Besluitenlijst College van B&W Datum 18-05-2021 Tijd 9:00 - 11:00 Locatie Kamer burgemeester Voorzitter W.G. Groeneweg Aanwezigen W.G. Groeneweg, R.W. Tesselaar, H.P.J.M. ter Veen, R.M. Wiersma-de Faria en M.A.S. Winder Toelichting

1 B&W besluitenlijst d.d. 11-05-2021

Besluit Onderwerp B&W besluitenlijst d.d. 11-05-2021

Inleiding B&W besluitenlijst d.d. 11-05-2021

Het college van Burgemeester en wethouders besluit: De besluitenlijst ongewijzigd vast te stellen

2 Adviesnota Burgemeester Damoclesbeleid gemeente Opmeer 2021

Besluit Onderwerp Damoclesbeleid gemeente Opmeer 2021

Inleiding Gemeenten worden geconfronteerd met drugshandel vanuit woningen en lokalen (al of niet voor publiek toegankelijk ) en erven. Artikel 13b Opiumwet (Wet Damocles) is het juridisch instrument om bestuurlijk op te treden tegen deze illegale verkooppunten. Afgezien van de strafbaarheid ervan betekent drugshandel een aantasting van het woon - en leefklimaat en de sociale en/of fysieke veiligheid van burgers, met name die burgers die in de nabije omgeving van de handel wonen . Daarom is het, mede gelet op de totstandkoming van de bevoegdheid tot sluiting van woningen in artikel 13b Opiumwet, wenselijk beleidsregels te formuleren ten aanzien van de toepassing van de bevoegdheid. Daarnaast weten burgers, door publicatie van het beleid, welke uitgangspunten gelden voor het opleggen van bestuursrechtelijke sancties als drugshandel in of vanuit een pand wordt geconstateerd. In dit document staat beschreven onder welke omstandigheden en op welke wijze gebruik wordt gemaakt van het bestuurlijke dwangmiddel. Een strikte handhaving is noodzakelijk om overlast en andere negatieve verschijnselen tegen te gaan. In de V10 van 23 april 2018 is een behoefte uit gesproken om het Damoclesbeleid van de gemeenten in de politie-eenheid Noord-Holland te harmoniseren. Deze ambitie is de afgelopen jaren vervolgens op regionaal niveau opgepakt. Binnen de regio West-Friesland is de harmonisatie van het Damoclesbeleid gezamenlijk binnen de West-Friese Driehoek afgestemd en ambtelijk verder opgepakt. In 2020 is er invulling gegeven aan deze harmonisatie en dit heeft geresulteerd in een gezamenlijk West-Fries Damoclesbeleid, welke op lokaal niveau zijn uitwerking vindt in het ‘Damoclesbeleid gemeente Opmeer 2021’. Het nieuwe beleid sluit aan op het beleid dat in de Zaanstreek en de IJmond in samenspraak met het RIEC recent is vastgesteld. Ook in de Noordkop sluiten , en zich aan bij hetzelfde regionale beleid. In de regionale Driehoek van 8 maart 2021 is

afgesproken om het geharmoniseerde beleid in alle West-Friese gemeenten vast te stellen.

De burgemeester besluit: Het 'Damoclesbeleid gemeente Opmeer 2021' vast te stellen.

Argumenten 1.1 De beleidsregels geven de mogelijkheid om adequaat te handhaven op overtreding van artikel 13b van de Opiumwet. 1.2 Met het vaststellen van dezelfde beleidsregels wet Damocles in de gehele regio West-Friesland ontstaat er een eenduidige regionale aanpak van drugspanden.

3 Rapport Decisio "Actualisatie cijfers arbeidsmigranten Noord-Holland Noord"

Besluit Onderwerp Rapport Decisio "Actualisatie cijfers arbeidsmigranten Noord-Holland Noord"

Inleiding De provincie Noord-Holland heeft Decisio gevraagd om de gegevens over arbeidsmigranten in Noord-Holland Noord te actualiseren. In deze actualisatie zijn de gegevens voor het jaar 2019 toegevoegd. Deze actualisatie betreft drie regio's, te weten: Kop van Noord-Holland, Regio en West-Friesland. De actualisatie van de cijfers van arbeidsmigranten is een belangrijke pijler voor verdere voorstellen voor registratie van deze werknemers, maar ook voor beleid om deze groep te huisvesten.

Het college van Burgemeester en wethouders besluit: In te stemmen met de raadsbrief over het aanbieden van het rapport van Decisio "Actualisatie cijfers arbeidsmigranten Noord-Holland Noord" en deze raadsinformatiebrief te versturen aan de raad.

