000 25.000 -25.000 25.000 -25.000 25.000 -25.000 Andere Overig beleid 12.796.907 12.520.537 -276.370 12.438.762 12.680.355 241.593 12.414.685 12.842.571 427.887 12.512.332 13.007.220 494.888 12.716.611 13.174.339 457.728 12.933.947 13.343.964 410.017 Exploitatie 12.103.521 12.520.537 417.016 12.290.262 12.680.355 390.093 12.308.185 12.842.571 534.387 12.397.832 13.007.220 609.388 12.601.111 13.174.339 573.228 12.813.447 13.343.964 530.517 Investeringen 693.386 -693.386 148.500 -148.500 106.500 -106.500 114.500 -114.500 115.500 -115.500 120.500 -120.500 Andere Beleidsdomein SD 6.123.796 3.283.038 -2.840.758 5.989.613 3.195.756 -2.793.858 6.032.400 3.198.514 -2.833.886 6.045.874 3.201.313 -2.844.561 6.081.755 3.204.155 -2.877.600 6.122.771 3.207.039 -2.915.731 Prioritaire beleidsdoelstellin 305.750 -305.750 284.500 -284.500 284.250 -284.250 284.500 -284.500 285.250 -285.250 283.250 -283.250 Exploitatie 285.750 -285.750 272.500 -272.500 274.250 -274.250 274.500 -274.500 275.250 -275.250 273.250 -273.250 Investeringen 20.000 -20.000 12.000 -12.000 10.000 -10.000 10.000 -10.000 10.000 -10.000 10.000 -10.000 Andere Overig beleid 5.818.046 3.283.038 -2.535.008 5.705.113 3.195.756 -2.509.358 5.748.150 3.198.514 -2.549.636 5.761.374 3.201.313 -2.560.061 5.796.505 3.204.155 -2.592.350 5.839.521 3.207.039 -2.632.481 Exploitatie 5.764.546 3.283.038 -2.481.508 5.670.113 3.195.756 -2.474.358 5.703.150 3.198.514 -2.504.636 5.733.374 3.201.313 -2.532.061 5.775.505 3.204.155 -2.571.350 5.818.521 3.207.039 -2.611.481 Investeringen 53.500 -53.500 35.000 -35.000 45.000 -45.000 28.000 -28.000 21.000 -21.000 21.000 -21.000 Andere Beleidsdomein ALGBEST 3.974.282 55.540 -3.918.742 3.737.210 55.964 -3.681.246 3.782.036 56.394 -3.725.642 3.834.244 56.830 -3.777.414 4.110.449 57.273 -4.053.176 3.940.564 57.723 -3.882.841 Prioritaire beleidsdoelstellingen 5.000 -5.000 5.000 -5.000 5.000 -5.000 5.000 -5.000 5.000 -5.000 Exploitatie 5.000 -5.000 5.000 -5.000 5.000 -5.000 5.000 -5.000 5.000 -5.000 Investeringen Andere Overig beleid 3.974.282 55.540 -3.918.742 3.732.210 55.964 -3.676.246 3.777.036 56.394 -3.720.642 3.829.244 56.830 -3.772.414 4.105.449 57.273 -4.048.176 3.935.564 57.723 -3.877.841 Exploitatie 3.673.232 55.540 -3.617.692 3.670.210 55.964 -3.614.246 3.721.336 56.394 -3.664.942 3.773.244 56.830 -3.716.414 4.042.949 57.273 -3.985.676 3.879.564 57.723 -3.821.841 Investeringen 301.050 -301.050 62.000 -62.000 55.700 -55.700 56.000 -56.000 62.500 -62.500 56.000 -56.000 Andere Totalen 25.088.315 23.020.213 -2.068.102 23.757.703 23.262.757 -494.947 23.826.178 23.611.208 -214.970 23.987.150 23.941.564 -45.586 24.369.802 24.278.768 -91.034 24.430.316 24.622.978 192.662 Exploitatie 22.450.617 22.512.870 62.254 22.516.295 22.763.539 247.244 22.625.877 23.111.990 486.113 22.784.310 23.442.347 658.037 23.273.340 23.779.551 506.211 23.321.768 24.123.761 801.993 Investeringen 1.728.136 507.342 -1.220.794 312.500 499.217 186.717 252.200 499.217 247.017 233.500 499.217 265.717 234.000 499.217 265.217 232.500 499.217 266.717 Andere 909.562 -909.562 928.908 -928.908 948.101 -948.101 969.340 -969.340 862.462 -862.462 876.048 -876.048

12

2.2.2 De staat van het financieel evenwicht - schema M2

Resultaat op kasbasis Jaar 2014 Jaar 2015 Jaar 2016 Jaar 2017 Jaar 2018 Jaar 2019

I. Exploitatiebudget (B-A) 62.254 247.244 486.113 658.037 506.211 801.993

A. Uitgaven 22.450.617 22.516.295 22.625.877 22.784.310 23.273.340 23.321.768 B. Ontvangsten 22.512.870 22.763.539 23.111.990 23.442.347 23.779.551 24.123.761 1.a. Belastingen en boetes 1.b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 5.000.000 5.150.000 5.304.500 5.437.113 5.573.040 5.712.366 1.c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 2. Overige 17.512.870 17.613.539 17.807.490 18.005.234 18.206.511 18.411.395

II. Investeringsbudget (B-A) -1.220.794 186.717 247.017 265.717 265.217 266.717

A. Uitgaven 1.728.136 312.500 252.200 233.500 234.000 232.500 B. Ontvangsten 507.342 499.217 499.217 499.217 499.217 499.217

III. Andere (B-A) -909.562 -928.908 -948.101 -969.340 -862.462 -876.048

A. Uitgaven 909.562 928.908 948.101 969.340 862.462 876.048 1. Aflossing financiële schulden 909.562 928.908 948.101 969.340 862.462 876.048 1.a Periodieke aflossingen 909.562 928.908 948.101 969.340 862.462 876.048 1.b Niet-periodieke aflossingen 2. Toegestane leningen 3. Overige transacties B. Ontvangsten 1. Op te nemen leningen en leasings 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden 2.a. Periodieke terugvorderingen 2.b. Niet-periodieke terugvorderingen 3. Overige transacties

IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) -2.068.102 -494.947 -214.970 -45.586 -91.034 192.662

V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar 3.744.491 1.676.389 1.181.442 966.472 920.886 829.853

VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V) 1.676.389 1.181.442 966.472 920.886 829.853 1.022.515

VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december)

A. Bestemde gelden voor exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen

VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) 1.676.389 1.181.442 966.472 920.886 829.853 1.022.515

13

Autofinancieringsmarge Jaar 2014 Jaar 2015 Jaar 2016 Jaar 2017 Jaar 2018 Jaar 2019

I. Financieel draagvlak (A-B) 490.128 648.746 861.847 1.005.159 826.484 1.095.713

A. Exploitatieontvangsten 22.512.870 22.763.539 23.111.990 23.442.347 23.779.551 24.123.761 B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) 22.022.743 22.114.793 22.250.143 22.437.188 22.953.067 23.028.048 1. Exploitatie-uitgaven 22.450.617 22.516.295 22.625.877 22.784.310 23.273.340 23.321.768 2. Nettokosten van de schulden 427.874 401.502 375.734 347.122 320.273 293.720

II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) 838.219 831.193 824.618 817.245 683.518 670.551

A. Netto-aflossingen van schulden 410.345 429.691 448.884 470.123 363.245 376.831 B. Nettokosten van schulden 427.874 401.502 375.734 347.122 320.273 293.720

Autofinancieringsmarge (I-II) -348.091 -182.447 37.230 187.914 142.966 425.162

14

2.3 Toelichting bij het meerjarenplan

2.3.1 Omgevingsanalyse

Leeswijzer:

Buiten het grijze vierkant: Info op macroniveau; hier moeten we ons bewust van zijn, maar we hebben er als organisatie weinig vat op

Binnen het grijze vierkant: Info om meso- en microniveau; onze organisatie kan hier een rol vervullen in de brede zin

Groot → klein: Belangrijke elementen worden groot voorgesteld, minder belangrijke, klein.

Asterisk of sterretje of *: Rond dit thema zou onze organisatie een coördinatiefunctie kunnen opnemen.

Kleuren: Mate van overeenstemming met onze missie

4 kleuren bepalen + interpretatie Blauw: volledig in lijn met de missie Groen: deels in lijn met missie Oranje: deels in strijd met missie Rood: in strijd met onze missie

Cursief: Biedt mogelijkheden in lijn met onze visie

15

2.3.1.1 Participatie

2.3.1.1.1 Schema

2.3.1.1.2 Beschrijvend

MACRO

39% van de geboorten in centrum is in kansarme gezinnen Uit de geboortecijfers 2010-2012 blijkt dat 39% van de geboorten in de stadkern Geraardsbergen in een kansarm gezin plaatsvinden.

1 op 5 ouderen is kansarm Uit een studie van CEDES blijkt dat 1 op 5 ouderen in kansarmoede verkeert. Dit is een uiterst relevant thema in het kader van armoedebestrijding.

Minimuminkomens liggen onder de armoedegrens De inkomsten van kwetsbaren zijn vaak onder de armoedegrens te situeren. Mensen die een aanvraag tot invaliditeit hebben ingediend, hebben tijdens hun wachttermijn nood aan een overbrugging inzake financiële middelen. Slechte toegang gezondheidszorg Door een beperkt inkomen en schaamtegevoel vinden kwetsbaren vaak slechts beperkt toegang tot de basis gezondheidszorgen.

Onaangepaste woonvormen hebben levensbrede effecten Kwetsbaren leven vaak, door hun beperkte financiële middelen, in onaangepaste, dure woningen. Dit heeft repercussies op allerlei vlakken: hokken samen met meerdere gezinnen in 1 woning, woningen onvoldoende geïsoleerd waardoor de energiekosten hoog

16 oplopen,gezondheidsproblemen door vocht in de woning, hoge huurprijzen waardoor ze weinig financiële middelen overhouden om in hun basisbehoeften (gezonde voeding, verwarming, participatie sociaal leven,…) te voorzien, … Kwetsbaren die een woning huren zijn onvoldoende op de hoogte wat hun rechten en plichten zijn als huurder. Hierin is er misschien een taak weggelegd voor de lokale wooninfo van de stad of de Huurdersbond. Uit een gesprek met de straathoekwerker blijkt dat Roma-jongeren met hun gezin vaak in één woning leven, samen met meerdere gezinnen. Door het gebrek aan ruimte hangen deze jongeren dan vaak op straat rond.

Meervoudig gekwetsten In onze samenleving is er een groep mensen die nauwelijks of geen aansluiting bij de samenleving vindt. Deze mensen werden in hun existentiële vertrouwen zo diep en/ of veelvuldig gekwetst dat het effect van deze kwetsuur op de verschillende terreinen van het leven zijn weerslag heeft. Ze zijn meervoudig gekwetst. Niet alleen de samenleving, maar evenzeer hulpverleners krijgen hierdoor vaak moeilijk contact met hen.

Nood aan integrale hulpverlening Hulpverlening aan meervoudig gekwetsten is steeds ontoereikend als ze slechts op één of enkele levensdomeinen gericht is. Opvoeding, leefomgeving, gezondheid, inkomen, sociaal netwerk beïnvloeden elkaar voortdurend. Een ernstige verstoring op één levensdomein heeft steeds effect op alle andere domeinen. Denk bijvoorbeeld aan een faillissement. Werknemers zullen hier niet enkel financiële gevolgen van dragen. Ze moeten zich ook bijscholen, komen onder stress, dit weegt op de gezinssituatie, het beïnvloedt de betrokkenheid van kinderen op school, deze komen minder de deur uit voor cultuur, de facturen stapelen zich op… Het is zelfs zo dat de oorzaak van een verstoring op het ene domein, vaak een oorzaak vindt in een ander. De hulpverlener mag zich dus niet eenzijdig op één aspect van het leven richten als er naar structurele oplossingen moet gezocht worden.

Schaamte Mensen die het financieel moeilijk hebben, voelen schaamte om bij een ocmw of een andere dienst aan te kloppen of in het sociaal leven te participeren. Het wordt ervaren als de bevestiging van ergens niet geslaagd te zijn. Het is niet makkelijk om zoiets toe te geven.

Lage participatie aan de samenleving Er is weinig tot geen participatie van kwetsbaren in Geraardsbergen. De mogelijkheden voor laagdrempelige participatie met concrete gevolgen zijn beperkt.

Er moet Participatie zijn van gezinnen in armoede via de mensen zelf, maar ook via hun verenigingen of via opgeleide ervaringsdeskundigen in de armoede en sociale uitsluiting

Weinig tot geen participatie van jongeren in Geraardsbergen Op beleidsniveau van de stad zien we enkel participatie van jongeren in de Spiraal. In scholen zijn er schoolraden, waar leerlingen deel van uitmaken.

Ocmw-cliënten hebben onvoldoende inspraak in de kwaliteit, werking, procedures en regelgeving van de ocmw-diensten. In het beleid van Geraardsbergen vinden we participatie van jongeren terug in de jeugdwerking. In andere beleidsdomeinen is er geen participatie. De formele vormen van participatie aan het beleid, zoals jeugdraad zouden optimaal moeten benut worden.

Het is de bedoeling om een aantal kerngroepen van jongeren die begeleid worden door de straathoekwerker op langere termijn te laten participeren in een mix met de jeugdraad. (in beweging – projectwerking)

17

Maatschappelijke participatie In de kenmerken die maatschappelijke participatie beïnvloeden, onderscheiden we twee grote groepen: individuele kenmerken, zowel van de jongere zelf (zoals geslacht, sociale achtergrond, onderwijsvorm, …) als van de ouders, maar ook structurele kenmerken. Onder deze laatste verstaan we het participatieaanbod op gemeentelijk niveau. Om de democratische burgerschapshoudingen van jongeren te bevorderen is enerzijds een breder welzijnsbeleid, gericht op het bevorderen van het persoonlijk en maatschappelijk welzijn van jongeren, nodig. Daarnaast blijkt dat de nodige aandacht voor maatschappelijke participatie van jongeren ook belangrijk is, vooral participatie aan de jeugdwerk- en culturele verenigingen. De focus in het beleid moet daarbij niet louter kwantiteit zijn (zoals de intensiteit van de participatie of de uitgebreidheid van participatie of het sociaal netwerk), maar eveneens de kwaliteit (de beleving) van de sociale relaties, zowel in formeel als in informeel verband. Voor het bevorderen van democratische burgerschapswaarden van jongeren uit lagere sociale middens kan het beleid extra aandacht besteden aan het bevorderen van participatie bij jongeren met een lagere sociale achtergrond.