Argumenten Eerder voerde Decisio analyses uit op basis van gegevens over de periode van 2010 tot en met 2018. Dit rapport is eveneens via een raadsinformatiebrief aan de leden van de gemeenteraad gezonden. Op de raadsvergadering van 18/19 mei zal de gemeenteraad van besluiten over het beleid arbeidsmigranten. Bij die besluitvorming zal ook het geactualiseerde rapport van Decisio openbaar gemaakt worden. Door bijgevoegde raadsinformatiebrief worden de leden van de gemeenteraad van Opmeer ongeveer gelijktijdig met hun collega’s uit Medemblik geïnformeerd.

4 Afwijzing handhavingsverzoek op exploitatievergunning Slothuys

Besluit Onderwerp Afwijzing handhavingsverzoek op exploitatievergunning Slothuys

Inleiding Op 4 juni 2020 heeft u een exploitatievergunning verleend aan NL Services Nederland B.V., statutair gevestigd aan de Tuindersweg 49 2675 BD te Maasdijk. Na een bezwaar en beroep procedure in september 2020, waarin bezwaar was aangetekend door omwonenden is de aanvraag geldig bevonden maar is exploitatievergunning opnieuw vergund onder een nieuwe rechtspersoon, namelijk NL Reality B.V., statutair gevestigd aan de Honderdland 1 2676 LS te Maasdijk. Dit betreft een vergunning voor het exploiteren van een pension voor het verschaffen van dag- en nachtverblijf aan tijdelijke arbeidsmigranten aan de Zaagmolenweg 14

Pagina 2

in . Op 15 september 2020 is een handhavingsverzoek ingediend waarin verzocht werd om handhavend op te treden op de afgegeven exploitatievergunning. Bij dit verzoek is er gevraagd om op bepaalde voorschriften uit de exploitatievergunning te handhaven, daar is bij controles door de toezichthouders specifiek op gelet. Op 12 oktober 2020 is de beslistermijn verlengd met 30 weken, vanwege de zorgvuldigheid die benodigd is bij het onderzoek naar eventuele overtredingen op de voorschriften uit de exploitatievergunning. Dit was noodzakelijk omdat we hiermee een zo volledig mogelijk beeld van de situatie krijgen en de door de omwonenden genoemde overlast zo precies mogelijk kunnen monitoren. In de periode december 2020 tot en met maart 2021 zijn er met regelmaat controles uitgevoerd bij het Slothuys, op verschillende tijdstippen en dagen. Bij deze controles hebben de toezichthouders geen overtredingen geconstateerd. Omdat er uit dit onderzoek is gebleken dat er geen overtreding wordt gepleegd waarbij een voorschrift uit de exploitatievergunning is geschonden, heeft de gemeente geen grond tot handhaven. Daarnaast hebben zijn er sinds het indienden van het handhavingsverzoek geen nieuwe meldingen van overlast ontvangen van andere omwonenden, wat ook heeft meegewogen in het besluit tot afwijzing.

Het college van Burgemeester en wethouders besluit: Het verzoek tot handhaving af te wijzen

Argumenten Er is na uitgebreid onderzoek geen overtreding geconstateerd op grond waarvan wij handhavend kunnen optreden. De voorschriften van de door ons verleende exploitatievergunning zijn niet overtreden. Hierdoor kan de gemeente niet handhavend optreden en moet het handhavingsverzoek worden afgewezen.

5 Toekomstbeeld fiets

Besluit Onderwerp Toekomstbeeld fiets

Inleiding Door de komst van de elektrische fiets is de actieradius van de fiets vergroot en wordt de fiets een alternatief voor de auto op aftstanden tot ongeveer 25 km. Alleen zijn de fietsvoorzieningen voor deze afstanden vaak niet optimaal. Door het Rijk wordt daarom gewerkt aan het Toekomstbeeld Fiets. Het is de intentie door middel van subsidie een fietsnetwerk met goede voorzieningen en snelle routes te maken. Hierbij zijn twee stippen op de horizon gezet: bestaande ambitie, te realiseren voor 2027 en een schaalsprong tot 2040. Om dit te kunnen doen moet er inzicht zijn in de knelpunten en wensen in dit netwerk. Alles wat er aan gedachten leeft wordt daarom, met een korte onderbouwing, opgenomen in een regionaal programma. Op basis van dit programma kan in de toekomst subsidie gekregen worden. In het GVVP is wel de wens opgenomen de fietsvoorzieningen te verbeteren, maar niet onderbouwd wat en waarom. Het is daarom, met het oog op mogelijke subsidie in de verre toekomst, van belang de wensen op de lange termijn nu vast te leggen.