Ongeveer 1 op 7 jongeren verlaat de school zonder diploma

Vooral jongeren zonder diploma secundair onderwijs blijven sneller thuis. Enkele macrogegevens over onderwijs.

 “Wat meteen opvalt, is dat het opleidingsniveau van de ouders zo goed als doorslaggevend is voor de studies die hun kinderen aanvatten”, zegt Nicole Vettenburg, professor sociologie aan de UGent en coördinator van de JOP-monitor. Van de 18- tot 30-jarigen die verder studeren, volgt 65 procent les aan de hogeschool en 36 procent aan de universiteit. Als beide ouders hoog opgeleid zijn en werken, studeren hun kinderen in 85 procent van de gevallen verder. Dat percentage wordt meer dan gehalveerd (37 procent) wanneer slechts één ouder werkt, of geen van beide ouders een hogere opleiding volgde. Bij de keuze voor universiteit is er een gelijkaardige tendens (54 tegenover 45 procent). Het maakt dus wel degelijk uit waar het kind zijn wieg staat.  Elk jaar groeit het aantal kinderen in het buitengewoon onderwijs. Schoolse achterstand: 38% in het secundair onderwijs in Gent (10,1% 2j of meer) of 46% in Antwerpen (13,7% 2j of meer). Het Vlaamse onderwijs scoort ver onder het gemiddelde voor sociale ongelijkheid tussen de leerlingen. (OESO) Er bestaat blijkbaar een hardnekkige correlatie tussen het behoren tot een etnisch culturele minderheid en een oriëntatie naar handels- of beroepsrichtingen zonder veel perspectief op de arbeidsmarkt. Of het opgroeien in armoede en het belanden in het bijzonder onderwijs. Of de school verlaten zonder diploma. (Uit de marge)  Kansenpas – scholenpas Bij initiatieven zoals cultuurcheques, het terugbetalen van lidgeld van sportverenigingen, vergeet men dat immateriële ongelijkheid zich niet laat herleiden tot louter materiële ongelijkheid. Zo vergeet men dat bijvoorbeeld jongeren van thuis uit niet altijd in even sterke mate worden gestimuleerd om aan sport of cultuur te doen, dat de werkingsmethodes en subculturele elementen eigen aan verenigingen niet altijd afgesteld zijn op specifieke doelpublieken, dat niet iedereen even makkelijk een cultuurcheque zal aanvragen of dat niet iedereen in dezelfde mate vertrouwd is met allerlei vormen van internetgebruik of e-government.

Jongeren in armoede = generatiearmoede Armoede kan van generatie op generatie worden verdergezet. Hier liggen levensbrede oorzaken aan de grondslag.

18

Preventief en pro-actief werken - Armoedespiraal doorbreken Eén belangrijke vaststelling is dat ongelijkheid in de maatschappij niet louter kan worden opgevat in termen van materiële condities, maar ook immateriële en culturele mechanismen bijdragen tot ongelijkheid in de samenleving. De segmentering van het onderwijs in diverse socialisatietrajecten (o.a. via de onderwijsvormen), de toepassing van marketingtechnieken en de bijhorende opdeling van het medialandschap volgens marktniches, de manier waarop er gewerkt wordt met jongeren, de thema’s die aan bod komen in werkingen en beleid, dragen bij tot ongelijkheid en sociale uitsluiting. Preventie en ingrijpen vooraleer de situatie te erg wordt, doorbreken deze neerwaartse spiraal.

Communicatie via peers in veilige context Er zijn veel drempels voor een goede communicatie tussen kwetsbaren en dan vooral kwetsbare jongeren. Toch zijn er ook manieren waarop die communicatie wel werkt. Basisvoorwaarde is dat ze gebeurt binnen een context waarin men zich veilig voelt. Wat gezegd en besproken wordt, gebeurt in een sfeer van vertrouwen. Het gaat dus voornamelijk over psychische veiligheid. Jongeren voelen zich het meest op hun gemak bij leeftijdsgenoten (peers). Hier delen ze met elkaar wat anders onbespreekbaar is. In diverse beleidsdomeinen zoals onderwijs, informatieverstrekking en preventiewerk wordt een beroep gedaan op deze positieve aspecten van vriendschap in de vorm van peer involvement. Deze methodiek kan worden gedefinieerd als een werkvorm waarbij beroep wordt gedaan op leeftijdsgenoten. Er kan daarbij verder onderscheid worden gemaakt tussen peer teaching waarbij de nadruk ligt op informatieoverdracht, en peer support waar men vooral aandacht besteedt aan de emotionele en sociale ondersteuning van jongeren door andere jongeren. Een belangrijk principe in deze werkvorm is ‘self-disclosure’, spreken vanuit je eigen ervaringen en deze delen met andere jongeren. Juist jongeren die vriendschap definiëren als een relatie waar er plaats is voor zelfonthulling en vertrouwen, hebben een hoger welbehagen. Gezin en vriendenkring zijn bepalend voor welbehagen

MESO EN MICRO

Vertrouwen opbouwen kost tijd* Een gezond vertrouwen tussen de cliënt en de dienst (begeleider) dient altijd aanwezig te zijn. Een wederzijds respect en vertrouwen ligt mee aan de basis van het al dan niet welslagen van een bepaalde hulpverlening.Voor de opbouw van dit wederzijds vertrouwen en respect zijn tijd, ruimte en middelen onontbeerlijk. In elk aspect van de dienstverlening moet die vertrouwensrelatie bevestigd worden. Cliënten die zich aanmelden aan het onthaal van het ocmw voelen zich momenteel in hun privacy geschaad. Ze dienen namelijk aan de onthaalbalie bij de onthaalmedewerkers en aan de telefoon vaak hun probleem uit te leggen, terwijl iedereen die aan het onthaal staat, kan meeluisteren. Kansarme jongeren hebben nood aan een vertrouwenspersoon omdat ze bij hun ouders met hun problemen vaak niet terecht kunnen.

Sociale contacten Kwetsbaren hebben ook nood aan een onderbouwd emotioneel en sociaal netwerk. Kwetsbaren participeren door allerlei factoren (kostprijs, schaamte, …) onvoldoende in het sociaal gebeuren/leven in Geraardsbergen.

In het wijkcentrum verlopen de contacten met allochtonen moeizaam.

Kwetsbaren hebben door allerhande factoren (criminaliteit, drugsproblematiek, …) een onveiligheidsgevoel in Geraardsbergen.

19

De vrijetijdspas is bij kansarme jongeren onvoldoende gekend en er is een drempel om deze aan te vragen.

Er is vraag om in het wijkcentrum ’s namiddags een praatuurtje/koffieuurtje/sociaal café in te richten, al dan niet met begeleiding.

Er leven binnen centrum Geraardsbergen verschillende groepen jongeren naast elkaar die weinig tolerant zijn tegenover cultuurverschillen. Allochtone jongeren vinden dat ze niet altijd welkom zijn in Geraardsbergen(bv bibliotheek) Allochtonen vinden geen aansluiting bij de autochtone bevolking.

14,7% van de senioren ervaart serieuze eenzaamheidsgevoelens. De Geraardsbergse senioren missen het meest mensen die men echt kan vertrouwen, mensen met wie men zich verbonden voelt en bij wie ze terecht kunnen met dagelijkse problemen. De gevoelens van eenzaamheid zijn groter bij oudere senioren, vrouwen, alleenstaanden, senioren zonder kinderen en bij personen met lage inkomens. Bij ongeveer 50% komt enkel de kinderen op bezoek. Het netwerk van Geraardsbergse ouderen is significant kleiner dan het netwerk van ouderen uit gemeenten met een gelijkwaardige vergrijzingsklasse en bevolkingsdichtheid. Ze hebben minder contact met kleinkinderen, andere familieleden, buren of mensen uit de wijk. Het zo lang mogelijk aanhouden van deze contacten vormt een uitdaging.

Vrijwilligers waarderen Binnen het OCMW Geraardsbergen is een ruim aantal vrijwilligers actief. De vrijwilligers ervaren momenteel dat ze onvoldoende ondersteund, gestimuleerd en gewaardeerd worden door het ocmw-bestuur. De meeste vrijwilligers binnen De Poort behoren tot de groep “kwetsbaren”.

Gezonde voeding* Kwetsbare doelgroepen consumeren vaak eenzijdige en ongezonde voeding. Door een gebrek aan financiële middelen kunnen zij hun geen gezonde voedingsmiddelen veroorloven.

Mogelijks kan de opstart van een sociale kruidenier hierin soelaas brengen. Kwetsbaren kunnen dan zelf met hun budget gezonde en betaalbare voeding (brood, verse groenten, vers fruit, …) aankopen. Tevens kunnen wij hierbij hun bewustzijn aanwakkerenom op een zorgzameen efficiënte manier met hun budget om te springen. De opstart van een sociaal restaurant kan hierin ook een meerwaarde betekenen. Kwetsbaren kunnen hier dan voor een betaalbare prijs een verse en gezonde maaltijd nuttigen. Door een gemengd publiek aan te trekken, worden de sociale contacten van de kwetsbaren met andere mensen gestimuleerd. Ook op het vlak van sociale tewerkstelling opent de opstart van een sociaal restaurant mogelijk perspectieven.

Toegang eerstelijnsgezondheidszorg* Kansarmen vinden moeilijker hun weg naar de geëigende gezondheidsvoorzieningen.

Kwetsbaren hebben nood aan gratis (laagdrempelig) medisch advies en ondersteuning door een arts en/of psycholoog die bijvoorbeeld aan het ocmw verbonden is. Mensen in financiële moeilijkheden hebben geen toegang tot noodzakelijke zorg (gezondheidszorg, tandarts, …),een meer uitgebreide toepassing van de derdebetalersregel kan soelaas brengen.

Senioren vormen een specifieke groep binnen die kwetsbaren: ZORGAFHANKELIJKHEID (lange wachtlijsten)

20

25,5% heeft hulp nodig in het huishouden, 22,6% hulp voor persoonlijke verplaatsingen en 13,3% hulp voor persoonlijke verzorging. Men ontvangt gemiddeld 6u per week hulp. 33,3 % vindt de hulpverlening te duur. 24,1% heeft een probleem met de lange wachtlijsten. De laagste inkomens ervaren de problemen met bovenstaande domeinen meest. In Geraardsbergen zijn er 20% senioren die moeilijk rondkomen met hun maandelijks inkomen. - 91 % is eigenaar van zijn woning

- 32 % heeft een inkomen tussen 1000 en 1500 euro/ maand

- 14 % heeft een inkomen tussen 500 en 999 euro/ maand

Werk* Er is in Geraardsbergen een tekort aan sociale tewerkstellingsprojecten/-plaatsen voor mensen die niet in aanmerking komen op de reguliere arbeidsmarkt. Minimuminkomens liggen onder de armoedegrens. Er is inzake tewerkstelling nood aan een betere/degelijke begeleiding van kwetsbare jongeren door de VDAB. Duidelijkere communicatie van VDAB is nodig. Franstalige ocmw-cliënten dienen een vorming te krijgen, zodat op langere termijn een vlottere doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt wordt bewerkstelligd. Tijdens de werkbegeleiding door de VDAB dienen de betrokkenen zelf hun vervoerskosten te betalen. Gezien er in Geraardsbergen weinig of geen tewerkstelling voorhanden is, dienen kwetsbaren buiten Geraardsbergen te gaan werken. Qua mobiliteit en bereikbaarheid stellen zich hierbij problemen. Er is nood aan betaalbare kinderopvang voor kinderen van kansarme gezinnen waarvan beide ouders werken. Er is ook een beperkt aanbod aan vakantie- of studentenjobs in de streek De kinderopvang in vakanties is te duur voor gezinnen met een laag inkomen. Kan dit gratis aangeboden worden?

Huisvesting* Er is in Geraardsbergen nood aan degelijke betaalbare woningen voor kwetsbare doelgroepen. Kwetsbaren leven namelijk vaak, door hun beperkte financiële middelen, in onaangepaste dure woningen. Dit heeft repercussies op allerlei vlakken: hokken samen met meerdere gezinnen in 1 woning, woningen onvoldoende geïsoleerd waardoor de energiekosten hoog oplopen, gezondheidsproblemen door vocht in de woning, hoge huurprijzen waardoor ze weinig financiële middelen overhouden om in hun basisbehoeften (gezonde voeding, verwarming, participatie sociaal leven,…) te voorzien, …

Kwetsbaren die een woning huren zijn onvoldoende op de hoogte wat hun rechten en plichten zijn als huurder. Hierin is er misschien een taak weggelegd voor de lokale wooninfo van de stad of de Huurdersbond.

Kansarmen die verhuizen hebben nood aan een gestructureerde begeleiding en een gratis of alleszins betaalbare verhuisservice (vb. door externe firma, door vrijwilligers, …). In Geraardsbergen is er een tekort aan betaalbare bemeubelde studio's voor kwetsbare jongeren.

Uit een gesprek met de straathoekwerker blijkt dat Roma-jongeren met hun gezin vaak in één woning leven, samen met meerdere gezinnen. Door het gebrek aan ruimte hangen deze jongeren dan vaak op straat rond.

Leefloontrekkende vreemdelingen die 6 maand in België wonen hebben recht op een huurtoelage, terwijl vreemdelingen die een financiële steun (equivalent leefloon) genieten en 6 maand in België wonen geen recht hebben op een huurtoelage.

21

Zelfstandig wonen vergt naast het hebben van financiële mogelijkheden ook enkele vaardigheden. Je mag er niet zomaar vanuit gaan dat iedereen die heeft. (zich organiseren, poetsen, omgang met buren…)

Daarnaast is 91 % van de senioren eigenaar van zijn woning.

Diverse en creatieve hulpverlening* Naast de strikt formele contacten met de diensten (begeleiders) hebben kwetsbaren ook nood aan meer informele contacten met hun begeleiders. Momenteel is er hier geen tijd of ruimte voor. Het is nochtans in dergelijke contacten dat de hulpverlening dieper wordt.

Er is in Geraardsbergen nood aan een intensieve thuisbegeleiding (psycho-sociaal) van gezinnen met kinderen.