Het college van Burgemeester en wethouders besluit: In te stemmen met het opnemen van de volgende routes in het regionaal toekomstbeeld fiets: -Opmeer- -Spanbroek-Benningbroek -Opmeer-Abbekerk -Opmeer- via Berkmeerdijk -Opmeer –Spanbroek-Obdam-Heerhugowaard -Opmeer-Spanbroek-Wognum-

Pagina 3

Argumenten

1. De genoemde verbindingen zijn vooral bestaande verbindingen met knelpunten op gebied van fietsvriendelijkheid of verkeersveiligheid. 2. Opname van de routes in het toekomstbeeld fiets biedt zicht op subsidie in de toekomst.

6 Intentieverklaring SPV 2030 regio Westfriesland

Besluit Onderwerp intentieverklaring SPV 2030 regio Westfriesland

Inleiding Het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 (SPV2030) is een gezamenlijk plan van Rijk, Interprovinciaal Overleg (IPO), Vervoerregio’s en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en beschrijft een vernieuwde visie op verkeersveiligheid. De betrokken partijen plegen reeds veel inzet op verkeersveiligheid, maar uit de cijfers blijkt dat het aantal verkeersslachtoffers blijft stijgen. Omdat elk slachtoffer er één te veel is willen alle partijen een impuls aan verkeersveiligheid geven. Het SPV2030 hanteert daarbij de volgende ambitie: “nul verkeersslachtoffers in 2050”. Het SPV2030 biedt hiervoor handvatten. Kernelementen uit het SPV 2030 zijn een risicogestuurde en regionale aanpak, een integrale blik op verkeersveiligheid en versterking van de samenwerking en aanspreekbaarheid tussen overheden en maatschappelijke partners.

Regionale intentieverklaring verkeersveiligheid De gemeenten binnen de regio’s Kop van Noord-Holland, West-Friesland, Alkmaar, Gooi en Vechtstreek en Zuid-Kennemerland IJmond willen samen met de provincie Noord-Holland werken aan de verbetering van de verkeersveiligheid in de regio. In de intentieverklaring spreken wij gezamenlijk de ambitie uit om risicogestuurd te werken en extra invulling te geven aan de risicothema’s die voorvloeien uit de regionale en gemeentelijke risico analyses die in 2020 zijn gemaakt. Uit de risicoanalyses volgen voor Noord-Holland vooral de volgende thema’s: o Veilige infrastructuur (met name op 30km/uur en 50km/uur gebieden); o Heterogeen verkeer (verschil in snelheid, massa, nieuwe voertuigen) o Kwetsbare (voetgangers, fietsers en bestuurders van een gemotoriseerd voertuig en onervaren verkeersdeelnemers;

Ook spreken we gezamenlijk de ambitie uit om samen tot een regionaal uitvoeringsprogramma te komen. Het uitvoeringsprogramma richt zich op wijken met een risico dat hoger is dan het gemiddelde regionale risico. We focussen erop om in deze wijken de verkeersveiligheid te verbeteren. Daarnaast focussen we op de bovenstaande risico thema’s. Samen wordt toegewerkt naar een regionaal uitvoeringsprogramma voor de jaren 2022-2030 waarin maatregelen worden opgenomen, welke hun grondslag vinden in de regionale, provinciale en gemeentelijke risicoanalyses. Landelijk is afgesproken dat dit regionale uitvoeringsprogramma uiterlijk 31 december 2021 is vastgesteld door alle betrokkenen.

Het college van Burgemeester en wethouders besluit:

Pagina 4

1. Akkoord te gaan met de inhoud van de overeenkomst. Burgemeester besluit: 2. Wethouder Tesselaar te machtigen de intentieovereenkomst te ondertekenen. Argumenten 1. Het programma SPV is een goede aanvulling op het GVVP. 2. De wethouder moet gemachtigd worden namens de gemeente overeenkomsten aan te gaan.

7 Zienswijze jaarstukken 2020 en begroting 2022 gemeenschappelijke regeling Westfries Archief

Besluit Onderwerp Zienswijze jaarstukken 2020 en begroting 2022 gemeenschappelijke regeling Westfries Archief

Inleiding Ten behoeve van de vaststelling van de jaarstukken 2020 en begroting 2022 door het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Westfries Archief (WFA) wordt van de raad een zienswijze gevraagd.

Het college van Burgemeester en wethouders besluit: De raad voor te stellen om: 1. Een positieve zienswijze af te geven op de jaarstukken 2020 van het WFA en daarbij: a. het algemeen bestuur te adviseren in te stemmen met het vaststellen van de jaarstukken 2020; b. het algemeen bestuur te adviseren in te stemmen om het negatieve resultaat van € 22.442,- voor € 4.982,- ten laste te brengen van de algemene reserve en voor € 17.460,- ten laste te brengen van de bestemmingsreserve. 2. Een positieven zienswijze af te geven op de conceptbegroting 2022 van het WFA en daarbij: a. het algemeen bestuur te adviseren in te stemmen met het vaststellen van de conceptbegroting 2022.

Argumenten De jaarrekening 2020 en de begroting 2022 van het WFA zijn beoordeeld aan de hand van de nieuwe financiële uitgangspunten voor gemeenschappelijke regelingen (FUGR) uit 2019. Het beoordelingsformat (toetsingsformulier) is als bijlage bij dit voorstel gevoegd. 1.1 Jaarstukken 2020: De beoordeling van de jaarstukken 2020 geeft geen aanleiding tot het indienen van een negatieve zienswijze en/of opmerkingen. De accountant heeft inzake de controle van de jaarstukken een positieve verklaring afgegeven. De algemene reserve per 31-12-2020 bedraagt € 49.000,-. Dat is € 4.982,- hoger dan de toegestane norm van 2,5% van de exploitatielasten (€ 43.911,-). Daarom wordt voorgesteld om € 4.982,- van het negatieve resultaat te onttrekken aan de algemene reserve zodat deze weer binnen de gestelde norm valt. Het resultaat voor bestemming bedraagt € 22.442,- negatief. In de bijgestelde begroting was uitgegaan van een plus van € 3.157,-. Het negatieve resultaat is grotendeels ontstaan door onvoorziene uitgaven voor het eDepot. Deze onvoorziene kosten worden gedekt uit de bestemmingsreserve. 2.1 Begroting 2022: De beoordeling van de begroting 2022 geeft geen aanleiding tot het indienen van een negatieve zienswijze en/of opmerkingen. De totale lasten worden begroot op € 1.896.579,-. De algemene reserve bedraagt

Pagina 5

volgens de begroting per 1-1-2022 € 43.910,- en de meerjarenraming 2022-2026 is sluitend.

8 Uitvoeringsregeling Subsidie Doortrappen 2021

Besluit Onderwerp Uitvoeringsregeling Subsidie Doortrappen 2021

Inleiding Doortrappen beoogt de oudere fietser zo lang mogelijk veilig op de fiets te houden, door bewustwording te creëren rondom de risico’s en te informeren over de mogelijkheden die een senior heeft om zijn eigen fietsveiligheid te verhogen. Hieruit komt voort dat zij zelf zekerder en met plezier op de fiets zitten, en ook andere oudere fietsers stimuleren hun fietsveiligheid te vergroten. De provincie geeft subsidie voor het uitvoeren van een plan van aanpak voor activiteiten die ertoe leiden dat fietsers van 60 jaar en ouder veilig blijven deelnemen aan het verkeer onder deze regeling. Team Sportservice heeft de gemeente aangeboden om hiervoor een plan van aanpak te schrijven en dit plan tot uitvoering te brengen. Hiervoor is een subsidie aan gemeente Opmeer toegekend van € 9955 welke is geboekt op 653050.843100.

Het college van Burgemeester en wethouders besluit:

1. een eenmalige subsidie van € 9955 toe te kennen vanuit 653050.442005 aan Team Sportservice ten behoeve van de uitvoering van het plan van aanpak voor de regeling "doortrappen".

Argumenten 1.1 Veilig verkeer Deelnemen aan de regeling “doortrappen” draagt eraan bij dat 60 plussers veilig aan het verkeer kunnen blijven deelnemen. Door het verstrekken van deze subsidie aan Team Sportservice wordt deze regeling tot uitvoering gebracht. 1.2 Rechtmatigheid Indien het opgestelde plan van aanpak niet tot uitvoering wordt gebracht, zal de verstrekte subsidie vanuit de provincie onrechtmatig zijn en zal dit bedrag moeten worden terugbetaald aan de provincie.