Er is nood aan interne vorming/groepswerk van/voor ocmw-cliënten die niet arbeidsbemiddelbaar zijn. Tijdens deze vorming kunnen allerlei thema’s aan bod komen: weerbaarheid, omgaan met agressie, stress, conflicten thuis/werk, werkattitudes, …

De medewerkers van de sociale dienst dienen gemakkelijker bereikbaar te zijn.

Er is weinig impact op de mensen bij huisbezoeken in het kader van het LAC, door gebrek aan tijd, ruimte of middelen.

Er is geen aanbod begeleid zelfstandig wonen in Geraardsbergen

Residentiële opvang en begeleiding: Er zijn wachtlijsten voor residentiële begeleiding van drugs- en alcoholverslaafden. Er is nood aan geschikte huisvesting/crisisopvang voor drugs- en alcoholverslaafden. Er is een tekort aan doorgangswoningen in Geraardsbergen. Er is onvoldoende opvangcapaciteit voor daklozen in Geraardsbergen. Er is in Geraardsbergen nood aan crisisopvang voor korte duur (voor 14 dagen tot 1 maand).

Er zijn verschillende verenigingen actief in Geraardsbergen die werken met en voor kwetsbaren. Ze werken echter niet structureel samen.

Weinig gekend aanbod SD en SH Het aanbod van het Sociaal Huis en het ocmw in het algemeen is onvoldoende gekend. Bij Senioren kent 90 % het Sociaal huis niet, 50% kent het dienstencentrum De Maretak niet. Ook jongeren kennen het sociaal vangnet onvoldoende.

De drempel om beroep te doen op het ocmw is groot. Ocmw moet naar de mensen zelf gaan, niet wachten tot ze zelf hulp komen halen.

De vrijetijdspas is bij kansarme jongeren onvoldoende gekend en er is een drempel om deze aan te vragen.

Rechten van illegalen en vreemdelingen Illegalen hebben geen recht op voedselpakketten.

Kinderen van illegalen hebben geen recht op een schooltoelage. Leefloontrekkende vreemdelingen die 6 maand in België wonen hebben recht op een huurtoelage, terwijl vreemdelingen die een financiële steun (equivalent leefloon) genieten en 6 maand in België wonen geen recht hebben op een huurtoelage.

22

Vreemdelingen die een financiële steun (equivalent leefloon) genieten en die niet in orde zijn met hun mutualiteit hebben geen recht op een verminderingskaart voor het openbaar vervoer.

Begeleiding in opvoeding* Franstalige jongeren die geen Nederlands kunnen, vinden moeilijk toegang tot de scholen op het Geraardsbergs grondgebied.

Kansarme jongeren hebben nood aan begeleiding bij het vervullen van administratieve formaliteiten.

Er is nood aan huiswerkbegeleiding van kinderen uit kansarme gezinnen.

Kinderen van illegalen hebben geen recht op een schooltoelage.

Er is nood aan een intensieve thuisbegeleiding (psycho-sociaal) van gezinnen met kinderen.

Toegankelijk onderwijs: jongeren (vooral technisch en beroepsonderwijs) vallen vaak tussen de mazen van het net. Jongeren die soms 2 – 3 maanden niet naar school gaan (van school weggestuurd)

Geen OKAN klassen (onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers).

De kinderopvang in vakanties is te duur voor gezinnen met een laag inkomen. Kan dit gratis aangeboden worden?

Mutualiteit als opstap naar maximale benutting van sociale rechten Vreemdelingen die een financiële steun (equivalent leefloon) genieten en die niet in orde zijn met hun mutualiteit hebben geen recht op een verminderingskaart voor het openbaar vervoer. Deze groep kan zich niet aansluiten. Ocmw neemt de rol over ivm terugbetaling medische kosten, maar niet wat toekenning sociale voordelen betreft.

Hoge drempel voor administratieve ondersteuning Tijdens ingrijpende veranderingen in het leven worden mensen geconfronteerd met moeilijke administratie. De juiste opvolging ervan heeft meestal verstrekkende gevolgen. Denk maar aan een verhuis, scheiding, jobverlies, de belastingsbrief, mutualiteiten. Kwetsbaren geven aan geen of onvoldoende ondersteunt te worden op administratief vlak.

Drughulp Bij drugsproblematiek moeten verslaafden zelf de stap ondernemen in hun zoektocht naar hulpverlening.

Er zijn ook te weinig opvangplaatsen.

Na ontslag is er te weinig begeleiding en hervallen ze.

Ontspanningsactiviteiten zijn vaak te duur Vrijetijdspas is niet of te weinig gekend en er is een drempel om deze aan te vragen. Op heden zijn er 759 gebruikers van een vrijetijdspas, 11 % daarvan zijn senioren.

Senioren die moeilijk rondkomen met het beschikbare netto maandinkomen nemen minder deel aan activiteiten. Hierbij moet wel vermeld worden dat het ouderenbehoefteonderzoek werd afgenomen vóór de start van de vrijetijdspas.

23

Onveiligheidsgevoel Er is een onveiligheidsgevoel bij ouders en jongeren. Durven ’s avonds niet meer op straat komen.

Senioren uit Geraardsbergen zijn meest bevreesd voor roof, diefstal of inbraak in de woning (44%), hebben angst om op straat te worden lastig gevallen (34,4%) en voelen zich onveilig in het verkeer (32,7%). Dit onveiligheidsgevoel is groter naarmate men ouder wordt, men over minder inkomen beschikt en alleenstaande is. Het aanvoelen dat er in het centrum te weinig mensen wonen, er ’s avonds weinig volk op straat loopt en het centrum niet altijd een nette indruk maakt, versterkt het onveiligheidsgevoel. 42% komt nooit ’s avonds op straat.

Mobiliteit Openbaar vervoer is vaak duur voor kansarmen.

Vervoersproblemen naar activiteiten’s avonds en terug

Om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk leven is mobiliteit enorm belangrijk. Als mensen zich niet meer zelfstandig kunnen verplaatsen moeten zij beroep doen op het openbaar vervoer. De slechte bereikbaarheid en onaangepaste dienstregelingen ervaren zij echter als problemen. 25 % van de senioren geeft aan dat de bereikbaarheid van het vrijetijdsaanbod problematisch is en voor frustraties zorgt. Belbus wordt goed gebruikt (cijfers opgevraagd bij verkeersdienst stadsbestuur)

Beperkt en onbekend jongerenaanbod Er is nood aan een plaats waar jongeren kunnen ‘chillen’.

Een eigen stek voor jongeren is de basis voor het opbouwen van vertrouwensrelaties onderling en met hulpverlening.

Jongeren voelen zich gecontroleerd. Nood aan privacy.

Er is te weinig speelruimte van jongeren.

24

2.3.1.2 Arbeid

2.3.1.2.1 Schema

2.3.1.2.2 Beschrijvend

MACRO

Economische crisis: De financiële crisis van eind 2008 en de daaropvolgende economische crisis hebben een nefaste weerslag op de vraag naar arbeid. De creatie van nieuwe werkgelegenheid stokt en de bestaande arbeidsvolume komt onder druk te staan. Overleg in de stuurgroep “sociale dienst” van de VVSG en analyse van onze eigen cijfers leren ons dat dit ook zijn weerslag heeft op het aantal hulpvragen bij het ocmw. In Mechelen werd het effect bestudeerd en kwam men tot de bevinding dat dit effect meestal een vertraging heeft van 1 tot anderhalf jaar en ook na een eventuele economische herneming nog één tot 2 jaar voelbaar blijft.

Slechte ontsluiting ZO Vlaanderen: Het is een bekend fenomeen voor Zuidoost Vlaanderen en voor Geraardsbergen in het bijzonder dat de aansluiting op de grote verkeersassen te wensen overlaat. Onze stad ligt ingesloten binnen een vierkant van grote verkeersassen (E40 te N, E17 ten W, E19 ten O en E 429 ten Z). De aansluiting gebeurt, ook voor zwaar vervoer, dient te gebeuren langs onaangepaste gewestwegen

90° ipv 360: Geraardsbergen ligt in het uiterste hoekje van Zuidoost Vlaanderen en ligt dus ook op administratief en bestuursmatig opgesloten in een hoek. Enerzijds tegen de taalgrens (Henegouwen) en anderzijds tegen de provinciegrens met Vlaams Brabant. Zowel de radius

25 voor het zoeken naar werk als de mogelijke samenwerkingsmogelijkheden op bestuursvlak worden hierdoor sterk ingeperkt.

Stimulerende maatregelen voor tewerkstelling kansengroepen: Er zijn een resem tewerkstellingsmaatregelen maar de gebruiker vindt door het bos de bomen niet meer. Om het zoeken te vereenvoudigen werd een webapplicatie gebouwd. Maar dan nog blijft het aanbod ontoegankelijk. Een zoekopdracht naar aanwerving van een ongeschoolde arbeidskracht jonger dan 25 jaar geeft 35 mogelijke maatregelen!

Verschuiving naar diensteneconomie: In de West-Europese landen merkt men een versnelde verschuiving naar een diensteneconomie. Hierin is nog minder dan in de industriële sector plaats voor ongeschoolde arbeidskrachten. We krijgen daardoor te maken met het fenomeen van de knelpuntberoepen: vacatures raken niet ingevuld terwijl er toch een hoog aantal werkzoekenden zijn.

Werkloosheid 7 %: De werkloosheid in Geraardsbergen bedraagt 7 %. Dit ligt in de lijn van het provinciaal en gewestelijk gemiddelde.

Jobratio ligt 1/3 lager dan het Vlaams gewest: bron Sociale situatieschets O-Vl/Arvastat de jobratio is één van de belangrijkste indicatoren voor de lokale arbeidsmarkt. Het geeft aan hoeveel jobs er plaatselijk zijn per 100 inwoners op arbeidsleeftijd. In Geraardsbergen bedraagt dit cijfer : 43,7 = zeer laag t.o.v. Vlaanderen (66) en ook binnen het zwakste arr. Aalst (49) . Dit betekent zeer weinig werk in eigen streek en noodzaak tot geografische mobiliteit - pendelarbeid. Zelfs , met een werkloosheidsgraad 20 % hoger dan het Vlaams gemiddelde heeft een hogere jobratio (58).

MESO en MICRO

Kwetsbare groepen zijn minder mobiel: De arbeidsmarkten vragen een absolute prioriteit voor hun noden, met name: meer flexibiliteit, meer ruimtelijke mobiliteit en een meer marktgerichte attitude bij werkzoekenden. Deze vereisten zijn meestal problematisch voor de kwetsbare groepen. Ze hebben niet genoeg mogelijkheden om in hun leven deze noodzakelijke sociale infrastructuur te organiseren: tijdsbesteding is gericht op de kinderen, fysieke mobiliteit is beperkt tot het aanbod van het openbaar vervoer en de aansprakelijkheid wordt belemmerd door armoede en een onderwijskloof. Dit veroorzaakt de groeiende kloof tussen flexibel, mobiel en technisch hooggeschoold en gespecialiseerd personeel en de groeiende groep van kwetsbare werkzoekenden.

Beleid staat positief tegenover sociale tewerkstelling: In de visieoefening van de sociale dienst zoals deze werd ontwikkeld, voorgesteld en goedgekeurd door de raad staat activering in de ruime zin en de artikel 60 tewerkstelling in het bijzonder centraal. Tewerkstelling wordt gezien als een waardevolle stap in de richting van een duurzame oplossing voor de inkomenssituatie maar tevens voor de maatschappelijke (re-)integratie van onze cliënten. In oktober 2012 werd de stand van zaken i.v.m. de implementatie van de visie voorgelegd aan de raad. De implementatie werd zonder opmerkingen goedgekeurd. Tevens verklaarde de raad zich akkoord met de aanwerving van een bijkomende arbeidstrajectbegeleider die zich vooral zal toeleggen op de doorstroming van artikel 60-ers naar de reguliere arbeidsmarkt en op het ontwikkelen van een voortraject voor cliënten die niet onmiddellijk arbeidsbemiddelbaar zijn

26

Efficiënt proces tewerkstelling artikel 60 Het proces voor artikel 60 tewerkstelling is vrij complex. De volgende actoren spelen een rol: de arbeidstrajectbegeleider, de personeelsdienst, de plaats van tewerkstelling, de administratie van de sociale dienst en de tewerkgestelde zelf. In het verleden heeft deze situatie dikwijls geleid tot wrijvingen en frustraties. Sinds 2 jaar werd dit proces gedocumenteerd en geoptimaliseerd zodat de rol van eenieder duidelijk is. Er is zeer frequent contact tussen de trajectbegeleiders en de tewerkstellingsplaatsen. Minimum één maal per jaar worden alle partners ook samengebracht teneinde de communicatie nog verder te verbeteren en efficiënter te maken door alle dubbel werk eruit te filteren. Dit alles heeft geresulteerd in een “lean” en uniform proces met aangepaste sjablonen voor communicatie waar elke partner baat bij heeft.

15 partners in sociale tewerkstelling Het aantal tewerkstellingen werd geleidelijk opgevoerd van 14 tot ongeveer 50. Het was daarom noodzakelijk het aantal plaatsen voor terbeschikkingstelling uit te breiden. Dit is gerealiseerd door nieuwe partnerships met diensten binnen en buiten de organisatie. Uitbreiding werd vooral gerealiseerd via RVT’s, Grijkoort, Resourcerie, scholen en stadsdiensten (bib, cel economie, technische dienst, wooninfo, …). Deze uitbreidingen leiden ook tot een diversificatie van het tewerkstellingsaanbod, hetgeen een bijkomend voordeel is.

1 op 4 van de werklozen is jonger dan 25 bron Sociale situatieschets O-Vl/Arvastat het is een vaststelling dat jongeren (18-25) oververtegenwoordigd zijn in de werkloosheidcijfers. Dit is een fenomeen dat geldt voor het ganse gewest. Het zijn dikwijls jonge schoolverlaters met een lage tot zeer lage scholingsgraad die van bij de start de aansluiting met de arbeidsmarkt missen en daardoor langdurig werkloos worden.