9 Zienswijzen jaarstukken 2020 en begroting 2022 GGD Hollands Noorden

Besluit Onderwerp Zienswijzen jaarstukken 2020 en begroting 2022 GGD Hollands Noorden

Inleiding In de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) is opgenomen dat de gemeenschappelijke regelingen (GR-en) voor 15 april de jaarrekening over het voorafgaande jaar en de begroting voor het komende jaar bij de deelnemers aan deze regeling moeten indienen. In de Financiële Uitgangspunten Gemeenschappelijke Regelingen 2019 (FUGR 2019) is vastgesteld dat de deelnemer i.c. de gemeente 10 weken de tijd heeft om haar zienswijze kenbaar te maken aan de GR. Het Dagelijks Bestuur van de GR GGD Hollands Noorden heeft op 14 april 2021 de jaarstukken 2020 en de begroting 2022 toegezonden. Zij stelt de raad in de gelegenheid een zienswijze op deze stukken in te dienen. Het Algemeen Bestuur zal de jaarstukken 2020 en de begroting 2022 in de vergadering van 7 juli 2021

Pagina 6

behandelen. De begroting 2022 volgt op de kadernota 2022 waarop uw raad op 18 februari 2021 een positieve zienswijze heeft afgegeven.

Het college van Burgemeester en wethouders besluit: De raad voor te stellen om: 1. Een positieve zienswijze af te geven op de jaarstukken 2020 GGD HN en daarbij: a. In te stemmen met de voorgestelde bestemming van het resultaat: toevoeging van het positieve resultaat van €221.000,- aan de algemene reserve conform het financieel herstelplan. 2. Een positieve zienswijze af te geven op de conceptbegroting 2022 GGD HN, kennis te nemen van de meerjarenraming 2022 – 2025 en aanvullend te verzoeken om: a. In de begroting 2023 de beoogde resultaten, kpi’s en maatschappelijke effecten per focuslijn verder uit te werken.

Argumenten 1.1. De jaarstukken 2020 zijn inhoudelijk akkoord bevonden en voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring. 2.1. De begroting 2022 is inhoudelijk akkoord bevonden en voldoet aan het toetsingskader Financiële Uitgangspunten Gemeenschappelijke Regelingen (FUGR).

10 Zienswijzen jaarstukken 2020 en begroting 2022 WerkSaam Westfriesland

Besluit Onderwerp Zienswijzen jaarstukken 2020 en begroting 2022 WerkSaam Westfriesland

Inleiding In de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) is opgenomen dat de gemeenschappelijke regelingen (GR-en) voor 15 april de jaarrekening over het voorafgaande jaar en de begroting voor het komende jaar bij de deelnemers aan deze regeling moeten indienen. In de Financiële Uitgangspunten Gemeenschappelijke regelingen 2019 (FUGR 2019) is vastgesteld dat de deelnemer in dit geval de gemeente 10 weken de tijd heeft om haar zienswijze kenbaar te maken aan de GR. Het dagelijks bestuur van de GR WerkSaam Westfriesland heeft de jaarstukken 2020 en de concept begroting 2022 op 15 april toegezonden. Zij stelt de gemeenteraad in de gelegenheid een zienswijze op deze stukken in te dienen. Het algemeen bestuur zal de jaarstukken 2020 en de conceptbegroting 2022 in de vergadering van 8 juli 2021 behandelen. De conceptbegroting 2022 volgt op de kadernota 2022 waarop de gemeenteraad op 18 februari 2021 een positieve zienswijze heeft afgegeven.

Het college van Burgemeester en wethouders besluit: De raad voor te stellen om: 1. Een positieve zienswijze af te geven op de jaarstukken 2020 en daarmee in te stemmen met het vaststellen van de jaarstukken 2020 en het voorstel om het resultaat ten goede te laten komen aan de deelnemende gemeenten. 2. Een positieve zienswijze af te geven op de conceptbegroting 2022 van WerkSaam Westfriesland en in te stemmen met het vaststellen van de conceptbegroting 2022.

Argumenten 1.1. Er zijn geen bezwaren tegen de jaarstukken 2020 en deze bevatten een goedkeurende controleverklaring van de accountant. 2.1 Alle Westfriese gemeenten hebben een positieve zienswijze gegeven op de kadernota 2022 en de verzoeken die daarbij zijn meegegeven over een aantal ontwikkelingen zijn verwerkt in de conceptbegroting 2022.

11 Financiële jaarstuken 2020 & begroting 2022 DeSom

Pagina 7

Besluit Onderwerp Financiële jaarstukken 2020 & Begroting 2022 SSC DeSom

Inleiding Op 15 april is van G.R. (gemeenschappelijke regeling) SSC DeSom de jaarrekening 2020, jaarresultaat 2020 en begroting 2022 ontvangen. De jaarrekening, de jaarresultaten en begroting worden voor een zienswijze aan de Raad voorgelegd.