Diversiteitplan In het beleidsplan integratie staat een doelstelling en acties ter bevordering van de tewerkstelling bij stad en ocmw van personen van etnisch culturele minderheden. Operationele doelstelling 1.1. De stad Geraardsbergen voert een personeelsbeleid dat gericht is op gelijke kansen voor iedereen Acties 1. Een standaardclausule wordt opgenomen bij het publiceren van stedelijke vacatures. In de clausule staat dat het bestuur rekruteert op basis van kwaliteiten ongeacht leeftijd, geslacht, origine, geaardheid of handicap 2. De stad ontwikkelt een actieve communicatiestrategie waardoor de openstaande vacatures beter bekend geraken bij de ECM 3. De acties die in het diversiteitsplan met RESOC opgenomen werden, worden verder opgevolgd. De mogelijkheid tot het afsluiten van een diversiteitsplan met RESOC vanuit het OCMW wordt onderzocht Indicator 1. Uittreksel besluit schepencollege i.v.m. invoeren clausule 2. Overzicht van de acties i.f.v. de bekendmaking van vacatures bij ECM

3. Overzicht acties en resultaten. Diversiteitsplan OCMW

Arbeid als middel, niet als doel Niet in alle gevallen is het realistisch om betaalde arbeid als doel van een hulpverleningstraject voorop te stellen. Dikwijls is arbeid (onder welke vorm dan ook) eerder een middel voor sociale integratie, werken aan zelfbeeld, attitudes, … Soms is dit zelfs het hoogst haalbare. Het is belangrijk in onze activering dit onderscheid te maken en onze dienstverlening te diversifiëren.

27

Schoolverlaters zonder diploma Bijna 1 op 7 jongeren stoppen met schoollopen zonder diploma. Dit hypothekeert natuurlijk zwaar hun kans op een tewerkstelling in een economische context waarin de vraag naar ongeschoolde arbeid sterk daalt.

Privésector en sociale tewerkstelling Op dit ogenblik zijn de meeste van onze partners in de sociale tewerkstelling rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden met een overheidsdienst. We maken nog weinig gebruik van tewerkstelling in de privésector, terwijl we daar misschien juist de meeste kans hebben voor doorstroming naar het NEC.

2 op 3 werklozen behoort tot kansengroep bron Sociale situatieschets O-Vl/Arvastat Twee op de drie niet-werkende werkzoekende behoren, door één of ander kenmerk, tot minimum één kansengroep of een combinatie ervan.

Leerpunt Geraardsbergen Het is een pluspunt om een centrum voor basiseducatie te hebben op het grondgebied Geraardsbergen. Geletterdheid is de competentie om informatie te verwerven, te verwerken en gericht te gebruiken. Dit betekent met taal, cijfers en grafische gegevens kunnen omgaan en gebruik kunnen maken van ICT. Geletterd zijn is belangrijk om zelfstandig te functioneren en te participeren in de samenleving en om zich persoonlijk te kunnen ontwikkelen. Missie: De sector Basiseducatie bestaat uit 13 pluralistische Centra voor Basiseducatie in Vlaanderen en Brussel. In een maatschappij die steeds meer gekenmerkt wordt door een toenemende kloof tussen hoger- en lagergeschoolden, willen de centra de geletterdheid verhogen via onderwijs en vorming.

Drempel voor VDAB opleidingen te hoog Heel veel mogelijkheden( groot aanbod) maar de toelatingsvoorwaarden – de startnorm – ligt steeds hoger omdat het uitstroompercentage steeds hoger moet liggen – momenteel minimaal 70 % van de personen die aan een opleiding starten moeten nadien ook in die sector een job vinden. Voor laaggeschoolden zijn er wel lokaal specifieke opleidingsmogelijkheden o.a. via Vokans,bouwbaan,mobiele opleidingen,…, maar ook deze opleidingen zijn dikwijls te hoog gegrepen voor de ocmw doelgroepen.

Diversificatie in arbeidsaanbod sociale tewerkstelling Door de crisis enerzijds en via immigratie anderzijds komen ook een deel mensen bij het ocmw terecht die een hogere opleiding, eventueel in het buitenland, hebben genoten. Het is belangrijk ons tewerkstellingsaanbod in die zin ook te diversifiëren en de arbeidsplaatsen voor ongeschoolde en/of laaggeschoolde aan te vullen met jobs die een hogere opleiding vereisen. Onvoldoende doorstroming art. 60

1 op 2 werklozen is laaggeschoold

Vóóropleiding knelpuntberoepen

Stijging werkloosheid niet EU met 34 % in 2012 t.o.v. 2011

Voortrajecten in arbeidsbemiddelbaarheid

De dagmoed

Grijkoort

28

2.3.1.3 Inkomen

2.3.1.3.1 Schema

2.3.1.3.2 Beschrijvend

Vervangingsinkomsten/sociale uitkeringen zijn een recht > 25% van de bevolking in Geraardsbergen leeft van een vervangingsinkomen/sociale uitkering/pensioen vervangingsinkomsten/sociale uitkeringen zijn laag en verhogen het armoederisico – liggen grotendeels onder de armoedegrens ( EU-silc-norm)

10,4 % van de bevolking In Geraardsbergen heeft een verhoogd armoederisico – 3400 inwoners bij alleenstaanden stijgt dit percentage tot 14,5 % bij eenoudergezinnen stijgt dit percentage naar 24,2% bij gepensioneerden stijgt dit naar 15,2% bij werklozen stijgt dit naar 23% bij inwoners van vreemde origine ligt dit percentage tussen de 18 en 54 % afhankelijk van het land van herkomst geboorten in kansarme gezinnen stijgt: 14,9 % van het aantal geboorten in 2011

Niet iedereen heeft makkelijk toegang tot het recht of behoudt dit recht ingewikkelde wetgeving/aanvraagprocedure/controlesystemen weinig persoonlijke draagkracht en een beperkt sociaal netwerk verhogen de kwetsbaarheid

29

Tewerkstelling biedt mogelijkheden om uit armoede te raken/gewaarborgd minimumloon - link tewerkstelling armoedepercentage daalt naar 3,5% weinig tewerkstelling in eigen streek werkloosheidsval – lage lonen/wegvallen sociale voordelen sociale tewerkstellingsmogelijkheden als opstap

Opleiding directe link met verhoogd risico op armoede – link opvoeding kansen op tewerkstelling stijgen met de mate van opleiding: 22,7 % van de laaggeschoolden, 9,8 % van de middelmatig opgeleiden en 5,2 % van de hoger opgeleiden loopt risico op armoede lagere looncategorieën toegang tot en behoud van rechten kinderarmoede

Huurders hebben een 3 maal hoger armoederisico dan eigenaars – link wonen Laag percentage sociale huurwoningen in Geraardsbergen

Laag inkomen beperkt toegang tot zorg – link zorg omnio-statuut – geen automatisch toekenning – benutting 40% mantelzorgpremie – zeer beperkte doelgroep – enkel zwaar hulpbehoevenden maximumfactuur maximumfactuur in de thuiszorg – uitgesteld globaal medisch dossier – beperking remgeld

Luik cultuur participatie vrije tijd heeft een duidelijke link met inkomen

30

2.3.1.4 Opvoeding

2.3.1.4.1 Schema

2.3.1.4.2 Beschrijvend

MACRO

14,7% in (kans)armoede Voor het Vlaams gewest leeft 14,7% in armoede of sociale uitsluiting (Vlaamse armoedemonitor 2012)

éénoudergezinnen Alleenstaand moederschap vormt een ernstige risicofactor voor psychologische stress. Angst en depressie komen vaker voor bij alleenstaande moeders dan bij andere moeders. Een groot aantal studies uit verschillende landen tonen aan dat er een toename is in emotionele en gedragsproblemen bij vooral jongens uit eenoudergezinnen. Er is een verhoogd risico op mortaliteit door allerlei oorzaken bij jongens, en op zelfmoord bij jongens en meisjes, alsook een toename in het aantal ongevallen en consultaties voor infecties. De negatieve effecten van alleenstaand ouderschap op gezondheid, onderwijs en antisociaal gedrag kunnen verklaard worden door de materiële nadelen waarmee alleenstaande ouders vaak te kampen hebben in vergelijking met tweeouder gezinnen. De problemen bij kinderen ontstaan dus eerder ten gevolge van de materiële nadelen bij eenoudergezinnen en niet zozeer door de gezinsstructuur zelf.

Het aantal eenoudergezinnen stijgt -gezinsvorm: 45% eenouder, 44% twee ouders, 12% nieuw samengesteld (CKG Boomgaard ‘ jaarverslag werking 2011’)

31

Het armoederisico van een alleenstaande ouder met minstens 1 kind bedraagt 35,3. Voor een gezin met twee ouders is dit 9,2. (EU-SILC 2010)

Biologische gevolgen van armoede De levensperiode van 0 tot 3 jaar is erg belangrijk voor de groei en ontwikkeling van het kind. Opdat deze ontwikkelingstaken goed verlopen, is ondersteuning vanuit het gezin noodzakelijk. Wanneer ouders omwille van een bepaalde problematiek bij zichzelf, in hun relatie of omgeving, onvoldoende zorg en aandacht aan hun kind kunnen schenken, kunnen stoornissen of vertragingen ontstaan in de gezondheid, groei en ontwikkeling van het kind. Stoornissen in deze (sociaalemotionele) ontwikkeling kunnen zich manifesteren onder vorm van externaliserend of internaliserend probleemgedrag. Het blijkt dat bvb. de hersenen bij kinderen die in een problematische gezinscontext opgroeien, significant onderontwikkeld zijn. (lezing Peter Adriaenssens – projectenmarkt kinderarmoede 25/9/2012)

Cijfers van Kind en Gezin geven aan dat in 1/3 van de gezinnen die als kansarm gedefinieerd worden, er sprake is van zwaktes in de ontwikkeling van kinderen. (Buysse, 2006 (Armoede in België jaarboek 2013, p 65))

Kansarmoede= meervoudige problemen= sociale uitsluiting Kansarme gezinnen hebben te maken met een complex geheel van problemen. Meest frequent is laag inkomen (73,9%), lage opleiding (71,6%) en zwakke arbeidssituatie (70,6%). Slechte huisvesting vindt men bij 45,2%, ontwikkelingsproblemen bij 24,4% en gezondheidsproblemen bij 18,2%. (http://www.kindengezin.be/img/nota-krijtlijnen-voor-de-uitbouw-van-een-versterkte- preventieve-genzinsondersteuning-en-begeleidend-schrijven-van-minister-jo-vandeurzen-bij- deze-nota-29-10-2010.pdf)

Mensen in armoede zitten gevangen in een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het scheidt de armen van de algemene aanvaarde leefpatronen van de samenleving. Deze kloof kunnen ze niet op eigen kracht overbruggen. (Vrancken, 2012: 36)

Voor kinderen is het, naast de inkomensgerelateerde factoren, ook belangrijk om aandacht te schenken aan andere aspecten van materiële deprivatie. Kinderen uit gezinnen met een armoederisico worden veel vaker dan anderen geconfronteerd met het niet kunnen kopen van kleding, schoenen, voedsel. (Armoede in België, jaarboek 2013, p. 59)

Dualisering kansarm en kansrijk De kloof tussen (kans)armen en (kans)rijken wordt steeds groter, o.a qua inkomen, huisbezit of huurder,…

0,1% aan preventie, 10% aan curatieve zorg Ondanks het belang dat, zowel nationaal als internationaal gehecht wordt aan preventie weerspiegelt zich dat op geen enkele manier in de middelen die ervoor vrijgemaakt worden. We besteden minder dan 0,1% van het Bruto Binnenlands Product aan preventieve tegenover 10% aan curatieve zorg. Er wordt per inwoner 28,97 euro aan preventie besteed in België, voor de buurlanden is dit: 57,22 euro in Nederland, 51,43 euro in Frankrijk en 68,09 euro in Duitsland. Ook blijkt dat de investering van de Vlaamse overheid in kinderen overwegend gericht is naar 12-tot 17 jarigen en minder dan 3% naar de min-driejarigen gaat (inclusief de kinderopvang), en dit volgens een studie van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck.

32

Binnen Kind en Gezin leert het Jaarverslag 2009 dat de Kinderopvang voor 371,8 mio EUR gesubsidieerd wordt, tegenover 69,2 mio EUR voor de Preventieve Gezinsondersteuning. De sector van de consultatiebureaus neemt daarin zelfs amper 11,7 mio EUR voor zijn rekening. (http://www.kindengezin.be/img/nota-krijtlijnen-voor-de-uitbouw-van-een-versterkte- preventieve-genzinsondersteuning-en-begeleidend-schrijven-van-minister-jo-vandeurzen-bij- deze-nota-29-10-2010.pdf)

Investeren in de preventie of remediëring van de effecten van armoede in de (vooral jongste) kinderjaren kan resulteren in substantiële voordelen op het niveau van de samenleving. Vergemakkelijken dat kinderen hun volledig potentieel kunnen ontwikkelen, leidt ertoe dat de publieke uitgaven op lange termijn op jonge leeftijd lager zijn dan de uitgaven die noodzakelijk zouden zijn om de effecten van armoede op latere leeftijd op te vangen. (armoede in België, jaarboek 2013, p. 52)

Versnippering bevoegdheden Kansarmoede vindt z’n oorzaak in verschillende levensdomeinen. Het beleid is meestal opgesplitst per levensdomein. Dit bemoeilijkt een integrale aanpak.