Het college van Burgemeester en wethouders besluit:

1. Een positieve zienswijze af te geven op de jaarstukken 2020 van SSC DeSom; 2. Een positieve zienswijze op het voorstel tot bestemming van het jaarresultaat 2020 3. Een positieve zienswijze af te geven op de begroting 2022 van SSC DeSom en de daarin opgenomen gemeentelijke bijdrage voor 2022 van € 519.900 en tevens de meerjarenraming 2023 t/m 2025 (resp. € 519.900; € 524.900; € 525.600)

Argumenten

1. Een positieve zienswijze af te geven op de jaarstukken 2020; In de jaarstukken is aangegeven dat de in de begroting 2020 opgenomen doelstellingen zijn grotendeels gerealiseerd, zoals blijkt uit de programmaverantwoording op pagina 12 van de jaarstukken. In de jaarstukken is opgenomen dat zich in 2020 geen risico's hebben voorgedaan en de risicomatrix is geactualiseerd Er is een goedkeurende verklaring afgegeven over getrouwheid en rechtmatigheid door Deloitte Accountants BV op 15 april 2021. (Zie pagina 1 in het document Controleverklaring van de onafhankelijke accountant.) SSC DeSom heeft in 2020 een financieel resultaat geboekt van € 1.049.000. Dit resultaat is in twee onderdelen te specificeren 1. Een financieel resultaat als gevolg van nog niet uitgevoerde werkzaamheden van € 740.000 en 2. een exploitatieresultaat op begrote budgetten van € 309.000. Zie beslispunt 2 voor toelichting van de resultaatbestemming. 2. Een positieve zienswijze af te geven op de bestemming jaarresultaat 2020 Het resultaat van de jaarrekening 2020 bedraagt € 1.049.000. Voorstel voor de bestemming van het jaarresultaat 2020 is verdeeld op de volgende wijze: a. Het positieve exploitatiebudget op begrote budgetten wordt voor een langrijk deel veroorzaakt door het budget onvoorzien ad €122.000 dat - ondanks de Coronapandemie- niet is aangesproken. Het overige exploitatieresultaat af €187.000 is vooral een gevolg van minder kosten voor licenties. Voorgesteld wordt het exploitatieresultaat van €309.000 te retouren naar de deelnemers. Voor gemeente Opmeer bedraagt dit €26.200. Voor WerkSaam WF (afnemer) is een vaste bijdrage bepaalde (behoudens indexatie). WerkSaam WF deelt niet mee in de jaarresultaten. Vanaf bladzijde 37 in de jaarstukken 2020 worden de onderdelen van het jaarresultaat nader toegelicht. b. Van het resultaat als gevolg van nog niet uitgevoerde werken is in de Najaarsnota 2020 (NJN) reeds €705.000 door SSC DeSom aangekondigd. Dit zijn kosten die al in de begroting 2019 in meerjarenperspectief zijn geautoriseerd (€600.000) en incidentele budgetten in 2020 voor de landelijke aanbestedingen FFI veilig en GT Print (€105.000), die niet in 2020 konden worden uitgevoerd. Van deze incidentele projectkosten blijkt €35.000 minder uitgegeven dan bij de NJN werd verwacht. Reden voor vertraging in de projecten zijn: vertraging in de planningen van de deelnemers als gevolg van Corona en vertragingen in de Europese