Risicofactoren bij opvoeding -ouders met psychopathologie/verslaving: 25-65% kans op psychische problemen bij kind -onvoldoende sensitiviteit, gebrek aan warmte, relatieproblemen, alleenstaande ouders, negatieve jeugdervaringen, gebrek aan pedagogisch besef, veel verhuizen: risico op verwaarlozing/mishandeling -lage sociaal-economische status -sociaal isolement -woonomgeving (onveilig, te kleine huisvesting, kansarme buurt, ..) (http://www.kindengezin.be/img/literatuurstudie-effecten-van-het-psychisch-functioneren- van-een-gezin-op-de-gezondheid-groei-en-ontwikkeling-van-het-kind.pdf)

Meer nood aan opvoedingsondersteuning Kleinere familienetwerken, de afname van sociale ondersteuning, het wegvallen van traditionele opvoedings- en gezinsmodellen enz. zouden opvoeden moeilijker en complexer maken waardoor er meer behoefte is aan ondersteuning. Ook de meer bewuste keuze voor kinderen en hogere verwachtingspatronen zouden ouders “onzekerder” maken waardoor ze meer geneigd zijn om steun te zoeken. Deze onzekerheid wordt bijkomend gevoed door de toegang die ouders hebben tot verschillende bronnen van kennis. (http://www.kindengezin.be/img/nota-krijtlijnen-voor-de-uitbouw-van-een-versterkte- preventieve-genzinsondersteuning-en-begeleidend-schrijven-van-minister-jo-vandeurzen-bij- deze-nota-29-10-2010.pdf)

MICRO

Stijging geboorten in kansarme gezinnen Sterke stijging van het aantal geboortes in kansarme gezinnen: in 2010 37 op 355 geboortes (10,4%), in 2011 48 op 323 geboortes (14,9%) (Kind en Gezin) Op Vlaams niveau ligt de kansarmoede-index in 2011 (9,7%) 3,71% hoger dan in 2001 (5,99%). (cijfers K&G regiohuis )

Armoede wordt gekleurd 40% van de geboorten in kansarme gezinnen in het centrum van Geraardsbergen is van vreemde origine (Kind en gezin) (cijfers K&G regiohuis Ninove)

33 percentage GOK-leerlingen Scholen in het centrum hebben > 40% GOK-leerlingen, voor scholen buiten het centrum schommelt dit rond 20%. Scholen met een hoog aantal GOK-leerlingen, scoren ook hoog op de schoolse vertraging en vroegtijdige schoolverlaters. (omgevingsanalyse LOP Geraardsbergen basis- en secundair onderwijs 2010-2011)

Kansarmoede in centrum Volgens Kind en Gezin werden in 2011 32 van de 82 kinderen in het centrum geboren in een kansarm gezin (40%). Buiten het centrum bedraagt dit 16 van de 241 geboortes. (cijfers K&G regiohuis Ninove)

Het aantal GOK-leerlingen loopt op tot > 50% in bepaalde scholen in het centrum. De sociale dienst van het ocmw begeleidt vooral mensen die in het centrum wonen. (omgevingsanalyse LOP Geraardsbergen basis- en secundair onderwijs 2010-2011)

Dualisering kansarm en kansrijk De kloof tussen kansarme en kansrijke gezinnen wordt steeds groter. Dit weerspiegelt zich voor Geraardsbergen bvb. in de uitstroom van het onderwijs. De groep leerlingen die uitstroomt zonder een diploma groeit, terwijl het kwalificatieniveau bij leerlingen die wel een diploma behaalt, stijgt. (omgevingsanalyse LOP Geraardsbergen basis- en secundair onderwijs 2010-2011)

Stijging aantal jongeren met leefloon Evolutie jongeren < 25 jaar (exclusief studenten) met leefloon 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 36 46 50 50 63 64 65 79 88 77 (www.mi-is.be/statistieken)

Stijgend aantal gezinnen met overmatige schuldenlast Maar liefst 7,3 procent (361.955 mensen) van alle landgenoten met minstens één krediet (4,93 miljoen mensen) krijgt van de Nationale Bank de stempel 'wanbetaler' opgeplakt. Het gaat om een triest record. Alle wanbetalers hadden eind augustus samen een achterstallige schuld van 2,33 miljard euro. Zij hebben bepaalde kredieten (zoals consumentenkrediet, een kredietkaart of een hypothecaire lening) niet afgelost binnen de drie maanden na de vervaldag. Het aantal gezinnen dat noodgedwongen bij een professionele schuldbemiddelaar moest aankloppen, nam in vergelijking met vorig jaar met 13 procent toe tot 84.522 gezinnen. De betalingsachterstand doet zich vooral voor bij de persoonlijke leningen op afbetaling (1,12 miljard euro, plus 11 procent). Dan volgen de woonkredieten (786 miljoen euro, plus 19 procent) en de kredietopeningen (365 miljoen euro, plus 10 procent). In 2007, dus voor de start van de economische crisis, hadden nog minder dan 340.000 gezinnen een betalingsachterstand. (GvA, 8/9/2010)

MESO

Geen OKAN-klas in lager onderwijs Geen enkele lagere school slaagt er in om een OKAN-klas te organiseren, omdat zij onvoldoende nieuwkomers hebben in hun eigen vestiging. (LOP basisonderwijs Geraardsbergen)

30% jongeren met maatregel BJB

34

In Geraardsbergen heeft 30,36% (=231) jongeren een maatregel Bijzondere Jeugdbijstand. Het gemiddelde in de provincie is 19,42%. Het percentage van Geraardsbergen is het op drie na hoogste percentage van OVl (na Ronse en ). (CKG Boomgaard ‘ jaarverslag werking 2011’)

(Jongeren)hulpverlening is gecompartimenteerd Het hulpverleningsaanbod is gefragmenteerd georganiseerd, waarbij de organisaties zich – moeten- beperken tot bepaalde thema’s en voor andere moeten doorverwijzen. Dit heeft tot gevolg dat bij gezinnen met een complexe problematiek meerdere organisaties en hulpverleners betrokken zijn.

Geen spreekbuis Mensen in kansarmoede hebben geen forum in Geraardsbergen. Er bestaat bvb. geen vereniging waar armen het woord nemen en er zijn momenteel ook geen andere organisaties die de stem van kansarmen zijn in het beleid, hulpverleningsorganisaties. Enkel in Kind en Gezin werkt een ervaringsdeskundige.

Cliëntoverleg Er is weinig tot geen structureel cliëntoverleg in Geraardsbergen. Dit leidt tot risico op niet- afgestemde hulpverlening, onefficiënte inzet van middelen, … Het LOP geeft o.a. als actiepunt voor Geraardsbergen aan dat er een gecoördineerd welzijnsoverleg nodig is. (omgevingsanalyse LOP Geraardsbergen basis- en secundair onderwijs 2010-2011)

Groot bereik kind en gezin De consultatieruimte van Kind en gezin bereikt 76,1% van de Geraardsbergse gezinnen. Voor de kansarme gezinnen bedraagt dit 82%. Via de huisbezoeken bereikt Kind en Gezin 98% van de Geraardsbergse gezinnen. (bron: Carine de Meerleer – regioverantwoordelijke)

Vroegdedectie Algemeen wordt het belang van een vroegdedectie van problemen erkend. Hoe sneller problemen opgespoord worden, hoe minder ingrijpend de vereiste (hulpverlenings)interventie. (http://www.kindengezin.be/img/literatuurstudie-effecten-van-het-psychisch-functioneren- van-een-gezin-op-de-gezondheid-groei-en-ontwikkeling-van-het-kind.pdf)

Registratie Gebrek aan gedetailleerde registratie bij sociale dienst, sectie jeugd en gezin politie.

Vermaatschappelijking van zorg Kansarme gezinnen hebben dikwijls een beperkt sociaal netwerk. Inzetten op het verbreden en versterken van dit netwerk (groepswerk, sociale activering, vrijwilligerswerk) vermindert de nood aan professionele hulp en vergroot de verbondenheid.

SD werk doelgroepgericht en integraal Cliënten worden steeds begeleid door 1 maatschappelijk werker. De sociale dienst is doelgroepgericht georganiseerd (jongeren, financiële steun, vreemdelingen, schuldhulp, activering, wonen).

Gezinsondersteuning De sociale dienst van het OCMW investeert sinds 2012 een halftijds maatschappelijk werker in gezinsondersteuning. Zij is in de eerste plaats een pleitbezorger van de gezinnen en probeert de verbindingen met hulpverleners, school, huisbaas,… te versterken.

35

Straathoekwerk Zowel de stad (via UIT DE MARGE) als het CAW stellen een straathoekwerker tewerk in Geraardsbergen. Zij proberen prioritair jongeren te bereiken die moeilijk aansluiting vinden met de maatschappij.

Wachtlijsten Heel wat voorzieningen, vooral binnen de bijzondere jeugdzorg, worden geconfronteerd met wachtlijsten.

Projectwerking Het huidig federaal en Vlaams beleid zet sterk in op projectwerking, die beperkt is in tijd. Te dikwijls eindigen waardevolle initiatieven wanneer de financiële ondersteuning stopt. Projectwerking is net in tegenspraak met wetenschappelijke bevindingen dat zeker risicogezinnen nood hebben aan intensieve en langdurige begeleiding.

Wijkcentrum De Poort Het wijkcentrum bereikt kansarme inwoners en biedt diensten aan (3-maandelijkse kwartaalrapportage)

36

2.3.1.5 Wonen

2.3.1.5.1 Schema

2.3.1.5.2 Beschrijvend

Recht op wonen is grondRECHT.

Geraardsbergen kent gemiddelde cijfers op gebied van werkloosheid, vergrijzing,… maar opvallende negatieve cijfers voor oud patrimonium, onaangepaste woningen (hoog aantal oude woningen van slechte kwaliteit, met weinig basiscomfort én kans op veiligheids- en gezondheidsrisico's): de helft van de Geraardsbergse woningen is van vóór 1945 en beschikt niet over centrale verwarming en klein comfort (stromend water, wc spoeling, bad of stortbad), dit ondanks de verschillende subsidiemaatregelen. Meest KW = huurder: kunnen geen eigendom verwerven + groot tekort aan sociale woningen -> private huurmarkt (= qua betaalbaarheid en kwaliteit slechtste score) Sociale leverancier 30% duurder: vele huurders kennen problemen om hun energiekosten te betalen en belanden bij de sociale leverancier, die de ‘niet beschermde consument’ 30% hogere energieprijs aanrekent wat een miskenning is van zijn financiële problemen.

Wooninfo: legt nadruk op leegstandsheffing met als doel is deze woningen gerenoveerd terug op de woningmarkt te krijgen. Wooninfo houdt een bestand private huurwoningen bij en merkt stijging aantal koopwoningen en een daling van huurwoningen (slechte ervaring eigenaars met ‘probleemhuurders’). Wooninfo = eerstelijnsdienst die actief en gericht de woonpremies promoot (huursubsidie en installatiepremie) door verhuizers en nieuwe inwoners systematisch aan te schrijven. Meegeven van formulieren (vb inschrijving sociale woning) = onvoldoende voor meest KW.

37

Wooninfo = locatie binnen het Sociaal Huis, dient coördinatierol voor een gemeentelijk woonbeleid op te nemen, op regelmatigere basis vergaderingen samen te roepen met relevante actoren en efficiënte opvolging bewaken van dit woonoverleg door het uitwerken van de genomen beslissingen. Vertegenwoordiging van de sociale dienst van het ocmw binnen het Woonoverleg in Geraardsbergen zou kansen bieden om doelgroepgerichter en beleidsmatig te werken(momenteel louter cijfermatig opgevat maar zou een groter beleidsmatig belang kunnen krijgen.

Het ocmw werkt met de afsprakennota WOONQ (draaiboek) wel mee met verschillende partners aan een optimale aanpak van sterk vervuilde en overbevolkte huurwoningen binnen politiezone G'n-.

Binnen de Wooninfo loopt het samenwerkingsproject WONEN GEZO (Geraardsbergen- )maar de vacature van projectcoördinator raakt moeilijk opnieuw ingevuld.

TEKORT SOCIALE HUISVESTING, concentratie in aantal grotere wijken(totaal 532 sociale woningen - tov totaal aantal bewoonde woningen slechts 4,1%) SHM : gemiddelde wachtlijst 3 jaar, 300 à 400 gezinnen), vnl voor 1- en 2slpkwoningen, seniorenwoningen en kleine woningen in het centrum.

Bindend Sociaal Objectief : G’n 247 sociale huurwoningen te realiseren in 2008-2010. Eind 2010: 1 extra sociale huurwoning gerealiseerd. Tegen 2020 nog 221 en tegen 2025 nog eens 25 (inhaalbeweging). Lopende Projecten sociale huisvesting: volgens de planning zal het BSO behaald worden maar de vraag naar sociale huurwoningen blijft naar de toekomst groter dan het aanbod.

Wooninfo en ocmw traden toe tot SVK* ZO-Vl ( 19 woningen) = lokaal en laagdrempelig Kerntaak = inhuring en verhuring van woningen op de private huurmarkt. Gaan met eigenaars discussie aan rond kwaliteit en comfort van de woning (aantrekkelijke renovatiepremie). Bedingen redelijke huurprijs en ondersteunen meest KW bewoners intensief. Kan aanbod sociaal verhuurbare woningen op private huurmarkt verhogen. Win-win situatie: garanderen eigenaars betaling van de huur én verbeteren de kwaliteit van de woning. Begeleiding wordt voorzien door de trefpuntmedewerkers van ocmw/caw.

SAMENWERKING tussen de verschillende huisvestingsactoren en een INTEGRALE aanpak van de woonproblematiek dringt zich voor G’n op om de juiste maatregelen/info bij de juiste mensen te krijgen. Knelpunten: Verschillende beleidsinstrumenten vanuit de Vlaamse, Provinciale en Federale overheid. (regelgeving niet op elkaar afgestemd) De lokale besturen (stad en ocmw) en de lokale actoren voeren elk hun eigen beleid (drie verschillende schepenen, gegevens van verschillende stadsdiensten niet overeenkomen (bevolking, kadaster, RO). Nood aan plaatselijke reglementering ( vermijden dat personen gedomicilieerd worden in onbewoonbaar verklaarde woningen, rekening houden met 'rationele bezetting' bij domiciliëring). De bestaande diensten moeten dus in eerste instantie op elkaar worden afgestemd.

De meest recente staatshervorming hevelt alle bevoegdheden rond wonen (kwaliteit én huurprijs) over naar de gewesten = mogelijkheden voor een meer coherent woonbeleid naar de meest KW.

Alternatieve woonvormen overwegen. Innovatief woonbeleid dat solidair of gemeenschappelijk wonen mogelijk maakt (kangoeroewonen, wonen met toezicht, groepswoningen). Ten bate van jonge gezinnen,

38 alleenstaanden, studenten, (zorgbehoevende) bejaarden. Stijgend belang van ligging t.o.v. het centrum, voorzieningen en openbaar vervoer.

ONDERBESCHERMING blijft probleem! veel info/maatregelen geraken niet tot bij de doelgroep (FRGE, ingeschreven blijven op wachtlijst sociale huisvesting, dakisolatie*, toekenning sociaal elektriciteitstarief nog niet automatisch, nog veel openstaande energiescans*, kennis bestaan V-test* ) Niet elke huurder is (voldoende) op hoogte van zijn rechten en plichten. Vertegenwoordiging van de Huurderbond binnen Sociaal Huis zou meerwaarde kunnen betekenen.

Ocmw zetelt binnen werkgroep ‘Thuislozen*, opgericht vanuit RWO. Dit zou kunnen evolueren naar een overlegplatform voor veldwerkers waar medewerkers van ocmw en caw de trajectbegeleiding van bepaalde cliënten uitwerken.

Meest KW in WOONCRISIS -> doorgangswoning* ocmw (SHM stelt 2 ter beschikking aan ocmw en enkele in afwachting renovatie aan Wooninfo) -> woning SVK (meer punten bij toewijzing in crisis + huurprijs niet inkomensgerelateerd) -> doorstroom sociale woning SHM (inkomensgerelateerd + lange termijn)

Sociale huisvesting kampt met probleem van niet-betaalde huurgelden. Kaderbesluit voorziet in basisbegeleiding vanwege SHM, gericht op huurprijsberekening, huurgelden innen, woningen in orde houden,… Begeleiding inzake leefbaarheid, bewoning, burenconflict, … is niet prioritair en ze hebben hier ook geen financiële middelen/personeel voor.

Laagdrempelige projecten 'proactieve woonbegeleiding*' kunnen uithuiszetting voorkomen (PREVENTIE) Aanmelding vanuit SHM, SVK en VRR (stelt ocmw formeel in kennis van dreigende uithuiszetting). Ook personen die geen ocmwcliënt zijn worden bereikt (onderbescherming). Bij herhuisvesting van meest KW daklozen is de aanwezigheid én beschikbaarheid van doorgangswoningen gecombineerd met huurdersbegeleiding (informatie én ondersteuning) essentieel.

WOONBEGELEIDING* en andere contacten met de meest KW rond wonen dienen overdacht en integraal (netwerk rond mensen) te gebeuren (vb probleem onbereikbaarheid): ons aanpassen aan hen, het is vaak de zoveelste hv die aan huis komt, werken via een vertrouwenspersoon van het gezin,…) Maar elke dienst werkt voor zichzelf en heeft geen ruimte om samen te zitten, laat staan méér te doen. Je kan als dienst je eigen keuzes wel prioritair stellen, voor een integraal beleid gaan !!

Link opvoeding: 26,1 % van de minderjarige Vlaamse kinderen woont in een woning die één of meerdere gebreken kent. 18,5 % van de Vlaamse kinderen groeit op in een gezin waar men de totale woonkost moeilijk kan betalen. De woning en woonomgeving bieden kinderen ontwikkelingskansen. Kinderen in armoede zijn rechtstreeks gebaat bij maatregelen die betaalbaar en kwaliteitsvol wonen voor iedereen garanderen.

39

2.3.1.6 Zorg

2.3.1.6.1 Schema

2.3.1.6.2 Beschrijvend

ZORGCOMMUNICATIE*

Uit het overleg met alle actoren kwam naar voor dat er een grote nood is aan enerzijds communicatie tussen de verschillende actoren, maar ook aan communicatie naar de gebruikers. Communicatie en informatie op vlak het bekend maken van het zorgaanbod alsook aan het coördineren en leiden naar bestaande zorginitiatieven.

Communicatie met ziekenhuis Het ziekenhuis blijft zo kort mogelijke ligdagen nastreven, waardoor patiënten vaak met relatief hoge zorgnood naar huis gaan. Bij het ontslag wordt vanuit het ziekenhuis maximaal geïnformeerd, maar eenmaal de patiënt thuis is, duiken er vaak heel wat vragen op waar de patiënt niet onmiddellijk een antwoord op vindt. Om de continuïteit van zorg tussen ziekenhuis en andere zorgverleners te verzekeren, ondervinden de meeste zorgverleners een communicatiekloof ten nadele van de patiënt. Bron: overleg actoren Belang Geraardsbergen: In Geraardsbergen geen centraal punt waar men terecht kan met gelijk welke zorgvraag op vlak van aanbod en/of coördinatie. Raakt aan taken sociaal huis.

Communicatie over kinderopvang Voor heel wat burgers is het niet duidelijk dat kinderopvang zo vroeg mogelijk (vanaf het moment dat zwangerschap bekend is) moet georganiseerd worden. Hierdoor komen heel wat ouders in opvangproblemen hetgeen implicaties heeft op vlak van werk en privé.

Bron: overleg met actoren kinderopvang

40

Belang Geraardsbergen: inzet op communicatie rond kinderopvang.

Creatieve zoektocht naar zorgpersoneel Het tekort aan zorgpersoneel is pertinent bij bijna alle zorgactoren (ZH, thuiszorg, kinderopvang, WZC, gehandicaptenzorg,…). Naast het aantal is er ook vaak een gebrek aan kwaliteit en verantwoordelijkheidsgevoel. Het is voor de meesten een opdracht om op een creatieve manier op zoek te gaan naar het nodige kwaliteitsvolle personeel.

Creativiteit kan liggen in het optimaliseren van de work-life balance, uitdagender maken van de taakinhoud, aantrekken van buitenlands zorgpersoneel, …

Bron: overleg met zorgactoren. Belang Geraardsbergen: probleem hier nog wat versterkt door het grenzen aan Wallonië waardoor de selectiecirkel gehalveerd wordt.

Internet – sociale media – telezorg – digitale stad/ocmw Het belang van het digitale zorgplatform neemt overhand toe. Voor heel wat burgers is digitale informatie nu reeds een evidentie en voor wie het nog niet is, wordt dit het wel in de toekomst (ook senioren). Heel wat steden zijn aan het experimenteren of implementeren (oa. St.-Niklaas). In het buitenland zijn reeds verschillende good practices.

Bron: Itinera, Age Friendly cities, e-health project RIZIV Belang Geraardsbergen: digitaal zorgplatform onbestaande in Geraardsbergen.

Zorg op maat – vroegtijdige zorgplanning Voor de meeste actoren en zeker voor de woonzorgcentra is het een uitdaging om de zorg zoveel mogelijk op maat te brengen. De burgers worden mondiger en mondiger en kunnen exacter formuleren wat hun verwachtingen zijn. Het is een uitdaging en evolutie om alle actoren hiervan bewust te maken.

Het is in dit verband ook belangrijk te weten of patiënten, bewoners, burgers al nagedacht hebben over hoe ver ze willen gaan in de zorg. Vooral ook wat ze nog verwachten als ze wilsonbekwaam worden. Daarom de nood en stimulans om voor wie dit wil, nadenkt over vroegtijdig plannen van toekomstige zorg.

Bron: literatuur, overleg actoren Belang Geraardsbergen: kan meerwaarde zijn voor zorgsettings die hier willen op inzetten en de burger het gevoel geven gehoord te worden

PREVENTIE* Momenteel is de zorg hoofdzakelijk reactief en niet preventief. Gezondheidseconomen geven aan dat gericht investeren in preventie een aanzienlijke kostenbesparing kan opleveren, maar ook een verhoogde kwaliteit van leven.

Detectiefunctie maatschappelijk werkers Maatschappelijk werkers worden geconfronteerd met cliënten met multiple problemen. Vaak is hier ook gezondheids- en/of zelfs drugsproblematiek aanwezig. Het is voor hen niet gemakkelijk om deze problemen te detecteren en bij detectie het juiste advies of doorverwijzing te formuleren. Gezien de impact van gezondheid en zorg op andere domeinen waar de maatschappelijk werker probeert op te focussen zijn dit bijkomende elementen waar nog meer aandacht kan aan gegeven worden.

Bron: overleg sociale dienst Belang Geraardsbergen: gezien impact van zorg en gezondheid op cliënten kan dit een extra aandachtsgebied zijn.

41

Drugszorg naar scholen op spoor Volgens PISAD zijn er talrijke initiatieven in de richting van scholen op vlak van drugpreventie. Bron: overleg verantwoordelijke PISAD GB Belang Geraardsbergen: Er is een aanspreek- en organisatiepunt voor preventie naar jongeren.

Ergo aan huis Een belangrijk element om mensen zolang mogelijk thuis te laten wonen en dure residentiële alternatieve uit te stellen of te vermijden, is een aangepaste woning. Als deze aanpassingen correct, tijdig en preventief gebeuren, kan dit een enorme ondersteuning van de thuiszorg inhouden. Gespecialiseerde ergotherapeuten zijn hierbij geschikte professionals om dit te faciliteren. Onderzoek geeft heel duidelijk aan dat ingrijpende renovaties van woningen best preventief worden uitgevoerd vóór 70-75 jaar omdat na deze leeftijd de bereidheid tot renovatie spectaculair daalt. Bron: studie prof. VERTE, Itinera, www.zilverensleutel.be Belang Geraardsbergen: link naar woningenbeleid, stimulatie van aangepaste woningen

Geneesmiddelen check-up ivm overconsumptie en interacties Een samenwerking van arts en apotheker met hun patiënt zorgt voor gezondheidswinst en voor een efficiënter gebruik van de middelen. 5% van de ziekenhuisopnames zijn gevolg van verkeerd geneesmiddelengebruik en minstens de helft van deze opnames kunnen vermeden worden.

Een geneesmiddelen check-up voor een patiënt is een gestructureerd en kritisch onderzoek van zijn geneesmiddelengebruik met als doel een overeenkomst te maken voor een optimale behandeling met zo weinig mogelijk problemen en verspilling. Deze medicatiebeoordeling zorgt voor structuur en continuïteit van de zorg en een betere samenwerking tussen arts en apotheker. Vooral bij oudere patiënten die meer dan vijf geneesmiddelen nemen is de gezondheidswinst aanzienlijk.

Bron: Itinera, voorzitter alg. Pharmaceutische bond Belang Geraardsbergen: belangrijk om deze piste te ondersteunen, er worden hier Vlaamse en/of RIZIV initiatieven op verwacht. In WZC kan hier mogelijks al aandacht aan geschonken worden.

Onderwijs belangrijk voor gezondheid Er is een sterk verband tussen opleidingsniveau en gezondheid ongeacht de sociale status van het ouderlijk gezin. Dit wijst op het cruciale belang om door te gaan met de democratisering van het onderwijs. Uit het onderzoek blijkt bovendien dat er grote ongelijkheden in kansen zijn wat betreft het volgen van hoger onderwijs in functie van het opleidingsniveau van de ouders. Deze resultaten benadrukken het belang van kwaliteitsonderwijs voor iedereen en tonen ook de noodzaak aan om extra aandacht te schenken aan kinderen afkomstig van kwetsbare gezinnen en aan een goede omkadering gedurende de schoolloopbaan. Bron: onderzoeksproject "Aanpak van ongelijkheid in gezondheid in België" Belang Geraardsbergen: belang van inzetten op democratisering van onderwijs en het stimuleren van dit onderwijs bij kinderen afkomstig uit kwetsbare gezinnen.

Target borstkankerscreening = 75% Borstkanker is de meest voorkomende kanker bij vrouwen (1/3 van alle kankers bij vrouwen, 1/10 vrouwen krijgt borstkanker). Indien de kanker in een vroeg stadium wordt aangetroffen is de genezingskans 80 tot meer dan 90%. Vroegtijdige detectie en preventief onderzoek zorgt voor grote overlevingkansen, minder morbiditeit en lagere kosten op langere termijn.

Bron: Vlaamse Liga tegen kanker, Zorg en gezondheid, Europese aanbevelingen

42

Belang Geraardsbergen: hoogste score op vlak van screening van regio (> 50 %), maar onder Europese aanbeveling: 75% van vrouwen tussen 50-69 jaar zouden om 2 jaar screening moeten ondergaan. Bron: LOGO Belang Geraardsbergen: screening in GB moet blijvend ondersteund en aangemoedigd worden.

ZORGKLIMAAT*

30% tekort aan bedden WZC & SF Op basis van de programmatie is er in GB een tekort van 30% aan WZC en SF.

Bron: Vlaamse overheid Belang Geraardsbergen: tegen de achtergrond van de oprukkende vergrijzing is het belangrijk te zien hoe het programmatietekort kan ingevuld worden en vooral door wie op de meest efficiënte manier zowel op vlak van kwaliteit als kost.

Age friendly cities Door de oprukkende vergrijzing groeit meer en meer het besef dat de vergrijzing niet efficiënt zal aangepast worden door geïsoleerde initiatieven en focussen. Ook de wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is hiervan overtuigd en startte daarom een project “Age-Friendly Cities” om steden en gemeenten te helpen een ondersteunende en stimulerende omgeving te creëren om zo de gezondheid, maatschappelijke participatie en veiligheid van ouderen te verbeteren. Daarvoor concentreert het WHO zich vooral op sociale en omgevingsfactoren die bijdragen tot actief en gezond ouder worden. Dit proberen ze aan de hand van acht dimensies, waarmee ze steden en gemeenten de mogelijkheid willen geven om een ‘ouderenvriendelijke’ stad te worden. De acht dimensies waarop ze focussen, zijn de gebouwde omgeving, transport, huisvesting, sociale participatie, respect en sociale inclusie, participatie en werkzaamheidsgraad van de inwoners, communicatie en gemeenschapssteun en gezondheidsdiensten. In België is Brussel als eerste stad benoemd tot ‘Age-friendly city’, met een actief beleid voor senioren.

Bron: WHO, prof. VERTE Belang Geraardsbergen: belangrijke manier om te kijken naar groeiende vergrijzing die in GB sterker zal toeslaan dan andere gemeenten. Hoe kan in GB een ruime kijk op benadering van vergrijzing ingevuld worden ?

Gehandicapten: +++ zelfstandigheid, participatie en integratie Zoals bij de vermaatschappelijking van de psychiatrische zorg is er ook nood aan en een beweging in de richting van vermaatschappelijking van de gehandicaptenzorg. Er kan nog meer ingezet worden op het ondersteunen van de zelfredzaamheid, de maatschappelijke participatie en integratie. Ook op overheidsvlak is er dit besef en zal de regelgeving tegen deze achtergrond worden bekeken en bijgestuurd.

Bron: overleg gehandicaptensector, beleidsdocumenten overheid Belang Geraardsbergen: Belang om aandacht te hebben voor de tendens binnen psychiatrie.

Hoge kansarmoede-index GB Kansarmoede is een toestand waarbij mensen beknot worden in hun kansen om voldoende deel te hebben aan maatschappelijk hooggewaardeerde goederen, zoals onderwijs, arbeid, huisvesting. Het gaat hierbij niet om een eenmalig feit, maar om een duurzame toestand die zich voordoet op verschillende terreinen, zowel materiële als immateriële. Meer concreet zijn de gehanteerde criteria het maandinkomen van het gezin, de arbeidssituatie van de ouders, de opleiding van de ouders, de huisvesting, de ontwikkeling van de kinderen en de gezond-heid. Wanneer een gezin aan drie of meer van deze zes criteria beantwoordt, wordt het als kansarm beschouwd.

43

In Geraardsbergen ligt dit index-cijfer (14,9%) beduidend hoger dan het gemiddelde cijfer in Oost-Vlaanderen (8,83%).