Pagina 8

Aanbestedingen voor vervanging van de infrastructuur. Deze projectkosten zijn onontkoombaar in 2021, maar zijn in het dienstjaar 2021 niet door budget gedekt. Voorgesteld wordt deze budgetten via een resultaatbestemming over te hevelen naar 2021. 3. Een positieve zienswijze af te geven op de begroting 2022 Op 24 maart j.l. heeft het Algemeen Bestuur SSC DeSom de kaderbrief 2022 vastgesteld, rekening houdend met de zienswijzen van de gemeenteraden (4 negatief, 2 positief), de reactie van de directie van SSC DeSom en een aanvullend voorstel voor het Algemeen Bestuur. Hierin is aangegeven dat SSC DeSom onderstaande heeft verwerkt in de begroting 2022; 4. een aanvullende structurele bezuiniging van 1% op de begroting 2022 ad € 66.000 realiseert; 5. het budget voor de Digitale Werkomgeving (€ 100.000) niet opneemt; 6. het budget voor telefonie (€ 100.000) niet opneemt. Indien doorontwikkeling op de Digitale Werkomgeving door de deelnemers wordt gewenst of kosten door verlenging van het huidige telefoniecontract zullen stijgen, zullen de gemeenten zelf aanvullende middelen moeten alloceren. Het incidenteel budget voor ontwikkeling van security ad €35.000 wordt absoluut noodzakelijk geacht en is met verdere onderbouwing zijn opgenomen in de begroting 2022. Algemene bevindingen Ten opzichte van de kadernota 2022 is de begroting beleidsarm. In 2022 is, naar verwachting, het in 2019 gestarte meerjarenprogramma voor het realiseren van de hybride Cloud infrastructuur zo goed als afgerond. Daarmee is de fundering gelegd om flexibeler mee te bewegen met de hogere eisen die gesteld worden aan veilige digitalisering van de dienstverlening van gemeenten aan inwoners en ondernemingen. Deelnemers hebben met elkaar vastgesteld dat harmonisatie geen doel op zich is. We streven niet naar een keurslijf om dezelfde applicaties te gebruiken en onze applicaties versneld te vervangen. Waar we kunnen werken we uiteraard samen. Daarbij focussen we ons vooral op nieuwe ontwikkelingen en trekken daarin samen op. Daarom starten deelnemers in 2021 met visievorming op een viertal onderwerpen: 7. Impact van Software As A Service (SAAS) op de beheertaken van DeSom; 8. De impact van de VNG-visie op gemeentelijke informatie- en gegevenslandschap en Samen Organiseren; 9. Data gestuurd werken, wat is daarvoor nodig; 10. De werkplek van de toekomst. Door de visie op deze onderwerpen met elkaar uit te lijnen kan DeSom zich beter voorbereiden op de toekomstige vraag en zo een betere financiële vertaling maken.

13 Zienswijze jaarstukken 2020 en begroting 2022 Recreatieschap Westfriesland

Besluit Onderwerp zienswijze jaarstukken 2020 en begroting 2022 Recreatieschap Westfriesland

Inleiding In de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) is opgenomen dat de gemeenschappelijke regelingen (GR-en) voor 15 april de jaarrekening over het voorgaande jaar en de begroting voor het komende jaar bij de deelnemers aan deze regeling aanbieden. In de Financiële Uitgangspunten Gemeenschappelijke Regelingen 2019 (FUGR 2019) is vastgesteld dat de deelnemer i.c. de gemeente 10 weken heeft om haar zienswijze kenbaar te maken aan de GR. Op 14 april heeft de raad de jaarstukken 2020 en begroting 2022 met een begeleidende aanbiedingsbrief van Recreatieschap Westfriesland ontvangen. Deze stukken worden tijdens de vergadering van het Algemeen Bestuur op 7 juli 2021 vastgesteld. De raad wordt in

Pagina 9

de gelegenheid gesteld om een zienswijze op deze stukken te geven. De conceptbegroting 2022 volgt op de kadernota 2022 waarop de raad op 18 februari 2021 reeds een positieve zienswijze heeft afgegeven.

Het college van Burgemeester en wethouders besluit: De raad voor te stellen om:

1. Een positieve zienswijze afgeven op de jaarstukken 2020 en daarbij het Algemeen Bestuur van het Recreatieschap te adviseren om: a. In te stemmen met het vaststellen van de jaarstukken 2020; b. Het positieve rekeningresultaat van € 5.000 te bestemmen voor frictiekosten corona. 2. Een negatieve zienswijze afgeven op de conceptbegroting 2022 van het Recreatieschap en daarbij het Algemeen Bestuur van het Recreatieschap te adviseren om de voorgenomen storting in de algemene reserve achterwege te laten.

Argumenten 1 Er zijn geen bezwaren tegen de jaarstukken 2020. De jaarstukken bevatten een goedkeurende controleverklaring van, de accountant 2 Met de voorgenomen storting komt de algemene reserve boven de norm

14 Regionaal beleidskader aanpak Laaggeletterdheid Westfriesland

Besluit Onderwerp Regionaal beleidskader aanpak Laaggeletterdheid Westfriesland

Inleiding Met de landelijke bestuurlijke afspraken laaggeletterdheid 2020-2024 “samen aan de slag voor een vaardig Nederland”, hebben gemeenten met ingang van 1 januari 2020 een grotere regierol gekregen bij de aanpak van laaggeletterdheid binnen de beleidsterreinen Sociaal Domein en Onderwijs. De basis voor de aanpak van laaggeletterdheid ligt gelegen in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). In Nederland hebben 2,5 miljoen mensen moeite met lezen of rekenen waardoor mee doen in de samenleving en het vinden van een baan moeilijker is. Een betere taal- en rekenvaardigheid versterkt iemands arbeidsmarktpositie en zelfstandigheid. De overheid vindt dat iedereen het recht heeft om mee te kunnen doen. In Westfriesland willen wij meer mensen die moeite hebben met basisvaardigheden helpen. Dit doen wij samen met WerkSaam Westfriesland, Taalhuis Westfriesland, bibliotheken, onderwijsinstellingen, werkgevers, mensen in de zorg en maatschappelijke organisaties. Zo dragen we samen bij aan een vaardiger Westfriesland en dus ook aan een vaardiger Nederland. Via dit voorstel wordt aan u het beleidskader ”Westfriese aanpak Laaggeletterdheid, 2021 – 2024” ter besluitvorming voorgelegd. Het voorstel is in regionaal verband voorbereid en daardoor uitgebreider dan dat u gewend bent.