Bron: Kind & Gezin

Kinderopvang 6u – 22u De bestaande kinderopvang biedt een antwoord tijdens grosso modo de kantooruren, maar biedt geen antwoord aan ouders die buiten de kantooruren werken. Er wordt de nood gevoeld om de opvanguren uit te breiden. Bron: actoren kinderopvang Belang Geraardsbergen: initiatieven ondersteunen of creëren rond ruime kinderopvang

Nood aan context ondersteuning bij afgekickte drugsverslaafden (werk, wonen, soc. contacten) Drugsverslaafden laten afkicken is “technisch gezien” relatief eenvoudig, maar het belangrijkste om herval te vermijden, is inzetten op de context. Als deze niet wordt aangepakt, is de kans relatief groot dat de ongewijzigde context terug trigger wordt voor middelenmisbruik. Dus grote uitdagingen om het probleem ruim aan te pakken en de contextuele triggers weg te werken

Bron: overleg artsen die omgaan met drugsverslaafden Belang Geraardsbergen: er bestaat in GB duidelijk een drugsproblematiek, maar het blijft vaag over de omvang. Bij de gekende drugsverslaafden is het belangrijk om ook via verschillende partners in te zetten op de context.

Nood aan nachtzorg om thuiszorg maximaal te laten slagen Thuiszorg is heel duidelijk een onmisbare poot om de vergrijzing tegemoet te gaan en mensen langer in de thuisomgeving te houden. De vaststelling is dat thuiszorg overdag heel goed uitgebouwd is, maar dat het vaak tijdens avond en nacht fout loopt waardoor een residentiële oplossing zich toch opdringt.

Bron: overleg actoren thuiszorg Belang Geraardsbergen: indien mogelijkheden om nachtzorg op één of andere manier te ondersteunen of te organiseren, zal dit zeker ten goede komen aan een duurzame versterking van de thuiszorg.

Opvangplaatsen 0-3jr laag in GB Het aantal opvangplaatsen voor kinderen tussen 0 en 3 jaar ligt in Geraardsbergen relatief laag t.o.v. het Vlaams gemiddelde. (27,56% vs. 40,14%) Bron: Kind& Gezin Belang Geraardsbergen: er is nood aan meer kinderopvang in Geraardsbergen

Palliatieve zorg Palliatieve zorg en keuzes rond het levenseinde komen meer en meer op de voorgrond zowel in de brede maatschappij als bij de professionele zorgverleners. Ziekenhuizen hebben niet altijd de voldoende capaciteit en middelen om genoeg in te zetten op palliatieve zorg (vaak geen palliatieve bedden, druk op ligdagen,…). Daarom wordt ook hiervoor gekeken naar thuiszorg en vooral ook naar het correct informeren van palliatieve patiënten vanuit het ziekenhuis en bij ontslag. In de woonzorgcentra is er meer mogelijkheid tot aandacht, maar ook hier kan de palliatieve zorg en aandacht rond keuzes m.b.t. het levenseinde nog verder uitgebouwd worden. Bron: overleg ziekenhuis, overleg binnen zorgsector Belang Geraardsbergen: aandacht die binnen GB-maatschappij ook groeit en waar in overleg met verschillende zorgpartners gezocht kan worden naar verder uitbouw.

44

Sociale huisvestingsmaatschappijen hebben sterke interesse in bouwen SF Voor het bouwen van nieuwe initiatieven zal het meer er meer noodzakelijk zijn om met verschillende partners samen een project aan te pakken. Voor het bouwen van serviceflats bestaat er een mogelijke interesse vanuit de SHM. Bron: overleg SHM Belang Geraardsbergen: piste exploreren in welke mate er kan samengewerkt worden met SHM op vlak van het bouwen van (senioren)woningen.

Thuiszorg De vergrijzing zal onmogelijk op een haalbare en betaalbare manier kunnen opgevangen worden door de residentiële zorg. Ook de nog steeds kortere ligdagen in ziekenhuizen vragen naar een sterkere thuiszorg. De verdere uitbouw en stimulatie van de thuiszorg is hierbij onontbeerlijk. Bron: Rapport fed. kenniscentrum, Itinera Belang Geraardsbergen: vanuit de kennis dat de vergrijzing hard zal toeslaan, zal er een grote nood ontstaan aan nog sterkere thuiszorg.

Vermaatschappelijking psychiatrische zorg Vanuit de wetenschappelijke literatuur, het overheidsbeleid, de zorgsector en de belangenverenigingen wordt gepleit voor vermaatschappelijking van de langdurige psychiatrische zorg. Vermaatschappelijking is een proces dat gericht is op zorg in de samenleving en psychosociale rehabilitatie van de cliënt. Ze bestaat onder andere uit drie elementen: deïnstitutionalisering, verscheidenheid van zorgvormen en oprichting van zorgcircuits. Dit vraagt uiteraard ook een verdere uitbouw van de thuiszorg gespecialiseerd in psychiatrische problematiek.

Bron: SEL, Ethisch advies GGZ, Federaal Kenniscentrum Belang Geraardsbergen: Belang om aandacht te hebben voor de tendens binnen psychiatrie.

Zorgstrategisch plan ziekenhuis De strategie en plannen van het ziekenhuis hebben hun invloed op zorg. Door het feit dat het ziekenhuis een ocmw-vereniging is, kan er ook impact zijn op de meerjarenplanning van het ocmw.

MACRO Hospitalocentrisme De lobby van de ziekenhuizen is heel hoog waardoor andere zorgniveaus vaak niet op een evenredige manier onder de aandacht komen.

Middelen De algemene crisissituatie zorgt voor het stagneren of bevriezen van middelen. Hier tegenover staat een toenemende nood zoals hierboven beschreven.

OCMW decreet/wet Ocmw-wet stelt dat “Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid”. Dit geeft ook aan dat elke persoon recht heeft op zorg die overeenkomt met de menselijke waardigheid.

Paternalistisch regelgeving Heel wat regelgeving is paternalistisch waardoor vaak creatieve oplossingen om met zorgvraagstukken om te gaan onmogelijk of heel moeilijk zijn.

45

Vergrijzing Algemeen bekend is dat de babyboom generatie de komende jaren het aantal bejaarden zal laten exploderen. Enkele cijfers: tegen 2050 twee keer meer zorgbehoevenden dan vandaag, 150% meer residentiële behoefte, 120% meer niet-residentiële behoefte, 120 000 VTE extra zorgpersoneel nodig,…

Wet op patiëntenrechten Sinds 2002 zijn de rechten van patiënten duidelijk omschreven in de wet. Deze reglementering bevordert het vertrouwen in en de kwaliteit van de relatie tussen de patiënt en de beroepsbeoefenaar. De zorgverlener moet de patiënt bijvoorbeeld helder informeren over zijn gezondheidstoestand en de zorg die hij hem voorstelt. De patiënt van zijn kant moet aan de gezondheidsprofessional alle informatie verstrekken die vereist is om medische zorg te kunnen verlenen. De patiëntenrechten omvatten:

 een kwaliteitsvolle dienstverlening  de vrije keuze van de zorgverstrekker  het recht op informatie  toestemming  het medisch dossier  bescherming van de persoonlijke levenssfeer  een beroep op bemiddeling

Deze rechten, die nog niet volledig bekend zijn bij de burgers, maar waarvan de bekendheid toeneemt, zorgt er voor dat op vlak van zorgcommunicatie en zorgklimaat ook andere verwachtingen worden gecreëerd.

46

2.3.1.7 Interne analyse

2.3.1.7.1 Schema

2.3.1.7.2 Beschrijvend

Management

 Onvoldoende informatiedoorstroming (top <-> bottom) o Onvoldoende doorstroming van personeelsaangelegenheden bottom-top waardoor praktische problemen niet onmiddellijk opgelost worden o Noden van dienst bereiken niet altijd de top o OCMW: bijenkorf nog meer uitbouwen tot een geïntegreerd beleidsinstrument voor personeelsbeleid op de werkvloer (bottom-top) o Stad: te bespreken punten die tot het MAT geraken hangt af van 'wie' de problemen aanbrengt o stad: minder (ongefundeerde) politieke inmenging van personeelsbeleid o OCMW: veel info top-down, niet altijd overal aangekomen o Stad: Intranet met veel info, niet altijd door iedereen gelezen. o Bevraging: geven van nodige feedback aan betrokken personen o Georganiseerde bottom-top informatie verkrijgen o Te weinig zicht van MAT of gecommuniceerde wordt begrepen en toegepast (instructie wordt de wereld ingestuurd, maar weinig tot geen feedback van medewerkers) o Bevindingen koppelen aan acties, niet enkel check

 Geen competentiebeleid o Competentieprofielen voor personeel + medewerkers die al lang in dienst zijn nog eens een update geven van functiebeschrijving tijdens evaluaties

47

o Geen verwachtingen vastgelegd. o Niet actueel (aanpassingen zijn nodig - zo werd een verandering van dienst niet doorgegeven). Wijzigen cultuur. (principes kaarslichtvergadering- standpunt RPR, project competentie-en prestatiemanagement. o Andere functieprofielen/positionering tov te behalen resultaat.

 Aankoopbeleid nog niet optimaal o aankoopprocedure beter omschrijven en implementeren o Opstellen van de nodige wettelijk verplichte richtlijnen, communicatie hierrond en opvolging van naleving.

 Geen managementhandboek o Afsprakennota met raad, proceskast, kwaliteitssysteem, kennissysteem en organigram. o Uniforme classificatie van digitale documenten o Toegang verlenen aan medewerkers tot documenten op server (enkel leesrechten) o Centrale bibliotheek is wenselijk. o Duidelijke documentenstructuur met regelmatige update van laatste versie

Dienstverlening

 Meer direct contact met doelgroep o Veel administratie. Vraag client moet op eerste plaats komen, adm moet in functie van die vraag zijn. Meer tijd en ruimte voor persoonlijk contact, vb huisbezoeken, in de dagelijkse procedures van zorg en verpleging structureel tijd voorzien voor persoonlijke contacten, idem leidinggevenden naar medewerkers

 Nood aan E-government naast fysieke dienstverlening o Behoeften detecteren via huisbezoek o Beperkingen communiceren naar klanten o E-government kan er voor zorgen dat er minder adm. last komt zodat er ruimte komt voor contact met de client.

 Onvoldoende doelgroepbepaling bij planning en communicatie (voor begrijpbaarheid) o Gebruiksvriendelijke pc's voor werknemers van externe diensten o Doelgroep communicatie verbeteren o Wetgeving vertalen naar diensten (wetgeving afstemmen op de dienst) o Communicatie dat deze bevragingen gebeuren en de resultaten communiceren aan de relevante diensten o Leescommissie

 Commverantw per dienst  Eindverantwoordelijken zijn niet gekend  Planning op dienstniveau, geen planning op organisatieniveau  Geen digitaal archief  Personeel: te weinig pro-actieve communicatie over gunsten o Ocmw: bepaalde rechten die je verkrijgt op bepaalde leeftijd, automatisch meedelen aan de personeelsleden - bvb ADV o Stad: opener, personeelslid verwittigen waarop hij recht heeft, niet zelf uit moeten zoeken, verliezen veel tijd, moeten het horen van horen zeggen - bij indiensttreding recht op hospitalisatie o Vooral praktische informatie die de personeelsleden, maar de diensthoofden, ontbreken

48

 Nood om tevredenheid dienstverlening te kennen + feedback over dienstverlening, om impact te kunnen meten van de dienstverlening o Systematische opvolging van effect van communicatie zou nuttig zijn o Terugkoppeling naar de klant toe van de resultaten. o Door dienst kwaliteit een periodieke evaluatie laten uitvoeren :bevragen klanten en medewerkers poetsdienst om zo bepaalde misvattingen te kunnen wegwerken. o Tevredenheidsmetingen/betrokkenheidsmetingen

 Nood aan E-government naast fysieke dienstverlening o Behoeften detecteren via huisbezoek o Beperkingen communiceren naar klanten

 Geen veiligheidsbeleid op vlak van ict o Vergrendeling pc's toepassen en controleren - paswoordenbeleid implementeren en controleren. o Veiligheidsconsulent

 Productencatalogus (intern) o (zit goed voor wat betreft de thuisdiensten o Bij de soc. Dienst zijn de specifieke diensten minder gekend) o Productencatalogus voor het kenbaar maken van de dienstverlening en de bedoelde resultaten van die dienstverlening van alle diensten aan mekaar

 Geen duidelijke documentenstructuur o Uniforme classificatie van digitale documenten o Toegang verlenen aan medewerkers tot documenten op server (enkel leesrechten) o Centrale bibliotheek is wenselijk. o Duidelijke documentenstructuur met regelmatige update van laatste versie

Meten en verbeteren

 Verbetercyclus op organisatieniveau noodzakelijk o Meer controle, bevragingen; sturingen. o Opmaken van draaiboek. Bevraging van kwaliteit geleverd werk bij aanvragers/betrokken personeelsleden (goed gereinigd, voldoende. Op tijd afgewerkt?). o Meer aandacht voor lange termijndoelstellingen o Dit vormt een zware administratieve last voor de maatschappelijk werker vooraleer problemen opgelost zijn o Interne audits, inspecties, analyses o Meten en weten is beter dan op enkel op vertrouwen managementbeslissingen te nemen

 Procedures/uniformiteit zijn er weinig of niet o Processen in kaart brengen en verfijnen. Proceskast. o Administratieve procedure duurt te lang. Direct contact met de doelgroep.

 Evaluatiesysteem voldoet niet o grondige hervorming evaluatiesysteem. o resultaten beter opvolgen. . evaluaties verbeteren:  rechtstreeks gevolg aan geven . Bekijkt het iemand? Diensthoofd en secretaris  negatieve punten  gesprek met dienst HR

49

 evaluaties zijn er ook elke dag - echte problemen komen sneller aan het licht . onderweg positieve feedback is ook leuk . dat bijzonder detaillistisch is en als niet stimulerend tot demotiverend wordt ervaren.