Het college van Burgemeester en wethouders besluit:

1. De raad voor te stellen in te stemmen met het beleidskader “Westfriese Aanpak Laaggeletterdheid, 2021 – 2024”. 2. Het jaar 2022 als financieel overgangsjaar vast te stellen en maximaal een bedrag van € 8.000,- beschikbaar te stellen om de financiële risico’s op te vangen. Dekking kan gevonden worden binnen de vastgestelde meerjaren begroting.

Pagina 10

3. De raad te vragen om het college de opdracht te geven, om in regionaal verband, vanaf het jaar 2023 een sluitende meerjarige begroting op te stellen a.d.h.v. een uitwerking van een aantal beheersmaatregelen. 4. De meerjarige begroting uiterlijk het tweede kwartaal 2022 ter besluitvorming aan de Westfriese gemeenteraden aan te bieden, waarbij het uitgangspunt is het regionale beleidskader vanaf 2023 binnen de ontvangen Rijksmiddelen uit te voeren.

Argumenten 1.1 Het vaststellen van beleid is een bevoegdheid van de raad. 1.2 De aanpak van laaggeletterdheid en taalontwikkeling zijn onderdeel van het Pact van Westfriesland 7.1, onder de thema’s Sociaal Domein en Arbeidsmarkt en Onderwijs. 1.3 Ook in Opmeer hebben nog teveel inwoners moeite met lezen en schrijven, waardoor zij mogelijk minder goed mee kunnen doen in de samenleving. 1.4 Met het beleidskader wordt een goed gecoördineerd (door het Taalhuis) en integraal ondersteuningsaanbod aan laaggeletterde inwoners geborgd, zodat ook zij mee kunnen doen in Westfriesland. 1.5 Het is een regionaal beleidskader, maar met voldoende ruimte voor lokale activiteiten. 2.1 Er zijn twee risico’s in de financiële middelen vanaf het jaar 2022, die mogelijk de uitvoering van het beleidskader en daarmee de ondersteuning aan laaggeletterden in de weg staan. 3.1 Er zijn een aantal mogelijkheden om de hoogte van de financiële risico’s te verminderen, maar deze behoeven nog een nadere uitwerking om vanaf 2023 een sluitende begroting op te kunnen stellen. 4.1 De beheersmaatregelen vergen tijd, zullen in samenhang met elkaar uitgevoerd moeten worden en een aantal essentiële zaken worden op een later moment pas duidelijk, waardoor nu (nog) geen sluitende begroting gepresenteerd kan worden.

15 Benoeming ambtenaar burgerlijke stand mevrouw Bakker-Wouts

Besluit Onderwerp Benoeming ambtenaar burgerlijke stand mevrouw Bakker-Wouts

Inleiding Mevrouw Bakker-Wouts is sinds 1 december 2020 indienst getreden in de functie van senior medewerker backoffice bij burgerzaken. Om alle werkzaamheden voor de burgerlijke stand uit te kunnen voeren is het noodzakelijk dat zij, naast haar aanstelling ook wordt benoemd tot ambtenaar van de burgerlijke stand. Na de interne benoeming volgt de beëdiging bij de Rechtbank.

Het college van Burgemeester en wethouders besluit: 1. Mevrouw D.M.M. Bakker-Wouts te benoemen tot ambtenaar van de burgerlijke stand; 2. Deze benoeming te laten gelden zolang haar dienstverband bij de gemeente Opmeer voortduurt.

Argumenten 1.1 Alle medewerkers burgerzaken dienen benoemd te zijn als ambtenaar van de burgerlijke stand om taken van de burgerlijke stand uit te kunnen voeren. 1.2 Benoeming tot ambtenaar van de burgerlijke stand is voorwaardelijk om voorgedragen te kunnen worden bij de Arrondissementsrechtbank ter beëdiging. 2.1 Er is een verband tussen het uitvoeren van de functie van senior medewerker backoffice en de benoeming als ambtenaar van de burgerlijke stand.

Pagina 11