 Resultaatgerichte functiebeschrijvingen. Competentiebeleid. Interne mobiliteit.   Kosten-baten analyses (uitbesteden nt altijd beter dan eigen dienstverlening en inboeten aan kwaliteit o Onderhoud aan de ingang van gebouwen kan beter o Gekend probleem van hangjongeren. Flatten: onderhoud tuin kan beter. Vroeger was er een goede opvolging. Nu groeit klimop voor ramen. o Terug groendienst in eigen onderhoud ipv uitbesteden (afhankelijk van hun timing, niet wanneer noodzaak zich opdringt)

Middelen

 Patrimonium: nood aan planning/betrokkenheid o Periodiek en preventief onderhoud van de infrastructuur hebben. o Preventief vervangen apparatuur - remote control o Opstellen en implementeren van draaiboeken ifv onderhoud gebouwen (zowel poetsdiensten als technische diensten). o Draaiboek met geplande werken (geen zicht op hoeveelheid personeel). o Niet systematisch geëvalueerd. o Geen personeelsplanning op lange termijn o Outroll van gelijke office en besturingsversie (zowel voor stad als ocmw) o Er zijn procedures nodig voor 'rampen' . betere opvolging ict-dienst . interactie met de stad . betere infrastructuur zoeken voor ict

 Budgetbeperkingen o Initiatieven mbt respect en zorg voor de medewerkers zullen niet altijd prioritair zijn en beïnvloed worden door de financiële mogelijkheden die de jaarbudgetten al dan niet toelaten. o Enkel wettelijke verplichting is voldaan (vertrouwenspersoon), niks meer, geen langetermijnvisie rond

 Knelpuntberoepen o Binnen OZ is het niet evident gegradueerde en gebrevetteerde verpleegkundigen te vinden. o Onderzoek naar alternatieven.

 Gebrek aan interne mobilteit o Er is geen beleid hierover waardoor medewerkers niet altijd aangesproken worden op hun talenten maar jarenlang dezelfde taken blijven uitoefenen.

 Nood aan financiële transparantie  Geen evaluatie van de gevolgde opleidingen door medewerkers  Geen budgethouderschap

Kwaliteitssysteem

 Geen periodiek en preventief onderhoud/plannen per instelling  Geen geïntegreerd beleidsinstrument/visie rond kwaliteit

50

Omgevingsanalyse: ondersteunende diensten

 De demografische evolutie – Geraardsbergen: Voor Geraardsbergen, net zoals voor de meeste gemeenten, werd in de periode 1998-2007, de bevolkingsevolutie sterker beïnvloed door migratie (+) dan door het natuurlijk verloop(-). o In de periode 2010-2025 zal de groep vanaf 65 jaar in Geraardsbergen met 32,8% stijgen. Het aandeel van deze groep in het totaal van de lokale bevolking stijgt dan tot 26,4% (18,3% in 2008). o De afhankelijkheid van ouderen – d.i. de verhouding van de bevolking in de leeftijdsgroep vanaf 65 jaar tot de bevolking in de leeftijdscategorieën die meestal beroepsactief zijn (15-64 j) – zal in de periode 2010-2025 stijgen van 29,8% tot 43,9%, waardoor Geraardsbergen stelselmatig boven de afhankelijkheid van haar cluster ( van de 5 middelgrote steden van Oost- Vlaanderen) en het Vlaams Gewest blijft.

 Programmatie en zorgbehoefte: M.b.t. de ouderenzorg is het ook relevant te kijken naar mogelijke bijkomende voorzieningen, die uiteraard een implicatie zullen hebben op het vlak van personeelsbehoeften.

 De ‘War for talent’: Reeds voor de financiële crisis heerste op de arbeidsmarkt een strijd om gediplomeerde jongeren te kunnen aantrekken. De wijze waarop sommige werkgevers arbeidskrachten proberen te lokken – en al dan niet later deels weer te dumpen – maakt dat men de term ‘war for talent’ is gaan gebruiken. Deze strijd, die met de crisis verminderd was, woedt intussen terug volop. Het spreekt voor zich dat ‘aantrekkelijke’ werkgevers meer dan anderen winnaar zullen zijn in deze concurrentiestrijd.  Knelpuntberoepen: De laatst gepubliceerde VDAB studie over de knelpuntberoepen gaat tot het jaar 2009 . Wat betreft de lijst knelpuntberoepen is er inmiddels wel reeds de lijst 2010 beschikbaar . Uit de studie blijkt dat de spanningsindicator – d.i. het aantal niet-werkende werkzoekenden/alle openstaande vacatures – na een periode van ‘zeer krap’ (< 4) sinds 2006, begin 2009 terug tot ‘krap’ geëvolueerd was. Men mag echter aannemen dat deze inmiddels terug naar ‘zeer krap’ is geëvolueerd. In Vlaanderen is het aantal werkzoekenden in maart 2011 immers met 6,4% gedaald ten opzichte van een jaar eerder en is het aantal vacatures met 13,9 % gestegen . Wat betreft de lijst knelpuntberoepen – volgens de VDAB definitie: beroepenclusters waar de VDAB per jaar meer dan 500 vacatures ontvangt - staan verpleegkundigen en verzorgenden op plaats 2 en 3. In de lijst komen ook voor: boekhouders, opvoeders, begeleiders kinderopvang, sommige vaklieden (lasser, elektricien, schrijnwerker, metselaar), koks en schoonmakers. Voor ieder van deze beroepen tracht de VDAB ook de redenen van het hoge aantal vacatures te duiden (kwantitatief gebrek, kwalitatief probleem en/of ongunstige arbeidsvoorwaarden), en mogelijkheden om hieraan (deels) te remediëren. Inmiddels blijkt uit de lijst 2010 dat er nieuwe knelpuntberoepen verschijnen (b.v. kinesist, ergotherapeut, begeleider persoonlijk assistentiebudget, ….)

51

2.3.2 Omschrijving van de financiële risico’s

 De uitkomst van het dispuut dat hangend is sinds 2009, met betrekking tot al dan niet terugvorderbare bedragen door het ASZ in het kader van de fusie ASZ (Aalst- Geraardsbergen-) van 2000, legt mogelijk een hypotheek op de financiële meerjarenplanning.  Er wordt geen geld opzij gezet voor toekomstig onderhoud ondanks het feit dat een deel van het onroerend patrimonium van het OCMW Geraardsbergen een respectabele leeftijd heeft waarvoor op middellange extra middelen nodig zijn. o mits een politiek akkoord met de stad kan hiervoor geld gereserveerd worden. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren met overschotten op de jaarrekening.  De uitstaande schuld op 1 januari 2013 bedraagt 14 398 132,02 EUR. De intresten zijn momenteel historisch laag. Het ocmw leende voor de leningen op 5 en 10 jaar aan een jaarlijkse variabele rentevoet. Voor de lening op 20 jaar werd geopteerd voor een 5-jaarlijkse variabele rentevoet. o OCMW Geraardsbergen is kwetsbaar voor renteverhogingen. o OCMW Geraardsbergen ging samen met de stad een overeenkomst aan met Finance Active. Een onderneming die ons zal bijstaan bij de evaluatie/optimalisatie van de bestaande leningen en nieuwe leningen.

 OCMW Geraardsbergen is kwetsbaar voor bijkomende loonindexeringen. Een verhoging van 2% van de loonkost vertegenwoordigt voor OCMW Geraardsbergen een bedrag van ongeveer 250 000 EUR.  OCMW Geraardsbergen is kwetsbaar voor bijkomende (naast de voorziene) pensioenlasten van de statutaire personeelsleden (opgelegd door de hogere overheid). o OCMW Geraardsbergen kan hierop inspelen door zijn zilverfonds te spijzen.  De debiteurenopvolging verdient de nodige bijsturing. o Er zullen gesprekken en afspraken gemaakt worden tussen de dienst financiën en de dienstverlenende diensten.

52

2.3.3 Overzicht van alle beleidsdoelstellingen

OCMW Geraardsbergen voert een gecoördineerde strijd tegen kinderarmoede.

OCMW Geraardsbergen anticipeert met haar dienstverlening op de vergrijzingsgolf.

OCMW Geraardsbergen zet in op activering.

OCMW Geraardsbergen creëert transparantie in het zorg- en hulpverleningsaanbod in Geraardsbergen.

OCMW Geraardsbergen versterkt netwerken van partners en cliënten.

OCMW Geraardsbergen biedt dienstverlening op maat op basis van structurele participatie van cliënten.

OCMW Geraardsbergen zal in overleg met de stad de interne organisatie op elkaar afstemmen op een klantgerichte dienstverlening.

53

2.3.4 De interne organisatie van het bestuur

2.3.4.1 Organigram

54

2.3.4.2 Overzicht van het personeelsbestand TM1

schaal omschrijving hoedanigheid niveau 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Gesubsidieerde contractuelen A 1 1 1 1 1 1 B 5 5 5 5 5 5 C 9,3 9,3 9,3 9,3 9,3 9,3 D 22,8 22,8 22,8 22,8 22,8 22,8 E 33,4 33,4 33,4 33,4 33,4 33,4 Totaal Gesubsidieerde contractuelen 71,5 71,5 71,5 71,5 71,5 71,5 Studenten (leeg) 1 1 1 1 1 1 Totaal Studenten 1 1 1 1 1 1 Tijdelijken en contractuelen A 0 0 0 0 0 0 B 43 43 43 43 43 43 C 23,4 23,4 23,4 23,4 23,4 23,4 D 51,8 51,8 51,8 51,8 51,8 51,8 E 52,56 52,56 52,56 52,56 52,56 52,56 Totaal Tijdelijken en contractuelen 170,76 170,76 170,76 170,76 170,76 170,76 Vastbenoemden A 5 5 5 5 5 5 B 17,4 17,4 17,4 17,4 17,4 17,4 C 14,5 14,5 14,5 14,5 14,5 14,5 D 19,2 19,2 19,2 19,2 19,2 19,2 E 8,2 8,2 8,2 8,2 8,2 8,2 Totaal Vastbenoemden 64,3 64,3 64,3 64,3 64,3 64,3 Eindtotaal 307,56 307,56 307,56 307,56 307,56 307,56

2.3.5 Overzicht van de budgethouders

Het budgethouderschap komt toe aan de raad voor maatschappelijk welzijn.

55

2.3.6 Overzicht per beleidsdomein van de beleidsvelden

BELEIDS- BELEIDSVELD BELEIDSITEM DOMEIN

Algemene overdrachten Algemene overdrachten tussen de 0010 0010-00 tussen de verschillende verschillende bestuurlijke niveaus bestuurlijke niveaus Financiële 0030 Financiële aangelegenheden 0030-00 aangelegenheden Transacties in verband met de openbare Transacties in verband met 0040 0040-00 schuld de openbare schuld Patrimonium zonder maatschappelijk 0050 0050-01 Woningen doel 1 0050-02 Grondbeheer

0050-03 Kunstpatrimonium

0050-04 Garages

Overige algemene ALGEMENE FINANCIERING FINANCIERING ALGEMENE 0090 Overige algemene financiering 0090-00 financiering

0100 Politieke organen 0100-00 Politieke organen

0110 Secretariaat 0110-00 Secretariaat

Fiscale en financiële 0111 Fiscale en financiële diensten 0111-00 diensten Personeelsdienst en 0112 Personeelsdienst en vorming 0112-00 vorming 0113 Archief 0113-00 Archief

0114 Organisatiebeheersing 0114-00 Organisatiebeheersing

0115 Welzijn op het werk 0115-00 Welzijn op het werk

2 0119 Overige algemene diensten 0119-01 ICT

0119-02 Schoonmaak en logistiek

0119-03 Catering

0119-04 Technische dienst

0119-05 Communicatie

Overige algemene 0119-99 diensten ALGEMENE EN ONDERSTEUNENDE DIENSTEN DIENSTEN ONDERSTEUNENDE EN ALGEMENE 0190 Overig algemeen bestuur 0190-00 Overig algemeen bestuur

0900 Sociale bijstand 0900-01 Financiële steun

0900-02 Schuldhulp

0900-99 Overige sociale bijstand

Lokale opvanginitiatieven voor Lokale opvanginitiatieven 3 0903 0903-00 asielzoekers voor asielzoekers

SOCIALE Activering van 0904 Activering van tewerkstelling 0904-00 tewerkstelling

DIENSTVERLENING Overige verrichtingen inzake sociaal 0909 0909-01 Sociaal Huis beleid

56

0909-02 Wijkcentrum De Poort

0909-99 Overig Sociaal Beleid

0930 Sociale huisvesting 0930-00 Sociale huisvesting

0951 Dienstencentra 0951-00 Dienstencentra

0943 Gezinshulp 0943-01 Gezinszorg

0943-02 Aanvullende thuiszorg

0945 Kinderopvang 0945-00 Kinderopvang

0946 Thuisbezorgde maaltijden 0946-00 Thuisbezorgde maaltijden

0948 Poetsdienst 0948-00 Poetsdienst

0952 Assistentiewoningen 0952-01 SFA De Maretak 4 ZORG ZORG 0952-02 SFB De Maretak

0953 Woon- en zorgcentra 0953-01 WZC Denderoord

0953-02 WZC De Populier

0954 Dagzorgcentra 0954-00 Dagzorgcentra

Overige verrichtingen betreffende Overige verrichtingen 0959 0959-99 ouderen betreffende ouderen

57

2.3.7 Overzicht v.d. entiteiten die opgenomen zijn onder de financiële vaste activa

Financiële vaste activa 21 947,75 EUR

 Inbreng in het maatschappelijk kapitaal van Welzijnskoepel Vlaams-Brabant 16 016,50 EUR

 Aandeel in de sociale huisvestingsmaatschappij Denderstreek 5 931,25 EUR

58

2.3.8 Overzicht van de financiële schulden TM2

Financiële schulden ten laste van 2014 2015 2016 2017 2018 2019 het bestuur A. Financiële schulden op 1 januari 12.596.205 11.667.296 10.719.196 9.749.856 8.887.393 8.011.346 B. Nieuwe leningen C. Vervroegde aflossingen D. Periodieke aflossingen E. Financiële schulden op 31 december (A+B-C-D) 12.596.205 11.667.296 10.719.196 9.749.856 8.887.393 8.011.346 F. Intresten 427.874 401.502 375.734 347.122 320.273 293.720 G. Periodieke leningslasten (D+F) 427.874 401.502 375.734 347.122 320.273 293.720

Financiële schulden ten laste van 2014 2015 2016 2017 2018 2019 derden A. Financiële schulden op 1 januari B. Nieuwe leningen C. Vervroegde aflossingen D. Periodieke aflossingen E. Financiële schulden op 31 december (A+B-C-D) 0 0 0 0 0 0 F. Intresten G. Periodieke leningslasten (D+F) 0 0 0 0 0 0

Opmerking: Doordat de jaarlijkse VIPA-subsidie van 499 217 EUR hoger is dan de jaarlijkse investeringen over de periode 2014 -2019 zijn er geen nieuwe leningen nodig

59